DE ZEEUW
tweede blad.
het adres
a. wilking
Wat er deze week voorviel
JOAN CARISBROKE
Buitenland
Land- en Tuinbouw
Uit de Provincie.
Brieven uit Middelburg.
FEUILLETON.
verhoudingen zich wat scherper zouden
afteekenen en het bovendien nog tijd ge=
noeg is. Men kan immers niet verwachten
dat H. M. de Koningin reeds in deze
of de volgende maand iemand zal aanwijs
zen om eerst met Januari a.s. de teugels
van het bewind over de Zeeuwsche hoofd
stad in handen te nemen.
Doch, nu anderen hun licht over deze
zaak lieten schijnen, willen ook wij met
enkele woorden onze meening over dit
punt zeggen.
In vroeger dagen waren alleen vrijzin
nigen van verschillende schakeering voor
het burgemeestersambt geschikt en wer
den dan ook hoofdzakelijk liberalen tot
deze betrekking benoemd. Na het vertrek
van den oud-liberalen Commissaris der
Koningin in Zuid-Holland, mr C. Fock,
waren, herinneren wij ons, van de plm.
180 burgemeesters in die destijds overwe
gend rechtsche provincie, een 12-tal niet-
liberaal. Hoe kwam dat? Och, dat ging
zoo vanzelf, dat verwachtte men niet an
ders.
Dr Kuyper schrijft (Ons Program pag.
169) van die dagen, dat „het burgemees
terschap in negentig van de honderd ge
meenten een middel van propaganda
dreigt te worden voor beginselen, die in
de gemeenten niet zijn gewild."
Daardoor ontstonden botsingen tus-
schen burgemeester en gemeenteraad,
soms van potsierlijken aard. Doch het
gemeentebelang leed hier vaak onder.
Wat wist een pas-gepromoveerde, wat
wist soms een „gesjeesd" student van het
belang af der gemeente, aan wier hoofd
hij werd gesteld? Gelukkig dat de ge
meente-secretaris van de marktplaats,
die men trouw elke week bezocht, vaak
een bekwaam man was. Zoo iemand, die
in zijn eigen gemeente gewoonlijk de eer
ste ambtenaar was van zijn burgemees
ter en raad, regeerde daarnevens feite
lijk een aantal omliggende buurtgemeen-
ten. En misschien was dit maar gelukkig
ook. Er werden hierdoor heel wat fou
ten voorkomen. De gemeente-secretaris,
bij wien de jeugdige burgervaders theo
retisch waren opgeleid, voltooide hierdoor
practisch hunne educatie.
Doch, op zichzelf beschouwd, was deze
toestand door en door ongewenscht. Dr
Kuyper teekent dien toestand als volgt;
„Nu doet zich slag op slag het onhoud
bare geval voor, dat een vreemd jonkman,
zonder kennis van „land of luyden", van
practische ervaring nog verstoken, aan
den ernst des levens nog gespeend en al
leen begiftigd met wat theoretische ken
nis van ons administratief recht, in een
gemeente van eenvoudige lieden letter
lijk „den baas komt spelen", om in ver-
eeniging soms met den eveneens van bui
ten ingekomen notaris en kantonrechter
enz. een moderne club te vormen, die het
zich tot taak stelt de „kolome" te libe-
raliseeren".
De regel, dat alleen een der liberale
sollicitanten de geschikte man was, is al
sinds jaren losgelaten. Men wil thans een
goed burgervader die met de gezindheid
van de meerderheid der bevolking meer
eens geestes is. Onze minister van bin-
nenlandsche zaken houdt zich nog al eens
aan den regel, dat de burgemeester be
hoort benoemd te worden uit de talrijk
ste politieke partij van rechts of links,
naarmate de raadsmeerderheid rechs of
links is. Die regel wordt intusschen niet
altijd doorgevoerd. Zie maar eens naar
de voornaamste Zeeuwsche gemeenten, 't
Voorbeeld van Goes, nog niet zoo oud,
is hier frappant, of is het de zuurdeesem
van den ouden regel, die hier altijd nog
doorwerkt?
Doch laten we aannemen dat we dit
althans nu te boven zijn en dat er bui
ten de liberalen ook nog andere bekwame
menschen zijn. Dan is de eerste vraag;
Is de meerderheid van Middelburg's be
volking (niet; liberaal, want het liberale
deel is maar een vijftiende deel (630 op
de 9104 kiezers), doch: links? Antwoord
is: het stond in 1931: 4231 rechts tegen
Ingezonden Mededeeling.
Op warme dagen is een mondspoeling
met het aromatische Chlorodont Mond
water bijzonder aangenaam. Flesschen,
voldoende voor eenige weken, 90 cent.
Een proef overtuigt.
4172 links. De 701 bezuinigers sten we er
i'dten, wijl zij gewoonlijk ut recht
sche kringen worden gerecruteerd.
Motiveert dit de benoeming van een
linksch burgemeester? En meer precies:
van een liberaal of Vrijheidsbonder? Van
iemand, die in het politieke spectrum
juist over de grenslijn links-rechts
staat? Juist hier is de wensch de vader
der gedachte. De zaak moet op denzelfden
voet worden voortgezet. Het moet maar
weer gaan evenals in Goes en Vlissingen
en tot nu toe ook in Middelburg. De zwak
ste partij moet den doorslag geven en de
burgemeester uit hare rijen worden be
noemd. Doch dan wordt de regel van den
tegenwoordigen minister zeker niet toe
gepast. Immers dan ware een sociaal
democraat aan de beurt en met de pro
vinciale Zeeuwsche Courant zijn wij het
eens dat de Socialistische burgemeester
er wel niet komt. Doch om een andere
reden denken wij zoo.
Immers de genoemde regel is hier
NIET van toepassing, waar hier niet al
leen de Min. van Binnen! Zaken de voor
dracht doet, doch, wijl het hier een pro
vinciale hoofdstad geldt, de geheele
M i n i s t e r r a a d. En die laat zich alleen
leiden door het algemeen belang.
Wat brengt dit algemeen belang mede?
Dat we bier een burgemeester krij'gen,
die onder „algemeen belang" niet be
grijpt: bet geven van toestemming aan
de socialisten (waarom straks niet aan
onafhankelijke socialisten of communis
ten?) om des Zondags de gemeente op
stelten te zetten (zooals laatst in Goes en
in Terneuzen); het geven van toestem
ming om, in dagen van politieken str^d,
straatbetoogingen en straatpredicaties te
houden door revolutionaire partijen; om
gemeentegrond in te nemen voor staket
sels ten behoeve van politieke reclame; om
toestemming te geven aan pretmakerij tot
in den nacht, met dans en muziek etc. etc.
AI zulke dingen achten wij niet in het
algemeen belang, doch uitsluitend in
het belang van min of meer revolutionai
ren en pretmakers. Als het dien kant uit
moet, „als die eisch onverhoopt in ver
vulling ging, dan ware dat stellig tegen
den zin van de meerderheid der bevolking
van Zeelands hoofdstad."
Wie moet er dan burgemeester van
Middelburg worden?
In de eerste plaats: een volkomen
onafhankelijk man.
S e c u n d o: een .onbetwist b e-
k w a a m mem, van rechts.
Tertio: een man, die, als bet er op
aankomt, een meening heeft en kan door
zetten, ook tegen de meerderheid van
Dagelijksch Bestuur en Raad in, m.a.w.
iemand met haar op de tanden.
Quarto: een man, die ontzag heeft
voor Middelburgs en Walcherens verle
den en niet met ruwe hand daarin wil in
grijpen.
En Quinto, iemand, die alleen het
bereikbare wil en nooit vergeet, dat Mid
delburg niet kan worden vergeleken met
groote en krachtige gemeenten in Hol
land.
Zoo'n burgemeester moeten wij, naar
onze meening, bier hebben.
Vriendschappelijk groetend,
t.t.
METELLUS.
WALCHERSCHE SPREEKWOORDEN.
(Slot).
11. Je zou 't land uitgaan en 't
slikpoortje binnenkomen.
Dit spreekwoord moet echter luiden:
„Je zou de Dampoort uitgaan en 't Slik
poortje binnenkomen". Daar dit twee
poorten van Middelburg waren, is de uit
drukking feitelijk voor de bewoners dezer
stad.
Vóór 60 jaar, toen het kanaal naar
Vlissingen nog niet was gegraven en er
nog geen trein op Walcheren reed, was
Middelburg meer door de singels inge
sloten en kon men om de stad een prachti
ge wandeling maken. Men ging dan meest
al de stad uit door de Dampoort. De zij
muren van deze poort staan er nog. Dan
ging men langs de kronkelende buitensin
gels de verschillende poorten voorbij om
ten laatste door het Slijk- of Slikpoortje
weer in de stad te komen. Tusschen de
VAN
ZATERDAG 27 AUG. 1932, Nr 278.
De parlementaire vacantie duurt nog
wel voort en de Kamerleden zwerven
nog her en der, maar toch heeft de regee
ring hun alvast enkele wetsontwerpen ter
bestudeering toegezonden. Zoo wil ze de
huisindustrie, zooals bekend een lastige
materie, wettelijk gaan regelen, op gevaar
af, dat weer Jeremiades over de be
dreigde vrijheid zullen opstijgen. Ook
acht de regeering het noodig, wederom
den invoer van een aantal artikelen te
contingenteeren, o.a. om onze textiel-in-
dustrie wat te beschermen tegen te over-
matigen import.
Verder waren op de buitengewone al
gemeene vergadering van het Chr. Nat.
Vakverbond verschillende Kamerleden
aanwezig om de belangrijke discussies over
het bapport-Welter te volgen. Het bleek
èn uit die discussies èn uit de aangeno
men resoluties wel, dat niet alles, wat
door de commissie-Weiter is voorgesteld,
de instemming der Chr. vakbeweging
heeft.
Op de regeering wordt door de tuin
bouwers bijna onverpoosd aandrang uit
geoefend, om hun bedrijf, dat zoo ernstig
in zijn bestaan wordt bedreigd, finan
cieel te steunen. Dit is echter geen ge
makkelijke kwestie en daarom beeft de
betrokken Minister laten weten, dat de
regeering steunverleening ernstig moet
overwegen, maar zoo spoedig, als baar
mogelijk is, van zich zal laten hooren.
Duitschland maakt weer een periode
van spanning door. Binnen enkele dagen
moet de Rijksdag worden geopend. Deze
plechtigheid zal zeer waarschijnlijk door
een communistische dame, die toevallig
het oudste lid is, worden verricht. Zal
dit zoo vraagt men zich af geen
aanleiding geven tot herrie door de nazi's?
De onderhandelingen over de samen
stelling der regeering hebben er nog steeds
geen resultaat opgeleverd, zoodat de vraag
of de Rijksdag reeds weer zal worden ont
bonden, in steeds breeder kring wordt
gesteld.
Ook het proces te Beuthen, waarbij een
aantal nationaal-socialisten ter dood is
veroordeeld, heeft geweldige opschudding
in Duitschland gebracht.
De regeering Van Papen wordt hier
door in een allesbehalve benijdenswaardi
ge positie gebracht.
Laat zij het doodvonnis tegen de vijf
nationaal-socialisten uitvoeren dan staat
dat gelijk met het gieten van olie op een
reeds laaiend vuur.
Laat zij voor de vijf nazi's genade voor
recht gelden dan zal zij worden uitge
maakt voor een bestuur, dat het recht
buigt naar zijn eigen sympathieën.
Ook in Spanje verkeert men in span
ning. De beweging van generaal Sanjurjo
is wel mislukt en de aanstichter is ter
dood veroordeeld (wat later bij wijze van
gratie is veranderd in levenslangen dwang
arbeid), maar men voelt zoo aan allen
kant, dat er nog wat broeit en dat de mo
narchisten nog steeds booze plannen heb
ben.
Het wil in ons werelddeel, evenals daar
buiten (Amerika, Britsch-Indië, Mantsjoe-
rije enz.) maar niet rustig worden.
CXXIIl.
Amice,
Gij zult hebben opgemerkt, mijn waar
de lezers, dat de redacties van enkele po
litieke bladen zich reeds onledig hielden
met het schrijven van beschouwingen over
de vervulling der aanstaande burgemees
tersvacature te Middelburg. Ofschoon ook
Middelburger, heeft ondergeteekende zich
daarvan tot heden onthouden, niét omdat
dit onderwerp hem niet zou interes
seeren, doch omdat hij meende dat het
beter was nog wat te wachten, totdat de
dooi
EMMA JANE WORBOLSE,
(Vrij naar het Engelsch.)
6.) o_
En heel zacht, zoo zacht, als vreesde
ze de slaapster binnen te storen, draaide
ze de deurkruk om. O, maar de deur was
gesloten. Ze wist niet of ze er zich over
verheugen of ergeren zou. En waarom
moesten doode menschen opgesloten wor
den? vroeg ze zichzelf af, de donkere
wenkbrauwen fronsend en haar neus op
trekkend op die eigenaardige manier, die
maakte, dat men er haar altijd van be
schuldigde een zuur gezicht te zetten bij
de minste ergernis, soms zelfs, als er
heelemaal geen reden was.
„Misschien zou ik door de kleedkamer
naar binnen kunnen komen", hervatte ze
haar alleenspraak op dienzelfden, half-
luiden toon; „ik geloof, dat ik het in ieder
geval maar eens zal probeeren; morgen
krijg ik er misschien geen kans meer
voor. Maar waarom zou de deur afgeslo
ten zijn? Zouden de menschen bang zijn,
dat dat z ij er uit zou komen en hen
aan het schrikken maken? Nu, het zou
wel om te schrikken zijn. Ik zou er zelf
ook danig van schrikken en ik geloof
heusch, dat ik zou beginnen te gillen en
ik heb zoo het land aan menschen, die
gillen! Maar dan, het zou bewijzen, dat
er een vergissing in het spel was dat
ze niet dood was, alleen maar bewuste
loos of in trance, zooals die menschen
waarvan ik gelezen heb. Ik zou wel eens
willen weten, hoe lang menschen in tran
ce kunnen blijvenl Stel je voor, dat het
met mama het geval was! Hoe verschrik
kelijk zou dat zijn! Ja, ik moet naar bin
nen gaan. Ik weet zeker, dat ik het direct
zal zien, als ze werkelijk heelemaal dood
is. Het is mijn plicht naar binnen te
gaan; als ik het niet doe, zal ik altijd
het gevoel hebben, dat ik haar had kun
nen redden en dat ik het niet gedaan heb."
Zacht en voorzichtig zocht Joan haar
weg langs de donkere gang. De deur van
de kleedkamer was wijd open en de over
blijfselen van een vuurtje lagen nog te
smeulen in den haard. De blinden waren
niet gesloten en de waschtafel was ge
bruikt en niet weer opgeruimd. Het was
duidelijk, dat het dienstmeisje hier heden
avond niet haar gewone bezoek had ge
bracht. O, hoe huilde de wind door den
schoorsteen! hoe spookachtig joegen de
sneeuwvlokken voorbij het venster en hoe
bitter, bitter koud was het! Maar de deur,
die toegang gaf tot de slaapkamer was
dicht en ja, afgesloten!
„Waarom doen ze dat toch?" mompelde
Joan ongeduldig. En toen, in het zwakke
licht, dat het bijna uitgedoofde haardvuur
verspreidde en het weinigje, dat terugge
kaatst werd door de sneeuw buiten, zag
ze, dat de sleutel nog in het slot stak. Zon
der zich tijd te gunnen tot nadenken,
draaide ze hem om en ging naar binnen
en plotseling bevond ze zich weer in de
bekende kamer, daar ze den avond tevo
ren baar moeder goeden nacht had ge
kust, die in haar gewonen armstoel zat te
praten.
Twee lange kaarsen brandden op bet
marmeren blad van een nachtkastje, er
was geen vuur meer in den haard, die
netjes uitgehaald en schoongemaakt was,
zooals trouwens alles in de kamer pijnlijk
netjes in orde was. Alle stoelen stonden
precies op hun plaats, de toillettafel was
netjes in orde en was overdekt met een
schoon kleed, de boeken en andere voor
werpen, die gewoonlijk door de kamers
zwierven, waren alle opgeruimd. Het ver
trek had een verlaten, onbewoond aanzien
en het was er kouder, meende Joan, dan
in de tochtige gangen.
Ze bad er bijna berouw van, dat ze zich
binnen had gewaagd. Haar knieën trilden
en het koude zweet brak haar overal uit.
Ze had zich nog nooit van haar leven zoo
vreemd gevoeld en ze vroeg zich verbaasd
af, of dit het begin was van een flauwte.
Dampoort en het Slikpoortje was de in
gang der haven.
De letterlijke beteekenis is dus: Je zou
een heel groote wandeling maken. Daar
alleen prachtig weer de stedeling tot zoo'n
lange wandeling uitlokt, wordt thans de
uitdrukking nog gebruikt, als men te ken
nen wil geven, dat het bijzonder prachtig
weer is.
Zooals ik reeds zei, is de uitdrukking
alleen geldend voor Middelburg. Op het
platteland van Walcheren wordt zij ech
ter veel gebruikt, maar het woord Dam
poort wordt verwisseld door het woord
land.
Om uit te drukken, dat het zeer mooi
weer is, zegt men in Middelburg ook: 't Is
't mooiste weer van de Vischmarkt en op
het platteland: 't Is 't mooiste weer van
de Polder.
12. Hij komt van Lillo.
Volgens de bepalingen van de vrede van
Munster (1648) bij het einde van den
tachtigjarigen oorlog had de Republiek 't
recht de Schelde af te sluiten. Daarom lag
er in de vestingen Lillo en Liefkenshoek,
ongeveer halverwege tusschen de grens en
Antwerpen aan beide zijden van de Schel
de een Hollandsche bezetting.
Daar er onder de militairen ook ge
huwde personen waren, die gezinnen had
den, was er langzamerhand een burger
lijke bevolking en zelfs een Protestantsche
kerkelijke gemeente met een eigen predi
kant ontstaan.
De bewoners van Lillo waren dus vrij
wel van de Republiek afgesloten en wis
ten niet altijd, wat er in het vaderland
gebeurde.
De uitdrukking moet echter zijn: Hij
doet alsof hij van Lillo komt. Zij betee-
kent: Hij doet alsof hij niet van een be
paalde zaak weet. Hij houdt zich van den
domme.
De Oostenrijksche Keizer Jozef II heeft
in 1786 de Republiek gedwongen genoem
de forten te ontruimen. Tóen werd een
fort gebouwd aan den Z.O. punt van den
in 1773 bedijkten Reigersbergschen pol
der, welk fort den naam kreeg van Bath,
naar het in 1539 verdronken dorp van
dien naam.
Behalve de militaire bezetting van Lillo
en Liefkenshoek was ook de geheele Pro
testantsche bevolking naar Bath gekomen.
Nog spreken de bewoners van Bath en
omgeving niet het gewone dialect van Z.-
Beveland.
13. Hij woont achter de baiv
biesjes.
Barbiesjes komt van Berbice, vroeger
een Hollandsche kolonie aan de kust van
Guyana, thans een Engelsche bezitting.
Men bezigt de uitdrukking als men wil
te kennen geven, dat iemand in een afge
legen streek woont.
14. Het gaat onder paards
buik.
Wordt iets door slordigheid verloren of
vermorst, dan is het als met een paard,
dat zijn hooi door de renne (ruif) trekt
en niet opeet, maar vertrapt. Het gaat
onder paards buik.
15. Ze staan als de buizen in
K a d z a n d.
Staan b.v. in een kamer de stoelen door
elkaar, dan zegt men, dat ze staan als de
huizen in Cadzand.
16. Het varken wordt van ach
ter opgegeten.
Als iemand meent, dat door zijn ouders
een broeder of een zuster bevoorrecht
wordt, ofschoon het niet waar is, dan
wordt van hem gezegd, dat hij denkt, dat
het varken van achter wordt opgegeten.
R. Aug. 1932. B. J. d. M.
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Klnderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES HULST
Maar daar schoot ze niets mee op. Ver
onderstel, dat ze bewusteloos op den vloer
werd gevonden, als de heldin uit de een
of andere goedkoope roman! Niets ervan
hoor. En al haar wilskracht bij elkaar
roepend, dwong ze zich zelf het bed te na
deren en te kijken naar de stille witte fi
guur, die er op uitgestrekt lag. Met een
lichte huivering sloeg ze bet laken terug
en daar lag wat? Zeker niet de moeder,
die ze den vorigen avond zoo zorgeloos
goeden nacht bad gewenscht; de lippen
waren grauw, de trekken van pijn ver
trokken, bet geheele gelaat veranderd.
De dood had zoo duidelijk zijn stempel ge
drukt op dit verstarde, bleeke gelaat, dat
Joan onmiddellijk de dwaze hoop liet va
ren, dat ze een oogenhlik aan de andere
zijde van de deur gekoesterd had. Dit was
g^en slaap, o neen, evenmin als een flauw
te, of zelfs een toestand van trance; dit
was de dood zelf, zonder dat er vergissen
mogelijk was. Joan raakte het voorhoofd
aan; de sneeuw op de graven daarbuiten
kon nauwelijks kouder zijn, meende ze. Ze
begon weer tegen zichzelf te praten; „Dit
is mama en toch is ze bet niet! Ze zullen
dit ding onder den grond stoppen, zoodat
men bet niet meer zien kan, ze móé
ten, wat anders!" en weer huiverde ze en
voelde zich duizelig worden. „Maar waar
is zij? Is ze rechtstreeks naar den hemel
gegaan, dat zou ik wel eens willen weten?
Cieenkalen-uitvcBr naar België.
Naar het „Limb. Dagblad" verneemt,
houden onze Limburgsche mijnen er re
kening mee, hoewel officieel hieromtrent
nog niets bekend is geworden, dat met in
gang van 1 September a.s. ons eteenkoioa-
contingeat voor België door dit land met
10.7 pet. verlaagd zal worden er. derha.1 in
gebracht van 55.7 op 45 pet. van den ge
middelden maanöelijksehen uitvoer over
1930. Dit zal voor onze mijnen een ver
minderde maandelijksche afzet van ruim
20.000 ton steenkool beteekenen. Met in
gang van 1 April j.l. werd het contingent
al teruggebracht van 70 tot 55.7 pet., zoo
dat wij in de laatste maanden al een ver
mindering te aanvaarden hebben gehad
van niet minder dan 25 pet. of een vierde
van den gemiddelden maandelijkschen
uitvoer over 1930.
Er blijft een kleine hoop bestaan, dat
wij, als mede-onderteekenaars van bet
verdrag van Ouchy, eenige compensatie
zullen krijgen.
Intusschen wordt de uitvoering yan
bet Fransch contingent iets soepeler toe
gepast en bestaat de kans, dat met ingang
van 1 September de mate van soepelheid
nog iets grooter worden zal. In Frankrijk
n.l. bestaat meer dan ooit, mede tengevol
ge van de Belgische kolenstaking, groot
gebrek aan huisbrand-kolen. Onze mijnen
zouden dus door soepeler toepassing mede
kunnen helpen in de behoeften van Frank
rijk te voldoen.
Korte berichten.
Naar een telegram uit Dusseldorp
meldt, doen zich aldaar steeds nieuwe ge
vallen van buikloop voor, zoodat thans 80
patiënten in de ziekenhuizen opgenomen
zijn. De ziekte heeft nogal een goedaardig
verloop, zoodat tot nu toe slechts één kind
overleden is.
Het bericht, dat Hitier overspannen
is geraakt, en zich naar een sanatorium
heeft moeten begeven, wordt van natio-
naal-socialistische zijde tegengesproken.
Te Warschau zijn c.a 12.000 man
van de stedelijke ambtenaren, kantoorper
soneel en arbeiders in staking gegaan om
bet gemeentebestuur te dwingen bun de
achterstallige salarissen van Juni en Juli
uit te betalen. Met uitzondering van de
stadsbank zijn alle bureaux gesloten.
Loonen in het Westland.
Door den kring Westland van den L.
T. B. en de R.-K Arbeidersorganisatie is
eenigen tijd geleden ingesteld een arbi
trage-commissie, welke uitspraak moest
doen over de voorgestelde loonsverlaging.
Deze commissie heeft vergaderd onder
leiding van Mr A. Tepe.
Na breedvoerige besprekingen besloot
zij met algemeene stemmen het loon voor
den tuinbouw te stellen op f20 per week
met ingang van den tweeden Zaterdag
in September.
Dit beteekent een verlaging van f2 per
week.
Boven het minimumloon wordt per ar
beider betaald 2 pet. kindertoeslag.
Axel. Woensdagavond is hier een con
ferentie gehouden met de bestuurders van
den Chr. Boeren- en Tuindersbond en de
drie vertegenwoordigers der organisaties
(neutrale, christelijke en R. K.). Langdu
rig is daar gesproken, temeer daar de
landbouwers voorstelden om 20 cents per
uur te geven, met een minimum van f 1.80
per dag. De arbeiders stonden daar afwij
zend tegenover, waarop weder werd voor
gesteld f 2 per dag vanaf 1 September
tot 31 Augustus. Na loven en bieden is
men tenslotte gekomen tot een compromis,
waarbij in een wederzijdsch gehouden le
denvergadering een beslissing zou worden
uitgelokt om f 2 loon in de wintermaan
den en f 2.25 in de zomermaanden te ge
ven en voor dorschloon 35 cent per uur.
Uiterlijk vandaag moet hierop beslist zijn.
Werd ze wakker en was ze toen daarbo
ven? of verliet haar ziel het lichaam en
vloog door den storm, weg weg, naar
waar die andere wereld is? Ik wilde, dat
ik het wist; want eens komt er een dag,
dat ook ik gaan moet. Er komt een dag,
dat ik ook zoo lig, koud en bleek en heele
maal alleen, en opgesloten veronderstel ik;
en dan zal er iemand binnen komen en
buiveren, als hij naar me kijkt. Maar ik
geloof niet, dat ik er dan nog bij ben; ik
zou het niet weten, als ze het arme ding,
dat eens Joan Carisbroke was, beleedig-
den; ik zou het niet weten, en het zou me
niet kunnen schelen, want ik, dat deel van
me, dat denkt en voelt, zou weg zijn
waarheen? Wel, naar God natuurlijk. O,
maar wat vreeselijk, want ik heb zooveel
dingen gedaan om Hem boos te maken.
Wat is bet nut, dat we leven, als elk le
ven moet eindigen, zooals dit? O, ik zou
zooveel dingen willen weten. 0, mama,
mama, waarom kunt u niet terug komen
en het me vertellen? me vertellen, wat het
is te sterven, en hoe men zich voelt op bet
oogenblik, dat de dood je omvat en wat er
daarna gebeurt? Maar dat kunt u niet, u
kunt het nietl Niemand kwam ooit terug
tot degenen, die hij achterliet."
(Wordt vervolgd.)