Uit de Provincie.
onderscheidene commissiën en besturen
en voorstellen met betrekking tot het
Gasthuis.
Omtrent de Gasthuiskwestie mer-
ken B. en W. op:
Het advies, uitgebracht door de Directie
der Vereeniging van Nederlandsche Ge
meenten heeft aan het Gasthuisbestuur
aanleiding gegeven tot het samenstellen
eener „Memorie van Antwoord", waarvan
exemplaren zijn gezonden aan elk der
leden van den Raad en van Ged. Staten
zoomede aan B. en W.
Aan den Raad als zoodanig is deze me-
memorie niet gericht, doch wij meenen,
dat zulks wèl de bedoeling is geweest.
Zooals vanzelf spreekt, hebben wij den
inhoud dezer memorie ter kennis ge
bracht van de Directie der Vereeniging
van Ned. Gemeenten. Deze heeft voor zoo
veel het haar betreft, het verweer be
antwoord, doch tevens te kennen gegeven,
dat zij zich enkel beschouwt als adviseur
van B. en W. en geenszins den indruk
wil vestigen, alsof zij partij is tegenover
het Gasthuisbestuur.
Na al hetgeen reeds over de zaak ge
schreven en gesproken is, meenen wij
goed te doen, er nog eens met nadruk
op te wijzen, dat wij deze aangelegen
heid zuiver van den zakelijken
kant beschouwen, dat elke persoon
lijkheid daaraan vreemd is en
dat noch bij ons College als geheel noch
bij een der leden individueel de voor
opgezette meening bestaat, dat de
ziekenafdeeling van het Gasthuis dient te
worden opgeheven; integendeel wij hopen
van harte, dat het mogelijk zal zijn de
inrichting te doen voortbestaan, indien
kan worden aangetoond, dat zulks voor
de Gemeente geen ondragelijke finan-
ciëele lasten zal medebrengen.
Op den voorgrond zij gesteld, dat het
Bestuur van het Gasthuis het karakter
van het advies volkomen miskent. Ge
meld advies draagt niet het karakter van
een uitspraak in een geschil tusschen de
gemeente Goes en het Gasthuisbestuur.
Het is niet anders dan een voor intern
gebruik aan ons College verstrekt ad
vies. Het is nooit de bedoeling geweest,
dat dit advies een publiek stuk zou
worden.
Ons nu bepalende tot de opmerkingen
in de Memorie van Antwoord, die meer
gemeld advies raken, wenschen wij op
den voorgrond te stellen, dat het Gast
huisbestuur de beantwoording van de
Juridische hoofdvraag, n.l. of er een aan
sprakelijkheid van de gemeente Goes be
staat voor de tekorten van het Gasthuis,
niet heeft kunnen aantasten.
Alleen schijnt het Gasthuisbestuur van
oordeel te zijn, dat adviseur zich met het
uitspreken van dit advies niet erg sterk
zou hebben gevoeld, omdat hij op het
einde van het advies heeft verklaard, dat
de gemeente Goes niet kan volstaan met
het aannemen van een afwijzende hou
ding op het verzoek van het Gasthuis
bestuur om de tekorten te dekken.
Het Gasthuisbestuur ziet hier over het
hoofd, dat men een vraag verschillend
kan beantwoorden, naar gelang men ze
uit een juridisch oogpunt of uit een
oogpunt van beleid beziet. Men kan
b.v. in een bepaald geval tot de conclu
sie komen, dat er voor een grondeigenaar
juridisch geen enkele reden is om tot ver
laging van een pachtprijs over te gaan,
terwijl het uit een oogpunt van beleid
toch hoogst gewenscht kan zijn om den
pachtprijs te verlagen.
Het Gasthuisbestuur heeft in het bij
zonder aanstoot genomen aan het deel
van het advies, dat de vraag behandelt
of de bestuurders van het Gasthuis voor
de tekorten aansprakelijk kunnen worden
gesteld. Daarbij duidt het Gasthuisbestuur
aan adviseur vooral euvel, dat deze in
dit verband heeft gesproken van „grove
nalatigheid" van het Gasthuisbestuur. Het
is daarom van belang, er op de wijzen,
dat de uitdrukking „grove nalatigheid"
een uitdrukking van de Armenwet is.
Helaas meende adviseur op grond van
zijn onderzoek tot de conclusie te moeten
komen, dat hier inderdaad van „grove
nalatigheid" in den zin der Armen
wet sprake was.
In het kort samengevat komt het ver
weer verder hierop neer:
le. B. en W. hebben den eisch gesteld
van een sluitende begrooting, waardoor
het Gasthuisbestuur a.h.w. genood
zaakt werd om daarop gefanta
seerde bedragen uit te trekken;
2e. De late goedkeuring der rekening
over 1927 is de oorzaak van den achter
stand in de administratie.
Ad le. Hoe weinig steekhoudend deze
bewering is, toont het volgende.
De aangehaalde zinsnede uit het schrij
ven van ons College dd. 12 April 1930 is
weliswaar juist weergegeven, maar het
Gasthuisbestuur is in zijn mededeeling
niet volledig.
De schijn wordt gewekt, alsof wij het
daarin neergeschrevene als algemeenen
regel beschouwen.
Wat is het geval? De begrooting
voor 1928 werd ingediend tegelijk met
derekeningover 1928 en was daar
van een getrouwe copie, m.a.w. het
stuk was als begroot in g totaal
waardeloos. Bij het nazien viel de
aandacht op het feit, dat op deze zoo
genaamde begrooting een nadeelig
saldo voorkwam van f 500.36%, dus een
gering bedrag. Teneinde nu aan de z.g.
begrooting nog den s c h ij n te geven als
of ze werkelijk een begrooting was,
is de aangehaalde zinsnede neergeschre
ven, als een goedbedoelde poging der
halve om het Gasthuisbestuur tegenover
den Raad te sparen en den schijn nog te
redden. De begrooting is echter met
het nadeelige slot aan den Raad
overgelegd en door dezen goedge
keurd. Van eenigen drang op het Gast
huisbestuur om begrootingen maar klop
pend te maken met gefingeerde cijfers,
is dus geen sprake geweest, en nog min
der van het geven van een richtsnoer voor
de toekomst.
Ad 2e. Verder wordt dan beweerd, dat
het feit, dat de rekening over 1927 acht
maanden onder ons College is verbleven,
de geheele administratie van het Gast
huis in de war zou hebben gestuurd.
Wij zijn geneigd te vragen, hoe het dan
mogelijk is, dat de financiëele administra
tie van één gemeente in Nederland nog
in orde is.
De definitieve vaststelling der gemeente
rekeningen toch door Ged. Staten heeft
gemeenlijk eerst plaats, lang nadat de
begrooting voor het komende jaar reeds
door den Raad is vastgesteld en door
hun College goedgekeurd.
De verontschuldiging voor de late in
zending, namelijk dat men een begrooting
pas zou kunnen indienen na de vaststel
ling der rekening over het voorafgaande
jaar, is dan ook zoozeer in strijd met
de meest elementaire comptabele begrip
pen, dat wij er ons eigenlijk van ont
slagen zouden mogen achten hierop nader
in te gaan.
Toch willen wij nog opmerken, dat al
ware het juist, dat het Gasthuisbestuur
meende te worden opgehouden door de
late goedkeuring der rekening over 1927,
men dan toch mag vragen, waarom daar
van dan nooit aan ons mededeeling is
gedaan, zelfs niet toen op 5 October 1929,
19 November 1929 en 22 Maart 1930 werd
aangedrongen op indiening van de be
grooting voor 1928, de rekening over 1928,
de begrooting voor 1929 en de be
grooting voor 1930. Er werd daarop nooit
eenig antwoord ontvangen. Al
leen ontvingen wij ongevraagd een af
schrift van een tot den secretaris-pen
ningmeester gerichten brief, waarin bij
dezen werd aangedrongen op het spoedig
inhalen van den achterstand in de ad
ministratie. Die persoon werd derhalve
destijds als de schuldige beschouwd;
thans is het plotseling ons College.
Bij het lezen der door het Gasthuis
bestuur aangevoerde argumenten vraagt
men zich onwillekeurig af, of ze werkelijk
in ernst als zoodanig zijn bedoeld.
Met genoegen maken wij hier nog mel
ding van de mededeeling van adviseur,
dat, aangezien hij op dit punt blijkbaar
is misverstaan, gaarne wil verklaren, dat
hij niet de bedoeling heeft gehad uit te
spreken, dat het Gasthuisbestuur den op
zet heeft gehad om te misleiden.
Nu is het Gasthuisbestuur van meening
dat, ook al zou er inderdaad van grove
nalatigheid sprake zijn, art. 26 der Ar
menwet niet toepasselijk zou zijn, omdat
er niet gezegd kan worden, dat er
schade geleden is. Deze stelling van
het Gasthuisbestuur is niet sterk. Indien
de achterstand in de administratie niet
zoo groot zou zijn geweest, indien de
ingediende begrooting niet een onjuist
beeld van de werkelijkheid zou hebben
gegeven, zou ons College tijdig hebben
kunnen ingrijpen om te trachten verdere
tekorten te voorkomen.
Beweerd wordt verder, dat het Bestuur
de inrichting voor de gemeente heeft
beheerd, waaruit dan zou moeten volgen,
dat de gemeente voor alle tekorten heeft
op te komen. Men zou geneigd zijn te
vragen, of een voogd, die het vermogen
van zijn pupil door verkeerd beheer heeft
doen verloren gaan, van alle aansprake
lijkheid ontheven is enkel door het feit,
dat hij het goed voor dien pupil
heeft beheerd. Wij zijn overtuigd, dat ook
het Gasthuisbestuur deze vraag ontken
nend beantwoorden zal.
Ook dient tenslotte nog bijzondere aan
dacht te worden geschonken aan het door
het Gasthuisbestuur ad III „Het slot van
het rapport" behandelde.
In de eerste plaats het verwijt, dat ad
viseur zich slecht op de hoogte zou heb
ben gesteld, omdat hij aandringt op het
instellen van een nauwkeurig onderzoek
naar het financiëel beheer over de perio
de 1929/1931, terwijl een geregeld onder
zoek heeft plaats gehad door het Cen
traal Bureau voor Verificatie en Finan
ciëele Adviezen der Vereeniging van Ne-
aeiiandsche Gemeenten. Het verwijt van
het Gasthuisbestuur komt ons ongegrond
voor en kan alleen verklaard worden uit
het feit, dat men het advies niet nauw
keurig heeft gelezen. Bedoeld advies ver
meldt immers op dit punt het volgende:
„Dat een nauwkeurig onderzoek naar het
financiëel beheer worde ingesteld over de
periode 1929/1931 (voor zoover dat
nognietheeftplaatsgevonden)
in welk geval Uw College van
de rapport en zou moeten kun
nen kennis nemen".
Voorts maakt het Gasthuisbestuur er
aanmerking op, dat adviseur in diens
meening ten aanzien van de weinig effi
ciënte expoitatie van het Gasthuis is ver
sterkt door de hooge kosten per voedings
dag over 1930, welke kosten voor het
Gasthuis alhier, naar werd medegedeeld,
tot de allerhoogste behoorden. Nu wijst
het Gasthuisbestuur er op, dat de kosten
in Middelburg nog hooger zijn, maar
daarmede houdt Goes niet op
tot de ziekenhuizen met de al
lerhoogste kosten te behooren.
Thans de principiëele kwestie of de
gemeente verplicht is, de tekorten, hoe
ook ontstaan of nog te ontstaan, te
dekken.
Deze vraag is door het advies in ont-
kennenden zin beantwoord en naar onze
meening op goede gronden. Evenwel is
adviseur van meening, dat de gemeente
zich in dezen niet afzijdig behoort te hou
den en ook hiermede kunnen wij ons ver
eenigen, mits;
a. uit een in te stellen deskundig onder
zoek blijkt, dat het beheer op zoodanige
wijze is gevoerd, dat de tekorten niet
moeten worden gezocht in ondeugdelijke
bedrijfsvoering;
b. door een deskundige wordt uitge
maakt, dat voortzetting der expoitatie
van het ziekenhuis mogelijk is zonder dat
zulks te hooge eischen stelt aan de ge
meentekas.
B. en W. meenen er in geslaagd te zijn
een deskundige te vinden en wel in den
persoon van dhr H. A. F. Könings, Ad
ministrateur der Gemeenteziekenhuizen
van 's-Gravenhage en mede-redacteur van
het maandblad „Het Ziekenhuiswezen".
Het honorarium, hetwelk de heer Kö
nings vraagt, bedraagt f300;plus reis-
en verblijfkosten, hetgeen zeer bescheiden
is te achten. De duur van het onderzoek
wordt door hem geschat op hoogstens
drie maanden
Op één aangelegenheid meenen wij in
het belang der zaak nog de aandacht
te moeten vestigen, n.l. deze:
Bij de vaststelling der jongste Verorde
ning op het Gasthuis, werd, op advies
van het Gasthuisbestuur, in artikel 8 de
bepaling opgenomen, dat de tarieven voor
onderzoek, verpleging en behandeling
zouden worden vastgesteld door het Be
stuur, zulks in afwijking van de vóór
dien geldende bepaling, die deze vast
stelling opdroeg aan den Raad. Tegen
deze verandering werd destijds geen be
zwaar gemaakt, daar men toentertijd nog
leefde in de meening, dat tekorten op
de exploitatie practisch uitgesloten moch
ten worden geacht. Tevens werd uit de
oude verordening de bepaling overgeno
men, dat aan de instellingen van wel
dadigheid op den verpleegprijs een ver
mindering wordt verleend, n.l.
a. aan de instellingen gevestigd te Goes
in de gasthuisafdeeling f0.10 per dag en
in de ziekenafdeeling tOAO per dag;
o. aan de instellingen buiten Goes, in
de ziekenafdeeling f0.20 per dag.
Op grond van hetgeen wij vernamen
omtrent tarieven in ziekenhuizen elders,
hebben wij den indruk gekregen, dat de
verpleegprijzen in het ziekenhuis zeer
aan den lagen kant zijn. Het Gast
huisbestuur heeft ons ook medegedeeld,
overleg te hebben gepleegd met de be
sturen van de andere ziekeninrichtingen
in de z.g. „Middengroep" dezer provin
cie over vei hooging, maar nog niet tot
een resultaat te zijn gekomen Dat ze
verhoogd dienen te worden, staat o.i. wel
vast, doch in hoeverre zulks het geval zal
moeten zijn, zal het deskundig onderzoek
dienen uit te maken. Evenwel zal de Raad
het ongetwijfeld met ons eens wezen, dat
nu de exploitatie belangrijke tekorten
blijkt op te leveren, het niet langer ver
antwoord is om op den verpleegprijs re
ductie te verleenen ten bate van de, mee-
rendeels financiëel krachtige armbestu
ren in de omliggende gemeenten
B. en W. stellen daarom voor:
a. een deskundig onderzoek als boven
bedoeld op te dragen aan den heer H. A.
F. Könings reeds eerder genoemd, en het
daarvoor benoodigde crediet toe te staan;
b. in afwachting van een te zijner tijd,
aan de hand van het door den heer
Könings uit te brengen rapport, in te
dienen voorstel met betrekking tot de
vaststelling der tarieven, ingaande 1 Ja
nuari 1933 uit de Verordening op het
Gasthuis te laten vervallen de bepaling
sub b van het tweede lid van artikel 8.
DE ABATTOIR-KWESTIE TE
MIDDELBURG.
Men meldt ons uit Middelburg:
Bij Kon. Besluit is het beroep
der gemeente Middelburg
tegen het besluit van Gedep.
Staten van Zeeland, waarbij
goedkeuring was onthouden
aan de verordening tot het hef
fen van invoerkeurloonen ten
behoeve van een te stichten
abattoir, ONGEGROND VERKLAARD.
(Er mogen dus in Middelburg geen
invoerkeurloonen worden geheven, waar
mee tevens de financieeie basis van een
te stichten abattoir zeer verzwakt wordt,
om niet te zeggen vervallen is. Red.)
Gemeentebegrooting van Vlissingen.
Burg. en Weth. leggen aan den gemeen
teraad de begrooting over voor 1933,
welke sluit met een bedrag in ontvang
en uitgaaf van f 1.892.654.04 tegen
f 1.531.116.96 voor 1932. De ontvangsten
beginnen met goed slot 1931 ad f125.109
tegen f59.497 over 1930. Voor onvoor
zien is uilgetrokken f 12 300 tegen f 34.368
voor het loopende dienstjaar. De kapitaal-
dienst is geraamd op f91.902.22 in ont
vangst en f249.767.22 in uitgaaf, alzoo
een nadeelig slot van f 157.865.
Tengevolge van de nieuwe inzichten
van Ged. Staten, dat voor de crisisuit
gaven over 1931 en 1932 alleen eene
leening mocht worden aangegaan met
aflossing in .5 in plaats van 10 jaar
en het feit, dat over 1933 niet zal wor
den geleend, moet voor steun enz.
f132.000 worden geraamd, tegen slechts
f13.300 over 1932.
O.a. hierdoor kwamen Burg. en Weth.
voor de moeilijke taak, dekking te vinden
voor een bedrag van f175.000.
Dit klemde nog te meer, daar verschil
lende belastingen reeds tot het maximum
bedrag opgevoerd zijn. Burg. en Weth.
zijn er tenslotte door toepassing van bui
tengewone maatregelen in geslaagd, de
begrooting te doen sluiten. Deze maatrege-
len zijn, de reeds verhoogde opcenten
op de personeele belasting, waartoe de
raad in de vergadering van 25 November
jj. reeds besloot, wat f 18.600 meer
maakt; verhooging van de opcenten op
de gemeentefondsbelasting van 80 op 100,
maakt f 20.800, verhooging percentage
straatbelasting van 3 op 6 van de belast
bare opbrengst maakt f33.500, verlaging
van de salarissen en loonen, door toe
passing van 3 pet. tijdeiijken aftrek, waar.
mede de Commissies van georganiseerd
overleg met uitzondering van de vertegen
woordigers van den NederlandschenBond
van personeel in overheidsdienst en van
den Algemeenen Bond van Politieperso
neel zich acooord verklaarden,
maakt f 10.000; uitkeering uit het ge
meentefonds f6700; winst uit het water
leidingbedrijf aan de gemeente uit te
keeren, maakt over het tweede half jaar
1932 f24.250, over 1933 f 47.500, totaal
f71.750. Vervolgens bezuiniging tot een
bedrag van f 24.250 op verschillende
posten als straten en pleinen, wegen,
plantsoenen, onderhoud gebouwen en
straatverlichting enz. Nog is gedacht over
het doen verdwijnen van den laatsten
boventalligen leerkracht en wel die aan
school K, de 7e klas-school. Hier zijn
Burg. en Weth., gehoord het advies van
hoofd en personeel op terug gekomen.
Totaal komt het college tot f 185.600 be
zuiniging of meer opbrengst, ook noodig
voor rente en aflossing der leening van
f 185.000, waartoe in Sept. j.l. besloten
is.
Op het te 's Gravenhage gehouden
vakexamen in den post-, telegraaf- en
telefoondienst (gedeelte postdienst) slaag
de de adj.-commies bij den post- en tele
graafdienst L. van Dalsen van het post
en telegraafkantoor te Middelburg.
Damwedstrijd SouburgGoee te
Souburg op 28 Nov.:
Resp. Souburg en Goes: J. v. Eenen-
naamW. C. Kramer 02, J. Haring
J. v. Calmthout 11; L. LeynseF. den
Hertog 20; J. JansenJac. Snoodijk 1
1, F. van EenennaamL. Dekker afge
broken; W. GusouwM. J. Jeremiasse 1
1; J. WalravenJ. Crucq 02; W.
DavidseM. v. d. Berge 02, J. T. Ja-
quesG. Schrijver 02, J. VetteA. J.
Hendrikse 02. Voorloopige uitslag 5
13, in 't voordeel van Goes.
Uitslag wedstrijd te Vlissingen van 14
Nov. Resp. Vlissingen en Goes: L. Goed-
bloedH. L. Kramer 20, Jac. Boogaard
J. v. Calmthout 11; J. de MeijF.
den Hertog 02, P. LangedijkJac.
Snoodijk 20; P. F. StreefkerkL. Dek
ker 11, Th. J. v. DuynM. J. Jere
miasse 02, C. v. BiemenM. v. d. Ber
ge 11, J. MaartenseG. Schrijver 11,
L. LabruyerreA. J. Hendrikse 11, J.
v. Tuylniet opgekomen 20. Totaal 11
9 in het voordeel van Vlissingen. De
partijen 2, 5, 6, 7, 9 zijn arbitair beslist.
Eerstvolgende wedstrijd 16 Dec. Goes
Vlissingen.
Middelburg. Morgen (Woensdag)-
avond houdt ds L. Nieuwpoort wederom
een lezing in de Engelsche kerk. Men zie
de advertentie.
Biggekerke. Maandagavond hield de
A.R. Kiesvereen. haar eerste vergadering
in deze wintercampagne, die zeer druk
bezocht was. Ds M. Vreugdenhil van Me-
liskerke hield een lezing over: Adolf
Hitler". Na een korte levensbeschrijving
van Hitier te hebben gegeven en hem ge-
teekend te hebben als de leider van de
Duitsche nationaal-socialistische partij
werd meer in den breede stilgestaan bij
de vragen: wat wil het nationaal socia
lisme en wat is tot nu toe bereikt, terwijl
spreker eindigde met er op te wijzen, dat
onze roeping tegenover dit alles is, eerst
te zoeken het Koninkrijk Gods, trouw te
blijven aan de beginselen naar Gods
Woord en krachtig de A.-R. partij te
versterken. Van de gelegenheid tot het
stellen van vragen werd druk gebruik ge
maakt.
Koudekerks. Voor de op 12 Dec. a.s. te
houden raadsvergadering komen op de
agenda o.a. de volgende punten voor:
Voorschot, vergoeding en 3-jaarlijksche
verrekening bijz. scholen. Benoeming lid
Schooltoezicht. Benoeming lid Burg. Arm
bestuur. Machtiging verpachting vroon en
land, Kaljouw en de Potter. Besluit tot
verpachting grond Braamweg. Aankoop
zijkanten wegen. Instructie gemeentege
neesheer. Instelling contact-comm. werk-
loozenzorg. Verordening besmettelijke
ziekten; Bouwvergunning Corveleijn. Be
sluit verordening uitbreidingsplan. Be
noeming agent arbeidsbemiddeling; In
trekking art. 7 f 3de lid bouwverordening.
Begrooting 1933.
Maandag sprak het Tweede Kamerlid
dhr v. d. Heuvel namens de gewestelijke
afd. van den Chr. Boeren- en Tuinders-
bond. In een gloedvolle rede zette spr.
uiteen de wenschelijkheid van de uitbrei
ding van den Bond. Vooral uit principi
eel oogpunt.
Spr gaf ook gelegenheid tot het stellen
van vragen in verband met de crisis-wet
ten, waarvan door enkelen gebruik werd
gemaakt.
Dhr J. Maas was van meening dat het
voor onze Provincie minder noodig was
om in de Z. L. M. scheiding te brengen.
De Zeeuwsche landbouwers zijn voor 2/3
Christelijk en zou men daardoor het 1/3
der leden van ons verwijderen, waar men
toch als calvinist geroepen is te zijn het
zout, dat voor bederf bewaren moet? Spr.
ontraadde de oprichting van een afdee-
ling. Dhr K. de Kam bracht naar voren
het vele goede door de Z. L. M. verricht.
Dhr v. d. Heuvel beantwoordde den
heer Maas breedvoerig. Spr. kan zijn
standpunt als Christen niet goed begrij
pen.
Bederfwerend optreden is des Christens
roeping, maar in een z.g. neutrale orga
nisatie wordt dat niet geduld.
Laat men maar eens beginnen om bij
het begin der vergadering in gebed zijn
diepe afhankelijkheid van' God (te be
lijden en te erkennen dat God regeert.
Spreek maar eens van de oprichting
van Chr. Landbouwscholen.
Hoe kan er een goede verstandhouding
zijn tusschen een neutrale landbouwver-
eeniging en Christelijke werklieden
organisaties? Ook was het spr. tegen
gevallen dat geen enkele van de door hem
gebruikte argumenten door den heer Maas
weerlegd zijn.
Tot de oprichting van een afdeeling kan
het nog niet komen. Wel gaven nog een
zestal personen zich als lid der organisa
tie op, zoodat nu hier 17 leden zijn.
De vergadering was flink bezocht en
stond onder leiding van den heer A. Bak
ker, secr. der gewestelijke afdeeling.
Arnemuiden. Vrijdag j.l. vergaderde do
Raad van Arnemuiden. Alle leden aan
wezig.
Mededeelingen: Door Gedep. Staten i3
goedgekeurd de begrooting voor 1933.
Op de uitkeering krachtens de wet op
de financieeie verhouding zal voor deze
gemeente volgens beschikking van de Mi
nister van Financiën geen korting wor
den toegepast.
Ingekomen de rekening van den vee-
en vleeschkeuringsdienst over 1931.
Door Gedep. Staten wordt er op gewe
zen dat de herziening van de bouwver
ordening krachtens de nieuwe woning-we
moet plaats hebben voor 19 Aug. 1933.
Voorts is ingekomen een mededeeling
van de Nederl. Heide-Mij. omtrent de
kosten van uitvoering der werken in
werkverschaffing.
Naar aanleiding van een voorstel van
de commissie ter bestrijding van stalbran-
den tot vaststelling van voorschriften,
wordt goedgevonden om bij het opmaken
van een nieuwe bouwverordening hier
mede rekening te houden.
Wederom was een schrijven van het
Gemeentebestuur van Middelburg omtrent
de onkosten die gemaakt zijn ten bedrage
van f 90.60, wegens hulp bij; de blussching
van brand bij M. de Graag, daar anders
bij wanbetaling in overweging zal wor
den genomen om geen hulp meer te bie
den als het noodig mocht zijn. Na breed
voerige bespreking werd met 6 tegen 1 st
(van dhr Baaijens) besloten om eens
met Middelburg te onderhandelen. Dhr
Baaijens wil alles betalen, daar de ge
meente niet vriji uit gaat, omdat de brand-
bluschmiddelen niet in orde waren.
Een verzoek om adhaesie te betuigen
aan het bekende adres van St. Maartens
dijk wordt met algemeene stemmen goed
gevonden. Eveneens ',om vrijstelling te
vragen voor vak j voor de school te
Kleverskerke.
Daar het aantal stemgerechtigden te
groot wordt voor één stembureau, wordt
met alg. st. besloten de gemeente te ver-
deelen in twee stemdistricten, waarvoor
aangewezen worden het gemeentehuis en
het vergaderlokaal openbare school.
Medegedeeld werd dat dhr Puype zijn
benoeming tot wethouder heeft aangeno
men. Dhr v. Eenennaam merkt naar aan
leiding hiervan op, dat de raad zeer in
consequent gehandeld heeft om eerst een
opzichter voor 1de werkverschaffing te
benoemen en daarna dhr Puype tot wet
houder te kiezen. Voor dien tijd durfde
dhr Puype dit niet.
Dhr Puype zegt, zonder den opzichter 't
ook wel aangedurfd te hebben, maar hij
had geen plan om vuilnisman te spelen.
Dhr A. Gomelisse zegt, noodgedwongen
tot het aanstellen van een opzichter te
hebben medegewerkt, wegens de wantoe
standen die er geschapen zijn.
Door dhr B. Franse worden eenige op
merkingen gemaakt over de leiding van
den voorzitter en de z.i. oneerlijke hou
ding van de antirevolutionaire leden van
den raad.
Dhr A. Schuit vraagt, waarin de oneer
lijke houding bestaat.
Dhr Franse zegt, nooit hulp te hebben j
gekregen tijdens zijn wethouderschap en
dhr Puype direct.
De voorz. antwoordt dat na het ont
slag van dhr Franse als wethouder zoo
spoedig mogelijk in de vacature moest
worden voorzien. Dit moest eerst behan
deld worden en dan de benoeming op
zichter Heide-Mij. Als dhr B. Franse zijn
taak als wethouder zoolang had waarge
nomen tot zijn functie vervuld was (wat
niet meer als plicht geweest was) dan
had hij van het schrijven der Heide-Mij
kennis kunnen nemen.
Thans komt ter tafel een voorstel van
B. en W. om de politieverordening zoo
danig te wijzigen, dat het maken van mu
ziek door middel van radio in de café's
wordt verboden.
Dhr Crucq vraagt waarom den café
houders verboden zou worden om radio;
muziek ten gehoore te brengen. Hoeve»
ingezetenen hebben het niet. Ook dhr
Puype is van dezelfde meening.
Dhr Baaijens wil totaal geen muzid'
in de café's toelaten, noch in de week
noch op Zon- en feestdagen. Na stem
ming wordt dit voorstel met 4 tegen -'
st. verworpen. (Voor dhm Baayens
Schuit. Dhr v. Eenennaam onthoudt ziek
van stemming.)
Dhr Comelisse stelt voor om enkel op
Zon- en feestdagen het geven van znuzi»
in de cafés te verbieden en c/p ander*
dagen na goedkeuring van den burge
meester toe te laten.
De heer Crucq wil andersdenken
den ook gelegenheid geven om op hu"
manier ontspanning te zoeken. De stem
men staken. (Tegen dhrn Puype, Baaij®'
en Crucq). Aangehouden tot de 'êenf,
vergadering. Dhr v. Eenennaam ontho®:/
zich wederom van stemming. Op een ver
zoek om vrijstelling van biljardbelas™
door H. Hameling en A. Leenhouts wow
afwijzend beschikt.
Een verzoek van de woningbouw*