DEZEEDW TWEEDE BLAD. JOAN CARISBROKE Uit de Provincie Land- en Tuinbouw Zoeklichtjes. Brieven uit de Residentie. FEUILLETON. VAN DINSDAG 25 OCTOBER 1932, Nr 21. Het respect voor de publieke colleges wordt er onder ons volk nu niet bepaald grooter op. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen en één van die oorzaken zit stellig bij die publieke colle ges zelf. Zij ondergraven dikwijls eigen positie in het volksleven. Daar heeft men b.v. een college als de Tweede Kamer. Voor het front van het publiek bestaat haar hoofdbezigheid in praten. Dat is op zichzelf ook een kunst. Wanneer het gemeen overleg tusschen Regeering en Parlement gaande is over den wetgevenden arbeid, moet men zich natuurlijk uiten door spreken. En nie mand zal daar bezwaar tegen kunnen hebben. Doch de verstandige moet toch ook tijd en wijze kennen. We henben nu vier en een halve dag de debatten in de Kamer aangehoord over de Bedrijfsradenwet van Minister Ver schuur. En dan aarzelen wij niet om te zeggen, dat zulke debatten, door haar lang-ademigheid, er hard toe mede wer ken om de politieke belangstelling te doo- den. Hier meenden b.v. niet minder dan vijf Roomsche leden hun licht te moeten laten schijnen, vier in ongeveer dezelfde geest, één om een sterk afwijkende mee ning te verkondigen. En alsof het voor geschreven was, heeft elk dier vijf spre kers het op zijn beurt ook gehad over de Pauselijke encycliek: „Quadragesimo An no". Men begon soms te denken, dat de Kamer de plaats was, waar men encyclie ken leerde uitleggen, terwijl men toch be zig was om de Bedrijfsradenwet te be handelen. Maar och, wat geven zulke opmerkin gen feitelijk? De politiek is nu eenmaal een wonderlijk ding en er is een oud spreek woord, dat zegt, dat de goden wien ze willen verderven met blindheid slaan. Het zal mijn tijd wel uitduren, zei de man en hij ging weer verder. De behandeling der Bedrijfsradenwet in de Kamer heeft ook wel een paar aar dige momenten opgeleverd. Immers, het was bekend, dat Minister Verschuur met zijn Bedrijfsradenwet bestrijding stond te wachten uit eigen R.K. kring. Was daar niet Dr Kortenhorst, de be kwame secretaris van de R.K. Werkge versorganisatie, die zich reeds jaar en dag zeer warm maakte in den strijd te gen de Bedrijfsradenwet en over dat product soms zeer harde woorden sprak? Ook nu stond hij op de bres, zwaar ge wapend. Het is bekend, dat het tusschen Minister Verschuur en zijn partijgenoot Kortenhorst niet erg botert, maar wij moeten constateeren, dat de Minister in de Kamer tegenover Mr Kortenhorst meer grof geschut gebruikt heeft dan deze te gen hem. En toch vecht Mr Kortenhorst in dit geval voor een verloren zaak en was het vooruit bekend, dat Minister Ver schuur meester van het terrein zou blij ven. O.i. kan men, al naarmate men het accent legt, spreken van een grooter, of van een kleiner verschil tusschen beide. Wil men het zoo stellen, dat Minister Verschuur van de bedrijfsraden wilde maken „staatsorganen" en Mr Korten horst er van wilde maken „maatschappe lijke" organen, ja, dan lijkt het verschil groot, hoewel o.i. zoo de tegenstelling toch niet zuiver gesteld is. Stellig is „erken nen" van bedrijfsraden door de overheid juister dan „instellen", niemand heeft dat ook ontkend, maar de instelling kan toch nooit anders dan vrucht zijn van de ver kregen overtuiging, van de erkenning dus, dat er iets opgekomen, iets gegroeid is, dat nu door het in te stellen een vas ten vorm erlangt. Zoo gezien was deze botsing meer een woordenspel, dan wel een ernstige bot sing. Daar is ontegenzeggelijk een groei, een verandering in het maatschappelijk leven. Wie de maatschappelijke omstan digheden en verhoudingen van nu een? vergelijkt met die van voor 40 of 50 jaar, die wordt wel sterk getroffen door de ver- door EMMA JANE WORBOLSE. Vrij naar het Engelsch. 47) o— „Ik denk dat het iemand van de Grange is, of een andere kennis, die nog eens komt vragen, hoe het met den zieke gaat. Maar hoe onnadenkend, om zoo'n lawaai te maken in een huis, waar zoo'n ernstige patiënt is." „Ik geloof niet, dat er iemand open gaat doen, Zoo meteen bellen ze voor de tweede maal wie het ook mag zijn." „Ik zal wel even gaan kijken. Lucy is in de kinderkamer en Nancy is bij je vader; ik denk, dat Sara niets gehoord heeft." De deur was nog niet voor den nacht gegrendeld; en Meliora opende ze wijd zonder eenige vrees. Op den drempel stond een lange man in een ruige overjas en er was zoo iets eigenaardigs in zijn houding, dat zelfs haar de moed! een oogenblik in de schoenen zonk. Maar Joan die zoo stond, dat het licht van de hair lamp den indringer recht in het gelaat scheen, riep uit„0, Frank, w&t heb je anderingen. Vooral de jaren van den oor log en die daar vlak na, hebben in een kort tijdsbestek groote en gewichtige ver anderingen gebracht in het maatschappe lijk leven. Mede door den groei der or ganisaties gaat het niet meer aan om tot de arbeiders te zeggen: wij zullen over u en zonder u handelen. Die tijd is er ge weest, ook al denkt men hier en daar blijkbaar, dat hij er nog is, of weer terug komt. Dat is voorbij, de ontwikkeling gaat in de richting der medezeggenschap der arbeiders in het bedrijfsleven. En nu kan men wel met groote autoriteit, als de Staatk. Geref. heer Van Dis, komen ver tellen, dat de medezeggenschap in strijd is met Gods Woord, maar een beetje meer voorzichtigheid zou op dit gebied geen kwaad kunnen. Wij zijn elk oogenblik be reid, om te verdedigen, dat de medezeg genschap der arbeiders in het bedrijfs leven absoluut niet alleen niet in strijd is met Gods Woord, maar in overeen stemming met het licht, dat dit Woord laat schijnen over de nooden en behoeften van dezen tijd. Dat de Kamer van de in te stellen be drijfsraden de verordenende bevoegdheid in uitzicht gesteld heeft, nog onomwonde- ner dan de Minister zulks gedaan had in zijn ontwerp, vinden wij een verdienste Een rekenen met de behoeften van dezen tijd. Niet eenzijdig, maar alzijdig. Het is helaas zoo te betreuren, dat er ook nog zoovele christenen zijn, die op dit terrein blijkbaar met oogkleppen voor rond loopen. Die vergeten eigen meening te toetsen aan wat er te zien en te hoo- ren is en net doen, alsof zij alle wijsheid alleen in pacht hebben. Dat is altijd ge vaarlijk, maar in dezen tijd van verande ring en wijziging meer dan ooit. We hebben noodig open oogen en warme harten ook bij het bezien en be spreken van wat daar in het maatschap pelijk leven wordt en groeit. En zooveel mogelijk moeten wij trachten aan dien groei en die ontwikkeling leiding te ge ven. Opdat het zooveel doenlijk ga in den goeden en gezonden weg van het orga nische. Want zoo alleen kan het blijvend ten zegen zijn. J. H. DE CREDIETVERLEENING AAN DEN BOERENSTAND. Over dit onderwerp heeft Mr O. Gezelle Meerburg een lezing gehouden in de ver gadering van het Kon. Ned. Landbouw- comité. Spr. wees er op, dat in Nederland het landbouwcrediet zich uit eigen kracht op gewerkt heeft. In normale tijden heeft het geheel in eigen behoeften kunnen voorzien. In deze abnormale tijden nemen de cre- dietbehoeften sterk toe, wat echter voor de landelijke crediet-organisaties geen re den mag zijn de beginselen van een goed bankbeleid te laten varen. Zij zijn ook niet van plan, zich te laten dringen op een plaats1 waar zij zich niet veilig voelen, zelfs terwille van de behoeften van den boer, zullen zij haar liquiditeit niet ten offer brengen. Provincië en gemeenten maken zich op zich gerant te stellen voor credieten aan personen, die hulp waard zijn, doch de credietorganisatie acht zich niet ver antwoord dergelijke, naar alle waarschijn lijkheid gevaarlijke posten, te financie ren. Wil men haar van regeeringswege de gelden daarvoor verschaffen, dan is zij bereid haar medewerking te verleenen, anders moet zij uit een oogpunt van goed bankbeleid, die posten afwijzen. Het zou, meent spr., niet te veel ge vergd zijn, zoo de pensioenfondsen, of ook de Rijkspostspaarbank, die zoovele bedra gen van het platteland tot zich trekken, door de regeering werden verplicht ook gelden aan de boerencrediet-organisatie (onder staatsgarantie) tot bovenvermeld doel beschikbaar te stellen. Des te minder daar door den regeeringssteun aan de be drijven, de risico practisch is uitgesloten. De credietverstrekking zou hierdoor op eenigszins ruimere schaal kunnen ge schieden. Wat het hypothecaire crediet betreft, de landbouwcrediet-organisatie is daarvoor niet geschikt. En de gewone hy potheekbanken doen weinig op het plat teland, nu nog minder dan voorheen. Intusschen hebben de instellingen en particulieren, die hypotheken hebben uit- ons aan het schrikken gemaakt! We ver wachtten je eerst over drie weken!" „Ik was ook niet van plan geweest eer der te komen", zei de jonge man, die bin nen trad en recht door liep, naar de eet kamer. „Maar waar is de oude heer?" „Vader is ziek, heel ziek en ligt te bed" antwoordde Joan. „Heb je al gegeten?" „Ja neen. Dat is te zeggen, ik heb een broodje met kaas en een glas bier gebruikt in Massington, maar ik wil niets meer hebben. Ik voel me ook niet al te goed. Waar zijn de meisjes? Waarom zit ten jij en Joan zoo samen, alsof je een geheime samenzwering op touw zet, Me liora." „We zijn in groote zorg, Frank. Je va der is ziek geworden, in elkaar gezakt aan het einde van den avonddienst. Hij is den heelen dag al niet goed gewest en had niet naar de kerk moeten gaan." „Is er iets gebeurd om hem van streek te maken, dat je weet?" „Een heele boel, vrees ik. Het feit is, Frank, dat zijn zaken tot een crisis zijn gekomen, je vader kan zijn verplichtingen niet langer nakomen. Geen enkele hulp bron is hem gelaten. Is het dan wonder, dat zijn gezondheid hem begeeft?" „Neen, dat is zeer begrijpelijk, maar het is slechts nieuws, Meliora, erg slecht nieuws), en staan op het platteland, liever hun geld terug. Opzegging van dergelijke posten is reeds geschied en zal wel regelmatig doorgaan. De executie hangt den boeren- hypotheekhouders boven het hoofd en be lemmert hen in hun rustigen arbeid. Hoe moet in deze behoefte worden voor zien, willen niet vele landbouwers het slachtoffer worden van de vrees van be leggers voor verdere waardedaling en door executies uit hun bedrijf worden gestooten? Volgens spr. zou het beste zijn een rijkshypotheekbank op te richten, die zou kunnen bestaan zoolang de abnormale omstandigheden duren. Moge de regee ring den roep, die van het platteland tot haar komt, verstaan. Het geheele land zal daarvan de vruchten plukken. Na eenige bespreking werd de volgen de motie aangenomen: „De algemeene vergadering van het Kon. Nederlandsch Landbouwcomité enz. spreekt als haar overtuiging uit, dat de financieele toestand ten plattenlande en inzonderheid van de boerenbevolking zoo danig is geworden, dat een debacle al leen nog is af te wenden door de prijzen der landbouwproducten zoodanig te ma ken, dat ook het boerengezin eenig loon voor zijn arbeid geniet; is voorts van oordeel, dat voor het handhaven van de boerengezinnen op de bedrijven en het bedrijf te kunnen blijven voeren, dringend noodzakelijk is, dat er maatregelen worden getroffen: le. om zooveel mogelijk executies en faillissementen te voorkomen; 2e. om cre diet te verschaffen; en spreekt als haar overtuiging uit, dat het noodzakelijk is, dat de regeering met den meesten spoed overgaat tot in grijpende maatregelen ter zake het cre- dietvraagstuk in den landbouw. Waterschapsbesturen. Bij Kon. besluit is benoemd: a. met ingang van 18 Oct. tot plaatsver vanger van den dijkgraaf van den (Dunne- polder, J. D. Glayes te Philippine; b. met ingang yan 1 Nov. tot raad van den polder Walcheren, jhr. P. J. Boogaert te Middelburg; en is aan P. Mol Jzn te Kapelle op zijn verzoek eervol ontslag verleend als ge zworene van het waterschap De breede watering bewesten Ierseke. AAN 39 AGENTEN in Zuid- en Noord-Beveland kunt U een gratis de monstratie van de nieuwe N.S.F. en Phi- lips-Radiotoestellen vragen. Hoofdagent: J. M. Polderman, Goes. Tel. 129. (Adv.) Middelburg. Zooals in dit nummer wordt aangekondigd, hoopt ds L. Nieuw- poort morgenavond in de EngelBche kerk wederom een lezing te houden. Kloetlnge. Zaterdagmiddag speelde Unitas tegen Excelsior uit Goes een wed strijd alhier. Uitslag was 150 voor Unitas. Schore. De heer M. Bakker, chef van het spoorwegstation Vlake, zal op 1 Ja nuari a.s. den dienst met pensioen ver laten. Dhr Bakker kwam na verschillende rangen doorloopen te hebben, in Septem ber 1929 te Vlake. Krabbendijke. Donderdag zal het 25 jaar geleden zijn, dat de heer W. Kusee in dienst kwam als arbeider-rangeerder bij de Ned. Spoorwegen. Borssele. Op 1 Nov. viert de zangver- eeniging Tot Oefening en Uitspanning haar 40-jarig bestaan. Tevens herdenkt op dien dag dhr H. de Priester zijn 40- jarig jubileum als directeur en mej. Chr. de Priester haar 40-jarig jubileum als lid der zangvereeniging. Stavenisse. Het bestuur van het water schap „Stavenisse" heeft besloten aan de pachters van bouwgronden van dit jaar een korting van 35 pet. der pachtpennin- gen te verleenen. Terneuzen. Alhier is opgericht een Chr. Mannenkoor, genaamd „Terneuzensch Mannenkoor". Staande de vergadering gaven zich 25 leden op. Het bestuur is als volgt samengesteld: A. Ruben, voorzitter; P. K. Dees, secretaris en P. van Gelde ren, penningmeester; G. Ollebek, alg. ad junct; L. de Vos, Commissaris. „Ik hoop, dat je niet weer om geld komt?" „Niet precies het is erger dan dat Ik zit zelf in moeilijkheden, moeilijkheden waaruit geld me zelfs niet zou kunnen redden, vrees ik. Ik heb Oxford vaarwel gezegd. Mijn studentenloopbaan is ten einde." „Wat is er gebeurd? Ben je ziek? of je bent toch zeker niet weggejaagd?" „Zoo is het en er is niets meer aan te verhelpen, Meliora. Het ia maar het beste in eens door den zuren appel heen te bij ten, want het moet toch uitkomen. „Dus men heeft je uitgestooten, als ik het goed begrijp?" „Als je het zoo wilt noemen, ja. En al zou ik in zak en asch gaan, ze zouden me nimmer terugnemen, aan geen enkele universiteit, na wat is voorgevallen." „Wat heb je dan misdreven?" „Vraag me daar liever niet naar. Ik kan het niet vertellen, ofschoon vader het zal moeten weten, veronderstel ik." „Ja, maar, dat is nu onmogelijk; domi nee is te ziek om je zelfs te ontvangen op het oogenblik; in zijn toestand zou de min ste opwinding fataal kunnen blijken. Joan, beste, wil je eens even gaan kijken, of zuster Barnard al is aangekomen?" Toen zij alleen waren, drong Meliora verder aan: ,,'t ia toch beter, Frank, als je Kring Walcheren der Z. L. M. De melkprijs op Walcheren. Gisterenmiddag vergaderde in de socië teit St. Joris te Middelburg de kring Wal cheren der Z. L. M. onder voorzitterschap van den heer Mr M. C. van der Minne, die alle aanwezigen, maar inzonderheid den eere-voorzitter, jhr. P. J. Boogaert, den algemeenen secretaris, Ir Dorst en den Rijkszuivelconsulent, den heer Zwager man welkom heette. Bij de ingekomen stukken en mededee- lingen, was o.a. het reeds gepubliceerde lijstje met vragen van de afdeeling Mid delburg. De afdeeling werd ten deele naar den Polderbond verwezen en inzake het vrijstellen van keuringen voor huisslach tingen naar het gemeentebestuur. Op een verzoek om steun aan de pluim vee- en konijnententoonstelling der M. T. V. kon met het oog op den stand der kas dit jaar niet worden ingegaan. De begrooting der Maatschappij gaf geen aanleiding tot opmerkingen. In plaats van den heer W. de Wolf, die aan de beurt van aftreding was, koos de vergadering tot lid der commissie tot nazien der reke ning den heer Kodde, lid van de nieuwe met 18 leden opgerichte afdeeling Aagte- kerke. De ontwerp-begrooting van den Kring voor 1933 stelde de vergadering zonder op- of aanmerking onveranderd vast. De voorzitter vond nu gelegenheid te wijzen op de ontwerp-wet tot steun aan den tuinbouw, waarvoor een maximum van f 5 millioen is voorgesteld. De heer Langebeeke vroeg of ook de blauwe eigen heimers als tuinbouw-artikelen zullen worden beschouwd. De heer Ir. Dorst meende, dat men dit moet afwachten, maar maakte van de ge legenheid gebruik te wijzen op de groote verliezen, die de boeren lijden. Als de landbouw niet gesteund wordt, gaat hiji beslist ten onder. (De Z. L. M. zal ten deze voortdurend diligent blijven. Op een desbetreffende vraag uit de ver gadering zeide spr., dat men reeds een maand bezig is, te trachten een steun regeling te ontwerpen voor de consumptie-aardappelen, maar dit is een zeer moei lijke kwestie en spr. vreest, dat er niet veel van zal komen. De export staat onder den invloed van lage prijzen en er is feitelijk een t e groote opbrengst dit jaar. Inzake de vraag of de Nederlandsche gerst niet als brouwgerst te gebruiken is, zeide spr., dat nu de accijns op 'het bier is ingevoerd, de brouwerijen niet veel zin hebben de duurdere binnenlandsche gerst te gébruiken. Naar aanleiding van vragen over de ac cijns voor huisslachtingen van varkens, zeide de heer Zwagerman o.a., dat men dankbaar moet zijn, dat reeds vrijstel lingen worden toegestaan. Daar de uitvoe ring nog niet geheel geregeld is, doet men goed nu nog steeds te teekenen, dat men de accijns schuldig is. Men krijgt toch kwijtschelding of terugbetaling als dit juist blijkt. Volgend jaar zal tijdig bekendheid worden gegeven aan hetgeen vrij geslacht mag worden. Dit gaat per kalenderjaar en bedraagt 1. 2 of 3 varkens al naar gelang van de grootte van het gezin. De varkens- centrale voor Zeeland tracht ook de mo gelijkheid te scheppen, dat voor een half varken vrijstelling wordt verkregen, als de andere helft verkocht wordt. Wat de varkensfokkerij betreft zegt spr., dat voor Zeeland volgend jaar 5000 big gen zijn toegestaan, die zullen districts-, plaats- en 'bedrijfsgewijze worden ver deeld en indien een bedrijf er nu eens te veel mocht hebben door een groot geboor tecijfer dan zal dit een volgend jaar weer verrekend worden. Hierna ging de Kringvergadering over in eene, waarin ook niet-leden toegang hadden en waarin de heer Zwagerman sprak over„De prijs van consumptie- melk op Walcheren". De inleiding begon spr. met er op te wijzen, dat verschillende takken van be staan in groote moeilijkheden verkeeren, maar vooral is dit het geval met den land bouw. Alom zoekt men naar middelen om verbetering te brengen. De weg der over heid is dikwijls moeilijk en lang, maar het me precies vertelt, waar het op staait, want ik zou niet weten, wanneer je vader er kennis van zou kunnen nemen, als dat nog ooit het geval zal zijn." „Is het dan zoo erg met hem gesteld? Als men je aanzag, zou men het wel zeg gen. Maar in ieder geval, het is mij toch niet mogelijk om je in te lichten, waar het om gaat; men kan een vrouw niet alles zeggen." „Frank, als het zoo erg is, dat je het een vrouw van mijn jaren, oud genoeg om je moeder te zijn, niet kunt vertellen, dan moet je toch wel heel ver van den rech ten weg zijn afgedwaald." „Nu, ik zal het je wel zeggen, als je er zoo op gesteld bent, maar duid het me dan later niet ten kwade, dat ik dingen gezegd heb, die je niet graag hoort." We zullen onzen lezers het droeve re laas van Franks val niet verhalen, 't Is de geschiedenis van een jong student, die zonder hooge idealen, door slechte vrien den aangezet, het slachtoffer werd van eigen zwakheid. Toen het verhaal ten ein de was, keek Frank zijn toehoorster som ber aan. Ten laatste zeide Meliora: „God moge je vergiffenis schenken, Frank Ga~ risbroke, want je hebt nieuw leed ge bracht over dit hui» van tranen." Uit de dezer dagen gepubliceerde statis tiek betreffende het hooger onderwijs 19301931 blijkt o.m., dat toen stonden ingeschreven voor Geneeskunde 3230 stu denten en voor Godgeleerdheid 770, Voor de lichamelijke verzorging 20.8 pet. van het totaal aantal studenten en voor de voorziening in de geestelijke be hoeften 6.4 pet. Hieruit zou dus kunnen worden afge leid, dat of het aantal medici veel te groot wordt of dat er over 't geheel ge nomen bij de theologen nog een be langrijke achterstand is. Van veel meer belang is echter wat ver meld wordt omtrent de godsdienstige richting der studenten. Niet minder dan 25.7 pet. verklaarde geen godsdienst te hebben. Meer dan een vierde gedeelte van de toekomstige leiders des volks zegt aan godsdienst geen behoefte te hebben. Als hierbij dan nog in aanmerking weidt genomen dat 50 pet. der studenten als protestantsch staat ingeschreven, wat voor niet zoo weinigen wel geen andere godsdienstige beteekenis zal hebben dan niet-Roomsch, dan is het zonder meer duidelijk, dat we hier van bedroevende cijfers kunnen spreken. Wat moet er van een volk worden waar zóó de leiders voorgaan? OPMERKER. ia een gelukkig verschijnsel, dat de over heid van de noodzakelijkheid van te hel pen overtuigd is- Vooral is dit het geval met den minister van economische zaken, den heer Verschuur, die reeds bracht de suikerbietensteunwet, de crisis-zuivelwet, de varkenswet, de vlaswet en nu den steun aan den tuinbouw. Zeker moet men nog wel eens critiek laten hooren. Men moet echter niet in alle gevallen 100 pet. ver lichting van wege de overheid verwach ten. De landbouwers kunnen ook zelf veel medewerken. Bij de uitvoering van de cri sis-zuivelwet doet zich een dier gevallen voor. Spr. wijst er dan op, dat op Walche ren de melkveehouderij een hoofdbron van bestaan is. Er zijn 1050 melkveehouders met te samen 5500 melkkoeien, die per jaar 20 millioen kg. melk leveren. De in komsten van deze melkveehouders (bestaan ten zeerste uit veeafzet en ten tweede uit de melkopbrenget. De veeprijzen zijn tot zeer laag peil gedaald en ook van de zui velproducten herinneren zelfs de oud sten zich niet zulke lage prijzen. O.a. wijst spr. op een boterprijs van 40 ct. per pond. Er zijn 500 melkveehouders, die zelf 'bo ter bereiden en de rest van de melk voor het mesten van kalveren gebruikten. Dit laatste is nu grootendeels stop gezet ten gevolge van de lage prijzen, die voor kal veren kunnen worden verkregen. De zelf bereidende boeren genieten grooten steun door de crisis-zuivelwet. Terwijl de prijs van fabrieksboter nog 40 cent is, krijgen zij 80 tot 82^ cent. waarvan dan het hij hen beruchte, maar volgens spr. beroem de, zegeltje van 7^ cent moet worden afgetrokken. De opbrengst der zegeltjes komt in een pot en daaruit wordt in de eerste plaats steun aan de export verleend en de rest, als toeslag op de industriemelk loopende van 1 tot 2 cent per liter bestemd. Voor de fabrieksboter wordt toeslag gegeven, en voor de boerenboter niet, maar toch is de zelfbereider nog 4 cent voordeeliger per kg. uit. Spr. komt dan tot de melk der 550 boe ren, die niet zelf bereiden en die met on geveer 3300 koeien 10 tot 11 millioen kg. melk leveren. Over den prijs van deze melk zijn de gemoederen op Walcheren de laatste we ken zeer in beroering. Ieder weet, dat de toestand niet in orde is en de prijs bet laagste halfjaar veel te laag is. Dit had veel beter kunnen zijn. Zooals het nu gaat is bet noch in bet belang van den handel noch in dat van de boeren. Er zijn 50 boeren, >die de melk zelf uitventen, 100, die aan slijters leveren en de overige leve ren aan de verschillende fabrieken. Er is een marge tusschen de prijzen, die ge maakt worden van een halve cent en dit maakt, dat de best betaalden zich daarop 'beroepen. HOOFDSTUK XIII. De wolken pakken zich samen. Dokter Ingledews voorspellingen wer den maar al te zeer bewaarheid; de do minee werd ernstig ziek en vroeg vele dagen lang alle zorg en aandacht van zijn familie. Franks escapade zooals hij zijn groote overtreding luchthartig noemde werd al spoedig in den omtrek bekend en alle betere families in Perrywood draai den hem, zeer tot zijin verontwaardiging, den rug toe. Het was van het grootste belang, dat hij zijn vader niet onder de oogen zou komen, daar dominee Garis- broke nul weer helder genoeg van geest was, om zich verbaasd af te vragen, waar om zijn zoon zoo lang voor de gewone vacantie begon, thuis was. Het was Frank zeer naar den zin, dat hij zijn zieken vader niet behoefde té ontmoeten eigenlijk had hij grooten lust, iedereen maar uit den weg te blij ven; van den morgen tot den avond zat hij op zijn kamer bij een geweldig vuur. onafgebroken rookend en prikkelroman netjes lezend. Op zekeren middag zocht hij Lavinia op. „A propos, Yinnie, ik wou je wat vTagen. Jij regelt vader"a geldza ken toch en houdt de beurs, veronder stel ik!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5