Berlijnsche Brieven
Land- en Tuinbouw
Het Vrouwenhoekje
Dammen
handeld Wij hebben sterke neiging om
VooreJ verdienen de tien wenken voor
Tomatenmetrijst. Reken op elke
tomaat een eetlepel rauwe rijst, en hierop
hier ontkennend te antwoorden.
De schrijver spreekt van een zekere
vrees voor het al te gemeenzame. En met
recht. De eerbied voor het heilige wordt
naar wij vreezen op deze wijze niet be
vorderd.
Wij denken hierbij niet in de eerste
plaats aan de wijze waarop de groote
koning zijn bruid, een eenvoudig land
meisje, ontmoet, en aan de naamsafkar-
tingen „Sjal" en „Ab", al betwijfelen we
of hier inderdaad de Israëlietische ziels
structuur is benaderd en al doet het
vreemd aan, omdat beiden hier optreden
in hun typologische beteekenis en ook
hier op het Messiaansch karakter van dit
huwelijk sterk de nadruk wordt gelegd.
Wel echter denken we aan de realisti
sche teekening van het liefdeleven van
bruidegom en bruid. Dat kan naar het ons
voorkomt niet door den beugel. Het is
in dit verband, stuitend soms.
Wij geven Seerp Anema gaarne de eer
die hem toekomt, dat hij, vanuit zijn ge
zichtspunt gezien, een mooi massief stuk
werk hoeft geleverd en dat hij zich ook
hier weer toont een talentvol schrijver.
Maar dat neemt niet weg, dat wij tegen
boeken als dit zeer ernstige bedenkingen
hebben.
Stemmen des Tljds, Maandblad
voor Christendom en Cultuur.
Het September-nummer van den 21en
jaargang brengt de volgende bijdragen
De wijsbegeerte van Prof. Ovink, door Dr
H. van Oyen. Gedichten door Hélène
Swarth. Galsworthy's parerga bij zijn
Forsyte-sage (II) door W. van Gelder.
Paedagogie? door Dr H. Ph. Lely. De too-
venaar van het Noorden (Walter Scott)
door Dr J. Veldkamp. Den Joode Abra
ham door Hendrik Odink. Querido en
Buysse f door Dr C. Tazelaar.
Al met al weer een belangrijke afleve
ring. Uitgeefster is N.V. G. J. A. Ruys'
Uitg. Mij te Zutphen.
Da Jonge Vrouw. Geïllu
streerd Christelijk Tijdschrift.
Van dit uitnemend verzorgde maand
blad ontvingen wij de laatste aflevering
van den veertienden jaargang. Deze 14
jaren waren een tijd van opgang. De in
houd werd steeds verbeterd, het aantal
pagina's werd sterk uitgebreid, terwijl
het aantal lezers van jaar tot jaar toe
nam. Het gevolg is dat al weer nieuwe
plannen voor verbetering en uitbreiding
kunnen worden aangekondigd. Naast
de patronen van kleeding en handwerken,
zullen nu ook patronen van huizen
voor de lezers beschikbaar worden ge
steld. Ook zullen in het vervolg rechts
kundige adviezen worden opgenomen; de
heer Hana zal artikelen schrijven over
schilderkunst enz.
Gezien de praktijk van het verleden en
de beloften voor de toekomst, is er reden
om te verwachten dat de belangstelling
voor dit prachtige tijdschrift nog steeds
zal toenemen. Uitgeefster is Drukkerij
Bosch en Keuning te Baarn.
WITTENBERG.
Sedert ruim tien jaar heet Wittenberg
aan de Elbe ambtelijk „Lutherstad Wit
tenberg". Er zijn namelijk in het Duitsche
rijk nog meer steden, die denzelfden naam
dragen. Allerlei vergissingen bij het reis
verkeer en met de post waren hiervan het
logisch gevolg, zoodat de magistraat der
reformatiestad haar een naam toekende,
welke Wittenberg in verband met zijn
historische rol in de Duitsche geschiede
nis, in den volksmond al sedert eeuwen
draagt.
Er zouden nog wel andere bijnamen
voor deze levendige provinciestad zijn te
vinden. Wie zich de moeite getroost, van
Berlijn uit een reisje van anderhalf uur
te ondernemen, die komt tot de ontdek
king, dat de historische hersaneringen
aan Maarten Luther, Philipp Kvlanchton
en Lucas Cranach weliswaar c-t-ï/wegend
op hem werken, maar toch was de over
heid verstandig genoeg, niet in de slui
merende sfeer van een museum te ver
zinken, maar het oude op een vernuftige
wijze met het nieuwe te verbinden.
De Lutherstad Wittenherg is tegen
woordig ook bekend om haar bloeiende
industrie, welke tot een gunstige ontwik
keling kwam op een terrein, waar de El
be en vele spoorlijnen onmiddellijk bij
elkaar liggen. Op de vruchtbare velden
om de stad heen tot aan de heuvels van
den Flaming wordt groente geteeld. De
Wittenberger tuinbouw is een belangrijke
factor in de verzorging der rijkshoofd
stad Berlijn. Wereldberoemd is een spe
cialiteit van Wittenbergteelt van voor
jaarsbloemen, een exportartikel, dat iede
re lente in grooten omvang naar het bui
tenland vervoerd wordt.
Wandelt men van Wittenberg uitgaan
de een half uurtje langs de Elbe, dan be
reikt men Wörlitz met zijn welverzorgd
paik en hier wordt men gewaar, dat ook
de architectuur op het gebied van den
tuinbouw sterk is vooruitgegaan.
De oude „Altstadt" ademt nog geheel
en al den geest der hervorming, van Lu
ther en Melanchton. Dicht bij het station
staat de Luther-eik, die honderd jaar ge
leden werd geplant op de plaats, waar dr
Maarten Luther 1520 den pauselijken
banvloek verbrandde. Van hieruit ontmoe
ten wij ieder oogenblik herinneringen aan
dien grooten tijd.
Het Augusteum herinnert aan den tijd,
toen Wittenherg nog universiteitsstad
was en doet tegenwoordig dienst als se
minarium voor toekomstige predikanten.
Esq binnenplaats scheidt het statige, ern
stige gebouw van het Lutherhuls, waar de
reformator 1508 als Augustijner monnik
zijn intocht deed, om er dan tot 1540 te
blijven wonen en werken. Als Luther-
museum bergt dit huis een der belang
rijkste verzamelingen uit het begin der
Luthersche beweging, rijke schatten aan
brieven, prenten, oorkonden en gedenk-
teekenen van allerlei aard.
Een paar stappen verder, langs de Kol-
legiënstrasse naar de markt toe, bleef het
huis van Melanchton behouden, den pro
fessor van het „Grieksche „Lehrers Ger-
maniens", den trouwen vriend van Lu
ther. Ook achter dezen eenvoudigen ge
vel ligt een druk bezocht museum verbor
gen. Van de oude Holzmarkt uit heeft
men een fraaien blik op de Stadtkirche,
de kerk, waar de reformator zoo vaak
heeft geprediktin haar piëteitvolle en
architectonische schoonheid maakt zij op
mij meer indruk dan de aan geschiedenis
niet minder rijke Schlosskirche, aan wier
houten deur Luther den 31en October
1517 zijn 95 stellingen aanplakte, om hier
mede de groote hervorming in te leiden.
Wanneer Wittenberg het Rome der
Protestantsche wereld is, dan vormt het
in zijn tegenwoordige gedaante een doel
bewuste tegenstelling tot de meer kleur
rijke, op uiterlijke praal uitgaande pracht
der katholieke wereld. De katholieke kerk
verstaat de kunst, haar traditie door den
glans van historie en ritus, door pom
peuss kracht naar voren te brengen. In
Wittenberg moet men daarentegen zelf
op zoek gaan, wil men tot de historie
doordringen, wil men zich vertrouwd ma
ken met feiten, welke ook in onze vader-
landsche en kerkelijke geschiedenis een
rol hebben gespeeld. Men heeft eigenlijk
weinig ondernomen, om de vergetelheid
tegen te gaan, om het verleden voor de
toekomst te bewaren en toch is de
stoere gestalte van den grooten hervormer
Maarten Luther, buitengewoon geschikt,
om hem voor onzen tijd telkens weer
naar voren te brengen.
De ontroering over het vele, dat in deze
omgeving zich heeft afgespeeld, pakt u in
Wittenberg tamelijk onverwacht. Aanvan
kelijk gaat men wellicht vrij koud langs
de straten en over de pleinen, maar dan
opeens blijft men stilstaan op het binnen
plein van het Luther-huis, ziet men in
zijn gedachten den zwaar gebouwden
monnik op de steenen bank zitten aan de
zijde zijner levensgezellin. In deze stem
ming betreedt men de kamers, waar hij
zooveel jaren vertoefde, het groote woon
vertrek met de porceleinen kachel, de ta
fel, waar hij aan werkte en bij het raam
zijn bescheiden zetel. Ergens in een hoek
ontdekt ge het portret van Lukas Cra
nach, die geruimen tijd in Wittenberg ge
werkt heeft.
Het Reformationsmuseum bevat naast
waardevolle geschriften van Luther's
vriend en tijdgenoot Melanchton, die ge
lijk met hem aan de universiteit doceer
de, verschillende brieven van Luther zelf
onder meer zijn belangrijk epistel aan
keizer Karei V tijdens den Rijksdag te
Worms, voorts vele portretten van den
hervormer en zijn naaste familie. Men
vindt er den kansel, die in de Stadt
kirche door hem bestegen werd, de zand-
klok en zijn lessenaar. In de kleine ge
hoorzaal hield Luther zijn voorlezingen
over philosophic.
De tegenwoordige Schlosskirche is naar
ik hoorde, niet de oude, waar wij graag
aan denken zij is verbrand en later heeft
men de deur met de stellingen hier laten
aanbrengen. Daarom zweeft hier niet
meer de sfeer van het verleden ooi u heen
welke gij in de Stadtkirche en het Luther-
huis gewaar wordt.
Wanneer men hier een paar uur heeft
rondgezworven, dan heeft men heel wat
indrukken verzameld, men heeft veel ge
zien, maar lang niet alles in zich opge
nomen en verwerkt. Wittenberg openbaart
zich in zijn historische beteekenis niet
gemakkelijk aan den vreemdeling. Wel
licht verdient het aanbeveling, dat men
zich van tevoren thuis op zulk een ont
dekkingsreisje zorgvuldig voorbereidt.
Wittenberg, September 1932.
Brief uit de Oostenrljksche Alpen.
Het Steirenhoen het Alpenhoen bij
uitnemendheid.
Vorige keer besprak ik een en ander
van mjjn ervaringen uit Salzburg. Het
is altijd interessant en leerzaam te zien
hoe onder totaal verschillende omstan
digheden de pluimveehouder zich tracht
aan te passen aan klimaat en omgeving.
Oostenrijk bestaat uit verschillende bonds-
landen en ligt voor een groot deel in
het Alpengebied. Dat brengt mee een
lange winter, laat voorjaar, weinig graan
bouw en graanmaalproducten ter plaatse.
Wel bosschen en mooie weiden waar
echter tegen de noordhellingen van hooge
bergen vrijwel nooit de zon komt. Zonder
het kunst- en vliegwerk der moderne
pluimveehouderij (groote broedmachines,
verwarmde opfokhuizen, levertraan, enz)
bereikt men daar niet gemakkelijk dat
er vroeg gebroed wordt en dat er dus
in den herfst en winter al tamelijk veel
eieren geproduceerd worden. In de Al
penlanden begonnen tot voor korten tijd
geleden de jonge hennen pas in het voor
jaar te leggen. De bevolking leeft be
trekkelijk afgezonderd, is niet gemakke
lijk door cursussen te bewerken, allemaal
factoren die een snelle moderniseering
belemmeren. Vandaar dan ook dat een
staat als Oostenrijk, hoewel het aantal
inwoners slechts Gi/j millioen bedraagt,
lang niet genoeg voor zijn eigen con
sumptie kan produceeron. Er worden on
geveer 700 millioen eieren verbruikt (du*
ongeveer 100 per hoofd per jaar) en
hiervan worden er 400 millioen eieren
geimporteerd, vooral uit de goedkoop pro-
duceerende Oost-Europeesche- en de Bal-
kanlanden. In zekeren zin is het dus
voor zoo'n land een geluk dat men hier
het eierverbruik niet te hoog opgevoerd
heeft. Toch wil men in Oostenrijk thans
ook probeeren door middel van stempel-
dw-ang het verbruik en de productie van
eigen eieren te verhoogen. Vanaf 1 Sept.
jj. is er een nieuwe wet ingevoerd die
bepaalt, dat alle versche eieren van een
weekstempel voorzien moeten zijn, alle
geconserveerde eieren moeten het stem
pel „oonserviert" dragen en alle koel
huiseieren moeten ook als zoodanig ge
kenmerkt zijn. De z.g. versche eieren
worden weer in drie groepen verdeeld,
nj. Ie volversche eieren, 2e versch, 3e
koökeieren. De volversche eieren ver-
dealt men weer in z.g. drinkeieren, d.w.z.
eieren afkomstig van toornen waarbij geen
hanen loopen. Zijn de eieren afkomstig
van toornen waarbij wél hanen zijn dan
heeten ze thee-eieren. De eieren van
groep 1 mogen in geen geval ouder zijn
dan twee weken, importeieren vallen hier
geheel buiten.
Pas in de tweede groep de z.g. versche
eieren, die van twee tot vier weken oud
kunnen zijn, kunnen ook importeieren
geplaatst worden. Eieren uit de eerste
groep, die blijkens hun weekstempel dus
ouder geworden zijn dan twee weken
vallen vanzelf in de tweede groep.
Tot de derde groep der kookeieren be-
hooren de eieren die ouder zijn dan vier
weken.
Ook de pluimveerassen zijn min of
meer aan de Alpen aangepast. Om te
beginnen zou men van een nationaal
ras kunnen spreken, dat een Alpenras
bij uitnemendheid is, het z.g. Steirer-
hoen uit Stiermarken. Aan dit ras is
weer de gewone geschiedenis verbonden
die men elders gedurende de laatste halve
eeuw ook beleefd heeft. Oorspronkelijk
had Stiermarken een aan de Alphen aan
gepast, sterk, met weinig tevreden zijnd
vleesch-leghoen. Toen bleek dat Leghorns
en dergelijke kippen beter legden werd
hiermede gekruist en kreeg men een hope
loos mengsel dat de goede eigenschap
pen der Alpen-kippen verloor.
Gedurende de laatste jaren is men nu
weer tot inkeer gekomen en heeft van
Graz uit weer getracht het oude Alpen-
hoen in eere te herstellen. De ervaring
heeft ook elders geleerd dat eeuwenoude
rassen, die zich aan bepaalde omstandig
heden aangepast hebben, niet maar straf
feloos te verkruisen zijn en dat men beter
doet deze rassen zelf' door voorzichtige
teeltkeus te verbeteren. Zoo heeft men
thans uit het oorspronkelijke boeren-Al-
pen-hoen, de Steirer (wij spreken van
Stiermarken) twee types gefokt en wed
een Jicht gebouwd legtype dat vooral in
de bergen gefokt wordt en een zwaarder
meer vleezig type dat meer in de dalen
van beneden-Stiermarken voorkwam.
Het lichtere leghoen heeft men den
naam Altsteirer gegeven (oud Stierman-
kensch hoen), het zwaardere heeft den
naam Salmtaler gekregen. Deze hoenders
nu zjjn bij uitstek geschikt voor de boe
renbedrijven in de Alpen, dus als hoen
ders voor het bijbedrijf van den landbouw.
Het is gemakkelijk op te fokken, is goed
bestand tegen de koude en zoekt op
de naar onze begrippen arme Alpenwei
den ijverig op groote afstanden zijn voer
bijeen. Ze hebben meer vleesch dan Leg
horns en hebben een zeer fijn vleesch,
waardoor de Stiermarksche poularden en
kapoenen als een groote delicatesse gel
den. Ook op legwedstrijden houden deze
dieren zich tegenwoordig goed. In Klos-
terneuburg bij Weenen zag ik verschei
dene goede legsters en er lijn er hij die
een productie van 263 haalden. De
eieren zijn gemakkelijk uit te broeden en
de kuikens groeien snel. De Stiermarksche
bevolking is dan ook met dit hoen zeer
ingenomen en in het bondsland Stier
marken is dan ook dit ras het eenige
officieel erkende ras. In een beschrijving
zal ik niet vervallen, alleen vermeld ik
dat mij bij deze dieren opviel de kleine
kam op de voorste helft van den top
en daarachter een bosje veeren.
In den staat Salzburg denkt men over
de rassen weer geheel anders. Ook daar
waardeert men wel den Steirer, maar
daarnaast heeft men nog vier andere
rassen officieel aangenomen en wel de
Wit Leghorns, de patrijskleurige Stali-
anen, de Rhode Island Reds en ook de
Plymouth Rooks, hoewel die er slechts
in klein aantal voorkomen. Vooral de
Patrijs Staliaan (wij zeggen Patrijs Leg
horn) en de Rhode Island Red zijn in
trek daar het betrekkelijk zware hoen
ders zjjn, de lichtere Wit Leghorns leve
ren te weinig vleesch.
Vragen, deze rubriek betreffende, kun
nen door onze abonné's worden gezonden
aan Dr te Hennepe, Diergaardesingel 96a
te Rotterdam. Postzegel voor antwoord
insluiten en blad vermelden.
Electrisch koken.
Door de N.V. P.Z.E.M. is een mooi uit
gevoerde catalogus uitgegeven van elec-
trische kooktoestellen.
Deze catalogus is uit typografisch oog
punt beschouwd uitstekend verzorgd en
zal zeker wel niet ongelezen ter zijde wor
den gelegd. Men komt uit dit boekje te
weten, op welke wijze "e electrische kook-
apparaten door de PZEM beschikbaar
worden gesteld.
Deze catalogus wordt op ruime wijze in
geheel onze provincie verspreid.
electrisch koken de aandacht onzer leze
ressen. Ze luiden als volgt
1. Gebruik voor het bereiden van Uw
maaltijd een losse of ingebouwde regel
bare kookplaat met een aansluitwaarde
van tenminste 1200 Watt.
2. Gebruik uitsluitend pannen met vlak-
gedraaiden bodem.
3. Neem nooit een pan, kleiner dan de
kookplaat.
4. Gebruik gelijktijdig zoo weinig moge
lijk platen. Zet de pannen op elkaar, zoo
noodig met behulp van een overgangsdek
sel. Gebruik zooveel mogelijk één en de
zelfde kookplaat achtereen.
5. Gebruik de na-warmte van de kook
plaat.
6. Gebruik zoo min mogelijk water, min
der vet of boter.
7. Breng uw eten aan de kook op de
hoogste stand (3 of 4) en schakel terug
op de laagste (1) voor het doorkoken.
8. Op 1 brandt het eten niet aan, dus
niet te veel roeren, en niet te veel kijken.
9. Na gebruik moeten de fornuizen wor
den schoongemaakt, de kookplaten kun
nen worden afgenomen met een vochtigen
doek met heet Soda-water en daarna licht
worden ingevet.
10. De ovens worden na gebruik gerei
nigd, na bakken en braden is het aan te
bevelen, de ovens des nachts open te
zetten.
Om blanke gordijnen te hebben.
Een huisvrouw is zoo fier wanneer ze
kan geuren met hare hagelwitte gordijnen.
Ziehier een goed middel om ze blank te
maken. Laat de gord:nen gedurende 12
uren trekken in koud water. Daarna laat
men een K.G. rijst koken in acht liter
water, tot het water wat papachtig ge
worden is. Trek de gordijnen uit het water
en laat ze uitlekken. Doe het rijstwater
door een doek of door een fijnen teems.
Dompel de gordijnen door dit water en
wasch ze door. Om de vlekken te wasschen
zal men een handvol van de gekookte rijst
nemen en er duchtig mede wrijven. Spoe
len, uitrekken en langs den averechtschen
kant drogen, in de breedte vochtig
strijken.
Lycurgus en de Spartaansche meisjes.
Lycurgus, de groote wetgever van den
staat Sparta, in antiek Griekenland, had
bepaald, dat geen enkel meisje een huwe
lijksgift zou meekrijgen, als zij in bet
huwelijk trad.
„Ik wil niet hebben", verklaarde hij,
„dat een meisje ongetrouwd blijft, omdat
zij arm is."
Het gevolg hiervan was, dat alle mooie
Spartaansche meisjes een man kregen,
doch dat de leelijke bleven zitten. Door
koning Agis werd daarop deze wet ver
anderd, in dien geest, dat de leelijke meis
jes een uitzet zouden krijgen.
Erg duur voor de schatkist kwam dit
intusschen niet uit, want geen enkel meis
je had het er ter wille van een uitzet voor
over, officieel voor leelijk verklaard te
worden.
Hieruit ziet men weer eens, hoe moei
lijk het voor een man is, het hart van een
vrouw te doorgronden, merkt de Rott.
hierbij op.
Eet tomaten.
Velen hebben deze gezonde vrucht, zoo
rijk aan vitaminen, nog niet leeren eten.
De eerste kennismaking met den smaak
van tomaten valt den meesten menschen
niet mee en dan wagen zij zich niet aan 'n
volgende proefneming. Doch ditzelfde is
het geval met heel veel andere vruchten
en groenten, die een uitzonderlijken smaak
of geur bezitten. Pas bij regelmatig ge
bruik begint men die te waardeeren. Wij
denken b.v. aan tuinboonen (groote boo-
nen), Hoevelen zijn er niet, die huiverden
van den pikanten smaak, toen ze voor het
eerst tuinboonen proefden, doch later
deze als één hunner geliefdste gerechten
beschouwden?
Hieronder volgen enkele recepten.
Tomatensoep. 1 liter water, 1
pond tomaten, 1 ui, 2 kruidnagelen, een
stukje laurierblad, een stukje foelie, 5 gr.
zout,40 gr. tarwebloem, 40 gr. boter, 1H
theelepel Maggi's Aroma, theelepel ge
hakte peterselie.
Zet de in stukken gesneden en vooraf
gewasschen tomaten op met het water, de
gesnipperde ui, het zout en de kruiden,
laat ze tot moes koken en wrijf dan het
mengsel door een haarzeef.
Verwarm roerende de boter met de
bloem, giet daarbij langzamerhand het
gezeefde tomatenmengsel, laat de soep
nog even doorkoken en giet ze dan in de
soepterrine bij de peterselie en de Maggi's
Aroma.
Gestoofde tomaten. Wasch de
tomaten, pluk het kelkrestje eruit en snijd
aan den ronden kant een dun kapje eraf;
strooi op den open kant een weinig zout
en, zoo ge wilt, een tikje peper. Smelt
zooveel boter of melange in een vuurvas
ten schotel, dat de bodem juist bedekt is,
plaats hierin naast elkaar de tomaten en
laat ze in den oven gaar worden (8 tot 10
min.), echter niet zóó, dat ze in elkaar
zakken of hun vocht verliezen. Hebt ge
geen oven, leg dan een deksel op den scho
tel en zet dezen op een getemperde vlam.
Strooi over de tomaten een weinig fijn
gehakte peterselie en dien ze op in den
schotel.
Tomaten met roerei. Stoof de
tomaten gaar als in het vorige recept.
Maak per kilogram tomaten roerei van 2
eieren, 2 eetlepels vocht 3n een tikje zout
leg bet, vlak voor het opdienen om de to
maten, en strooi en weinig gehakte peter
selie erover.
3 eetlepels water, verder K theelepel ge
hakte ui, 1 theelepel melange of boter.
Kook de rijst met het water, de gehakte
ui en een tikje zout gaar, leg haar in den
stoofschotel, om de tomatep, die ge hebt
voorbereid als voor gestoofde tomaten,
strooi een dun laaeje imneermeel over de
rijst, verdeel hierop de boter, en laat de
tome ten gaar stoven.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem 269. (Damzet.)
1 2 3 4 6
47 48 49 50
Zwart 16 sch. op: 3, 4, 6/10, 13, 15, 16,
18, 23/26.
Wit 16 sch. op: 27, 28, 32/35, 37/40, 42,
43, 45, 47/49.
Wit speelt en maakt dam.
Oplossingen.
Sept-problemen vóór 4 October in te
zenden aan bovenstaand adres.
Om het kampioenschap van Nederland
1932.
J. H. Vos (wit) F. Raman (zwart)
1. 32—28 18—23
2. 33—29 23X32
3. 37X28 19—24
4. 39-33 16—21
5. 44—39
De opsluiting nemen met 31—26 is niet
alleen doelloos, doch ook gevaarlijk, daar
zwart een uitnemenden tegenzet heeft in
2127. Zet wit met 4439(a) voort, dan
zwart 17—22 en 11X22.
•Het is duidelijk, dat wit nu nimmer
meer 3430 zal kunnen spelen, daar zwart
door 2731 (wit 36X16) en 12X25 een
stuk wint.
Wit speelt dus b.v. 5044, 611; 41
37, 1—6; 46-41, 14—19.
Daar 3430 nog niet kan worden ge
speeld, heeft wit de volgende voortzet
tingen.
Ie. Wit 3731 dan zwart 22—28 en wit
behoudt steeds de randschijf op 26.
2e. 37—32, dan zwart 1218, 22—28 en
18X16 met hetzelfde resultaat.
3e. Wit 3832, zwart 27X38 wit 43X32.
Dit laatste is wel de sterkste voortzet
ting, daar wit door met 37—31 en 31—27,
26X37 voort te zetten schijf 26 weer kan
terugtrekken.
(a). Wit kan in plaats van 4439 ook
34—30 spelen. Hierop volgt zwart 1116,
30X19, 14X32; 42—37, 20—241 37X28, 17—
21; 29X20, 15X24; 26X17, 12X21. Wit
wordt nu gedwongen tot 2823, waarop
zwart 1014 speelt en wit een zeer ge
vaarlijke stelling heeft.
Ofschoon wit door de beste van deze
varianten te kiezen niet in het nadeel
komt, verdient de zet 31—26 geen aan
beveling, omdat zwart in ieder geval het
initiatief neemt.
5 .
6. 50—44
7. 41X32
8. 46—41
9. 29X20
10. 41—37
11. 34—29
12. 40—34
13. 44—40
21—26
26X37
1419
20—25
25X14
17—21
21—26
14—20
19—24
Niet sterk. In deze positie heeft zwart
niets aan de halve hekstelling, omdat wit
het centrum volkomen beheerscht. Het
is dus duidelijk, dat, indien zwart later
wordt gedwongen met 20—25 achterwaarts
af te ruilen, wit een verder opgedrongen
stelling behoudt en zwart veel terrein
verliest. Zwart zou beter 10—14 kunnen
spelen en op 3430 van wit, zwart 2024,
waardoor zijn linkervleugel in het spel
komt, speelt wit niet 34—30, maar 37
31 en 32X41, dan zwart 510 en later
1923 en herstelt zich op het centrum.
Het groote verschil tusschen deze voort
zetting en de tekstzet is, dat zwart, zoo
als het in de partij gaat, te laat op het
centrum komt. Hoe belangrijk een derge
lijk nadeel kan zijn, leert het vervolg van
de partij.
14. 34—30
15. 30X19
12—18
13X24
Hier blijkt reeds, dat de halve hek
stelling voor zwart nadeelig is, omdat wit
door dezen afruil een stuk, dat niet ge
makkelijk in het spel kan worden ge
bracht, afruilt tegen een goed centrum
stuk van zwart (schijf 34 tegen 13).
16. 32-27
Op dezen zet komt het aan. De tekst
zet beschermt wit's linker vleugel tegen
een aanval van zwart
16 .7—12
17. 38—32 1— 7
18. 42-38 9—13
19. 47—42 20—25
20. 29X20 25X14
21. 39—34 1419
(Wordt vervolgd.)
Probleem 264.
Goede oplossing ontvangen van: D. de
Hullu, Oostburg.