Uit de Provincie
Kerknieuws.
In het bijzonder vroeg spr. aandacht
voor deze conclusie uit dit rapportDaar
om is het van zoo onschatbaar belang
voor de toekomst van ons volk, dat de be
drijven in gang blijven. Dit is in groote
mate afhankelijk van hun productie-
kosten. Hierop zijn de Overheidslasten
van overwegenden invloed en daarom is
onze Commissie ervan overtuigd, dat een
snelle aanzienlijke daling van het peil
der Rijksuitgaven voor allen, die in het
bedrijfsleven werkzaam zijn of willen
zijn, een levensbelang is."
Niet genoeg kan er, vervolgde spr., dan
ook bij de regeering op worden aange
drongen om de lasten, die volgens de Wet
op het bedrijfsleven drukken, te vermin
deren.
Dit geldt zoowel de belastingen in ver
schillenden vorm, als de sociale lasten.
Dringend verzoekt hij in deze niet te wor
den misverstaan. Wij willen niet tornen
aan verplichtingen, die uit den aard van
het bedrijfsleven voortvloeien maar
wil men eieren hebben, dan moet men de
kip in het leven houden. Hoe kan het
bedrijf de lasten dragen, indien het vleu
gellam werdt geslagen! Zou er geen mo
gelijkheid zijn om de verplichte premie-
uitkeeringen voorloopig te verminderen
of tijdelijk op te schorten?
Het is, zeide spr., hier niet de plaats
om over bepaalde wenschen te spreken,
oom concrete verzoeken met het oog op
bepaalde bedrijfstakken tot de regeering
te richten. Over het algemeen is hij hier
wars van. De hoofdzaak is, en daar wees
hij met nadruk op, dat de regeering acht
geeft op de beteekenis van het bedrijfs
leven voor het volksbestaan. Niet steeds
valt het gemakkelijk om zich los te ma
ken van de gedachte, dat door de regee
ring niet voldoende aandacht wordt ge
schonken aan de beteekenis van de in
dustrie als geheel.
Als werkgevers is het onze taak om
het geheel te overzien en alleereerst na
te gaan, wat in eigen bedrijfskring tot
weder-opleving der ondernemingen kan
geschieden, maar anderzijds ook hebben
wij wel toe te zien, dat de algemeene las
ten niet worden vermeerderd; meer nog,
wij moeten onvermoeid er naar streven
om invloed te oefenen op de verminde
ring er van.
Reeds op de laatste Internationale Ar-
beidsconferentie werd een balletje opge
worpen omtrent een 40-urige werkweek.
Internationaal zijn dergelijke regelingen
op papier te bereiken, doch ook bij rati
ficatie van conventies maken de betrok
ken landen zooveel uitzonderingen, dat
in de praktijk van een doorvoering van
Ide 48-urige werkweek, zooals wij die
kennen, slechts in een heel enkel land iets
terecht komt.
Resumeerende kwam spr. er toe, dat
de Christen-werkgever de roeping heeft
om de plaats, door God hem in 't bedrijfs
leven gegeven, te handhaven en dat hij
daarom met inachtneming van zijn ver
plichtingen èn tegenover het volksgeheel
èn tegenover den werknemer als mensch
tot mensch verplicht is, er in dezen tijd
bijzonder naar te staan, dat het bedrijfs
leven in stand blijft. Hij is daartoe ge
roepen het pleit bij de overheid te voe
ren tot vermindering van lasten door
verlaging van Rijks- en Gemeenteuitga
ven en door vermindering van uitgaven
aan de sociale verzekering verbonden.
Daarnaast heeft hij actief te streven
naar het zoeken van middelen in iederen
bedrijfskring om tot meer rationeele
werkverdeeling te geraken, en de toe
komst in het oog houdend, aandacht te
schenken aan de scholing der toekomstige
arbeiders en de vakkundige ontwikkeling
der werkloozen.
In de middagvergadering van de Chr.
Werkgeversvereen. hield Mr Dr A. A.
van R h ij n, administateur aan het De
partement van Binnenlandsche Zaken,
een rede over het loonvraag-
stuk in de beschutte be
drijven.
t pr wilde het vraagstuk bezien in het
licht van de crisis. Dat huidige
crisis een zoo ongewoon heftige
is geworden, moet worden verklaard uit
een samenloop van een groot aantal nood
lottige omstandigheden: het samenvallen
van een industrieele- en een landbouw
crisis, het oprichten der tolmuren, de
vooral door de oorlogsschulden ingetre
den valuta-ontwikkeling, het steeds toe-
mende wantrouwen enz.
Het gevolg van een en ander is ge
weest, dat de prijzen van alle artikelen op
een geheel ander en lager peil zijn komen
te liggen. De productiekosten zullen daar
om ook op een nieuw niveau moeten wor
den opgebouwd en daarbij zullen ook de
arbeidsloonen moeten worden bekeken.
Men kan daarbij onderscheiden de b e-
schutte bedrijven, die voor de plaatse
lijke markt werken en geen concurrentie
uit het buitenland hebben te verduren
en de onbeschutte die hun produc
ten op de wereldmarkt afzetten en moeten
concureeren met het buitenland. In 1929
werd berekend, dat het loon in de be
schutte bedrijven 7 pet. hooger lag dan in
de onbeschutte. Nadien is het verschil
grooter geworden.
Er worden twee redeneeringen gevon
den, die de noodzakelijkheid van loons
verlaging, juist in de beschutte bedrijven,
bestrijden.
De eerste redeneering luidt: loonsver
laging vermindert de koopkracht, ver
mindert de vraag en vermeerdert daar
mee de malaise. Spreker bestrijdt deze
koopkrachttheorie uitvoerig. De oorzaak
van een crisis is niet, dat de loonen te
laag zijn het gezamenlijke loonbedrag
is bij het einde van een hoogconjunctuur
juist hoog i maar dat de productie van
kapitaalgoederen teveel is uitgebreid. Bo
vendien bevorderen te hooge loonen de
werkloosheid, waardoor de koopkracht
scherp daalt. Verder verdient het aan
dacht, dat geen der koopkrachttheoretici
loonsverhooging als recept tegen de crisis
durft aanbevelen. Toch moeten zij dat
doen als zij consequent zijn. Het verwon
dert spr. niet, dat bekwame Duitsche so
cialistische economen als Carl Landauer
de koopkrachtteorie verwerpen.
Een tweede redeneering, waarmede
loonsverlaging juist in de beschutte be
drijven wordt bestreden is, dat loonsver
laging slechts een zoo geringe prijsver
laging mogelijk maakt. Zij, die zoo rede
neeren, plegen de indirecte loonkosten
(het loon vervat in het gebouw, de ma
chine, de grondstof e.d.) ten onrechte
buiten beschouwing te laten. "Wanneer
men ook deze medetelt, wordt een loons
verlaging van meer beteekenis,. Over de
vraag hoeveel de loonfactor op de totale
productiekosten uitmaakt wordt getwist.
De schattingen in ons land varieeren tus-
schen 25 en 90 pet. Spr. zou op grond
van Duitsche onderzoekingen een cijfer
van ongeveer 75 pet. willen aanhouden.
Al is loonsverlaging een middel tot
economisch herstel, het middel is het ze
ker niet. Daarom moet met groote nauw
gezetheid worden gewaakt, dat daarbij
niet verder wordt gegaan dan strikt noo-
dig is. Steeds weer moet worden bedacht,
dat loonsverlaging den mensch, het schep
sel Gods, een groot leed brengt. Ook zijn
er bedrijven, waar geen verdere verlaging
mogelijk is, omdat het bestaansminimum
reeds werd bereikt.
Spr. ziet het verbeteren der internatio
nale verhoudingen als noodzakelijke voor
waarden voor het verbeteren van den eco-
nomischen toestand. Helaas, kan Neder
land, en zeker het beschutte bedrijf, daar
toe relatief weing bijdragen. Dat neemt
niet weg, dat de werkgeversorganisaties
en de werkgevers niet mogen stil zitten.
De organisaties zullen in allerlei vormen
voor hun leden veel meer kunnen en moe
ten doen. Men denke aan het geven van
voorlichting en het bevorderen der sa
menwerking. Hoeveel zou een organisa
tie van werkgevers in het Engelsche tex
tielbedrijf niet kunnen doen om de daar
heerschende achterlijkheid en versplin
tering die telkens mede tot conflicten met
de arbeiders leidt, te overwinnen. Ook de
werkgever zelf heeft daarbij een groote
taak. Tegenover de socialistische aanval
len, die de ondernemers willen verban
nen, moeten deze thans toonen, dat zij
geen materialisten zijn, maar hun hooge
roeping als leiders van het productiepro
ces verstaan.
De actie van het Zeeuwsch-Vlaamsche
Kanalen-comité.
Men schrijft ons:
Het moet zeer gewenscht worden ge
acht, naar aanleiding van het de vorige
week gepubliceerde adres van het Z.-
Vlaamsch Kanalen-comité aan de Provin
ciale Staten van Zeeland, ook eens een
ander geluid, een waarschuwende stem
te laten hooren.
Zooals bekend, is in West-Brabant een
actie ontstaan voor een andere dan vol
gens geruchten in verband met het ver
drag met België ontworpen verbinding
tusschen de Wester-Schelde en het Vol
kerak. Daarvoor en tegelijk voor een
zee-haven Bergen op Zoom is in West-
Brabant een sterke propaganda gevoerd
(die men tracht te brengen op het pro
gram eener politieke partij) en die pro
paganda is en wordt gesteund door ver
schillende belanghebbenden bij het niet
tot stand komen eener AntwerpenHol-
landsch Diepverbinding, om kost wat kost
dat inderdaad groot gevaar voor onze
groote nationale zeehavens te keeren.
Voorloopig heeft men succes gehad, en
het sluiten t-sner overeenkomst met Bel
gië is achteruitgeschoven. Men neme ech
ter wel in acht, dat dit succes slechts een
negatief succes is. Men heeft wel een
gedacht kanaal tegengehouden, maar
daarmede nog allerminst een ander
verkregen en evenmin een zeehaven-
Bergen op Zoom, een denkbeeld, dat voor
de ingezetenen van Bergen op Zoom, die
niet weten wat daaraan verbonden is, wel
aanlokkelijk moet toeschijnen, doch waar
voor toch ieder, die met een zeehaven
en wat daarvoor noodig is, eenigszins
bekend is, de schouders moet ophalen.
Trouwens, bij geruchte was te vernemen,
dat men daar thans reeds tot bezinning
is gekomen, en de nadere overweging,
dat daarvoor belangrijke offers van de
gemeente zouden kunnen worden gevor
derd, die verlangens al heel wat heeft
doen inperken.
Het zich in West-Brabant gevormd heb
bend comité heeft voor zijn propaganda
ook aanknooping gezocht voor zijn stre
ven" in Zeeuwsch-Vlaanderen, heeft ge
tracht daar het denkbeeld ingang te doen
vinden, dat die streek bij haar kanalen-
plan ook belang had en daarom moest
streven naar den aanleg van een kanaal
van Graauw naar Sluiskil, in verbinding
met het kanaal Terneuzen—Gent, opdat
dit kanaal ook internationale beteekenis
zou krijgen ten behoeve der haven van
Gent.
Het West-Brabantsch Comité zocht voor
zijn streven geen aanknooping met de
bestaande kanalen-comité's in Zeeuwsch-
Vlaanderen, doch wist door te drijven, dat
te Hulst met voorbijloopen van de be
staande een geheel nieuw comité werd
gesticht Wellicht verwachtte men van
de bestaande comité's niet de noodige
plooibaarheid.
Het Kanalen-Comité, dat aanvankelijk
alleen een kanaal Graauw—Sluiskil, met
daarnevens spoorwegaanslulting, op zijn
programma had, heeft nu sinds het Bin-
nenscheepvaart-congres te Terneuzen
blijkbaar ook een kanaal Sluis—Drie
kwart (het plan van het Comité in het
Westelijk Deel) in haar bemoeiingen be
trokken.
De bestaande kanalen-comité's schijnen
te hebben ingezien, dat wegens financiëele
bezwaren, die een te hoogen druk zouden
leggen op de streek, voor het oogenblik
aan een voortzetten of uitvoering der
plannen niet te denken valt Anders is
het gesteld met het nieuwe comité, dat,
met jeugdigen overmoed, blijkbaar geen
bezwaar ziet te geraken tot de uitvoering
van een plan, dat meer millioen zou ver
gen, en dus ook aanzienlijk hoogere bij
dragen der bij de nieuwe kanalen te be
trekken gemeenten, en het is alvast be
gonnen met een verzoek aan de Provin
ciale Staten van Zeeland, een college, dat
geen uitvoerende macht bezit, om telkens
en telkens bij de Regeering aan te drin
gen op uitvoering van dat waterstaats
werk.
Dit betoog heeft niet ten doel te be
weren, dat die gevraagde kanalenaanleg
de economische welvaart der streek niet
zou kunnen bevorderen. Dit is het geval
met onverschillig welke nieuwe verbin
ding, hetzij te water, hetzij te land. Doch
dat is ook van toepassing op elk an
der deel van ons land. Het comité
zal hebben aan te toonen, dat er een bij
zondere aanleiding is, om de daarvoor
noodige millioenen juistte besteden
in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het
zal daarbij ook hebben te bewijzen, dat
de betrokken streek dat als een dringen
de behoefte gevoelt en bereid is de daar
voor als regel gevorderde financiëele bij
dragen te offeren.
Er wordt wel voorgespiegeld, onder ver
wijzing naar kanalenaanleg in Limburg,
dat men kans heeft, hier die nieuwe ka
nalen gratis te krijgen. Maar men kan
beter weten. In Zeeuwsch-Vlaanderen be
staan geen kolenmijnen of andere groote
nijverheidscentra, die een dergelijk kanaal
voor afvoer van producten noodig hebben
en die kanalen tot een rijksbelang stem
pelen.
Voor ieder, die bekend is met de be
ginselen, die bij den rijkswaterstaat voor
het uitvoeren of tot stand brengen van
dergelijke werken zijn vastgelegd, is het
overduidelijk, dat het een hersenschim is
om te verwachten, dat dit werk in Z.
Vlaanderen zonder een belangrijke bij
drage uit de streek zelf zou worden uit
gevoerd. Trouwens, de geschiedenis van
het kanaal AxelHulst, waaromtrent als
we wel ingelicht zijn, onder geheel an
dere omstandigheden beloften zijn ge
daan, bewijst dit ten volle.
Het zou vanwege het Comité zeer ver
standig gehandeld zijn, indien het zich
eens vergewiste of het uit de streek zelf
ook andere dan platonische bewijzen van
instemming kan verkrijgen. Of de betrok
ken gemeenteraden (en polders?) bereid
zullen bevonden worden in de millioenen,
die voor uitvoering van het werk noodig
zijn, ook de daarin noodige streek-bij-
drage in den vorm van een aantal dui
zenden, resp. honderden te voteeren, nog
afgezien van de vraag of de gemeenten
in staat zouden zijn die lasten te dragen.
En heeft het comité zich ook wel eens
afgevraagd hoe betrekkelijk klein en
weinig bevolkt de streek is, die van het
groote plan in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaan
deren zou kunnen profiteeren? Immers,
het grootste deel van die streek is reeds
aan water, hetzij aan de Schelde, hetzij
aan een kanaal gelegen, en heeft dus
geen water-verbinding meer noodig.
Indien men de bevolking van Oostelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen in ronde cijfers
schat op 56000 inwoners, blijkt bij bereke
ning, dat de gemeenten of deelen van ge
meenten, die reeds waterverbindingen
hebben, zijn te stellen op 31.000 inwoners,
en resten er alzoo 25.000 die dat voor
recht missen. Van die 25.000 zouden er,
bij tot standkoming van het kanaal
Graauw—Sluiskil nog een aantal zijn, die
zich evengoed als vroeger landelijke ge
meente bleven beschouwen. Van die 25.000
zouden er echter 23.000 evenzeer een
waterverbinding krijgen indien het ka
naal Axelsche Sassing tot Hulst tot stand
kwam.
Nog eens: zal, indien waterstaat er te
eeniger tijd eens ineens toe over te halen
was, dat werk uit te voeren, ook de streek
bereid zijn, in normale tijden of zelfs
in tijden van hoogconjunctuur waar
van we thans ver verwijderd leven
voor dien waterweg de noodzakelijke of
fers te brengen? Als men zich de historie
der waterleiding herinnert, hoe tal van
gemeenten zich terugtrokken toen er geld
op tafel moest komen, is de verwachting
in dit opzicht niet hoog te spannen.
En nu is nog niet eens ter sprake
gekomen de vraag hoe dat geheele com
plex van plannen, vanaf het West-Bra-
bantsche tot het Zeeuwsch-Vlaamsche
zich verhoudt tot andere Zeeuwsche en
Zeeuwsch-Vlaamsche belangen en of al-
geheele doorvoering van dat plan niet op
andere wijze bestaande belangen in het
gedrang zou kunnen brengen en tot kapi
taalvernietiging leiden.
Doch ook daarover zou wel iets te zeg
gen zijn. Men denke b.v. maar aan
de Vlissingsche zeehaven.
Het kanalen-comité neemt vermoedelijk
als vaststaand aan, wat het gaarne ge
looft
Dat binnen afzienbaren tijd een nieuwe
scheepvaartverbinding tusschen de Wes
ter-Schelde en het Vo'kerak zal tot stand
komen, staat bij iedereen lang niet zoo
vast als bij dat comité. Daarvoor kan
verwezen worden naar de aangevangen
verbeteringswerken aan het
kanaal doorZuid-Beveland. Aan
een zeehaven Bergen op Zoom zal nog
meer worden getwijfeld. Komt die scheep
vaartverbinding er niet, of zoo lang die
er niet is, is er zeker geen aanleiding
voor een kanaal in Zeeuwsch-Vlaanderen
uitmondende te Graauw.
Dat Zeeuwsch-Vlaanderen behoefte heeft
aan economische opleving en emplooi voor
velen zijner inwoners, is juist. Dat lot
deelt het met tal van andere streken
in binnen- en buitenland. Doch of de
kanalen-aanleg dat emplooi brengen zou,
behalve dan tijdens het uitvoeren van
het werk zelf, valt te bezien. In elk ge
val liggen er thans aan kanaal en spoor
nog uitgestrekte terreinen ter beschikking
en is voor industrie-terrein nog geen ka
nalen-aanleg noodig.
Toegegeven moet ook worden, dat pro
ductieve werkverschaffing zeer gewenscht
zou zijn. Niemand zal dit ontkennen. Maar
het staat vast, dat Waterstaat om die
reden niet tot het ontwerpen en uit
voeren van kanaalplannen zal overgaan,
temeer niet in een tijd, dat de middelen
ontbreken om zelfs vastgestelde plannen
uit te voeren.
Er zij voorts op gewezen, dat het comité
al een zeer zwak argument aanhaalt, voor
het verkrijgen van een nieuwen veer
dienst tusschen Oostelijk Zeeuwsch-Vlaan
deren en den Brabantschen wal, door te
verwijzen naar de algemeene instemming
die het desbetreffend plan van den oud-
Minister Bongaerts zou hebben ontvangen
op het binnenscheepvaartcongres te Ter
neuzen. Van die instemming met dèt plan
is daar niets gebleken. Op het o.m. door
den heer Bongaerts uitgebracht prae-ad-
vies en geleverd betoog verklaart de aan
genomen conclusie alleen, dat het congres
aanleg van kanalen in Zeeuwsch-Vlaan
deren beschouwt als te zijn in het belang
der welvaart van de betrokken streek,
doch dat allereerst de aan
dacht dient te worden gewijd
aan het kanaal Axel Hulst.
Van dien nieuwen veerdienst rept geen
enkele conclusie van het congres.
Het comité beroept zich op de ten gun
ste van zijn streven uitgesproken advie
zen van de heeren Ir Konijnenburg en
Ir Bongaerts. Indien het de ooren eens te
luisteren zou willen leggen bij onbevoor
oordeelde deskundigen, die niet persé in
een eenmaal ingenomen richting willen
sturen, dan zou het ook wel andere
stemmen vernemen.
Er worden daardoor, zooals reeds in
den aanvang geschreven is, onvervulbare
verwachtingen opgewekt, hetgeen, als de
désillusie komt, ontevredenheid kweekt.
AAN 39 AGENTEN in Zuid- en
Noord-Beveland kunt U een gratis de
monstratie van de nieuwe N.S.F. en Phi-
lips-Radiotoestellen vragen. Hoofdagent:
J. M. Polderman, Goes. Tel. 129. (Adv.)
Goes. De afdeeling Goes e.o. van het
Ned. Bijbelgenootschap, welker bestuur
door de toetreding van de heeren W. van
Klaveren en A. de Lange weer op de oude
sterkte is gekomen, besloot in den loop
van den a.s. winter te trachten te Goes
(zoo mogelijk in samenwerking met de
Prov. commissie), te Wolfaartsdijk, te
's Heer Arendskerke en te Kattendijke sa
menkomsten te beleggen, waar gesproken
zal worden over het doel en het werk van
het Ned. Bijbelgenootschap.
Tevens werd besloten het Bestuur nog
met een tweetal personen van buiten Goes
uit te breiden.
In de plaats van ds J. J. Homburg, die
als zoodanig had bedankt, werd naar de
Prov. Commissie afgevaardigd de heer
A. de Lange.
De winkelweken. Het was
gisteravond wel bijzonder druk in de stad,
waartoe ook het mooie weer meewerkte.
Te ongeveer 8 uur maakten de mondorgel-
vereenigingen „Kunstvrienden" te Goes,
„Kunstgenot" te Kapelle en „Inter Nos"
te Kloetinge een marsch door de stad,
om zich vervolgens naar de Kade te be
geven. Daar lag het verlichte schip Aja-
ma belangeloos door den heer Staal
geschikbaar gesteld gereed. Vanaf dit
schip werd daar gedurende het verdere
van den avond door de drie genoemde
vereenigingen een concert gegeven, dat
door zeer, zeer velen is bijgewoond. De
mondorgelmuziek kwam op dezen mooien,
stillen avond bijzonder tot haar recht, en
zou nog beter tot haar recht gekomen
zijn indien werkelijk al de aanwezigen
gekomen waren om te luisteren. Aan de
drie vereenigingen, en in het bijzonder
aan den directeur, den heer Van Sprang,
komt hulde toe voor het gepresteerde.
Naar wij vernemen, is er voor de etala
ges en de wedstrijden veel belangstelling.
De winkelweken beloven weer best te zul
len slagen.
DegaragebijhetKeurings-
gebouw.
De afd. Goes van den Alg. Ned. Bouwar-
beidersbond heeft een motie aan den
Raad gezonden, waarin ernstige afkeu
ring wordt uitgesproken over het feit,
dat voor den Keuringsdienst van Wa
ren een garage wordt gebouwd door per
sonen in vasten dienst bij dien Keurings
dienst.
De afdeeling had verwacht, dat B. en
W., wetende, dat een aantal uitgetrok
ken werklooze bouwvakarbeiders vergeefs
om werk zoekt, den bouw van deze garage
dienstbaar zouden hebben gemaakt aan
de bestrijding der werkloosheid.
De Chr. Besturenbond verzocht aan
den Raad indien eenigszins mogelijk den
bouw van bedoelde garage alsnog door
een der Goesche bouwbedrijven te doen
verrichten.
De heer V. S. M. van der Willi
gen, assistent bij de gasfabriek, is be
noemd tot opzichter bij den aanleg der
Waterleiding te Goeroe en Qvervlekkee,
lerseke. Er wordt hier een proef ge
nomen met het schoonmaken van mos
sels. Daartoe zullen 2500 K.G. (50 zakken
50 K.G.) netjes worden gespoeld, met
de hand uitgezocht en met de schaar
van spinsel worden geknipt. Deze proef
dient om vracht en inkomende rechten
uit te sparen en geschiedt in de groote
oesterloods der Ned. Mij en bood heden
morgen 15 menschen werk. Het is te wen
schen, dat een en ander meeloopt, dan
ware werkverschaffing voor onze gemeen
te overbodig, zooveel werk zou er dan
komen.
22 September as. komt er een gezel
schap van Duitsche, Deensche, Fransche,
Belgische en Engelsche bacteriologen (dat
een congres houdt te Middelburg), een
bezoek brengen onder leiding van den
Rijksbacterioloog Dr Grijs van Bergen op
Zoom, aan de oester- en mosselcultuur,
alhier. De sanitaire maatregelen in 'tal-
gemeen en de topografische en bacterio
logische onderzoekingen in 't bijzonder
zullen hun aandacht vragen.
Vlissingen. Liederenavond C.K.
W.O. Gisteravond opende de Chr. Vereen,
voor Kunst, Wetenschap en Ontwik
keling haar winterseizoen en trad dezen
eersten avond voor haar op, de bekende
Hollandsche zangeres mevr. Marg. Cou
perus, uit Haarlem.
De zaal was geheel gevuld, toen de
voorzitter, de heer J. Marijs, de bijeen
komst op de gebruikelijke wijze opende
en in zijn welkomstwoord er op wees,
dat met groote blijdschap kan worden
geconstateerd, hoe het ledental, trots de
zorgelijke tijden, stabiel blijft en nog
steeds 1100 bedraagt.
Hartelijk verwelkomde spreker daarna
mevr. Couperus, die het vorig jaar bij
onze leden zoo'n onvergeteijken indruk
heeft achtergelaten en ook mej. Neder-
koorn, die mevr. Couperus wederom aan
den vleugel begeleidde.
Mevr. Couperus heeft na lang zoeken
een rijken schat van liederen uit vervlo
gen eeuwen bijeengegaard, welke zij op
diepte uit vergeelde manuscripten, in
musea enz.
Als Marg. Couperus voor ons staat als
een levende figuur van een oud-schilderij,
zingend met haar klare stem, haar fijn-
gevoeld gebaar, dan komt de geest van
het volk en van den tijd tot ons, dan
genieten wij in den vollen zin des woords.
Zoo was het ook gisteravond, en het rijk
gevariëerde programma heeft de aandach
tig toeluisterende zaal geboeid en mee
gesleept van begin tot einde.
In de completeerende, schitterende
costumes droeg de kunstenares voor een
boeiende reeks Bretonsche, Britsche, Duit
sche, oud-Fransche en Hollandsche liede
ren. De costume-metamorphose was per
fect in elke nationaliteit en tijd. Het
„Gretchen" was vooral goed met het
blonde haar en de lange vlechten. Het
Marie-Antoinette-costuum was een juweel
van tint en gracie. Hoe teer was de uit
beelding van de kinderziel in de twee
kinderliedjes „The Beanstalk" en „Santa
Claus" en hoe temperamentvol werd het
rebelsche „Paris est au Roy" gezongen,
door de Fransche charme een juweeltje
van kunst! Dan noemen wij nog Borhel's
teere „Does mon Gés", de visschersvrouw,
die haar kind in slaap wiegt, haar angst,
als haar man op de woeste zeeën zwerftl
Met welk een warmte en hoe intensief
doorvoeld werd een schat van Holland
sche liederen voorgedragen, nu weemoe
dig, zooals haar laatste lied „Herinne
ringen" Marjolijntje devoot: „Gij
badt op eenen berg alleen" en „Als de
ziele luistert", beiden van Guido Gezelle,
guitig en blij, zooals „Uit de Meijerei" en
„Des winters als 't regent", waarvan het
refrein door de aanwezigen werd mee
gezongen.
We doen slechts hier en daar een greep
uit het vele schoone, dat mevr. Couperus
ons bood. Het is een zeldzaam mooie
avond geweest, een weelde voor oor en
oog, en de grootsche bijvalsbetuigingen,
waarin de kunstenares mej. Nederkoorn
telkens op minzame wijze deed deelen,
vertolkten op duidelijke wijze de gevoe
lens der talrijke aanwezigen.
Tot slot werd door allen staande het
„Wilhelmus" gezongen.
Hedenavond wordt hetzelfde programma
gegeven voor de overige leden der ver-
eeniging.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Dorkwerd, W. van Oost,
cand. te Leeuwarden. Te IJsselmuiden,
I. Kievit te Baarn.
Aangenomen naar Avereest, A. J. W.
Grolman te Wijnjeterp.
Bedankt voor Venlo, H. G. Valeton te
Wichmond.
Geref. Kerken.
Tweetal te Charlois (vac.-J. Wijminga),
J. de Waard te Rijnsburg en N. Willem-
se te Hoofddorp.
Aangenomen naar Oudega (W.), G.
Bos, cand. te Leeuwarden.
Prof. d r F. W. A. K o r f f.
Het Prov. Kerkbestuur van Noord-Hol
land heeft dr F. W. A. Korff, pred. te
Heemstede, die tot hoogleeraar vanwege
de Ned. Herv. Kerk benoemd is, op de
meest eervolle wijze emeritus verklaard.
Dr Korff denkt Zondagmorgen 9 Oct.
zijn afscheidsrede te Heemstede en Vrij
dagmiddag 14 Oct. zijn inaugureels oratie
te Leiden te houden.