versch gekarnd met 25% allerfijnste
Roomboter onder Rijkscontrole»
Holland's beste Standaardmerk
ea&-c
De prijs van 15 cent is als richtprijs be
doeld, die, naar men hoopt, aanleiding
zal zijn, dat alle varkens dezen prijs zullen
volgen. Ook dit zal echter slechts kunnen
geschieden voor zoover de varkens kunnen
worden opgeruimd en op het oogenblik
schijnt dit nog niet mogelijk te zijn, daar
de aanvoeren gTooter zijn dan datgene, dat
men kan verwerken, hoewel er reeds veel
meer wordt uitgevoerd dan vóór het in
werking treden van de wet. "Wanneer de
Grisis-Varkenswet er niet was, zou de
prijs nog niet hooger zijn dan in de maan
den vóórdat er sprake was van een steun-
wet.
Uit de Provincie.
FEUILLETON
JOAN GARISBROKE
En het was een feit, dat Joans rouw-
jurken te kort waren, self* voor een
De prijs van de varkens bedroeg toen
ongeveer 8 tot 10 cent. Wanneer we nu
aannemen, dat er reeds een keine 30.000
varkens door de Varkenscentrale worden
uitgevoerd, welke varkens tegen den prijs
van 15 cents worden uitbetaald, dan heeft
men hierin reeds een bedrag van ruim
f 250.000 per week, welke deze wet meer
in de zakken van de varkensproducenten
brengt, doch bovendien zijn ook de bin-
nenlandsche prijzen met een gelijk bedrag
gestegen en dit kwantum nu is veel groo-
ter dan het kwantum, hetwelk wordt uit
gevoerd.
Het zal dus duidelijk zijn, dat de steun
op dit moment per week zeker een bedrag
van een half millioen overschrijdt. Wij
weten, dat de uitvoering van de wet verre
van volmaakt is en hoewel men zich vleit
met de hoop om de volmaaktheid zoo dicht
mogelijk te benaderen, zal het nog gerui-
men tijd duren alvorens men op 'n eenigs-
zins volmaakte uitvoering kan rekenen,
doch dit neemt niet weg, dat men toch
gerust onder de oogen mag zien de voor-
deelen, die deze wet nu reeds heeft ge
bracht. Men heeft nu wel van eenige zij
den beweerd, dat, indien de centrale niet
kan zorgen dat alle varkens tegen den
richtprijs worden afgenomen, de uitvoe
ring van de wet niet aan haar doel be
antwoordt, doch na bovenstaande uiteen
zetting zal het duidelijk zijn, dat, wan
neer men deze laatste zienswijze zou hul
digen, men een enorm bedrag reeds nu
aan de varkens-produceerende boeren zou
hebben onthouden, een bedrag, dat o. i.
alleen reeds groot genoeg is om de be-
staanswaarde van de wet te verdedigen.
Passagiersboot vastgeraakt
Een man door een vuurpijl
gedood. Nog meer dooden?
Het Belgische stoomschip „Joyce", dat
met ongeveer 135 passagiers aan boord op
weg was van Antwerpen naar Zeebrugge,
wilde Zaterdagmiddag wegens het onstui
mige weer de haven van Breskens bin-
nenloopen, doch is daarbij op een plaat
vastgeraakt.
De positie was toen zeer slecht. De gol
ven sloegen over het dek, het water stond
tot in de machinekamer. Drie sleepbooten
vertrokken ter assistentie; aan de „Hoek
van Holland" gelukte het, de boot behou
den de haven van Breskens binnen te
brengen, nadat door den vloed en den
Westenwind het vaartuig vlot was ge
komen.
Tijdens het reddingswerk is een doo de-
lijk ongeluk gebeurd.
De heer Louis Verhelleweg uit Braine
l'Alleud dn België werd door een vuurpijl,
die van de „Hoek van Holland" was afge
schoten om verbinding te krijgen met de
„Joyce", in de borst getroffen. Dr Brood
man uit Breskens constateerde, dat hij
vrijwel op slag moet zijn gedood.
Ook zijn twee menschen in de conster
natie over boord gesprongen om zich
zwemmend te redden. Zij konden door een
der booten spoedig opgepikt worden.
Daar men naderhand nog twee zwem
vesten heeft zien drijven, wordt vermoed,
dat er waarschijnlijk meer lieden over
boord zijn geraakt. Die moeten dan zijn
omgekomen.
De passagiers, allen Belgen, hebben in
den namiddag per auto en tram hun reis
vervolgd.
Het aantal slachtoffers wordt volgens
de laatste berichten op drie geschat, van
wie er twee zijn verdronken. Bovendien
worden nog twee personen vermist.
Blijkens 'n verhaal van een der opvaren
den is er aan boord een ernstige paniek
stemming geweest, die aan een der op
varenden naar alle waarschijnlijkheid het
leven heeft gekost. „Om halfnegen 's mor
gens", zoo verhaalt deze ooggetuige, „ver
liet de boot de kade te Antwerpen met
bestemming naar Zeebrugge en 140 passa
giers aan boord, waaronder excursionsten
van de Ligue Maritime Beige en de leden
van een Belgisch muziekcorps. Het schip
stampte sterk en de Scheldewateren ver
toonden in de vaargeul hooge golfkop-
pen. Het schip gaf den indruk niet geheel
zeewaardig te zijn, doch men was van
plan Breskens aan te doen alvorens volle
zee te kiezen. De machinist verklaarde
ons", verhaalde de ooggetuige verder, „dat
hij niet geloofde, dat wij dien avond in
Zeebrugge zouden komen. De kapitein
hield echter tegenover den leider van de
excursie vol, dat de reis ongetwijfeld een
normaal verloop zou hebben.
Ter hoogte van Vlissingen bleken de
golven zeer hoog te zijn en ofschoon het
laagtij was, schenen zij uit volle zee te
komen, opgestuwd door een krachtigen
wind. Tegenover de Wielingen lagen ver
schillende schepen van groote tonnage;
er waren schepen van 10.000 ton en meer
bij. Zij hadden het anker uitgeworpen
in afwachting van gunstiger getij.
Door het hevige stampen van het schip
werden verschillende passagiers zeeziek.
Om twee uur maakte het roer plotseling
een zwaai, waardoor het schip naar bak
boord overhelde. Toen zagen de passagiers
tot hun ontzetting, dat het schip in snelle
vaart op een scherpe witte lijn van schuim
afvoer. Zelfs voor leekenoogen was dit
schuim het bewijs, dat er hier een on
diepte moest zijn. Men was zoo verbaasd
over deze manoeuvre van den schipper,
dat wij meenden, dat hij dwars over de
zandbank heen wilde varen om aldus de
Wielingen te bereiken."
„Nauwelijks waren wij, aldus de schrij
ver, over de witte lijn heen, of het schip
boorde zijn steven onder heftig gestamp
in het zand. Wij zaten vast en de golven
sloegen met bruisend geweld over het
dek. De passagiers gleden telkens uit,
zij wilden zich vastklampen aan mast,
verschansingen en banken, maar bij iede-
ren golfslag werd het erger, men begon
te schreeuwen van angst De moedigste
passagiers wisten echter hun koelbloedig
heid te bewaren en hulp te bieden, waar
die van noode was."
Het schip schokte heen en weer en was
letterlijk een speeltuig van de golven,
die onstuimig over het dek sloegen en de
passagiers van de verschansing naar de
banken en van de banken naar de ver
schansing deden tuimelen, waarbij enke
len hunner zich bezeerden. Enkele vis-
schersbooten in de nabijheid hadden onze
seinen opgemerkt en kwamen naderbij,
doch de veerboot van Breskens naar
Vlissingen zette haar reis voort. Er
verliep een kwartier vol van angst, waar
na ons eerste noodsein weerklonk. De
visschers wierpen ons touwen toe, die
echter tengevolge van de geweldige spron
gen van het schip telkens als touwtjes
doorknapten.
Gelukkig naderden toen van Breskens
een groote sloep en een sleepboot. Om
beurten zonden zij ons een vuurpijl toe.
De schipper deed een poging het dek te
ontruimen, maar dat bleek onmogelijk,
zoodat een der passagiers werd getroffen
door een vuurpijl, die hem in de zij drong
en long en hart doorboorde. De man was
onmiddellijk dood.
Eindelijk slaagde een reddingsboot er
in ons te naderen en de eerste lading pas
sagiers over te nemen. In den storm viel
een jongeman tusschen de booten. Hij kon
echter tijdig worden gered.
Het schip werd ten slotte op sleeptouw
genomen om na nog eenige sprongen en
stooten in diep water te komen en op
eigen kracht Breskens binnen te kunnen
vallen. Door paniek aangegrepen sprong
even voordien iemand overboord. Men
heeft hem zien wegdrijven, doch wat er
van hem geworden is, kan nog niet wor
den gezegd.
De te Breskens aan wal gezette passa
giers vonden enkele uren bij particulie
ren en hotels een onderkomen. Veel pas
sagiers hebben hun reisgoed verloren.
Ten slotte wordt in dezen brief hulde
gebracht aan den burgemeester van Bres
kens, den heer Zuylen en aan het haven
personeel, die alles in het werk hebben
gesteld om hulp te verleenen. De beman
ning van de „Joyce" is echter volgens
den briefschrijver in de vervulling van
haar plichten te kort geschoten. De pas
sagiers moesten b.v. zelf tot de toevallige
ontdekking komen, dat er zich onder de
banken reddingsboeien bevonden.
In verband met dit scheepsongeval ver
toefde de Justitie uit Middelburg Zondag
j.l. te Breskens, teneinde een plaatselijk
onderzoek in te stellen en getuigen te hoo-
ren. Ook heden vertrok de Justitie der
waarts vergezeld van den sectiedokter Dt
Hulst uit Leiden tot het doen verrichten
van een gerechtelijke lijkschouwing.
De storm. De hevige wind heeft
te Middelburg hier en daar schade toege
bracht, o.a. is de groote ruit van de socië
teit „de Vergenoeging" onder den drang
van den wind gesprongen.
Aan de kust van Walcheren zijn op ver
schillende plaatsen aan strand en duinen
staande huisjes vernield of weggespoeld.
Te Vlissingen bereikte het water een
zeer groote hoogte en bleek duidelijk hoe
klein dan het badstrand is.
Opgemerkt mag daarbij wel worden, dat
het Zaterdag springvloed was
Na vijftig jaar dienst. Dhr
A. Mets, afdeelings-chef bij de Stoomvaart
Mij. „Zeeland" te Vlissingen, heeft na
ruim 50-jarigen dienst de Mij. verlaten.
DE HILVERSUM 5, het prachttoe-
stel met Super-inductieschakeling, één-
knopsbediening, electro-dynamische luid
spreker, f275, bij alle N.S.F.-agenten.
(Adv.)
Zigeuners aan de grens.
De zigeunertroepen, die zich sinds eeni-
gen tijd aan gene zijde der Zeeuwsche
grens ophouden, hebben gepoogd nabij
de gemeente Koewacht op Nederlandsch
gebied door te dringen. De grenswacht,
van de nadering der uit verschillende
wagens bestaande zigeunerkolonie op de
hoogte gebracht, wist te voorkomen,
dat de toeleg der nomaden gelukte. De
zigeuners zijn daarna weer dieper België
ingetrokken.
Het met ingang van 1 November
1931 opgeheven ingenieursdistrict Vlis
singen van de Posterijen, T. en T., wordt
met ingang van 1 November a.s. hersteld.
Dit district zal het toekomstige telefoon
district Goes omvatten.
Ned. Ghr. Reisvereen i-
g i n g. De Secretaris van de afd. Wal
cheren der Ned. Ghr. Reisvereen., dhr L.
van Wallenburg, schrijft ons:
Naar aanleiding van de Middelburg-
sche brief van „Metellus" in „De Zeeuw"
van 3 Sept. is het mij misschien wel
vergund iets te schrijven. Metellus schrijft
hierin over de Ned. Chr. Reisvereen. Deze
vereen, bestaat nu 10 jaar en heeft dit
10-jarig bestaan begin Augustus in Zwit
serland herdacht met 400 deelnemers, al
len op reis in dit schoone bergland. Deze
verschillende reizen sterreizen werden
ze genoemd waren zoo georganiseerd,
dat alle deelnemers op 4 Aug. in In
terlaken bij elkaar kwamen.
In Holland wilde men dit lustrum vie
ren op 31 Aug. in Middelburg. En nu
schrijft Metellus, dat onder de 16000 le
den geen voldoende belangstelling waa
voor Walcheren, zoodat de stertocht naar
hier niet kon doorgaan.
Dit nu is echter slechts gedeeltelijk
waar. Wel waren er te weinig deelnemers
voor de extra-trein, die men wilde laten
rijden (daarvoor moesten er minstens
150 zijn), zoodat deze trein niet reed,
maar op een eenigszins andere wijze
heeft men het 10-jarig bestaan der Chr.
Reisvereen. toch nog feestelijk herdacht.
Er waren n.l. naar Zeeland eenige
auto-tochten uitgeschreven. Eén auto
kwam reeds Dinsdagavond hier aan met
een 30-tal toeristen, voor een vijfdaag-
sche tocht door Nederland, waarvan de
Woensdag voor Walcheren gereserveerd
was. Woensdag kwamen er nog 3 auto
bussen: de eene vertrok 's avonds weer,
de andere twee bleven hier tot Donderdag
middag. In 't geheel waren er op deze
wijze ruim 100 N.G.R.V.-ers naar Mid
delburg gekomen, waarbij zich nog een
25-tal van de afd. Walcheren aansloten.
Gemeenschappelijk werd de lunch ge
bruikt in de Sociëteit „De Vergenoeging"
en daarna maakten we een prachtige
rondrit door Walcheren: over Veere,
Vrouwepolder, Domburg (een uur rust),
Westkapelle, Vlissingen en Middelburg,
waar we tegen 7 uur weer terugkwamen,
om ons te vereenigen aan het feestdiner.
Tusschen de bedrijven door ontbrak het
natuurlijk niet aan „toepasselijke woor
den".
Toen we om 9 uur verzadigd waren,
hebben velen nog kunnen genieten van de
sprookjesachtige verlichting van stadhuis,
Lange Jan en andere gebouwen, van de
rhythmische oefeningen op de Markt
door Zeeuwsche boertjes en boerinnetjes
van étalageverlichting en muziek.
Wie nog nooit Walcheren gezien had,
heeft zijn bewondering uitgesproken voor
het vele schoone, dat hier te genieten is
in dezen uithoek van ons vaderland,
meestal verkeerd voorgesteld en beoor
deeld. Zoo is dus de stertocht op Wal
cheren nog met succes volbracht.
Middelburg. De feesten van Han
delsbelang. Regen en storm waren
oorzaak, dat Zaterdag alle feestelijkheden
moesten worden afgelast of uitgesteld.
Thans kan worden gemeld, dat het be
stuur in overleg met de verschillende er
bij betrokken commissies en personen het
volgende heeft vastgesteld:
Hedenavond te 8 uur zal het Zaterdag
uitgestelde concert van het Middelburgsch
Muziekkorps op de Markt plaats hebben.
Direct daarna heeft de fakkeloptocht
plaats langs de straten, waarin winkeliers
wonen, die aan den etalagewedstrijd deel
namen.
Voor morgen, Dinsdagavond, staat dan
nog op het programma de gondelvaart,
die te half negen zal aanvangen.
Zooals uit het bovenstaande blijkt, is de
muziekuitvoering, die Zaterdagmiddag op
de Markt zou plaats hebben, daardoor ge
heel vervallen en is het niet bekend, of op
een anderen datum de kanowedstrijd nog
zal kunnen plaats hebben.
De Elgawa.
Het is te begrijpen, dat de hevige re
gens Zaterdagmiddag niet tot een bezoek
aan de tentoonstelling in het Schutters
hof opwekten en ook des avonds is het
bezoek zeer gering geweest.
Het versterkt Jesayes-strijkje was van
de tent naar achter in de groote zaal ge
vlucht en hield er, vooral ook onder de
standhouders, de opgewektheid in. Trou
wens deze hebben, ondanks het matige be
zoek, tot het einde toe met moed en vol
harding hun taak voortgezet.
Te tien uur vereenigden de commissie
en de standhouders zich in den ruimen
stand van Philips en verzocht de voorzit
ter, dhr G. Wolders, den secretaris, dhr
L. J. van 't Westeinde, de tentoonstelling
te sluiten.
De secretaris zeide, dat, al was het pu
bliek niet talrijk, het van goed gehalte
was. Spr. hoorde van een standhouder,
die alleen Donderdag 35 installateurs aan
zijn stand heeft gehad en dus met hen in
contact is gekomen. Het is Spr. niet be
kend of er veel zaken zijn gedaan, maar
het staat vast, dat verschillende nieuwe
relaties zijn aangeknoopt. Spr. noemde
het een voorrecht, dat men dn Zeeland zoo
veel vooraanstaande firma's bijeen heeft
gehad.
Dhr Heijdenrijk bracht namens alle
deelnemers dank aan de commissie, die
deze tentoonstelling organiseerde. Het was
goed in Zeeland te exposeeren, waar juist
een organisatie van installateurs is op
gericht. Spr. vertrouwde, dat alle expo
santen zich zullen verbinden alleen aan
de aangesloten installateurs te verkoopen.
De voorzitter zeide overtuigd te zijn, dat
de tentoonstelling toch haar nut heeft ge
had. Wel heeft de commissie haar eerste
plan om alleen Nederlandsch fabrikaat te
doen exposeeren moeten laten varen. Het
had beter gekund, maar spr. dankte allen
nog eens voor hun aanwezigheid en riep
hen een tot weerziens toe.
De Elgawa behoort tot het verleden en
zal de laatste tentoonstelling zijn, die in
het Schuttershof in zijn huidigen vorm is
gehouden, want de pachteres verlaat de
inrichting binnen een paar weken en nog
deze maand zal de inventaris onder den
hamer komen.
Goes. Hedenmorgen had op den beruch-
ten hoek VoorfstadPatijnwegWilhel-
minastraat weer een auto-botsing plaats,
ditmaal zonder persoonlijke ongevallen.
De auto van den heer F. uit Goes, die
van de richting 's Gravenpolder kwam en
een Brabantsche auto, die van den Pa
tijnweg kwam, botsten op dit kruispunt
door
EMMA JANE WORBOLSE,
(Vrij naar het Engelsch.)
12.) o
„Ik mag naar de kinderkamer gaan,
wanneer ik maar wil; vader heeft gezegd,
dat ik mag en dus helpt het niets of juf
frouw Martin of iemand anders al tracht
tusschenbeide te komen!"
„Dat zullen we wel eens zien! Tante
Jane, waarom maakt u Joan niet eens
een standje over haar brutaliteit?"
„Eén tegelijk is voldoende; bovendien,
lieve kind, meende ik, dat was afgespro
ken, dat jij juffrouw Garisbroke bent en
aan het hoofd van dit huishouden staat
en dat je geen tusschenkomst van anderen
duldt."
„Maar ondanks dat zou U toch wel het
uwe er toe kunnen bijdragen om mijn
autoriteit te handhaven."
„Neem me niet kwalijk, mijn kind,
maar ik weiger iets van dien aard te
doen. Een goede huisvrouw heeft op dat
gebied geen hulp van anderen noodig.
Een meesteres, die haar eigen gezag niet
ken handhaven, lijkt heel veel op de
vrouw, die zich genoodzaakt ziet zoo
zij het noemt om op haar recht te
staan. Ik weet niet met wie van de twee
men meer medelijden moet hebben, of
moet verachten in vele gevallen! Ik wil je
niet helpen een verkeerd denkbeeld van
je positie te vormen en evenmin wil ik
me rechten aanmatigen ik herhaal je
eigen woorden buiten de kinderkamer.
Tot je mijn plaats inneemt, zal ik daar het
bewind voeren en Joan heeft me daar
heerlijk geholpen. Ik geloof, dat het niet
meer dan eerlijk is, dat de baby van haar
een naam krijgt, want ik zou niet durven
beweren, dat Joan haar niet het leven
gered heeft."
„Kom nu," mengde Frank, die een op
komende storm vermoedde, zich in het
gesprek, „vliegen jullie vrouwen elkaar
nu niet als twee kemphanen in het haar.
We weten allemaal, dat, als twee vrou
wen eenmaal twist met elkaar hebben,
niets ze tot kalmte kan brengen dan het
diner of een onweer. En het strekt Joon
tot eer, dat ze zich zoo'n kraan heeft be
toond; alleen wilde ik, dat haar jurken
wat langer waren! Als je niet oppast,
zullen de menschen haar nog voor een
balletdanseres verslijten! Heusch, het is te
erg!"
schoolmeisje. Bij het maatnemen was er
een vergissing begaan en Lavinia wist het
want het was aan haar zorgeloosheid
te wijten; maar koppig als kleingeestige
naturen gewoonlijk zijn, wilde ze haar
vergissing niet toegeven en ze wilde Joan
ook goed laten voelen, dat ze nog maar
een klein meisje was. Ze antwoordde dan
ook, dat zij wel het beste zou weten, wat
geschikt was voor kinderen.
„Kinderen! zeer zeker," hield Frank
voet bij stuk; „maar Joan is nu nauwe
lijks een kind meer; je kunt haar moeilijk
een klein meisje noemen, want ze is lang
genoeg. Netta en Brenda zijn niet zoo
groot als Joan en haar jurken hebben
een fatsoenlijke lengte. Joan is weer wat
jonger, dus zou zij iets korter gekleed
kunnen gaan, maar zooals het nu is, is
het te erg, daar blijf ik bij."
En al dien tijd stond Joan toe te luiste
ren, half beschaamd, half verontwaar
digd, wan die korten jurken waren haar
zwakke plek, een voortdurende ergernis
voor haar. Haar moeder had haar nooit
verwend, maar jhad aan den anderen
kant ook nooit een willekeurig gezag over
haar uitgeoefend. Een maand geleden had
ze alleen maar behoeven te zeggen: „Ma
ma, mijn jurk is te kort; mag ze niet ver
lengd worden?" en als de klacht gerecht
vaardigd wa», das zou er aan haar ver
zoek voldaan zijn. Maar nu was ze in de
macht van een kleingeestige tiran en hoe
meer ze zich verzette, hoe slechter het er
voor haar uit zou zien. Bij zich zelf had ze
al besloten de hulp van haar vader in te
roepen, als haar niets anders overbleef.
Lavinia was niet van plan toe te geven,
maar diep in haar hart wenschte ze, dat
ze Joans rokken maar een paar centime
ters langer had laten maken.
Er werd echter voorloopig niet meer
over gesproken, want Maggie kwam met
de vraag voor den dag, wie wel peet voor
de baby zou willen zijn.
„Waarom kan Frank niet?" vroeg
Maggie.
„Niet zoolang als ik er bij ben, lieve
zus," antwoordde Frank, half in ernst,
half spottend. „Ik heb al zonden genoeg
van mijzelf op mijn geweten, zonder me
nog verantwoordelijk te stellen voor die
van die kleine uk, tot ze aangenomen
wordt. Tusschen twee haakjes, tante
Jane, hoe gaat het toch met Joan., die
ttoch eigenlijk aan uw zorg is toever
trouwd?"
„Joan doet goed haar best," antwoord
de deze kort
„Vindt u? Lavinia en Maggie zijn an
ders allesbehalve over haar te spreken.
Ze zeggen, dat ze gemelijk en koppig en
brutaal en ongehoorzaam en boosaardig
en alles, wat ze niet behoorde te zijn, is.
Ik geloof niet, dat ze van oneerlijkheid
wordt beticht, maar ze schijnt toch altijd
in moeilijkheden te zijn of te geraken. En
werkelijk, haar twee oudste zusters hou
den haar degelijk onder den duim! Ze kan
zich niet bewegen, of ze krijgt aanmer
kingen; als ze haar oogen maar opslaat, is
er schijnbaar al iets op haar aan te mer
ken; als ze haar mond opendoet, krijgt ze
al een snauw. En ik vind het een schan
daal, dat Lavinia haar kleed in jurken,
die een hummel van vier jaar zouden
passen. Ze heeft een chronische rheuma-
tische aandoening voor ze zestien jaar
oud is. Waarom komt u niet tusschen
beide, tante Jane?"
„Omdat ik niet wil. Lavinia heeft zich
als meesteres van dit huis opgeworpen en
als oudste dochter heeft ze daar natuur
lijk het recht toe. Ze wil niet naar raad
luisteren; ze wil geen woord hooren, dat
niet met haar eigen ideeën strookt, ze is
vast van plan haar eigen gangetje te
gaan. Ik wil niet met haar twisten. Noch
Maggie, noch Lavinia zullen zich ooit zoo
zeer verlagen ondervinding uit de tweede
hand op te doen; ze zijn allebei van plan
ze zoo duur mogelijk te koopen. De meeste
jonge menschen denken er trouwens zoo
over geloof ik."
(Wordt vervolgd.)