DE ZEEÜW
TWEEDE BLAD.
JOAN CARISBROKE
Uit de Provincie
FEUILLETON
VAN
VRIJDAG 26 AUG. 1932, Nr 277.
VERNIETIGING VAN GROENTEN.
Woensdag heeft de politie assistentie
moeten verleenen aan den vrachtrijder v.
d. Wdie te Rotterdam op last van het
bestuur van de Coöperatieve Veiling de
Zuid-Hollandsche Eilanden, op een terrein
een groote partij tomaten, snijboonen en
appels moest vernietigen door er vitriool
over te gieten. Het bestuur van de veiling
had tot dezen maatregel besloten, omdat
deze partijen op de tevoren gehouden vei
ling als waardeloos door de veilingklok
waren heengedraaid.
Het publiek, dat de vernietiging van
de etenswaren aanschouwde, kwam daar
tegen op en verzette zich ook, toen de
politie-assistentie was gekomen Het
kwam tot een vechtpartij waarbij de po
litie de menigte heeft verdreven.
In dit geval is de houding van het pu
bliek toch te verklaren. Het wekt on
tegenzeggelijk ergernis, als daar tomaten,
snijboonen en appels oneetbaar worden
gemaakt, terwijl er zoovelen zijn, die o
zoo graag deze producten gratis of tegen
eenige vergoeding zouden willen ontvan
gen.
„De Nederlander" geeft van deze kwes
tie een verklaring, die echter, naar wij
vermoeden, wel niet allen ten volle zal
bevredigen.
Het blad schrijft:
Zij, die het bericht hebben gelezen over
het feit, dat aan verschillende veilingen
in het Westland niet alleen, maar ook
op andere plaatsen in ons land tomaten
en ook groenten, die onverkocht bleven,
werden vernietigd, zullen zich hebben af
gevraagd waarom deze producten niet
worden afgestaan voor werkloozen, crisis
commissies of dergelijke.
De oorzaak hiervan is gelegen in het
feit, dat zulks aanleiding zou geven tot
moeilijkheden in den handel.
Vanwege het Centraal Bureau van Vei
lingen in Nederland wordt ieder jaar voor
elk product een minimum prijs vastge
steld, waar beneden aan de veilingen
niet wordt verkocht. Voor tomaten is die
prijs b.v. 25 cent per pak (12 K.G.). Wor
den deze producten nu gratis afgestaan,
zal dit allereerst moeten vervallen. Voorts
komt men dan in conflict met handelaren
die leveren aan instellingen enz.
Op verzoeken, die besturen van West-
landsche veilingen aleens bereikt hebben
om onverkoopbare groenten etc. gratis af
te staan, is steeds geantwoord, dat men
het product kan bekomen tegen den mini
mumprijs, waarbij dan uiteraard nog de
vervoerkosten komen, vermeerderd met
statiegeld voor fust.
Dit alles is aanleiding, dat dus veelal
tot vernietiging moet worden overgegaan.
Te Alkmaar heeft de Prov. Commissie
uit de veilingen in Noord-Holland een
druk bezochte vergadering gehouden, die
door de leden van Ged. Staten, de heeren
Michels en Kooiman, werd bijgewoond.
De voorzitter, burgemeester Slot, van
Broek-op-Langendijk, deelde mede,- dat
ingevolge opdracht van de vergadering
van 29 December 1931, het bestuur thans
met het voorstel kwam om een fonds
te vormen, dat moet dienen om daaruit
een uitkeering te verstrekken voor aan
de veilingen aangevoerde producten, die
den minimumprijs niet kunnen opbren
gen. Tot dit doel stelt het bestuur voor
te besluiten, de veilingen maandelijks een
half procent van het omzetbedrag te doen
afdragen aan de Prov. Commissie.
De voorzitter deelde mede, dat Ged. Sta
ten van Noord-Holland de instelling van
een in- en verkoopbureau van tuinbouw
producten overwegen om aangewezen
tuinbouwproducten, die aan de veilingen
de te bepalen minimumprijzen niet op
brengen, tegen die prijzen over te nemen
door
EMMA JANE WORBOLSE.
(Vrij naar het Engelsch.)
5.) o-
„Wij hebben tenminste nooit een gou
vernante gehad, die zooveel kost," mop
perde Maggie, die altijd prikkelbaar en uit
haar humeur was met slecht weer. Zij
was de tweede juffrouw Carisbroke, ze
ventien jaar oud;Lavinia was twee jaar
ouder; Frank, die uit logeeren, Kerstmis
vierde bij een van zijn vroolijke vrienden,
was onlangs meerderjarig geworden.
Netta en Brenda waren tweelingen, bijna
vijftien jaar oud. Joan was zoowat der
tien en een half. De baby, die nog geen
naam had ontvangen, telde baar leeftijd
in uren.
Netta en Brenda begonnen te snikkan.
Ze deden altijid alles samen en leken
zooveel op elkaar, dat ze, opdat ook
vreemden haar uit elkaar zouden kunnen
houden, gewoonlijik net als Girofle en
Girofla in het blauw en roze gekleed
gingen.
Ze waren als de rest van het gezin erg
op haar gemak gesteld, en de gedachte,
dait ze een paar jaar van hard werken
voor den boeg hadden onder deze supe
rieure, energieke gouvernante, die den
strijd had aangebonden met haar indo
lente gewoonten en aangeboren neiging
ten einde deze producten zoo mogelijk
te distribueeren als menschelijk voedsel
daar waar een tekort bestaat en overigens
als veevoeder. Aangezien Ged. Staten van
oordeel zijn, dat deze maatregel niet ge
nomen kan worden, wanneer niet door de
belanghebbenden in dezelfde richting iets
gedaan wordt, was het bestuur thans met
dit voorstel gekomen.
Na uitvoerige besprekingen werd met
algemeene stemmen besloten het half pro
cent van den omzet der veilingen voor de
fondsvorming te heffen met dien verstan
de, dat dit besluit in werking treedt op
het moment waarop de provincie de pro
ducten, die niet verkocht kunnen worden,
tegen de minimumprijzen gaat afnemen.
Veilingen, die hiermede niet accoord gaan,
blijven vrij, doch van deze worden de
producten afgenomen.
REGELING VENT- EN VERVOER-
ARBEID VAN JEUGDIGE PERSONEN.
De Minister van Economische Zaken en
Arbeid heeft bij den Hoogen Raad van
Arbeid aanhangig gemaakt het volgende
voorontwerp van een Koninklijk besluit
tot vaststelling van het tijdstip, waarop
met betrekking tot ventarbeid van jeug
dige personen de artikelen 14, le lid, 17
en 19 en met betrekking tot vervoer-
arbeid te land art. 17 der Arbeidswet
1919 in werking treden, en het volgende
voorontwerp van een algemeenen maat
regel van bestuur, als bedoeld in artikel
17 der Arbeidswet 1919, voorzoover betreft
vervoerarbeid te land.
Voorontwerp Kon. Besluit
Eenig artikel. Met ingang van 1 Maart
1933 treden in werking:
a. de artikelen 14, eerste lid, 17 en 19
der Arbeidswet 1919, voor zoover betreft
arbeid van jeugdige personen, bestaande
in het venten, het verkoopen of het te
koop aanbieden op of aan voor het open
baar verkeer openstaande land- en water
wegen of in of op voor het publiek toe
gankelijke gebouwen, terreinen en per
rons;
b. artikel 17 der Arbeidswet 1919, voor
zoover betreft vervoerarbeid te land.
Voorontwerp Algem. Maat
regel v. Bestuur. Artikel 1. Een
jeugdig persoon van 16 jaar of ouder
mag op werkdagen tusschen 7 en 8 uur
des namiddags arbeid verrichten, bestaan
de in het aan huis bezorgen van voor
werpen of stoffen van een winkel of win
kelhuis uit.
Artikel 2. In dit besluit wordt verstaan
onder „arbeid", „jeugdig persoon" en
„winkel" hetgeen daaronder wordt ver
staan ingevolge de Arbeidswet 1919 en
onder „winkelhuis" hetgeen daaronder
wordt verstaan ingevolge de Winkelslui
tingswet 1930 (Staatsblad no. 460).
Artikel 3. Dit besluit treedt in werking
met ingang van 1 Maart 1933.
In de toelichting bij deze ontwerpen
schrijft de Minister:
Het verrichten van loopwerk en het
venten met allerlei waren moet in het
algemeen voor jeugdige personen een
slechte beroepskeuze worden geacht. Mag
het voor enkele loopjongens misschien
het begin zijn om later als winkelbedien
de tot een vakbekwaam arbeider op te
groeien, voor verreweg de meesten is het
de intrede tot de groote groep ongeschool
den, die door gebrek aan vakbekwaamheid
later een zeer zwaren strijd om het be
staan heeft te voeren.
Is het om deze reden al een nadeel,
dat zij niet in andere richting trachten
zich een bestaan te verzekeren, wanneer
men bedenkt, dat velen dier jeugdige per
sonen 's avonds laat en ook op Zondag
in schouwburgen, bioscopen, op perrons
en langs den openbaren weg hun arbeid
moeten verrichten, behoeft het geen ver
der betoog, dat deze jonge menschen
onder zeer ongunstige omstandigheden
opgroeien en de bescherming der Arbeids
wet dringend noodig hebben.
Om hun die te verschaffen, is het noo
dig de artikelen 14, eerste lid, 17 en 19
der Arbeidswet in te voeren voor zoover
betreft ventarbeid van jeugdige personen:
artikel 14, eerste lid, om dat werk op
Zondag, artikel 17 om het tusschen 7 uur
om moeilijkbeden te omzeilen, was meer
dan onaangenaam voor haar.
Joan sprak geen woord. Ze zat met ge
fronste wenkbrauwen en warmde haar
voeten voor den haard. Ze was lang,
heel lang voor haar leeftijd en mager;
bij gevolg leelijk. De tweelingen waren
kort en dik en niet onknap, met groote,
uitdrukkingslooze, blauwe oogen en zand
kleurig haar, dat men vleiend betitelde
met den naam van goudkleurige. Ze ge
leken sterk op haar moeder, zooals die
in haar jeugd was geweest; ze had 't meest
geleken op een dikke wassen pop in haar
jeugd, maar in de laatste jaren waren
haar roze gelaatstint, het lichte blauw
van haar oogen en haar „gouden" haar
verbleekt, ze was onaangenaam dik ge
worden en traag van bewegingen; tegen
de minste inspannig zag ze op als tegen
een berg; ze had zelfs niet de energie
om zich zelf te amuseeren. Hoe iemand
met mogelijkheid zoo traag kan zijn, was
gewoon een wonder voor ieder, die haar
niet dagelijks meemaakte en Netta en
Brenda hadden voor een groot deel den
aard en het temperament van haar moe
der geëerfd.
„Zet niet zoo'n zuur gezicht, Joan", zei
Lavinia scherp; „en is dat een manier
van poken? Wat zou juffrouw Martin
daar wel van zeggen?"
„Het is meer dan bedtijd voor Joan",
zei Maggie op haar meest beslisten toon.
„Ze heeft verschrikkelijke gewoonten aan
genomen, sinds de vacantie begonnen is.
Kinderen, ga onmiddellijk naar bed alle
drie, het is over tienen."
's avonds en 6 uur 's morgens te kunnen
verbieden, artikel 19 om eventueel bij een
vergunning van het districtshoofd of van
den Minister afwijking toe te staan van
het bepaalde bij artikel 17.
Invoering van artikel 17 der Arbeids
wet is tevens noodig met betrekking tot
vervoerarbeid, om het loopwerk van jeug
dige personen aan banden te kunnen
leggen.
Provinciale Keuringsdienst van Waren.
Aan het verslag van dezen dienst over
1931 ontleenen wij het volgende:
Zooals gebruikelijk werd zoo spoedig
mogelijk na het verschijnen van het E i e-
renbesluit en het gewijzigde con-
sumptie-ijsbesluit een begin ge
maakt met het bekend maken van den
inhoud dezer Besluiten en het geven van
inlichtingen aan de personen, die daar
mede te maken hadden en het inspec-
teeren der bereidplaatsen van consump
tie-ijs. Daarbij bleek, dat de meeste be
reidplaatsen voor consumptie-ijs niet aan
de gestelde eischen voldeden en geheel of
ten deele veranderd moesten worden,soms
naar een andere gelegenheid moest wor
den omgezien, ten einde den bereider in
de gelegenheid te stellen in het bezit te
komen van de vereischte verklaring. Het
behoeft wel niet gezegd te worden, dat
gezien de verspreide ligging dezer bereid-
plaatsen daardoor veel tijd werd in be
slag genomen. Alle bereidplaatsen (124),
die in het gebruik waren op het einde
van 1931, voldeden aan de gestelde eischen.
Een groote verbetering is, dat thans bij
elke bereidplaats een inrichting aanwezig
moet zijn, waarin het ijs op een tempera
tuur beneden het vriespunt kan bewaard
worden.
Ook de uitvoering van het eierenbe-
sluit kostte veel tijd. In Zeeland toch
is de pluimveehouderij van veel beteeke-
nis, daar bijna op iedere boerderij een
groot aantal kippen worden gehouden en
daardoor de hoeveelheid eieren, die jaar
lijks geraapt wordt, zeer aanzienlijk is.
Goed ingerichte hoenderparken zijn er
maar weinig. Een gedeelte van de eieren
gaat naar de veilingen. Het meerendeel
evenwel dient als ruilmiddel en wordt
door opkoopers, die tevens leverancier zijn
van levensmiddelen, veevoeder, enz. op
gehaald. Hierdoor is de opkooper dus niet
voldoende onafhankelijk om een afwij
kend product te weren.
Op de boerderijen loopen de kippen ge
woonlijk vrij rond op het erf en komen
overal, zoowel op mesthoopen, als in de
slooten en modder. Het gevolg daarvan
was, dat vroeger zeer veel vuilschalige eie
ren verhandeld werden.
Bij het inwerking treden van het eieren-
besluit heeft met alle eierenhandelaren,
alsmede met de besturen van de veilingen
een onderhoud plaats gehad en zijn deze
ingelicht over de daarin opgenomen be
palingen en eischen. Het bleek al spoedig,
dat dit niet voldoende was en daarom is
op verschillende veilingen nagegaan, wel
ke leden vuilschalige eieren afleverden.
Nadat door den Keuringsdienst in ver
band hiermede vele waarschuwingen
waren verzonden, trad daar een aan
merkelijke verbetering op. Met de op
koopers, die om bovenvermelde reden
meer afhankelijk waren en door onder
linge concurrentie moeilijkheden onder
vonden, ging het niet zoo vlot. Toen dan
ook bleek, dat de opkoopers niet bij
machte waren de aflevering van vuil
schalige eieren tegen te gaan, zijn twee
keurmeesters met de verschillende op
koopers mede gegaan om zich persoon
lijk te overtuigen, wie vuilschalige eieren
afleverden en om, waar dit noodig was,
te waarschuwen en voorlichting te geven,
hoe het mogelijk was het bevuilen van
eieren tegen te gaan. Tegelijker tijd werd
aan de verschillende eierproducenten een
overzicht van de voornaamste bepalingen
van het eierenbesluit ter hand gesteld.
In verband met het Algemeen besluit
(Warenwet) werden geregeld inspecties
gehouden in bakkerijen, fabrieken, graan
molens), limonadefabrieken, bierbrouwe-
De tweelingen haalden de schouders op
en bleven stil zitten. Joan stond op en
verliet zonder woord of blik de kamer.
Ze was er aan gewoon, dat iedereen haar
afsnauwde en standjes gaf, maar scheen
er zich nooit veel van aan te trekken.
„Wat een vreemd kind is Joan tochl"
zei Lavina, toen ze de deur achter zich
gesloten had. „Ze heeft geen traan gela
ten, den heelen avond en ik geloof niet,
dat ze een woord gesproken heeftl Zoo on
natuurlijk op haar leeftijd."
„Ze heeft geen greintje gevoel, dat is
het hem", antwoordde Maggie. „Ik be
grijp niet, naar wien zij eigenlijk aardt.
Wij zijn geen van allen zoo gemelijk als
zij is."
„Laten we wat eten", herhaalde Netta.
En in koor voegden ze er aan toe; „Laat
de keukenmeid de rest van de vleesch-
pastei even warmen in den oven."
HOOFDSTUK II.
De wacht bij de doode.
Joan echter ging niet naar bed, of
schoon ze zoo zonder aarzelen het gezel
schap van haar zusters verliet. De school
kamer was in den Westelijken vleugel,
het oudste, en zoo als sommige menschen
beweerden, het meest comfortabele gedeel
te van de Perrywoord Pastorie. Een zwak
verlichte gang leidde naar de hal, waar
op bijna alle kamers uitkwamen, op twee
na, die aan weerszijde waren van een
groote vierkante ruimte, die gebouwd
was over de voorportiek en verlicht werd
rijen en op markten en kermissen. De
toestand is daardoor aanmerkelijk ver
beterd.
In Zeeland worden op verschillende
plaatsen groote hoeveelheden aardbei
en in vaten verpakt, na voorzien te zijn
van een vluchtig conserveermiddel. Ook
deze plaatsen werden regelmatig bezocht.
De wijze, waarop nu het wasschen ge
schiedt, is aanmerkelijk verbeterd bij
eenige jaren geleden. Gedeeltelijk ge
schiedt het wasschen met een speciaal
daarvoor ingerichte machine.
Het keuren van visch vond geregeld
plaats, ook op de afslagplaatsen. De af
slagen te Goes en Middelburg zijn van
geen beteekenis meer. In Arnemui-
den wordt nog geregeld aangevoerd en
in de hal, die van gemeentewege daar
voor is opgericht, afgeslagen. Deze hal
voldeed niet geheel aan de gestelde ver
wachtingen, omdat de aangevoerde visch
op den betonvloer werd uitgestort, waar
de koopers en vischvrouwen er kriskas
doorheen liepen. In verband daarmede
werd aan B. en W. van Arnemuiden
geadviseerd om in de hal groote ver
plaatsbare tafels aan te brengen, waar
op de visch kon worden uitgespreid. Hier
aan is gevolg gegeven, waardoor een aan
merkelijke verbetering intrad.
Het pellen van garnalen in
woonkamers werd geregeld gecontroleerd
Een firma, die enkele jaren geleden, haar
bedrijf in de gemeente Vlissingen uit
oefende, heeft dit naar Arnemuiden ver
plaatst en aanmerkelijk uitgebreid. De
garnalen worden daar gekookt uit Veere
aangevoerd. Op het einde van het jaar
was aan 150 personen een vergunning
uitgereikt voor het pellen van garnalen.
Daaruit blijkt, dat het bedrijf voor Arne
muiden van veel beteekenis is. Ook in
Brouwershaven wordt een aanzienlijke
hoeveelheid garnalen gepeld. Het aantal
vergunningen bedroeg daar 112. Bij con
trole behoefde zelden meer aanmerking
gemaakt te worden.
Op de huisindustrie te Bres kens
werd geregeld toezicht uitgeoefend. Het
verpakken der bonbons geschiedt nu des
middags, wanneer de huiselijke werk
zaamheden zijn afgeloopen en alles is op
1 geruimd. De zindelijkheid laat niets te
wenschen over. In het afgeloopen jaar zijn
er niet veel bonbons verpakt, omdat de
export van dit artikel van de algemeene
i malaise te lijden heeft.
De toestand in de b a k k e r ij e n is de
laatste jaren veel verbeterd, daar er
steeds meer heetelucht- of heetwaterovens
in gebruik komen, wat de zindelijkheid
zeer ten goede komt.
Ook dit jaar mocht het weer gelukken
eë'i enkelen veehouder te bewegen om
bij nieuwbouw of herbouw een goeden
groepstal aan zijn bedrijf te verbinden.
Het vooroordeel, dat lang tegen deze stal
len bestaan heeft, is nagenoeg verdwenen
en menige veehouder zou er zeker toe-
overgaan zijn stal te verbeteren, als de
omstandigheden hem dat niet beletten.
De verkoop van karnemelk neemt
steeds toe. In meerdere gevallen blijkt,
dat, als de boeren beginnen met dit pro
duct in den handel te brengen, het niet
MIDDELBURGS LANGE, JAN VERLICHT.
Door duizenden Philips-kaarsen hel ver
licht steekt Middelburgs eeuwenoude
Lange Jan tegen den nachtelijken hemel
af. Een bijzondere bezienswaardigheid
voor wie in de stad woont, of er tijdelijk
toeft, een „attractie" of aantrekkings-
punt met een straal van vele kilometers,
op Walcheren en zelfs buiten zijn grenzen.
Bovenstaande speciale en bijzonder
schiliïeracntige foto werd genomen van
een der opstelplaatsen der straal-lampen:
in een tuin aan de Nieuwstraat. Zij geeft,
met ter rechterzijde de Gasthuiskerk, een
blik op onzen fraaien toren uit een ande
ren gezichtshoek dan gewoonlijk.
In de feestweek van Handelsbelang
zal de verlichting eiken avond ontstoken
worden.
door een hoog venster van geschilderd
glas.
Voor een van die twee deuren hield Joan
stil en luisterde. Alles was stil, zoowel
binnen als buiten; de donzige vlokken
zweefden nog steeds door de ijskoude
lucht, de temperatuur was lager dan ooit,
een diepe stilte slechts verbroken door
het huilen en klagen van den wind,
scheen het huis te vullen. Het kind
want hoe kon men iemand van haar
leeftijd anders noemen, al was ze nog
zoo onkinderlijk van karakter huiver
de toen weer. „Zal ik binnen gaan?"
vroeg ze zichzelf af, onwillekeurig haar
stem tot een eerbiedig fluisteren dem
pend. Dit deed ze vaak, zoo met zichzelf
praten, dikwijls scheen ze heele gesprek
ken te voeren met den een of anderen
onzichtbaren persoon, die een meening
verdedigde, welk recht tegenover de hare
stond. „Zal ik, of zal ik niet? Er kan
geen enkele reden zijn, waarom ik het
niet zou doen, als ik er lust in heb!
Niemand heeft het me verboden en daar
zou ik me trouwens nog niet" zoo heel
veel van aan trekken. Wat ik verkies
te doen, dat doe ik. Ben ik bang? Waar
om zou ik? Is ze niet precies de zelfde,
die ze gisteravond was, toen ik naar
haar toe ging om haar goeden nacht te
wenschen, alleen kan ze me nu niet
meer aankijken, me niet meer hooren,
geen woord met me spreken. Ik heb nog
nooit van mijn leven een doode gezien
en ik zou er graag een zien. Ik hoorde
Lavinia tegen Maggie zeggen, dat ze voor
geen geld ter wereld alleen zou slapen
en Maggie antwoordde: „Natuurlijk niet.
We zijn toch samen." En Netta en Bren
da zijn ook samen, alleen ik sta op me
zelf. Ik ben degeen, die steeds overblijft.
Dat is het hem, veronderstel ik. De an
deren gaan in paren, maar voor mij blijft
er niemand over. Ik wilde, dat kleine
Susie maar was blijven leven. Ik weet,
dat zij mijn geliefde zuster zou zijn ge
weest; we zouden elkaar uitstekend be
grepen hebben, alles samen gedaan heb
ben, zooals Netta en Brenda en de twee
oudsten. Daar heb je de nieuwe baby, die
door niemand gewenscht wordt, maar die
zal me van geen nut zijn, ik ben zooveel
ouder bijna volwassen. Ik wilde, dat
zij een jongen was geweest. Ik zou zoo
graag nog 'n broer hebben gehad Frank
daar heb ik niets aan, hij behandelt me
als 'nkind! Ja, dat zou leuk zijn geweest,
'n klein broertje te hebben, heelemaal
voor mezelf; hij zou misschien ja zeker,
dat zou heel goed mogelijk zijn geweest,
hij zou misschien heel veel van me zijn
gaan houden. Nog al een zuster is niets
dan last.. Nu, zal ik naar binnen gaan?
Ik ben niet bang neen, absoluut niet
Ik weet, dat Netta en Brenda net zoo
lief alleen de kerk daar ginds zouden
binnen treden, als hier te staan in het
donker. Er is licht binnen, want ik kan
het schijnsel ervan zien onder de reet
van de deur, Vooruit, daar gaat ze."
(Wordt vervolgd.)