DEZEEÜW
4
fWSEPE BLAD.
JOAN CARISBROKE
Uit de Provincie.
In voor
overname
Brieven uit de Residentie.
FEUILLETON
flA,
ÏN.
bht aan de
den en af-
Irecht.
'die, onver-
onze leer-
|lichtingen.
IWS"
c.
a
e:
'ARDEN-
Omzet 200
1260 Gld.
verzekerd.
Bureau van
VAN
MAANDAG 17 OCTOBER 1932, Nr 14.
N.V.V. en S.D.A.P. gaan nu begin No
vember ook in de Residentie demonstree-
ren. De datum er voor is gekozen in ver
band met den aanvang der Algem. Be
schouwingen over de Rijksbegrooting in
de Kamer, bij welke beschouwingen het,
begrijpelijkerwijs, in hoofdzaak zal gaan
over de bezuinigingsplannen der Regee
ring.
Nu ligt voor ons het manifest, waarin
N.V.V. en S.D.A.P. (let wel op, dat het
N.V.V. steeds voorgaatI) opwekken om
„met drommen van duizenden en tiendui
zenden" te komen demonstreer en. Het
trof ons zeer, dat heel die oproep feitelijk
alleen stond in het teeken van het anti-
militairisme. Maar als zoodanig veroor-
ueelt hjj zichzelf. Immers, het staat er
met vette letters, dat 67 pet. der militaire
Kosten wordt besteed aan het beroeps-
kaaer, dat is dus aan tractementen, enz.
Stellig geen zuiver „militairistische" uit
gaven, want als de S.D.A.P. haar zin
kreeg, wel dan hadden we dezelfde uit
gaven i totaal misschen nog wel hoo-
gerl i voor de mannen van de politie
macht, of hoe dat orgaan ook moge
heeten.
Maar men kan toch niet alleen met
anti-militairisme gaan demonstreeren te
gen dit Kabinet? Dat wapen is trouwens
te oud en hoe naarder het in de wereld
wordt, des te naarder wordt het ook voor
de anti-militairisten.
En dan die valsche tegenstelling, of
duidelijker gezegd: die leugen.
Voor het militairisme heeft men alles
over, zoo wordt ongeveer verteld, daar
wordt bijna niet op bezuinigd, tenminste
lang zoo veel niet als op het andere. Maar
het volksonderwijs wordt verminkt, de
sociale instellingen worden gehavend, de
levenspositie der arbeiders wordt aange
rand. Wij kennen dat lied en wij kennen
de wijs,
Nu is de waarheid in dezen, dat ook op
de Defensiebegrooting terdege bezuinigd
wordt.
Bezuinigd tot een bedrag van ruim
7M millioen. Minister Deckers komt ook
tot die bezuinigingen door beperking der
oefeningen op groote schaal en ook door
den duur der herhalingsoefeningen met 4
dagen te verminderen.
Op het materieel wordt meer bezuinigd
dan op het personeel.
De tegenstelling, die hier gemaakt
wordt: de groote volksbelangen vermin
ken, de arbeiders uitmergelen en op het
militairisme nagenoeg niets bezuinigen,
die tegenstelling is in en in valsch.
Maar men heeft dit schijnbaar noodig.
Ook N.V.V. en S.D.A.P. zien er wel iets
van, hoe gevaarlijk demonstraties in de
zen tijd zijn. Van de laatste betooging, die
de „moderne" beweging hier hield, ge
tuigde zelfs het orgaan van den rooden
Politiebond, dat de „leiders" van den op
tocht geen meester waren over de betoo-
gers en allerlei elementen, die het om
keet" te doen was, vrij spel hadden. En
wij vreezen ook nu weer.
Daarbij hebben we dezer dagen in „De
Vrijz. Democraat" opmerkingen gelezen
over het gevaar, dat er in dezen tijd voor
de democratie schuilt in demonstraties.
Wij nemen, eerlijk gezegd, al dat ge
praat over de democratie en over demo
craten, tegenwoordig niet zonder een kor
reltje zout, maar in wat hier gezegd werd,
schuilt toch wel waarheid. „De Vrijz. De
mocraat" dan merkt o.m. op:
„In den tegenwoordigen tijd, nu aan
alle volwassen staatsburgers het kiesrecht
is verleend, is de demonstratie veel min
der verdedigbaar dan vroeger. In de da
gen van het beperkte kiesrecht kon het
volk achter de kiezers zijn gevoelen niet
door 't stembiljet kenbaar maken. Dat
door
EMMA JANE WORBOLSE.
42) o—
„God zegen je!" riep hij uit, toen hij
het glas van haar aannam; „je bent zoo
goed voor me. Meliora, je bent een ware
vrouw. Ik had gelijk, toen ik zei, dat jou
vriendschap meer waard was dan de zoo
genaamde liefde van vele andere vrou
wen! Maar nog een woord, voor ik
ga begrijp je nu den waren stand van
zaken? Weet je, welk een onvergeeflijke
fout ik heb gemaakt?"
,Ik heb begrepen, dat u aan het verzoek
van mijnheer Baxter niet kon voldoen,
dat er redenen waren om de vergadering
van het comité weer uit te stellen, dat er
moeilijkheden zullen verrijzen, als u met
het u toevertrouwde geld voor den dag
moet komen!"
„Het is me eenvoudig onmogelijk. 0,
het vooruitzicht op dit uur op het nog
veel zwaarder uur, dat komen gaat
heeft me al dagen lang als een zware last
op de ziel gedrukt! Het is geweest een
zwaard van Damocles, dat me boven het
hoofd heeft gehangen vanaf het oogen-
blik, dat ik zwak genoeg was om te raken
aan geld, dat mij niet toebehoorde. En
daar 't zwaard nu vallen moet, hoe eer
der het gebeur, hoe liever het me is."
men toen tot de demonstratie zijn toe
vlucht nam om te laten zien, hoe velen
uit deze volksgroepen over belangrijke
vragen dachten, is verklaarbaar en ver
dedigbaar.
Thans nu invloed kan worden geoefend
door het stembiljet ligt de zaak heel
anders. De demonstratie is nu alleen ver
dedigbaar als een vorm van propaganda,
doch zij moet door indruk te maken op
de geesten, die geesten tot andere ge
dachten willen brengen. Zij mag in
geen enkel opzicht het karakter dragen
van dreiging, dreiging om de regeering
of de volksvertegenwoordiging tot be
paalde besluiten te dwingen. De demon
stratie, die het karakter krijgt van een
bedreiging, is een groot gevaar voor de
democratie. Van hier tot den toestand
der Fransche revolutie, toen het Parij-
sche volk bij herhaling de vergaderzaal
overstroomden en van werkelijke vrijheid
van beraadslaging der vertegenwoordi
ging geen sprake was, is maar een stap."
Juist, maar een stap.
Er zijn er, die den stap naar de revo
lutie gaarne zouden doen. Maar een over
heid, die haar roeping en haar plicht
kent, kan voor zooiets niet wijken. Krach
tige handhaving van het gezag is in de
zen tijd dan ook één der eerste eischen.
De overheid, die zich daarbij slap aan
stelt, graaft haar eigen graf.
Juist in verband met ons volks-welzijn
zijn orde en rust eerste vereischten. Het
buitenland demonstreert dit wel heel dui
delijk.
N.V.V. en S.D.A.P. schijnen een „op-
kikkertje" noodig te hebben. Zij bewe
ren wel ook opbouwende, ook construc
tieve politiek te voeren, maar wij merken
er zoo weinig van,
Of die politiek zou alleen moeten be
staan in woorden. Doch, wie komt met
plannen, wie het beter weet, dan zij, die
de verantwoordelijke posten bezetten,
moet kunnen hebben, dat zijn plannen
aan de werkelijkheid en naar de uitvoer
baarheid getoetst worden. Als dat niet
mag, dan is het toch al heel dun.
Met praten alleen is het niet te doen!
Dat vergeten niet weinigen in dezen
tijd. Ze weten precies wat er gebeuren en
wat er niet gebeuren moet. Het klopt als
een bus, het is het ei van Columbus!
Maar als men hun „oplossing" dan
eens in het licht houdt, haar eens van
meerdere zijden beziet, dan blijkt soms,
dat er niets, of nagenoeg niets, van deugt.
De beste stuurlui staan ook nu nog wel
eens aan den wal. Och, daar loopt men
geen gevaar. Critiek kan nooit geen
kwaad, mits ze opkomt uit den wortel
der belangstelling voor het algemeen wel
zijn. Dan zal ze ook weten te zwijgen.
Want dat is ook een kunst. J. H.
DE TARWEWET ALS STEUNMAAT
REGEL.
Een pleidooi voor opheffing van
de beperking van den steun tot
1/3 van het bouwland en voor
verhooging van het maalper-
centage tot tenminste 40.
De akkerbouwcommissie der Holland-
sche Maatschappij van Landbouw heeft
aan het hoofdbestuur dier organisatie
geadviseerd met klem aan te dringen op:
le. opheffing van de beperking van den
steun tot 1/3 van het bouwland;
2e. verhooging van het maalpercen-
tage.
De commissie wijst er het hoofdbestuur
op, dat het laatste boekjaar zoowel voor
akkerbouwers als veehouders zeer slecht
is geweest en het weerstandsvermogen
sterk is ondermijnd.
Het percentage landbouwers, dat niets
meer bezit, meer schulden dan bezittin
gen heeft is reeds zeer groot geworden
De meening, dat de tarweteelt loonend is
geweest en daarom is uitgebreid, is naar
de commissie meent onjuist. De opbrengst
oogst 1931 is zeer tegengevallen, zoodat
slechts bij uitzondering de teelt een loon
zal hebben opgeleverd voor den boer. Dat
niettemin de teelt wordt uitgebreid, vindt
dan ook zijn oorsprong in het feit, dat de
andere gewassen nog slechtere uitkom
sten bieden.
Dit laatste is er sinds de berichten der
„O, maar het zwaard van Damocles
viel niet, is het wel?"
„De geschiedenis gewaagt er niet van,
maar dat, wat boven mij en de mijnen
hangt, moet vallen en dat is niet meer
dan rechtvaardig. 0, wie durft er bewe
ren, dat de zonde niet gestraft wordt,
zelfs al in deze wereld? Nemesis is geen
oude mythe. Heeft de Heer niet gezegd:
„Mij komt de wraak toe. Ik zal het ver
gelden? En nu sta ik op het punt te
oogsten, wat ik gezaaid heb, dat wat ik
vrijwillig gezaaid en opgekweekt heb van
mijn vroegste jeugd af tot nu toe."
Er was geen gelegenheid nog meer te
zeggen, want 't tweede gelui was al bijna
ten einde en het werd tijd, dat dominee
Carisbroke zich naar de sacristie begaf.
Maar met opzet wachtte hij tot het aller
laatst, om zoo mogelijk een samentreffen
met den heer Baxter te vermijden. De
meisjes stonden al aangekleed en wel in
de hal te wachten; allen behalve Joan,
die verzocht had, of zij bij Ruby mocht
blijven, daar ze nog zoo'n last had van
hoofdpijn.
Meliora begreep ten volle Joan's tegen
zin om den avonddienst bij te wonen en
voelde zelf een sterke neiging om haar
voorbeeld te volgen en thuis te blijven
en in stilte te bidden voor den ongeluk-
kigen man, die zich zijn heilig ambt zoo
weinig waardig had getoond Maar prac-
tisch en onzelfzuchtig als ze altijd was,
redeneerde ze aldus: „Ik vrees, dat ik
aanwezig hoor te zijn, het zal hem een
troost zijn het gelaat van één ware vriend
laatste weken over doelbewuste belemme
ring door andere landen van den export
onzer landbouwproducten niet beter op
geworden. De commissie weet niet wat zij
in deze omstandigheid den landbouwers
moet adviseeren om te verbouwen, nu de
tarweteelt beperkt moet blijven tot een
derde.
De commissie ziet in de tarwe het
eenige gewas, dat de noodwendige be
perking van de andere culturen, door
de vernietiging van den export ervan,
eenigermate kan opvangen, en acht h t
dan ook onbegrijpelijk, dat juist in de
zen duisteren tijd de steun beperkt wordt
en zelfs geen grasland mag worden ge
scheurd om direct of indirect van de
Tarwewet te profiteeren. Met cijfers uit
Noord-Holland en Zuid-Holland toont
de commissie nader aan op hoeveel hon
derden bedrijven de tarweverbouw zal'
moeten worden beperkt en hoe onbillijk
deze uniforme beperking moet werken.
Ter toelichting op den wensch, het
maalpercentage te verhoogen, deelt de
commissie onder meer mede, dat de kwa
liteit van den oogst 1932 uitmuntend is
en de bezwaren, tegen een verhooging
van het percentage (van 25 pet.) geuit,
door de opgedane ervaring zijn gelogen
straft.
Voorts wijst de commissie op de mo
reels gevaren, welke de Tarv ewet thans
met zich brengt, nu zoo'n groote hoeveel
heid tarwe voor wereldmarktprijs op de
binnenlandsche markt moet worden ver
kocht.
De commissie acht het wel juist, dat
wat goede tarwe tegen wereldmarktprijs
beschikbaar blijft voor de molenaars; dit
behoeft slechts weinig te zijn.
De commissie verzoekt het hoofdbe
stuur, te streven naar een wettelijk maal
percentage van tenminste 40 pet.
Tenslotte wijst de commissie nog op
het feit, dat de richtprijs van f 12.50 voor
den oogst 1931 bleef gehandhaafd, ook
toen bleek, dat de oogst ver beneden het
gemiddelde bleef, terwijl thans de richt
prijs voor den oogst 1932, door den mi
nister genoemd f 12, telkens wordt ver
laagd, nu de tarwetelers zoo gelukkig
zijn een uitstekenden oogst te bezitten.
De oommissie wijst op de catastrophale
daling van de aardappelprijzen en an
dere factoren, welke er wel toe zullen
medewerken, dat het boerengezin na een
jaar werken weer verloren zal hebben,
ondanks de tarwewet en andere wetten.
Het kanaal HansweertWemeldlnge.
Wij lezen in „Het Handelsblad":
Volgens de bekende verzekering van
Minister Beelaerts aan de ongerust ge
worden Eerste Kamerleden, zouden er in
de kwestie van de verbetering van den
vaarweg AntwerpenHollandsch Diep
geen beslissingen te verwachten wezen al
vorens in beide landen nieuwe volksverte
genwoordigingen zullen zijn gekozen.
Toch heeft onze Waterstaat besloten den
thans bestaanden waterweg verder te gaan
verbeteren, en wel door het onderhanden
nemen van het kanaal door Zuid-Beve
land, dat loopt tusschen Hansweert
en Wemeldinge.
Ware er geen strijd ontbrand, en nog
steeds onbeslecht, om een geheel nieuwen
vaarweg, om een directe verbinding door
ons Brabant, tusschen Antwerpen en het
Hollandsch Diep, dan zou men zonder
eenige reserve kunnen toejuichen, dat on
ze waterstaat eindelijk eens overging tot
het uit den weg ruimen van de hinderpa
len, die onze en de Belgische binnenschip
pers daar sedert jaar en dag hebben te
overwinnen; en waarvan wel de lastigste
is de draai-spoorbrug bij Vlake;
waardoor, volgens een berekening van het
Eerste Kamerlid Van der Lande per schip
een gemiddelde vertraging van
ongeveer 25 minuten werd veroor
zaakt.
Hadde onze waterstaat vroeger, veel
vroeger, toen het verkeer langs Hans
weert zoo sterk toenam in 1912, toen
dit verkeer nog eerst tot 12 millioen ton
gegroeid was, werd dit kanaal reeds door
te zien; en als er iets mocht gebeuren
en ik heb er een vreemd voorgevoel van,
dat er iets ongewoons zal plaats vinden!
dan zal ik weten hoe te handelen. Ik
geloof, dat ik gaan moet".
En zonder nog naar Joan te gaan,
zette Meliora haastig haar hoed op en
ging naar de kerk; het was een wande
ling van nauwelijks twee minuten van de
huisdeur naar de familiebank. Ze boog
het hoofd zoo diep tijdens het gebed, dat
Lavinia en Maggie zich beiden verbaasd
afvroegen, waaraan Meliora dien plot-
selingen „aanval van vroomheid" te dan
ken had. De dienst was al begonnen. Do
minee Carisbroke had zijn lessenaar reeds
opgezocht, zijn stem klonk niet anders dan
gewoonlijk, naar Meliora meende, toen
hij verklaarde: „Als de zondaar het pad
zijner zonden verlaat en doet, hetgeen
waarachtig en rechtvaardig is, zoo zal hij
zijn ziel redden." Doch ontroering klonk
er in zijn stem, toen hij na een oogen-
blik zwijgens voortging: „Kastijd mij
Heere! doch met mate; niet in Uwen
toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt."
En naarmate de dienst voortging, kwam
de gemeente meer en meer onder den in
druk en verbaasde zich grootelijks; want
nimmer tevoren had hun herder zoo oot
moedig beleden, dat hij en zijn kudde
„gedwaald hadden en van het rechte pad
waren afgedwaald"; voor Meliora had
ieder woord zijn beteekenis: zij alleen
wist, waarom dominee met zooveel meer
overtuiging sprak dan gewoonlijk.
Toen er gebeden was en na den zang,
de binnenschippers voor onvoldoende ver
klaard; thema moet er het dubbele door!
de werken uitgevoerd, welke nu op de
begrooting staan, dan had men den Bel
gischen, lees Antwerpschen ijveraars voor
een direct kanaal door ons Brabant, heel
wat, misschien wel allen, wind uit de zei
len genomen.
Het is echter een lastig geval. De Bel
gen blijven aandringen op hun Moerdijk
kanaal. En men voelt er natuurlijk weinig
voor om dan ook nog eens millioenen te
gaan besteden aan het kanaal van Hans
weert. Want: wanneer er eens een directe
verbinding- Schelde-Rijn zou zijn, dan zou
het kanaal van Hansweert nog slechts die
nen voor de vaart tusschen Gent, Terneu-
zen en den Rijn (slechts de helft van wat
thans door Hansweert gaat) en dat nog
slechts in het betere jaargetijde en bij goed
weer, want bij slecht weer en in den win
ter zou men ook van Gent uit liever varen
over de Wester-Scheide en dan bij Bath
het veiliger kanaal door Brabant op
zoeken dan over de Ooster-Schelde naar
het Noorden verder te moeten door Mast
gat, Krammer en Volkerak. Wanneer wij
ten slotte eens Zeeuwsch-Vlaanderen en
het kanaal van Terneuzen naar Gent, bijv.
door een kanaal Sluiskil-Graauw, willen
verbinden met het Brabantsche kanalen-
net, zou het kanaal van Hansweert zelfs
heelemaal nuteloos worden.
Thans komt ineens het bericht, dat onze
waterstaat de ergste hinderpaal uit dit
kanaal van Hansweert gaat opruimen: de
draaispoorbrug van Vlake, waarvoor in de
plaats een vaste brug zal komen hoog ge
noeg (7.5 M. boven den waterspiegel) om
alle Rijnschepen door te laten, met een be
weegbaar verlengstuk, waar zelfs zeesche
pen, niet breeder dan 18 M. en met geen
grooter diepgang dan 6.5 M., door zullen
kunnen varen. Hetgeen voor onze marine
misschien van beteekenis is.
De plannen voor de onteigening langs
het kanaal van Hansweert hebben vooral
in Noord-Brabant groote ongerustheid ge
wekt.
Volgens deze onteigeningsplannen houdt
de Waterstaat er namelijk rekening mee,
dat de noodzakelijkheid zich zal doen ge
voelen om het kanaal niet slechts te ver
beteren, maar ook om het zeer aanmerke
lijk te verbreeden. Daarom wordt thans
die nieuwe spoorbrug bij Vlake, met de
tegenwoordige Postbrug, alvast uitgevoerd
alsof ze over een zeer verbreed kanaal
voerden; worden ook alvast de terreinen
onteigend om later het kanaal dat
thans ongeveer 45 M. breed is, te bren
gen op niet minder dan 87.5 M.; waarbij
64 M. bodembreedte van 4.5 M. en 10 van
6.5 M. diepte!
Waterstaat rekent dus met de moge
lijkheid, of waarschijnlijkheid
dat het eens noodig kan zijn om van het
kanaal van Hansweert een geheel moderne
en grootscheepsche ScheldeRijnverbdn-
ding te maken.
In Brabant zou men natuurlijk graag
zien, dat onze regeering in deze moeilijke
tijden de beschikbare millioenen reserveer
de voor het kanaal Bath-Dintelsas. Daar
vreest men, en waarschijnlijk terecht, dat,
nu eT weer zoo veel geld besteed gaat wor
den aan het kanaal van Hansweert, de
kans, dat men ook nog geld zal vinden
voor een kanaal Bath-Dintelsas, weer veel
geringer geworden is.
In Brabant verklaart men deze verbe
tering van Hansweert nutteloos. Niet de
reeds lang noodzakelijk geachte, maar
minder grootscheepsch uitgevoerde ver
hooging van de spoorbrug bij Vlake. even
min als de, inmiddels reeds uitgevoerde,
reparatie van de sluis te Hansweert, die
onderloopsch was. Wat waterstaat thans
gaat uitvoeren is in totaal begroot op
slechts f 2.300.000.
Wanneer, na de normalisatie van het
Hellegat, thans ook het kanaal van Hans
weert weer zoover verbeterd zal zijn, zal
men in Gent zeer tevreden wezen; en in
Antwerpen natuurlijk ook. Maar men zal
dat daar niet zeggen maar er blijven aan
dringen op een Moerdijkkanaal.
Volgens te bevoegder plaatse verstrekte
inlichtingen, zou de onrust in Brabant
voorbarig zijn, omdat, wat in de bladen
verscheen over de plannen van Waterstaat
onjuist geweest zou zijn: het/verbreeden
van het kanaal van Hansweert zooals dat,
o.a. naar aanleiding van die onteigenings
plannen, voor een uitgemaakte zaak werd
gehouden en dat vele millioenen zou
moeten kosten zou immers nog geens
zins vaststaan. Daarvoor zouden eerst la
ter gelden aangevraagd moeten worden.
En wat men thans, voor f 2.300.000 gaat
uitvoeren impliceert niet, dat er later nog
een tiental millioenen aan toegevoegd zou
den moeten worden.
Onze correspondent uit Kortgene
meldt ons:
In het Raadsverslag dezer gemeente
stond Vrijdag, dat de kosten van den
brand waarschijnlijk f 600 zullen bedra
gen. Hierbij dient echter opgemerkt te
worden, dat in dit bedrag de kosten zijn
begrepen voor de aanschaffing van klee
ding en brandbluschmiddelen.
DE WINTER KOMT. Nu is het tijd
voor een abonnement op de volledige
Ned. radioprogramma's voor 7 cent per
dag. Goessche Radio-Centrale. (Adv.)
Zeilschipgestrand. Het zeil
schip Sappemeer H, schipper R. Schot, is
Zaterdag tijdens stormweer nabij Garis-
hoek gestrand. De sleepboot Adja van
Smit's Bergingsbedrijf voer ter assistentie
uit en heeft het schip, dat het roer had
verloren, te St Maartensdijk binnen ge
bracht. De bemanning was reeds door
den veerman La Rooy van het schip ge
haald en in veiligheid gebracht.
De Rijkslandbouwconsulent voor
Noordelijk Groningen Ir P. G. Meijers, ge
boren te Arnemuiden, is benoemd tot di
recteur der tweede afdeeling van 't Rijks
landbouwproefstation te Groningen.
Middelburg. In de Florabioscoop hadden
Zaterdagmiddag twee zeer goed bezette
voorstellingen plaats, uitgaande van de
Samenwerkende Vereenigingen tot het
houden van Technische lezingen en films
te Middelburg en Vlissingen.. Na een
korte film over Java, volgde een vieracter
Met het in aanbouw zijnde viaduct over de spoorlijn bij 's-Heer Arendskerke wor
den goede vorderingen gemaakt.
beklom dominee Carisbroke moeizaam
den kansel; hij bleef echter zoo langdurig
in knielende houding, dat Meliora begon
te vreezen, dat hij het bewustzijn verlo
ren had. Toen echter de laatste tonen
van het orgel waren verstorven, hief hij
het hoofd op en overzag zijn gemeente.
Bijna recht tegenover hem bevond zich
zijn familie, een weinig meer naar rechts
verhief zich de bank der kerkvoogden,
waarin met een strak en onverstoorbaar
gelaat de heer Baxter. Er heerschte een
doodelijke stilte 't scheen alsof de pre
diker zijn tekst vergeten was. Ten laat
ste klonken van den kansel de woorden:
„God wees mij zondaar genadig".
De predikatie was er een van het ge
wone soort en dominee Carisbroke droeg
haar voor op eentonigen geestloozen
dreun, en precies zooals ze was geschre
ven; en het was een onderwerp dat hij
zeker reeds een half dozijn malen voor
zijn parochianen had behandeld. Menig
een, die den dienst bijwoonde zal gedeel
ten uit de preek wel herkend hebben,
maar dat placht men niet afkeurenswaar
dig te vinden. Integendeel hoorden de ge
meenteleden van Perrywood liever iets,
dat zij reeds kenden. Dat sprak meer tot
hen dan altijd weer iets nieuws.
Het was geen lange preek, ofschoon ze
Meliora lang genoeg scheen, die koorts
achtig wenschte, dat alles voorbij zou zijn
en de dominee weer veilig thuis was. En
ook mijnheer Baxter duurde ze lang ge
noeg, daar hij besloten had nog een on
derhoud met den dominee te hebben na
den dienst om den dag te bepalen, waarop
de vergadering van het comité zou plaats
hebben. Hoe meer de man over alles na
dacht, hoe stelliger hij zich voornam zijn
eigen gevoelens terzijde te schuiven en
„zijn plicht te doen"; wat zeggen wilde,
dat hij geen genade zou hebben met den
zondaar; want mijnheer Baxter was er
zoo langzamerhand stellig van overtuigd
geraakt, dat de dominee van Perrywood
zich binnen het bereik van de wet had ge
steld. Hij twijfelde niet, of de gestorte gel
den waren voor privé aangelegenheden
gebruikt en de dominee zou ze dan na
tuurlijk niet kunnen geven, als ze opge-
eischt werden, En daar zat hij in de
breede vierkante bank, schijnbaar met de
vereischte aandacht luisterend naar de
preek; maar in werkelijkheid hoorde hij
geen woord, maar ging in gedachten
reeds na, wat hij en vele anderen binnen
afzienbaren tijd zouden zeggen van den
ongelukkigen wetsovertreder in den preek
stoel. Toen eindelijk met een laatste ge
bed de dienst beslaten werd, was het voor
de eerste maal dat de prediker stokte; het
scheen dat hij de woorden vergeten was
van het gebed dat hij zoo honderden ma
len had uitgesproken. Bij het „ingeënt in
onze harten", hield hij plotseling op,
klaarblijkelijk niet in staat om voort te
gaan een onduidelijk gemompel volgde,
totdat de verwonderde gemeente weder de
woorden opving „door Christus Jezus,
onzen God."
("Wordt vervolgd.)