DEZEEÜW 4 fWSEPE BLAD. JOAN CARISBROKE Uit de Provincie. In voor overname Brieven uit de Residentie. FEUILLETON flA, ÏN. bht aan de den en af- Irecht. 'die, onver- onze leer- |lichtingen. IWS" c. a e: 'ARDEN- Omzet 200 1260 Gld. verzekerd. Bureau van VAN MAANDAG 17 OCTOBER 1932, Nr 14. N.V.V. en S.D.A.P. gaan nu begin No vember ook in de Residentie demonstree- ren. De datum er voor is gekozen in ver band met den aanvang der Algem. Be schouwingen over de Rijksbegrooting in de Kamer, bij welke beschouwingen het, begrijpelijkerwijs, in hoofdzaak zal gaan over de bezuinigingsplannen der Regee ring. Nu ligt voor ons het manifest, waarin N.V.V. en S.D.A.P. (let wel op, dat het N.V.V. steeds voorgaatI) opwekken om „met drommen van duizenden en tiendui zenden" te komen demonstreer en. Het trof ons zeer, dat heel die oproep feitelijk alleen stond in het teeken van het anti- militairisme. Maar als zoodanig veroor- ueelt hjj zichzelf. Immers, het staat er met vette letters, dat 67 pet. der militaire Kosten wordt besteed aan het beroeps- kaaer, dat is dus aan tractementen, enz. Stellig geen zuiver „militairistische" uit gaven, want als de S.D.A.P. haar zin kreeg, wel dan hadden we dezelfde uit gaven i totaal misschen nog wel hoo- gerl i voor de mannen van de politie macht, of hoe dat orgaan ook moge heeten. Maar men kan toch niet alleen met anti-militairisme gaan demonstreeren te gen dit Kabinet? Dat wapen is trouwens te oud en hoe naarder het in de wereld wordt, des te naarder wordt het ook voor de anti-militairisten. En dan die valsche tegenstelling, of duidelijker gezegd: die leugen. Voor het militairisme heeft men alles over, zoo wordt ongeveer verteld, daar wordt bijna niet op bezuinigd, tenminste lang zoo veel niet als op het andere. Maar het volksonderwijs wordt verminkt, de sociale instellingen worden gehavend, de levenspositie der arbeiders wordt aange rand. Wij kennen dat lied en wij kennen de wijs, Nu is de waarheid in dezen, dat ook op de Defensiebegrooting terdege bezuinigd wordt. Bezuinigd tot een bedrag van ruim 7M millioen. Minister Deckers komt ook tot die bezuinigingen door beperking der oefeningen op groote schaal en ook door den duur der herhalingsoefeningen met 4 dagen te verminderen. Op het materieel wordt meer bezuinigd dan op het personeel. De tegenstelling, die hier gemaakt wordt: de groote volksbelangen vermin ken, de arbeiders uitmergelen en op het militairisme nagenoeg niets bezuinigen, die tegenstelling is in en in valsch. Maar men heeft dit schijnbaar noodig. Ook N.V.V. en S.D.A.P. zien er wel iets van, hoe gevaarlijk demonstraties in de zen tijd zijn. Van de laatste betooging, die de „moderne" beweging hier hield, ge tuigde zelfs het orgaan van den rooden Politiebond, dat de „leiders" van den op tocht geen meester waren over de betoo- gers en allerlei elementen, die het om keet" te doen was, vrij spel hadden. En wij vreezen ook nu weer. Daarbij hebben we dezer dagen in „De Vrijz. Democraat" opmerkingen gelezen over het gevaar, dat er in dezen tijd voor de democratie schuilt in demonstraties. Wij nemen, eerlijk gezegd, al dat ge praat over de democratie en over demo craten, tegenwoordig niet zonder een kor reltje zout, maar in wat hier gezegd werd, schuilt toch wel waarheid. „De Vrijz. De mocraat" dan merkt o.m. op: „In den tegenwoordigen tijd, nu aan alle volwassen staatsburgers het kiesrecht is verleend, is de demonstratie veel min der verdedigbaar dan vroeger. In de da gen van het beperkte kiesrecht kon het volk achter de kiezers zijn gevoelen niet door 't stembiljet kenbaar maken. Dat door EMMA JANE WORBOLSE. 42) o— „God zegen je!" riep hij uit, toen hij het glas van haar aannam; „je bent zoo goed voor me. Meliora, je bent een ware vrouw. Ik had gelijk, toen ik zei, dat jou vriendschap meer waard was dan de zoo genaamde liefde van vele andere vrou wen! Maar nog een woord, voor ik ga begrijp je nu den waren stand van zaken? Weet je, welk een onvergeeflijke fout ik heb gemaakt?" ,Ik heb begrepen, dat u aan het verzoek van mijnheer Baxter niet kon voldoen, dat er redenen waren om de vergadering van het comité weer uit te stellen, dat er moeilijkheden zullen verrijzen, als u met het u toevertrouwde geld voor den dag moet komen!" „Het is me eenvoudig onmogelijk. 0, het vooruitzicht op dit uur op het nog veel zwaarder uur, dat komen gaat heeft me al dagen lang als een zware last op de ziel gedrukt! Het is geweest een zwaard van Damocles, dat me boven het hoofd heeft gehangen vanaf het oogen- blik, dat ik zwak genoeg was om te raken aan geld, dat mij niet toebehoorde. En daar 't zwaard nu vallen moet, hoe eer der het gebeur, hoe liever het me is." men toen tot de demonstratie zijn toe vlucht nam om te laten zien, hoe velen uit deze volksgroepen over belangrijke vragen dachten, is verklaarbaar en ver dedigbaar. Thans nu invloed kan worden geoefend door het stembiljet ligt de zaak heel anders. De demonstratie is nu alleen ver dedigbaar als een vorm van propaganda, doch zij moet door indruk te maken op de geesten, die geesten tot andere ge dachten willen brengen. Zij mag in geen enkel opzicht het karakter dragen van dreiging, dreiging om de regeering of de volksvertegenwoordiging tot be paalde besluiten te dwingen. De demon stratie, die het karakter krijgt van een bedreiging, is een groot gevaar voor de democratie. Van hier tot den toestand der Fransche revolutie, toen het Parij- sche volk bij herhaling de vergaderzaal overstroomden en van werkelijke vrijheid van beraadslaging der vertegenwoordi ging geen sprake was, is maar een stap." Juist, maar een stap. Er zijn er, die den stap naar de revo lutie gaarne zouden doen. Maar een over heid, die haar roeping en haar plicht kent, kan voor zooiets niet wijken. Krach tige handhaving van het gezag is in de zen tijd dan ook één der eerste eischen. De overheid, die zich daarbij slap aan stelt, graaft haar eigen graf. Juist in verband met ons volks-welzijn zijn orde en rust eerste vereischten. Het buitenland demonstreert dit wel heel dui delijk. N.V.V. en S.D.A.P. schijnen een „op- kikkertje" noodig te hebben. Zij bewe ren wel ook opbouwende, ook construc tieve politiek te voeren, maar wij merken er zoo weinig van, Of die politiek zou alleen moeten be staan in woorden. Doch, wie komt met plannen, wie het beter weet, dan zij, die de verantwoordelijke posten bezetten, moet kunnen hebben, dat zijn plannen aan de werkelijkheid en naar de uitvoer baarheid getoetst worden. Als dat niet mag, dan is het toch al heel dun. Met praten alleen is het niet te doen! Dat vergeten niet weinigen in dezen tijd. Ze weten precies wat er gebeuren en wat er niet gebeuren moet. Het klopt als een bus, het is het ei van Columbus! Maar als men hun „oplossing" dan eens in het licht houdt, haar eens van meerdere zijden beziet, dan blijkt soms, dat er niets, of nagenoeg niets, van deugt. De beste stuurlui staan ook nu nog wel eens aan den wal. Och, daar loopt men geen gevaar. Critiek kan nooit geen kwaad, mits ze opkomt uit den wortel der belangstelling voor het algemeen wel zijn. Dan zal ze ook weten te zwijgen. Want dat is ook een kunst. J. H. DE TARWEWET ALS STEUNMAAT REGEL. Een pleidooi voor opheffing van de beperking van den steun tot 1/3 van het bouwland en voor verhooging van het maalper- centage tot tenminste 40. De akkerbouwcommissie der Holland- sche Maatschappij van Landbouw heeft aan het hoofdbestuur dier organisatie geadviseerd met klem aan te dringen op: le. opheffing van de beperking van den steun tot 1/3 van het bouwland; 2e. verhooging van het maalpercen- tage. De commissie wijst er het hoofdbestuur op, dat het laatste boekjaar zoowel voor akkerbouwers als veehouders zeer slecht is geweest en het weerstandsvermogen sterk is ondermijnd. Het percentage landbouwers, dat niets meer bezit, meer schulden dan bezittin gen heeft is reeds zeer groot geworden De meening, dat de tarweteelt loonend is geweest en daarom is uitgebreid, is naar de commissie meent onjuist. De opbrengst oogst 1931 is zeer tegengevallen, zoodat slechts bij uitzondering de teelt een loon zal hebben opgeleverd voor den boer. Dat niettemin de teelt wordt uitgebreid, vindt dan ook zijn oorsprong in het feit, dat de andere gewassen nog slechtere uitkom sten bieden. Dit laatste is er sinds de berichten der „O, maar het zwaard van Damocles viel niet, is het wel?" „De geschiedenis gewaagt er niet van, maar dat, wat boven mij en de mijnen hangt, moet vallen en dat is niet meer dan rechtvaardig. 0, wie durft er bewe ren, dat de zonde niet gestraft wordt, zelfs al in deze wereld? Nemesis is geen oude mythe. Heeft de Heer niet gezegd: „Mij komt de wraak toe. Ik zal het ver gelden? En nu sta ik op het punt te oogsten, wat ik gezaaid heb, dat wat ik vrijwillig gezaaid en opgekweekt heb van mijn vroegste jeugd af tot nu toe." Er was geen gelegenheid nog meer te zeggen, want 't tweede gelui was al bijna ten einde en het werd tijd, dat dominee Carisbroke zich naar de sacristie begaf. Maar met opzet wachtte hij tot het aller laatst, om zoo mogelijk een samentreffen met den heer Baxter te vermijden. De meisjes stonden al aangekleed en wel in de hal te wachten; allen behalve Joan, die verzocht had, of zij bij Ruby mocht blijven, daar ze nog zoo'n last had van hoofdpijn. Meliora begreep ten volle Joan's tegen zin om den avonddienst bij te wonen en voelde zelf een sterke neiging om haar voorbeeld te volgen en thuis te blijven en in stilte te bidden voor den ongeluk- kigen man, die zich zijn heilig ambt zoo weinig waardig had getoond Maar prac- tisch en onzelfzuchtig als ze altijd was, redeneerde ze aldus: „Ik vrees, dat ik aanwezig hoor te zijn, het zal hem een troost zijn het gelaat van één ware vriend laatste weken over doelbewuste belemme ring door andere landen van den export onzer landbouwproducten niet beter op geworden. De commissie weet niet wat zij in deze omstandigheid den landbouwers moet adviseeren om te verbouwen, nu de tarweteelt beperkt moet blijven tot een derde. De commissie ziet in de tarwe het eenige gewas, dat de noodwendige be perking van de andere culturen, door de vernietiging van den export ervan, eenigermate kan opvangen, en acht h t dan ook onbegrijpelijk, dat juist in de zen duisteren tijd de steun beperkt wordt en zelfs geen grasland mag worden ge scheurd om direct of indirect van de Tarwewet te profiteeren. Met cijfers uit Noord-Holland en Zuid-Holland toont de commissie nader aan op hoeveel hon derden bedrijven de tarweverbouw zal' moeten worden beperkt en hoe onbillijk deze uniforme beperking moet werken. Ter toelichting op den wensch, het maalpercentage te verhoogen, deelt de commissie onder meer mede, dat de kwa liteit van den oogst 1932 uitmuntend is en de bezwaren, tegen een verhooging van het percentage (van 25 pet.) geuit, door de opgedane ervaring zijn gelogen straft. Voorts wijst de commissie op de mo reels gevaren, welke de Tarv ewet thans met zich brengt, nu zoo'n groote hoeveel heid tarwe voor wereldmarktprijs op de binnenlandsche markt moet worden ver kocht. De commissie acht het wel juist, dat wat goede tarwe tegen wereldmarktprijs beschikbaar blijft voor de molenaars; dit behoeft slechts weinig te zijn. De commissie verzoekt het hoofdbe stuur, te streven naar een wettelijk maal percentage van tenminste 40 pet. Tenslotte wijst de commissie nog op het feit, dat de richtprijs van f 12.50 voor den oogst 1931 bleef gehandhaafd, ook toen bleek, dat de oogst ver beneden het gemiddelde bleef, terwijl thans de richt prijs voor den oogst 1932, door den mi nister genoemd f 12, telkens wordt ver laagd, nu de tarwetelers zoo gelukkig zijn een uitstekenden oogst te bezitten. De oommissie wijst op de catastrophale daling van de aardappelprijzen en an dere factoren, welke er wel toe zullen medewerken, dat het boerengezin na een jaar werken weer verloren zal hebben, ondanks de tarwewet en andere wetten. Het kanaal HansweertWemeldlnge. Wij lezen in „Het Handelsblad": Volgens de bekende verzekering van Minister Beelaerts aan de ongerust ge worden Eerste Kamerleden, zouden er in de kwestie van de verbetering van den vaarweg AntwerpenHollandsch Diep geen beslissingen te verwachten wezen al vorens in beide landen nieuwe volksverte genwoordigingen zullen zijn gekozen. Toch heeft onze Waterstaat besloten den thans bestaanden waterweg verder te gaan verbeteren, en wel door het onderhanden nemen van het kanaal door Zuid-Beve land, dat loopt tusschen Hansweert en Wemeldinge. Ware er geen strijd ontbrand, en nog steeds onbeslecht, om een geheel nieuwen vaarweg, om een directe verbinding door ons Brabant, tusschen Antwerpen en het Hollandsch Diep, dan zou men zonder eenige reserve kunnen toejuichen, dat on ze waterstaat eindelijk eens overging tot het uit den weg ruimen van de hinderpa len, die onze en de Belgische binnenschip pers daar sedert jaar en dag hebben te overwinnen; en waarvan wel de lastigste is de draai-spoorbrug bij Vlake; waardoor, volgens een berekening van het Eerste Kamerlid Van der Lande per schip een gemiddelde vertraging van ongeveer 25 minuten werd veroor zaakt. Hadde onze waterstaat vroeger, veel vroeger, toen het verkeer langs Hans weert zoo sterk toenam in 1912, toen dit verkeer nog eerst tot 12 millioen ton gegroeid was, werd dit kanaal reeds door te zien; en als er iets mocht gebeuren en ik heb er een vreemd voorgevoel van, dat er iets ongewoons zal plaats vinden! dan zal ik weten hoe te handelen. Ik geloof, dat ik gaan moet". En zonder nog naar Joan te gaan, zette Meliora haastig haar hoed op en ging naar de kerk; het was een wande ling van nauwelijks twee minuten van de huisdeur naar de familiebank. Ze boog het hoofd zoo diep tijdens het gebed, dat Lavinia en Maggie zich beiden verbaasd afvroegen, waaraan Meliora dien plot- selingen „aanval van vroomheid" te dan ken had. De dienst was al begonnen. Do minee Carisbroke had zijn lessenaar reeds opgezocht, zijn stem klonk niet anders dan gewoonlijk, naar Meliora meende, toen hij verklaarde: „Als de zondaar het pad zijner zonden verlaat en doet, hetgeen waarachtig en rechtvaardig is, zoo zal hij zijn ziel redden." Doch ontroering klonk er in zijn stem, toen hij na een oogen- blik zwijgens voortging: „Kastijd mij Heere! doch met mate; niet in Uwen toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt." En naarmate de dienst voortging, kwam de gemeente meer en meer onder den in druk en verbaasde zich grootelijks; want nimmer tevoren had hun herder zoo oot moedig beleden, dat hij en zijn kudde „gedwaald hadden en van het rechte pad waren afgedwaald"; voor Meliora had ieder woord zijn beteekenis: zij alleen wist, waarom dominee met zooveel meer overtuiging sprak dan gewoonlijk. Toen er gebeden was en na den zang, de binnenschippers voor onvoldoende ver klaard; thema moet er het dubbele door! de werken uitgevoerd, welke nu op de begrooting staan, dan had men den Bel gischen, lees Antwerpschen ijveraars voor een direct kanaal door ons Brabant, heel wat, misschien wel allen, wind uit de zei len genomen. Het is echter een lastig geval. De Bel gen blijven aandringen op hun Moerdijk kanaal. En men voelt er natuurlijk weinig voor om dan ook nog eens millioenen te gaan besteden aan het kanaal van Hans weert. Want: wanneer er eens een directe verbinding- Schelde-Rijn zou zijn, dan zou het kanaal van Hansweert nog slechts die nen voor de vaart tusschen Gent, Terneu- zen en den Rijn (slechts de helft van wat thans door Hansweert gaat) en dat nog slechts in het betere jaargetijde en bij goed weer, want bij slecht weer en in den win ter zou men ook van Gent uit liever varen over de Wester-Scheide en dan bij Bath het veiliger kanaal door Brabant op zoeken dan over de Ooster-Schelde naar het Noorden verder te moeten door Mast gat, Krammer en Volkerak. Wanneer wij ten slotte eens Zeeuwsch-Vlaanderen en het kanaal van Terneuzen naar Gent, bijv. door een kanaal Sluiskil-Graauw, willen verbinden met het Brabantsche kanalen- net, zou het kanaal van Hansweert zelfs heelemaal nuteloos worden. Thans komt ineens het bericht, dat onze waterstaat de ergste hinderpaal uit dit kanaal van Hansweert gaat opruimen: de draaispoorbrug van Vlake, waarvoor in de plaats een vaste brug zal komen hoog ge noeg (7.5 M. boven den waterspiegel) om alle Rijnschepen door te laten, met een be weegbaar verlengstuk, waar zelfs zeesche pen, niet breeder dan 18 M. en met geen grooter diepgang dan 6.5 M., door zullen kunnen varen. Hetgeen voor onze marine misschien van beteekenis is. De plannen voor de onteigening langs het kanaal van Hansweert hebben vooral in Noord-Brabant groote ongerustheid ge wekt. Volgens deze onteigeningsplannen houdt de Waterstaat er namelijk rekening mee, dat de noodzakelijkheid zich zal doen ge voelen om het kanaal niet slechts te ver beteren, maar ook om het zeer aanmerke lijk te verbreeden. Daarom wordt thans die nieuwe spoorbrug bij Vlake, met de tegenwoordige Postbrug, alvast uitgevoerd alsof ze over een zeer verbreed kanaal voerden; worden ook alvast de terreinen onteigend om later het kanaal dat thans ongeveer 45 M. breed is, te bren gen op niet minder dan 87.5 M.; waarbij 64 M. bodembreedte van 4.5 M. en 10 van 6.5 M. diepte! Waterstaat rekent dus met de moge lijkheid, of waarschijnlijkheid dat het eens noodig kan zijn om van het kanaal van Hansweert een geheel moderne en grootscheepsche ScheldeRijnverbdn- ding te maken. In Brabant zou men natuurlijk graag zien, dat onze regeering in deze moeilijke tijden de beschikbare millioenen reserveer de voor het kanaal Bath-Dintelsas. Daar vreest men, en waarschijnlijk terecht, dat, nu eT weer zoo veel geld besteed gaat wor den aan het kanaal van Hansweert, de kans, dat men ook nog geld zal vinden voor een kanaal Bath-Dintelsas, weer veel geringer geworden is. In Brabant verklaart men deze verbe tering van Hansweert nutteloos. Niet de reeds lang noodzakelijk geachte, maar minder grootscheepsch uitgevoerde ver hooging van de spoorbrug bij Vlake. even min als de, inmiddels reeds uitgevoerde, reparatie van de sluis te Hansweert, die onderloopsch was. Wat waterstaat thans gaat uitvoeren is in totaal begroot op slechts f 2.300.000. Wanneer, na de normalisatie van het Hellegat, thans ook het kanaal van Hans weert weer zoover verbeterd zal zijn, zal men in Gent zeer tevreden wezen; en in Antwerpen natuurlijk ook. Maar men zal dat daar niet zeggen maar er blijven aan dringen op een Moerdijkkanaal. Volgens te bevoegder plaatse verstrekte inlichtingen, zou de onrust in Brabant voorbarig zijn, omdat, wat in de bladen verscheen over de plannen van Waterstaat onjuist geweest zou zijn: het/verbreeden van het kanaal van Hansweert zooals dat, o.a. naar aanleiding van die onteigenings plannen, voor een uitgemaakte zaak werd gehouden en dat vele millioenen zou moeten kosten zou immers nog geens zins vaststaan. Daarvoor zouden eerst la ter gelden aangevraagd moeten worden. En wat men thans, voor f 2.300.000 gaat uitvoeren impliceert niet, dat er later nog een tiental millioenen aan toegevoegd zou den moeten worden. Onze correspondent uit Kortgene meldt ons: In het Raadsverslag dezer gemeente stond Vrijdag, dat de kosten van den brand waarschijnlijk f 600 zullen bedra gen. Hierbij dient echter opgemerkt te worden, dat in dit bedrag de kosten zijn begrepen voor de aanschaffing van klee ding en brandbluschmiddelen. DE WINTER KOMT. Nu is het tijd voor een abonnement op de volledige Ned. radioprogramma's voor 7 cent per dag. Goessche Radio-Centrale. (Adv.) Zeilschipgestrand. Het zeil schip Sappemeer H, schipper R. Schot, is Zaterdag tijdens stormweer nabij Garis- hoek gestrand. De sleepboot Adja van Smit's Bergingsbedrijf voer ter assistentie uit en heeft het schip, dat het roer had verloren, te St Maartensdijk binnen ge bracht. De bemanning was reeds door den veerman La Rooy van het schip ge haald en in veiligheid gebracht. De Rijkslandbouwconsulent voor Noordelijk Groningen Ir P. G. Meijers, ge boren te Arnemuiden, is benoemd tot di recteur der tweede afdeeling van 't Rijks landbouwproefstation te Groningen. Middelburg. In de Florabioscoop hadden Zaterdagmiddag twee zeer goed bezette voorstellingen plaats, uitgaande van de Samenwerkende Vereenigingen tot het houden van Technische lezingen en films te Middelburg en Vlissingen.. Na een korte film over Java, volgde een vieracter Met het in aanbouw zijnde viaduct over de spoorlijn bij 's-Heer Arendskerke wor den goede vorderingen gemaakt. beklom dominee Carisbroke moeizaam den kansel; hij bleef echter zoo langdurig in knielende houding, dat Meliora begon te vreezen, dat hij het bewustzijn verlo ren had. Toen echter de laatste tonen van het orgel waren verstorven, hief hij het hoofd op en overzag zijn gemeente. Bijna recht tegenover hem bevond zich zijn familie, een weinig meer naar rechts verhief zich de bank der kerkvoogden, waarin met een strak en onverstoorbaar gelaat de heer Baxter. Er heerschte een doodelijke stilte 't scheen alsof de pre diker zijn tekst vergeten was. Ten laat ste klonken van den kansel de woorden: „God wees mij zondaar genadig". De predikatie was er een van het ge wone soort en dominee Carisbroke droeg haar voor op eentonigen geestloozen dreun, en precies zooals ze was geschre ven; en het was een onderwerp dat hij zeker reeds een half dozijn malen voor zijn parochianen had behandeld. Menig een, die den dienst bijwoonde zal gedeel ten uit de preek wel herkend hebben, maar dat placht men niet afkeurenswaar dig te vinden. Integendeel hoorden de ge meenteleden van Perrywood liever iets, dat zij reeds kenden. Dat sprak meer tot hen dan altijd weer iets nieuws. Het was geen lange preek, ofschoon ze Meliora lang genoeg scheen, die koorts achtig wenschte, dat alles voorbij zou zijn en de dominee weer veilig thuis was. En ook mijnheer Baxter duurde ze lang ge noeg, daar hij besloten had nog een on derhoud met den dominee te hebben na den dienst om den dag te bepalen, waarop de vergadering van het comité zou plaats hebben. Hoe meer de man over alles na dacht, hoe stelliger hij zich voornam zijn eigen gevoelens terzijde te schuiven en „zijn plicht te doen"; wat zeggen wilde, dat hij geen genade zou hebben met den zondaar; want mijnheer Baxter was er zoo langzamerhand stellig van overtuigd geraakt, dat de dominee van Perrywood zich binnen het bereik van de wet had ge steld. Hij twijfelde niet, of de gestorte gel den waren voor privé aangelegenheden gebruikt en de dominee zou ze dan na tuurlijk niet kunnen geven, als ze opge- eischt werden, En daar zat hij in de breede vierkante bank, schijnbaar met de vereischte aandacht luisterend naar de preek; maar in werkelijkheid hoorde hij geen woord, maar ging in gedachten reeds na, wat hij en vele anderen binnen afzienbaren tijd zouden zeggen van den ongelukkigen wetsovertreder in den preek stoel. Toen eindelijk met een laatste ge bed de dienst beslaten werd, was het voor de eerste maal dat de prediker stokte; het scheen dat hij de woorden vergeten was van het gebed dat hij zoo honderden ma len had uitgesproken. Bij het „ingeënt in onze harten", hield hij plotseling op, klaarblijkelijk niet in staat om voort te gaan een onduidelijk gemompel volgde, totdat de verwonderde gemeente weder de woorden opving „door Christus Jezus, onzen God." ("Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5