DEZEEUW TWEEDE BLAD. Staten-Generaal Uit de Provincie JOAN CARISBR0KE FEUILLETON. God heeft beschikt om hem te helpen. Spr. denkt aan de beide wethouders Do- minicus en Broekert, die hem 30 jaar geleden als burgemeester ontvingen en aan wien Spr. zooveel heeft te danken. Spr. denkt asm den oud-secretaris Quadekker, die Spr. wegwijs heeft ge maakt op het terrein der gemeente-ad ministratie. Spr. denkt aan de toenmalige Raadsleden, die alle door den dood zijn weggenomen. Ook de tegenwoordige Raadsleden dankt Spr. voor hun steun en medewer king. Veel welwillendheid heeft Spr. in den Raad ondervonden. Was er critiek, dan was ze opbouwend en Spr. heeft er veel van geleerd. Hartelijk dankt Spr. ook de wethouders voor de prettige samenwerking. Buiten den Raad zijn er ook velen, dó' Spr. in commissies en besturen (o.a. in den distributietijd) steeds hebben gehol pen en wien Spr. dank is verschuldigd. Spr. noemt ook het onderwijzend per soneel dat steeds op lofwaardige wijze zijn taak heeft verricht. Een bijzonder woord richt Spr. tot den secretaris, met wien Spr. tien jaar op zoo I aangename wijze mocht samenwerken Spr. dankt hem hartelijk voor zijn steun en adviezen. Ook met de ambtenaren en het politie-personeel heeft Spr. steeds zeer goed kunnen samenwerken. Spr. dankt verschillende vereenigingen voor velerlei medewerking. Wemeldinge zoo eindigt Spr. ik dank U voor alle liefde en vriendschap en waardeering steeds ondervonden. Moge God geven, dat we een burge meester krijgen met frissche werkkracht die met de wethouders en den Raad weer prettig moge samenwerken. Weth. A. Dominicus richt zich nu tot den burgemeester, die in zijn dertig jarige loopbaan lief en leed in de ge meente heeft ondervonden. Dat de burgemeester wist, van Wien bij de kracht ontving, deed de gemeente goed. Eén der wenschen bij de installatie ge uit, is zeker in vervulling gegaan, n.l. dat ge U als een echt A.R. man zoudt gedragen. Oplaaiend twistvuur wist ge te voor komen. Vele burgers kwamen bij U mm. privé-aangelegenheden en ze werden nooit teleurgesteld. Ge waart een echte burgervader. De Raadsleden zijn steeds dooij U op zeer welwillende wijze ontvangen. Zij, evenals de wethouders, zijn daarvoor zeer dankbaar. In de commissie-vergaderingen was eveneens een aangename sfeer. Wij den ken met aangenaamheid terug aan de pe riode, die achter ons ligt. Geniet nog vele jaren van Uw welverdiende rust. Weth. J. A. Dominicus sprak nu een meer persoonlijk woord. Toen gij voor 30 jaren, aldus Spr., als burgemeester dezer gemeente werd ge ïnstalleerd en in de oude raadszaal, wij len mijn geachten vader U bij die gele genheid de ambtsketen om den hals hing, was ook ik daarbij tegenwoordig om U als afgevaardigde van een der vereen, in deze gemeente met dit feit te complimen teeren. Gij hebt in den loop van deze 30 jaren heel wat mutaties in de samenstelling van den Raad medegemaakt. 17 jaren heb ik de vergaderingen onder Uw lei ding hier medegemaakt. En al die jaren waart ook gij zelve lid van den Raad. Het verheugt mij dat nu ge als burge meester aftreedt, toch als raadslid nog wenscht aan te blijven. Ik kan mij heel best voorstellen, dat gij thans Uw voorzittershamer wilt neder- leggen en Uw zetel aan een jongere kracht wenscht af te staan. Maar Uwe krachten van lichaam en van geest zijn, door de goede hand uwes Gods over U, toch nog zoo sterk en zoo frisch, dat ge de werkzaamheden ver bonden aan het raadslidmaatschap nog heel best kunt waarnemen. Door de jongste verkiezingen is de sa menstelling van den Raad zóó geworden, dat ik mij een taak als wethouder zag opgedragen, en ook als lid van het Dag. Bestuur wil ik nog gaarne een beroep doen op Uwe medewerking en op Uwe adviezen. Spr. wenscht den heer Wabeke toe, dat hij door des Heeren gunst een wolko- loozen levensavond mag genieten te mid den zijner dorpsgenooten wier eerste bur ger hij zoo'n langen tijd is geweest. Dhr P. Lindenbergh (V.B.) spreekt nog als oudste lid van den Raad een enkel woord. De verhouding in en tot den Raad werd steeds gekenmerkt door accuraatheid en nauwkeurigheid. De lei ding van den voorzitter voorkwam steeds onaangenaamheden. Vele jaren heeft Spr. met den burge meester in het college van B. en W. sa mengewerkt. Gaarne heeft Spr hem steeds g ateund en bijgestaan. We mogen nu op een tijdperk van 30 jaar met welgevallen en dankbaarheid terugzien. Het eind van zulk een periode stemt wat droevig. Daar moeten we overheen. Maar de rust beteekent voor den heer Wabeke g^en werkloosheid. Moge ze een van God gezegende rust zijn. Dhr G y s o u w (Stk. Geref.) richt ook enkele woorden tot den scheidenden voorzitter, die zeker behoefte heeft aan een waardeerend woord. Het regeeren is de laatste jaren door de uitbreidende wetgeving en het opkomend revolutio nair gevaar moeilijker geworden. Spr. hoopt de tolk van den Raad te zijn, als hij hem dank zegt voor al hetgeen is ver richt in de voorbijgegane 30-jarige pe riode. Die arbeid was zeker vol gebreken. Mogen die U uitdrijven tot God. Spr. hoopt, dat de heer Wabeke voor tegenheden moge worden bewaard en dat de Zon der gerechtigheid zijn levenspad moge beschijnen. De gemeente-secretaris ver krijgt nu het woord. Spr. ziet deze ver gadering als een waarin rekening en ver antwoording wordt gedaan. Veel hebben de ambtenaren van den burgemeester ont vangen, zooals vriendschap, vertrouwen, voorlichting, enz. Wat kunnen de ambte naren daartegenover stellen? Spr. is er zeker van, dat de ambtenaren meer heb ben ontvangen dan gegeven. Ze moeten in hun rekening opnemen een groote post verschuldigde erkente lijkheid en Spr. hoopt, dat de burgemees ter nu de rekening sluitend zal maken. Spr. dankt den voorzitter hartelijk voor alles wat hij voor hem persoonlijk is ge weest en wenscht hem een aangename rust toe. De voorzitter dankt geroerd voor al deze hartelijke woorden die het schei den nog moeilijker maken. De stemming is voor Spr. nog weemoediger dan bij hot begin der vergadering. Hierna wordt de officieele Raadsver gadering gesloten. De heer L. Dominicus voert nu in meer intiemen kring namens een com missie uit de burgerij het woord en dankt den burgemeester hartelijk voor wat hij voor Wemeldinge heeft gedaan. De ge meente wil naar Spr. meedeelt binnen enkele dagen haar scheidenden burge meester huldigen. Daarom volstaat Spr. met dit korte woord. De burgemeester dankt hiervoor. Spr. heeft zich steeds beschouwd als bur gervader en de burgers ook geholpen in hun particuliere belangen. Het doet Spr. genoegen, dat de burgerij dit waardeert. Nadat een photo van den Raad en de ambtenaren met den burgemeester was genomen, kwam ook het onderwijzend personeel der verschillende scholen, het Burg. Armbestuur, e.a. ter vergadering. De burgemeester van Kruiningen, de heer B. G. de Mul, sprak een hartelijk woord als oud-leerling en oud-ambtenaar van den heer Wabeke. Veel heeft deze voor de oud-ambtenaren gedaan en in hun promotie verblijdde hij zich van harte. Spr. betreurt het, dat de heer Wa beke nu reeds zijn taak heeft neergelegd. Spr. zal niet kunnen vergeten, wat de scheidende burgemeester voor hem is ge weest. Sprekers benoeming te Kruinin gen heeft hij voor een groot deel aan den heer Wabeke te danken De burgemeester dankt zeer voor deze woorden. De heer de Koeyer (Hoofd der O.L. school) dankt ook den burgemeester voor zijn welwillendheid en rond, openhartig optreden. We wisten, wat we aan U had den. We wisten, dat Uw sympathieën uit gingen naar het bijz. onderwijs, maar U heeft toch altijd naar beste weten het O.L. onderwijs behartigd. Nooit heeft de burgemeester een billijk verzoek gewei gerd of daarop afgedongen. Moogt ge nog lang in gezondheid van Uw rust genieten. De burgemeester meent, dat van deze woorden eenige percenten af moeten. Een groot deel van die lof komt toe aan B. en W. Het was nooit noodig verzoe ken af te wijzen, want ze waren steeds bescheiden. Spr. is voorstander van bijz. onderwijs, maar Spr. gelooft niet, dat de voorstanders van openbaar onderwijs daar ooit last van gehad zullen hebben. De heer Van Moort (Hoofd der Ghr. School) dankt den burgemeester harte lijk voo? alles wat hij voor het bijz. on derwijs heeft gedaan. Er was steeds op de secretarie een open deur voor de Chr. school. De burgemeester handelde altijd rechtvaardig en schoof nooit het bijz. on derwijs naar voren. Voor de ondervonden welwillendheid zegt Spr. hartelijk dank. Spr. wenscht den heer Wabeke Gods bes ten zegen toe. Ook hiervoor zegt de burgemees- e r dank. Dr G n i r r e p (gemeente-geneesheer) spreekt ook woorden van vriendelijken dank voor de ondervonden hulp en me dewerking. De burgemeester dankt al de ambtenaren voor hun belangstelling in dezen middag en voor de samenwerking in al de verloopen jaren ondervonden. Spr. beveelt zich ook in de toekomst in aller vriendschap aan. Ziekenfonds in Weste- 1 ij k Z.-V laanderen. De geneeskun dige kring van Westelijk Zeeuwsch-Vlaan- deren heeft een ziekenfonds opgericht, dat met ingang van 1 Jan. 1933 in werking zal treden. Het doel van het fonds is het verstrekken van geneeskundige hulp en op voorschrift van den buisarts van ge nees- en verbandmiddelen, een en ander bij wijze van verzekering. Als verzekerden worden aangenomen de inwoners van Westelijk Zeeuwsch-Vlaan- deren, die arbeider zijn of daarmede door het bestuur gelijkgesteld worden. Tot administrateur van het fonds is be noemd de heer A. van den Broecke te Aardenburg. Aan den adjunct-commies bij den post-, telegraaf- en telefoondienst J. P. van Bel, van het post- en telegraafkan toor te Vlissingen is met ingang van 16 December a.s. eervol ontslag verleend. School dienstplichtige onderofficiers n-a dministra- t e u r. Met ingang van 1 April 1933 wordt de school voor dienstplichtige on derofficieren-administrateur overgeplaatst van Breda naar Middelburg en komt het 14de regiment infanterie in zijn ge heel te Bergen op Zoom in garnizoen. Middelburg. De heer A. D. Littooij heeft inmiddels bedankt voor lid van den Raad. Zijn opvolger is de heer Ghr. de Bruin. Gevonden voorwerpen: Tompouce, winkel Albert Hein, L. Delft; spaarbriefje, Abrahamse, Segeersweg V 102; lakbandje, Flipse, N. Haven I 112; zadeldek je, Ko ning, Dokstraat P 180; portemonnaie met inhoud, inhoud, F. de Jager, Rouaanscho kade G 115; Mantelceintuur, J. de Kijzer, Volderijlaagte M 97 a; portemonnaie met inhoud, J. A. Hoofdman, Leliestr. S 150; knipmes, Meliefste, Vliss. str. N 168; fleschje met inh,, De Bruin, Schuitvlot- singel P 81; glacé handschoen, Auer Je- ronimusstr. M 95; zilveren poederdoos, Mennes, Noordstr. L 114; jongenapet, Reijnhoudt, Meerstr. Q 151; glacé hand schoen, Minderhout, Varkensmarkt I 124, port. m. inh., J. v. Dalen, Seisweg R 105, rolletje zijde, L. de Munck, Meerstr. Q 167; kinderschoentje, W. Verburg, N. Ha ven I 106; rouwbroche, Hollebrandse, Lat. Schoolstr. D 30; gymnastiekschoen, G Joosse, Hoogstr. I 132; kinderportem., Machielse, Dokstr. P 171; nieuwe broek, Bookelaar, Zandstr. Q 191; belastingmerk, v. d. Stelt, K. Geere K 375; kip, Cozijh, Wagenplein Q 113; broodzakje, G. de Looff, Giststr. F 202; heerenrijwiel, con cierge Gasthuis; groene muts, G. Patte- nier, Bellinkstr. G 179; port. m. inhoud, P. VAN DONDERDAG 15 DEC. 1932, Nr 65. TWEEDE KAMER. Het visscherijbedrijf te IJmulden. In de Tweede Kamer is 'gisteren de behandeling van de 'begxooting van econo mische zaken en arbeid voortgezet, waar bij door meerdere sprekers aangedrongen werd op steun voor het visscherijbedrijf te IJmuiden. Minister Verschuur was echter wat dit betreft niet erg toeschietelijk. Er is, aldus de minister, een algeheels afwe zigheid van samenwerking tusschen ree- ders en handelaren, die niet begrijpen, dat 'zij een gemeenschap vormen. De han del stuurt de visch in consignatie naar het buitenland, een onvolmaakte handels wijze, waardoor men zich vaaik verliezen moet laten welgevallen. De binnenlandsche handel voorziet voorts de binnenlandsohe markt onvol doende van visch. Dit neme men in aan merking tegenover al dat geroep over de buitenlandsche visch. De vischhandel verwaarloost nog gewel dige mogelijkheden met betrekking tot de buitenlandsche en de 'binnenlandsohe markt. Daarom staat de regeering wat critisoh tegenover de IJmuiden .klachten. Men wenscht regelingen met betrekking tot door het buitenland vastgestelde con- tingen teeringen, maar daar zit meer aan vast, dan men denkit. Zoolang de binnen landsche markt niet voldoende van bin nenlandsohe visch is voorzien, kan. er van contingenteering geen sprake zijn. De begrooting werd goedgekeurd. GEMEENTERAAD VAN WEMELDINGE Gistermiddag vergaderde de Gemeen teraad van Wemeldinge, voor de laatste maal onder voorzitterschap van den bur gemeester, den beer F. Wabeke. Alle Raadsleden, benevens een vrij talrijk pu bliek, waren aanwezig. Klokslag half twee wordt de vergade ring door den voorzitter met gebed ge opend. De heer D. Bruinooge legt daarna de vereischte eeden af en wordt door den voorzitter ais Raadslid geïnstalleerd. De voorzitter feliciteert den heer Bruinooge met zijn benoeming en hoopt, dal de ge meente onder Gods zegen van zijn toe wijding de vruchten moge plukken en dal de goede verstandhouding in dezen Raad moge blijven voortbestaan. De notulen worden na een kleine wij ziging vastgesteld. De voorzitter brengt wederom in be spreking bet vervolgonderwijs. In de vorige vergadering werden alle voorstel len over de bepaling van bet vereischte aantal leerlingen verworpen. De voorzit ter licht deze kwestie nog eens toe en deelt mede, dat dit onderwijs inmiddels is begonnen met 11 leerlingen. Maar bij een bezoek van B. en W. bleken maar 9 leerlingen aanwezig te zijn. Het bezoek schijnt niet best te zijn. Het voorstel van B. en W. om het ver eischte minimum aantal leerlingen van 6 op 10 te brengen wordt verworpen mot 6 tegen 1 st. (de voorzitter). Het voorstel-J. A. Dominicus om hei aantal op 8 te brengen wordt aangeno men met 4 tegen 3 st. Ingekomen is een schrijven van den Commissaris der Koningin, dat aan den burgemeester met 15 Dec. eervol ontslag is verleend onder dankbetuiging voor de bewezen diensten. Het bekende adres van St. Maartens dijk wordt voor kennisgeving aangeno men. Schrijven van den Commissaris der Ko ningin betreffende tijdelijke korting op d<* door EMMA JANE WORBOLSE. Vrij naar het Engelsch. 83) o— „Die raad is ten minste op te volgen; je kunt langzaam een trap op loopen; je kunt je voornemen liever je trein te missen dan hard te loopen; maar een schok kun je niet voorkomen. Vanavond bijvoorbeeld. O, mijn Ruby, God zij dank, dat de lieveling gered is. Tot mijn laat- sten dag zal ik Hem daarvoor danken en na Hem mijnheer Warrendale. Als hij er niet geweest was, welk een ellende zou dan nu ons deel zijn! Hoe zouden we er dan aan toe zijn. Neen, ik mag er niet aan denken!" „Ja, God is ons wel nabij geweest in dat gevaarlijk oogenblik. Al liet Hij den nood hoog stijgen, op het juiste oogenblik stuurde Hij uitredding." Maar het was een ontsnapping op het randje af." „Dat was het zeker; ik heb hooren vertellen, dat hier vroeger al eens koeien en eens twee visschers verdronken zijn. Maar Meliora, je wordt weer ziek!" «Neen, maak je maar niet bezorgd; na een aanval ben ik altijd wat slap en salarissen der gemeeffltB-veldwacbHérs wordt voor kennisgeving aangenomen. De heer J. Oudeman vraagt verlaging van pacht voor het ongebruikte gedeelte van de begraafplaats. Besloten wordt 30 pet. verlaging voor dit jaar te geven en voor de toekomst een afwachtende houding aan te nemen. Het Bestuur van de mondaccordeon- vereeniging wijst op de verschillen in de bodragen die voor huur van de bewaar school worden gevraagd. Genoemd Be stuur vraagt verlaging. De voorzitter zegt, dat bij de bepaling der huur ook gerekend wordt met bet belang dat de vereenigingen voor de gemeente hebben. Zonder discussie met alg. st. afwijzend beschikt. De begrooting Burg. Armbestuur voor 1933 wordt zonder opmerkingen goedge keurd. Tot lid van het Burg. Armbestuur wordt herbenoemd dhr F. Burger, tot leden van het verplegingscomité de hee ren A. Dominicus en M. Hoogesteger Fz., tot afgevaardigde en plv. afgevaardigde naar de N.V. Waterleiding Mij. Zuid-Be veland dhrn F. Wabeke Az. en A. Do minicus. Tot lid der commissie van toezicht L.O. (vacature Jac. Wabeke) wordt be noemd dhr C. de Schipper Jacz. Vaststelling driejaarlijksche verreke ning kosten Ghr. school. De exploitatie kosten over de jaren 1928, '29 en '30 bedroegen f 3991,80, de school heeft aan spraak op f3454,59, aan voorschot is ontvangen f 3168,64, zoodat de school nog te goed beeft f 285,95. B. en W. stellen voor het stukje grond achter de Ghr. school voor 5 jaar te ver pachten tegen f 15 per jaar (thans f 25). Rondvraag. Dhr de Jonge vraagt hoe het zit met den kolentoeslag aan wtrkloozen. De voorzitter antwoordt, dat die niet verstrekt wordt dan alleen aan hen die bij de werkverschaffing werken. En zoo ver zijn we nog niet. De plannen voor werkverschaffing zijn bij den Minister. Spr. is er persoonlijk voor naar Den Haag geweest maar een beslissing is nog niet gekomen. Dhr de Jonge meent, dat de toe slag ook gold voor steuntrekkers. Verder vraagt Spr. wanneer de werkverschaf fing begint. De voorzitter zegt, dat er vier ob jecten van werkverschaffing zijn. Maar we moeten wachten op subsidie-toezeg ging en het is op het Departement ver bazend druk. Maar Spr. heeft hoop op een spoedige toezegging. Verder zegt Spr. dat het polderbestuur aan de verbetering van den in de vorige vergadering besproken oprit f 100 zal bijdragen. Dhr de Jonge zegt, dat de Minister alleen daarin bijdraagt als de steunrege ling is goedgekeurd. Waar dit zoo niet is, moet de gemeente alles betalen en daar voor zijn geen bronnen aanwezig. Waar de werkzaamheden nu zijn af- geloopen, neemt de voorzitter het woord om de Raadsleden te danken voor hun ijver en de welwillendheid in 1932 be toond. Moge God Zijn zegen geven aan alle Raadsleden. Afscheid Burgemeester. Waar het de laatste Raadsvergadering is, die de voorzitter beeft geleid, wil hij een enkel woord van afscheid spreken. Het is heden voor Spr. een gewichtige dag. Een betrekking, die Spr. eigen en lief geworden is, die bij 30 jaar waarnam, gaat hij verlaten. Spr. heeft zijn ontslag zelf gewild, maar nu het afscheid komt, ziet Spr. er toch tegen op. Spr. meent echter, dat voor hem de tijd gekomen was, om zijn ambt neer te leggen. Spr. zou over de voorbijgegane 30 jaren een uitvoerig overzicht kunnen geven. Er zou op de creditzijde van Spr. wat komen maar ook op de debetzijde. En Spr. laat liever aan anderen over, of er een batig saldo overschiet. Spr. wil laten rusten de opsomming van wat er tot stand is gekomen. Spr. dankt God, Die hem steeds in al les, ook in de moeilijke omstandigheden beeft geholpen. Het is voor Spr. heden een Eben-Haëzer. Maar ook dankt Spr. de menschen, die beverig. Maar je zult zien, dat ik morgen weer geheel de oude ben." „Wat je de oude belieft te noemen. Ik verzeker je, dat we in Londen den besten dokter zullen opzoeken, die er is, zoodra we thuis zijn, Maar waarom zeg je, dat je pas den laatsten tijd den waren aard van je ziekte kent, als dokter Parker je reeds maanden; geleden op de hoogte heeft gebracht?" „Dat is niet juist; hij noemde het slechts als een mogelijkheid. En ik ben nu wel bijna zeker, dat die mogelijkheid werkelijkheid is, en dat we hier niet te doen hebben met een voorbijgaande aan doening, maar dat ik aan een hartzwakte lijdt, die slechts één einde kent. Het schijnt in onze familie te zitten mijn grootmoeder stierf aan iets dergelijks." „Ik kan er nog niet aan gelooven, beste. Maar kom, ik zal je nu alleen laten, want evenals Ruby, behoorde je allang reeds vast in slaap te zijn. De lieveling! Als men haar zoo rustig ziet slapen, met de blos der gezondheid op de wangen, kan men zich haast niet indenken, dat het anders had kunnen zijn als als Arthur Warrendale eens te laat gekomen ware." Joan ging naar beneden, naar de gezel lige woonkamer, waar ze zooveel prettige uren samen gesleten hadden. Om juf- frouw Dawes genoegen te doen, trachtte zij iets te nuttigen van het smakelijk maal dat deze haar bereid had. Ze was ech ter dankbaar, toen haar zorgzame hos pita het vertrek verlaten had en ze kon zich niet weerhouden, het hoofd in den arm te laten zinken en haar tranen den vrijen loop te laten. Bitter verweet ze zich zelf, dat ze al dien tijd in 't geheel geen oog bad gehad voor Meliora's kwijnende gezondheid. „Wie kan vooruit zeggen, wat de dag van morgen ons zal brengen', overpeinsde zij ten laatste wat kalmer ge worden. „Wie zou de gebeurtenissen van dezen dag kunnen voorzien hebben! Wie dat dit de uitkomst zou zijn van ons heerlijk tochtje. Wat voelde ik me geluk kig, vanmorgen. Alsof er geen vuiltje aan de lucht was. En toen die plotselinge schrik, en nu Meliora. O God, ik dank u, dat Gij ons dierbaar kind hebt willen sparen, dat Gij bet hebt willen te rugvoeren in de armen, die zonder haar zoo ledig zouden zijn. Doch kan het zijn neem dan onze dierbare vriendin, onze moeder, nog niet tot U. Gij kunt haar genezen, o Heer, Gij, de groote heel meester, die zelfs de dooden opwekt spaar ons de vrienden, die we zoo noo- de nog missen kunnen." En rust daalde in Joans hart; voor een korte wijl. Want toen vouwden zich haar handen weder, haar lippen sloten zich vast opeen, alsof er een worsteling in haar plaats greep. Toen werd haar gelaat weder kalm, een zacht rood kleur de baar bleeke wangen en ze bad ootmoe dig: „Nochtans, niet mijn wil, doch Uw wil geschiede o Heer. Want in U is alle3 liefde, ook in hetgeen Gij van ons neemt. Slechts verlaat ons niet. Wees ons nabij in de ure der beproeving, en laat ons ge loof in U niet wankelen. Schenk ons kracht en troost, die alleen Gij ons geven kunt den vrede in onze harten, door dat Gij in ons woont." En toen ging Joan naar boven, en ze vond haar dierbaren in rustigen slaap verzonken. Meliora had echter geen blos der gezondheid op haar gelaat, en met droevig oog zag Joan de vermagerde vin geren, die op het laken rustten. En ze herinnerde zich, dat ze niog geen maand geleden, zonder er verder aandacht aan te schenken, aan Meliora gevraagd had: „draag je geen ringen meer?" waarop het antwoord was geweest: „ze zijn me alle te wijd geworden, beste, en daarom heb ik ze maar opgeborgen." HOOFDSTUK XXVHI. Toen de vacantiereizigers ten laatste weer thuis waren, was ieder het er over eens, dat de verandering Meliora goed gedaan had. Joan zag er uitstekend uit, en Ruby was, haar koud bad ten spijt, een toonbeeld van gezondheid. Ook domi nee Carisbroke zag er wat beter uit, dan hij sedert zijn ziekte gedaan had, en Mag gie en Brenda keerden van haar respec tievelijke uitstapjes opgeruimd en tevre- den terug. De vacantie had het gansche gezin goed gedaan. Drie dagen na Joans terugkomst schal den de stemmen der teruggekeerde leer lingen weer in de hooge kamers van Chestnut House. Op Meliora's verzoek werd echter niemand verteld, welke zor gen de beide vrouwen drukten en Maggie en Brenda verwonderden zich reeds dat Meliora en Joan de komst van een aantal nieuwe leerlingen niet met meer blijd schap begroetten. De dokter, die Joan wenschte te con sulteeren was voor geruimen tijd op reis, toen de dames van hun uitstapje terug keerden en het was reeds September ge worden eer Meliora en Joan hem een be zoek konden brengen. Op een Zaterdag middag zochten zij; den beroemden escu laap op, die zich tot zelfs op het vaste land bekendheid verworven had voor zijp kennis van hartziekten. Reeds in de eerste oogenblikken van zijn onderhoud met Meliora wist hij, waar zijn patiënte aan toe was. Enkele vragen, een vluchtig onderzoek waren hem voldoende, om te weten, dat de we tenschap bier machteloos was, om het snel voortschrijdend ziekteproces in zijn loop te stuiten. „Voor deze kwaal is zeker geen kruid gewassen?" vroeg Meliora, die reeds aan het gelaat van den dokter zag, dat het re sultaat van het onderzoek niet zeer op wekkend moest zijn. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5