EERSTE BLAD.
Belangrijkste Nieuws.
SW VAN MELLE'S KOEK, GEZOND EN LEKKER!
Buitenland
LOCARBITS Groene
Kruis Hoestbonbons
Binnenland.
DINSDAG 20 DECEMBER 1932
DAQBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
47e jAARDANS - Ne. m
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Wat zoudt gij doen in dit geval?
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw",
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11,
Postchèquo cn Girorekening 44455.
Bijkantoor Middelburg, Lange Burg. Tclef. 259.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
Abonnementsprijs f 2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen 10.20. Losse nummers 5 cent,
Advortontfön 30 cent per regol. ïnger,ondon
mododocllngon 00 cent per regel. Kioins
Advortcntllin Dinsdags en Vrijdags f0.75, bij
vooruitbetaling. Onder lettor of motto i 0.85.
Bij contract belangrijke korting.
VLAS, BIETEN EN AARDAPPELEN.
Wij laten hier thans in hoofdzaak vol
gen hetgeen door Minister Verschuur om
trent bovengenoemde landbouwproducten
werd opgemerkt.
Wat het vlas betreft, zeide de Minis
ter, dat de regeling van dit jaar niet is
uitgevallen in den zin, als de Regeering
gaarne had gezien. Er is heel wat min
der vlas geteeld dan zij had gehoopt te
bewerkstelligen.
„Maar", zoo vervolgde de bewindsman,
„de steunregeling, die wij nu in over
weging hebben ten aanzien van de vlas
cultuur voor het volgend jaar, zal toch
in haar eindresultaten niet verder gaan
dan de voor dit jaar geldende bedragen.
Wij houden ons daarbij levendig voor
oogen, dat de vlascultuur dit jaar van
wege de groote hoop, die men op de aard
appelen had gebouwd, niet zoo druk is
beoefend.
Wij blijven van meening, dat f50 voor
den boer en f 110 voor de fabriek per
H.A. voldoende is. Wanneer ik deze be
dragen noem, is het mijn bedoeling, dat
de betrokken boerenstand te dien aanzien
zekerheid zal hebben, maar het is niet
mijn bedoeling, toe te zeggen, dat inder
daad de regeling, de vorm, waarin zij zal
worden gegoten, precies gelijk zal zijn als
zij dit jaar is geweest. De regeling zal
echter zoo zijn, dat zij neerkomt op de
resultaten, die dit jaar den menschen zijn
voorgehouden.
Een zelfde soort toezegging moet ik
doen ten aanzien van de bieten; dus
wederom een toezegging, te splitsen
de practische resultaten, en in: de for-
meele onderdeelen van de regeling. Ten
aanzien van de bieten moet de Regeering
zich nog eens beraden, ook in verband
met het vraagstuk van de eenheid in het
geheel der Regeeringsmaatregelen. De Re
geering moet zich beraden, of de vorm,
waarin de steun aan de bieten gegeven
wordt, niet veranderd moet worden.
Tot nu toe geven wij een toeslag van
f8.25 per 1000 K.G., terwijl de regeling
is gebaseerd op 80 pet. van den vroege-
ren verbouw van bieten. Wij willen een
regeling, waarbij wij ons zullen houden
aan deze normen, maar ten aanzien van
den vorm van de regeling moet ik mij,
mede in verband met de eenheid van de
maatregelen, de noodige reserve maken.
Bij die verschillende regelingen zullen
wij' ook ietwat meer reserve moeten ma
ken in verband met billijke wenschen,
die ook betrekking hebben op het ver
voer en de werkgelegenheid. In de prac-
tijk van de bietenregeling is mij tot mijn
buitengewoon groote ergernis overkomen,
dat een zeer billijke wensch van de Re
geering ten aanzien van het draaien van
een bepaalde fabriek door de betrokkenen
eenvoudig ter griffie is gedeponeerd. De
Itegeering kon zeggen wat zij wilde, er
kon geen gevolg aan worden gegeven. Een
dergelijk feit zal mij niet meer over
komen; bij de te maken regelingen wil
ik mij ten aanzien van zeer redelijke ver
langens der Regeering eenige reserve
maken.
Geheel nieuw is het onderwerp van de
aardappelen, een voortreffelijk volks-
voedsel. Vroeger zeiden de medici, dat het
niet zoo voortreffelijk was, maar tegen
woordig draait de medische wetenschap
weer een anderen kant uit.
De Regeering heeft met leedwezen ge
zien, dat de prijs buitengewoon is inge
zonken; elk middel om te dien aanzien
zonder al te groote bezwaren heul te bie
den, zal door haar worden aangegrepen.
Maar tot nu toe heb ik geen enkel plan
onder oogen gehad, ook niet van de ver
dienstelijke commissie-Lovink, dat niet
aan vele bezwaren onderhevig was. Het
vraagstuk van den aardappelensteun blijft
in studie bij de Regeering, maar ik kan
niet zeggen, dat ik reeds kans zie het
vraagstuk van de aardappelen, eigenlijk
van de klei-aardappelen, behoorlijk op
te lossen. Het zou mij zeer aangenaam
zijn, wanneer ik voor een dergelijk be
langrijk artikel een goed middel zou we
ten. Wie een goed middel weet, mag het
zeggenl
Eén van de stelsels, dat mij het meest
aantrekt, zou het volgende zijn: dat men
aen groot deel van den aardappelenvoor-
Fa&d zou onteigenen, de rest zou dan een
behoorlijken prijs opleveren en van den
onteigenden voorraad zou men een zekere
winst kunnen maken door het bijv. als
veevoeder te verkoopen. Maar dat is zoo
aar een paardenmiddel, het klinkt zóó
ost-Europeesch, dat ik voorloopig daar-
biet zoo heel gaarne zou treden."
DE TARWEWET.
Ook wat door Minister Verschuur om
rent de Tarwewet werd opgemerkt, ver
dient de andacht.
„Ik geloof, dat men over het algemeen
van oordeel is, dat de machine, die voor
deze Tarwewet is opgesteld, in beginsel
juist is. De wijze, waarop de gewestelijke
oiganisaties werken en de Centrale, daar
over is geen enkele klacht gerezen.
Eenigszins verwondert mij dat wei-
Vooral als men erg „principieel" is aan
gelegd, dan moet men tegenover de Tar
wewet precies dezelfde bezwaren hebben
als tegenover de Crisis-Varkenswet.
Ik heb in ander verband er op gewe
zen, dat, wanneer wij in bet brood zouden
mengen 35 pet. der inlandsche tarwe, op
bet niveau van de tegenwoordige wereld
marktprijs wij zouden komen tot f 8,50.
Nu hebben verschillende geachte afge
vaardigden gedacht, dat dit beestje, de
Tarwewet, als 't eenmaal zoo goed draagt
nog wel meer pakjes kan dragen; maar
als men een ezel belaadt met een bepaald
gewicht en hij kan dat zeer wel dragen,
dan kan men daarmede toch niet in bet
oneindige doorgaan.
Ik geloof, dat verschillende geachte af
gevaardigden niet door de vergelijking
met bet ezeltje, maar uit zeer principieels
internationale handelspolitieke overwe
gingen zich laten leiden om het beestje te
zwaar te beladen en langs den weg van
de tarweteelt tot een soort autarkie wil
len komen. Dat bun leidende gedachte n.l.
is: bet gaat voor 25 pet. zoo mooi, mis
schien voor 35 pet. ook, waarom niet voor
100 pet.?
Over die 100 pet. gedachte de eigen
lijke autarkie moge ik een korte op
merking maken, want ik zou die autarki
sche verliefdheid ten aanzien van de tar
we toch wel in de kiem willen smoren.
Als wij de tarwe zouden moeten voort
brengen voor 100 pet. onzer consumptie,
dan zouden wij, waar wij op het oogen-
blik slechts 40 pet. voortbrengen met den
grooten oogst en het uitgebreid areaal
een opbrengst, die 70 pet. meer is dan in
1931 dit tarwe-areaal met 2Vi moeten
vermenigvuldigen.
Ik vraag mij af, wat voor consequenties
daarbij zullen optreden. Dan hadden wij
doze consequenties, dat 2 H-maal zooveel
wisselproducten moesten worden voortge
bracht en ook aan den man gebracht. Het
zijn gerst, haver en ten deele ook rogge
en verschillende zaden. Ik geloof, dat,
waar die op een lagen prijs staan, het zou
worden een wegwerpen van de grootere
voordeelen der tarwe in den nog groote
ren put van die andere lage prijzen.
Nu wil ik niet zeggen, dat de Regeering
niet meent, dat uit de Tarwewet, die bui
tengewoon gunstige eigenschappen heeft,
niet meer te halen is dan op het oogenblik
geschiedt. Wanneer ik heb aangetoond,
dat het experiment van 100 pet. belache
lijk ware, heb ik daarmede niet aange
toond, dat wij niet boven de 25 pet. zou
den kunnen gaan. Ik zou de Kamer er
op willen wijzen, dat in 1931 bij een prijs
van f9,60 voor de tarwe de prijs van de
rogge f 7,40, van de gerst f 9,60 en van de
haver f 7,60 was, terwijl ook het stroo nog
een behoorlijken prijs opbracht. Op het
oogenblik zijn de prijzen van rogge, gerst
en haver, maar vooral van stroo, veel la
ger. Wanneer men aan het landbouwbe
drijf thans wil opdragen tarwe te verbou
wen, maar vergeten zou, dat er ook nog
wisselproducten zijn, was men tegenover
het bedrijf onbillijk.
Indien de verbouw van tarwe kan be
nut worden, om ook den verbouw van
andere producten minder verliesgevend,
min of meer loonend te maken, zonder
dat de prijs van de grondstoffen voor het
brood hooger wordt dan hij in 1913 was,
is het vrijwel plicht van de Regeering, tot
dat middel over te gaan. De rekening sluit
in dezen zin, wanneer wij tot een percen
tage van 35 en misschien tot een percen
tage van 40 voor de menging zouden
overgaan.
Als eens de prijs van de granen in het
algemeen zou rijzen tot ongeveer f 9, zou
vanzelf de Tarwewet kunnen ophouden te
werken. Tarwe en wisselproducten zou
den eenigszins loonend zijn. Dat veilig
heidsplafond boven de Tarwewet kan ons
den waarborg geven, dat de Tarwewet, of
schoon wij tot 35, misschien 40 pet. zou
den gaan, niet behoeft te voeren tot het
duurder worden van het brood. Het brood
kan bij een dergelijk beleid goedkoop blij
ven. Daarom is de Regeering te rade ge
worden, eventueel binnen zeer korten tijd
en daarbij hoopt de Regeering op den dik
wijls geconstateerden zin tot medewer
king van de Kamer om een wet spoedig
tot stand te brengen een ontwerp tot
verhooging tot 40 pet. in te dienen. Daar
bij zou de. Regeering echter willen vast
houden aan de beperking tot een derde.
Men kan wel zeggen, dat daarbij in
gegrepen wordt in' het bedrijfsleven.
Wanneer het bedrijfsleven alleen goed
vindt ingrijpen, dat bestaat in het bren
gen van geld, maar niet kan goedkeuren
ingrijpen, dat noodzakelijk is om het over
het geheele land sluitend te maken en de
onderlinge billijkheid te behouden, dan
geloof ik, dat men geen enkele regeling
zou kunnen opzetten.
Maar die beperking tot 1/3 is over het
algemeen technisch zóó rationeel, dat
men het zonder dwang een der geachte
afgevaardigden zou om het gezag te steu
nen zeggen, „knevelarij" zou kunnen
opleggen. Dit lijkt mij zeer redelijk; als
men een anderen weg zou volgen, zooals
de geachte afgevaardigde de heer Lovink
het idee aan de hand heeft gedaan om
voor bepaalde streken iets meer te geven
dan 1/3, dan zou men aan die streken
een onbillijk groot aandeel toekennen."
financieele wederopbouw moet worden
voortgezet door eendrachtige samenwer
king van alle ministers.
Korte Berichten.
De Portugeesche minister van bin-
nenlandsche zaken heeft gisteren het
einde der dictatuur aangekondigd. Te
vens heeft hij medegedeeld, dat door mid
del van volksuitspraak een nieuw soort
constitutioneels organisatie in het leven
zal worden geroepen.
In Argentinië is nu in verband met
den ontdekten opstand de staat van beleg
afgekondigd.
Binnenland.
De Eerste Kamer over den steun aan den
tuinbouw.
De Tweede Kamer over de Waterstaats
en Onderwijsbegrootingen.
Liquidatie van de Zeeuwsch-Vlaamsche
Waterleiding-Maatschappij.
Invoering weeldeverteringsbelasting.
Buitenland.
Dreigende spoorwegstaking te Madrid.
Nieuwe noodverordening in Duitschland.
Ingezonden Mededeeling.
Het nieuwe Fransche Kabinet.
Harriot heeft zijn kabinet, toen het
aan het bewind kwam, het ministerie
van den vervaldag genoemd. Het heeft
dien termijn zelfs niet gehaald, maar
werd weggevaagd, omdat Frankrijk op
den vervaldag niet wilde betalen, merkt
die Msb. op.
Nu, na het votum der Fransche kamer
en het laten passeeren van den vervaldag,
staat m'en voor het feit, dat men niets
is vooruitgekomen, en dat de stemming
in de beide landen slechts verbitterd is.
Onder deze omstandigheid valt het ge-
makkelijk te begrijpen, dat Herriot on
verbiddelijk aan zijn aanvankelijke ver
klaring ,om geen nieuw kabinet te vor
men, in het nieuwe kabinet zelfs geen
portefeuille te aanvaarden, heeft vast
gehouden. Hij heeft gestreden voor de
betaling, eerljjk en loyaal, zelfs zijn felste
tegenstanders in deze kwestie erkennen
het; aan anderen laat hij nu het penibele
wierk over om de komende onderhande
lingen te voeren; om weer goed te ma
ken, wat het parlement in een kwade
bui bedorven heeft.
Het kabinet, dat een der interessant
ste figuren van het Fransche poEitieke
leven Paul Borcour gevormd heeft, is
niet geworden, wat de formateur beloofd
had: een heel bijzonder en ongewoon
kabinet. Alleen Chéron, de onafhanke
lijke republiekein die eens tot de partij
van Poincaré behoorde, springt uit den
radicalen band; overigens bestaat bet
ministerie uitsluitend uit mannen, die
volkomen tot den linkervleugel, bijna
allen tot de radicale partij behooren.
De grootste moeilijkheden voor den
nieuwen premier zullen niet op het ter
rein der buitenlandsche politiek liggen.
Hjj heeft zich daarvoor de medewerking
verzekerd van een specialist Chéron, die
destjjds een spaarpotje van een zestien
millioen had weten te maken, maar dat
kapitaaltje is intusschen in een bodem
loos Danaïdenvat verzonken, en boven
dien is er nog een milliardentekort, dat
bij steeds dalende inkomsten gedekt
moet worden, en noodzakelijk gedekt
moet worden, wil bet vertrouwen in de
franc niet verzinken; en de kapi taalvlucht
uit Frankrijk nog ernstiger vormen aan
nemen dan de laatste weken reeds het
geval schijnt.
Dreigende algemeene staking van spoor-
mannen te Madrid.
Daar de spoorwegdirecties geweigerd
hebben, de loonen te verboogen dreigt te
Madrid een algemeene staking van het
spoorwegpersoneel.
De socialistische minister van het ver
keerswezen, Prieto, bevindt zich thans in
een moeilijk parket. Aan den eenen kant
wil hij zich niet het ongenoegen op den
bals halen van zijn partijgenooten, doch
aan den anderen kant is hij als minister
verantwoordelijk voor het instandhouden
van de vervoermiddelen.
De directies hebben de loonen door de
invoering van den achturigen arbeidsdag
moeten verlagen, om het hoofd te bieden
aan de vermeerdering der uitgaven.
Het program der nieuwe Belgische
regeering.
De Belgische premier D'e Broqueville
heeft aan de Katholieke afgevaardigden
van kamer en senaat de punten van het
regeeringsprogram, die zijn terug te vin
den in de tusschen Katholieken en libe
ralen gesloten overeenkomst, uiteengezet.
De Broqueville verklaarde o.a., dat de
regeering haar best zal doen, om de
werkloosheid te verminderen door een
verbetering van de nationale outillage.
De werkzaamheden aan het Albert-
kanaal zullen met den grootsten spoed
worden voortgezet..
De werkzaamheden aan de oude kana
len, die bevaarbaar gemaakt moeten wor
den voor schepen van 600 ton, zullen ge
ëindigd moeten zijn in 1934, wanneer het
Juliana-kanaal zal geopend worden.
De Broqueville voegde eraan toe, dat do
Zoudt gij iets anders
kiezen dan
indien gij zelf of een
van Uw huisgenooten
verkouden waart?
ZEGT HET EERLIJK!
De Eerste Kamer.
De voorzitter der Eerste Kamer is
voornemens aan de lijst der tegen Woens
dag 21 December a.s. des namiddags te
2 uur aan de orde gestelde wetsontwer
pen alsnog toe te voegen het ontwerp van
wet inzake uitkeering ten behoeve van
verbouwers van fruit en warmoe-
zerijgewassen.
Wijziging der Crisis-Pachtwet.
De Vereeniging van Directeuren van
Hypotheekbanken, heeft tot de Tweede
Kamer een adres gericht in zake het ont
werp van wet tot wijziging van de Crisis
pachtwet 1932.
Het komt herhaaldelijk voor, zoo wordt
o.a. gezegd, dat door de beslissingen der
Pachtcommissie de verpachter in finan
cieele moeilijkheden komt en niet meer in
staat is zijn verplichtingen, wat betreft
de grondlasten, polder- en dijkgelden en
hypotheekrente, na te komen. Volgens de
thans bestaande regeling is hem zelfs de
kans ontnomen om, hetzij door eigen ex
ploitatie, of door exploitatie voor eigen
rekening, ten minste te trachten de zake
lijke lasten vergoed te krijgen, nu de con
tractueel verbonden pachter daartoe
blijkbaar geen kans ziet. Vooral wanneer
men, gelijk in de Crisispachtwet is ge
schied, een objectieven maatstaf aanlegt
en niet vraagt, zoo wordt aangevoerd, of
de pachter misschien uit andere bronnen
van inkomen de pacht zou kunnen betalen
Als de borgen zelfs vrijgesteld worden had
men toch mogen verwachten, dat ook
voor de beoordeeling van het minimum
der pacht het bedrag der grondlasten en
andere zakelijke lasten maatgevend zou
zijn. Bovendien, meent men, zou deze te
genhanger van het recht op vermindering
ongetwijfeld ook den stroom van ongemo
tiveerde verzoeken op verlaging van
pacht breidelen.
Voor het geval er bezwaren mochten
zijn om dit recht onvoorwaardelijk aan
den eigenaar te geven, zou de beslissing
over deze vraag, aldus zegt adressante,
in handen van den kantonrechter kunnen
worden gelegd.
De contingenteering van schoenwerk.
Onder voorzitterschap van den heer
Polak, leider van 't crisis- in- en uitvoer-
bureau heeft te 's-Gravenhage 'n bespre",
king plaats gehad, waarbij aanwezig
waren de bestuurders der federatie van
Ned. Schoenfabrikanten, alsmede van de
Ned. Ver. van grossiers en agenten in
buitenlandsch schoenwerk.
In den breede werden besproken de
diverse bepalingen in verband met de
contingenteering, alsook de verschillende
artikelen. Ook werd gewezen op het feit,
dat alleen de agenten in buitenlandsch
schoenwerk de dupe worden van de
contingenteeringsmaatregelen. V erder
werd de toestand in de schoenbranche be
sproken, terwijl in principe werd besloten
tot samenwerking ter verkrijging van een
beteren toestand in den schoehhandel.
C. H. Peters t.
In den ouderdom van 85 jaar is te
's-Gravenhage overleden de oud-rjjks-
bouwmeester de heer C. H. Peters.
De thans ontslapene was een zeer be
kende persoonlijkheid in de bouwkundige
wereld.
Op nauwelijks 30-jarigen leeftijd bouw
de de heer Peters het gebouw van het
Ministerie van Justitie, dat als één der
beste bouwwerken van zijn tijd gold en
in zijn functie van rijksbouwmeester
heeft 'hi| nadien voor tal van plaatsen
postkantoren en andere openbare gebou
wen ontworpen en als architect o.a. ge
bouwd het station te Nijmegen, het mu
seum te Groningen, de Koninklijke stallen
bij het paleis Het Loo en het post
kantoor te Amsterdam.
VERZEKERING TEGEN DE
WERKLOOSHEID.
Internationaal en nationaal studie-object.
Vrijwel te zelfder tijd, aldus herinnert
„De Ned. Werkgever", dat de minister
van Binnenlandsche Zaken de toezeg
ging deed de werkloosheidsverzekering op
nieuw bij den Hoog en Raad van Arbeid
aanhangig te maken, is het rapport va3
het Int. Arbeidsbureau verschenen ter
voorbereiding van de behandeling, in
eerste Jezing, in de 17de zitting in
1933 van de Int. Arbeidsconferentie,
van het vraagstuk der werkloosheidsver
zekering en de verschillende vormen van
ondersteuning van werkloozen.
Aan een internationale regeling is men
nog niet toe. Het rapport laat nog in
het midden, of men zal moeten komen
tot een bepaalde ontwerp-arbeidscon-
ventie.
Uit het rapport zelf blijkt, zegt „De
Werkgever", dat in tegenstelling met de
te Genéve gebruikelijke uitsluiting van
alle vrijwilligheid op het gebied van soci
ale maatregelen, hier de mogelijkheid
wordt opengelaten van het behoud der
vrijwillige verzekering, mits maar gezorgd
wordt, dat aan minimum-eischen wordt
voldaan en dat ook de niet-verzékerden
niet van steun verstoken zijn. Onder
deze omstandigheden schijnt het werk,
dat te Genève zal ondernomen worden,
weinig scherp aangegeven richtlijnen voor
de nationale wetgeving te zullen opleve
ren. Trouwens, zoolang de economische
crisis duurt, kan daarvan ook geen sprake
zjjn.
Van belang vooral wordt wel geacht
wat het rapport bevat omtrent de vraag:
wie moet de kosten van de verzekering
betalen? Er wordt een objectief over
zicht gegeven van de verschillende argu
menten, aangevoerd vóór en tegen de be-
taling van de kosten door de arbeiders,
door de werkgevers, door de Overheid
(staat en gemeenten) of vóór en tegen
gemengde stelsels. Geheel volledig wordt
dit overzicht echter niet geoordeeld.
Zoo wordt wél gezegd, zegt „De Werk
gever", dat de voorstanders van de ver
plichting om de werkgevers in 'de kos
ten bij te doen dragen aanvoeren, dat
indien deze last op de werkgevers wordt
gelegd, zij een financieel belang zullen
hebben bij vermindering van de onregel-
matigheden in de industrieele bedrijvig
heid, waar zij daartoe in staat zijn. Maar
geen melding wordt gemaakt van de
tegenargumenten: a. dat de werkgever er
reeds zonder deze verplichting grootbe
lang bij heeft, steeds voldoende werk-
gelegenheid te hebben; zijn naam: „werk
gever" wijst er reeds op, dat hij niets
liever wil dan werk geven; b. dat de
verplichte bijdrage aan de werkloozenkas
hem voor zijn eigen gevoel zal onthef
fen van de moreele verplichting zijn ar
beiders zoolang mogelijk in dienst te
houden, zoodat hierdoor de werkloos
heid niet afneemt, maar veeleer toe
neemt.
Wanneer het stelsel een uitgebreide
werkingsfeer moet hebben en voldoende
uitkeeringen moet verstrekken gedurende
den ganschen duur van de onvrijwillige
werkloosheid, dan toont de ervaring der
laatste jaren, aldus wordt gezegd in het
rapport, de noodzakelijkheid om naast
de bedoelde contributies, bijdragen te
bezigen, die door do gezamenlijke be
lastingbetalers worden verstrekt.
Ten slotte vermeldt het rapport nog
de wjjze hoe de regeling der bijdragen
in verschillende landen is.