DEZEEDW
TWEEDE BLAD.
JOAN CARISBROKE
Uit de Provincie
Land- en Tuinbouw
Zoeklichtjes.
Brieven uit de Residentie.
FEUILLETON.
VAN
DINSDAG 25 OCTOBER 1932, Nr 21.
Het respect voor de publieke colleges
wordt er onder ons volk nu niet bepaald
grooter op. Daarvoor zijn verschillende
oorzaken aan te wijzen en één van die
oorzaken zit stellig bij die publieke colle
ges zelf. Zij ondergraven dikwijls eigen
positie in het volksleven.
Daar heeft men b.v. een college als de
Tweede Kamer. Voor het front van het
publiek bestaat haar hoofdbezigheid in
praten. Dat is op zichzelf ook een kunst.
Wanneer het gemeen overleg tusschen
Regeering en Parlement gaande is over
den wetgevenden arbeid, moet men zich
natuurlijk uiten door spreken. En nie
mand zal daar bezwaar tegen kunnen
hebben. Doch de verstandige moet toch
ook tijd en wijze kennen.
We henben nu vier en een halve dag
de debatten in de Kamer aangehoord over
de Bedrijfsradenwet van Minister Ver
schuur. En dan aarzelen wij niet om te
zeggen, dat zulke debatten, door haar
lang-ademigheid, er hard toe mede wer
ken om de politieke belangstelling te doo-
den. Hier meenden b.v. niet minder dan
vijf Roomsche leden hun licht te moeten
laten schijnen, vier in ongeveer dezelfde
geest, één om een sterk afwijkende mee
ning te verkondigen. En alsof het voor
geschreven was, heeft elk dier vijf spre
kers het op zijn beurt ook gehad over de
Pauselijke encycliek: „Quadragesimo An
no". Men begon soms te denken, dat de
Kamer de plaats was, waar men encyclie
ken leerde uitleggen, terwijl men toch be
zig was om de Bedrijfsradenwet te be
handelen.
Maar och, wat geven zulke opmerkin
gen feitelijk? De politiek is nu eenmaal een
wonderlijk ding en er is een oud spreek
woord, dat zegt, dat de goden wien ze
willen verderven met blindheid slaan.
Het zal mijn tijd wel uitduren, zei de
man en hij ging weer verder.
De behandeling der Bedrijfsradenwet
in de Kamer heeft ook wel een paar aar
dige momenten opgeleverd. Immers, het
was bekend, dat Minister Verschuur met
zijn Bedrijfsradenwet bestrijding stond te
wachten uit eigen R.K. kring.
Was daar niet Dr Kortenhorst, de be
kwame secretaris van de R.K. Werkge
versorganisatie, die zich reeds jaar en
dag zeer warm maakte in den strijd te
gen de Bedrijfsradenwet en over dat
product soms zeer harde woorden sprak?
Ook nu stond hij op de bres, zwaar ge
wapend. Het is bekend, dat het tusschen
Minister Verschuur en zijn partijgenoot
Kortenhorst niet erg botert, maar wij
moeten constateeren, dat de Minister in
de Kamer tegenover Mr Kortenhorst meer
grof geschut gebruikt heeft dan deze te
gen hem. En toch vecht Mr Kortenhorst
in dit geval voor een verloren zaak en
was het vooruit bekend, dat Minister Ver
schuur meester van het terrein zou blij
ven. O.i. kan men, al naarmate men het
accent legt, spreken van een grooter, of
van een kleiner verschil tusschen beide.
Wil men het zoo stellen, dat Minister
Verschuur van de bedrijfsraden wilde
maken „staatsorganen" en Mr Korten
horst er van wilde maken „maatschappe
lijke" organen, ja, dan lijkt het verschil
groot, hoewel o.i. zoo de tegenstelling toch
niet zuiver gesteld is. Stellig is „erken
nen" van bedrijfsraden door de overheid
juister dan „instellen", niemand heeft dat
ook ontkend, maar de instelling kan toch
nooit anders dan vrucht zijn van de ver
kregen overtuiging, van de erkenning
dus, dat er iets opgekomen, iets gegroeid
is, dat nu door het in te stellen een vas
ten vorm erlangt.
Zoo gezien was deze botsing meer een
woordenspel, dan wel een ernstige bot
sing. Daar is ontegenzeggelijk een groei,
een verandering in het maatschappelijk
leven. Wie de maatschappelijke omstan
digheden en verhoudingen van nu een?
vergelijkt met die van voor 40 of 50 jaar,
die wordt wel sterk getroffen door de ver-
door
EMMA JANE WORBOLSE.
Vrij naar het Engelsch.
47) o—
„Ik denk dat het iemand van de Grange
is, of een andere kennis, die nog eens
komt vragen, hoe het met den zieke gaat.
Maar hoe onnadenkend, om zoo'n lawaai
te maken in een huis, waar zoo'n ernstige
patiënt is."
„Ik geloof niet, dat er iemand open
gaat doen, Zoo meteen bellen ze voor de
tweede maal wie het ook mag zijn."
„Ik zal wel even gaan kijken. Lucy is
in de kinderkamer en Nancy is bij je
vader; ik denk, dat Sara niets gehoord
heeft."
De deur was nog niet voor den nacht
gegrendeld; en Meliora opende ze wijd
zonder eenige vrees. Op den drempel
stond een lange man in een ruige overjas
en er was zoo iets eigenaardigs in zijn
houding, dat zelfs haar de moed! een
oogenblik in de schoenen zonk. Maar Joan
die zoo stond, dat het licht van de hair
lamp den indringer recht in het gelaat
scheen, riep uit„0, Frank, w&t heb je
anderingen. Vooral de jaren van den oor
log en die daar vlak na, hebben in een
kort tijdsbestek groote en gewichtige ver
anderingen gebracht in het maatschappe
lijk leven. Mede door den groei der or
ganisaties gaat het niet meer aan om tot
de arbeiders te zeggen: wij zullen over u
en zonder u handelen. Die tijd is er ge
weest, ook al denkt men hier en daar
blijkbaar, dat hij er nog is, of weer terug
komt. Dat is voorbij, de ontwikkeling gaat
in de richting der medezeggenschap der
arbeiders in het bedrijfsleven. En nu kan
men wel met groote autoriteit, als de
Staatk. Geref. heer Van Dis, komen ver
tellen, dat de medezeggenschap in strijd
is met Gods Woord, maar een beetje meer
voorzichtigheid zou op dit gebied geen
kwaad kunnen. Wij zijn elk oogenblik be
reid, om te verdedigen, dat de medezeg
genschap der arbeiders in het bedrijfs
leven absoluut niet alleen niet in strijd
is met Gods Woord, maar in overeen
stemming met het licht, dat dit Woord
laat schijnen over de nooden en behoeften
van dezen tijd.
Dat de Kamer van de in te stellen be
drijfsraden de verordenende bevoegdheid
in uitzicht gesteld heeft, nog onomwonde-
ner dan de Minister zulks gedaan had in
zijn ontwerp, vinden wij een verdienste
Een rekenen met de behoeften van dezen
tijd. Niet eenzijdig, maar alzijdig.
Het is helaas zoo te betreuren, dat er
ook nog zoovele christenen zijn, die op dit
terrein blijkbaar met oogkleppen voor
rond loopen. Die vergeten eigen meening
te toetsen aan wat er te zien en te hoo-
ren is en net doen, alsof zij alle wijsheid
alleen in pacht hebben. Dat is altijd ge
vaarlijk, maar in dezen tijd van verande
ring en wijziging meer dan ooit.
We hebben noodig open oogen en
warme harten ook bij het bezien en be
spreken van wat daar in het maatschap
pelijk leven wordt en groeit. En zooveel
mogelijk moeten wij trachten aan dien
groei en die ontwikkeling leiding te ge
ven. Opdat het zooveel doenlijk ga in den
goeden en gezonden weg van het orga
nische. Want zoo alleen kan het blijvend
ten zegen zijn. J. H.
DE CREDIETVERLEENING AAN DEN
BOERENSTAND.
Over dit onderwerp heeft Mr O. Gezelle
Meerburg een lezing gehouden in de ver
gadering van het Kon. Ned. Landbouw-
comité.
Spr. wees er op, dat in Nederland het
landbouwcrediet zich uit eigen kracht op
gewerkt heeft. In normale tijden heeft
het geheel in eigen behoeften kunnen
voorzien.
In deze abnormale tijden nemen de cre-
dietbehoeften sterk toe, wat echter voor
de landelijke crediet-organisaties geen re
den mag zijn de beginselen van een goed
bankbeleid te laten varen. Zij zijn ook
niet van plan, zich te laten dringen op
een plaats1 waar zij zich niet veilig voelen,
zelfs terwille van de behoeften van den
boer, zullen zij haar liquiditeit niet ten
offer brengen.
Provincië en gemeenten maken zich
op zich gerant te stellen voor credieten
aan personen, die hulp waard zijn, doch
de credietorganisatie acht zich niet ver
antwoord dergelijke, naar alle waarschijn
lijkheid gevaarlijke posten, te financie
ren.
Wil men haar van regeeringswege de
gelden daarvoor verschaffen, dan is zij
bereid haar medewerking te verleenen,
anders moet zij uit een oogpunt van goed
bankbeleid, die posten afwijzen.
Het zou, meent spr., niet te veel ge
vergd zijn, zoo de pensioenfondsen, of ook
de Rijkspostspaarbank, die zoovele bedra
gen van het platteland tot zich trekken,
door de regeering werden verplicht ook
gelden aan de boerencrediet-organisatie
(onder staatsgarantie) tot bovenvermeld
doel beschikbaar te stellen. Des te minder
daar door den regeeringssteun aan de be
drijven, de risico practisch is uitgesloten.
De credietverstrekking zou hierdoor op
eenigszins ruimere schaal kunnen ge
schieden.
Wat het hypothecaire crediet
betreft, de landbouwcrediet-organisatie is
daarvoor niet geschikt. En de gewone hy
potheekbanken doen weinig op het plat
teland, nu nog minder dan voorheen.
Intusschen hebben de instellingen en
particulieren, die hypotheken hebben uit-
ons aan het schrikken gemaakt! We ver
wachtten je eerst over drie weken!"
„Ik was ook niet van plan geweest eer
der te komen", zei de jonge man, die bin
nen trad en recht door liep, naar de eet
kamer. „Maar waar is de oude heer?"
„Vader is ziek, heel ziek en ligt te bed"
antwoordde Joan. „Heb je al gegeten?"
„Ja neen. Dat is te zeggen, ik heb
een broodje met kaas en een glas bier
gebruikt in Massington, maar ik wil niets
meer hebben. Ik voel me ook niet al te
goed. Waar zijn de meisjes? Waarom zit
ten jij en Joan zoo samen, alsof je een
geheime samenzwering op touw zet, Me
liora."
„We zijn in groote zorg, Frank. Je va
der is ziek geworden, in elkaar gezakt
aan het einde van den avonddienst. Hij is
den heelen dag al niet goed gewest en had
niet naar de kerk moeten gaan."
„Is er iets gebeurd om hem van streek
te maken, dat je weet?"
„Een heele boel, vrees ik. Het feit is,
Frank, dat zijn zaken tot een crisis zijn
gekomen, je vader kan zijn verplichtingen
niet langer nakomen. Geen enkele hulp
bron is hem gelaten. Is het dan wonder,
dat zijn gezondheid hem begeeft?"
„Neen, dat is zeer begrijpelijk, maar het
is slechts nieuws, Meliora, erg slecht
nieuws), en
staan op het platteland, liever hun geld
terug. Opzegging van dergelijke posten is
reeds geschied en zal wel regelmatig
doorgaan. De executie hangt den boeren-
hypotheekhouders boven het hoofd en be
lemmert hen in hun rustigen arbeid.
Hoe moet in deze behoefte worden voor
zien, willen niet vele landbouwers het
slachtoffer worden van de vrees van be
leggers voor verdere waardedaling en
door executies uit hun bedrijf worden
gestooten?
Volgens spr. zou het beste zijn een
rijkshypotheekbank op te richten, die zou
kunnen bestaan zoolang de abnormale
omstandigheden duren. Moge de regee
ring den roep, die van het platteland tot
haar komt, verstaan. Het geheele land zal
daarvan de vruchten plukken.
Na eenige bespreking werd de volgen
de motie aangenomen:
„De algemeene vergadering van het
Kon. Nederlandsch Landbouwcomité enz.
spreekt als haar overtuiging uit, dat de
financieele toestand ten plattenlande en
inzonderheid van de boerenbevolking zoo
danig is geworden, dat een debacle al
leen nog is af te wenden door de prijzen
der landbouwproducten zoodanig te ma
ken, dat ook het boerengezin eenig loon
voor zijn arbeid geniet;
is voorts van oordeel, dat voor het
handhaven van de boerengezinnen op de
bedrijven en het bedrijf te kunnen blijven
voeren, dringend noodzakelijk is, dat er
maatregelen worden getroffen:
le. om zooveel mogelijk executies en
faillissementen te voorkomen; 2e. om cre
diet te verschaffen;
en spreekt als haar overtuiging uit,
dat het noodzakelijk is, dat de regeering
met den meesten spoed overgaat tot in
grijpende maatregelen ter zake het cre-
dietvraagstuk in den landbouw.
Waterschapsbesturen. Bij
Kon. besluit is benoemd:
a. met ingang van 18 Oct. tot plaatsver
vanger van den dijkgraaf van den (Dunne-
polder, J. D. Glayes te Philippine;
b. met ingang yan 1 Nov. tot raad van
den polder Walcheren, jhr. P. J. Boogaert
te Middelburg;
en is aan P. Mol Jzn te Kapelle op zijn
verzoek eervol ontslag verleend als ge
zworene van het waterschap De breede
watering bewesten Ierseke.
AAN 39 AGENTEN in Zuid- en
Noord-Beveland kunt U een gratis de
monstratie van de nieuwe N.S.F. en Phi-
lips-Radiotoestellen vragen. Hoofdagent:
J. M. Polderman, Goes. Tel. 129. (Adv.)
Middelburg. Zooals in dit nummer
wordt aangekondigd, hoopt ds L. Nieuw-
poort morgenavond in de EngelBche kerk
wederom een lezing te houden.
Kloetlnge. Zaterdagmiddag speelde
Unitas tegen Excelsior uit Goes een wed
strijd alhier. Uitslag was 150 voor
Unitas.
Schore. De heer M. Bakker, chef van
het spoorwegstation Vlake, zal op 1 Ja
nuari a.s. den dienst met pensioen ver
laten. Dhr Bakker kwam na verschillende
rangen doorloopen te hebben, in Septem
ber 1929 te Vlake.
Krabbendijke. Donderdag zal het 25
jaar geleden zijn, dat de heer W. Kusee
in dienst kwam als arbeider-rangeerder
bij de Ned. Spoorwegen.
Borssele. Op 1 Nov. viert de zangver-
eeniging Tot Oefening en Uitspanning
haar 40-jarig bestaan. Tevens herdenkt
op dien dag dhr H. de Priester zijn 40-
jarig jubileum als directeur en mej. Chr.
de Priester haar 40-jarig jubileum als lid
der zangvereeniging.
Stavenisse. Het bestuur van het water
schap „Stavenisse" heeft besloten aan de
pachters van bouwgronden van dit jaar
een korting van 35 pet. der pachtpennin-
gen te verleenen.
Terneuzen. Alhier is opgericht een Chr.
Mannenkoor, genaamd „Terneuzensch
Mannenkoor". Staande de vergadering
gaven zich 25 leden op. Het bestuur is als
volgt samengesteld: A. Ruben, voorzitter;
P. K. Dees, secretaris en P. van Gelde
ren, penningmeester; G. Ollebek, alg. ad
junct; L. de Vos, Commissaris.
„Ik hoop, dat je niet weer om geld
komt?"
„Niet precies het is erger dan dat
Ik zit zelf in moeilijkheden, moeilijkheden
waaruit geld me zelfs niet zou kunnen
redden, vrees ik. Ik heb Oxford vaarwel
gezegd. Mijn studentenloopbaan is ten
einde."
„Wat is er gebeurd? Ben je ziek? of
je bent toch zeker niet weggejaagd?"
„Zoo is het en er is niets meer aan te
verhelpen, Meliora. Het ia maar het beste
in eens door den zuren appel heen te bij
ten, want het moet toch uitkomen.
„Dus men heeft je uitgestooten, als ik
het goed begrijp?"
„Als je het zoo wilt noemen, ja. En al
zou ik in zak en asch gaan, ze zouden
me nimmer terugnemen, aan geen enkele
universiteit, na wat is voorgevallen."
„Wat heb je dan misdreven?"
„Vraag me daar liever niet naar. Ik
kan het niet vertellen, ofschoon vader het
zal moeten weten, veronderstel ik."
„Ja, maar, dat is nu onmogelijk; domi
nee is te ziek om je zelfs te ontvangen op
het oogenblik; in zijn toestand zou de min
ste opwinding fataal kunnen blijken. Joan,
beste, wil je eens even gaan kijken, of
zuster Barnard al is aangekomen?"
Toen zij alleen waren, drong Meliora
verder aan: ,,'t ia toch beter, Frank, als je
Kring Walcheren der Z. L. M.
De melkprijs op Walcheren.
Gisterenmiddag vergaderde in de socië
teit St. Joris te Middelburg de kring Wal
cheren der Z. L. M. onder voorzitterschap
van den heer Mr M. C. van der Minne, die
alle aanwezigen, maar inzonderheid den
eere-voorzitter, jhr. P. J. Boogaert, den
algemeenen secretaris, Ir Dorst en den
Rijkszuivelconsulent, den heer Zwager
man welkom heette.
Bij de ingekomen stukken en mededee-
lingen, was o.a. het reeds gepubliceerde
lijstje met vragen van de afdeeling Mid
delburg. De afdeeling werd ten deele naar
den Polderbond verwezen en inzake het
vrijstellen van keuringen voor huisslach
tingen naar het gemeentebestuur.
Op een verzoek om steun aan de pluim
vee- en konijnententoonstelling der M. T.
V. kon met het oog op den stand der kas
dit jaar niet worden ingegaan.
De begrooting der Maatschappij gaf
geen aanleiding tot opmerkingen. In plaats
van den heer W. de Wolf, die aan de beurt
van aftreding was, koos de vergadering
tot lid der commissie tot nazien der reke
ning den heer Kodde, lid van de nieuwe
met 18 leden opgerichte afdeeling Aagte-
kerke. De ontwerp-begrooting van den
Kring voor 1933 stelde de vergadering
zonder op- of aanmerking onveranderd
vast.
De voorzitter vond nu gelegenheid te
wijzen op de ontwerp-wet tot steun aan
den tuinbouw, waarvoor een maximum
van f 5 millioen is voorgesteld. De heer
Langebeeke vroeg of ook de blauwe eigen
heimers als tuinbouw-artikelen zullen
worden beschouwd.
De heer Ir. Dorst meende, dat men dit
moet afwachten, maar maakte van de ge
legenheid gebruik te wijzen op de groote
verliezen, die de boeren lijden.
Als de landbouw niet gesteund wordt,
gaat hiji beslist ten onder. (De Z. L. M.
zal ten deze voortdurend diligent blijven.
Op een desbetreffende vraag uit de ver
gadering zeide spr., dat men reeds een
maand bezig is, te trachten een steun
regeling te ontwerpen voor
de consumptie-aardappelen,
maar dit is een zeer moei
lijke kwestie en spr. vreest,
dat er niet veel van zal komen.
De export staat onder den invloed van
lage prijzen en er is feitelijk een t e groote
opbrengst dit jaar.
Inzake de vraag of de Nederlandsche
gerst niet als brouwgerst te gebruiken is,
zeide spr., dat nu de accijns op 'het bier is
ingevoerd, de brouwerijen niet veel zin
hebben de duurdere binnenlandsche gerst
te gébruiken.
Naar aanleiding van vragen over de ac
cijns voor huisslachtingen van varkens,
zeide de heer Zwagerman o.a., dat men
dankbaar moet zijn, dat reeds vrijstel
lingen worden toegestaan. Daar de uitvoe
ring nog niet geheel geregeld is, doet men
goed nu nog steeds te teekenen, dat men
de accijns schuldig is. Men krijgt toch
kwijtschelding of terugbetaling als dit juist
blijkt. Volgend jaar zal tijdig bekendheid
worden gegeven aan hetgeen vrij geslacht
mag worden. Dit gaat per kalenderjaar en
bedraagt 1. 2 of 3 varkens al naar gelang
van de grootte van het gezin. De varkens-
centrale voor Zeeland tracht ook de mo
gelijkheid te scheppen, dat voor een half
varken vrijstelling wordt verkregen, als de
andere helft verkocht wordt.
Wat de varkensfokkerij betreft zegt spr.,
dat voor Zeeland volgend jaar 5000 big
gen zijn toegestaan, die zullen districts-,
plaats- en 'bedrijfsgewijze worden ver
deeld en indien een bedrijf er nu eens te
veel mocht hebben door een groot geboor
tecijfer dan zal dit een volgend jaar weer
verrekend worden.
Hierna ging de Kringvergadering over
in eene, waarin ook niet-leden toegang
hadden en waarin de heer Zwagerman
sprak over„De prijs van consumptie-
melk op Walcheren".
De inleiding begon spr. met er op te
wijzen, dat verschillende takken van be
staan in groote moeilijkheden verkeeren,
maar vooral is dit het geval met den land
bouw. Alom zoekt men naar middelen om
verbetering te brengen. De weg der over
heid is dikwijls moeilijk en lang, maar het
me precies vertelt, waar het op staait, want
ik zou niet weten, wanneer je vader er
kennis van zou kunnen nemen, als dat nog
ooit het geval zal zijn."
„Is het dan zoo erg met hem gesteld?
Als men je aanzag, zou men het wel zeg
gen. Maar in ieder geval, het is mij toch
niet mogelijk om je in te lichten, waar
het om gaat; men kan een vrouw niet
alles zeggen."
„Frank, als het zoo erg is, dat je het
een vrouw van mijn jaren, oud genoeg om
je moeder te zijn, niet kunt vertellen, dan
moet je toch wel heel ver van den rech
ten weg zijn afgedwaald."
„Nu, ik zal het je wel zeggen, als je
er zoo op gesteld bent, maar duid het me
dan later niet ten kwade, dat ik dingen
gezegd heb, die je niet graag hoort."
We zullen onzen lezers het droeve re
laas van Franks val niet verhalen, 't Is de
geschiedenis van een jong student, die
zonder hooge idealen, door slechte vrien
den aangezet, het slachtoffer werd van
eigen zwakheid. Toen het verhaal ten ein
de was, keek Frank zijn toehoorster som
ber aan. Ten laatste zeide Meliora: „God
moge je vergiffenis schenken, Frank Ga~
risbroke, want je hebt nieuw leed ge
bracht over dit hui» van tranen."
Uit de dezer dagen gepubliceerde statis
tiek betreffende het hooger onderwijs
19301931 blijkt o.m., dat toen stonden
ingeschreven voor Geneeskunde 3230 stu
denten en voor Godgeleerdheid 770,
Voor de lichamelijke verzorging 20.8
pet. van het totaal aantal studenten en
voor de voorziening in de geestelijke be
hoeften 6.4 pet.
Hieruit zou dus kunnen worden afge
leid, dat of het aantal medici veel te
groot wordt of dat er over 't geheel ge
nomen bij de theologen nog een be
langrijke achterstand is.
Van veel meer belang is echter wat ver
meld wordt omtrent de godsdienstige
richting der studenten.
Niet minder dan 25.7 pet. verklaarde
geen godsdienst te hebben.
Meer dan een vierde gedeelte van de
toekomstige leiders des volks zegt aan
godsdienst geen behoefte te hebben.
Als hierbij dan nog in aanmerking
weidt genomen dat 50 pet. der studenten
als protestantsch staat ingeschreven, wat
voor niet zoo weinigen wel geen andere
godsdienstige beteekenis zal hebben dan
niet-Roomsch, dan is het zonder meer
duidelijk, dat we hier van bedroevende
cijfers kunnen spreken.
Wat moet er van een volk worden waar
zóó de leiders voorgaan?
OPMERKER.
ia een gelukkig verschijnsel, dat de over
heid van de noodzakelijkheid van te hel
pen overtuigd is- Vooral is dit het geval
met den minister van economische zaken,
den heer Verschuur, die reeds bracht de
suikerbietensteunwet, de crisis-zuivelwet,
de varkenswet, de vlaswet en nu den steun
aan den tuinbouw. Zeker moet men nog
wel eens critiek laten hooren. Men moet
echter niet in alle gevallen 100 pet. ver
lichting van wege de overheid verwach
ten. De landbouwers kunnen ook zelf veel
medewerken. Bij de uitvoering van de cri
sis-zuivelwet doet zich een dier gevallen
voor.
Spr. wijst er dan op, dat op Walche
ren de melkveehouderij een hoofdbron van
bestaan is. Er zijn 1050 melkveehouders
met te samen 5500 melkkoeien, die per
jaar 20 millioen kg. melk leveren. De in
komsten van deze melkveehouders (bestaan
ten zeerste uit veeafzet en ten tweede uit
de melkopbrenget. De veeprijzen zijn tot
zeer laag peil gedaald en ook van de zui
velproducten herinneren zelfs de oud
sten zich niet zulke lage prijzen. O.a. wijst
spr. op een boterprijs van 40 ct. per pond.
Er zijn 500 melkveehouders, die zelf 'bo
ter bereiden en de rest van de melk voor
het mesten van kalveren gebruikten. Dit
laatste is nu grootendeels stop gezet ten
gevolge van de lage prijzen, die voor kal
veren kunnen worden verkregen. De zelf
bereidende boeren genieten grooten steun
door de crisis-zuivelwet. Terwijl de prijs
van fabrieksboter nog 40 cent is, krijgen
zij 80 tot 82^ cent. waarvan dan het hij
hen beruchte, maar volgens spr. beroem
de, zegeltje van 7^ cent moet worden
afgetrokken.
De opbrengst der zegeltjes komt in een
pot en daaruit wordt in de eerste plaats
steun aan de export verleend en de rest,
als toeslag op de industriemelk loopende
van 1 tot 2 cent per liter bestemd. Voor
de fabrieksboter wordt toeslag gegeven,
en voor de boerenboter niet, maar toch
is de zelfbereider nog 4 cent voordeeliger
per kg. uit.
Spr. komt dan tot de melk der 550 boe
ren, die niet zelf bereiden en die met on
geveer 3300 koeien 10 tot 11 millioen kg.
melk leveren.
Over den prijs van deze melk zijn de
gemoederen op Walcheren de laatste we
ken zeer in beroering. Ieder weet, dat de
toestand niet in orde is en de prijs bet
laagste halfjaar veel te laag is. Dit had veel
beter kunnen zijn. Zooals het nu gaat is
bet noch in bet belang van den handel
noch in dat van de boeren. Er zijn 50
boeren, >die de melk zelf uitventen, 100,
die aan slijters leveren en de overige leve
ren aan de verschillende fabrieken. Er is
een marge tusschen de prijzen, die ge
maakt worden van een halve cent en dit
maakt, dat de best betaalden zich daarop
'beroepen.
HOOFDSTUK XIII.
De wolken pakken zich
samen.
Dokter Ingledews voorspellingen wer
den maar al te zeer bewaarheid; de do
minee werd ernstig ziek en vroeg vele
dagen lang alle zorg en aandacht van zijn
familie. Franks escapade zooals hij zijn
groote overtreding luchthartig noemde
werd al spoedig in den omtrek bekend en
alle betere families in Perrywood draai
den hem, zeer tot zijin verontwaardiging,
den rug toe. Het was van het grootste
belang, dat hij zijn vader niet onder de
oogen zou komen, daar dominee Garis-
broke nul weer helder genoeg van geest
was, om zich verbaasd af te vragen, waar
om zijn zoon zoo lang voor de gewone
vacantie begon, thuis was.
Het was Frank zeer naar den zin,
dat hij zijn zieken vader niet behoefde té
ontmoeten eigenlijk had hij grooten
lust, iedereen maar uit den weg te blij
ven; van den morgen tot den avond zat
hij op zijn kamer bij een geweldig vuur.
onafgebroken rookend en prikkelroman
netjes lezend. Op zekeren middag zocht
hij Lavinia op. „A propos, Yinnie, ik wou
je wat vTagen. Jij regelt vader"a geldza
ken toch en houdt de beurs, veronder
stel ik!"
(Wordt vervolgd.)