DEZEEUW
TWEEDE BLAD.
Staten-Generaal
Uit de Provincie
JOAN CARISBR0KE
FEUILLETON.
God heeft beschikt om hem te helpen.
Spr. denkt aan de beide wethouders Do-
minicus en Broekert, die hem 30 jaar
geleden als burgemeester ontvingen en
aan wien Spr. zooveel heeft te danken.
Spr. denkt asm den oud-secretaris
Quadekker, die Spr. wegwijs heeft ge
maakt op het terrein der gemeente-ad
ministratie. Spr. denkt aan de toenmalige
Raadsleden, die alle door den dood zijn
weggenomen.
Ook de tegenwoordige Raadsleden
dankt Spr. voor hun steun en medewer
king. Veel welwillendheid heeft Spr. in
den Raad ondervonden. Was er critiek,
dan was ze opbouwend en Spr. heeft er
veel van geleerd.
Hartelijk dankt Spr. ook de wethouders
voor de prettige samenwerking.
Buiten den Raad zijn er ook velen, dó'
Spr. in commissies en besturen (o.a. in
den distributietijd) steeds hebben gehol
pen en wien Spr. dank is verschuldigd.
Spr. noemt ook het onderwijzend per
soneel dat steeds op lofwaardige wijze
zijn taak heeft verricht.
Een bijzonder woord richt Spr. tot den
secretaris, met wien Spr. tien jaar op zoo
I aangename wijze mocht samenwerken
Spr. dankt hem hartelijk voor zijn steun
en adviezen. Ook met de ambtenaren en
het politie-personeel heeft Spr. steeds
zeer goed kunnen samenwerken.
Spr. dankt verschillende vereenigingen
voor velerlei medewerking.
Wemeldinge zoo eindigt Spr. ik
dank U voor alle liefde en vriendschap
en waardeering steeds ondervonden.
Moge God geven, dat we een burge
meester krijgen met frissche werkkracht
die met de wethouders en den Raad weer
prettig moge samenwerken.
Weth. A. Dominicus richt zich nu
tot den burgemeester, die in zijn dertig
jarige loopbaan lief en leed in de ge
meente heeft ondervonden.
Dat de burgemeester wist, van Wien bij
de kracht ontving, deed de gemeente
goed.
Eén der wenschen bij de installatie ge
uit, is zeker in vervulling gegaan, n.l.
dat ge U als een echt A.R. man zoudt
gedragen.
Oplaaiend twistvuur wist ge te voor
komen. Vele burgers kwamen bij U mm.
privé-aangelegenheden en ze werden
nooit teleurgesteld. Ge waart een echte
burgervader.
De Raadsleden zijn steeds dooij U op
zeer welwillende wijze ontvangen. Zij,
evenals de wethouders, zijn daarvoor zeer
dankbaar.
In de commissie-vergaderingen was
eveneens een aangename sfeer. Wij den
ken met aangenaamheid terug aan de pe
riode, die achter ons ligt. Geniet nog vele
jaren van Uw welverdiende rust.
Weth. J. A. Dominicus sprak nu
een meer persoonlijk woord.
Toen gij voor 30 jaren, aldus Spr., als
burgemeester dezer gemeente werd ge
ïnstalleerd en in de oude raadszaal, wij
len mijn geachten vader U bij die gele
genheid de ambtsketen om den hals hing,
was ook ik daarbij tegenwoordig om U
als afgevaardigde van een der vereen, in
deze gemeente met dit feit te complimen
teeren.
Gij hebt in den loop van deze 30 jaren
heel wat mutaties in de samenstelling
van den Raad medegemaakt. 17 jaren
heb ik de vergaderingen onder Uw lei
ding hier medegemaakt. En al die jaren
waart ook gij zelve lid van den Raad.
Het verheugt mij dat nu ge als burge
meester aftreedt, toch als raadslid nog
wenscht aan te blijven.
Ik kan mij heel best voorstellen, dat gij
thans Uw voorzittershamer wilt neder-
leggen en Uw zetel aan een jongere
kracht wenscht af te staan.
Maar Uwe krachten van lichaam en
van geest zijn, door de goede hand uwes
Gods over U, toch nog zoo sterk en zoo
frisch, dat ge de werkzaamheden ver
bonden aan het raadslidmaatschap nog
heel best kunt waarnemen.
Door de jongste verkiezingen is de sa
menstelling van den Raad zóó geworden,
dat ik mij een taak als wethouder zag
opgedragen, en ook als lid van het Dag.
Bestuur wil ik nog gaarne een beroep
doen op Uwe medewerking en op Uwe
adviezen.
Spr. wenscht den heer Wabeke toe, dat
hij door des Heeren gunst een wolko-
loozen levensavond mag genieten te mid
den zijner dorpsgenooten wier eerste bur
ger hij zoo'n langen tijd is geweest.
Dhr P. Lindenbergh (V.B.)
spreekt nog als oudste lid van den Raad
een enkel woord. De verhouding in en tot
den Raad werd steeds gekenmerkt door
accuraatheid en nauwkeurigheid. De lei
ding van den voorzitter voorkwam steeds
onaangenaamheden.
Vele jaren heeft Spr. met den burge
meester in het college van B. en W. sa
mengewerkt. Gaarne heeft Spr hem steeds
g ateund en bijgestaan. We mogen nu op
een tijdperk van 30 jaar met welgevallen
en dankbaarheid terugzien.
Het eind van zulk een periode stemt
wat droevig. Daar moeten we overheen.
Maar de rust beteekent voor den heer
Wabeke g^en werkloosheid. Moge ze een
van God gezegende rust zijn.
Dhr G y s o u w (Stk. Geref.) richt ook
enkele woorden tot den scheidenden
voorzitter, die zeker behoefte heeft aan
een waardeerend woord. Het regeeren is
de laatste jaren door de uitbreidende
wetgeving en het opkomend revolutio
nair gevaar moeilijker geworden. Spr.
hoopt de tolk van den Raad te zijn, als
hij hem dank zegt voor al hetgeen is ver
richt in de voorbijgegane 30-jarige pe
riode. Die arbeid was zeker vol gebreken.
Mogen die U uitdrijven tot God.
Spr. hoopt, dat de heer Wabeke voor
tegenheden moge worden bewaard en dat
de Zon der gerechtigheid zijn levenspad
moge beschijnen.
De gemeente-secretaris ver
krijgt nu het woord. Spr. ziet deze ver
gadering als een waarin rekening en ver
antwoording wordt gedaan. Veel hebben
de ambtenaren van den burgemeester ont
vangen, zooals vriendschap, vertrouwen,
voorlichting, enz. Wat kunnen de ambte
naren daartegenover stellen? Spr. is er
zeker van, dat de ambtenaren meer heb
ben ontvangen dan gegeven.
Ze moeten in hun rekening opnemen
een groote post verschuldigde erkente
lijkheid en Spr. hoopt, dat de burgemees
ter nu de rekening sluitend zal maken.
Spr. dankt den voorzitter hartelijk voor
alles wat hij voor hem persoonlijk is ge
weest en wenscht hem een aangename
rust toe.
De voorzitter dankt geroerd voor
al deze hartelijke woorden die het schei
den nog moeilijker maken. De stemming
is voor Spr. nog weemoediger dan bij hot
begin der vergadering.
Hierna wordt de officieele Raadsver
gadering gesloten.
De heer L. Dominicus voert nu in
meer intiemen kring namens een com
missie uit de burgerij het woord en dankt
den burgemeester hartelijk voor wat hij
voor Wemeldinge heeft gedaan. De ge
meente wil naar Spr. meedeelt binnen
enkele dagen haar scheidenden burge
meester huldigen. Daarom volstaat Spr.
met dit korte woord.
De burgemeester dankt hiervoor.
Spr. heeft zich steeds beschouwd als bur
gervader en de burgers ook geholpen in
hun particuliere belangen. Het doet Spr.
genoegen, dat de burgerij dit waardeert.
Nadat een photo van den Raad en de
ambtenaren met den burgemeester was
genomen, kwam ook het onderwijzend
personeel der verschillende scholen, het
Burg. Armbestuur, e.a. ter vergadering.
De burgemeester van Kruiningen, de
heer B. G. de Mul, sprak een hartelijk
woord als oud-leerling en oud-ambtenaar
van den heer Wabeke. Veel heeft deze
voor de oud-ambtenaren gedaan en in
hun promotie verblijdde hij zich van
harte. Spr. betreurt het, dat de heer Wa
beke nu reeds zijn taak heeft neergelegd.
Spr. zal niet kunnen vergeten, wat de
scheidende burgemeester voor hem is ge
weest. Sprekers benoeming te Kruinin
gen heeft hij voor een groot deel aan den
heer Wabeke te danken
De burgemeester dankt zeer voor
deze woorden.
De heer de Koeyer (Hoofd der O.L.
school) dankt ook den burgemeester voor
zijn welwillendheid en rond, openhartig
optreden. We wisten, wat we aan U had
den. We wisten, dat Uw sympathieën uit
gingen naar het bijz. onderwijs, maar U
heeft toch altijd naar beste weten het
O.L. onderwijs behartigd. Nooit heeft de
burgemeester een billijk verzoek gewei
gerd of daarop afgedongen.
Moogt ge nog lang in gezondheid van
Uw rust genieten.
De burgemeester meent, dat van
deze woorden eenige percenten af moeten.
Een groot deel van die lof komt toe aan
B. en W. Het was nooit noodig verzoe
ken af te wijzen, want ze waren steeds
bescheiden. Spr. is voorstander van bijz.
onderwijs, maar Spr. gelooft niet, dat de
voorstanders van openbaar onderwijs
daar ooit last van gehad zullen hebben.
De heer Van Moort (Hoofd der Ghr.
School) dankt den burgemeester harte
lijk voo? alles wat hij voor het bijz. on
derwijs heeft gedaan. Er was steeds op
de secretarie een open deur voor de Chr.
school. De burgemeester handelde altijd
rechtvaardig en schoof nooit het bijz. on
derwijs naar voren. Voor de ondervonden
welwillendheid zegt Spr. hartelijk dank.
Spr. wenscht den heer Wabeke Gods bes
ten zegen toe.
Ook hiervoor zegt de burgemees-
e r dank.
Dr G n i r r e p (gemeente-geneesheer)
spreekt ook woorden van vriendelijken
dank voor de ondervonden hulp en me
dewerking.
De burgemeester dankt al de
ambtenaren voor hun belangstelling in
dezen middag en voor de samenwerking
in al de verloopen jaren ondervonden.
Spr. beveelt zich ook in de toekomst in
aller vriendschap aan.
Ziekenfonds in Weste-
1 ij k Z.-V laanderen. De geneeskun
dige kring van Westelijk Zeeuwsch-Vlaan-
deren heeft een ziekenfonds opgericht, dat
met ingang van 1 Jan. 1933 in werking
zal treden. Het doel van het fonds is het
verstrekken van geneeskundige hulp en
op voorschrift van den buisarts van ge
nees- en verbandmiddelen, een en ander
bij wijze van verzekering.
Als verzekerden worden aangenomen de
inwoners van Westelijk Zeeuwsch-Vlaan-
deren, die arbeider zijn of daarmede door
het bestuur gelijkgesteld worden.
Tot administrateur van het fonds is be
noemd de heer A. van den Broecke te
Aardenburg.
Aan den adjunct-commies bij den
post-, telegraaf- en telefoondienst J. P.
van Bel, van het post- en telegraafkan
toor te Vlissingen is met ingang van 16
December a.s. eervol ontslag verleend.
School dienstplichtige
onderofficiers n-a dministra-
t e u r. Met ingang van 1 April 1933
wordt de school voor dienstplichtige on
derofficieren-administrateur overgeplaatst
van Breda naar Middelburg en komt
het 14de regiment infanterie in zijn ge
heel te Bergen op Zoom in garnizoen.
Middelburg. De heer A. D. Littooij heeft
inmiddels bedankt voor lid van den
Raad. Zijn opvolger is de heer Ghr. de
Bruin.
Gevonden voorwerpen: Tompouce,
winkel Albert Hein, L. Delft; spaarbriefje,
Abrahamse, Segeersweg V 102; lakbandje,
Flipse, N. Haven I 112; zadeldek je, Ko
ning, Dokstraat P 180; portemonnaie met
inhoud, inhoud, F. de Jager, Rouaanscho
kade G 115; Mantelceintuur, J. de Kijzer,
Volderijlaagte M 97 a; portemonnaie met
inhoud, J. A. Hoofdman, Leliestr. S 150;
knipmes, Meliefste, Vliss. str. N 168;
fleschje met inh,, De Bruin, Schuitvlot-
singel P 81; glacé handschoen, Auer Je-
ronimusstr. M 95; zilveren poederdoos,
Mennes, Noordstr. L 114; jongenapet,
Reijnhoudt, Meerstr. Q 151; glacé hand
schoen, Minderhout, Varkensmarkt I 124,
port. m. inh., J. v. Dalen, Seisweg R 105,
rolletje zijde, L. de Munck, Meerstr. Q
167; kinderschoentje, W. Verburg, N. Ha
ven I 106; rouwbroche, Hollebrandse, Lat.
Schoolstr. D 30; gymnastiekschoen, G
Joosse, Hoogstr. I 132; kinderportem.,
Machielse, Dokstr. P 171; nieuwe broek,
Bookelaar, Zandstr. Q 191; belastingmerk,
v. d. Stelt, K. Geere K 375; kip, Cozijh,
Wagenplein Q 113; broodzakje, G. de
Looff, Giststr. F 202; heerenrijwiel, con
cierge Gasthuis; groene muts, G. Patte-
nier, Bellinkstr. G 179; port. m. inhoud, P.
VAN
DONDERDAG 15 DEC. 1932, Nr 65.
TWEEDE KAMER.
Het visscherijbedrijf te IJmulden.
In de Tweede Kamer is 'gisteren de
behandeling van de 'begxooting van econo
mische zaken en arbeid voortgezet, waar
bij door meerdere sprekers aangedrongen
werd op steun voor het visscherijbedrijf
te IJmuiden.
Minister Verschuur was echter
wat dit betreft niet erg toeschietelijk. Er
is, aldus de minister, een algeheels afwe
zigheid van samenwerking tusschen ree-
ders en handelaren, die niet begrijpen,
dat 'zij een gemeenschap vormen. De han
del stuurt de visch in consignatie naar
het buitenland, een onvolmaakte handels
wijze, waardoor men zich vaaik verliezen
moet laten welgevallen.
De binnenlandsche handel voorziet
voorts de binnenlandsohe markt onvol
doende van visch. Dit neme men in aan
merking tegenover al dat geroep over de
buitenlandsche visch.
De vischhandel verwaarloost nog gewel
dige mogelijkheden met betrekking tot de
buitenlandsche en de 'binnenlandsohe
markt. Daarom staat de regeering wat
critisoh tegenover de IJmuiden .klachten.
Men wenscht regelingen met betrekking
tot door het buitenland vastgestelde con-
tingen teeringen, maar daar zit meer aan
vast, dan men denkit. Zoolang de binnen
landsche markt niet voldoende van bin
nenlandsohe visch is voorzien, kan. er van
contingenteering geen sprake zijn.
De begrooting werd goedgekeurd.
GEMEENTERAAD VAN WEMELDINGE
Gistermiddag vergaderde de Gemeen
teraad van Wemeldinge, voor de laatste
maal onder voorzitterschap van den bur
gemeester, den beer F. Wabeke. Alle
Raadsleden, benevens een vrij talrijk pu
bliek, waren aanwezig.
Klokslag half twee wordt de vergade
ring door den voorzitter met gebed ge
opend.
De heer D. Bruinooge legt daarna de
vereischte eeden af en wordt door den
voorzitter ais Raadslid geïnstalleerd. De
voorzitter feliciteert den heer Bruinooge
met zijn benoeming en hoopt, dal de ge
meente onder Gods zegen van zijn toe
wijding de vruchten moge plukken en dal
de goede verstandhouding in dezen Raad
moge blijven voortbestaan.
De notulen worden na een kleine wij
ziging vastgesteld.
De voorzitter brengt wederom in be
spreking bet vervolgonderwijs. In de
vorige vergadering werden alle voorstel
len over de bepaling van bet vereischte
aantal leerlingen verworpen. De voorzit
ter licht deze kwestie nog eens toe en
deelt mede, dat dit onderwijs inmiddels
is begonnen met 11 leerlingen. Maar bij
een bezoek van B. en W. bleken maar 9
leerlingen aanwezig te zijn. Het bezoek
schijnt niet best te zijn.
Het voorstel van B. en W. om het ver
eischte minimum aantal leerlingen van
6 op 10 te brengen wordt verworpen mot
6 tegen 1 st. (de voorzitter).
Het voorstel-J. A. Dominicus om hei
aantal op 8 te brengen wordt aangeno
men met 4 tegen 3 st.
Ingekomen is een schrijven van den
Commissaris der Koningin, dat aan den
burgemeester met 15 Dec. eervol ontslag
is verleend onder dankbetuiging voor de
bewezen diensten.
Het bekende adres van St. Maartens
dijk wordt voor kennisgeving aangeno
men.
Schrijven van den Commissaris der Ko
ningin betreffende tijdelijke korting op d<*
door
EMMA JANE WORBOLSE.
Vrij naar het Engelsch.
83) o—
„Die raad is ten minste op te volgen;
je kunt langzaam een trap op loopen;
je kunt je voornemen liever je trein te
missen dan hard te loopen; maar een
schok kun je niet voorkomen. Vanavond
bijvoorbeeld. O, mijn Ruby, God zij dank,
dat de lieveling gered is. Tot mijn laat-
sten dag zal ik Hem daarvoor danken
en na Hem mijnheer Warrendale. Als hij
er niet geweest was, welk een ellende
zou dan nu ons deel zijn! Hoe zouden
we er dan aan toe zijn. Neen, ik mag
er niet aan denken!"
„Ja, God is ons wel nabij geweest in
dat gevaarlijk oogenblik. Al liet Hij den
nood hoog stijgen, op het juiste oogenblik
stuurde Hij uitredding."
Maar het was een ontsnapping op het
randje af."
„Dat was het zeker; ik heb hooren
vertellen, dat hier vroeger al eens koeien
en eens twee visschers verdronken zijn.
Maar Meliora, je wordt weer ziek!"
«Neen, maak je maar niet bezorgd;
na een aanval ben ik altijd wat slap en
salarissen der gemeeffltB-veldwacbHérs
wordt voor kennisgeving aangenomen.
De heer J. Oudeman vraagt verlaging
van pacht voor het ongebruikte gedeelte
van de begraafplaats. Besloten wordt
30 pet. verlaging voor dit jaar te geven
en voor de toekomst een afwachtende
houding aan te nemen.
Het Bestuur van de mondaccordeon-
vereeniging wijst op de verschillen in de
bodragen die voor huur van de bewaar
school worden gevraagd. Genoemd Be
stuur vraagt verlaging. De voorzitter
zegt, dat bij de bepaling der huur ook
gerekend wordt met bet belang dat de
vereenigingen voor de gemeente hebben.
Zonder discussie met alg. st. afwijzend
beschikt.
De begrooting Burg. Armbestuur voor
1933 wordt zonder opmerkingen goedge
keurd.
Tot lid van het Burg. Armbestuur
wordt herbenoemd dhr F. Burger, tot
leden van het verplegingscomité de hee
ren A. Dominicus en M. Hoogesteger Fz.,
tot afgevaardigde en plv. afgevaardigde
naar de N.V. Waterleiding Mij. Zuid-Be
veland dhrn F. Wabeke Az. en A. Do
minicus.
Tot lid der commissie van toezicht
L.O. (vacature Jac. Wabeke) wordt be
noemd dhr C. de Schipper Jacz.
Vaststelling driejaarlijksche verreke
ning kosten Ghr. school. De exploitatie
kosten over de jaren 1928, '29 en '30
bedroegen f 3991,80, de school heeft aan
spraak op f3454,59, aan voorschot is
ontvangen f 3168,64, zoodat de school
nog te goed beeft f 285,95.
B. en W. stellen voor het stukje grond
achter de Ghr. school voor 5 jaar te ver
pachten tegen f 15 per jaar (thans f 25).
Rondvraag. Dhr de Jonge vraagt
hoe het zit met den kolentoeslag aan
wtrkloozen.
De voorzitter antwoordt, dat die niet
verstrekt wordt dan alleen aan hen die
bij de werkverschaffing werken. En zoo
ver zijn we nog niet. De plannen voor
werkverschaffing zijn bij den Minister.
Spr. is er persoonlijk voor naar Den
Haag geweest maar een beslissing is
nog niet gekomen.
Dhr de Jonge meent, dat de toe
slag ook gold voor steuntrekkers. Verder
vraagt Spr. wanneer de werkverschaf
fing begint.
De voorzitter zegt, dat er vier ob
jecten van werkverschaffing zijn. Maar
we moeten wachten op subsidie-toezeg
ging en het is op het Departement ver
bazend druk. Maar Spr. heeft hoop op
een spoedige toezegging.
Verder zegt Spr. dat het polderbestuur
aan de verbetering van den in de vorige
vergadering besproken oprit f 100 zal
bijdragen.
Dhr de Jonge zegt, dat de Minister
alleen daarin bijdraagt als de steunrege
ling is goedgekeurd. Waar dit zoo niet is,
moet de gemeente alles betalen en daar
voor zijn geen bronnen aanwezig.
Waar de werkzaamheden nu zijn af-
geloopen, neemt de voorzitter het woord
om de Raadsleden te danken voor hun
ijver en de welwillendheid in 1932 be
toond. Moge God Zijn zegen geven aan
alle Raadsleden.
Afscheid Burgemeester.
Waar het de laatste Raadsvergadering
is, die de voorzitter beeft geleid, wil hij
een enkel woord van afscheid spreken.
Het is heden voor Spr. een gewichtige
dag. Een betrekking, die Spr. eigen en
lief geworden is, die bij 30 jaar waarnam,
gaat hij verlaten. Spr. heeft zijn ontslag
zelf gewild, maar nu het afscheid komt,
ziet Spr. er toch tegen op. Spr. meent
echter, dat voor hem de tijd gekomen was,
om zijn ambt neer te leggen.
Spr. zou over de voorbijgegane 30 jaren
een uitvoerig overzicht kunnen geven. Er
zou op de creditzijde van Spr. wat komen
maar ook op de debetzijde. En Spr. laat
liever aan anderen over, of er een batig
saldo overschiet. Spr. wil laten rusten
de opsomming van wat er tot stand is
gekomen.
Spr. dankt God, Die hem steeds in al
les, ook in de moeilijke omstandigheden
beeft geholpen. Het is voor Spr. heden
een Eben-Haëzer.
Maar ook dankt Spr. de menschen, die
beverig. Maar je zult zien, dat ik morgen
weer geheel de oude ben."
„Wat je de oude belieft te noemen. Ik
verzeker je, dat we in Londen den besten
dokter zullen opzoeken, die er is, zoodra
we thuis zijn, Maar waarom zeg je, dat
je pas den laatsten tijd den waren aard
van je ziekte kent, als dokter Parker je
reeds maanden; geleden op de hoogte
heeft gebracht?"
„Dat is niet juist; hij noemde het
slechts als een mogelijkheid. En ik ben
nu wel bijna zeker, dat die mogelijkheid
werkelijkheid is, en dat we hier niet te
doen hebben met een voorbijgaande aan
doening, maar dat ik aan een hartzwakte
lijdt, die slechts één einde kent. Het
schijnt in onze familie te zitten mijn
grootmoeder stierf aan iets dergelijks."
„Ik kan er nog niet aan gelooven, beste.
Maar kom, ik zal je nu alleen laten, want
evenals Ruby, behoorde je allang reeds
vast in slaap te zijn. De lieveling! Als
men haar zoo rustig ziet slapen, met de
blos der gezondheid op de wangen, kan
men zich haast niet indenken, dat het
anders had kunnen zijn als als
Arthur Warrendale eens te laat gekomen
ware."
Joan ging naar beneden, naar de gezel
lige woonkamer, waar ze zooveel prettige
uren samen gesleten hadden. Om juf-
frouw Dawes genoegen te doen, trachtte
zij iets te nuttigen van het smakelijk maal
dat deze haar bereid had. Ze was ech
ter dankbaar, toen haar zorgzame hos
pita het vertrek verlaten had en ze kon
zich niet weerhouden, het hoofd in den
arm te laten zinken en haar tranen den
vrijen loop te laten. Bitter verweet ze zich
zelf, dat ze al dien tijd in 't geheel geen
oog bad gehad voor Meliora's kwijnende
gezondheid. „Wie kan vooruit zeggen, wat
de dag van morgen ons zal brengen',
overpeinsde zij ten laatste wat kalmer ge
worden. „Wie zou de gebeurtenissen van
dezen dag kunnen voorzien hebben! Wie
dat dit de uitkomst zou zijn van ons
heerlijk tochtje. Wat voelde ik me geluk
kig, vanmorgen. Alsof er geen vuiltje aan
de lucht was. En toen die plotselinge
schrik, en nu Meliora. O God, ik
dank u, dat Gij ons dierbaar kind hebt
willen sparen, dat Gij bet hebt willen te
rugvoeren in de armen, die zonder haar
zoo ledig zouden zijn. Doch kan het zijn
neem dan onze dierbare vriendin, onze
moeder, nog niet tot U. Gij kunt haar
genezen, o Heer, Gij, de groote heel
meester, die zelfs de dooden opwekt
spaar ons de vrienden, die we zoo noo-
de nog missen kunnen."
En rust daalde in Joans hart; voor
een korte wijl. Want toen vouwden zich
haar handen weder, haar lippen sloten
zich vast opeen, alsof er een worsteling
in haar plaats greep. Toen werd haar
gelaat weder kalm, een zacht rood kleur
de baar bleeke wangen en ze bad ootmoe
dig: „Nochtans, niet mijn wil, doch Uw
wil geschiede o Heer. Want in U is alle3
liefde, ook in hetgeen Gij van ons neemt.
Slechts verlaat ons niet. Wees ons nabij
in de ure der beproeving, en laat ons ge
loof in U niet wankelen. Schenk ons
kracht en troost, die alleen Gij ons geven
kunt den vrede in onze harten, door
dat Gij in ons woont."
En toen ging Joan naar boven, en ze
vond haar dierbaren in rustigen slaap
verzonken. Meliora had echter geen blos
der gezondheid op haar gelaat, en met
droevig oog zag Joan de vermagerde vin
geren, die op het laken rustten. En ze
herinnerde zich, dat ze niog geen maand
geleden, zonder er verder aandacht aan
te schenken, aan Meliora gevraagd had:
„draag je geen ringen meer?" waarop het
antwoord was geweest: „ze zijn me alle te
wijd geworden, beste, en daarom heb ik
ze maar opgeborgen."
HOOFDSTUK XXVHI.
Toen de vacantiereizigers ten laatste
weer thuis waren, was ieder het er over
eens, dat de verandering Meliora goed
gedaan had. Joan zag er uitstekend uit,
en Ruby was, haar koud bad ten spijt,
een toonbeeld van gezondheid. Ook domi
nee Carisbroke zag er wat beter uit, dan
hij sedert zijn ziekte gedaan had, en Mag
gie en Brenda keerden van haar respec
tievelijke uitstapjes opgeruimd en tevre-
den terug. De vacantie had het gansche
gezin goed gedaan.
Drie dagen na Joans terugkomst schal
den de stemmen der teruggekeerde leer
lingen weer in de hooge kamers van
Chestnut House. Op Meliora's verzoek
werd echter niemand verteld, welke zor
gen de beide vrouwen drukten en Maggie
en Brenda verwonderden zich reeds dat
Meliora en Joan de komst van een aantal
nieuwe leerlingen niet met meer blijd
schap begroetten.
De dokter, die Joan wenschte te con
sulteeren was voor geruimen tijd op reis,
toen de dames van hun uitstapje terug
keerden en het was reeds September ge
worden eer Meliora en Joan hem een be
zoek konden brengen. Op een Zaterdag
middag zochten zij; den beroemden escu
laap op, die zich tot zelfs op het vaste
land bekendheid verworven had voor zijp
kennis van hartziekten.
Reeds in de eerste oogenblikken van
zijn onderhoud met Meliora wist hij,
waar zijn patiënte aan toe was. Enkele
vragen, een vluchtig onderzoek waren
hem voldoende, om te weten, dat de we
tenschap bier machteloos was, om het
snel voortschrijdend ziekteproces in zijn
loop te stuiten.
„Voor deze kwaal is zeker geen kruid
gewassen?" vroeg Meliora, die reeds aan
het gelaat van den dokter zag, dat het re
sultaat van het onderzoek niet zeer op
wekkend moest zijn.
(Wordt vervolgd).