DE ZEEUW
271 2 ct per V2 pondspakje
i
I
DERDE blad
Zoeklichtjes.
HET ADRES
A. WILKING
JOAN CARISBROKE
s a
05 p
IIII
p p
ll
cd
a sf a
-111
lass-
p ff
I'M
c* p t
brieven uit het land van
cadzand.
Uit den Goeschen Raad.
De Blue Band-fabrieken garan
deeren, dat Blue Band uit de
allerfijnste grondstoffen wordt
gekarnd en dat daarbij alléén
Roomboter met Rijkscontröle-
merk wordt gebruikt! Eisch daar
om uitsluitend BLUE BAND!
FEUILLETON
<5
5 2
£S"B
g a» g-s
W-® 3 B
P p
ftB.| i
co co e* p oq
B'a^l
sT p= aSf
a- p
18 P-
®S 8 S?
W i
p
P
sf
P 3t
I!?!?
er
a
tr
;b-
p ~-
g-i
15
p
&3
p 2
I
p p
-:A C
p: on
O
e:
3
A
5'
<55'
<->■
Cfr- HJ
<5
w
tr
p
P
p c*-
o
p P
o.
p
I—
p
orcj
P.
cd
3 S3"
s p
e-So-g. g.
ir 2
a
- B? S
®?§i
tr
ac r—
a 5
£5
g
§<!S
3
5-« c a
p a; pr
g®g
»1
P. P CD
5£ i
83 a
•sSP
I5*"*
oS
&8
i
3
S
o 0
p"o
*»<g.8
td p p
3^
CD
CD
O
CD
O
CD
3
CO
V
VAN
ZATERDAG 17 SEPT. 1932, Nr 296.
PORÖL geneest en verfraait de huid
XCI.
De positie van den landarbeider.
De enkele weken geleden dreigende sta
king van de landarbeiders is gelukkig
voorloopig afgewend. De bespreking van
den burgemeester van Aardenburg met de
werkgevers beeft tot resultaat gehad, dat
deze met de werknemers wilden praten
over de hangende kwesties, en wel heeft
die nadere bespreking niet het resultaat
gehad, dat de arbeiders wensehten, maar
er is een bespreking geweest en dat zal
licht tot gevolg hebben, dat later nader
kan worden onderhandeld.
We zullen maar hopen, dat straks een
overeenkomst kan worden bereikt, zoo
dat het niet tot een staking in den loop
van het volgend jaar komt. Want dit is
wel zeker, dat indien niet tot overeen
stemming kan worden gekomen, een ver
bitterde strijd wacht. We kunnen ons nu
wel paaien met de hoop, dat het niet
zoa ver zal komen, maar wie de geesten
in dezen tijd, ook in ons land van Cad-
zand, kent, weet wel beter. En daarom
moeten de leiders van weerszoden goed
de zaak onder de oogen zien, dat een
staking voorkomen wordt. Een staking
toet al de onaangename gevolgen. Bij een
nederlaag van de arbeiders verbittering
aan deze zijde, bij een overwinning het
zelfde aan de andere zijde. En dan zal
een staking in de grensstreek nog zijn
bijzondere onaangenaamheden hebben,
doordat de werkgever Belgische werk
krachten zal te hulp roepen.
Den leiders wan weerszoden moge dan
ook met allen aandrang op de ziel ge
bonden worden toch alle middelen te
haat te nemen, om een conflict te voor
komen. En waar in dezen strijd voorna
melijk de R.-Katholieke Bond op den
voorgrond treedt, tenminste in het Zuiden
van ons land van Cadzand, daar is hier
zeker wel een taak voor de geestelijke
leiders. Zij kennen den geest van ons
Volkje, beter dan de vrijgestelden van
den Bond, die zoo licht deze streek ver
gelijken met andere.
Doch nu de eigenlijke kwestie. Waar
het om gaat, dat is het collectief ar
beidscontract en de loonen.
Nu weet ik wel, dat ik met hier over
te schrijven, een uiterst teere zaak aan
roer. Je kunt beter schrijven over een
kanaal, want dat laat de massa toch
fcoifff, of over hetere verbindingen, want
daar zijn .allen het over eens. Maar het
collectief arbeidscontract en vooral de
loonkwestie, dat staat in het centrum
van de belangstelling. Aan de óéne zijde
de boer, die zoo licht, vaak al te licht,
alle vragen om rechtspositie betitelt als
socialistisch, aan de andere zijde de ar
beider, die in deze dagen van werkloos
heid en loonsvermindering zoo licht ver
bitterd wordt.
En dan maken de tijdsomstandigheden
de oplossing der kwestie ook niet ge-
taakkelijker. Er zijn toch twee vragen te
beantwoorden. De eerste is deze: Welk
loon kan worden uitbetaald, waarbij het
landbouwbedrijf nog loonend is, en de
tweede: Welk loon moet de arbeider ont
vangen om een menschwaardig bestaan
te hebben. En nu is bet ongelukkig, dat
in deze dagen van malaise de antwoorden
op deze vragen met elkaar in botsing
komen.
Vele boerenbedrijven staan er zoo on
gelukkig voor, dat men zich met angst
afvraagt, waar het heen moet. De boeren,
die de vette jaren hebben meegemaakt,
zonder ik bier uit. Het is wel niet pret
tig, dat er eenige jaren niets in het ka
binet komt, dat er misschien eenige dui
zenden uit moeten, maar dat is met alles
het geval. De handelaar die in dezen
tijd zijn balans opmaakt, zal ook wel met
cijfers beneden nul moeten werken, de
fabrieken eveneens. Ook de man met
„vast traktement" moet zijn veertje laten.
Dat is alles heel onpleizierig, maar het
moet alles naar lager levensniveau en
dat kan ook wel een beetje ook. Het is
wel niet prettig, dat men in plaats van
met de auto met de fiets naar de markt
in Oostburg moet, maar misschien is
ook wel het goede gevolg, dat geen zaken
meer worden gedaan in dè herbergen, die
des Woensdags in Oostburg stampvol zijn
thaar in de graanbeurs, de aangewezen
plaats,waarde handel zonder borrel moet
plaats vinden, en zeker niet ten nadeele
van dien handel envan bet kabinet.
Maar oneindig veel moeilijker wordt de
kwestie voor den pas beginnenden boer,
die op zware pachten zit of met een
hooge hypotheekrente of voor den boer,
die al beeft bij dan ook wat verdiend
in de voorafgaande jaren, door den aard
van zijn bedrijf, zijn kapitaal heeft zien
wegslinken tot niets. Voor hem is eigen
lijk alle loon, dat moet worden gegeven
te veel. Vooral als hij, aangelokt door
de booge prijzen van verleden jaar, veel
aardappels beeft verbouwd, die au niets
waard zijn.
Doch aan de andere zijde staat de ar
beider, die werkt en leven moet, en die
nu door de tarwesteuawet hoogere prij
zen voor zqn brood moet betalen en die
door de varkenssteunwet ook voor zign
tweede varkentje moet opdokken.
1 Nu js de eerste zaak, die ifc noemde,
het collectief arbeidscontract, m.i. wel te
regelen. En dat is niet geheel onbillijk.
De ambtenaar streeft naar rechtspositie,
'en die is al zoo stevig vastgelegd, dat er
al een heel ernstig plichtsverzuim moet
zijn, wil hij kunnen worden ontslagen;
het is niet te verwonderen, dat ook de
arbeider tenminste eenige zekerheid wil
hebben. En bet zal den arbeid ten goede
komen. De arbeider, die eenige zekerheid
heeft, zal met meer lust zrjn werk ver-
tichten, dan hij, die, als hij des Zaterdags
zijn loon ontvangt, al met een angstig
gezicht naar zijn baas zal' kijken, of hij
des Maandags wel mag terugkomen. My
dunkt, dat met eenigen goeden wil van
weerszijden, dit wel in orde te brengen
zal zijn.
Moeilijker is de loonkwestie. Wat is
billijk en wat geeft een menschwaardig
bestaan? En nu ga ik geen cijfers noe
men. Dat zou allicht te veel kritiek uit
lokken en het is trouwens mijn taak niet
ook. Maar de taak der organisaties. Laat
deze in de komende wintermaanden, als
fer geen conflict dreigt, doodeenvoudig,
omdat er dan geen werk zal zijn, eens
rustig met elkaar overleggen. In de sfeer
van elkaar begrijpen. Dan kan veel wor
den bereikt. Dat van de zijde der werk
gevers alles wordt gedaan, om den ar
beider een menschwaardig bestaan te ge
ven, maar dat ook van de zijde der
werknemers wordt ingezien, dat in dezen
Voor vele boeren zwaren tijd niet het
uiterste kan worden gevraagd. Als in dien
geest wordt onderhandeld, vlei ik me,
'dat nog wel een oplossing kan worden
gevonden.
En, waar de strijd ook zal worden ge
streden in die kringen, hetzij dan in R.-
Katholieke of in geloovig-Protestantsche,
waar nog gevraagd wordt, naar wat in
hoogste instantie God van ons vraagt
te doen, daar zij de vTaag, ook in deze
kwestie, DE levensvraag van den Chris
ten: Heere, hoe wilt Gij, dat ik ook in
dezen doen zal?
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Klnderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante -artikelen Is
GOES
HULST
De Goesche Gemeenteraad in zijn te
genwoordige samenstelling verstaat uit
nemend de kunst om een lange agenda
in korten tijd af te werken. Lange rede
voeringen worden bijna nooit afgestoken.
Zelfs als er meeningsverschil is, volstaat
men met korte opmerkingen over en weer.
De behandeling van een agenda als die
van Donderdag had vrij zeker in Middel
burg tweemaal zooveel tijd gekost.
Uit het behandelde noteeren wij, dat de
Voorstad in 1933 een goede beurt zal
krijgen, wat zeker eer te laat dan te vroeg
is. En volkomen terecht drong de heer
Crucq op vervroegde uitvoering van dat
werk aan.
De heer I. Wessel vroeg en verkreeg
eervol ontslag als lid en voorzitter van
het Burg. Armbestuur. De reden, waarom
dit ontslag werd verzocht, valt zeker te
betreuren. B. en W, en ook dhr Visscher
(S.D.A.P.) spraken dit in korte bewoor
dingen uit. Het gedrag van een zekere
groep bedeelden schijnt wel in-treurig te
zijn. Het is de vraag, of hiertegen niet
met wat meer kracht behoort te worden
opgetreden. Misschien zou het wel ge-
wenscht zijn, politiehulp bij de hand te
hebben om dergelijke lieden wat vroeger
op straat te zetten dan hun lief is.
Over de begrooting van het Burg.
Armbestuur is nog het een en ander ge
zegd. Eerlijk gezegd, begrijpen we niet,
waarom die begrooting nu pas in den
Raad komt. Ze is wel te laat door het
B.A. ingediend, maar waarom ze een
half jaar bij B. en W. moest opgehouden
worden is ons niet recht duidelijk.
In dien tijd is er wel druk gecorres
pondeerd en geconfereerd door B. en W.
en B. A. De begrooting sloot n.l. voor de
eerste maal met een belangrijk tekort, dat
voor rekening der gemeente zal komen.
En het is te prijzen, dat B. en W. ge
tracht hebben dat tekort te verminderen,
door bezuiniging in overweging te geven.
Maar dit is niet gelukt. Wij hebben al
thans geen posten hooren noemen, waar
op bezuinigd kan worden. Dan alleen bet
Weeshuis. En inderdaad, dit wordt voor
zulk een (gelukkig) klein aantal weezen
een dure exploitatie.
De buitenstaander vraagt zich ai of
het tegenwoordige, on-economische, Veel
te groote gebouw niet verkocht of ont
ruimd kon worden en een flinke, ruime
woning als weeshuis kon worden inge
richt. De sfeer zou dan meteen ook hui
selijker zijn.
Tenslotte is de begrooting goedgekeurd,
maar met 7 tegen 6 stemmen is geweigerd
daaraan de aansporing tot zuinigheid toe
te voegen. Dit zou in het licht der feiten
als iets onvriendelijks beschouwd kunnen
worden.
Dat er in het verleden wel eens royaal
door het B. A. met het geld is omgegaan,
is een publiek geheim. Maar vertrouwd
mag toch worden, dat dit ten eenenmale
uit is en dat nu zuinigheid het parool
zal zijn.
Kregen B. en W. hier hun zin dus niet
geheel, bij een volgend punt moesten ze
ook scherpe (en naar het ons voorkwam
gerechtvaardigde) critiek aanhooren. In
een vorige vergadering is afgestemd een
voorstel van B. en W. om aan het Rave
lijn van gemeentewege heerenhuizen te
gaan bouwen. De bedoelde grond werd
toen getaxeerd op f 4000. En nu die grond
aan een particulier verkocht kan worden,
is hij opeens terwijl er in de situatie
letterlijk niets is veranderd f 5400
waardl Dit doet eigenaardig aan en
Men kan bijna geen krant in handen
krijgen of men leest van Gemeenten die
de belastingen gaan verhoogen. Het is
zelfs zoo sterk, dat als er eens ergens een
Gemeente is die verhooging niet noodig
acht, iedereen stom verbaasd staat over
zulk een zeldzaam voorkomend ver
schijnsel.
En nu komt daar nog bij het bericht,
dat ook het Rijk de belastingschroef ster
ker aan gaat draaien.
'tls lastig hiertegen te opponeeren.
De Gemeenten en het Rijk moeten toch
ook aan hunne verplichtingen voldoen.
Intusschen is het duidelijk, dat het zoo
den verkeerden kant op gaat.
Als er versoberd moet worden en be
zuinigd en als overal de loonen en sa
larissen verlaagd worden, dan (is hert
noodzakelijk, dat ook de belastingdruk
lichter wordt.
Het zal daarom zaak zijn, dat bij de
komende behandeling van de begrootin
gen overal op de penning wordt gelet.
Als de inkomsten verminderen en de
belastingen worden verhoogd, dan loopt
de zaak vast.
OPMERKER.
wekt den indruk, dat de vorige begrooting
tendentieus is geweest.
De grond is inmiddels verkocht. Ook
een gedeelte van den tuin van Ma Re
traite aan den Patijnweg onderging het
zelfde lot. Jammer, dat dit mooie plekje
de bestemming van bouwgrond kreeg.
Was daar nu niets anders van te maken
geweest?
Ons mager beetje plantsoen, dat we
nog hebben, wordt volgebouwd en ver
knoeid (Oostwal) en men durft er niet
toe overgaan een plekje als Ma Retraite
voor plantsoen in te richten.
Verder is uitvoerig gediscussieerd over
den bouw van een garage bij den Keu
ringsdienst door den concierge. De burge
meester zal wel oorzaak zijn, dat er over
dezen man meer gesproken zal worden
dan hem lief is. Het zal hem, vermoe
den wij, weinig aangenaam zijn als won-
dermensch bekend te staan.
Goes schijnt wel het land van de won-
dermenschen te zijn. Destijds hadden we
dien beroemden „eenen man" aan het
abattoir, die alles kon, en nu den con
cierge van den keuringsdienst.
Nu is onze bewondering voor wonder-
menschen, evenals die van dhr Visscher,
maar zeer matig. Meestal blijken dat heel
gewone, zij het dan handige, menschen
te zijn, die him vrijen tijd opofferen voor
allerlei liefhebberijen.
Hoe dit nu ook zij, we kunnen toch
moeilijk toejuichen, dat een concierge van
een gebouw voor publieken dienst werk
doet, zooals electrische installatie aan
leggen, kamers verbouwen, garage bou
wen, enz. waardoor de vakmenschen in
de stad het brood uit den mond wordt
genomen en de werkloosheid vergroot.
Bovendien hebben wij altijd gemeend,
Ingezonden Mededeeling.
VRAAGT
LETOPHET FABRIEKSMERK
eaüS-c
door
EMMA JANE WORBOLSE.
22)
Lavinia wist maar al te goed, wat een
storm er straks zou losbarsten en als ze
zich zekere passages uit het huwelijks
leven van haar moeder voor den geest
haalde, trilde ze in haar geborduurde
pantoffeltjes.
„Ik hoop, dat er tenminste eenige kaas
is, die eetbaar zal blijken", vroeg zijn
Eerwaarde, toen het laatste gerecht de
kamer werd uitgedragen; „anders gaat
het er veel op lijken of ik in mijn eigen
huis moet verhongeren."
Gelukkig bleek de kaas uitstekend en
de meisjes zoowel als haar vader waren
blij, haar maal te kunnen doen met versch
boerenbrood uit het dorp, flink met kaas
belegd. Want in 't predikantsgezin „bakte
men den laatsten tijd niet meer thuis",
men kan gemakkelijk raden, waarom.
Zwijgend en in gedrukte stemming wer
den de boterhammen met kaas door het
gezin genuttigd; en toen het niet zeer
geslaagde maal geëindigd was, stond do-
minee Garisbroke van tafel op, terwijl hij
langzaam zei: „Het spijt me, dat ik u last
moet veroorzaken, jonge juffer Garis
broke, maar ik moet u verzoeken over 'n
kwartier bij me in mijn studeerkamer te
komen." En toen die jonge dame niet ant
woordde, voegde hij er luider en strenger
aan toe: „Heb je me verstaan, Lavinia?"
„Ja vader", antwoordde de arme La
vinia, die ten einde raad was en van gan-
scber harte wenschte dat de oude keu
kenmeid maar weer terug was en dat de
nieuwe op de Mookerhei zat.
„Waarom geef je dan geen antwoord?"
vroeg de getergde man. „Heeft niemand
je ooit de eerste regels van gewone be
leefdheid geleerd? Werden „goede mar
nieren" niet geteld in de dure opvoeding,
die ik je heb laten geven?"
„Ik vraag u wel excuus", was alles wat
Lavinia er uit kon brengen. Ze was bui
ten zichzelf van vrees, zooals het meer
gaat met onbeduidende tyrannetjes, als ze
geroepen worden om rekening en verant
woording te doen van bun daden aan een
hoogere macht. De dienaar, die de
tafel aan het afruimen was, lachte
in zijn vuistje en genoot van gan-
scher harte van de verlegenheid van zijn
jonge meesteres. Zoodra hij zich weer in
de keuken bevond onder zijns gelijken,
merkte hij op, dat „hij voor geen geld ter
wereld in de schoenen van juffrouw Ca-
risbroke zou willen staan, want een klein
kind kon zien, dat dominee buiten zich
zelf was en haar eens degelijk de waar
heid zou zeggen. En ze verdiende het, die
kwaadaardige, kleine kat, die zich zelf
nog te goed achtte om een beleefd woord
tot een gewoon mensch te spreken."
Maar juist, toen mijnheer Timkins op
die manier aan zijn gevoelens lucht gaf,
klonk gebiedend de bel van de studeer
kamer en hij haastte zich erheen. Binnen
een halve minuut was hij weer terug en
zijn gezicht sprak boekdeelen, toen hij te
gen de keukenmeid zei: „Jij moet bij mijn
heer komen en ik geloof, dat er wat voor
je zwaaien zall Het zou me niets verba
zen, als je zonder meer ontslagen werd!
En ik moet zeggen, het eten was niet
veel bijzonders. De menschen vinden het
nooit prettig te betalen voor drie gangen
visch, vleesch en pastei en dan hun
maal te moeten doen met doodgewoon
brood en kaasl Het irriteert hen, zie je
een man, predikant of wat hij anders
zijn mag, vindt het niet prettig Gods ze
gen te vragen over wat hij niet krijgt."
„Hou jij nou je akeligen mond maar
dicht!" riep de keukenmeid, die haar vak
zoo slecht verstond, uit, terwijl ze haar
verhit gezicht afveegde en haar muts voor
het kleine spiegeltje recht zette. „Jij hoeft
heusch een ander niets te verwijten! Wie
heeft vanmorgen, die mooie lampekap ge
broken? en wie liet gisteren de beste
soepterrien vallen? En wie..."
Maar nu nam mijnheer Timkins de
vlucht, want hij bemerkte, dat de twee
andere meisjes slechts haar beurt af
wachtten om ook haar mondje eens te
roeren; het zou een mooi koor zijn ge
worden, als hij zoo onvoorzichtig was
geweest om te blijven. De keukenmeid was
blijkbaar zeer opgewonden, maar ze deed
een schoon schort voor en met haar neus
in den wind en „als een blad van een
bloem" r— dat is te zeggen, als het blad
van een roode pioenroos trok ze af
naar de studeerkamer.
Eenige minuten later reeds kwam ze
terug, haar neus nog meer in den wind
en de lippen stijf op elkaar.
„Wat was er wat wilde hij van je?"
vroegen de twee dienstmeisjes en het
bellemeisje.
„Ik zou geen week langer in dit huis
willen blijven neen, nog geen nacht,
al wilden ze me met goud en diamanten
behangen!" zei de keukenmeid, terwijl ze
ging zitten, de armen over elkaar gesla
gen, met een gezicht, dat duidde op een
onherroepelijk besluit.
En toen bleek, dat er een korte maar
heftige twist tusschen de keukenprinses
en de heer des huizes had plaats gehad,
die er op uit was geloopen, dat ze haar
onmiddellijk ontslag had gekregen met
een maand loon.
,,En morgen komen er een heele boel
menschen eten", zei de keukenmeid, toen
ze haar interessant verhaal had beëin
digd; „en ik hoop maar, dat ze niet te
leurgesteld zullen worden! Ik zou ze aan
raden, maar een hartig twaalfuurtje te
gebruiken, voor ze komen en nog een
lekker hapje te laten klaar zetten, voor
als ze thuis komen. Jullie bent toch
niet van plan om te koken, veronder
stel ik, Mary en Ann jullie zult toch
zeker het vleesch niet braden, of de visch
koken, of iets anders klaar maken?"
Beide dames verklaarden plechtig, dat
ze nog geen aardappel zouden aanraken!
Ze waren als werkmeisjes aangenomen
en zouden als zoodanig haar plicht doen.
Door deze verzekering voelde de keuken
meid zich zeer getroost en ze verklaarde,
dat ze nu wel trek had in wat koekjes
en een goede, sterke kop thee, met iets
er door ja, het zou hen allemaal goed
doen, als ze op hun gemak een kopje
thee dronken en er overvloed van ge
boterde toast bij gebruikten. Wat de vaten
betrof, zij was niet van plan ze af te
wasschen of op te ruimen, daar hoefde
niemand een oogenblik aan te denken.
We zullen de dames in de keuken rustig
haar thee laten drinken en naar de stu
deerkamer gaan, waar dominee Caris-
broke op zijn dochter wachtte...
(Wordt vervolgd.)