DEZEEDW
king.
i;
TWEEDE BLAD.
GIJ DWAAS
ND,
Provinciale Staten van Zeeland.
ULI
oter (boe-
vanaf 1
sr verkoo-
rken.
tting voor
velwet en
de volgen-
zitdao en
betaling
VOORT I
.AND:
Lokaal
'rins van
ige Ge-
herberg
Calé
Idinge
mits
irtsdijk
oley
Café
"dinck
mdijke
)ste
e Café
Kloet
ngen
Lorenbeurs
Café
jeurs
orp Café
Dries
iorp Café
Modder-
enhoek
Veraonk
nszand
loonderd
trends-
Café
oeve
kenskerke
LJiterhoeve
nd Café
inde Café
Louws.
mtsdijk
van
egen Café
uchte
en Café
:e
tbtskerke
ie Punder
Café
mus
nde Café
•beek
enpolder
erdonk
Ge-
e-herberg
1EN:
Lokaal
.kerke
derlokaal
e Consis-
imer H.K.
Café
kn
enpolder
Duvekot
pelle
Goeman
kerke
derlokaal
kerke
derlokaal
urg Café
apelle
Tramzicht
lburg Café
acht
kerke
Schrijnen-
kerke
Vilhelmina
kerke
derlokaal
ande
Gabriëlse
urens Café
.endaal
luiden
Leenhouts
i St.-Joosl.
De Roode
v
irg Café
zicht
sm Café
lorp
agtekerke—
23 H.A. (8
perceelen.
is J. TERP-
VAN
WOENSDAG 20 JULI 1932, Nr 245.
(Vervolg zitting van Dinsdagmorgen.)
Dhr Adriaaanse waarschuwt tegen
vergelijkingen met andere maatschappij
en. De Zeeuwsch-Vlaamsche tramweg
maatschappij b.v. had altijd mooie win
sten, alleen het laatste jaar een verlies.
De Walchersche tramweg-maatschappij is
een tering-patiënte.
Dhr O n d e r d ij k zet nogeens de bedoe
ling van zijn voorstel uiteen: bijdragen in
het tekort voor 1931, maar maatregelen
voor de toekomst.
Dhr Van 'tHoff wil het geval op
zichzelf beschouwen en daaraan geen con
sequenties voor andere maatschappijen
verbinden. Spr. voelt het meest voor een
combinatie van de beide voorstellen (een
vast bedrag mèt voorwaarden).
Dhr D i e 1 e m a n herhaalt, dat de tram
niet in stand wordt gehouden door het
verstrekken van subsidie. Dat hangt af
van andere factoren.
Wij gooien het geld weg, zonder dat het
algemeen belang wordt gediend of de tram
in stand gehouden. Wij steunen een par
ticulier belang.
Dhr Heyboer (Stk. Geref.) wijst er
op, dat deze tram ook op Zondag rijdt.
Zij overtreedt dus Gods gebod. Daarom
zal spr. tegen subsidie stemmen.
Dhr Kodde voelt weinig voor subsi
die-verleening. We moeten voorzichtig
zijn. Er zijn nog meer trammaatschappij
en, die in moeilijkheden verkeeren. Een
loonende exploitatie was wellicht bij de
Walcheren mogelijk, als er minder werd
afgeschreven. Het is best mogelijk, dat in
de toekomst door rationalisatie of reor
ganisatie een sluitende exploitatie zal zijn
teverkrijgen. In ieder geval zou Spr.
"êTemmen tegen subsidie, als op Zondag
werd gereden.
Dhr O n d e r d ij k zou tegen subsidie
stemmen, als op Zondag niet werd gere
den. Spr. wijzigt zijn voorstel zóó, dat een
subsidie wordt verleend van f 5000 met
de reeds genoemde voorwaarden.
Dhr v. d. Putte ontraadt nogmaals
toekenning van subsidie.
Dhr M o e 1 k e r eveneens, gezien de te
verwachten verzoeken van andere maat
schappijen.
Dhr 0 n d e r d ij k wil het financieele
bezwaar niet zoo zwaar nemen. Straks
stemmen we voor een voorstel dat zes ton
kost. Het trammetje VlakeHansweert
kost f 15.000 per jaar I
Het voorstel-Adriaanse (f 5000 zonder
voorwaarden) wordt verworpen met 36
tegen 5, stemmen.
(Vóór dhrn Van Dalsum, Adriaanse,
Paap, De Ridder en Van 't Hoff).
Het voorstol-Onderdjjk (f 5000 met
voorwaarden) wordt verworpen met 26 te
gen 15 st., (vóór dhrn Van Dalsum, Adri
aanse, Paap, Kalle, de Baare, Onderdijk,
Bosselaar, Schippers, Hamelink, De Rid
der, C--irhoff, de Pauw, Catshoek, Van
't Hoff en Den Boer).
Middagvergadering.
Nadat, van 1 uur tot kwart over twee
was gepauzeerd, werd overgegaan tot de
ben v jming van het lid der Staten bedoeld
br i-nf. po der Prov. wet.
Uitgebracht waren 40 stemmen (dhr
Adriaanse kwam I 'm ter vergadering),
sl De uitslag was: dhr Kodde 18 st., Voge-
-J375 laar 8 st., Boender 1 st., Erasmus 6 st.,
,v- blanco 7 st.
Gekozen dhr Kodde, die de benoeming
aannam.
Garantie ten behoeve der Gewes
telijke Tarwe-organisatie.
In alle afdeelingen werd dit voorstel
L aan een beschouwing onderworpen.
O.a. werd opgemerkt, dat, nu de Re
geering de Tarwewet heeft geschonken,
zij ook maar voor de garantie c.q. be
taling moet zorgen. Men meende, dat tal
van rijke boeren van den steun profitee-
ren, voor wie steunverleening niet nood
zakelijk is. Men achtte richtige uitvoe-
F E UILL ETON
Vrij naar het Engelsch.
van JOHN JOY BELL.
92).
„Ik kan de waarheid niet langer ver
bergen, Elsie. Ik ben hopeloos geruïneerd.
Je kunt misschien wel raden
„Probeer maar niet het me te vertellen,
liefste tantetje. Ik geloof, dat ik het wel
weet. „Het spijt me zoo. Lieve tante, kan
ik u niet helpen? Ik heb bijna twintig dui
zend gulden op
„Neen kind, laat me spreken. Niemand
kan me helpen. Ik ik heb minstens het
tienvoudige noodig om me voor de schan
de te bewaren. Wie zou me dat willen
leenen? Ik wou, dat God me maar weg
nam, Elsie, o, dat wou ik".
„O, zeg toch niet zulke dingen, tante",
zei het meisje verschrikt. „Hoe het ook
loopt, we hebben toch in ieder geval ge
noeg om van te leven. Ik weet zeker, dat
ik dat wel voor elkaar kan brengen, zelfs
al ben ik in de toekomst niet meer zoo ge
lukkig als tot nog toe.
„Neen, neen!" Lady Mac Donald aar
zelde. „Ik kan de schande niet dragen. Ik
zit verschrikkelijk in de schuld, hoever
ring der wet ook een voordeel voor den
landarbeider. Uitvoerig werd de tewerk
stelling van buitenlandsche arbeiders be
sproken, maar ook werd er op gewezen,
dat als Nederlandsche arbeiders met steun
der Nederlandsche regeering over de
grens inkoopen gaan doen, daarvoor nie
mand eenige voorziening vraagt of eischt.
Gevraagd werd te onderzoeken, hoeveel
buitenlanders hier werkzaamheden ver
richten en zoo mogelijk eveneens hoeveel
Nederlanders in het buitenland werkzaam
zijn. Als een typeerend staaltje hoe noo
dig de garantie is, wees een lid op een
landbouwer, die noodzakelijk werkzaam
heden moest doen verrichten en daarvoor
eenige arbeiders in dienst moest nemen,
doch zulks niet kon doen wegens gebrek
aan geld.
Van de zijde van Ged. Staten luidde het
antwoord, dat de provincie geen risico
zal loopen, althans menschelijkerwijze
gesproken. De volle garantie is door de
hoeveelheid tarwe gedekt.
Naar aanleiding van de beweringen, dat
de kosten der Tarwewet ten laste komen
van de armsten en de baten ten gunste
der rijksten, gaven Ged. Staten in de af-
deelingen een korte uiteenzetting van de
werking der Tarwewet.
Ged. Staten deelen in hun antwoord op
het algemeen verslag mede, dat naar hun
van bevoegde zijde is medegedeeld,
de Gewestelijke Tarwe-organisatie van
den Minister de machtiging heeft ge
kregen om leden-aangeslotenen, die bui
tenlandsche arbeiders in dienst hebben,
uit te sluiten, waarbij er evenwel gelet
dient te worden op het aantal vreemde
arbeiders, dat vroeger bij deze werk
gevers in dienst was.
Nog leggen zij adressen over van de
Kamers van Koophandel te Middelburg
en te Terneuzen, die tegen het voorstel
geen bezwaar hebben, mits er voor worde
zorg gedragen, dat te dezer zake de han
del niet in slechter conditie komt dan
tot heden het geval was.
Dhr Kalle (R.K.) is vóór het voorstel,
maar hoopt, dat de tarwesteun aan het
g e h e e 1 e bedrijf ten goede komt en niet
aan de patroons alleen. Spr. behandelt
ook het te werkstellen van buitenlandsche
arbeiders. Het is daarmee in Zeeuwsch-
Vlaanderen treurig gesteld. Sommige ge
meenten weten niet, hoe de werkloozen
aan steun te helpen, terwijl de buiten
landsche arbeiders komen werken. Spr.
wil bepaald zien, dat alleen buitenland
sche arbeiders te werk mogen worden ge
steld, als de arbeidsbeurs niet kan voor
zien in de behoeften aan Nederlandsche
arbeiders. In het buitenland tracht men
op slinksche wijze de Nederlandsche
werkkrachten te weren.
De voorzitter verzoekt de uitdruk
king „op slinksche wijze" terug te nemen.
Dhr Kalle voldoet hieraan. Het is
Spr. bekend, dat alleen in 4© industrie-
streek NeuzenSas van Gent f 40.000 per
week aan loon aan buitenlandsche arbei
ders wordt betaald. Voor den landbouw
geldt wel hetzelfde bedrag. Spr. noemt
dit in-treurig. Een uitspraak van deze
vergadering hierover acht Spr. noodig.
Dhr Vogelaar (A.R.) dankt, mede
namens de landbouw-organisaties, Ged.
Staten voor dit voorstel. De oogst 1930
en 1931 is afgenomen. Maar voor 1932
dreigden eenige moeilijkheden. Het was
de bedoeling der tarwe-centrale den han
del zooveel mogelijk in te schakelen. Maar
de oogst 1932 zal ongeveer tweemaal zoo
veel zijn als de vorige. Graag wilde men
de boeren zooveel mogelijk in de gelegen
heid stellen hun tarwe af te dorschen en
af te leveren wanneer zij dat wilden.
Daartoe was crediet noodig en het ver
blijdt Spr., dat de provincie voor 1 mil
joen garant wilde zijn. Het is hier in de
eerste plaats een moreele steun.
Dhr de Feyter (G. H.) dankt ook
Ged. Staten voor hun voorstel. De land
bouw heeft gebrek aan bedrijfskapitaal.
Daarom heerscht er ook groote werkloos
heid in den landbouw.
Rijke boeren moet men met een lan
taarntje zoeken. Velen zijn hun kapitaal
kwijt.
Waar het voorstel geen geld kost, hoopt
Spr., dat het zal worden aangenomen.
Met den heer Kalle is Spr. het tot op
zeker punt eens. Eigen menschen moeten
voorgaan. Maar er zijn landbouwers aan
de grens, die altijd Belgische arbeiders in
dienst hadden. Het is moeilijk voor dezen
weet ik zelf niet precies. Het maakt me
ziek
„Tante, o tantetje!"
„En ik deed het allemaal voor jou". De
vrouw huiverde, toen ze deze vreeselijke
onwaarheid uitsprak. Ze voelde, hoe de
hand van het meisje de hare losliet, maar
geen woord kwam Elsie over de lippen.
„Ik wilde je een fortuin nalaten, Elsie".
Nog bleef het meisje zwijgen.
„God vergeve me!" mompelde lady Mac
Donald en liet haar grijze hoofd op de
leuning der sofa rusten.
Het duurde haar lang voor Elsie sprak.
„Dan ben ik het dus, die al die zorg
over u gebracht heb", zei ze dof, „u, die
zoo goed voor me is geweest." Ik ben het,
die u geruïneerd heb. U deed het alles
voor mij. 0, kon ik maar huilen!"
„Neen, neen, kind! Ik wilde, dat ik het
je niet verteld had."
„Het moest immers toch eens uitkomen.
Hoe verschrikkelijk. Vergeef me, dat ik
niet meer medegevoel toon. Ik geloof, dat
ik verdoofd ben. Later zal ik u zeggen, hoe
het mij spijt, lieve tante". Ze raakte even
de plompe schouders aan. „Zoudt u van
middag maar niet wat gaan liggen? U is
gewoon uitgeput. Kan ik misschien iets
voor u doen? Als u gerust hebt, kunnen
we er misschien nog wel eens over spre
ken. Natuurlijk kan er raad geschaft. Kom
laat ik u naar uw kamer brengen. U ver-
om ze te ontslaan. Maar wat de anderen
betreft, hoopt Spr., dat ze Nederlandsche
arbeiders in dienst zullen nemen.
Dhr H a m e 1 i n k is niet zoo tevreden
over Ged. Staten, die op het eerste sein
van de tarwe-organisatie een voorstel ont
wierpen.
De Tarwewet heeft dit gebrek, dat ze
steun verleent ook aan menschen, die het
niet noodig hebben. Daarom heeft de S. D.
A. P. er tegen gestemd.
Het is niet de vraag, of de rijke boeren
in het donker of in het licht zitten, maar
hoeveel zijn er. Als een arbeider steun be
hoeft wordt er heel anders te werk ge
gaan.
Volgens Spr. is het de eerste taak der
regeering om hier te helpen. Maar de
landbouw-organisaties zijn direct naar de
provincie gegaan, wel wetende, dat Prov.
Staten, waarin de landbouwvrienden de
meerderheid hebben, dit wel goed zouden
vinden. Daartegenover staat, dat vorig
jaar een voorstel tot subsidieering van
werkverschaffing werd verworpen.
De provincie is nu garant voor de derde
hypotheek. Als alles goed gaat (als alles
wordt afgenomen), dreigt er geen gevaar,
maar het kan ook anders loopen.
Om de boeren en boertjes, die werkelijk
in den nood zitten, te helpen, zal de soc.
dem. fractie voorstemmen.
Inzake de buitenlandsche arbeiders is
Spr. het met den heer Kalle eens. Is Spr.
echter goed ingelicht, dan is de regeering
in dezen reeds actief en zal zij een rege
ling treffen.
Dhr M o e 1 k e r (V. B.) juicht het voor
stel toe, dat den landbouw in zijn geheel
wil helpen. Inzake de buitenlandsche ar
beiders is Spr. het met den heer Kalle
eeng. Spr. hoopt, dat de Zeeuwsch-Vlaam
sche boeren zich hierover zullen schamen.
Dhr de Mi 11 iano spreekt in gelijken
geest. In West Zeeuwsch-Vaanderen wor
den alleen Belgische arbeiders genomen,
als er geen Nederlandsche zijn. Spr. voor
ziet b.v., dat in den a.s. herfst geen ar
beiders genoeg zullen zijn om de aardap
pelen te rooien. Er wordt wel eens den
schijn gewekt, dat de Tarwewet een goud
bron is, die is aangeboord. Spr. berekent
echter, dat, dank zij de Tarwewet, de
doorsnee-opbrengst per H.A. tarwe be
draagt f 287.50 en zonder de Tarwewet
f 126.50.
Spr. betoogt, naar aanleiding van een
advertentie, waarin een boer geld vraagt
i 8 pet. om zijn pacht te betalen, dat de
landbouwers groote behoefte hebben aan
bedrijfskapitaal.
Dhr G o o s s e n s (R. K.) zal voor het
voorstel stemmen, omdat ook vele kleine
boertjes, die het noodig hebben, zullen
worden geholpen.
Ook Spr. behandelt het te werk stellen
van buitenlandsche arbeiders in Z.-Vlaan-
deren. Per 1 Jan. 1932 waren laar 1500
Belgische arbeiders werkzaam.
Spr. komt er vooral tegen op, dat de
groepjes Belgische arbeiders over de grens
komen om het brood uit den mond der
Zeeuwsche arbeiders te nemen.
Ook de middenstand lijdt er onder. Ter
wijl Hollandsche werknemers, die zich in
België willen vestigen, aan tal van voor
schriften moeten voldoen. Ook Frankrijk
zet de buitenlandsche arbeiders in grooten
getale over de grenzen. Spr. zal een motie
achterwege laten, maar vertrouwt, dat de
Gewestelijke tarwe-organisatie in dezen
van haar bevoegdheid gebruik zal maken.
Dhr d e J o n g e (G. H.) heeft gelezen,
dat in Rotterdam voorraden tarwe zullen
worden opgeslagen. Spr. meent, dat dit
ook in Zeeland kan geschieden en ver
zoekt Ged. Staten hieraan aandacht te
schenken.
Dhr de Mi 11 i ano zegt, dat de rege
ling te Rotterdam al lang geleden getrof
fen is. Het zou verkeerd zijn, de jonge
tarwe in niet bij uitstek geschikte plaatsen
op te slaan. Daaraan moet extra zorg be
steed worden.
Dhr D i e 1 e m a n (Ged. St.) dankt voor
den steun aan het voorstel van Ged. Sta
ten verleend. Het College van Ged. Staten
is wel vriend van den landman, maar
niet agrarisch. Er moest een kanonschot
worden gelost, eer het College te hulp
kwam.
De steun is geen derde hypotheek, maar
is aan alle kanten volledig gedekt. Ook de
landarbeider wordt door de Tarwewet ge
baat.
wacht toch niemand meer vandaag?"
Lady Mac Donald stond op en hield zich
vast aan de jonge arm. Ze zag er ziek ge
noeg uit om naar bed te gaan.
„Mijnheer Barker komt tegen een uur
of vier", zei ze zwak. „Ik denk, dat hij je
goeden dag wil zeggen. Maar je gaat uit,
tenzij je je plannen gewijzigd hebt".
„Ik moet mijnheer Blyth vanmiddag
noodzakelijk spreken". Ze aarzelde even
voor ze vroeg: „Weet mijnheer Barker iets
van uw1 moeilijkheden, tante?"
„Hoe zou hij? Ik heb geen recht mijn
heer Barker met mijn zaken lastig te val
len".
„U heeft hem veel vriendelijkheid be
toond. Hij zou u raad kunnen geven. Ik
ken niemand anders, die er verstand van
heeft, anders zou ik mijnheer Barker niet
genoemd hebben".
„Het is waar", zei de vrouw, terwijl
haar stem een vasteren klank kreeg, „dat
hij me zou kunnen wijzen, hoe ik mijn
geld terug kan winnen, als hij wilde. Maar
hij stelt geen belang in mijVoor jou
zou hij alles doen. 0, vergeef me, kleine
Elsie, maar ik ben wanhopig".
„We zijn allebei wanhopig", zei Elsie
en liet het hoofd zakken. „To denken, dat
u dat allemaal voor mij deed!"
Een oogenblik werd de stilte in de ka
mer slechts verbroken door het gekwetter
van de musschen op de daklijst. Het ge-
De kwestie van de buitenlandsche ar-
beiders behoort bij het Rijk. Alleen zijn nu
de gewestelijke tarwe-organisaties ge
machtigd de boeren, die te veel buiten
landsche arbeiders in dienst nemen, van
den steun uit te sluiten. De Nederlandsche
arbeider mag niet achteruit gezet worden
bij den buitenlandschen.
Wat de opslagplaatsen betreft, zegt
Spr., dat de tarwe, waarop deze garantie
betrekking heeft, in Zeeland zal worden
opgeslagen. Alle opslagruimte in Zeeland
zal worden benut.
Dhr Kalle wijst nogmaals op de el
lende, die onder de Zeeuwsch-Vlaamsche
arbeiders wordt geleden. Spr. komt er te
gen op, dat hierover niet zou mogen wor
den gesproken in deze vergadering.
Dhr D i e 1 e m a n heeft dit niet be
weerd. Maar alleen het Rijk kan maat
regelen nemen.
Het voorstel wordt z. h. st. aangenomen.
Verbetering Steiger Walzoorden,
In verband met het voorstel tot verbete
ring van den steiger te Walzoorden stelde
een lid in een afdeeling de vraag of de
verbetering niet minder kostbaar kan
worden gemaakt, waarop het antwoord
luidde, dat eerst onderzocht zal worden
welke eischen de nieuwe boot stelt. In een
andere afdeeling achtte een lid het voor
stel ontijdig, doch van de zijde van Ged
Staten ontraadde men aanhouding, want
als de noodzakelijkheid blijkt, kunnen
dan onmiddellijk voorbereidende maat
regelen getroffen worden. Mocht blijken,
dat de gedachte verbeteringen niet noo
dig zijn, dan zal ook niet tot uitvoering
van het besluit worden overgegaan.
Z.h.st. aangenomen.
Subsidie veer StavenisseZijpe
Anna Jacobapolder.
Het voorstel tot intrekking van het sub
sidie aan de Rotterdamsche Tramweg
maatschappij voor een stoombootdienst
tusschen Stavenisse en Zijpe—Anna-
Jacobapolder, gaf aanleiding in de afdee-
lingen er op te wijzen, dat het veer nog
al beteekenis heeft voor het vervoer van
tuinbouwproducten en dat het eiland
Tholen bij andere deelen der Provincie
wordt achter gesteld.
Gevraagd werd of intrekking van het
subsidie vermindering van het aantal
-vaarten op het veer 'ZijpeAnna-Jacoba
zal ten gevolge hebben.
Yan de zijde van Ged. Staten werd
dit ontkend en gezegd, dat elke passa
gier op den dienst van Stavenisse onge
veer f 1.50 aan de provincie kost, dat het
intrekken van het subsidie een bedrag
van f 4000 aan de provincie bespaart, dat
het aantal vervoerde passagiers steeds
afneemt, dat de landbouwproducten het
meest naar de veiling te Oud-Beijerland
gaan, dat er op Tholen geen glasculturen
zijn en dat het vervoer van tuinbouwpro
ducten wel over een andere lijn kan ge
schieden, zonder dat de tuinbouw daar
door noemenswaard wordt gedupeerd.
In hun antwoord op het algemeen ver
slag leggen Ged. Staten nog cijfers over,
waaruit blijkt hoeveel het vracht- en vee-
vervoer over de lijn sedert 1923 jaarlijks
heeft bedragen. Het wil hen voorkomen,
dat, al valt een, overigens begrijpelijke
stijging, niet te miskennen, de toeneming
van het vervoer, in het bijzonder van
Stavenisse, niet zoodanig is, dat daardoor
bestendiging van het tot dusverre ver
leende subsidie gerechtvaardigd zou zijn.
De voorzitter zegt, dat Ged. Staten dit
voorstel tijdelijk terugnemen en er op te
rug zullen komen bij de begrooting 1933.
Werken op het terrein van de
aanlegplaats te Vlissingen.
Naar aanleiding van een opmerking in
verband met het voorstel tot uitvoering
van werken op het terrein bij de aanleg
plaats van den Provincialen stoomboot-
dienst op de Westerschelde te Vlissingen
of het niet mogelijk Is in het vervolg
direct te rekenen op alles, wat zal moe
ten geschieden, antwoordde een lid van
Ged. Staten, dat men voor het uitvoeren
der werken vergunning moest vragen aan
Waterstaat en aan de N.S., welke vergun
ningen wat lang op zich hebben laten
wachten.
Z.h.st. aangenomen.
Exploitatie Provinciale Stoom-
bootdientsen.
Het voorstel tot intrekking van het be-
luid van een naderend rijtuig deed het
meisje opschrikken.
„Wilt u mijnheer Barker zeggen, tan
tetje, dat ik, als hij me goedendag wü zeg
gen, vanavond thuis zal zijn?"
Lady Mac Donald greep zich vast aan
de rand van de tafel.
„Wil je, dat ik hem dat zeg?"
„Dat maar niets meer. En nu moet
u gaan liggen, al is het maar voor een
half uur".
Er was iets in de houding van het
meisje, dat vragen verbood. Lady Mac
Donald liet zich naar haar kamer leiden,
waar Elsie bij haar bleef, tot ze op bed
lag, toen haar voorhoofd met Eau de Co
logne bette en eindelijk nog de gordijnen
sloot, hoewel de jalouzieën al neergelaten
waren.
Zilte tranen begonnen over de wangen
van de oude vrouw te rollen, een snik ont
snapte haar keel.
Elsie wendde zich om bij de deur, ging
haastig terug naar het bed en kuste de
natte wang.
„Arme moeder", fluisterde ze en ver
liet de kamer.
Lady Mac Donald ontving Barker in de
bibliotheek. De gordijnen waren neergela
ten om de felle zon buiten te houden.
„U ziet er niet zoo goed uit", zei hij,
terwijl hij haar een hand gaf.
sluit van 13 December j.l. tot het be
schikbaar stellen van een crediet van
f 140.000 voor de verbouwing van het
s.s. Zeeuwsch-Vlaanderen, het verleenen
van credieten van f350.000 en f175.000
voor den bouw van twee motorbooten
voor de Westerschelde en een voor de
Oosterschelde en nog een crediet van
f 35.100 voor voorzieningen aan het haven
kanaal en de zwaaiplaats te Zierikzee,
heeft wel tot vrij veel discussie in de
afdeelingen aanleiding gegeven, maar ten
slotte vereenigden toch alle leden zich
met het voorstel.
Bij bedoelde discussies kwam o.a. ver
wondering naar voren over het veran
derde inzicht van Ged. Staten. Sommige
leden begrepen niet hoe de lijn Neuzen
Vlissingen nu ineens winst zal kunnen
opleveren.
Sommige leden verwachtten van de
plannen opheffing in de toekomst van de
lijn; anderen waren minder pessimistisch.
Velen verdedigden het behoud van de
lijn als veel beter dan het inleggen van
sneltrammen bij de Z.-Vl. tram, doch ook
werden stemmen gehoord die in de toe
komst drie verbindingen over de Wester
schelde voldoende achtten. Klachten wer
den geuit over de dienstregeling zooals
die sedert 22 Mei geldt; men meende dat
de eerste boot te laat uit Neuzen en de
laatste boot te vroeg uit Vlissingen ver
trekt, en dat o.a. door intrekking der z.g.
kostgelden de positie, vooral voor de
laagstbezoldigden van het personeel, ver
minderd is. Anderen achtten de „Schou
wen" niet het juiste schip om de proef
te doen slagen. Een lid is huiverig zulk
een groot bedrag te voteeren, een ander
meent, dat de motorschepen nog al vaak
uit de vaart zijn voor reparatie en vraagt
of deze schepen wel beantwoorden aan
de verwachting. Nog werd verhooging der
tarieven naar voren gebracht en werd
gewezen op de wenschelijkheid om de
te bouwen booten, zoo eenigszins moge
lijk te gunnen aan de Zeeuwsche indu
strie; in twee afdeelingen meenden leden,
dat nu de tijd gekomen is om den dienst
op Zondag stil te leggen, nu de provincie
alleen de zeggenschap zal hebben.
In aïle afdeelingen verdedigden leden
van Ged. Staten hun voorstel. Het motief
van den Minister om de bijdrage in te
korten of deze lijn in te trekken, is dat
deze dienst alleen voor locaal verkeer is,
doch zij is van zeer groot belang als di
recte verbinding tusschen de grootste ge
meenten van Zeeuwsch-Vlaanderen en de
grootste gemeenten van Zeeland. Na een
jaar zullen de Staten tot de overtuiging
zijn gekomen, dat deze dienst niet gemist
kan worden. De Schouwen noemden Ged.
Staten een voor dat doel geschikte boot,
al zal het autoverkeer wel voornamelijk
over de andere lijnen gaan. Een andere
dienstregeling maakt, dat er meer perso
neel noodig is en de exploitatie niet uit zal
komen. Men is tot het nieuwe voorstel in
zake den bootbouw gekomen, omdat de
raming van f 230.000 thans tot f 175.000
kon worden teruggebracht. Er is geen
bedoeling den dienst te doen mislukken;
als hij zich bedruipt kan hij blijven be
staan. Alles zal gedaan worden om den
bouw der booten aan een Zeeuwsche
industrie te gunnen, maar het Rijk keurt
geen onderhandsche bestedingen goed.
Toch kon de „Prins Hendrik" op de
Schelde worden gebouwd, niettegenstaan
de deze maatschappij niet de laagste in-
schrijfster was.
De nieuwe motorschepen voldoen uit
stekend en beantwoorden aan de ver
wachtingen. Wel hebben eenige herstel
lingen plaats gehad, maar deze waren
niet noodig door constructie-fouten. De
exploitatie dezer schepen is niet goed
koop, met het gevolg, dat het vroegere
overschot op den dienst VlissingenBres-
kens is veranderd in een tekort.
Dhr de Pauw komt op tegen de po
gingen tot opheffing van den belangrijken
dienst VlissingenNeuzen. De stemmen
ten gunste van die opheffing zijn het eersi
gehoord uit West Zeeuwsch-Vlaanderen.
Daar meende men, dat het veer Bres-
kensVlissingen h t veer moest worden.
Volgens Spr. heeft men aangestuurd op
opheffing van den dienst Vlissingen
Neuzen door beperking van de dienstrege
ling. En nu wil men druk gaan uitoefe
nen door onvoldoend materiaal, een der
oudste booten, die men heeft. Van een be-
„Het voorjaar pakt me altijd aan",
antwoordde ze. „Maakt, dat ik me oud
gevoel, geloof ik. Hoe bevalt u het logee-
ren in het Savoy hotel?"
„Best. Het kost minder dan ik gedacht
had en je leert wel wat, als je de menschen
zoo eens kunt bestudeeren. Bovendien is
het me gebleken, dat de menschen, met
wie ik in Londen zaken doe, het liever
hebben. Het spijt me, dat ik uw raad niet
eerder opgevolgd heb, lady Mac Donald."
Ze glimlachte, ondanks haar leed. In
sommige opzichten was mijnheer Barker
nog zoo eenvoudig, bij kinderlijk af.
„Ik geloof, dat ik zelf ook het Savoye-
hotel zou prefereeren boven zoo'n geheel
onthouders-inrichting", zei ze. „Maar er
is iets, dat ik u moet vertellen", vervolg
de ze ernstig. „Vanmorgen kreeg ik een
brief van mijn neef John Clement, u
weet wel. Harry is thuis".
„O", zei Barker.
„Hij is eergisteren in Glasgow geko
men".
„Ja, gaat u verder, als 't u blieft".
„Dat is al, wat ik weet, behalve, dat hij
over een paar weken weer weggaat".
„Dan heeft hij dus nog niet veel uitge
werkt".
„Daar schrijft mijn neef niet over. Hij
zegt alleen, dat Harry binnenkort in Lan
den komt en me dan komt opzoeken".
(Wordt vervolgd).