DE ZEEUW
Uit de Provincie
TWEEDE BLAD.
JOAN CARISBROKE
ZoekHchtjes.
Brieven uit de Residentie.
Och, Imt om Lrathar niot bsïasdigen,
(de heer Kersten wil trouwens absoluut
niet Luthersch genoemd worden) en hem
in dit gezelschap plaatsen.
Het moet zijn: Kersten, Wijnkoop,
Braat. Dat is het Nederlandsche trio, dal
opruit. En dan is het voor den heer Ker
sten het ergste, omdat hij zelf zegt het
volk te vermanen tot onderwerping aan
Gods oordeelen en tot onderwerping ook
aan de Overheid, al zijn haar maatrege
len hard, omdat Gods Woord ons leert,
dat wij ook de Overheid moeten dienen,
zoowel de kwade als de goede.
Omdat hij dat weet en dat zegt, maar
zijn daad er tegen in gaat, is de heer
Kersten schuldiger dan Braat en Wijn
koop, die zich niet op Gods Woord be
roepen.
Zoo treedt hij een Minister der Kroon
reeds tegemoet, vóór deze nog gespro
ken heeft. Zegt tegen hem: u is Roomsch,
dus is uw oordeel over mij valsch! Ieder
ligt dadelijk onder den banvloek, alsof
dezen menschen het oordeel gegeven is.
Minister Verschuur zei, dat de wijze,
waarop de heer Kersten over de Crisis-
Varkenswet spreekt, de juiste wijze is,
j om de gemoederen aan het koken te bren
gen. En even later: zij, die den boer op
gaan en alleen wijzen op de bezwaren, die
de boeren van de Varkens wet ondervin
den, moeten gesignaleerd worden als ge
vaarlijk voor den boerenstand. Er wordt
met de belangen van de arme boertjes
werkelijk heel sterk gespeeld, als men zou
beweren, dat de Varkens wet den varkens-
prijs niet omhoog had gestuwd en om
hoog had gehouden".
Maar deze dingen weet de heer Ker
sten (Luther) natuurlijk niet en als h«j
ze wist, zei hij ze niet. Ze moesten hem
door Minister Verschuur (Rome) onder
den neus gehouden worden. Geen wonder,
dat we moeten klagen over de „verroom-
sching" van Nederland.
Zelfs de Crisis-Varkenswet werkt daar
aan al weer mee, dank zij hel optreden
van het échte Protestantisme! J. H.
BEGROOTING VAN HET WEGEN
FONDS.
Memorie van Antwoord.
In de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake de begrooting van
het Wegenfonds 1933 zegt de Minister dat
het de bedoeling is zoodra de tegenwoor
dige economische moeilijkheden zullen
zijn overwonnen, de bijdrage aan het We
genfonds weer te verhoogen tot een be
drag dat als normaal kan worden be
schouwd, bovendien kan hetgeen thans,
naar moet worden aangenomen, te geinig
aan het Wegenfonds wordt uitgekeerd, in
volgende jaren aan het fonds worden ver
goed.
In de toelichting tot de begrooting voor
1932 heeft de minister aangegeven op wel
ke wijze hij zich de financiering
van het Wegenfonds heeft ge
dacht. Daarbij: heeft hij te kennen gege
ven, er geen bezwaar in te zien, dat ge
durende de eerste tien jaren een grooter
bedrag zou worden besteed dan dat der
inkomsten, zoodat voor het verschil zal
moeten worden geleend. Als maximum
van de op te nemen gelden is genoemd
f 123 millioen, doch het laat zich reeds
thans aanzien, dart. het te leenen bedrag
in werkelijkheid belangrijk geringer zal
zijn.
De bezwaren van de Gommissie-Welter
tegen het leenen van vrij aanzienlijke be
dragen ten behoeve van wegenaanleg kan
de minister niet deelen.
Bij de uitvoering van het Rijkswegen
plan streeft de minister er naar in de
eerste plaats die werken uit te voeren,
welke in verhouding tot de daaraan te be
steden kosten het meeste nut afwerpen.
Daaronder valt zeker de vervanging van
verschillende gelijkvloersche kruisingen
met druk bereden spoorwegbaanvakken
door viaducten of onderdoorgangen. Ver
vanging van de gelijkvloersche overgang
bij 's Heer Arendskerke ligt in het voorne
men.
Dat bij de uitvoering van werken de
hoog noodige versobering uit het oog zou
worden verloren, kan de minister niet toe
geven.
Wat de kosten bij de keuze tusschen
klinker- en! asfaltverharding
betreft, deelt de minister de meening, dat
dit dat oogpunt bij «ie tegenwoordige prij
zen in het algemeem asfalt de voorkeur
zou verdienen boven klinkers. Er doet zich
echter bij den wegenaanleg door het Rijk
de bijzondere omstandigheid voor, dat op
het in den aanvang van 1931 met de N.V.
de Vlamovenstraatklinkers gesloten con
tract voor levering van ten minste 25 mil
lioen klinkers per jaar in de jaren 1931
tot en met 1934 in 1932 een aanzienlijke
vermindering kon worden verkregen, in
dien de in de jaren 1932 tot en met 1934
aan te schaffen minimum-hoeveelheid van
75 millioen klinkers kon worden verhoogd
tot 130 millioen.
Door deze regeling, welke in een con
tractswijziging is vastgelegd, kon de ver
meerdering met 55 millioen klinkers voor
een prijs worden verkregen,, waardoor in
verschillende gevallen klinkerverharding
wat de kosten aangaat, gelijk aan of la
ger zou zijn dan asfaltverharding.
De minister erkent het belang dat in een
behoorlijke verbinding Oost-W est
voor Zeeuwse h-Vl aanderen
gelegen is en zou bereid zijn subsidie-aan
vragen van de beheerders dier wegen in
welwillende overweging te nemen.
Zooals uit de mededeelingen van den
voorzitter van den Ministerraad in de
vergadering van 15 Nov. 1932 is gebleken,
wil de Regeering de werkverrui
ming zooveel mogelijk bevorderen door
die werken te doen uitvoeren, welke zij
economisch verantwoord acht. Als zoo
danig werd genoemd verdere versnelling
van den brugbouw over de groote rivieren.
Zij heeft hierbij in het bijzonder op het
oog de bruggen te Moerdijk, Dordrecht en
Rotterdam voor de verbinding van Zuid-
Holland met Noord-Brabant en Zeeland
en de brug over de Noord voor de verbin
ding aan het groote wegennet aan de Al-
blasserwaard.
Nu het steeds moeilijker dreigt te wor
den uit de schatkist voorschotten aan het
Wegenfonds te geven, zou vermindering
van de uit het Wegenfonds te financie
ren werken naast verkleining der werkge
legenheid ook ten gevolge hebben, dat de
oriënteering der zuidelijke provinciën op
het overig Nederland belangrijk minder
zou worden bevorderd dan bij bespoedig
den brugbouw.
De Regeering zoekt daarom een oplos
sing, waarbij voorloopig een kleiner be
roep op het Wegenfonds wordt gedaan en
waarbij de rente op de voor den bouw be-
noodigde meerdere gelden wordt gevonden
uit een tolheffing.
De Minister is gaarne bereid aanbiedin
gen met betrekking tot den wegenaan
leg van particulieren, die
zich het renteverlies van het beschikbaar
gestelde kapitaal voor den vervroegden
wegenbouw geheel of gedeeltelijk willen
getroosten, ernstig en met welwillendheid
te onderzoeken.
Faillissementen. Door de
Rechtbank te Middelburg zijn failliet ver
klaard:
J. H. Drescher, expediteur, wonende te
Koudekerke, Nieuwe Vliss. weg E 209
Rechtercommissaris Mr Th. Pontheine,
Curator: Mr W. J. H. Dieleman, advocaat
te Middelburg.
W. C. de Jong, winkelier te 's Heeren-
hoek. Rechtercomm. Mr. J. W. Zijlstra,
rechter. Curator Mr J. W. Goedbloed,
advocaat, te Goes.
M. de Puyt, koopman te Kapelle. Het
totaal passief bedraagt f 6822.55, waarvan
preferent f.1000.79. De baten zijn nog niet
volledig bekend.
In vrijheid gesteld. De pen
soon J. de J., landbouwersknecht te
Rhoon, thans te Middelburg, die Vrijdag
j.l. ter beschikking van de Justitie werd
gesteld, als verdacht van diefstal van
een tweetaai balen kunstmest, is na ver
hoor in vrijheid gesteld.
Autobusdienst Veere
Vrouwepolder. Ged. Staten van Zee
land hebben aan H. Castel te Veere, die
reeds tal van jaren een autobusdienst
Middelburg—Veere exploiteert, vergun
ning verleend voor een dienst van Veere
naar Vrouwenpolder, doch met uitsluiting
van den Zondag.
VAN
MAANDAG 19 DEC. 1932, Nr 68.
Het landbouw-debat, dat dezer dagen
in onze Tweede Kamer gevoerd is, was
vanwege de veelheid der Kamerleden die er
aan deelnamen van de zijde der Kamer tar
melijk langademig, maar Minister Ver
schuur, die van Minister Ruya de beharti
ging der landbouwbelangen heeft overge
nomen, wist er zich goed door te slaan.
Natuurlijk kon hij niet op alles even
breed en diep ingaan (er is toch ook nog
een schriftelijk debatl) maar zoo nu en
dan sloeg hij niet mis van zich af.
Deze Minister blijkt telkens weer met
grooten tegenzin het optreden van den
heer Kersten en de zijnen te zien.
Dat is ook in meer dan één opzicht be
neden alle critiek.
Ten opzichte der cumulatie praat de
heer Kersten er maar op los en gebruikt
allerlei groote en dikke woorden over
de saamvoeging van inkomsten door één
persoon uit de publieke kassen. Dit laat
ste zegt hij er altijd met nadruk bij en dat
is te begrijpen. Immers, de heer Kersten
is zelf een der grootste cumulanten, wel
niet voor wat betreft inkomens uit pu
blieke kassen, maar door een combinatie
van de publieke kas en andere kassen, die
ook door anderen dan hemzelf gevuld
worden.
Iemand, die zoo goed optellen kan,
moest alleen reeds uit schaamte over an
deren zwijgen.
De Kamerleden hebben een schadeloos
stelling van f 5000. Of dat niet te hoog
is? Een algemeen bescheid zouden wij
daarop niet durven geven. Doch er wordt
op gekort voor pensioen en de meeste Ka
merleden passen ook nog een vrijwillige
korting toe gelijk aan die op de ambte
naarssalarissen. In den mond vein den
heer Kersten is dat alles veel te weinig,
er moet veel meer af. Nu is dat practisch
niet zoo gemakkelijk, omdat men het be
drag in de Grondwet vastgelegd heeft,
wat o.i. foutief was. Maar nu het eenmaal
zoo is, gaat het moeilijk, om hiervoor
alleen een Grondwetsherziening, met alles
wat er aan vast zit, uit te lokken. Maar
wat belet de drie heeren van de Staatk.
Geref. groep om nu zelf eens een schit
terend voorbeeld te geven en b.v. vrijwil
lig afstand te doen van de helft hunner
schadeloosstelling?
Geen hunner zou er één boterham min
der om eten. En trouwens, in vergelij
king met wat andere Kamerleden pres
toeren, verdienen ze feitelijk niet meer
dan de helft ook. Van den heer Kersten
is het bekend, dat hij zijn plichten, die
een lid tegenover het Kamerwerk heeft
en die nog iets meer zijn dan zoo nu en
dan eens spreken, zeer slecht vervult.
Minister Verschuur staat met deze hee
ren op gespannen voet. Hij geeft ze zoo
nu en dan van katoen en dan moet men
het gezicht van den heer Kersten eens
zien. Alle zachtmoedigheid is er dan van
geweken.
Tegenover Minister Verschuur poogde
hij in het landbouwdebat een nieuwe, en
wij aarzelen niet het te zeggen een val-
sche taktiek toe te passen, een christen
stellig onwaardig. Vóór de Minister nog
gesproken had, gaf de heer Kersten dit
fraais te hooren: de Minister stelle mij
nu maar weer op één lijn met de commu
nisten. Daarin verloochent deze bewinds
man zijn aard niet (de Minister is
Roomsch, moet men weten). De Hervor
mers zijn van Roomsche zijde steeds uit
gekreten voor revolutionnairen en Luther
is door hen naast Wijnkoop neergezet.
Wil de Minister het mij nogmaals doen,
ik bevind mij in een gezelschap, dat mij
een groote eere is, in het gezelschap der
groote Reformatoren II
Zoo sprak de heer Kersten. Wat een
arrogantie, wat een verbeelding, spreekt
er uit die woorden.
Het moet dus nu worden: Luther, Wijn
koop, Kersten?
FEUILLETON.
door
EMMA JANE WORBOLSE.
Vrij naar het Engelsch.
85.) __o_
Na dit gesprek keerde Frank zeer ver
baasd huiswaarts. Al maanden lang, tot
op dezen dag, had hij vruchteloos met juf
frouw Cook gestreden om zijn wil door
te drijven. Steeds waren al zijn betoogen
afgestuit op haar argument, dat ze haar
dochter niet had opgevoed en zooveel had
laten leeren, om haar over te geven aan
een jongeman, die maar drie honderd
pond inkomen had. Tusschen twee haak
jes moet hierbij gevoegd worden, dat
Frank blij mocht zijn, als hij goed de
helft van dit bedrag verdiende minder
had hij niet durven zeggenl En nu dit on
verwacht toegeven. Hij begreep niet, waar
in hij die plotseling veranderde ziens
wijze van de weduwe te danken had. En
dat kon ook niet, want hij had ook geen
kennis genomen van een brief, die deze
dame eerst onlangs had ontvangen van
een zekeren oom Ben. Daarin stond het
volgende te lezen:
Lieve zuster!
Je brief van 11 dezer heb ik in goeden
welstand ontvangen. Ik hoop, dat het met
je eigen gezondheid nu weer beter gaat,
ofschoon je den laatsten tijd nog minne
tjes geweest bent. Ik vermoed, dat je te
weinig beweging neemt. En het zou je
geen kwaad doen, als je je wat meer met
het huishouden bemoeide. Ik herinner me
heel goed, dat mijn moeder zaliger altijd
zelf de wasch deed, dan krijgt men ook
geen hooge rekennigen te voldoen, die een
ander moet betalen, en dat zij zelf de
gang dweilde. En ik ben er zeker van, dat
te veel portwijn je ernstig zal schaden.
Men bederft er maag en hart mede op
jouw leeftijd.
Maar nu over de geldzaken. Ik sluit
hierbij vijftig pond in, inplaata van de
gevraagde vijf en twintig, en twintig voor
je twee dochters, die gaan trouwen, hoe
wel ik vrees, dat ik niet bij het huwelijk
tegenwoordig zal kunnen zijn, omdat ik
op het oogenblik in hetzelfde schuitje
vaar. Om het ronduit te zeggen: binnen
veertien dagen hoop ik voor de tweede
maal te trouwen. We kennen elkaar nog
uit onze jonge jaren en ik had toen al een
oogje op haar. Ik was in die dagen nogal
een bloodaard, naar je weet, en toen
is ze met een ander getrouwd. Eenigen
tijd geleden kwam ik Polly plotseling te
gen, we hernieuwden de kennismaking en
ze vertelde mij, dat ze weduwe was en
vier kinderen had. De rest begrijp je.
Oude liefde roest niet, zegt het spreek
woord. Zoo is het ook ons gegaan. Haar
kinderen zijn heel aardig je weet, dat
ik zoo van dat goedje houdt och, je
begrijpt de rest wel. En toen hebben we
afgesproken, dat we zouden trouwen zoo
dra de rouwtijd verstreken is. Je begrijpt
echter, nu ik binnenkort zelf een tamelijk
groot gezin te verzorgen krijg, dat je niet
kunt verwachten, dat ik voort blijf gaan,
ook de lasten van de jouwe nog te blijven
dragen. Dus je zult dit geld als je laat
ste toelage moeten beschouwen. Ik moet
ook zeggen: 't Is meer dan welletjes ge
weest. Ofschoon ik je opvoedingsmethode
en levenswijze niet kan bewonderen,
meende ik, dat het mijn plicht was, als
eenige nabestaande, die kind nog kraai
in de wereld bezat buiten jou, om je de
lasten des levens te helpen dragen. Een
bescheiden gebruik heb je er echter nim
mer van gemaakt. Je dochters, met haar
extra vagante levenswijs en haar nukken
waren mooi op weg, om „Oom Ben" hee-
lemaal uit te kleeden en daar heeft hij in
zijn jonge jaren te hard voor moeten ploe
teren. Me dunkt, nu is het haar beurt.
Naar hetgeen mij ter oore kwam, is Anna
Mathildes aanstaande een veelbelovende
jongeman, die wel in staat zal blijken haar
in het goede spoor te houden. Die andere
mijnheer staat mij minder aan, moet ik
zeggen. Hij is mij een te fijne sinjeur, om
van zoo'n klein salaris nog een vrouw er
bij te kunnen onderhouden. Dat neemt
niet weg, ale ze ernstig pogen, zuinig te
Koudekerk», Bevolking 1 tot en met 15
December 1932.
Ingekomen: J. Corbijn, wijk E no. 34
uit Ritthem; T. Bakker met gezin, van
Lisse, wijk D no. 225; P. Kaljouw, wijk
D no. 189 uit Grijpskerke.
Vertrokken J. Simonse met gezin, van
wijk E no. 210 naar Vlissingen; mej. H.
Passenier, van wijk B no. 168 naar Veere;
mej. A. J. Lakenman, van wijk B no. 189
naar Middelburg.
Vrijdagavond vergaderde de Woning-
bouwvereen. „Couburg" alhier. 16 van de
60 leden waren tegenwoordig. Burgemees
ter Bakker was voorzitter.
Rekening en verantwoording werd uit
gebracht, waaruit o.m. bleek, dat was ont
vangen f5603.01, uitgegeven f2188.51, al-
zoo batig slot f3414.50, welk saldo werd
afgedragen aan de gemeente. Tot be
stuurslid werd herkozen de heer K. de
Kam. Tot lid van de commissie van toe
zicht dhr J. A. Contant.
Op verzoek zullen enkele verbeteringen
worden aangebracht. Een tuintjeswed
strijd werd in uitzicht gesteld.
Landpachtvermindering zal door het
bestuur worden overwogen.
Zoutelande. Donderdagavond kwam de 1
vereeniging van Rund- en Varkenshou
ders „Onderlinge Hulp" in jaarvergade
ring bijeen. Uit het verslag van den
secretaris J. Melis bleek, dat het leden
tal ongeveer 120 bedraagt. In het afge-
loopen boekjaar is aan de leden in totaal
vergoed f2558.47 voor 58 ongelukken. De
heeren A. Kodde en C. Wondergem wer
den als bestuursleden herkozen. Er werd
besloten voortaan van de waarde van
gestorven runderen en varkens te ver
goeden.
Vrijdagavond hield onder groote be
langstelling de Chr. Meisjesvereen. „Mar
tha" haar 13de jaarvergadering. De ver
gadering stond onder leiding, van mej.
Samuelse. De verslagen van secretaresse
en penningmeesteresse werden uitge
bracht. Hieruit bleek, dat de vereeniging
17 leden telt en dat er in het afgeloopen
jaar 86 kleedingstukken vervaardigd zijn.
In de pauze werd de vergadering op cho
colademelk getracteerd en was er gelegen
heid de kleedingstukken te bezichtigen,
waarvan een ruim gebruik gemaakt
werd. De vergadering werd verder ge-
noegelijk doorgebracht door zang, voor
dracht en samenspraken. Aan den reciteer-
wedstrijd werd door 9 meisjes deelge
nomen. De eerste prijs had M. Kerkhove;
de tweede M. Stroo en de derde Joh.a
Janse Ad.
Biggekerke. De heer A J. Broers ont
ving bericht, dat zijn verzoek aan H. M.
de Koningin om vernietiging van het be
sluit van den Gemeenteraad van 5 Aug.
1932, houdende vaststelling van een ver
ordening tot wijziging der algemeene po
litieverordening, waardoor de café's des
Zondags voor het publiek gesloten moe
ten zijn, niet is ingewilligd, zijnde voor
de vernietiging geen termen aanwezig.
Arnemuiden. Het bericht in het num
mer van Zaterdag inzake benoeming van
een brandmeester, verdient eenige toe
lichting. In de vacature-C. Oreël is niet
benoemd dhr J. de Hamer, maar de onder
brandmeester, dhr D. Kousemaker en tot
diens plaatsvervanger dhr J. J. Crucq.
Terwijl in de plaats van dhr D. Kouse
maker tot onderbrandmeester is benoemd
dhr J. de Hamer Lzn en tot onderbrand
meester-plaatsvervanger dhr A. Zeijger.
De Geref. J. V. „Emanuël" hield
haar jaarvergadering in de consistorie der
Geref. Kerk, onder leiding van haar voor
zitter, dhr P. Koster. Door dhr J. Cor-
nelisse Nzn werd een onderwerp ingeleid
over: „Nathan's boetprediking over Da
vid's zonde" en door vr. J. Mesu een maat
schappelijk onderwerp over „De ongelijk
heid in de schepping". Op deze onder
werpen volgde een leerzame bespreking.
Jaarverslagen werden uitgebracht door
secretaris, penningmeester en bibliothe
caris. Van Ds Scholing was bericht van
verhindering ingekomen. Namens de Herv.
J. V. „Maranatha" en de Geref. Knapen-
vereen. „Benjamin" brachten de afgevaar
digden de goede wenschen over. Verder
werd de avond afgewisseld met voor
drachten en werden ook nog eenige zang
nummers gezongen.
zijn en het geld niet over den balk gooien,
wat Ada zoo graag doet, dan kunnen ze
er wel van komen. Zeg Ada nog maar
eens uit mijn naam, dat ze zich van haar
aardige gezichtje niet te veel moet ven-
beelden, en dat ze die twintig pond, die
ik haar schenk, niet zoo gauw mogelijk
moet uitgeven. En laat ik jou nu raden,
dat je andere dochters niet langer de da^-
me uit blijven hangen zoo deftig zijn
wij heusch nietl en dat ze een behoor
lijke betrekking zoeken. Want Oom Ben
houdt van nu aan ik zeg het je nog
maals dat je geen schulden maakt zijn
beurs gesloten. Je kunt van je pensi
oentje rondkomen als je wilt.
Je verder alle goeds toewenschend,
Je liefh. zwager
Benjamin Cook.
P.S. Natuurlijk ontvang je, als het zoo
ver is, kaarten en huwelijkscake.
We zullen niet trachten juffrouw Cooks
ontsteltenis weer te geven bij dit onver
wacht bericht. In het eerst was ze buiten
zichzelf van boosheid; toen versmolt ze
in tranen om haar arme vaderlooze bloed
jes, die in één slag beroofd werden van
de erfenis, waar ze „recht" op hadden.
Ze had altijd wel gedacht, dat haar mans
broer een zelfzuchtige, hartelooze kerel
was, en nu zag je het maar! En wat een
oude dwaas, om zich door een weduwe
met vier kinderen te laten inpalmen. Die
Ik zou niet graag beweren, dat de re
geering in dezen crisistijd in alles pre
cies de goede lijn volgt. Ik weet trouwens
niet of er wel iemand is, in staat, om
precies aan te geven wat er gedaan of
niet gedaan moet worden.
Waarschijnlijk niet. In elk geval kan
het van de Regeering niet worden ge
vergd.
Van groot belang lijkt me, dat ze tel
kens weer bereid is tot overleg.
Er wordt overlegd met de vooraanstaan
de personen in het bedrijfsleven, met de
diverse standsorganisaties en ook de vak
organisaties vinden op de Departementen
een geopend oor.
Verder blijkt, dat de Regeering met het
parlement werkelijk overleg wil plegen,
dat ze door haar noodzakelijk geachte
maatregelen soms gedeeltelijk wil prijs
geven en dat ze ook inzake de salaris-
korting met de organisaties, die nog voor
rede vatbaar zijn, na gepleegd overleg
niet de volle 100 pet. eischt.
Dat lijkt me de goede methode.
Op deze manier kan veel meer in het
algemeen belang worden bereikt dan door
de lijn te volgen van de moderne vakbon
den en sommige Kamerleden, die om
hun eigen standje op te houden liever
critiseeren en' fulmineeren.
Het schijnt heel flink en dapper wat ze
doen. Maar eenige baat geeft hun optre
den niet.
OPMERKER.
Grijpskerke. Vrijdag vergaderde de raad
onder voorzitterschap van den burgemees
ter. Alle leden waren tegenwoordig. De
voorzitter zegt deze vergadering te heb
ben belegd teneinde een beslissing te kun
nen nemen inzake het herstel van den
gemeentetoren, waarover een rapport met
kostenopgaaf is ingekomen van den ge
meente-bouwkundige.
In verband met deze zaak is ook een
schrijven ingekomen van Gebr. de Kam
alhier, ten eerste gericht aan B. en W.,
zich aanbevelende voor de werkzaam
heden, die aan den toren te doen zijn,
en ten tweede gericht aan den raad, ver
zoekende het lei-, zink- en loodgieters-
werk bij herstel van den toren aan hen
op te dragen, onder mededeeling dit werk
evengoed te kunnen uitvoeren als niet-
inwoners.
De voorzitter leest verder bedoeld rap
port voor en doet mededeeling hoe en op
welke wijze het werk het best zou kun
nen worden uitgevoerd, indien het al
thans tot een besluit kwam den toren
grondig te laten herstellen.
Het gevoelen van den gemeente-bouw
kundige is, wat de leibedekking en het
loodgieterswerk betreft, dat dit dient te ge
schieden door menschen met vakkennis,
terwijl de bovenste bedekking van den
toren meer als smidswerk ware te be
schouwen.
De voorzitter zegt, dat deze zaak ook
breedvoerig door B. en W. is besproken,
maar tot een bepaald voorstel is het niet
gekomen, en daarom zou graag 'sraads
oordeel worden vernomen.
Hoewel het betreffende werk in gedeel
ten is gesplitst, zou het timmerwerk boven
f300 komen, en zou volgens destijds ge
nomen raadsbesluit hier naar ingeschre
ven moeten worden.
Wordt echter de uitvoering van het
timmerwerk gesplitst, wat volgens den
gemeente-bouwkundige zeer wel mogelijk
is, kon inschrijving worden misgaan, het
welk in verband met den aard der werk
zaamheden het meest aanbeveling ver
dient.
De heer Cevaal zegt met genoegen te
hebben vernomen, dat door B. en W. aan
vankelijk besloten is, den toren te laten
herstellen. Deze herstelling is beslist
noodzakelijk. Gaarne rekening houdende
ook met de belangen der inwoners, is
hij in dit geval er voor, dat het lei-, zink
en loodgieterswerk zal worden uitgevoerd
door een deskundige, en is hij er tegen
dit als smidswerk te beschouwen. Dat ook
het zink door leiwerk zal worden ver
vangen doet hem genoegen, alleen de
prijs valt hem wel wat tegen.
zou heusch haar beste beentje wel voor
gezet hebben, toen ze aan den grond zat.
Die speculeerde op de centjes van Oom
Ben! En dan op zijn leeftijd; een eind in
de vijftig om dan zijn eigen vleesch
en bloed te verloochenenl Wie zou het
ooit gedacht hebben!
„En zou hij meenen, wat hij schrijft?"
vroeg de jongste telg Cook, Rozamunt, in
tranen.
Daar hoef je niet aan te twijfelen! Van
hem hebben we niet meer te wachten dan
van den keizer van Rusland. Wat moeten
we aanvangen? Die vijftig pond gaan
schoon op om al het achterstallige te vol
doen".
„Zouden we daar dan maar niet mee
beginnen?" zeide Lucilla bedeesd.
„Ik vrees, dat we toch zullen moeten
besluiten, dat jullie een betrekking zoe
ken!" zeide de weduwe, die zoo voorzich
tig was, de laatste opmerking niet te
'hooren „ofschoon ik nimmer heb kun
nen denken, dat de kinderen van mijn be
weende Nathaniël zouden moeten werken
voor hun brood. In ieder geval moeten
Ada en Anna Mathilda nu maar zoo spoe
dig mogelijk trouwen, dat zijn twee mon
den minder open te houden".
„En ik dacht, dat Ada niet mocht trou
wen, voor Frank minstens vijfhonderd
pond verdiende of in de zaak zou komen.
Dat verwachtte hij immers?"
(Wordt vervolgd).