Uit de Provincie. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN OVER DE RIJKSBEGROOTING 1933. Voorlooplg verslas Tweede Kamer. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over hoofdstuk I der Rijksbegrooting voor 1933 (Alg. beschou wingen). Van de zware en langdurige economi sche depressie, welke sedert het einde van 1929 de.wereld teistert, is zoo meen den verscheidene leden het einde nog niet te zien. De belemmeringen, welke aan den in ternationalen handel in den weg worden gelegd, hebben voor ons land, dat voor een groot deel op den handel is aangewe zen, een noodlottige werking. Andere leden achtten dezen kijk op den economischen toestand te somber. Naar hun meening ligt aan de betere stemming ter beurze wel degelijk een opleving in de bedrijven ten grondslag. Met gerustheid kan men dan ook zeggen, dat het herstel ook voor ons land bereids is inge treden. Den algemeenen politieken toestand met den economischen zoo nauw samenhangend noemden ver scheidene leden verwarder en meer ge spannen dan ooit. Verscheidene leden wezen er op, dat de benarde omstandigheden van het oogen- blik sterker dan ooit de vraag op den voorgrond doen komen, of niet de econo mische ordening een grondige herziening behoeft. Naar de meening dezer leden valt niet- te ontkennen, dat het huidige maatschappelijke stelsel gefaald heeft. Andere leden meenden, dat er geen re den is, het kapitalisme verantwoordelijk te stellen voor de economische impasse, waarin de wereld geraakt is. Deze pro ductiewijze heeft aanhoudend groote wel vaart gebracht. Zij is echter door een to taal verkeerde handelspolitiek in haar ze genrijke werking belemmerd. Verscheidene leden noemden het een erasH.ee fout van het Kabinet, dat het niet meer zelfstandigheid toont. Zij wezen daarbij op het gebrek aan eigen leiding van de Regeering bij de reeds jaren als noodzakelijk erkende bezuiniging op de kosten van den staats dienst, op haar lijdelijkheid tegenover de spilzieke gemeentebesturen enz. Deze. en andere gevallen hebben in breede kringen der bevolking den indruk gewekt, dat de Regeering haar eigen ver antwoordelijkheid schuwt, terwijl alom in het land een krachtige houding der Re geering als een noodzakelijkheid wordt gevoeld. Van verscheidene zijden werd er op gewezen, dat er reden is voor het uitspre ken van den wensch, dat de Regeering, vooral in den als gevolg van de econo mische en in verband daarmede van de politieke omstandigheden, roerigen 'tijd blijk geve, zich er van bewust te zijn, dat zij allereerst heeft te zorgen voor de handhaving van het gezag en voor de verdediging van de openbare orde. Eenige leden gaven als hun meening te kennen, dat de Regeering met de circu laire van den Minister van Binnenland- sche Zaken, waarin de burgemeesters op het hart wordt gebonden bij het toestaan van demonstraties de noodige voorzich tigheid te betrachten, lang niet ver genoeg is gegaan. Straatdemonstraties aldus deze leden brengen in deze tijden zóó ernstige bezwaren met zich, dat een al gemeen demonatratieverbod overweging verdient. Verscheidene leden waarschuwden voor de opvolging van dit advies. Het recht van demonstratie is inliaerent aan de de mocratische staatsorde. ■V erschillende leden brachten in dit ver band ter sprake het besluit van B. en W. van Amsterdam, om de werkloozen, die op 20 September j.l. naar Den Haag wenschten te gaan ter bijwoning van com munistische betoogingen, op een onge woon uur ie laten stempelen. Onder deze leden waren er, 'die er de Regeering een verwijt van ms iUon, dat zij in deze niet krachtdadiger hewt inge grepen. Verscheidene ieden kwamen tegen deze beschouwing op. Verscheidene leden vroegen, of de Re geering in het feit, dat ook hier te lande het uitdagend optreden van de in uni form gekleede fascisten eenigen omvang begint aan te nemen, geen reden ziet om het dragen van uniformen aan beperkende bepalingen te onderwerpen. Bij hun financieele beschou wingen gingen verscheidene leden uit van de raming van den Minister van Fi nanciën, volgens welke het oorspronke lijk te dekken tekort op de Rijksbegrooting voor 1933 op 147.6 millioen gulden moet worden gesteld. Zij wenschen op den voorgrond te stel len dat ook naar him meening de ernstige financieele toestand en vooruitzichten bui tengewone maatregelen noorzakelijk ma ken, teneinde inflatie en staatsbankroet te voorkoipen.^Zij achten echter de wijze waarop de Regeering de groote moeilijk heden is tegemoetgetreden, reeds in be ginsel onjuist. Over de bezuinigingsplannen zelf, voorzoover de Regeering die reeds heeft getroffen, of aan het oordeel der Staten-Generaal onderworpen, werd zeer verschillend geoordeeld. De vermin .whig van de salarissen en loonen van hei personeel in 'a Rijks dienst, ontmoette bij verschillende leden ernstig beswaar. Ook over de plannen der Regeering tot versterking van de staatsin komsten werd uitvoerig van gedachten gewisseld. PsroJide ladsEc die tegen de bezuini gingsvoorstellen bezwaar maakten, acht ten deze plannen onvoldoende. Volgens die leden moeten ter voorkoming van schade voor het sociaal en cultureel leven des volks grootere offers worden verlangd dan de Regeering wil vragen. Ook achtten zij den tijd gekomen om over te gaan tot invoering van een in komsten- zoowel als een vermogensbelas ting van de goederen in de doode hand, het stellen naast de weeldebelas ting van een hotelbelasting, speciaal voor luxe-hotels en een heffing in eens ten bate van het Leeningfonds, welke ver sterking naar hun oordeel noodzakelijk is willen de middelen van den Crisisdienst toereikend zijn om daaruit de noodige gelden tot steun aan land- en tuinbouw en tot ondersteuning van de werkloozen te putten. Tegenover deze denkbeelden werden van andere zijde verschillende bezwaren aan gevoerd. Vond de gedachte aan een coupon belasting aan verschillende zijden weerklank, andere leden meenden er op te moeten wijzen, dat te dezen groote voorzichtigheid geboden is. Gouponbelas- ting van buitenlandsche fondsen leidt tot kapitaalvlucht of couponvlucht. En wat de Nederlandsche fondsen be treft, deze zijn voor een groot deel in de handen van kleine beleggers en van soci ale, cultureele en philanthropische in stellingen, welke veelal een belangrijk obligatiebezit hebben, zoodat men voor een deel geheel anderen zou belasten dan men dacht te treffen. Overigens is de couponbelasting aller minst een belasting naar draagkracht. Wellicht is, als een heffing van dezen aard zou moeten worden ingevoerd, nog aan een verhooging van het beurszegel de voorkeur te geven. De voorgenomen heffing van op cen ten op het tarief van invoer rechten vond van verschillende zijden ernstige bestrijding. Voorts achtten sommige leden de door de Regeering ontworpen opcentenheffing op gemeentefondsbelasting en vermogens belasting aan ernstige bedenking onder hevig. Hooge belastingen aldus deze le den zijn schadelijk voor het economi sche leven. Wat de weeldeverteringsbelasting be treft, verklaarden verscheidene leden, dat zij die in beginsel konden aanvaarden. De adviezen van de Commissie-Welter met betrekking tot de gemeenten hadden verscheidene leden doen vreezen voor een nieuwe aantasting van de gemeente lijke autonomie. Herinnerend aan het door hen af gekeurde feit, dat ten vorigen jare de ge meenten gedwongen waren een korting op de wedden van haar personeel toe te pas sen, spraken dezelfde leden den wensch uit, dat deze methode niet verder zal ge volgd worden. Tegenover deze beschouwingen stelden verscheidene leden, dat, al moge er een aantal gemeenten zijn, waar de financi eele moeilijkheden niet aan een onjuist bestuur zijn te wijten, toch in vele geval len die moeilijkheden niet anders dan als gevolgen van een roekeloos beheer kunnen worden beschouwd. Deze leden meenden, dat straffe maatregelen geoorloofd en te vens noodzakelijk zijn, waardoor aan zoo danig beheer een eind wordt gemaakt. Met bezorgdheid hadden vele leden de berichten omtrent de handelspoli tiek van andere staten, inzonderheid die van Duitschland, gevolgd. Zij achtten de gevolgen van die politiek voor ons land uitermate 9rnstig, vooral voor den land en tuinbouw en de daarmede samenhan gende industrieën. Zij hadden waardee ring voor de wijze, waarop te Genève door Dr Golijn als vertegenwoordiger van de Nederlandsche Regeering tegen die poli tiek gewaarschuwd wordt. Zij achtten echter verweer met woorden niet gonoeg. Ook daden aija noodig. Die daden behoo ren niet in repressaiiïemaatrege'ea te be staan. Vrij uitvoerige beschouwingen werden ook gehouden over het uiteraard in dezen tijd zeer sterk op den voorgrond treden de vraagstukderwerkloosheid Algemeen hechtte men als hulpmiddel ter bestrijding van den. crisisnood de al lergrootste waarde aan de vermeerdering van werkgelegenheid. Bij zeer vele leden had het in dit ver band teleurstelling gewekt, dat de Regeo- ring de Zuiderzeewerken niet wenscht voort te zetten. Eveneens werd voortzetting of terhand- neming van andere groote werken be pleit. Verscheidene leden zagen ook in ver korting van den arbeidsduur een uitne mend middel om de werkloosheid te ver minderen. Vele andere léden stelden daartegen over dat zelfs bij evenredige loonsverla ging aan een maatregel als den bedoelden bezwaren zijn verbonden. Van verschillende zijden werd het ver trouwen uitgesproken, dat de Regeering 't vraagstuk van de jeugdige werk loozen, in de Troonrede vermeld, met den grootst mogelijken spoed zal ter hand nemen. Eenige leden vonden in de gevoerde be schouwingen "-inleiding tot de verklaring dat zij verlangmd uitzagen naar een re geling betreffende de tewerkstelling van de buitenlandsche arbeids krachten. Ook de steuüverleening aan de werkloozen maakte een onderwerp van gedachtenwisseling uit. Verscheidene leden betreurden het zeer, dat de Commissie-Welter op gïond van cijfers, welks op sen zesr belangrijk punt onjuist wasoa, om vorkging ven de steun- normen heeft aanbevolen en betoogd heeft dat het overweging zou verdienen, de uitkeeringen aan hen, die gedurende lan gen tijd werkloos zijn, te verlagen. Deze leden wenschten ernstig te waar schuwen tegen elk voornemen om tot ver laging van de steunnormen over te gaan. Verscheidene leden verklaarden zich in geenen deele te kunnen vereenigen met het denkbeeld, een gedeelte van de uit keeringen aan de werkloozen te vervan gen door verstrekkingen in natura. Zij wilden niet alle verstrekkingen in natura afkeuren. Tegen de reeds thans bestaande verstrekking van brandstoffen en kleeding bestond bij hen geen bezwaar. Hetgeen zij onjuist achtten is dit, dat men uitkeerin gen in geld door verstrekkingen in natu ra zou vervangen. Gezien de vele desiderata, in deze pa ragraaf ten aanzien van de werkloozen- zorg ontwikkeld, gaven verscheidene le den als hun oordeel te kennen, dat de Regeering ten spoedigste de regeling der werkloozenzorg aan een nader onderzoek behoort te onderwerpen, om daarna de noodige maatregelen te treffen. Eenige leden wijdden beschouwingen aan de verhouding tusschen kiezers en gekozenen. Zij vonden daartoe aanleiding in hel gebeurde te Amsterdam, waar een drie tal raadsleden ten gevolge van het door hun politieke partij over hun beleid uit gesproken oordeel hun raadslidmaat schap zouden hebben neergelegd. Dezen gang van zaken beschouwde men als in strijd met de goede gebruiken en met de eischen der democratie. Tusschentijds behooren de kiezers hun gekozenen vrij te laten en behooren de ge kozenen zich onafhankelijk te gevoelen van het oordeel hunner kiezers. Andere leden konden zich met deze be schouwing niet vereenigen. Ook aan de cumulatie van inko mens uit de Overheidskassen werd een bespreking gewijd. Vele leden herinnerden er aan, dat er over deze aangelegenheden van zekere zijden minder juiste voorstellingen zijn ver breid, welke in hooge mate tendentieus mogen heeten en welke een weinig ver heven speculatie op minder goede volks instincten bevatten. Eenige leden merkten op, dat bij het ontwerpen van een regeling zooals door sommigen gevraagd was, wel aandacht ge schonken mag worden aan het gevaar, dat ontstaat, als verworven pensioenrechten worden aangetast Aan het verslag is een afzonderlijke nota van den heer Duymaer van Twist toegevoegd, die daarin het verleenen van steun aan de binnenschipper ij uitvoerig bepleit, en betoogt, dat dit be drijf, dat voor het algemeen belang van zoo groote beteekenis is en dat aan dui zenden nijvere burgers brood verschaft, voor algemeenen ondergang moet worden behoed. DE TUINBOUW EN DE CRISISPACHTWET. Een uitspraak van den Hoogen Raad uitgelokt. Een tuinder te Rotterdam heeft in het begin van deze maand aan den Kanton rechter toepassing verzocht van de crisis pachtwet. In het introductieve request had hij o.a. gesteld: dat hij ingaande 1 No vember 1929 en voor den tijd van 7 ja ren van den gerequestreerde had gehuurd een tuinderij, groot circa 2 H.A., met de daarbij behoorende circa 7000 ramen, schuur en motorpomp, gelegen en staan de aan den Bermweg te Capelle aan den IJssel, zulks tegen een huurprijs van 3500 gld. per jaar, dewelke te voldoen in twee termijnen, namelijk per 1 Mei f 1750 en per 1 November f 1750; dat echter voor het jaar 1932 nadien tusschen partijen is overeengekomen dat de geheels- verschul digde pachtsom door hem zou worden voldaan op 1 November; dat hij dus, krachtens de overeenkomst, op 1 Novem ber zal moeten betalen aan verhuurster, de som van f 3500; dat hij achter de laatste jaren het onderwerpelijke tuin land steeds met verlies heeft bebouwd, tengevolge waarvan hij een geheel onver mogend man is geworden, terwijl de door hem geoogste producten dit jaar nog niet zooveel opbrengen, dat hij daarvan het arbeidsloon en de hoog noodzakelijke on kosten kan voldoen; dat van hem dus, in gevolge de heerschende buitengewone tijdsomstandigheden, in redelijkheid niet kan worden gevorderd den bedongen prijs der pacht te voldoen. Op deze gronden verzocht hij den Kan tonrechter hem geheele, subsidiair ge deeltelijke ontheffing te willen verleenen van de verplichting tot betaling der ver schuldigde pachtsom, groot f 3500. Daar de Kantonrechter de partijen niet tot elkaar kon brengen, heeft hij de zaak verwezen naar de Kamer voor crisis pachtzaken. Deze heeft thans verzoeker niet-ontvankelijk verklaard op de volgen de overwegingen: dat de Crisispachtwet uitsluitend in het leven is geroepen tengevolge van de crisis welke op het gebied van den landbouw heerschte, om hen, die in het landbouw bedrijf hun hoofd bestaan vinden, zoo noo- dig tegemoet te komen met betrekking tot de landpachten; dat de tuinbouw nisi vslt onder het begrip landbouw, wat de belanghebben den zeiven o. m. duidelijk aantoonen door hun onderscheiden organisaties; dat in geschrift eft woord wel steeds mede is behandeld dé grootte der land pachten op het terrein van den landbouw doch nimmer is de landpacht op het ge bied van den tuinbouw ran onderwerp van bespreking geweest, wat voortvloeit uit het feit, dat de pachten van gronden voor den tuinbouw zeer ondergeschikt zijn voor de resultaten van het tuinbouw bedrijf, wat niet het geval is bij den land bouw; dat bovendien uit de wet zelve voort vloeit, dat zij slechts betrekkelijk is voor de huurovereenkomsten op het landbouw gebied, wat o. m. blijkt uit de woorden: „die deskundig zijn ten aanzien van de verhoudingen op landbouwgebied". Naar gemeld wordt, heeft de procureur- generaal bij den Hoogen Raad aan ver zoeker bericht, dat hij tegen deze beslis sing cassatie in het belang der wet heeft aangeteekend. Binnenkort zal ons hoog ste rechtscollege derhalve beslissen over de vraag, of pacht van tuinderijen onder de Crisispachtwet valt. Middelburg. Op de gisteren gehouden ledenvergadering van de onderofficiers- vereeniging „Ons Belang", afd. Middel burg, protesteerden verschillende leden van het door de S. D. A. P. en het N. V. V. verspreide „Manifest", bevattende een oproep voor een te houden demonstratie te 's-Gravenhage. Uitgaande van de veronderstelling dat dit „Manifest" is samengesteld door ver antwoordelijke voormannen van de S. D. A. P. en het N. V. V. zou dit „Manifest" met kennis van zaken en naar waarheid moeten zijn opgesteld. Dit laatste blijkt althans voor een deel niet het geval te zijn en het is daarom, dat deze leden hiertegen een woord van verweer en protest niet ach terwege willen laten. Verschillende misleidende zinsneden uit het „Manifest" werden ter sprake ge bracht, o.a. ook deze: „Het beroepskader moet in stand gehouden worden. En dus mag er ook niet geraakt worden aan de bezetting van ditkader en dient bet ervan te worden vrijgesteld dat het met 12 pet. zal worden verminderd, zooals voor de overige perso neelsgroepen door de Gommis- s i e-W elter is voorgestel d". Dit alles is leugen, eveneens de 67 pet. besteed aan beroepskader. Het aantal troepenofficieren en -onder officieren bedraagt tezamen 4017. 12 pet daarvan is 482. Welnu, in totaal zullen er ongeveer 550 officieren en onderoffi cieren afvloeien! Maar bovendien: sinds 1923 z ij n reeds ongeveer 2500 beroeps onderofficieren afgevloeid! „Er heerscht nog niet genoeg werkloosheid in Nederland" volgt er dan na de hiervoren geciteerde zinsnede uit het Manifest. Welk een te genstrijdigheid! Eerst komt men er zij het met een leugen tegen op, dat er te weinig beroepskader afvloeit, om dan uit te roepen: Er heerscht nog niet genoeg werkloosheid! Of kwamen en komen deze 3000 afgevloeide onderofficieren niet in het leger van werkloozen? Kent deze partij niet de wachtgelders ellende van deze menschenal zijn 't dan maar onderofficieren? Naar aanleiding hiervan wordt met algemeene stemmen de volgende motie aangenomen: De afd. Middelburg van de Onderoffi- ciersvereen. „Ons Belang" in ledenverga dering bijeen in het café „De Eendracht" op 24 Oct. 1932; kennisgenomen hebbende van het ver spreide „Manifest" bevattende een oproep voor een te houden demonstratie te 's Gro- venhage en uitgeschreven door de bestu ren van S. D A. P. en N. V. V., consta teert, dat verschillende zinsneden mislei dend zijn en kennelijk gesteld om bij niet ter zake kundigen een animositeit aan te kweeken t.a.v. de militaire rijksambtena ren. Protesteert ten teerste tegen de leugen achtige wijze vaa propaganda voeren, welke er willens en wetens is op geba seerd om de bestaansvoorwaarden van een groep rijksambtenaren te schaden. Besluit deze motie ter kennis te brengen van de pers en gaat over tot de orde van den dag. Vlissingen. Aan het strand bij het zgn Eiland spoelde een haai aan van onge veer 2 M lengte. Het dier dat bij 't aan spoelen nog leefde, is spoedig gestorven. Het cadaver, dat minder aangename geu ren verspreidde, is verwijderd. Het Bestuur der vereeniging tot het behoud van het gemeentelijk ziekenhuis heeft zich met een adres tot den raad gewend met verzoek het voorstel der commissie tot reorganisatie der gemeen telijke ziekenhuisverpleging niet aan te nemen. Het bestuur berekent, dat de nieu we regeling met behoud van het gemeen telijk ziekenhuis f34.675 minder zal kos ten dan bij opheffing van dat ziekenhuis. Goes. Gaarne verwijzen wij naar de annonce in dit nummer, waarin de Chr. Besturenbond te Goes e.o. herinnert aan de vergadering met de kerkeraden der verschillende kerken op Zuid- en Noord- Beveland op a.s. Zaterdag. Voor deze belangrijke vergadering zal zeker groote belangstelling van de zijde der kerkeraden beslaan. Klootinjje. Hedenmorgen heeft in deze gemeente ir. de Groe een ernstig ongeluk plaats gehaa. Een zoon van den landbou wer Buijsrogge is van eon met bieten ge laden wagen afgegleden. Hij kwam voor de wielen terecht en daar de paarden doorliepen kreeg hij de wielen over zijn beer; Eraatig gewond is naar het ziekenhuis „St. Joanna" te Goes vervoerd. Daar werd een beenbreuk geconstateerd. Serooskerke Maandagavond vergader de de afd. „Patrimonium" alhier voor het eerst in deze wintercampagne. Door den voorzitter J. ,G. Verton werd een inleiding geleverd over Art. 1 van het Soc. Program, waarop een goede bespre king volgde. Als te behandelen onderwerpen voor de zen winter werden op het program ge plaatst „Onze Middenstand", „Art. 2 Soc. Program", Beroepskeus", „De beteekenis der Chr. Soc. beginselen voor dezen tijd", „Crisiszorgen", „Geldcirculatie" en „Reli gieus Socialisme". STUKKEN VOOR DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE MIDDELBURG. Vrijdag a.s. vergadert de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Zeeuw- sche eilanden te Middelburg. Het bureau stelt voor toe te treden als lid tot de Nederlandsche Kamer v. Koop handel in Italië te Milaan voor f 10 per jaar, ingaande 1933. Naar aanleiding van een verzoek van de Vereeniging „Handelsbelangen" te Kapelle om eene bijdrage voor een winkel week, wijst het bureau er op, dat het, nu het aantal aanvragen voor winkelweken en dergelijken steeds blijft toenemen, meent, dat beperking in deze gewenscht is. Het ligt dan ook in het voornemen in den aanvang van het volgend jaar te dier zake een voorstel bij de Kamer aanhangig te maken. Waar nu dit jaar nog alle ver zoeken zijn ingewilligd, meent het bureau, dat de billijkheid medebrengt ook aan de Vereeniging te Kapelle eene bijdrage te verleenen en wel van f 25. De Vereeniging ter bevordering van het Vreemdelingenverkeer te Zierikzee ver zoekt evenals vorige jaren haar een bij drage te verleenen voor een te houden winkelweek. Zij verzoekt thans een bedrag van f 100. In 1930 verleende de Kamer f 50 en in 1931 f 80. In verband met de aan de Vereeniging te Goes verleende bij drage stelt het bureau voor aan V.V.V. te Zierikzee evenals vorig jaar f 80 toe te staan. Ten slotte stelt het bureau voor naar aanleiding van een desbetreffend verzoek ook aan het comité voor een winkelweek te Kloetinge een bijdrage van f 25 te ver leenen. De ontwerp-begrooting der Kamer voor 1933 geeft een eindcijfer aan van f 15.850, onvoorziene uitgaven f 935.87 en vermoedelijk batig saldo van f 2000. Het stamkapitaal der Kamer vertegen woordigt een waarde van f 75.000. Het bureau deelt mede, dat het met eenige verwondering heeft 'kennis geno men van het adres, dat de Kamer voor Westelijk Noord-Brabant te Breda aan den Raad van Ministers heeft gezonden, waarin die Kamer er op aandringt de voor verbreeding van het kanaal door Zuid -Beveland bestemde gelden niet daar te besteden, doch in Westelijk Nr.- Brahant. Het is zeker het goed recht der genoemde Kamer op te komen voor de be langen van haar streek, doch bet bureau meent, dat niet juist is, te trachten dit doel te bereiken door de regeerinö er toe te brengen verbeteringen in een andere streek niet te voltooien. Indien men het adres der Bredasche Kamer leest zoude men denken, dat thans voor de eerste maal gelden voor de ver betering van het kanaal voor Zuid-Beve land worden aangevraagd, doch dit is geenszins het geval. Nadat reeds eerder de sluizen te Wemeldinge en te Hans- weert waren uitgebreid met een derde sluis, werd toch voor het eerst op de be grooting voor 1930 een bedrag van 50.000 gulden aangevraagd voor verhooging en wijziging van de spoorwegbrug over het kanaal door Zuid-Beveland te Vlake. Op de begrooting voor 1931 werd een bedrag aangevraagd voor verbreeding van bet kanaal door Z.B. in verband met de ver hooging en wijziging van de spoorwegbrug over dat 'kanaal (f 500.000) en voor de verhooging der spoorwegbrug eveneens f 500.000. Voor 1932 waren deze bedra gen resp. f2000 en f 1.000.000. Voor de verbreeding van het kanaal welke in totaal f2.300.000 zal vragen is der halve reeds f 1.300.000 toegestaan. Nu zou het toch op zichzelf al heel eigen aardig zijn een werk, dat reeds grooten- deels gereed is, niet te voltooien, alleen om de gelden vrij te krijgen voor een ander doel. De Bredasche Kamer zegt, dat zij geen nut ziet in een verbreeding van het ka naal, aangezien de toekomstige nieuwe verbinding tusschen Westerschelde en Volkerak ruimschoots voldoende in staat zal zijn om de scheepvaart op te vangen, waarvoor de verbreeding van het kanaal door Z. B. wordt 'bestemd. Gesteld, dat besloten wordt 'het kanaal Volkerak-Bath tot stand te brengen, dan zal bet toch nog jaren duren, voordat het in gebruik genomen zal kunnen worden, terwijl de verbeteringen van bet kanaal door Zuid-Beveland, reeds zoover zijn ge vorderd, dat zij uiterlijk in 1935 geëindigd kunnen zijn. De scheepvaart eischt een betere ver binding tusschen Ooster- en Westerschelde zoowel door verbreeding van het kanaal door Zuid-Beveland, als door verbetering van de bruggen in dit kanaal, speciaal de spoorbrug te Vlake. Ook wanneer het in Westelijk Noord-Brabant wenschelijk ge achte kanaal tot stand komt, zal het ver keer door het kanaal door Zuid-Beveland nog belangrijk blijven, want een groot percentage van de schepen, die van het kanaal gebruik maken, ia bestemd voor

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 2