DE ZEEUW Uit de Provincie TWEEDE BLAD. JOAN CARISBROKE ZoekHchtjes. Brieven uit de Residentie. Och, Imt om Lrathar niot bsïasdigen, (de heer Kersten wil trouwens absoluut niet Luthersch genoemd worden) en hem in dit gezelschap plaatsen. Het moet zijn: Kersten, Wijnkoop, Braat. Dat is het Nederlandsche trio, dal opruit. En dan is het voor den heer Ker sten het ergste, omdat hij zelf zegt het volk te vermanen tot onderwerping aan Gods oordeelen en tot onderwerping ook aan de Overheid, al zijn haar maatrege len hard, omdat Gods Woord ons leert, dat wij ook de Overheid moeten dienen, zoowel de kwade als de goede. Omdat hij dat weet en dat zegt, maar zijn daad er tegen in gaat, is de heer Kersten schuldiger dan Braat en Wijn koop, die zich niet op Gods Woord be roepen. Zoo treedt hij een Minister der Kroon reeds tegemoet, vóór deze nog gespro ken heeft. Zegt tegen hem: u is Roomsch, dus is uw oordeel over mij valsch! Ieder ligt dadelijk onder den banvloek, alsof dezen menschen het oordeel gegeven is. Minister Verschuur zei, dat de wijze, waarop de heer Kersten over de Crisis- Varkenswet spreekt, de juiste wijze is, j om de gemoederen aan het koken te bren gen. En even later: zij, die den boer op gaan en alleen wijzen op de bezwaren, die de boeren van de Varkens wet ondervin den, moeten gesignaleerd worden als ge vaarlijk voor den boerenstand. Er wordt met de belangen van de arme boertjes werkelijk heel sterk gespeeld, als men zou beweren, dat de Varkens wet den varkens- prijs niet omhoog had gestuwd en om hoog had gehouden". Maar deze dingen weet de heer Ker sten (Luther) natuurlijk niet en als h«j ze wist, zei hij ze niet. Ze moesten hem door Minister Verschuur (Rome) onder den neus gehouden worden. Geen wonder, dat we moeten klagen over de „verroom- sching" van Nederland. Zelfs de Crisis-Varkenswet werkt daar aan al weer mee, dank zij hel optreden van het échte Protestantisme! J. H. BEGROOTING VAN HET WEGEN FONDS. Memorie van Antwoord. In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake de begrooting van het Wegenfonds 1933 zegt de Minister dat het de bedoeling is zoodra de tegenwoor dige economische moeilijkheden zullen zijn overwonnen, de bijdrage aan het We genfonds weer te verhoogen tot een be drag dat als normaal kan worden be schouwd, bovendien kan hetgeen thans, naar moet worden aangenomen, te geinig aan het Wegenfonds wordt uitgekeerd, in volgende jaren aan het fonds worden ver goed. In de toelichting tot de begrooting voor 1932 heeft de minister aangegeven op wel ke wijze hij zich de financiering van het Wegenfonds heeft ge dacht. Daarbij: heeft hij te kennen gege ven, er geen bezwaar in te zien, dat ge durende de eerste tien jaren een grooter bedrag zou worden besteed dan dat der inkomsten, zoodat voor het verschil zal moeten worden geleend. Als maximum van de op te nemen gelden is genoemd f 123 millioen, doch het laat zich reeds thans aanzien, dart. het te leenen bedrag in werkelijkheid belangrijk geringer zal zijn. De bezwaren van de Gommissie-Welter tegen het leenen van vrij aanzienlijke be dragen ten behoeve van wegenaanleg kan de minister niet deelen. Bij de uitvoering van het Rijkswegen plan streeft de minister er naar in de eerste plaats die werken uit te voeren, welke in verhouding tot de daaraan te be steden kosten het meeste nut afwerpen. Daaronder valt zeker de vervanging van verschillende gelijkvloersche kruisingen met druk bereden spoorwegbaanvakken door viaducten of onderdoorgangen. Ver vanging van de gelijkvloersche overgang bij 's Heer Arendskerke ligt in het voorne men. Dat bij de uitvoering van werken de hoog noodige versobering uit het oog zou worden verloren, kan de minister niet toe geven. Wat de kosten bij de keuze tusschen klinker- en! asfaltverharding betreft, deelt de minister de meening, dat dit dat oogpunt bij «ie tegenwoordige prij zen in het algemeem asfalt de voorkeur zou verdienen boven klinkers. Er doet zich echter bij den wegenaanleg door het Rijk de bijzondere omstandigheid voor, dat op het in den aanvang van 1931 met de N.V. de Vlamovenstraatklinkers gesloten con tract voor levering van ten minste 25 mil lioen klinkers per jaar in de jaren 1931 tot en met 1934 in 1932 een aanzienlijke vermindering kon worden verkregen, in dien de in de jaren 1932 tot en met 1934 aan te schaffen minimum-hoeveelheid van 75 millioen klinkers kon worden verhoogd tot 130 millioen. Door deze regeling, welke in een con tractswijziging is vastgelegd, kon de ver meerdering met 55 millioen klinkers voor een prijs worden verkregen,, waardoor in verschillende gevallen klinkerverharding wat de kosten aangaat, gelijk aan of la ger zou zijn dan asfaltverharding. De minister erkent het belang dat in een behoorlijke verbinding Oost-W est voor Zeeuwse h-Vl aanderen gelegen is en zou bereid zijn subsidie-aan vragen van de beheerders dier wegen in welwillende overweging te nemen. Zooals uit de mededeelingen van den voorzitter van den Ministerraad in de vergadering van 15 Nov. 1932 is gebleken, wil de Regeering de werkverrui ming zooveel mogelijk bevorderen door die werken te doen uitvoeren, welke zij economisch verantwoord acht. Als zoo danig werd genoemd verdere versnelling van den brugbouw over de groote rivieren. Zij heeft hierbij in het bijzonder op het oog de bruggen te Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam voor de verbinding van Zuid- Holland met Noord-Brabant en Zeeland en de brug over de Noord voor de verbin ding aan het groote wegennet aan de Al- blasserwaard. Nu het steeds moeilijker dreigt te wor den uit de schatkist voorschotten aan het Wegenfonds te geven, zou vermindering van de uit het Wegenfonds te financie ren werken naast verkleining der werkge legenheid ook ten gevolge hebben, dat de oriënteering der zuidelijke provinciën op het overig Nederland belangrijk minder zou worden bevorderd dan bij bespoedig den brugbouw. De Regeering zoekt daarom een oplos sing, waarbij voorloopig een kleiner be roep op het Wegenfonds wordt gedaan en waarbij de rente op de voor den bouw be- noodigde meerdere gelden wordt gevonden uit een tolheffing. De Minister is gaarne bereid aanbiedin gen met betrekking tot den wegenaan leg van particulieren, die zich het renteverlies van het beschikbaar gestelde kapitaal voor den vervroegden wegenbouw geheel of gedeeltelijk willen getroosten, ernstig en met welwillendheid te onderzoeken. Faillissementen. Door de Rechtbank te Middelburg zijn failliet ver klaard: J. H. Drescher, expediteur, wonende te Koudekerke, Nieuwe Vliss. weg E 209 Rechtercommissaris Mr Th. Pontheine, Curator: Mr W. J. H. Dieleman, advocaat te Middelburg. W. C. de Jong, winkelier te 's Heeren- hoek. Rechtercomm. Mr. J. W. Zijlstra, rechter. Curator Mr J. W. Goedbloed, advocaat, te Goes. M. de Puyt, koopman te Kapelle. Het totaal passief bedraagt f 6822.55, waarvan preferent f.1000.79. De baten zijn nog niet volledig bekend. In vrijheid gesteld. De pen soon J. de J., landbouwersknecht te Rhoon, thans te Middelburg, die Vrijdag j.l. ter beschikking van de Justitie werd gesteld, als verdacht van diefstal van een tweetaai balen kunstmest, is na ver hoor in vrijheid gesteld. Autobusdienst Veere Vrouwepolder. Ged. Staten van Zee land hebben aan H. Castel te Veere, die reeds tal van jaren een autobusdienst Middelburg—Veere exploiteert, vergun ning verleend voor een dienst van Veere naar Vrouwenpolder, doch met uitsluiting van den Zondag. VAN MAANDAG 19 DEC. 1932, Nr 68. Het landbouw-debat, dat dezer dagen in onze Tweede Kamer gevoerd is, was vanwege de veelheid der Kamerleden die er aan deelnamen van de zijde der Kamer tar melijk langademig, maar Minister Ver schuur, die van Minister Ruya de beharti ging der landbouwbelangen heeft overge nomen, wist er zich goed door te slaan. Natuurlijk kon hij niet op alles even breed en diep ingaan (er is toch ook nog een schriftelijk debatl) maar zoo nu en dan sloeg hij niet mis van zich af. Deze Minister blijkt telkens weer met grooten tegenzin het optreden van den heer Kersten en de zijnen te zien. Dat is ook in meer dan één opzicht be neden alle critiek. Ten opzichte der cumulatie praat de heer Kersten er maar op los en gebruikt allerlei groote en dikke woorden over de saamvoeging van inkomsten door één persoon uit de publieke kassen. Dit laat ste zegt hij er altijd met nadruk bij en dat is te begrijpen. Immers, de heer Kersten is zelf een der grootste cumulanten, wel niet voor wat betreft inkomens uit pu blieke kassen, maar door een combinatie van de publieke kas en andere kassen, die ook door anderen dan hemzelf gevuld worden. Iemand, die zoo goed optellen kan, moest alleen reeds uit schaamte over an deren zwijgen. De Kamerleden hebben een schadeloos stelling van f 5000. Of dat niet te hoog is? Een algemeen bescheid zouden wij daarop niet durven geven. Doch er wordt op gekort voor pensioen en de meeste Ka merleden passen ook nog een vrijwillige korting toe gelijk aan die op de ambte naarssalarissen. In den mond vein den heer Kersten is dat alles veel te weinig, er moet veel meer af. Nu is dat practisch niet zoo gemakkelijk, omdat men het be drag in de Grondwet vastgelegd heeft, wat o.i. foutief was. Maar nu het eenmaal zoo is, gaat het moeilijk, om hiervoor alleen een Grondwetsherziening, met alles wat er aan vast zit, uit te lokken. Maar wat belet de drie heeren van de Staatk. Geref. groep om nu zelf eens een schit terend voorbeeld te geven en b.v. vrijwil lig afstand te doen van de helft hunner schadeloosstelling? Geen hunner zou er één boterham min der om eten. En trouwens, in vergelij king met wat andere Kamerleden pres toeren, verdienen ze feitelijk niet meer dan de helft ook. Van den heer Kersten is het bekend, dat hij zijn plichten, die een lid tegenover het Kamerwerk heeft en die nog iets meer zijn dan zoo nu en dan eens spreken, zeer slecht vervult. Minister Verschuur staat met deze hee ren op gespannen voet. Hij geeft ze zoo nu en dan van katoen en dan moet men het gezicht van den heer Kersten eens zien. Alle zachtmoedigheid is er dan van geweken. Tegenover Minister Verschuur poogde hij in het landbouwdebat een nieuwe, en wij aarzelen niet het te zeggen een val- sche taktiek toe te passen, een christen stellig onwaardig. Vóór de Minister nog gesproken had, gaf de heer Kersten dit fraais te hooren: de Minister stelle mij nu maar weer op één lijn met de commu nisten. Daarin verloochent deze bewinds man zijn aard niet (de Minister is Roomsch, moet men weten). De Hervor mers zijn van Roomsche zijde steeds uit gekreten voor revolutionnairen en Luther is door hen naast Wijnkoop neergezet. Wil de Minister het mij nogmaals doen, ik bevind mij in een gezelschap, dat mij een groote eere is, in het gezelschap der groote Reformatoren II Zoo sprak de heer Kersten. Wat een arrogantie, wat een verbeelding, spreekt er uit die woorden. Het moet dus nu worden: Luther, Wijn koop, Kersten? FEUILLETON. door EMMA JANE WORBOLSE. Vrij naar het Engelsch. 85.) __o_ Na dit gesprek keerde Frank zeer ver baasd huiswaarts. Al maanden lang, tot op dezen dag, had hij vruchteloos met juf frouw Cook gestreden om zijn wil door te drijven. Steeds waren al zijn betoogen afgestuit op haar argument, dat ze haar dochter niet had opgevoed en zooveel had laten leeren, om haar over te geven aan een jongeman, die maar drie honderd pond inkomen had. Tusschen twee haak jes moet hierbij gevoegd worden, dat Frank blij mocht zijn, als hij goed de helft van dit bedrag verdiende minder had hij niet durven zeggenl En nu dit on verwacht toegeven. Hij begreep niet, waar in hij die plotseling veranderde ziens wijze van de weduwe te danken had. En dat kon ook niet, want hij had ook geen kennis genomen van een brief, die deze dame eerst onlangs had ontvangen van een zekeren oom Ben. Daarin stond het volgende te lezen: Lieve zuster! Je brief van 11 dezer heb ik in goeden welstand ontvangen. Ik hoop, dat het met je eigen gezondheid nu weer beter gaat, ofschoon je den laatsten tijd nog minne tjes geweest bent. Ik vermoed, dat je te weinig beweging neemt. En het zou je geen kwaad doen, als je je wat meer met het huishouden bemoeide. Ik herinner me heel goed, dat mijn moeder zaliger altijd zelf de wasch deed, dan krijgt men ook geen hooge rekennigen te voldoen, die een ander moet betalen, en dat zij zelf de gang dweilde. En ik ben er zeker van, dat te veel portwijn je ernstig zal schaden. Men bederft er maag en hart mede op jouw leeftijd. Maar nu over de geldzaken. Ik sluit hierbij vijftig pond in, inplaata van de gevraagde vijf en twintig, en twintig voor je twee dochters, die gaan trouwen, hoe wel ik vrees, dat ik niet bij het huwelijk tegenwoordig zal kunnen zijn, omdat ik op het oogenblik in hetzelfde schuitje vaar. Om het ronduit te zeggen: binnen veertien dagen hoop ik voor de tweede maal te trouwen. We kennen elkaar nog uit onze jonge jaren en ik had toen al een oogje op haar. Ik was in die dagen nogal een bloodaard, naar je weet, en toen is ze met een ander getrouwd. Eenigen tijd geleden kwam ik Polly plotseling te gen, we hernieuwden de kennismaking en ze vertelde mij, dat ze weduwe was en vier kinderen had. De rest begrijp je. Oude liefde roest niet, zegt het spreek woord. Zoo is het ook ons gegaan. Haar kinderen zijn heel aardig je weet, dat ik zoo van dat goedje houdt och, je begrijpt de rest wel. En toen hebben we afgesproken, dat we zouden trouwen zoo dra de rouwtijd verstreken is. Je begrijpt echter, nu ik binnenkort zelf een tamelijk groot gezin te verzorgen krijg, dat je niet kunt verwachten, dat ik voort blijf gaan, ook de lasten van de jouwe nog te blijven dragen. Dus je zult dit geld als je laat ste toelage moeten beschouwen. Ik moet ook zeggen: 't Is meer dan welletjes ge weest. Ofschoon ik je opvoedingsmethode en levenswijze niet kan bewonderen, meende ik, dat het mijn plicht was, als eenige nabestaande, die kind nog kraai in de wereld bezat buiten jou, om je de lasten des levens te helpen dragen. Een bescheiden gebruik heb je er echter nim mer van gemaakt. Je dochters, met haar extra vagante levenswijs en haar nukken waren mooi op weg, om „Oom Ben" hee- lemaal uit te kleeden en daar heeft hij in zijn jonge jaren te hard voor moeten ploe teren. Me dunkt, nu is het haar beurt. Naar hetgeen mij ter oore kwam, is Anna Mathildes aanstaande een veelbelovende jongeman, die wel in staat zal blijken haar in het goede spoor te houden. Die andere mijnheer staat mij minder aan, moet ik zeggen. Hij is mij een te fijne sinjeur, om van zoo'n klein salaris nog een vrouw er bij te kunnen onderhouden. Dat neemt niet weg, ale ze ernstig pogen, zuinig te Koudekerk», Bevolking 1 tot en met 15 December 1932. Ingekomen: J. Corbijn, wijk E no. 34 uit Ritthem; T. Bakker met gezin, van Lisse, wijk D no. 225; P. Kaljouw, wijk D no. 189 uit Grijpskerke. Vertrokken J. Simonse met gezin, van wijk E no. 210 naar Vlissingen; mej. H. Passenier, van wijk B no. 168 naar Veere; mej. A. J. Lakenman, van wijk B no. 189 naar Middelburg. Vrijdagavond vergaderde de Woning- bouwvereen. „Couburg" alhier. 16 van de 60 leden waren tegenwoordig. Burgemees ter Bakker was voorzitter. Rekening en verantwoording werd uit gebracht, waaruit o.m. bleek, dat was ont vangen f5603.01, uitgegeven f2188.51, al- zoo batig slot f3414.50, welk saldo werd afgedragen aan de gemeente. Tot be stuurslid werd herkozen de heer K. de Kam. Tot lid van de commissie van toe zicht dhr J. A. Contant. Op verzoek zullen enkele verbeteringen worden aangebracht. Een tuintjeswed strijd werd in uitzicht gesteld. Landpachtvermindering zal door het bestuur worden overwogen. Zoutelande. Donderdagavond kwam de 1 vereeniging van Rund- en Varkenshou ders „Onderlinge Hulp" in jaarvergade ring bijeen. Uit het verslag van den secretaris J. Melis bleek, dat het leden tal ongeveer 120 bedraagt. In het afge- loopen boekjaar is aan de leden in totaal vergoed f2558.47 voor 58 ongelukken. De heeren A. Kodde en C. Wondergem wer den als bestuursleden herkozen. Er werd besloten voortaan van de waarde van gestorven runderen en varkens te ver goeden. Vrijdagavond hield onder groote be langstelling de Chr. Meisjesvereen. „Mar tha" haar 13de jaarvergadering. De ver gadering stond onder leiding, van mej. Samuelse. De verslagen van secretaresse en penningmeesteresse werden uitge bracht. Hieruit bleek, dat de vereeniging 17 leden telt en dat er in het afgeloopen jaar 86 kleedingstukken vervaardigd zijn. In de pauze werd de vergadering op cho colademelk getracteerd en was er gelegen heid de kleedingstukken te bezichtigen, waarvan een ruim gebruik gemaakt werd. De vergadering werd verder ge- noegelijk doorgebracht door zang, voor dracht en samenspraken. Aan den reciteer- wedstrijd werd door 9 meisjes deelge nomen. De eerste prijs had M. Kerkhove; de tweede M. Stroo en de derde Joh.a Janse Ad. Biggekerke. De heer A J. Broers ont ving bericht, dat zijn verzoek aan H. M. de Koningin om vernietiging van het be sluit van den Gemeenteraad van 5 Aug. 1932, houdende vaststelling van een ver ordening tot wijziging der algemeene po litieverordening, waardoor de café's des Zondags voor het publiek gesloten moe ten zijn, niet is ingewilligd, zijnde voor de vernietiging geen termen aanwezig. Arnemuiden. Het bericht in het num mer van Zaterdag inzake benoeming van een brandmeester, verdient eenige toe lichting. In de vacature-C. Oreël is niet benoemd dhr J. de Hamer, maar de onder brandmeester, dhr D. Kousemaker en tot diens plaatsvervanger dhr J. J. Crucq. Terwijl in de plaats van dhr D. Kouse maker tot onderbrandmeester is benoemd dhr J. de Hamer Lzn en tot onderbrand meester-plaatsvervanger dhr A. Zeijger. De Geref. J. V. „Emanuël" hield haar jaarvergadering in de consistorie der Geref. Kerk, onder leiding van haar voor zitter, dhr P. Koster. Door dhr J. Cor- nelisse Nzn werd een onderwerp ingeleid over: „Nathan's boetprediking over Da vid's zonde" en door vr. J. Mesu een maat schappelijk onderwerp over „De ongelijk heid in de schepping". Op deze onder werpen volgde een leerzame bespreking. Jaarverslagen werden uitgebracht door secretaris, penningmeester en bibliothe caris. Van Ds Scholing was bericht van verhindering ingekomen. Namens de Herv. J. V. „Maranatha" en de Geref. Knapen- vereen. „Benjamin" brachten de afgevaar digden de goede wenschen over. Verder werd de avond afgewisseld met voor drachten en werden ook nog eenige zang nummers gezongen. zijn en het geld niet over den balk gooien, wat Ada zoo graag doet, dan kunnen ze er wel van komen. Zeg Ada nog maar eens uit mijn naam, dat ze zich van haar aardige gezichtje niet te veel moet ven- beelden, en dat ze die twintig pond, die ik haar schenk, niet zoo gauw mogelijk moet uitgeven. En laat ik jou nu raden, dat je andere dochters niet langer de da^- me uit blijven hangen zoo deftig zijn wij heusch nietl en dat ze een behoor lijke betrekking zoeken. Want Oom Ben houdt van nu aan ik zeg het je nog maals dat je geen schulden maakt zijn beurs gesloten. Je kunt van je pensi oentje rondkomen als je wilt. Je verder alle goeds toewenschend, Je liefh. zwager Benjamin Cook. P.S. Natuurlijk ontvang je, als het zoo ver is, kaarten en huwelijkscake. We zullen niet trachten juffrouw Cooks ontsteltenis weer te geven bij dit onver wacht bericht. In het eerst was ze buiten zichzelf van boosheid; toen versmolt ze in tranen om haar arme vaderlooze bloed jes, die in één slag beroofd werden van de erfenis, waar ze „recht" op hadden. Ze had altijd wel gedacht, dat haar mans broer een zelfzuchtige, hartelooze kerel was, en nu zag je het maar! En wat een oude dwaas, om zich door een weduwe met vier kinderen te laten inpalmen. Die Ik zou niet graag beweren, dat de re geering in dezen crisistijd in alles pre cies de goede lijn volgt. Ik weet trouwens niet of er wel iemand is, in staat, om precies aan te geven wat er gedaan of niet gedaan moet worden. Waarschijnlijk niet. In elk geval kan het van de Regeering niet worden ge vergd. Van groot belang lijkt me, dat ze tel kens weer bereid is tot overleg. Er wordt overlegd met de vooraanstaan de personen in het bedrijfsleven, met de diverse standsorganisaties en ook de vak organisaties vinden op de Departementen een geopend oor. Verder blijkt, dat de Regeering met het parlement werkelijk overleg wil plegen, dat ze door haar noodzakelijk geachte maatregelen soms gedeeltelijk wil prijs geven en dat ze ook inzake de salaris- korting met de organisaties, die nog voor rede vatbaar zijn, na gepleegd overleg niet de volle 100 pet. eischt. Dat lijkt me de goede methode. Op deze manier kan veel meer in het algemeen belang worden bereikt dan door de lijn te volgen van de moderne vakbon den en sommige Kamerleden, die om hun eigen standje op te houden liever critiseeren en' fulmineeren. Het schijnt heel flink en dapper wat ze doen. Maar eenige baat geeft hun optre den niet. OPMERKER. Grijpskerke. Vrijdag vergaderde de raad onder voorzitterschap van den burgemees ter. Alle leden waren tegenwoordig. De voorzitter zegt deze vergadering te heb ben belegd teneinde een beslissing te kun nen nemen inzake het herstel van den gemeentetoren, waarover een rapport met kostenopgaaf is ingekomen van den ge meente-bouwkundige. In verband met deze zaak is ook een schrijven ingekomen van Gebr. de Kam alhier, ten eerste gericht aan B. en W., zich aanbevelende voor de werkzaam heden, die aan den toren te doen zijn, en ten tweede gericht aan den raad, ver zoekende het lei-, zink- en loodgieters- werk bij herstel van den toren aan hen op te dragen, onder mededeeling dit werk evengoed te kunnen uitvoeren als niet- inwoners. De voorzitter leest verder bedoeld rap port voor en doet mededeeling hoe en op welke wijze het werk het best zou kun nen worden uitgevoerd, indien het al thans tot een besluit kwam den toren grondig te laten herstellen. Het gevoelen van den gemeente-bouw kundige is, wat de leibedekking en het loodgieterswerk betreft, dat dit dient te ge schieden door menschen met vakkennis, terwijl de bovenste bedekking van den toren meer als smidswerk ware te be schouwen. De voorzitter zegt, dat deze zaak ook breedvoerig door B. en W. is besproken, maar tot een bepaald voorstel is het niet gekomen, en daarom zou graag 'sraads oordeel worden vernomen. Hoewel het betreffende werk in gedeel ten is gesplitst, zou het timmerwerk boven f300 komen, en zou volgens destijds ge nomen raadsbesluit hier naar ingeschre ven moeten worden. Wordt echter de uitvoering van het timmerwerk gesplitst, wat volgens den gemeente-bouwkundige zeer wel mogelijk is, kon inschrijving worden misgaan, het welk in verband met den aard der werk zaamheden het meest aanbeveling ver dient. De heer Cevaal zegt met genoegen te hebben vernomen, dat door B. en W. aan vankelijk besloten is, den toren te laten herstellen. Deze herstelling is beslist noodzakelijk. Gaarne rekening houdende ook met de belangen der inwoners, is hij in dit geval er voor, dat het lei-, zink en loodgieterswerk zal worden uitgevoerd door een deskundige, en is hij er tegen dit als smidswerk te beschouwen. Dat ook het zink door leiwerk zal worden ver vangen doet hem genoegen, alleen de prijs valt hem wel wat tegen. zou heusch haar beste beentje wel voor gezet hebben, toen ze aan den grond zat. Die speculeerde op de centjes van Oom Ben! En dan op zijn leeftijd; een eind in de vijftig om dan zijn eigen vleesch en bloed te verloochenenl Wie zou het ooit gedacht hebben! „En zou hij meenen, wat hij schrijft?" vroeg de jongste telg Cook, Rozamunt, in tranen. Daar hoef je niet aan te twijfelen! Van hem hebben we niet meer te wachten dan van den keizer van Rusland. Wat moeten we aanvangen? Die vijftig pond gaan schoon op om al het achterstallige te vol doen". „Zouden we daar dan maar niet mee beginnen?" zeide Lucilla bedeesd. „Ik vrees, dat we toch zullen moeten besluiten, dat jullie een betrekking zoe ken!" zeide de weduwe, die zoo voorzich tig was, de laatste opmerking niet te 'hooren „ofschoon ik nimmer heb kun nen denken, dat de kinderen van mijn be weende Nathaniël zouden moeten werken voor hun brood. In ieder geval moeten Ada en Anna Mathilda nu maar zoo spoe dig mogelijk trouwen, dat zijn twee mon den minder open te houden". „En ik dacht, dat Ada niet mocht trou wen, voor Frank minstens vijfhonderd pond verdiende of in de zaak zou komen. Dat verwachtte hij immers?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5