Uit de Provincie. onderscheidene commissiën en besturen en voorstellen met betrekking tot het Gasthuis. Omtrent de Gasthuiskwestie mer- ken B. en W. op: Het advies, uitgebracht door de Directie der Vereeniging van Nederlandsche Ge meenten heeft aan het Gasthuisbestuur aanleiding gegeven tot het samenstellen eener „Memorie van Antwoord", waarvan exemplaren zijn gezonden aan elk der leden van den Raad en van Ged. Staten zoomede aan B. en W. Aan den Raad als zoodanig is deze me- memorie niet gericht, doch wij meenen, dat zulks wèl de bedoeling is geweest. Zooals vanzelf spreekt, hebben wij den inhoud dezer memorie ter kennis ge bracht van de Directie der Vereeniging van Ned. Gemeenten. Deze heeft voor zoo veel het haar betreft, het verweer be antwoord, doch tevens te kennen gegeven, dat zij zich enkel beschouwt als adviseur van B. en W. en geenszins den indruk wil vestigen, alsof zij partij is tegenover het Gasthuisbestuur. Na al hetgeen reeds over de zaak ge schreven en gesproken is, meenen wij goed te doen, er nog eens met nadruk op te wijzen, dat wij deze aangelegen heid zuiver van den zakelijken kant beschouwen, dat elke persoon lijkheid daaraan vreemd is en dat noch bij ons College als geheel noch bij een der leden individueel de voor opgezette meening bestaat, dat de ziekenafdeeling van het Gasthuis dient te worden opgeheven; integendeel wij hopen van harte, dat het mogelijk zal zijn de inrichting te doen voortbestaan, indien kan worden aangetoond, dat zulks voor de Gemeente geen ondragelijke finan- ciëele lasten zal medebrengen. Op den voorgrond zij gesteld, dat het Bestuur van het Gasthuis het karakter van het advies volkomen miskent. Ge meld advies draagt niet het karakter van een uitspraak in een geschil tusschen de gemeente Goes en het Gasthuisbestuur. Het is niet anders dan een voor intern gebruik aan ons College verstrekt ad vies. Het is nooit de bedoeling geweest, dat dit advies een publiek stuk zou worden. Ons nu bepalende tot de opmerkingen in de Memorie van Antwoord, die meer gemeld advies raken, wenschen wij op den voorgrond te stellen, dat het Gast huisbestuur de beantwoording van de Juridische hoofdvraag, n.l. of er een aan sprakelijkheid van de gemeente Goes be staat voor de tekorten van het Gasthuis, niet heeft kunnen aantasten. Alleen schijnt het Gasthuisbestuur van oordeel te zijn, dat adviseur zich met het uitspreken van dit advies niet erg sterk zou hebben gevoeld, omdat hij op het einde van het advies heeft verklaard, dat de gemeente Goes niet kan volstaan met het aannemen van een afwijzende hou ding op het verzoek van het Gasthuis bestuur om de tekorten te dekken. Het Gasthuisbestuur ziet hier over het hoofd, dat men een vraag verschillend kan beantwoorden, naar gelang men ze uit een juridisch oogpunt of uit een oogpunt van beleid beziet. Men kan b.v. in een bepaald geval tot de conclu sie komen, dat er voor een grondeigenaar juridisch geen enkele reden is om tot ver laging van een pachtprijs over te gaan, terwijl het uit een oogpunt van beleid toch hoogst gewenscht kan zijn om den pachtprijs te verlagen. Het Gasthuisbestuur heeft in het bij zonder aanstoot genomen aan het deel van het advies, dat de vraag behandelt of de bestuurders van het Gasthuis voor de tekorten aansprakelijk kunnen worden gesteld. Daarbij duidt het Gasthuisbestuur aan adviseur vooral euvel, dat deze in dit verband heeft gesproken van „grove nalatigheid" van het Gasthuisbestuur. Het is daarom van belang, er op de wijzen, dat de uitdrukking „grove nalatigheid" een uitdrukking van de Armenwet is. Helaas meende adviseur op grond van zijn onderzoek tot de conclusie te moeten komen, dat hier inderdaad van „grove nalatigheid" in den zin der Armen wet sprake was. In het kort samengevat komt het ver weer verder hierop neer: le. B. en W. hebben den eisch gesteld van een sluitende begrooting, waardoor het Gasthuisbestuur a.h.w. genood zaakt werd om daarop gefanta seerde bedragen uit te trekken; 2e. De late goedkeuring der rekening over 1927 is de oorzaak van den achter stand in de administratie. Ad le. Hoe weinig steekhoudend deze bewering is, toont het volgende. De aangehaalde zinsnede uit het schrij ven van ons College dd. 12 April 1930 is weliswaar juist weergegeven, maar het Gasthuisbestuur is in zijn mededeeling niet volledig. De schijn wordt gewekt, alsof wij het daarin neergeschrevene als algemeenen regel beschouwen. Wat is het geval? De begrooting voor 1928 werd ingediend tegelijk met derekeningover 1928 en was daar van een getrouwe copie, m.a.w. het stuk was als begroot in g totaal waardeloos. Bij het nazien viel de aandacht op het feit, dat op deze zoo genaamde begrooting een nadeelig saldo voorkwam van f 500.36%, dus een gering bedrag. Teneinde nu aan de z.g. begrooting nog den s c h ij n te geven als of ze werkelijk een begrooting was, is de aangehaalde zinsnede neergeschre ven, als een goedbedoelde poging der halve om het Gasthuisbestuur tegenover den Raad te sparen en den schijn nog te redden. De begrooting is echter met het nadeelige slot aan den Raad overgelegd en door dezen goedge keurd. Van eenigen drang op het Gast huisbestuur om begrootingen maar klop pend te maken met gefingeerde cijfers, is dus geen sprake geweest, en nog min der van het geven van een richtsnoer voor de toekomst. Ad 2e. Verder wordt dan beweerd, dat het feit, dat de rekening over 1927 acht maanden onder ons College is verbleven, de geheele administratie van het Gast huis in de war zou hebben gestuurd. Wij zijn geneigd te vragen, hoe het dan mogelijk is, dat de financiëele administra tie van één gemeente in Nederland nog in orde is. De definitieve vaststelling der gemeente rekeningen toch door Ged. Staten heeft gemeenlijk eerst plaats, lang nadat de begrooting voor het komende jaar reeds door den Raad is vastgesteld en door hun College goedgekeurd. De verontschuldiging voor de late in zending, namelijk dat men een begrooting pas zou kunnen indienen na de vaststel ling der rekening over het voorafgaande jaar, is dan ook zoozeer in strijd met de meest elementaire comptabele begrip pen, dat wij er ons eigenlijk van ont slagen zouden mogen achten hierop nader in te gaan. Toch willen wij nog opmerken, dat al ware het juist, dat het Gasthuisbestuur meende te worden opgehouden door de late goedkeuring der rekening over 1927, men dan toch mag vragen, waarom daar van dan nooit aan ons mededeeling is gedaan, zelfs niet toen op 5 October 1929, 19 November 1929 en 22 Maart 1930 werd aangedrongen op indiening van de be grooting voor 1928, de rekening over 1928, de begrooting voor 1929 en de be grooting voor 1930. Er werd daarop nooit eenig antwoord ontvangen. Al leen ontvingen wij ongevraagd een af schrift van een tot den secretaris-pen ningmeester gerichten brief, waarin bij dezen werd aangedrongen op het spoedig inhalen van den achterstand in de ad ministratie. Die persoon werd derhalve destijds als de schuldige beschouwd; thans is het plotseling ons College. Bij het lezen der door het Gasthuis bestuur aangevoerde argumenten vraagt men zich onwillekeurig af, of ze werkelijk in ernst als zoodanig zijn bedoeld. Met genoegen maken wij hier nog mel ding van de mededeeling van adviseur, dat, aangezien hij op dit punt blijkbaar is misverstaan, gaarne wil verklaren, dat hij niet de bedoeling heeft gehad uit te spreken, dat het Gasthuisbestuur den op zet heeft gehad om te misleiden. Nu is het Gasthuisbestuur van meening dat, ook al zou er inderdaad van grove nalatigheid sprake zijn, art. 26 der Ar menwet niet toepasselijk zou zijn, omdat er niet gezegd kan worden, dat er schade geleden is. Deze stelling van het Gasthuisbestuur is niet sterk. Indien de achterstand in de administratie niet zoo groot zou zijn geweest, indien de ingediende begrooting niet een onjuist beeld van de werkelijkheid zou hebben gegeven, zou ons College tijdig hebben kunnen ingrijpen om te trachten verdere tekorten te voorkomen. Beweerd wordt verder, dat het Bestuur de inrichting voor de gemeente heeft beheerd, waaruit dan zou moeten volgen, dat de gemeente voor alle tekorten heeft op te komen. Men zou geneigd zijn te vragen, of een voogd, die het vermogen van zijn pupil door verkeerd beheer heeft doen verloren gaan, van alle aansprake lijkheid ontheven is enkel door het feit, dat hij het goed voor dien pupil heeft beheerd. Wij zijn overtuigd, dat ook het Gasthuisbestuur deze vraag ontken nend beantwoorden zal. Ook dient tenslotte nog bijzondere aan dacht te worden geschonken aan het door het Gasthuisbestuur ad III „Het slot van het rapport" behandelde. In de eerste plaats het verwijt, dat ad viseur zich slecht op de hoogte zou heb ben gesteld, omdat hij aandringt op het instellen van een nauwkeurig onderzoek naar het financiëel beheer over de perio de 1929/1931, terwijl een geregeld onder zoek heeft plaats gehad door het Cen traal Bureau voor Verificatie en Finan ciëele Adviezen der Vereeniging van Ne- aeiiandsche Gemeenten. Het verwijt van het Gasthuisbestuur komt ons ongegrond voor en kan alleen verklaard worden uit het feit, dat men het advies niet nauw keurig heeft gelezen. Bedoeld advies ver meldt immers op dit punt het volgende: „Dat een nauwkeurig onderzoek naar het financiëel beheer worde ingesteld over de periode 1929/1931 (voor zoover dat nognietheeftplaatsgevonden) in welk geval Uw College van de rapport en zou moeten kun nen kennis nemen". Voorts maakt het Gasthuisbestuur er aanmerking op, dat adviseur in diens meening ten aanzien van de weinig effi ciënte expoitatie van het Gasthuis is ver sterkt door de hooge kosten per voedings dag over 1930, welke kosten voor het Gasthuis alhier, naar werd medegedeeld, tot de allerhoogste behoorden. Nu wijst het Gasthuisbestuur er op, dat de kosten in Middelburg nog hooger zijn, maar daarmede houdt Goes niet op tot de ziekenhuizen met de al lerhoogste kosten te behooren. Thans de principiëele kwestie of de gemeente verplicht is, de tekorten, hoe ook ontstaan of nog te ontstaan, te dekken. Deze vraag is door het advies in ont- kennenden zin beantwoord en naar onze meening op goede gronden. Evenwel is adviseur van meening, dat de gemeente zich in dezen niet afzijdig behoort te hou den en ook hiermede kunnen wij ons ver eenigen, mits; a. uit een in te stellen deskundig onder zoek blijkt, dat het beheer op zoodanige wijze is gevoerd, dat de tekorten niet moeten worden gezocht in ondeugdelijke bedrijfsvoering; b. door een deskundige wordt uitge maakt, dat voortzetting der expoitatie van het ziekenhuis mogelijk is zonder dat zulks te hooge eischen stelt aan de ge meentekas. B. en W. meenen er in geslaagd te zijn een deskundige te vinden en wel in den persoon van dhr H. A. F. Könings, Ad ministrateur der Gemeenteziekenhuizen van 's-Gravenhage en mede-redacteur van het maandblad „Het Ziekenhuiswezen". Het honorarium, hetwelk de heer Kö nings vraagt, bedraagt f300;plus reis- en verblijfkosten, hetgeen zeer bescheiden is te achten. De duur van het onderzoek wordt door hem geschat op hoogstens drie maanden Op één aangelegenheid meenen wij in het belang der zaak nog de aandacht te moeten vestigen, n.l. deze: Bij de vaststelling der jongste Verorde ning op het Gasthuis, werd, op advies van het Gasthuisbestuur, in artikel 8 de bepaling opgenomen, dat de tarieven voor onderzoek, verpleging en behandeling zouden worden vastgesteld door het Be stuur, zulks in afwijking van de vóór dien geldende bepaling, die deze vast stelling opdroeg aan den Raad. Tegen deze verandering werd destijds geen be zwaar gemaakt, daar men toentertijd nog leefde in de meening, dat tekorten op de exploitatie practisch uitgesloten moch ten worden geacht. Tevens werd uit de oude verordening de bepaling overgeno men, dat aan de instellingen van wel dadigheid op den verpleegprijs een ver mindering wordt verleend, n.l. a. aan de instellingen gevestigd te Goes in de gasthuisafdeeling f0.10 per dag en in de ziekenafdeeling tOAO per dag; o. aan de instellingen buiten Goes, in de ziekenafdeeling f0.20 per dag. Op grond van hetgeen wij vernamen omtrent tarieven in ziekenhuizen elders, hebben wij den indruk gekregen, dat de verpleegprijzen in het ziekenhuis zeer aan den lagen kant zijn. Het Gast huisbestuur heeft ons ook medegedeeld, overleg te hebben gepleegd met de be sturen van de andere ziekeninrichtingen in de z.g. „Middengroep" dezer provin cie over vei hooging, maar nog niet tot een resultaat te zijn gekomen Dat ze verhoogd dienen te worden, staat o.i. wel vast, doch in hoeverre zulks het geval zal moeten zijn, zal het deskundig onderzoek dienen uit te maken. Evenwel zal de Raad het ongetwijfeld met ons eens wezen, dat nu de exploitatie belangrijke tekorten blijkt op te leveren, het niet langer ver antwoord is om op den verpleegprijs re ductie te verleenen ten bate van de, mee- rendeels financiëel krachtige armbestu ren in de omliggende gemeenten B. en W. stellen daarom voor: a. een deskundig onderzoek als boven bedoeld op te dragen aan den heer H. A. F. Könings reeds eerder genoemd, en het daarvoor benoodigde crediet toe te staan; b. in afwachting van een te zijner tijd, aan de hand van het door den heer Könings uit te brengen rapport, in te dienen voorstel met betrekking tot de vaststelling der tarieven, ingaande 1 Ja nuari 1933 uit de Verordening op het Gasthuis te laten vervallen de bepaling sub b van het tweede lid van artikel 8. DE ABATTOIR-KWESTIE TE MIDDELBURG. Men meldt ons uit Middelburg: Bij Kon. Besluit is het beroep der gemeente Middelburg tegen het besluit van Gedep. Staten van Zeeland, waarbij goedkeuring was onthouden aan de verordening tot het hef fen van invoerkeurloonen ten behoeve van een te stichten abattoir, ONGEGROND VERKLAARD. (Er mogen dus in Middelburg geen invoerkeurloonen worden geheven, waar mee tevens de financieeie basis van een te stichten abattoir zeer verzwakt wordt, om niet te zeggen vervallen is. Red.) Gemeentebegrooting van Vlissingen. Burg. en Weth. leggen aan den gemeen teraad de begrooting over voor 1933, welke sluit met een bedrag in ontvang en uitgaaf van f 1.892.654.04 tegen f 1.531.116.96 voor 1932. De ontvangsten beginnen met goed slot 1931 ad f125.109 tegen f59.497 over 1930. Voor onvoor zien is uilgetrokken f 12 300 tegen f 34.368 voor het loopende dienstjaar. De kapitaal- dienst is geraamd op f91.902.22 in ont vangst en f249.767.22 in uitgaaf, alzoo een nadeelig slot van f 157.865. Tengevolge van de nieuwe inzichten van Ged. Staten, dat voor de crisisuit gaven over 1931 en 1932 alleen eene leening mocht worden aangegaan met aflossing in .5 in plaats van 10 jaar en het feit, dat over 1933 niet zal wor den geleend, moet voor steun enz. f132.000 worden geraamd, tegen slechts f13.300 over 1932. O.a. hierdoor kwamen Burg. en Weth. voor de moeilijke taak, dekking te vinden voor een bedrag van f175.000. Dit klemde nog te meer, daar verschil lende belastingen reeds tot het maximum bedrag opgevoerd zijn. Burg. en Weth. zijn er tenslotte door toepassing van bui tengewone maatregelen in geslaagd, de begrooting te doen sluiten. Deze maatrege- len zijn, de reeds verhoogde opcenten op de personeele belasting, waartoe de raad in de vergadering van 25 November jj. reeds besloot, wat f 18.600 meer maakt; verhooging van de opcenten op de gemeentefondsbelasting van 80 op 100, maakt f 20.800, verhooging percentage straatbelasting van 3 op 6 van de belast bare opbrengst maakt f33.500, verlaging van de salarissen en loonen, door toe passing van 3 pet. tijdeiijken aftrek, waar. mede de Commissies van georganiseerd overleg met uitzondering van de vertegen woordigers van den NederlandschenBond van personeel in overheidsdienst en van den Algemeenen Bond van Politieperso neel zich acooord verklaarden, maakt f 10.000; uitkeering uit het ge meentefonds f6700; winst uit het water leidingbedrijf aan de gemeente uit te keeren, maakt over het tweede half jaar 1932 f24.250, over 1933 f 47.500, totaal f71.750. Vervolgens bezuiniging tot een bedrag van f 24.250 op verschillende posten als straten en pleinen, wegen, plantsoenen, onderhoud gebouwen en straatverlichting enz. Nog is gedacht over het doen verdwijnen van den laatsten boventalligen leerkracht en wel die aan school K, de 7e klas-school. Hier zijn Burg. en Weth., gehoord het advies van hoofd en personeel op terug gekomen. Totaal komt het college tot f 185.600 be zuiniging of meer opbrengst, ook noodig voor rente en aflossing der leening van f 185.000, waartoe in Sept. j.l. besloten is. Op het te 's Gravenhage gehouden vakexamen in den post-, telegraaf- en telefoondienst (gedeelte postdienst) slaag de de adj.-commies bij den post- en tele graafdienst L. van Dalsen van het post en telegraafkantoor te Middelburg. Damwedstrijd SouburgGoee te Souburg op 28 Nov.: Resp. Souburg en Goes: J. v. Eenen- naamW. C. Kramer 02, J. Haring J. v. Calmthout 11; L. LeynseF. den Hertog 20; J. JansenJac. Snoodijk 1 1, F. van EenennaamL. Dekker afge broken; W. GusouwM. J. Jeremiasse 1 1; J. WalravenJ. Crucq 02; W. DavidseM. v. d. Berge 02, J. T. Ja- quesG. Schrijver 02, J. VetteA. J. Hendrikse 02. Voorloopige uitslag 5 13, in 't voordeel van Goes. Uitslag wedstrijd te Vlissingen van 14 Nov. Resp. Vlissingen en Goes: L. Goed- bloedH. L. Kramer 20, Jac. Boogaard J. v. Calmthout 11; J. de MeijF. den Hertog 02, P. LangedijkJac. Snoodijk 20; P. F. StreefkerkL. Dek ker 11, Th. J. v. DuynM. J. Jere miasse 02, C. v. BiemenM. v. d. Ber ge 11, J. MaartenseG. Schrijver 11, L. LabruyerreA. J. Hendrikse 11, J. v. Tuylniet opgekomen 20. Totaal 11 9 in het voordeel van Vlissingen. De partijen 2, 5, 6, 7, 9 zijn arbitair beslist. Eerstvolgende wedstrijd 16 Dec. Goes Vlissingen. Middelburg. Morgen (Woensdag)- avond houdt ds L. Nieuwpoort wederom een lezing in de Engelsche kerk. Men zie de advertentie. Biggekerke. Maandagavond hield de A.R. Kiesvereen. haar eerste vergadering in deze wintercampagne, die zeer druk bezocht was. Ds M. Vreugdenhil van Me- liskerke hield een lezing over: Adolf Hitler". Na een korte levensbeschrijving van Hitier te hebben gegeven en hem ge- teekend te hebben als de leider van de Duitsche nationaal-socialistische partij werd meer in den breede stilgestaan bij de vragen: wat wil het nationaal socia lisme en wat is tot nu toe bereikt, terwijl spreker eindigde met er op te wijzen, dat onze roeping tegenover dit alles is, eerst te zoeken het Koninkrijk Gods, trouw te blijven aan de beginselen naar Gods Woord en krachtig de A.-R. partij te versterken. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd druk gebruik ge maakt. Koudekerks. Voor de op 12 Dec. a.s. te houden raadsvergadering komen op de agenda o.a. de volgende punten voor: Voorschot, vergoeding en 3-jaarlijksche verrekening bijz. scholen. Benoeming lid Schooltoezicht. Benoeming lid Burg. Arm bestuur. Machtiging verpachting vroon en land, Kaljouw en de Potter. Besluit tot verpachting grond Braamweg. Aankoop zijkanten wegen. Instructie gemeentege neesheer. Instelling contact-comm. werk- loozenzorg. Verordening besmettelijke ziekten; Bouwvergunning Corveleijn. Be sluit verordening uitbreidingsplan. Be noeming agent arbeidsbemiddeling; In trekking art. 7 f 3de lid bouwverordening. Begrooting 1933. Maandag sprak het Tweede Kamerlid dhr v. d. Heuvel namens de gewestelijke afd. van den Chr. Boeren- en Tuinders- bond. In een gloedvolle rede zette spr. uiteen de wenschelijkheid van de uitbrei ding van den Bond. Vooral uit principi eel oogpunt. Spr gaf ook gelegenheid tot het stellen van vragen in verband met de crisis-wet ten, waarvan door enkelen gebruik werd gemaakt. Dhr J. Maas was van meening dat het voor onze Provincie minder noodig was om in de Z. L. M. scheiding te brengen. De Zeeuwsche landbouwers zijn voor 2/3 Christelijk en zou men daardoor het 1/3 der leden van ons verwijderen, waar men toch als calvinist geroepen is te zijn het zout, dat voor bederf bewaren moet? Spr. ontraadde de oprichting van een afdee- ling. Dhr K. de Kam bracht naar voren het vele goede door de Z. L. M. verricht. Dhr v. d. Heuvel beantwoordde den heer Maas breedvoerig. Spr. kan zijn standpunt als Christen niet goed begrij pen. Bederfwerend optreden is des Christens roeping, maar in een z.g. neutrale orga nisatie wordt dat niet geduld. Laat men maar eens beginnen om bij het begin der vergadering in gebed zijn diepe afhankelijkheid van' God (te be lijden en te erkennen dat God regeert. Spreek maar eens van de oprichting van Chr. Landbouwscholen. Hoe kan er een goede verstandhouding zijn tusschen een neutrale landbouwver- eeniging en Christelijke werklieden organisaties? Ook was het spr. tegen gevallen dat geen enkele van de door hem gebruikte argumenten door den heer Maas weerlegd zijn. Tot de oprichting van een afdeeling kan het nog niet komen. Wel gaven nog een zestal personen zich als lid der organisa tie op, zoodat nu hier 17 leden zijn. De vergadering was flink bezocht en stond onder leiding van den heer A. Bak ker, secr. der gewestelijke afdeeling. Arnemuiden. Vrijdag j.l. vergaderde do Raad van Arnemuiden. Alle leden aan wezig. Mededeelingen: Door Gedep. Staten i3 goedgekeurd de begrooting voor 1933. Op de uitkeering krachtens de wet op de financieeie verhouding zal voor deze gemeente volgens beschikking van de Mi nister van Financiën geen korting wor den toegepast. Ingekomen de rekening van den vee- en vleeschkeuringsdienst over 1931. Door Gedep. Staten wordt er op gewe zen dat de herziening van de bouwver ordening krachtens de nieuwe woning-we moet plaats hebben voor 19 Aug. 1933. Voorts is ingekomen een mededeeling van de Nederl. Heide-Mij. omtrent de kosten van uitvoering der werken in werkverschaffing. Naar aanleiding van een voorstel van de commissie ter bestrijding van stalbran- den tot vaststelling van voorschriften, wordt goedgevonden om bij het opmaken van een nieuwe bouwverordening hier mede rekening te houden. Wederom was een schrijven van het Gemeentebestuur van Middelburg omtrent de onkosten die gemaakt zijn ten bedrage van f 90.60, wegens hulp bij; de blussching van brand bij M. de Graag, daar anders bij wanbetaling in overweging zal wor den genomen om geen hulp meer te bie den als het noodig mocht zijn. Na breed voerige bespreking werd met 6 tegen 1 st (van dhr Baaijens) besloten om eens met Middelburg te onderhandelen. Dhr Baaijens wil alles betalen, daar de ge meente niet vriji uit gaat, omdat de brand- bluschmiddelen niet in orde waren. Een verzoek om adhaesie te betuigen aan het bekende adres van St. Maartens dijk wordt met algemeene stemmen goed gevonden. Eveneens ',om vrijstelling te vragen voor vak j voor de school te Kleverskerke. Daar het aantal stemgerechtigden te groot wordt voor één stembureau, wordt met alg. st. besloten de gemeente te ver- deelen in twee stemdistricten, waarvoor aangewezen worden het gemeentehuis en het vergaderlokaal openbare school. Medegedeeld werd dat dhr Puype zijn benoeming tot wethouder heeft aangeno men. Dhr v. Eenennaam merkt naar aan leiding hiervan op, dat de raad zeer in consequent gehandeld heeft om eerst een opzichter voor 1de werkverschaffing te benoemen en daarna dhr Puype tot wet houder te kiezen. Voor dien tijd durfde dhr Puype dit niet. Dhr Puype zegt, zonder den opzichter 't ook wel aangedurfd te hebben, maar hij had geen plan om vuilnisman te spelen. Dhr A. Gomelisse zegt, noodgedwongen tot het aanstellen van een opzichter te hebben medegewerkt, wegens de wantoe standen die er geschapen zijn. Door dhr B. Franse worden eenige op merkingen gemaakt over de leiding van den voorzitter en de z.i. oneerlijke hou ding van de antirevolutionaire leden van den raad. Dhr A. Schuit vraagt, waarin de oneer lijke houding bestaat. Dhr Franse zegt, nooit hulp te hebben j gekregen tijdens zijn wethouderschap en dhr Puype direct. De voorz. antwoordt dat na het ont slag van dhr Franse als wethouder zoo spoedig mogelijk in de vacature moest worden voorzien. Dit moest eerst behan deld worden en dan de benoeming op zichter Heide-Mij. Als dhr B. Franse zijn taak als wethouder zoolang had waarge nomen tot zijn functie vervuld was (wat niet meer als plicht geweest was) dan had hij van het schrijven der Heide-Mij kennis kunnen nemen. Thans komt ter tafel een voorstel van B. en W. om de politieverordening zoo danig te wijzigen, dat het maken van mu ziek door middel van radio in de café's wordt verboden. Dhr Crucq vraagt waarom den café houders verboden zou worden om radio; muziek ten gehoore te brengen. Hoeve» ingezetenen hebben het niet. Ook dhr Puype is van dezelfde meening. Dhr Baaijens wil totaal geen muzid' in de café's toelaten, noch in de week noch op Zon- en feestdagen. Na stem ming wordt dit voorstel met 4 tegen -' st. verworpen. (Voor dhm Baayens Schuit. Dhr v. Eenennaam onthoudt ziek van stemming.) Dhr Comelisse stelt voor om enkel op Zon- en feestdagen het geven van znuzi» in de cafés te verbieden en c/p ander* dagen na goedkeuring van den burge meester toe te laten. De heer Crucq wil andersdenken den ook gelegenheid geven om op hu" manier ontspanning te zoeken. De stem men staken. (Tegen dhrn Puype, Baaij®' en Crucq). Aangehouden tot de 'êenf, vergadering. Dhr v. Eenennaam ontho®:/ zich wederom van stemming. Op een ver zoek om vrijstelling van biljardbelas™ door H. Hameling en A. Leenhouts wow afwijzend beschikt. Een verzoek van de woningbouw*

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 2