DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Wat er deze week voorviel JOAN CARISBROKE HET ADRES A. WILKING Zoeklichtjes. Brieven uit Middelburg, FEUILLETON. VAN ZATERDAG 8 OCTOBER 1932, Nr 7. De binnen- en voor een groot deel ook de buitenlandsche gebeurtenissen stonden weer in hoofdzaak in het teeken van de economische moeilijkheden, waarmee we in dezen crisistijd te worstelen hebben. Wij herinneren maar eerst aan de vast- geloopen besprekingen te Den Haag tus- schen Nederlandsche en Duitsche gedele geerden over de contingenteering. Onze vertegenwoordigers hebben het ronduit gezegd, dat er over zulke plannen, als Duitschland koestert, niet te praten valt Ze zouden onzen export vrijwel om hals brengen. Geen wonder, dat er in verschil lende kringen reeds gesproken wordt over een boycot van Duitschland, als het zulke booze plannen zou doorzetten. Crisismoeilijkheden oplossen, is niet gemakkelijk. Dat ondervindt onze regee ring herhaaldelijk. Ze voerde den tarwe- steun in, maar het gevolg is zulk een toe name van den tarweverbouw, dat voor 1933 een beperkende bepaling dient ge steld. Maar een Kamerlid was het daar mee niet eens en stelde reeds vragen hier over. De regeering voerde de crisis-zuivel- wet in, Het gevolg was een toeneming in de consumptie van andere vetten dan bo ter en margarine. Dan moeten ook die andere vetten maar onder de bemoeiingen der wet gebracht worden. Zulks zal nu volgende week geschieden. Alleen is de Minister gebonden door zijn toezegging, dat spek en rauwe reuzel zullen vrij blijven. De steun aan de varkenshouderij werd ingevoerd. Maatregelen waren daartoe noodig. Maar nu kwamen de huisslach tingen weer in het gedrang. Ook deze zaak is nu dezer dagen geregeld. En zoo zouden we kunnen voortgaan. Het is niet gemakkelijk om het natuur lijke economische leven aan banden te leggen. Maar de crisis maakt nu eenmaal het ongewenschte helaas noodzakelijk. Ook de directie der spoorwegen zit niet met geringe moeilijkheden. Het tekort moet de wereld uit en daartoe is noodig verlaging van de tarieven, teneinde het verloren geraakte gebied te heroveren. Dezer dagen is nu meegedeeld, dat eerst de personen- en dan de goederentarieven zoo spoedig mogelijk (op zijn vroegst ech ter in Mei a.s.) zullen worden verlaagd. In Genève zitten de economen uit de geheele wereld weer bij elkaar om over allerlei problemen te beraadslagen. De heer Colijn heeft er deze week een scher pe redevoering gehouden. Hij nam geen blad voor den mond en heeft de heeren rond de waarheid gezegd. Maar of het helpen zal? In Genève zegt men den goe den kant uit te willen, maar in eigen land gaat men juist de verkeerde richting in. Met het ontwapeningsvraagstuk zit men nog steeds in de impasse door Duitschlands gelijkberechtigingseisch en zijn uittreden uit de ontwapeningsconfe rentie. Of er nog iets komen zal van En- gelands plan, n.l. een vijfmogendheden- conferentie, is zeer de vraag. Engeland en Ierland schijnen iets dich ter bij elkaar gekomen te zijn. Er is al thans geconfereerd en men heeft afge sproken dit spoedig te zu'len herhalen. Intusschen duurt echter de economische oorlog tusschen die beide voort 1 Amice, Het was een klein, doch uitgelezen ge zelschap, dat 27 September 1.1. in de Schuttershefzaal te Goes luisterde naar de opwekkende redevoeringen, die op ver zoek van de Vereen, voor Chr. Middelbaar en Voorbereidend Hooger Onderwijs in Zeeland, gevestigd te Goes, door het Eer ste Kamerlid prof. Diepenhorst en he< Tweede Kamerlid, den heer H. W. Tila- nus, werden gehouden. Vooraf deed de Voorzitter van deze Vereeniging, de heer dr J. van Lonkhuijzen te Zierikzee opmerken dat een tijd van wachten, eer tot oprichting van een Zeeuwsch Ly ceum kan worden overgegaan, vaak een zekere depressie en neiging tot moede loosheid tengevolge heeft. Vandaar dat het Bestuur meende een tweetal sprekers van buiten de provincie te moeten uitnoodi- gen om den moed weder op te wekken en te verlevendigen. Nu, dat doel is wel bereikt. De aan wezigen zijn in hunne belangstelling voor het beoogde plan voorzeker gestaald en zijn gesterkt om bij de ongelijk heb bende afwezigen, de sympathie voor een Chr. Lyceum in Zeeland weder te doen groeien of te doen opwaken Onze welbekende redenaar, professor Diepenhorst, wiens klinkende oraties reeds zoo vaak zijn gehoor tot bezieling brachten, bleef zijn ouden roem betrouw. Met een verbluffende detailkennis wees hij aan hoe Zeeland achterlijk is, als het geldt het Christelijk Middelbaar en Voor bereidend Hooger onderwijs en het zelfs door het voormalige Landschap Drente wordt voorbijgestreefd. Doch anderzijds betoogde hij dat de energie en krachtsin spanning van ons gewest, die aan den dag komt bij het oprichten en instand houden van zoo menige Christelijke in stelling van onderwijs, bedrijf, landbouw en handel betere dingen in uitzicht stelt. Ook toonde hij aan hoe de uitbreiding der bevolking geen gelijken tred houdt en kan houden met de werkgelegenheid in het meest verbreide bedrijf onzer provincie, den Landbouw. Wat in den landbouw geen levensemplooi kan vinden, zal elders, ook in de studie, onderdak moeten zoeken. Ongeoorloofd achtte spr. het, dat we in de aan het Christelijk middelbaar en voor bereidend hooger onderwijs gespeende Zeeuwsche woestenij langer zouden wil len blijven. Het voorbeeld van den groo- ten strijder voor het Christelijk onder wijs, den Goes^hen afgevaardigde de Sa- vornin Lohman moge, ook na zijn ver scheiden, zijn voormalige kiezers en hun ne zonen en dochteren aanvuren om zorg te dragen dat de in dit opzicht dorste dreven, zich in vruchtbaar land zien her leven. Ook het woord van het Christelijk- Historisch Kamerlid Tilanus, al was het ietwat meer aangepast aan de harde wer kelijkheid eenerzijds en aan de metter tijd aan het Voorber. Hooger en Middel baar onderwijs te stellen eischen ander zijds, getuigde van groote kennis van het onderwijs in zijn verschillende geledingen en gelukkig ook van zijn liefde, niet al leen voor het Chr. lager, doch ook voor het onderricht, dat o p 1 e i d voor de h o o- gere behoeften van het leven en voor academische en hoogere technische stu die. In dit opzicht stond zijn betoog vol strekt niet ten achter bij het meer prin cipieel en enthousiast pleidooi van den eersten spreker. Het bleek, dat de heer Ti lanus diep doordrongen is van het groote belang eener klassieke opleiding, speci aal aan een gymnasium. Vandaar dat hij niet zulk een onverdeeld voorstander is van een Lyceum, waarvan de eerste twee jaren aan de opleiding in Grieksche en Latijnsche talen worden onttrokken. Als Middelburger vielen mij twee uit spraken op. In den laatsten tijd werd Goes nog al eens tot Centrum van Zeeland gepromoveerd. Beide sprekers lieten te dezen aanzien een eenigszins anderen toon hooren. Prof. Diepenhorst meende, dat in Zeeland een allesbeheerschend cen trum ontbreekt. Van den heer Tilanus meenden wij ook een uitspraak in dien zin te vernemen, 'tls een bewijs dat bei de sprekers geen vreemdelingen zijn in het Zeeuwsch Jeruzalem. De beteekenis der Zeeuwsche hoofdstad, als centrum van wetenschap, bestuursinstellingen, rechtspraak is toch voorzeker niet weg te cijferen. Daaruit volgt dat een kans op bezoek van de uit die kringen gesproten jeugd op inrichtingen van Chr. Middelb. of Voorber. Hooger Onderwijs niet valt te verwaarloozen. Laat ons hopen dat een op een viertal jaren geraamd verblijf aan de oevers van Babylon's rivieren licht, staling van kracht en hijgend verlangen naar Chr. Middelbaar en Voorbereidend Hooger onderwijs mag brengen, alsmede ook helder inzicht in de vraag, waar in richtingen tot dat doel hun plaats van vestiging zullen vinden. Waarom zou de dooi EMMA JANE WORBOLSE. Vrij naar het Engelsch. 37) o „Kom Meliora, ik wil niet met je twis ten, want ik weet zeker, dat je het goed met ons allen meent. Natuurlijk bedoelde ik niet, dat ik de eerste de beste zou nemen, alleen maar om ge trouwd te zijn. Natuurlek zou ik niet trouwen met een handelsman of met een kantoorklerk of met een dergelijk iemand; dan zou ik liever ongetrouwd blijven, zooals tante Jane ze had een rijken kruidenier kunnen krijgen, als ze gewild bad. Die arme mama heeft er me alles vatl verteld; maar daar ze een Carisbroke is, weigerde ze natuurlijk zoo'n mesal liance. Vader zou het tante Jane nooit vergeven hebben, als ze de Carisbrokes °P die manier te schande had gemaakt en niemand van de familie had natuurlijk weer iets met haar te maken willen heb ben als mevrouw Suikerbrood." „En toch had tante Jane misschien w gelukkig kunnen worden met mijn heer Suikerbrood, Het zou heelemaal af gehangen hebben van den kruidenier zelf; dat 'iemand een handelsman is, is op zichzelf niets onteerends of vernederends. Ik beschouw het vooroordeel, dat men- schen van een zekere klasse koesteren jegens hun medeschepselen, die in een ander milieu verkeeren, doch die eerlijk door het leven gaan, als ontzettend dwaas en bovendien onchristelijk. Een paar jaar geleden ontmoette ik een rijke dame, die werkelijk bezwaar had in 'n zekere bank in de kerk te gaan zitten,, hoewel het de eenige bank was, waarin nog plaats was; alleen omdat een deel ervan gebruikt werd door haar poulier met zijn vrouw en twee dochters 1 Zij weigerde haar Schepper te loven en te danken in gezelschap van „één van haar eigen leveranciers" zooals ze het uitdrukte." „En zou jq er geen bezwaar tegen hebben om in dezelfde bank te zitten als je slager of poulier?" „Dat zou er van afhangen. Ik zou er zeer veel op tegen hebben, als ik die slager of poulier een langloopende reke ning schuldig was. Ik zou achtervolgd worden door de gedachte aan alle karbo- naadjes en lapjes en kuikentjes, die ik opgegeten had ten koste van dien winke lier en mijn geweten zou me geen oogen- blik met rust laten. Het zou ook afhangen van de manieren en gewoonten van de goede menschen, want daar hangt altijd 1 kans uitgesloten zijn, dat bij terugkeer van welvaart en een meer gevulde schat kist, b.v. in Goes een Chr. Lyceum, in Middelburg een Chr. Hoogere Burger school zou kunnen verrijzen? Zoo de bei de Zeeuwsche Vereenigingen in dien geest werkzaam mogen zijn en blijven, wie weet met welk succes hunne plannen worden bekroond. Wat zou speciaal in Middelburg de komst van een Chr. H, B. S, ook uit een oogpunt van meerderen plaatselijken bloei niet gewenscht zijn. Men dreigt onze hoofdstad b.v. het garnizoen te ontnemen. Bestuursorganisaties met huune ambte naarsstaven zullen eerder ingekrompen dan uitgebreid worden, uit een oogpunt van bezuiniging. Te ontkennen is niet, dat paticulieren, die bij een verblijf in Middelburg geen bizonder belang (meer) hebben deze gemeente verlaten. Alle mid delen zullen dan ook ter hand moeten worden genomen, ten einde gedaan te krij gen, dat hoe langer hoe meer gezinnen in de Zeeuwsche hoofdstad een behoorlijk emplooi en dus een voldoend levenson derhoud vinden, vooral waar in Holland door meer aanbod en minder vraag, ook van intellectueelen, die gelegenheid meer en meer gaat ontbreken. Vriendschappelijk groetend, t.t. METELLUS. Ingezonden Mededeeling. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST DE VLIEGDiENST OP INDIE. De tot nu toe bereikte resultaten. Op 29 September van het vorig jaar opende de K.L.M. baar weekdienst Am sterdamBatavia en op 1 October vertrok bet eerste toestel. Een jaar lang zijn thans geregeld wekelijks de K.L.M.-vliegtuigen naar Indië vertrokken. Wat is er in dit jaar bereikt De heer Plesman, directeur van de K. L. M., beeft op deze vraag in een pers conferentie antwoord gegeven. De vloot beeft in baar samenstelling een belangrijke verbetering ondergaan. Ook het personeel onderging een uitbrei ding. De practijk beeft bewezen, dat een bemanning, bestaande uit vier koppen, noodzakelijk is. Wanneer men elke be manning per jaar vier vluchten laat ma ken, heeft men dertien groepen noodig. Het is daarom noodig gebleken bet aantal vliegtuigbestuurders der K. L. M. met de reserves op 31 te brengen. Het werk der bemanningen is buitenge woon goed geweest. Een schaduw op de bereikte resultaten wordt geworpen door de ramp van de Ooievaar. De verwachtingen, wat de exploitatie uitkomsten van het postvervoer betreft, waren bij de posterijen niet al te hoog ge spannen. Men had zich voorgesteld, dat het postvervoer zich met den weekdienst ongeveer als volgt zou ontwikkelen Eerste drie maanden (OctoberDecem ber 1931) circa 150 kg. gemiddeld per vlucht, eerste 'halfjaar 1932 circa 200 kg., tweede 'halfjaar 1932 ongeveer 300 kg. en in 1933 ongeveer 400 kg. gemiddeld per vlucht. De werkelijke uitkomsten zijn geweest Eerste drie maanden 244 kg., eerste halfjaar 1932 238 kg. en tweede 'halfjaar 1932 (voor zoover bekend) 261 kg. gemid deld per vlucht. Het laatste gemiddelde zal door de groote hoeveelheid post in De cember met Kerstmis en Nieuwjaar stel lig nog hooger worden. Wanneer men bedenkt, dat het geheele postvervoer met Nederlandsclh-Indië (zee post en landmail) sedert October 1931 met ongeveer 18 pet. terugliep en van ruim 900 kg. gedaald is tot omstreeks 740 kg., dan maakt de luchtpost met een gemiddelde veel van af, uit welke rang van de maatschappij mijn buurman of buurvrouw ook is. Ik zou veel liever rustig naar een preek zitten luisteren naast een ernstige slagersvrouw, die zich goed gedroeg, dan mijn bank te deelen met een aanstel lerige, rijke dame, die misschien van adel is, maar die mijn aandacht afleidt door het ritselen van haar zijden kleeren, het getinkel van haar sieraden, of het spelen met haar diamanten ringen en me misschien zelfs ergert door haar on eerbiedig gedrag." „O, Meliora, wat kan je toch uitweiden over zulke dingen. Maar laten we tot ons punt van uitgang terug komen. Ik vertelde je, dat ik van plan was te trouwen en goed te trouwen, zoo mogelijk, maar in ieder geval te trouwen En dat meen ik." „Het spjjt me dat te hooren. Ik kan alleen maar hopen, dat je door de Voor zienigheid geleid mag worden tot den man, dien je zult liefhebben en die je liefde zal beantwoorden. En, lieve kind, mag ik 'je vriendelijk verzoeken niet in dien trant tegen je jongere zusters te praten?" „O, over zooiets zou ik natuurlek niet tegen babies praten en Netta en Brenda zijn niet veel meer. Wat Joan betreft, ze is den laatsten tijd zoo ja, hoe zal ik het noemen hooggestemd is geloof ik de juiste uitdrukking ervoor dat f van 281 kg. geen slecht figuur, vooral niet, wanneer men bedenkt, dat in de kilo grammen per luchtpost meer brieven gaan (ten gevolge van 5- en 10-gram-tarieven) dan in de kilogrammen per zeepost ver zonden. Of het mogelijk zal zijn om op deze wijze de exploitatie der posterijen tot een slui tende te maken, moet de toekomst leeren. Op het oogenblik is deze exploitatie voor de posterijen nog niet gunstig. Het vervoer van passagiers en goede ren is bedoeld als aanvullende bron van inkomsten. De financieele uitkomsten overschreden in de eerste acht maanden van 1932 reeds aanzienlijk de raming, die men voor twaalf maanden had opgemaakt. Het passagiersvervoer is stijgende. Uit gaande heeft men 144 personen vervoerd en thuisgaand 162. Het aantal reizigers, dat van het eene eindpunt naar bet andere werd vervoerd, bedroeg 22. Met ingang van den winterdienst op 1 November a.s. zal het passagetarief Am sterdamBatavia verlaagd worden van f 2200 tot f 1750 met inbegrip van logies en voeding onderweg. Ook bet vrachttarief wórdt met 1 November 1932 aanzienlijk verlaagd en van f 17.50 per kg. terug gebracht op f 12.50. Resumeerende. zeide de heer Plesman, dat de resultaten van den weekdienst in technisch opzicht zeer bevredigend zijn. 'Commercieel gesproken, zijn, voor de K. L. M. althans, de resultaten gunstiger ge weest dan de verwachtingen. In plaats van naast de inkomsten uit bet postcon- tract nog subsidie te behoeven, sluit de ex ploitatie over 'de eerste acht maanden van dit jaar met een batig saldo. De uitgaven zijn, dank zij 'het nieuwe materieel en dauk zij verschillende bezuinigingen, die men door reorganisatie heeft kunnen in voeren, beneden de raming gebleven, ter wijl de inkomsten pit passagiers- en goe derenvervoer, gelijk gezegd, de ramingen hebben overtroffen. Het ligt in de bedoeling om in 1934 met vliegtuigen te komen, die 230 'km. per uur afleggen, en te vliegen van 's morgens 4 tot 's middags 5 uur. Het traject kan dan in zeven dagen afgelegd worden en met slechts zes vliegtuigen kan men in dat geval volstaan. Voorloopig is men echter nog niet zoo ver. A. R. J. A. Prof. Dr A. Anema, Hoogleeraar V. U., Haarlem, door het Hoofdbestuur der A. R. J. A. gevraagd, om ziju meening te zeggen over het werk van deze organisatie onder de a.-r. jongemenschen, schreef Beginselstudie is voor de jongere gene ratie volstrekt onmisbaar. Niet, omdat het gewenscht is, dat zij' worden tot de na tuurgetrouwe copie van het oude geslacht. Integendeel, zij' moet, juist omdat zij jonger is, op de schouderen der thans leidenden staan en daardoor alleen reeds in meer dan één opzicht anders zijn; niet alleen van hun deugden, ook van hun ge breken moeit zij leerenniet alleen van hen afkijken hoe het wél moet, maar ook uit bun optreden zien hoe het niet moet. Maar daartoe is allereerst nauwgezette en grondige studie onzer beginselen noo'dig. Die studie heeft 'haar verheffende zijde, maar zij vergt tevens geduld, inspanning en toewijding. Een beetje liefhebberen in van alles en nog wat, vaak bij voorkeur in allerlei naar den vorm pakkende, maar naar den inhoud schromelijk oppervlak kige pennevruchten van den dag, is voor het oogenblik veel gemakkelijker en aan lokkelijker. Maar het oordeel wordt daar door vervalscht en verdorven. Op onze jongeren rust een zware zede lijke verantwoordelijkheid. Zij moeten zich voorbereiden, om straks de leidende plaat sen in land, provincie en gemeente en ook bij de maatschappelijke instellingen in te nemen. Daarvoor is deugdelijke en degelijke kennis noodig eerst van onze eigen begin selen en daarna van die onzer tegenstan ders. Zij moeten zich de ervaring van hun voorgangers ten nutte maken en zich op de hoogte stellen van de stroomingen van hun eigen tijd. Het eigen geestelijk bezit moet ontwikkeld en vooruit gebracht en fouten moeten verbeterd. Maar dan moet degelijke studie niet worden geschuwd. mijn wereldsche beschouwingen haar mat geen mogelijkheid eenig leed zouden kun nen doen. Ik ben benieuwd, wat je van Joan zult maken! Maar, na wat er gebeurd is veronderstel ik, dat je ons wel zult ver laten, ondanks je moederlijke toegene genheid voor Joan en arme, kleine Ruby. Ik moet zeggen, dat ik het erg onvrien delijk van je vind, Meliora. Als alles nog was, zooals het in mama's tijd was, dan zou het er niet zoo erg op aankomen, maar nu alles verkeerd gaat en vader elk dubbeltje wel drie maal omdraait en er dan eerst met een zucht afstand van doet en van mij verwacht wordt, dat ik zal huishouden van een onmogelijk klein maandgeldje, nu is het heel wat anders. Als jij weggaat, nu, dan gooi ik het bijltje er bij neer en laat het huishouden rollen zooals het rollen wil." „Ik ga niet weg, Lavinia". „Niet? Wel, daar sta ik heusch van te kijken! Ik zou gedacht hebben, dat jij vast en zeker gaan zou, waar je zoo aan vor men hecht." „Ik geloof niet, dat ik tegen de goede vormen zondig, door te blijven onder het dak van een vrieijd, dien ik, naar ik meen kan helpen. Het spijt me, dat je vader ge sproken heeft over wat er onlangs tus schen ons is voorgevallen, en ik moet er bij je op aandringen, dat jij er verder over zwijgt, Ale jij er verder over «preekt, La- In sommige vrijzinnige bladen wordt het pleit gevoerd voor de vorming van een nationaal Kabinet in 1933. Er zit in deze gedachte iets wat aan trekt. We zitten samen in de moeilijk heden, we moeten samen trachten door de crisis heen te komen en als onaange name maatregelen genomen moeten wor den dan moet de verantwoordelijkheid daarvoor ook door alle partijen worden gedragen. De moeilijkheid is echter vast te stellen wat hier onder nationaal verstaan moet worden. De Antirevolutionaire partij b.v. acht nationaal te handelen als ook in 't bij zonder aan de zedelijke en geestelijke be langen van ons volk aandacht wordt ge schonken en als met name ook het Chris telijk gezinsleven wordt beschermd. An dere partijen echter spreken van natio nale politiek als deze zaken op den ach tergrond worden gehouden. Sommige partijen noemen als eisch van nationale politiek, dat bij bezuiniging het bijzonder onderwijs in de eerste plaats wordt getroffen, terwijl anderen oordee- len, dat nationaal handelt wie het recht van het bijzonder onderwijs ten volle er kent. En zoo is er meer. Een z.g. nationaal Kabinet kan in tijd van nood misschien iets goeds hebben. Maar meer doelmatig is toch m.i. een parlementair Kabinet dat een werkelijk nationale politiek tracht te voeren en daarnaast een loyale oppositie die van nationalen zin blijk geeft. OPMERKER. Anders wordt men medegesleept door eiken wind van leering en wordt men als een riet heen en weer bewogen. Niet het riet, maar de diepgewortelde eik is tegen den wind bestand. Onze onrustige en geestelijk diep ge schokte tijd vraagt vóór alles om jonge mannen en vrouwen van eigen, zelfstandig oordeel en van ddepgegrifte overtuiging. Maar die worden alleen verkregen door gezette beginselstudie. Niet langs den weg van oppervlakkige indrukken. WORDT DE INVOER VAN KOLEN GECONTINGENTEERD? Gistermiddag 'heeft op uitnoodiging van de commissie van advies voor de uitvoe ring van de crisis-invoerwet, in Den Haag, een druk bezochte conferentie plaats gehad, waarin de contingenteering van den invoer van steenkolen is bespro ken. Op de bijeenkomst waren circa 80 per sonen uit kringen van handel, scheep vaart, industrie en mijnbedrijf, vertegen woordigers van Kamers van Koophandel en vertegenwoordigers van vakvereenigin- gen, zoowel van de (moderne als van de roamsch-katholieke, aanwezig. Omtrent de besprekingen verneemt „Vooruit", dat de voorzitter van boven genoemde commissie in zijn openings woord meedeelde, dat bet de bedoeling der conferentie was na te gaan, welken invloed de contingenteering van den in voer van steenkolen op handel en nijver heid naar bet oordeel van de betrokkenen zal uitoefenen. Do voorzitter gaf 'hierna 'het woord aan een vertegenwoordiger van de Nederland sche mijnindustrie, die een uiteenzetting gaf van de moeilijkheden, welke de Neder landsche mijnbouw ondervindt van de contingenteerings-maatregelen en invoer- belemmeringen in het buitenland. Gecon stateerd moet worden, dat de buitenland sche kolen ongelimiteerd en zonder be lemmering in Nederland kunnen worden ingevoerd. Hij wees er voorts op, dat de Neder landsche mijnbouw een nationale indus trie van beteekenis is, en dat het dus een nationaal belang moet worden geacht, na te gaan, op welke wijze de Nederlandsche mijnbo.uw kan worden terzijde gestaan. Na lang beraad 'hadiden de ondernemers in den mijnbouw uit den bestaanden toe stand de conclusie getrokken, 'dat contin genteering het eenige middel zou zijn om tot dragelijke verhoudingen te komen. vinia, dan zal men erover gaan babbelen, en misschien op een manier, die me hier weg zou jagen. Als je werkelijk wenscht me hier te houden, zorg er dan voor, dat het geheim niet uitlekt. Van Joan ben ik' zeker." „En ben je niet zeker van mij?" „Ben je wel zeker van jezelf, beste kind? Ik geloof dat je vader, die toch al onder zooveel zorgen gebukt gaat, niet ook nog moet lijden onder de onvoorzich tigheid van zijn eigen kinderen. Wil je heusch graag, dat ik in Perrywaod blijf?" „Zou ik op een winterdag niet wen- schen, dat er vuur in den haard brandt! Zou ik niet wenschen, dat die afschuwe lijke rekeningen betaald werden! Zou ik niet verlangen naar goed eten, een onder dak en nette kleeren! Natuurlijk wensch ik, dat je zult blijven, want op de een of andere manier schijn jij de eenige te zijn, waaraan we ons nog kunnen vasthouden. Als iemand ter wereld ons door onze moeilijkheden heen kan helpen, dan ben jij het. Ik weet wel, dat ik vroeger heel an ders over je dacht, maar toen wist ik niet wat ons te wachten stond. En je was toen alleen maar de gouvernante, zie je". „En wat ben ik nu?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5