DE ZEEUW
Uit de Provincie
Zoeklichtjes.
TWEEDE BLAD.
JOAN CARISBROKE
FEUILLETON
Binnenland.
van den regeeringscommissaris voor de
hulpverleening aan de melkveehouderij
inzake de prijsverhoogingen van rauwe
reuzel en van rauw vet, verzoekt men ons
van belanghebbende zijde er de aandacht
op te vestigen, dat er voor deze prijsver
hoogingen wel een redelijke grond be
staat. De heffing op vetten hing reeds
eenigen tijd in de lucht en het publiek,
dat over geld kon beschikken, is dan ook
al eenigen tijd bezig meer vet bij den sla
ger aan te koopen, dan voor direct ge
bruik noodig is. Daardoor zijn zeer vele
slagers verplicht, vetten bij te koopen, en
door deze grootere vraag worden de prij
zen williger. Op de groote abattoirs wordt
voor runderslachtvet fl tot f 1.10 per Kg
en voor bladreuzel f 0.65 p. K.G. betaald.
Yan deze opmerkingen hebben wij den
regeeringscommissaris in kennis gesteld,
Hij bleef echter van meening, dat voor
prijsverhoogingen van rauw rund- en
varkensvet geen enkele redelijke grond
bestaat. De heffing betreft alleen gesmol
ten vetten. Rauwe vetten zijn onbelast en
blijven onbelast. Voor prijsverhooging is
dus geen enkele reden.
Het tekort bij de spoorwegen.
Naar aanleiding van hetgeen de minis
ter van Financën heeft gezegd in de Mil-
iioenenota over het tekort bij de spoor
wegen schrijft het orgaan „Spoor- en
Tramwegen" o.m., dat de regeering reeds
vroeger en meermalen is gewaarschuwd.
„Toch heeft men het op de millioenen-
tekorten laten aankomen. Welnu, thans
zijn zij er en de Regeering staat voor het
deficit, dat zij althans voor een zeer be
langrijk deel had kunnen voorkomen,
waarvan zij zelfs nu nog niet de door
haar zelf genoemde oorzaak durft aan te
pakken door aan de bevoorrechte positie
van het versplinterde autobedrijf een ein
de te maken, en de exploitatie-voorwaar
den der verschillende vervoersoorten op
gelijke basis te stellen.
De belastingbetalers en het spoorweg
personeel zijn er goed voor! Maar zij zul
len dit niet altijd kunnen blijven. En
daarom is het zoo droevig, dat maar be
rust wordt in een onderkend euvel en
dat de volksvertegenwoordiging gepaaid
wordt met een toegezegd overleg met de
spoorwegdirectie, dat op niets moet uit-
loopen en met het vooruitzicht van een
sluitende bedrijfsrekening voor het ko
mende jaar, welke iedere zakenman
kan dit weten niet te bereiken is, als
men de oorzaken van de ziekte van het
verkeerswezen niet wegneemt. Een an
dere Regeering zal dan voor nog grootere
moeilijkheden komen te staan.
Elke dag vertraging voert over de lij
ken van tallooze slachtoffers van ver
keersongevallen op den weg tot verlies
van tonnen nationaal kapitaal. Vroeg of
laat zal men toch tot de radicale reini
ging van den Augiasstal van het verkeer
moeten komen. De chaos van tegenwoor
dig, welke zijn afspiegeling vindt in het
„donkere punt" der Rijksbegrooting 1933
zal moeten verdwijnen.
Hoe eerder hoe beter!"
VERMINDERING BEZOLDIGING
RIJKSAMBTENAREN.
Minister De Geer bereid tot nader overleg.
Op Dinsdag 11 dezer vergaderde de
Centrale voor Georganiseerd Overleg in
Ambtenarenzaken.
In deze vergadering werd besproken 't
voornemen der Regeering tot verdere ver
mindering van de bezoldiging der gehuw
den met 5 pet., en van de ongehuwden
met 7 pet. door wijziging van art. 10 van
het Bezoldigingsbesluit, en van art. 36
van de Pensioenwet 1922.
Bij de algemeene beschouwingen, welke
in de morgenzitting werden gehouden,
had de Minister van Financiën, Jhr mr
D. de Geer, zijn waarnemer gezonden,
doch in de namiddagbijeenkomst, welke
van drie uur tot half zes duurde, was de
Minister persoonlijk aanwezig.
Mede naar aanleiding van de door den
Minister verstrekte inlichtingen, en de
mededeeling van Zijne Excellentie, dat,
wanneer van de zijde van de organisa
ties eenigszins eenstemmig een afwijkend
voorstel mocht worden gedaan, daarover
nader overleg mogelijk zoude zijn, zelfs
al mocht daardoor de beoogde bezuiniging
ad 14.5 millioen gulden niet volledig wor
den bereikt, werd door de organisaties be
sloten, nader onderling te overleggen, of
zij tot een zoodanig advies zouden kun
nen geraken.
Voorts kwam in behandeling een ont
werp voor een regeling betreffende de
wijze, waarop de afvloeiing van het over
compleet aan hoofdpersoneel zal moeten
plaats hebben. Met het desbetreffend re-
geeringsvoorstel werd door de Centrale
Commissie ingestemd.
Nader wordt gemeld
Gisteren kwam mede in behandeling
een voorstel van de Centrale van Vereeni-
gingen van personeel in 's Rijks dienst.
Het juiste salarispeil ligt, volgens haar
in verband met 't welvaartspeil, ongeveer
midden tusschen 78 en 70 is plm. 74
pet. van dat van 1921. Het is door het
Kortingsbesluit 1932 gedaald tot gemid
deld 76.2 pet.
Er zou derhalve een offer van nog
plm. 2 Yk pet. gebracht kunnen worden.
Hiertoe is de Centrale dan ook bereid.
Zij verbindt echter aan dit offer eenige
wijziging in de salariskorting 1932, door
dit bedrag te verlagen op 5 millioen. De
overige door de regeering in de millioe-
nenuota verlangde 7.5 millioen wil de
Centrale vinden door de pensioenpremie
van eigen pensioen te brengen van 3 op
6 pet. Zij wil de ongehuwde ambtenaren
niet aan een extra verlaging onderwer
pen. Zij is bovendien van meening, dat de
lagere salarissen en loonen, geen groot
offer meer kunnen brengen.
Zij stelt derhalve voor, in de kortings-
wet 1932 een zoodanige wijziging aan te
brengen, dat over de eerste f 1000 van de
salarissen en loonen geen korting wordt
geheven.
De Centrale acht een vooraf vaststellen
van uiteindelijke formatiën niet doelma
tig, omdat een geforceerde afvloeiing,
waardoor het aantal op korten termijn
zou kunnen worden bereikt, geen finan-
ciëel voordeel meer geeft door de uit te
keeren wachtgelden, temeer daar jaarlijks
31/3 pet. van het rijkspersoneel langs
den natuurlijken weg wegvloeit.
Bij een gezonde personeels-politiek zal
het h.i. mogelijk zijn, den totalen salaris
last in drie jaar tijds met 10 pet., dat is
meer dan f20 millioen, te verminderen.
Met de verhoogde pensioenpremie van
3 pet. zal de salarislast van 1931 dan over
de jaren 1932, 1933, en 1934 resp. ver
minderen met 7, 17.5 en 22.5 milloen, ter
wijl in 1935 de salarislast blijvend met
22.5 millioen is verlaagd, als de kor-
tingswet-1932 wordt ingetrokken.
Tenslotte acht de Centrale, om tot de
gewenschte salarisrust te komen, noodig
te bepalen, dat in de inkomsten van het
rijkspersoneel over een tijdperk van drie
jaren geen verandering wordt gebracht,
zoolang het indexcijfer voor levensonder
houd zich beweegt tusschen 137 en 153.
Den Minister zal een meer afgerond
voorstel worden voorgelegd.
DeKoninginnaarZeeland.
Dinsdag arriveerde H. M. Koningin
Wilhelmina te Roosendaal, om zich per
auto naar Zeeland te begeven. Het be
richt van deze gebeurtenis was Maandag
avond bekend geworden, zoodat de be
langstelling Dinsdagmiddag in de nabij
heid van het station enorm was. Om pre
cies kwart voor één arriveerde de snel
trein uit Arnhem, waarvoor twee loco
motieven gekoppeld waren, en waar ach
ter een koninklijk salonrijtuig bevestigd
was. Precies voor den uitgang kwam dat
rijtuig tot stilstand.
Vrijwel onmiddellijk stapte H.M. uit
Zij1 bleek vergezeld te zijn door Freule v.
Tetz en majoor van Kesteren, terwijl te
vens de Commandant van de Koninklijke
Marechaussee, district Breda, kapitein v.
Alphen, werd opgemerkt.
Een hartelijk hoera-geroep van het
publiek verrustte H.M. blijkbaar zoo aan
genaam, dat Zij al eenige stappen ge
passeerd op haar schreden terugkeerde
en minzaam groette.
De open Cadillac met den Koninklij
ken Standaard stond al gereed voor den
tocht naar Zeeland. De Koningin, in een
voudige en op weersomstandigheden be-
Dat de Posterijen al het mogelijke doen
om te bezuinigen is te verklaren en valt
zelfs toe te juichen.
Niet te verklaren en nog minder toe te
juichen is echter, dat deze tak van dienst
al het mogelijke doet om het bedrijf af
te breken en impopulair te maken.
Ik behoef hier geen bijzonderheden te
noemen. Wat de vorige week uit Terneu-
zen hierover geschreven werd was al heel
duidelijk. En 't was, naar algemeen be
kend is, geen uitzondering. Het aantal
bestellingen wordt verminderd, posttrei
nen worden uitgeschakeld, met het ge
volg, dat naar allerlei middelen wordt uit
gezien om het zonder de posterijen te
stellen.
Scherpe controle op het ontduiken van
de Postwet hoe goed ook op zichzelf
kan hier niet baten.
Ook zonder met deze wet in conflict te
komen zijn er in vele gevallen middelen
en wegen te vinden, om het begeerde doel
te bereiken. Het wordt nu langzamerhand
zoo dat een groot deel der burgerij in zijn
eigen belang verplicht is, mee te wer
ken de afbraak van het overigens in vele
opzichten prachtig functionneerende Post
bedrijf te bevorderen.
Het algemeen belang wurdt op deze
wijze niet gediend. Maar er is geen andere
uitweg.
's Is meer dan jammer dat de heeren
die hier de touwtjes trekken, dit niet
schijnen te begrijpen.
OPMERKER.
rekende kleeding, dragend een blauw cos-
tuum, waarover een veilige regenmantel
en een blauw regenhoedje, stapte onmid
dellijk in, terwijl naast haar Freule van
Tetz plaats nam. In een volgauto nam
daarop majoor van Kesteren plaats.
Bij Haar vertrek werd Hare Majesteit
hartelijk toegejuicht. Daarna reed de
kleine stoet langs de Stationsstraat naar
Wouw en verder.
Het einddoel was Rilland-Bath, waar
de Koningin en Freule van Tetz eenige
uren schetsen maakten van eenige kreek
jes. Om zes uur keerde 't gezelschap, dit
maal in gesloten wagen, naar het station
te Roosendaal terug, waar Hare Maje
steit weer onmiddellijk in Haar Salonrij-
tuig plaats nam. Om 6.50 vertrok Zij
naar Arnhem.
Het vertrek werd door een klein aantal
belangstellenden bijgewoond, die Hare
Majesteit wederom hartelijk toejuichten.
Verplaatst met ingang van 1 No
vember a.s. de adj .-commies bij den post-
telegraaf- en telefoondienst K. M. van
Houte, van het postkantoor te Rotterdam
naar het bureel van den Inspecteur te
Middelburg.
Aan de telefoniste bij den interloca-
len dienst A. M. H. Witkam, van het post
en telegraafkantoor te Goes is wegens
huwelijk eervol ontslag verleend.
Interprovinciale Brand
weer in Zeeland en N.- Brabant?
Te Bergen op Zoom is ten stadhuize een
vergadering gehouden, waaraan verschil
lende burgemeesters uit Noord-Brabant en
Zeeland hebben deelgenomen en die ten
doel had, een inter-provinciale brandweer
te vormen. Mr Blom, burgemeester van
Bergen op Zoom, leidde de vergadering
en hield een verhandeling over de stich
ting van een inter-provinciale brandweer
waartoe hij het initiatief had genomen.
Er is voorloopig een commissie gevormd,
die een onderzoek zal instellen naar het
materiaal, dat hiertoe dienstbaar gemaakt
dient te worden.
In vrijheid gesteld. Door de
rechtbank te Middelburg zijn in vrijheid
gesteld J. V. en W. V., beiden van beroep
laj dbouwer te Kerkwerve, in voorarrest,
als verdacht van goederen onttrekken aan
een faillieten boedel.
Aangehouden. Als verdacht
van het plegen van valschheid in ge
schrifte gepleegd te Middelburg, is door
de Justitie aangehouden zekere J. G. de
V., radiohandelaar te Middelburg.
De A.-R. Kiesvereen. „Nederland en
Oranje" te Bergen op Zoom hield gister-
VAN
DONDERDAG 13 OCTOBER 1932, Nr 11.
DE BEZUINIGING OP HET LAGER
ONDERWIJS.
Het spoed-ontwerp.
De Regeering heeft een spoed-wetsont-
werp bij de Tweede Kamer ingediend
waarvan het doel is besparing op de kos
ten van het lager onderwijs. De bedoeling
is de wet in werking te doen treden op 1
Januari a.s.
Voorgesteld wordt dat aan elke school
voor gewoon lager onderwijs het hoofd
wordt bijgestaan door ten minste één on
derwijzer, zoodra het aantal leerlingen 35,
door twee zoodra het 76, door drie zoo
dra het 131, door vier zoodra het 186 be
draagt. Voor elke v ij f t i g leerlingen meer
wórdt één onderwijzer meer vereischt.
Aan elke school voor uitgebreid lager
onderwijs wordt het hoofd bijgestaan door
ten minste één onderwijzer, zoodra het
aantal leerlingen 27 bedraagt. Voor iedere
26 leerlingen meer wordt één onderwijzer
meer vereischt.
In bijzondere gevallen kan de minister
van Onderwijs het verplicht getal onder
wijzers lager stellen.
Ten aanzien van de wachtgeldregeling
wordt bepaald, dat geen wachtgeld meer
W'irdl verleend, indien een aan den on
derwijzer verleend wachtgeld nog niet is
vervallen, en zijip dienst in de laatste be
trekking korter dan twee jaren heeft ge
duurd.
Het wachtgeld van de onderwijzeres,
die op den datum, waarop haar ontslag
werd verleend, gehuwd en niet de kost-
winster van een gezin was, wordt echter
niet langer beschikbaar gesteld dan ge
durende drie maanden, vermeerderd met
zooveel keer anderhalve maand als haar
diensttijd volle jaren telt. De op wacht
geld gestelde is op straffe van geheel of
gedeeltelijk verlies van het wachtgeld ver
plicht, zich te gedragen naar d© door den
Minister te geven voorschriften, strek
kende hetzij om te geraken tot het ver
krijgen van een betrekking of een andere
bron van inkomsten, hetzij tot het doen
instellen van het geneeskundig onderzoek
ter verkrijging van pensioen, indien daar
toe aanleiding bestaat.
Voor de rijks vergoeding komen in ge
meenten met minder dan 25.000 inwoners
niet in aanmerking de scholen, voor uit
gebreid lager onderwijs met minder dan
24 leerlingen in het geheel, minder dan
twaalf leerlingen in het tweede en de
hoogere leerjaren te zamen en minder
dan zes leerlingen in het derde en de
hoogere leerjaren te zamen, met dien ver
stande, dat de aanspraak op deze ver
goeding gedurende het kalenderjaar van
de opening der school en gedurende de
eerste twee kalenderjaren na dat der ope
ning niet op dien grond verloren gaat,
mits het aantal leerlingen gedurende het
eerste kalenderjaar na dat der opening
niet minder bedraagt dan twaalf en ge
durende het tweede kalenderjaar niet
minder dan 21.
Indien de gemeente 25000 of meer, 50
duizend of meer, dan wel 100.000 of meer
inwoners telt, bedraagt 't voor aanspraak
op rijksvergoeding vereischt aantal leer
lingen ten minste onderscheidenlijk 36,
48 of 60 in het geheel, voor het tweede
en de hoogere leerjaren te zamen niet
minder dan de helft voor het derde en de
hoogere leerjaren te zamen niet minder
dan een vierde gedeelte daarvan. De aan
spraak op deze vergoeding gaat geduren
de het kalenderjaar van de opening der
school en gedurende de eerste twee ka
lenderjaren wegens onvoldoend aantal
leerlingen niet verloren, mits het aantal
leerlingen, gedurende het eerste kalen
derjaar na dat der opening niet minder
bedraagt dan onderscheidenlijk 18, 24 en
30 en gedurende het tweede kalenderjaar
niet minder dan onderscheidenlijk 31, 42
en 52.
Voor een school voor uitgebreid lager
onderwijs, welke voor vergoeding als zoo-
door
EMMA JANE WORBOLSE.
40) o
„Ik geloof niet, dat we ons voor het
oogenblik over zooiets ongerust hoeven
maken. Hij zal over een poosje wel weer
opknappen. Rust en kalmte, die heeft hij
het meest noodig en warmte."
„Hij zit bij een helder vuur en ik heb
zijn grog sterk en heet gemaakt, hij houdt
niet van zoet. En ik heb werkelijk zelf ook
een glas wijn noodig, ik voel me zoo ze
nuwachtig. Hoe kun je toch altijd water
drinken, Meliora?"
„Daar houd ik meer van; ik gebruik
nooit alcohol bevattende dranken, behalve
een enkele keer als medicijn. Maar als je
jezelf een glas port inschenkt, Lavinia,
geef Joan dan ook een beetje, wil je! Ik
geloof, dat zij vanmorgen ook niet erg
goed in orde is."
En daaraan wist Joan, dat Meliora de
verandering had opgemerkt, die in haar
had plaats gegrepen, sinds ze de kerk
verlaten had. Zwijgend dronk zij de
wijn op, bij zich zelf overpeinzend, wat
'n afschuwelijk akelig goed het toch
danig reeds in aanmerking is gekomen,
kan de Minister gedurende drie achter
eenvolgende jaren telkens voor ten hoog
ste een jaar ontheffing verleenen van den
eisch betreffende het getal leerlingen in
het derde en de hoogere leerjaren.
De op 1 Januari 1933 loopende wacht
gelden der onderwijzeressen, die op den
datum, waarop haar ontslag werd ver
leend, gehuwd en niet de kostwinster van
een gezin waren, vervallen met ingang
van 1 Januari 1934, voorzoover zij niet
reeds vóór dezen datum vervallen zijn.
Nu het aantal wachtgelders weer aan
zienlijk zal toenemen, acht de Regeering
het noodig, hun herplaatsing zooveel mo
gelijk te bespoedigen. Toegevoegd werd
reeds de verplichting, bij het benoemen
van hoofden en onderwijzers van open
bare lagere scholen wachtgelders te laten
voorgaan. Dit is thans algemeen gesteld
en wordt niet beperkt tot de zoogenaam
de eigen wachtgelders. Aangezien kan
worden verwacht, dat het aantal onder
wijzers op wachtgeld na vier jaar weer
normaal zal zijn, is de werkingsduur Veen
dezen maatregel thans beperkt tot vier ja
ren, dus tot 1 Januari 1937.
Candidaatstelling Tweede Kamer.
De inzet van de Tweede Kamer-verkie
zingen is voor de Liberale Unie niet be
paald gunstig.
In de Kieskring Den Haag wordt hevig
gekrakeeld over de vraag, wie ais no. 1
op de candidatenlijst geplaatst zal wor
den.
De afdeelings raad adviseert den heer
G. J. van Kempen als no. 1 te plaatsen,
maar de afdeelings vergadering
stelde als no. 1 Dr van Beresteyn, die de
protectie geniet van Mr Boon, wiens echt-
genoote secretaresse van de Kiesvereeni-
ging is.
Er zal nu door de leden gestemd wor
den, maar het ongeluk wil, dat bij het
I stembiljet wel het advies van de vergade
ring, maar niet dat van den raad is toe
gezonden.
Raden van Arbeid.
Bij Kon. Besluit van 4 October is, met
ingang van 1 November, voor den tijd van
zes jaren, benoemd tot voorzitter van den
Raad van Arbeid te Amsterdam mr dr J.
van Bruggen, thans voorzitter van den
Raad van Arbeid te Dordrecht, onder ge
lijktijdige toekenning van eervol ontslag
uit laatstgenoemde betrekking.
Opleving In de textielindustrie?
Op de fabrieken der N.V. Jordaan en
Zonen te Haaksbergen, waar de werktijd
voor de afdeeling bontweverij sedert ge-
ruimen tijd was teruggebracht op 4 dagen
per week, wordt ingaande deze week weer
de volle week gearbeid. Met uitzondering
van de voor export werkende weverij-
afdeeling, is thans het bedrijf weer de
volle arbeidsweek in werking.
Rijkscommissie gemeente-financiën.
De rijkscommissie van advies voor de
gemeente-financiën heeft aan de gemeen
tebesturen een opgaaf verzocht, van de
gewone uitgaven en inkomsten betreffen
de armenzorg (met inbegrip van de voor
zieningen tegen werkloosheid) over de
dienstjaren 1931 en 1932.
Noodtoestand binnenschippers.
De minister van Economische Zaken,
en Arbeid, mr T. J. Verschuur, heeft op
de schriftelijke vragen van den heer L.
F. Duymaer van Twist te 's-Gravenhage,
lid van de Tweede Kamer, over het tijd
stip, waarop van regeeringswege toege
zegde maatregelen ter voorziening in den
noodtoestand der binnenschippers kun
nen worden verwacht, geantwoord, dat
de bedoelde maatregelen nog nader over
leg vereischen. Hoewel dit overleg zoo
veel mogelijk bespoedigd wordt, is het nog
niet mogelijk aan te geven, binnen welken
termijn de indiening er van kan worden
verwacht.
De prijsverhoogingen van rauwe reuzel
en rauw vet.
Het Nederl. CoTrespondentiebureau in
Den Haag meldt
Naar aanleiding van de mededeeling
eigenlijk was. Maar de tweelingen vroe
gen ook om haar glas wijn, want Lavinia
had de karaf weer neergezet en vroeger
hadden ze altijd gelijk op met de oudere
meisjes gedeeld.
„We kregen 's Zondags altijd een glas
wijn en op andere dagen ook vaak ge
noeg, toen mama nog leefde", klaagde
Brenda.
„We kregen altijd ons glas wijn, toen
die arme mama nog leefde", herhaalde
de echo.
Lavinia keek even naar Meliora, die
zweeg, hoewel haar blik scheen te zeg
gen: „Geef ze vandaag haar zin maar",
en tot onuitsprekelijke voldoening van de
jonge dames werden haar glazen gevuld.
Eindelijk was de maaltijd ten einde. De
tweelingen bleven nog nagenieten van het
dessert, want er was overvloed van ap
pels en peren en noten in de provisie
kamer en er was kaas en abrikozencom
pote. Joan ging als gewoonlijk naar de
kinderkamer; ze had kleine Ruby altijd
heelemaal voor zich zelf Zondagmiddag.
„O, mijn kleine Ruby! mijn lief schatjel"
fluisterde ze tegen het lachende, kraaien
de kindje, dat haar krullen te pakken
probeerde te krijgen en schreeuwde van
kinderlijk plezier; „zul jij ooit zoo zwaar
moedig gestemd zijn? Zul jij ooit het ge
voel hebben, of de zon plotseling is on-
I dergegaan en er een zware, dikke mist
is komen opzetten, die alles omhult? Ik
geloof, dat ik nu weet, hoe menschen
zich moeten voelen, als een bliksem
schicht plotseling voor hun voeten in
slaat en doodt, niet henzelf, maar iemand
of iets, dat als een deel van hun leven
was! Mijn Ruby, is Joan erg, erg slecht
om zulke gedachten te koesteren? O, als
ik me vergis God geve, dat ik me ver
gis dan zal ik mezelf erg streng straf
fen; ik zal me in het stof vernederen.
Hoe gelukkig zal ik zijn, als ik tot me
zelf kom en bemerk, dat ik in een schan
delijke dwaling verkeerd heb; dat met
onze armoede, die zoo zwaar op ons be
gint te drukken geen schande vermengd
is. En toch en toch kan dat nauwe
lijks het geval zijn; want schuld, schul
den, zooals wij die hebben, zijn altijd on
eervol. Maar dat alles is niets, als die
vreeselijke nachtmerrie maar wil ver
dwijnen. O vader, vader! Arme vader!
Wat moet u geleden hebben en welk een
lijdensweg ligt er nog voor ul Ik zou me
zelf verachten om die schandelijke ver
denking, als ik niet wist - niet zag, dat
Meliora precies hetzelfde voelt als ik op
dit oogenblik. En mijnheer Baxter is er
zoo zeker van, als hij maar zijn kan, dat
dat vader die akelige gelden niet
kan afdragen, als hij moet."
En hier werd ze gestoord door kleine
Ruby, die luid begon te schreien, half
verstoord, dat er zoo weinig aandacht
aan haar werd .besteed, half bang voor
Joans ernstig, droevig gezicht en dus
moest ze den verderen middag lachen
en baby-nonsens en kiekeboe spelen; en
o, wat een lange, lange middag was het!
Hoe lang duurde het, voor het kinder
meisje van haar wandeling terugkeerde
en Joan geroepen werd om thee te drin
ken.
Dominee Carisbroke had zich weer bij
zijn gezin gevoegd en zat voor den haard
zijn thee te drinken. Lavinia wilde een
boodschap sturen aan een jong predikant,
dien ze kende en hem verzoeken den
avonddienst waar te nemen. Maar haar
vader wilde er niet van hooren. Hij zag
er beslist beter uit dan met etenstijd en
ofschoon zijn geest nog van andere din
gen vervuld scheen, was hij niet meer
zoo bleek en zijn stem klonk weer vrij
levendig, toen hij tegen zijn dochter zei:
„Neen, neen, lieve kind! Ik heb geen
hulp noodig, heusch niet; ik ben best
in staat om mijn plicht te vervullen. Ik
voel me veel beter. Ik denk, dat het een
aanval van gal was. Dat kan zich op
allerlei manieren uiten, is het niet, Me
liora? Die lever, dat is gewoon de plaag
van ons leven! Joan, mijn kind, je ziet
er allesbehalve goed uit."
„Ik heb hoofdpijn, vader. Dat is al be
gonnen, toen ik uit de kerk thuis kwam,"
„Heb jij daar ook al last van, ik ook.
Ik geloof, dat het abnormale weer op
iemands gestel werkt, het heeft meer van
Juni dan van November, wat de tempe
ratuur betreft."
„Maar vader!" riep Maggie uit, „nog
geen uur geleden klaagde u over de kou!
En ik moet bekennen, dat ik het akelig
kil vind. We moeten werkelijk nieuwe
wintermantels hebben voor den volgenden
Zondag."
„Er worden geen nieuwe mantels ge
kocht, voor niemand," zei dominee Caris
broke somber. „Je zult het met je oude
moeten stellen, Maggie. Ik vermoed, dat
die nog heel goed is."
„Neen, werkelijk niet, vader. Hij is zoo
afgedragen, als hij maar zijn kan. Ik zou
er voor geen geld ter wereld mee naar de
kerk gaan. Ik zou nog liever bevriezen,
of Zondag op Zondag binnen blijven, dan
in dat oude, slonzige- ding veschijnen, dat
me nooit gestaan heeft! De stof is heele
maal verschoten, en verkleurd en...."
„Nu is het genoeg, Maggie", viel haar
vader haar geprikkeld in de rede. „Ik
vind dit al een heel weinig geschikt onder
werp van gesprek voor Zondagmiddag.
Je denkt veel te veel aan je kleeren. En
begrijp nu eens en vooral - jij en je zus
ters wij; allemaal trouwens, dat we
moeten zien rond te komen van wat we
hebben en dankbaar zijn, dat we nog
wat hebben."
(Wordt vervolgd.)