DE ZEEDW
NEDERLAND
TWEEDE BLAD.
a 99 V.
Orders,
joan carisbr0ke
m
R
or
100.-
de directie.
aangeboden
leerend
(drijf.
bleijswijk
vgen te Wol-
;gens ziekte zoo
stbode.
1UDSTER
ip dit Blad
het heengaan van den
directeur-generaal van den
arbeid.
Uit de Provincie.
r-jjx Wat zegt een klein prijsverschil
tegenover een GROOT
kwaliteitsverschil
Koopt Blue Band, Hollands beste standaard-
merk, nog altijd 25 cents per half ponds pakje
P t-H met allerfijnste HoU
VerscT9ekar"boter onder R.jksconfrö/e
londsche
sche bankkringen
angen o.a. betrek-
estie der oorlogs-
economische we-
resultaten van de
dat Montague
er verklaarde van
van prijsstijging
.eren valuta, wel
moeten worden
.bilisatie en terug-
tandaard. De lan-
andaard geband-
an dit plan moe-
t bericht uit New
News" dat men
king van dit be-
Narman's bezoek
overdrijven, voor-
terugkeer tot den
trens herstel- en
definitief zijn ge-
der Economische
van terugkeer
iard geen sprake
VAN
WOENSDAG 24 AUG. 1932, Nr 275.
Jereeniging voor
het groene
dekerke roept
len 1 Nov. 1932.
ieling te bekomen
lr harst te
Iet bestuur.
er letter A no. 10
te Goes.
sgezin (vader en
|nd-Bath, JOHs.
GE, Zandbaan 1.
JP:
l-MOTOR,
voor ƒ125.—.
erscheweg, Tel.
Een onderhoud met den aftredenden en
met den nieuwen directeur-generaal.
Een vertegenwoordiger van het Vad.
heeft een onderhoud gehad met den heer
Zaalberg, die aftreedt als directeur-gene
raal van den arbeid. Wij ontleenen er het
volgende aan:
Zooals men weet, is de heer Zaalberg
lid van de Commissie^ Weiter geweest en
hij heeft met den heer Weiter alleraan
genaamst samengewerkt, dekt volkomen
alle voorstellen der commissie. De heer
Zaalberg gaat dan ook niet alleen mee
met de voorstellen der commissie inzake
de arbeidsinspectie, maar is er vrijwel
de ontwerper zelf van. De voorstellen zijn
z.i. onvermijdelijk.
Tot die voorstellen behoort ook, dat drie
hoofdambtenaren op wachtgeld moeten
gaan, hoe smartelijk het ook wezen mocht
en hoe volkomen de getroffenen ook nog
voor hun taak berekend zijn.
Nadat de heeren Last en Klompe, enkel
uit leeftijdsoverweging, aangewezen wa
ren, heeft de directeur-generaal zich vrij
willig als derde aangeboden. Hij deed dit
voorstel reeds 9 Maart 1932. De heer Zaal
berg behoort tot hen, die van oordeel zijn,
dat de ouderen èn ter wille van den dienst
èn uit billijkheidsoverweging moeten
plaats maken voor de jongeren.
Maar dat was heelemaal niet de be
doeling der regeering en zij heeft zeer
ernstig getracht, den heer Zaalberg van
dien stap terug te houden. De directeur-
generaal heeft echter zijn ontslagaanvrage
gehandhaafd en met redenen omkleed.
Hoofdreden is geweest, dat de snelle
ontwikkeling van den dienst en de steeds
grootere eischen een jongere kracht vra
gen, welke hij zag in Dr Ir A. H. W.
Hacke, dien hij dan ook zelf heeft voor
gedragen. De heer Hacke is de door den
heer Zaalberg zelf aangewezen opvolger.
Verder heeft de heer Zaalberg niet ver
heeld, dat hij de laatste jaren niet heeft
kunnen werken als hij wilde, omdat te
veel andere dingen, o.a. de werkloosheids
verzorging, hem waren opgedragen. Hij
heeft zich dan ook bereid verklaard des-
gewenscht, de bij-dingen te blijven behar
tigen, welk aanbod werd aanvaard.
Eindelijk heeft hij wel zijn verwonde
ring te kennen gegeven, dat de betrokken
ministers bij de regeling van de contin-
genteeringen, de Arbeidsinspectie, z.i. het
lichaam, dat het allerbest van voorlich
ting kon dienen, niet om advies hebben
gevraagd.
Pas later heeft de regeering hem ook
nog trachten te winnenToor het directo
raat van de N.V. Mij tot behartiging van
de Nationale Scheepvaartbelangen.
Wij kunnen begrijpen, dat deze geheel
nieuwe instelling den oud-zee-officier
Zaalberg bijzonder heeft aangetrokken.
Na zoo afdoende te zijn ingelicht over
het heengaan van directeur-generaal Zaal
berg hebben wij de gelegenheid te baat
genomen, nog een paar vragen te stellen.
Wat denkt u van de Zuiderzee
werken? Acht u ze veilig? Acht u ze
oeconomisch verantwoord?
Het antwoord luidde: Technisch acht
ik het werk veilig, want de berekening
van Prof. Lorentz heeft nog nergens ge
faald. Oeconomisch acht ik het onverant
woordelijk. Ik heb nooit iets met de Zui
derzeewerken te doen willen hebben. He
laas moest ik ambtshalve bij de Steun-
wet optreden. Onverantwoordelijk be
schouw ik het werk, omdat de landbouw
nooit onze overbevolking ook maar in de
verste verte zal kunnen opnemen en om
dat zij in massa-artikelen nooit loonend
zal kunnen produceeren. Alleen de indu
strie kan de overbevolking in zich op
nemen. Beter ware m.i. nooit met de Zui
derzeewerken begonnen.
Bij een bezoek dat een medewerker van
hetzelfde blad gebracht heeft aan den op
volger van den heer Zaalberg, Dr Ir A.
H. W. Hack e, deelde deze mede:
Deze benoeming stemt mij natuurlijk
gelukkig; ofschoon: er zijn schaduwzij
den. Mijn benoeming is een uitvloeisel
van de bezuiniging, die, helaas, slacht-
offers heeft gemaakt. Dat is ellendig. Voor
al ook: Zaalberg zelf gaat heen. Een on
kreukbaar, breed mensch, een man, die
zijn eigen weg ging en onder wien het
een genot was te werken. Van hem kan
ik u geen goeds genoeg zeggen.
Waarom gaat hij weg? Een paleis
revolutie?
Spreekt u dat toch tegen. Men zoekt
veel en veel geheimzinnigs achter die vrij
plotselinge mutatie. Maar Zaalberg zelf
was zoo eerlijk om, toen er sprake van
was de ambtenaren met 35 dienstjaren
te doen afvloeien, zichzelf het allereerst
op die voordracht te plaatsen.
Hebt u nieuwe inzichten omtrent
uw taak?
In groote lijnen zal ik het beleid van
mijn voorganger volgen. Ik heb eerbied
voor zijn werk en liefde voor de Arbeids
wet, zooals die nu is en functionneert.
De wenschen, die ik heb en die ik zal
trachten uit te voeren, zijn uitvoerig be
handeld in mijn proefschrift. U kunt ze
gecondenseerd in eenige van de stellingen
zoo overnemen:
Het zijn: le. Zoolang de volledige aan
sluiting tusschen Leerplicht- en Arbeids
wet nog niet is verkregen, is het ge-
wenscht, jongens beneden den veertien
jarigen leeftijd, die aan hun leerplicht
hebben voldaan, onder bepaalde voor
waarden. tot den bedrijfsarbeid toe te
laten. Onder leerplicht wordt in dit geval
mede verstaan het volgen van het 7e leer
jaar.
2e. Een vergunning verleend op grond
van art. 28 7e lid der Arbeidswet behoort
te gelden voor alle ondernemingen in
denzelfden bedrijfstak.
3e. Het algemeen aanvangsuur voor
broodbakkerijen moet in alle gemeenten
van het Rijk gelijk zijn. De uitzonderings
bepalingen voor de groote bakkerijen moe
ten daarnaast gehandhaafd blijven.
4è. De verkoop van klein versch brood
kan worden toegelaten van 8 uur des
morgens af.
5e. Het is wenschelijk de couponboekjes
bedoeld in art 29 der Arbeidswet, te doen
gelden voor alle arbeiders van 16 jaar en
ouder; voor vrouwen en jeudige personen
tot ten hoogste 10 uren per dag en niet
des nachts of op Zondag.
6e. Artikel 64 sub 1 der Arbeidswet
moet worden ingetrokken.
7e. Controle op de naleving der bepalin
gen van de Arbeidswet mag slechts ge
schieden door ambtenaren.
8e. De omstandigheid, dat een der con
venties van Genève o.a. verbodsbepalin
gen inhoudt voor den nachtarbeid van
banketbakkerspatroons en bij ratificee
ring deze verbodsbepalingen ook in de
Nederlandsche Arbeidswet zouden moe
ten worden opgenomen, is een onover
komelijk bezwaar om deze conventie te
ratificeeren,
Wat de zesde stelling betreft, aldus Dr
Hacke, ik zie in het feit, dat al het con-
fessioneele ziekenhuispersoneel vrij is van
de wet, een groote onbillijkheid.
Wat mijn zevende stelling betreft:U ziet
er uit, dat ik een groot tegenstander ben
van bedrijfsraden. Uk ben zulk een
overtuigd tegenstander van dat stelsel,
omdat de mooiste beginselen van onze
Arbeidswet, de neutraliteit en de onaf
hankelijkheid van hen, die voor haar toe
passing moet waken, er ernstig gevaar
door gaan loopen. Want een goede con
trole is absoluut noodzakelijk uit een oog
punt van rechtvaardigheid en ter wille
van de concurrentie.
U bent dus ook voorstander van het
versche cadetje bij het ontbijt, als ik uw
vierde stelling bezie?
Een overtuigd voorstander.
Hebt u, over het algemeen gesproken,
nog andere wenschen en idealen?
In het algemeen gaan al mijn idea
len in de richting van een „ideale" uit
voering van de prachtige arbeidswet
geving, die wij thans bezitten. En ik hoop
óók, dat de nieuwe Veiligheidswet spoe
dig in behandeling zal komen.
En dan: de Arbeidswet en de Veiligheids
wet moeten over het geheele land uniform
worden toegepast, dat zie ik als een van
de belangrijkste functies van den centra-
len dienst.
Wat denkt u van de 40-uurs werk
week?
Daarvan ben ik een overtuigd tegen
stander voorloopig. Ik spreek hier deze
overtuiging niet uit uit hoofde van wen-
schelijkheid, maar ik ontken de mogelijk
heid van werktijdverkorting. Concurree-
ren met het buitenland is tóch al moeilijk,
door een verdere werktijdbeperking zou
zij geheel lamgeslagen worden.
En uw politieke richting?
Die heb ik niet. Ik ben bij geen en
kele partij aangesloten.
Door de marechaussee te Axel is
aangehouden zekere H. J. J. D., koopman
te Axel, die er van verdacht wordt ten
nadeele van zekere G. te Zierikzee een rij
wiel dat, hij gehuurd had, te hebben ver
duisterd. Bij aanhouding was hij nog in
het bezat van het rijwiel. De man is, na
dat hij naar Zierikzee ter confrontatie
was overgebracht, ter beschikking van de
Justitie te Middelburg gesteld.
Abortus. Dezer dagen vertoefde
de Justitie uit Middelburg met Dr Hulst
uit Leiden, te Goes om een onderzoek in
te stellen naar een vermoedelijk geval van
abortus mot doodelijken afloop.
DE HILVERSUM 5, het prachttoe-
stel met Super-inductieschakeling, één-
knopsbediening, electro-dynamische luid
spreker, f 275, bij alle N.S.F.-agenten.
(Adv.)
Aan den besteller bij den post- en
telegraafdienst J. A. M. de Witte van het
post- en telegraafkantoor te Middelburg
is op zijn verzoek met ingang van 27 Aug.
a.s. eerVol ontslag verleend.
Faillissement. De Arr. j
Rechtbank te Middelburg heeft failliet
verklaard J. Rooze, landbouwer te St.
Laurens A nr 10. Rechtercammisjsaris
mr Th. Portheine. Curator mr P. C.
Adriaanse te Middelburg.
Vlissingen. Het aantal werkloozen al
hier bereikte juist het cijfer 1000, tegen
verleden week 954. Bij de werkverschaf
fing zijn 122 personen te werk gesteld.
Goes. Gelijk bekend, heeft de gemeente
raad in 't begin van dit jaar een verzoek
van het R.K. schoolbestuur tot een ver
bouwing van de R.K. Jongensschool afge
wezen. Daar het bestuur overtuigd was
van het onrechtmatige dezer weigering,
ging het bij Ged. Staten in beroep, 't Ge
volg daarvan is geweest dat Ged. Staten
het schoolbestuur in het gelijk stelden en
't gemeentebestuur opdroegen de aanvraag
in te willigen. Op deze beslissing is echter
nog beroep bij de Kroon mogelijk.
Eilewoutsdijk. Gisteravond ontstond op
huize „Zorgvliet", de bezitting der familie
van Hattum, een begin van brand, ver
oorzaakt door een schoorsteenbrand in de
keuken.
De brandweer werd gewaarschuwd en
was spoedig ter plaatse, doch spuiten
bleek niet meer noodig, aangezien met
emmers water de reeds schroeiende en
rookende balken en planken nog juist in
tijds konden worden gebluscht.
Driewegen. De Raad vergaderde Maan
dag. Alle leden waren present. Allereerst
werd een nieuw raadsbesluit genomen tot
den aankoop van gronden van de N.V.
Spoorweg Maatschappij Zuid-Beveland
voor de verbetering van den Platteweg,
als zijnde het eerstgenomen besluit on
volledig.
Alsnu werd behandeld de gemeentebe-
grooting voor 1933.
De post werkverschaffing geraamd op
f 200, wordt op f 800 gebracht. De post
subsidie burgerwacht ad f 10 wordt ge
handhaafd met 4 tegen 3 st. (tegen: J.
Timmerman, J. de Witte en P. Ringel-
berg).
Wordt besloten met het oog op de vele
crisis-uitgaven en om de begrooting klop
pend te krijgen, de opcenten op de Ver
mogensbelasting te brengen van 40 op 50,
die op de fondsbelasting ook van 40 op
50 en met 4 tegen 3 stemmen de gemeente
voor de fondsbelasting te plaatsen in de
3e klasse.
Een voorstel van het lid de Witte om
voortaan bij de behandeling der begroo
ting aan elk raadslid een verkort uit
treksel te geven van de begrooting vindt
geen verdere instemming, terwijl wordt
besloten op den ouden voet voort te gaan.
De begrooting wordt nu vastgesteld in
ontvang en uitgaaf op f 23045.26 met
een bedrag voor onvoorzien ad f 717.72H.
Serooskerka (W.) Maandagavond werd
een voltallige Raadsvergadering gehou
den. De voorz. doet mededeeling, dat B.
W. voornemens zijn om op de begroo
ting voor 1933 wederom bezuiniging toe
te passen. Het college is van meening,
dat b.v. op de straatverlichting door deze
te dooven om 10 uur thans om 12
uur en de electrische lamp voor het
Raadhuis 1 uur te beperken een bezuini
ging kan worden verkregen van plm.
f 125. Het wenscht dezen maatregel in te
voeren op 1 Sept. a.s.
Een voorstel van B. en W. tot het vast
stellen van den pensioensgrondslag van
den burgemeester op f 1920 en van den
gem. secretaris op f 2550 ingaande 1 Oct.
a.s. wordt z.h.st. goedgekeurd.
De voorz. leest hierna de begroeting
voor over 1933 van den Vleeschkeurings-
dienst kring Oostkapelle, welke een eind
cijfer aangeeft van f 7150.
Dhr Hoegen vraagt of het niet ge-
wenscht is om bij dien dienst bij het ma
ken van onkosten op bezuiniging aan te
dringen. De voorz. acht zulks voor het ge
meentebestuur van Oostkapelle overbodig,
wijl men daar wars is van alle onnoodige
uitgaven. De begrooting wordt goedge
keurd.
De gemeenterekening over 1931 wordt
goedgekeurd.
Zondagssluiting der caf é's.
Hierna stelt de voorz. aan de orde het
adres van den raad der Geref. Kerk in
zake algeheele cafésluiting op den Zondag
in deze gemeente. Het adres wordt door
den voorz. voorgelezen, benevens een ad-
haesiebetuiging met dit adres van de
A.R. Kiesvereen.
Nog leest de voorz. een ingekomen
schrijven voor van den caféhouder dhr A.
Westdorp, waarin deze wijst op zijn reeds
26 jaar in exploitatie zijnd café, in welk
tijdperk nog nimmer de rust op den Zon
dag werd verstoord, zoodat geen redenen
aanwezig kunnen zijn om Zondagssluiting
voor café's in te voeren en hem den nek
slag toe te brengen. Dringend doet hij
een beroep op den Raad om de belangen
van alle gemeentenaren voor te staan en
verzoekt bestendiging van den tegenwoor-
digen toestand.
Weth. Goedbloed zegt dankbaar te zijn
voor alle medewerking in de vorige raads
vergadering, toen hij om uitstel van be
handeling van dit adres heeft gevraagd.
Na nader onderzoek is hij1 tot de over
tuiging gekomen, dat, wijl wel 95 pet.
der bevolking zich Christelijk noemt, hij
zijn stem vóór het adres moet uitbrengen.
Hij doet tevens een beroep op de Chr.
Hist, fractie en verwacht van haar dat
zij eveneens eenparig vóór het adres zal
stemmen.
Dhr Allaart zegt, dat ook hij intus-
schen zijn oor te luisteren heeft gelegd en
zag ook o.a. uit het raadsverslag van St.
Laurens, dat de A.-R. raadsleden aldaar
er anders over oordeelen dan de A.-R.
leden hier. Hij acht het in de bestaande
omstandigheden overbodig thans in te
grijpen en kan het adres onmogelijk steu
nen.
Dhr Boegen zegt het betoog van weth.
Goedbloed niet te hegrijpen. Hoe kan deze
thans aannemen, dat de Chr. Hist, fractie
nu vóór het adres zal zijn? Spr. zegt
vierkant tegenover het adres te staan, om
dat geen bewijzen zijn aangevoerd en aan
te voeren zijn waaruit zou blijken, dat
rustverstoring op den Zondag plaats had.
«T\\£ BAND
FE U I L L E T O N
door
EMMA JANE WORBOLSE,
(Vrij naar het Engelsch.)
3) _0_
Toen ze eenige oogenblikken bleef zwij-
2®j*> hervatte hij op veel bescheidener toon
„Wel, het is nutteloos, om over dat punt
te redetwisten. Jongens en meisjes kosten
allebei veel, dat valt niet te ontkennen,
en daar ik een gezin heb en jij niet, kan
ik het toch waarschijnlijk wel het beste
beoordeelen. Het komt echter hier op neer
als er eens iets mocht gebeuren, dan zou
Frank wel op de een of andere manier
Ti eTen levensonderhoud voorzien.
Als de wilde haren er maar eenmaal uit
zijn, zal er nog veel goeds van hem te
recht komen, maar de meisjes hebben
niets dan het geld van haar moeder, en
wat is dat, als het onder vijven verdeeld
moet worden, onder zes, bedoel ik; ik
vergeet de aanspraken van de jonggebo
rene."
„Ze trouwen misschien wel, een, paar
toch zeker."
„Dat staat nog te bezien. Met haar al
len kunnen ze zich nog niet op zooveel
schoonheid beroemen, als soms aan een
enkel meisje ten deel valt. Ze zijn niet
buitengewoon ontwikkeld, en ze zullen
niet veel geld hebben, misschien wel
heelemaal niets als we voort blijven
gaan op den weg, waarop we ons nu be
vinden, dat het inkomen steeds minder
wordt, terwijl de uitgaven steeds vermeer
deren. Hoe is het met Louisa?"
„Je had die vraag wel eens wat eerder
kunnen stellen, Frank", zei juffrouw Ca-
risbroke op verwijtenden toon. „We ma
ken ons nog al bezorgd over haar."
„Bezorgd! Maar ik hoop toch, dat al
les in orde isl" zei de predikant, oprij
zend.
Men kon hem allesbehalve een liefheb
bend echtgenoot noemen, daar hij een
zoogenaamd verstandshuwelijk had ge
sloten, waarbij de liefde geheel buiten
kwestie was gebleven, maar hij was toch
niet geheel en al harteloos en hij koes
terde een milde genegenheid voor de moe
der van zijn zeven kinderen en hoopte van
ganscher harte, dat ze zich niet ernstig
in gevaar bevond.
Juffrouw Carisbroke kon hem geen erg
bemoedigende inlichtingen geven, ze wist
alleen, dat de dokter en zuster een zeer
ernstig gezicht trokken en dat ze zelf bui
ten de kamer was gezet.
„Ik ga onmiddellijk naar haar toe", zei
de echtgenoot, nu werkelijk ongerust.
„Neen, dat moet je niet doen, ze wordt
zoo rustig mogelijk gehouden. Als baby
begint te schreien, wordt ze naar een an
dere kamer gebracht."
„En heeft ze al'geschreid?"
„Ze geeft geen geluid. Ze is zoo levend
als je maar wenschen kunt, maar ze ligt
zoo stil en rustig als een pop."
„Ik hoop toch niet, dat ze stom is?"
„Dat hoop ik ook niet. Maar maak je
maar niet ongerust. Ik denk, dat ze straks
haar schade wel zal inhalen. We zullen
nog gelegenheid te over krijgen, om de
kracht van haar longen te bewonderen,
daar twijfel ik geen oogenblik aan. Als
ze eenmaal beginnen, dan schreeuwen ze
dag en nacht door."
„Ik hoop, dat we daarvoor bewaard
worden, zeide dominee Carisbroke. „Maar
in ernst, Jane, ik ben zeer ontsteld over
de slechte berichten, die je me brengt over
Louisa. Ik moet eens even nadere bijzon
derheden gaan vragen.
En de preek had dien dag geen kans
meer en ook niet in de dagen, dié
volgden; want voor er veel uren voorbij
waren gegaan, had de hulpprediker op
dracht ontvangen zich klaar te houden
om den dominee zoowel in den ochtend
als in den avonddienst te vervangen, den
volgenden Zondag. De toch al onwelkome
baby was dubbel en driedubbel onwel
kom, toen bleek, dat ze het leven van baar
moeder ernstig in gevaar bracht.
Dominee Carisbroke had in zijn jongen
tijd het predikambt gekozen, niet, omdat
hij meende, dat het zijn roeping was, maar
omdat de omstandigheden er toe leidden.
De soldatenrok trok hem als jong student
meer aan. Maar omdat men nu eenmaal
relaties moet hebben om met succes den
militaire loopbaan te volgen en de jonge
Carisbroke deze niet bezat, althans niet
in militairen kring, had hij die gedachte
moeten prijsgeven en men had den kansel
voor hem gekozen. Diensvolgens was hij
in de theologie gaan studeeren, en toen
zijn tijd eenmaal daar was, had hij zon
der er veel over na te denken, zijn gelofte
gedaan en de verklaring afgelegd, dat hij
zich „door den Heiligen Geest geroepen
voelde". En weer eenigen tijd later was hij
door den bisschop in het herderlijk ambt
gewijd.
Francis Carisbroke was er stellig niet
de man naar om zich zijn waardigheid te
schande te maken; integendeel, uit een
wereldsch oogpunt was hij iemand, die
een sieraad mocht heeten van zijn beroep.
Geruimen tijd ging hij nog gebukt onder
studentenschulden wat in dien tijd
geen schande was; maar hij gaf veel les
sen, als hulpprediker werd hem vergund
in de pastorie verblijf te houden, ver
schillende voorrechten vielen hem ten
deel, die de meeste hulppredikers hem
benijden zouden. Tenslotte bevrijdde een
welkom legaat hem van zijn schulden, of
schoon en dit mocht hem tot eer strek
ken, toen iedere vordering voldaan was,
er niets overbleef. Zijn natuurlijke be
gaafdheden waren boven het middelma
tige en hij zou stellig een figuur zijn ge
worden, die van zich deed spreken, wan
neer hij niet tevens gemakzuchtig van
aard was geweest en te weinig ijverzuch
tig om zich op te werken en van de me
nigvuldige kansen, die zich voordeden om
vooruit te komen, g- bruik te maken.
Des ondanks was hij niet onfortuinlijk,
het schijnt, dat sommige menschen het
geluk in den schoot valt, onverschillig of
ze er moeite voor doen of niet.
Hoe het ook zij, het duurde niet lang
of tot zijn eigen groote verrassing werd
hem zonder verderen overgang het rijke
Perry wood als standplaats aangeboden.
Hoe dat eigenlijk in zijn werk is ge
gaan, heeft hij zelf nimmer kunnen ver
klaren, Hij had niets gedaan om hem de
zen voorsprong te geven op zijn mede
broeders, en het meest waarschijnlijke is,
dat den landheer, die het vette baantje
had te vergeven, weinig gelegen was aan
de zaak en dat hij den eersten den bes
ten had uitgekozen, die door voorkomen
en optreden in zijn smaak gevallen was.
(Wordt vervolgd.)