Ingezonden Stukken. Het Vrouwenhoekje Dammen Wit geeft op. f 2.717.21 batig slot 1927, zoodat de werkelijke ontvangsten over 1929 bedra gen hebben f 82.092.37 Terwijl er aller lei factoren waren, die een lagere raming dan dit laatste bedrag gerechtvaardigd zouden hebben, heeft het Gasthuisbestuur gemeend, de Gemeente te'moeten voor spiegelen een ontvangst van f 16.284.85 meer dan de werkelijke ontvangst over 1929. De uitgaven werden geschat eveneens op f98.977.2214, zoodat de begrooting sluitend was. Eigenaardig is verder, dat begroot was voor uitgaven op de buitengewone dienst nihil, terwijl het nadeelig saldo buiten gewoon over 1929 reeds f 7373.75 bedroeg, een bedrag dat dan ook ten slotte parais- seert op de uitgavenpost op de rekening 1930. Deze rekening 1930 is nog steeds niet aangeboden aan het Gemeentebestuur terwijl zij op 27 Nov. 1931 door het Ve rificatiebureau werd geverifieerd. Het gemeentebestuur is daardoor slechts be kend met de totale hoofdstukcijfers. Het blijkt nu dat de inkomsten, geschat op ruim 98 duizend gulden, bedragen heb ben f 81.951.1214 en de uitgaven, geschat op hetzelfde bedrag, in werkelijkheid wa ren f 106.714.84. De gewone dienst 1930 sluit alzoo met een nadeelig saldo van f 24.763.7114. De ontvangsten buitengewoon, geschat op nihil, bedroegen f37.192.18, zonder dat het gemeentebestuur ook maar eenigszin9 bevroeden kan waar dit hooge bedrag vandaan komt. De uitgaven buitengewoon bedroegen het reeds genoemd bedrag van f7.373.75 nadeelig slot buitengewoon 1929 plus f906.01 aan groote herstelling, alzoo f 8.279.76. De buitengewone dienst sluit met een voordeelig slot van f37.192.18 f 8.279.73 f28.912.42. Begrooting 1931. De begrooting werd bij het gemeente bestuur ingediend op 10 Aug. 1931. De inkomsten werden daarbij geraamd op f 107.725.28/4, terwijl de werkelijke inkomsten in 1929 bedroegen f 82.692.37 >4 en in 1930 f81.951.1214. Wanneer men met deze twee feiten rekening houdt, in aanmerking neemt de algemeene slechte tijdsomstandigheden en de bijzondere Goessche (R.K. Ziekenhuis) dan geeft de raming 1931 toch wel blijk van een onge motiveerd optimisme bij het Gasthuisbe stuur. De uitgaven werden geschat op f 120.086.1914, zoodat het tekort geraamd werd op f 12.360.91. (In deze uitgaven raming is begrepen het tekort van f 14,423.5114 op den gewonen dienst '29.) Een correspondentie en gedachtenwis- seling tusschen het Gemeentebestuur en het bestuur van het Gasthuis leidde tol indiening op 20 November 1931 van een nieuwe begrooting. De uitgavenraming bleef daarbij ongewijzigd. De ontvangsten werden daarbij blijkens een begeleidend schrijven geraamd over eenkomstig het gemiddelde bedrag der jaren 1928 en 1929. Bij deze raming kwam het totaal der ontvangsten te staan op f90.642.2514 l) of f 17.083.03 minder dan de aanvankelijke raming. Het tekort steeg daardoor tot f29.443.94 en verschijnt op de begrooting als sluitpost in den vorm van „Bijdrage der gemeente G o e s". Werpt een en ander al een wonderlijk licht op de gestie van het Gasthuisbestuur, dit licht wordt nog schriller wanneer men de raming van de gewijzigde begrooting nagaat. Art. 39 dier begrooting luidt: Ontvang sten operatiekamer f 5341. Het gemiddel de over de jaren '28 en '29 bedraagt, zooals blijken kan uit de toelichting op de begrooting 1932, f 38631 Art. 43 der begrooting luidt: Ontvang sten Genees- en Verbandmiddelen f 2750. Het gemiddelde over '28 en '29 bedraagt echter 3 1857. Het totaal der ontvangstenraming (overeenkomstig den maatstaf door het Gasthuisbestuur zélf gesteld) moet dus verminderd worden met f 2371 en be hoort dus gesteld te worden op f 88.271.25 J4, zoodat dus het tekort stijgt tot f 31.814.94. Bovendien valt het op, dat post 48 ver meldt als Diversen f 2000, terwijl dit be drag op de begrooting 1932 geraamd wordt op f 1500. Voorts dat post 51 ver meldt als Diversen f 1000, terwijl dit be drag op de begrooting 1932 geraamd wordt op f200. Het is dus waarschijnlijk dat zelfs na de door ons hierboven aan gebrachte retouche de ontvangstenraming te geflatteerd is. Begrooting 1932. De begrooting 1932 vermeldt als nadee lig saldo 1930 Pro Memorie. Deze begroo ting werd ingediend op 12 Februari 1932. De verificatie van de rekening 1930 vond plaats 27 November 1931 en sloot met een nadeelig saldo op den gewonen dienst van f 24.73.71%. Het is dus onjuist om dezen post als Pro Memorie op de begrooting 1932 te vermelden. Ten slotte blijkt noch uit de begrooting 1931 noch uit die van 1932 iets van het voordeelig slot buitengewoon over 1930, groot f28.912.42. Op grond van het bovenstaan de meenen wij als ons oordeel te mogen uitspreken, dat het 1) Gezien de ontvangsten over 1929 en 1930 is dit reeds veel te hoog. Bovendien is in de ontvangsten over 1929 een voordeelig slot over 1927 begrepen van i 2717.21)4. gasthuisbestuur zich bij zijn beheer Inderdaad aan grove nalatigheid heeft schuldig ge maakt. Thans overgaande tot de vraag, wat er gebeuren moet, geven wij als ons oor deel te kennen: 1. dat een nauwkeurig onderzoek naar het financiëel beheer worde ingesteld over de periode 1929/1931. 2. dat behalve dit accountantsonder zoek, een onderzoek wenschelijk is door deskundigen betreffende de exploitatie van het ziekenhuis. Dit in verband met een bij ons postgevatte meening, dat de exploitatie allerminst efficient heeft plaats gevonden. Wij worden in deze meening versterkt door de tabel (voorkomende in het nummer van 6 Juni 1931 van het tijdschrift „Het Ziekenhuiswezen") be treffende de kosten per voedingsdag in 1930, waaruit blijkt, dat deze kosten voor het Gasthuis te Goes tot de allerhoogste be hoor en. Na afloop van deze onderzoe ken en in verband met de resultaten daarvan zal onder de oogen moeten wor den gezien welke oplossing aan het vraagstuk gegeven zal moeten worden. Naar onze meening kan n.l. de ge meente Goes niet volstaan met het aannemen van een afwijzende houding ten aanzien van het verzoek van het Gasthuisbestuur om de tekorten te dekken, doch zal het gemeentebestuur zich rekenschap moeten geven van de vraag, of het in het belang van de ge meente Goes is, dat de ziekenhuisafdee- ling van het gasthuis blijft voortbestaan. Indien zulks inderdaad het geval is, komt het voor, dat de oplossing dan moet wor den gezocht in de opheffing van het gast huis als instelling van weldadigheid en in de omzetting van het ziekenhuis in een gemeentelijke instelling en wel bij voorkeur in een intercommunale instel ling, omdat het voor zijn patiënten voor een groot deel op de omliggende gemeen ten is aangewezen. Het zou gewenscht zijn, indien een en ander in minnelijk overleg met het gasthuisbestuur zou kun nen worden geregeld. Wij zijn er vol komen van doordrongen, dat zulks niet eenvoudig zal zijn. Daarom verklaren wij ons gaarne bereid om bij dit overleg onze tusschenkomst te verleenen. In een bijlage wordt de brochure van den heer Joh. Pilaar, Voorzitter van het Gasthuisbestuur, bestreden. De heer Pilaar wil zonder meer de gemeente aansprakelijk doen zijn voor de tekorten en wij meenen zulks, aldus de vereen, van Ned. Gemeenten, te moe ten ontkennen. De burgerlijke instelling van weldadigheid is een rechtspersoon lijkheid bezittend lichaam, dat derhalve aansprakelijk is voor zijn eigen daden en de financiëele consequenties daarvan, voor zoover een ander zich niet mede aansprakelijk heeft gesteld voor die con sequenties. Uit den aard der zaak kan en zal in bepaalde gevallen de ge meente die aansprakelijkheid kun nen aanvaarden, doch een en ander hangt geheel af van de houding, welke dat lichaam in deze wenscht aan te nemen. Wanneer een rekening b.v. sluit met een nadeelig slot en deze rekening wordt goedgekeurd, dan wil dit nog niet zeggen, dat de gemeente voor dit na deelig slot zonder meer goed is. Het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam met al zijn bezittingen en inkom sten is eventueel voor dit nadeelig slot verantwoordelijk en bij eventueel wan beheer zijn de bestuurders zulks. Waar en wanneer heeft de gemeente de verplichting op zich genomen het te kort aan te zuiveren? De heer Pilaar schijnt van de (foutieve) praemisse uit te gaan, dat de goedkeuring impliceert het aangaan van de verplichting tot dek king van het tekort! Ingezonden Mededeeling. MIJNH ARDT's Zenuw-Tabletten 75 ct Laxeer-Tabletten 60 ct Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Bij Apoth. en Drogisten Buiten verantwoordelijkheid der Redactie Mijnheer de Redacteur! Mag ik voor onderstaand schrijven een bescheiden plaatsje in uw veelgelezen blad? Bij voorbaat daarvoor mijn har te- lijken dank. De ons allen welbekende en sympathieke Ds Lauwers schreef mij1 het volgende Het werk gaat goed vooruit in Dender leeuw en Ninove. In Ninove komen nu den Zondagavond ongeveer een 20-tal men- schen van de stad. Het is weinig, doch het stemt my al tot dankbaarheid. Iedere maand n e ziel. Geve de Heere ons dat te mogen zien. Kent u niet iemand, die een draag- orgeltje heeft? We zouden iederen Zater dagavond een openluchtsamenkomst wil len beleggen in Ninove. Daartoe zouden wij moeten beschikken over een draagbaar orgeltje. De burgemeester van Ninove gaf ons toëlating om er openluchtsamenkom sten te beleggen. Ik geloof dat het heil zaam werken zal. Wie onzer broeders of zusters ia bereid om Ds Lauwers daaraan te helpen? Gaarne zullen we een aanbieding van ge ver of geefster ontvangen, die door die gave helpen aan den Evangelisatie-arbeid onder onze Zuider-broeders. En nu n<*£ iets van ons Comité. Ge zijt er wellicht niet onbekend mede, dat reeds geruimen tijd het Middelburgsch Comité werkt met prikkaarten, welker op brengst mede bestemd is voor den bouw eener school met den Bijbel te Dender leeuw. Het adres voor aanvrage dezer prikkaarten is bij onze ijverige secreta resse, mej. M. Maljers, Korte Noordstraat E 16. Wie uwer wil met deze prikkaarten in eigen omgeving werken? Ge zoudt daar mede een goeden dienst bewijzen aan de leniging van den nood onzer Denderleeuw- sche kinderen. En nu laten we eerst die kinderen zelve, daarna de ouderen spre ken. Daar zijn Camiel en Eduard, de kleine colporteurs van „De Open Poort" èn „Goe de tijding". Ze komen uit school. En ze jammeren en klagen dat ze als Protestant- sche kinderen worden gehaat en ge schuwd; ja zelfs achteruitgezet. Op school wordt gevloekt. En dan vragen ze: „Mijn heer, zouden wij hier nog een school met den Bijbel krijgen? Ah! zeggen ze: „Wat zijn die Hollandsche 'kinderen toch geluk kig! Daar worden op de Ghr. school Psal men en scheune liêkes gezongen, daar wordt gebeden en gedankt, daar wordt van den Heiland gesproken en uit het Heilig Evangelie verteld. En wij arme Vlaamsche kinderen, wij hooren niets daarvan. Niets dan van onze lieve Vrouwke, de H. Theresia, enz., maar nim mer van Jezus, de Vriend der kinderen, de Christus Gods. Daar is de kleine Georget van den vurigen Vlaamschen kleermaker, wiens Bijbel altijd op de kleermakerstafel ligt en wee wie 't wagen durft de Heilige Schriftuur aan te randen. Achil zal hem te woord staan. Georget is een meiske van een jaar of zes. Komt schreiende uit school. Wat is er gebeurd? Men had 'haar gezegd: „Als ge naar die Protestanten blijft gaan, dan gaat ge naar de hel." Ze werd veel geplaagd. Ze weigerde een kruiske te slaan, een „Wees gegroet" te bidden, want zegt ze: „Dat mag ik niet doen. Ik ben een Ghristinneke naar het Evangelie en bid tot ons Heer." Daar is ons klein Andreke. Een jongske van nau welijks 5 jaar oud. Hij zegt vlot en vlug zonder één te missen alle Bijbelboeken op. Die kinderen, ze staren u aan met smee- kende oogen en ze roepen u toe: „Help ons". Nu luisteren we naar de ouderen. We zijn hijeen in de heldere keuken van onze gastvrije madame d'Haselaere. We krijgen daar een taske sterke caffie met een koek- ske. Er wordt dezen avend straf geklapt zulle. Daar is Sog, de vroegere facteur. En hij vraagt: „Zou er pertan nog een Ghr.-scheule komme? 'k Ga 't nie geleuven zullel Want 't is in Holland ook een slech ten tijd. Maar Levens, onze visch- en kaas- marchant die altijd den buiten opgaat, zegt: ,,'k Peins wel da me een scheule krijge. 't Zijn in Holland goeie Ghristene menschen zulle. En die zullen ons wel helpen. Ginds in den hoek bij de stoof zit in de hooge leuningstoel de grijze klok luider, de eerbiedwaardige gestalte met den golvenden baard. Ieder acht en eert hem. Tot mijn 71ste jaar, zegt hij, was ik een Jezuït, en nu ben ik 'bijkans 5 jaar onder het Evangelie. God greep me onder een sc'heun sermoen van Ds Lauwers, en nou benne ik een gelukkige Christen- mensch zulle. Desireke, zijn pijpken toe back smorende, zegt: „Peinsde, dat we 'n een scheule zullen krijgen, broeder Roma- nus." En de oude grijsaard, wien een traan van hoopvol verlangen langs de wangen rolt, zegt: „Awel zulle. Daar zal ons Heer voor zorgen. En wij er om bidden. Da zal anders scheune zijn zulle Desiré. We heb ben nu een lief kerkske, met een klein toreke en een scheun. helder klokske. En nu nog een scheule. Mocht ik dat nog be leven!" De kleine Cade's roepen: „Da zal scheune zijn, als wij, net als de Holland sche kinderen op een school met den Bijbel mogen gaan. De nacht 'breekt aan. We scheiden met een g'n avend zulle. En Ro- manus zeg: Tot ziens als 't God belieft. Het zijn eenvoudige en hartelijke men schen, oprechte Christenen. Onze vaderen streden den schoolstrijd. De ouderen onder ons weten daar van mee te spreken. Kuyper, Lohman en de Visser. Helden in dien strijd. God schonk ons in dien strijd de zege. Nu roepen onze Vlaam sche ouders en kinderen om Ghr. onder wijs. 't Zijn kinderen des Verbonds. Wel nu, ontferm u over hen en help ons. Ge kunt dit doen door het aanvragen van prikkaarten aan voornoemd adres, of door het zenden van eene gift aan onze pen ningmeesteres, mej. A. Wattez, Vlissing- schestraat K 49, of aan één der onder staande adressen. Hartelijk aanbevolen. Het Comité voor Evangelisatie in België te Middelburg, Ds D. SCHEELE, Geref. Pred. P. J. DE JONGE, Voorzitter, Gravenstraat I 249. Mej. A. MALJERS, Secr., Korte Noordstraat E 16. Mej. A. WATTEZ, Penningm. Vlissingschestraat K 49. A. GAST, Seisweg R 144. Orde en methode In de gezinshuishouding. De schrijfster van dit werk is Paulette Bergère, een vrouw, die een academische opleiding genoot in de philosophie en die zich tenslotte ging wijden aan de studie van huishoudelijken arbeid, om met het scherpe intellect, dat daarvoor noodig is, de tekortkomingen in het huishoudelijk bestier op te sporen en methodes aan te geven, die hieraan tegemoet komen. In het voorbericht bij dit zoo juist ver schenen werk lezen wij: „Bij het beschouwen yan het leven eener huisvrouw", aldus Paulette Bergère, „merken wij hoe zij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in beslag wordt geno men door werkzaamheden, die elk een groote verscheidenheid van kennis en materiaal vragen en die zoowel lichaams als geestesinspanning eischen. Van de huisvrouw wordt verlangd, dat zij kan wasschen, strijken, koken, stoffen, poet sen, naaien, kinderen opvoeden, inkoopen doen, regelen, bevelen, toezicht houden; te veel om op te noemen. „Wat is de huisvrouw al niet gedwon gen te doen? Haar handen moeten be stand zijn tegen vet afwaschwater, zoo wel als tegen bijtend zeepsop; ze moeten den overgang verdragen van 'theete in 't ijskoude water. Men verwacht van de huisvrouw, dat zij blijk geeft van haar goeden smaak, zoowel bij de inrichting van haar huis, als bij de kleeding van haar gezin. „Het voeren eener huishouding is wel het wonderlijkste beroep, dat er bestaat. Vereischt worden aanleg en kennis van den meest uiteenloopenden aard en de beschikking over een onbeperkten tijd. „En toch zijn er vrouwen, die vrijwel alles zelf moeten doen. Wat is het ge volg? „Onder deze omstandigheden zwoegen zij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, als zij alles goed gedaan willen hebben, of zij laten veel loopen, en doen half-werk, als zij geen hooge eischen stel len. „In het eerste geval ziet men een af getobde huisvrouw, in 't tweede een vrouw die in den eigenlijken zin geen goede huisvrouw is. Zelden ziet men vrouwen, die wat werk, humeur en gezondheid be treft, het evenwicht weten te bewaren; die zonder overmatige krachtsinspanning haar taak naar behooren vervullen, sfeer scheppen, zich wijden aan de opvoeding harer kinderen en haar huishouding be stieren op een wijze, die getuigt van ge zond verstand en wijs beleid. Voor deze vrouwen zijn organisatie, rationeele in richting van het huis, goed uitgedacht gereedschap, vereenvoudigde werkmetho des een zeer groote steun." Enkele recepten. Schotel van resten aardap pel. 1 pond koude aardappel; 2 of 3 to maten; 30 gram boter of margarine; pe per; zout; nootmuscaat; gehakte peter selie. Smelt Vs van de boter of margarine in een pan; pel de tomaten, snijd ze in plakken, smoor ze zacht in de boter, strooi een weinig zout, peper en noot muscaat er over, doe ze over in een vuur vaste schotel en houd ze warm, Snijd de koude aardappelen in plakjes, smelt in de pan de rest van de boter, fruit hierin, onder telkens omroeren, de aardappel plakjes tot ze door en door warm zijn, stort ze dan op de tomaten, strooi een flinke hoeveelheid gehakte peterselie er over en dien dadelijk op. Chocolade-koek. Benoodigdheden hiervoor zijn: pond boter, 3% ons suiker, 4 eieren, 1 pond meel, 1 pakje vanille-suiker, 1 pakje bakpoeder, 3 eetlepels vol cacao, een klein kopje melk of room. De boter roert men tot room, voegt pond suiker, de eierdooiers, de vanille suiker, het met bakpoeder vermengde meel en de melk eraan toe en ten slotte ook het stijfgeklopte eiwit. Men verdeelt de massa in tweeën, mengt onder de eene helft de cacao en de rest van de suiker, vult met het deeg laag om laag den in- gevetten vorm en bakt de koek één anderhalf uur. Frambozen op brandewijn. 1 K.G. frambozen, 1% ons kandij, y2 L. water, flesch brandewijn. Bereiding: Kook de kandij met het water in, tot een dunne suikerstroop. Voeg hier de frambozen aan toe en doe de massa, als ze wat gekoeld is, in een schoongemaakte stopflesch en giet er den brandewijn op. Laat de frambozen, vóór ze te gebruiken, eerst eenige dagen staan. Deze frambozen zijn vrij slap; wil men ze sterker, neem dan minder water, meer brandewijn en kandij. Enkele wenken. Pluche gordijnen kan men wasschen in een mengsel van petroleum ether op spiritus (zuivere spiritus). Echter geen gedrukte pluche. Het drogen en oppersen heeft zeer vele bezwaren. Is schoencrême droog en hard ge worden, dan vermenge men ze met eenige druppels melk, koude thee of koffie. De schoenen gaan dan mooi glanzen, sprin gen niet en winnen aan duurzaamheid. Houten deuren en verdere betimme ringen kan men 't best reinigen met water, waarin een weinig parafine. Daarna af drogen met een schoonen zeemleeren lap. Dit middel helpt beter dan vim, soda of amoniak. Er zijn tinnen vazen, die bij het gebruik, zwarte vlekken van binnen ver- toonen. Dan is het mogelijk geen zuiver tin, doch vertind. Alsdan bladdert het laagje tin af. Zoo niet, dan kan men ze overgieten met zeer heet water en poet sen met heel fijn krijt. Zijn de vazen van echt tin, dan kan men met de z.g.n. tinpest te doen hebben. Wanneer zich behalve genoemde vlek ken ook bobbels vertoonen, zal het tin op den duur tot grijs poeder vergaan. Men richte zich dan bijtijds tot een vakman. leis over hei dufmzuigen. Een tandarts uit Amsterdam schrijft hierover in het „Hbld": Wij, tandartsen, kennen haast geen ge» duchteren vijand van een gezond kinder mondje dan een duim of een anderen vinger, die, al is deze" nog zoo klein, ontstellende misvormingen teweeg kan brengen, die niet alleen aesthetische be zwaren geven, maar ook een funesten invloed kunnen uitoefenen op Jtauwfunc- tie en ademhaling, met een eventueele grootere vatbaarheid voor allerlei ziekten. Als het te laat is, wordt er van ons, tandartsen, verwacht met een „machien tje" een beeldschoone jonkvrouw of jon ker te tooveren van een kindje met een door eigen schuld bedorven snoetje, dat toch zoo lief was met zijn kleine melk tandjes. Er zijn kranten vol te vullen over het onderwerp „duimzuigen". Maar men dul- de niet, dat duimzuigen als een onschul dig spelletje beschouwd wordt, waar met een beetje doorzettingsvermogen in de eerste levensmaanden van de baby een overwinning behaald kan worden, die o, zoo veel narigheid, verdrietelijkheden, moeite, tijd en kosten in de latere levens jaren kan besparen! Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstx. 221, Amsterdam. Probleem No. 258. Auteur: J. H. Hunze, A'dam. 1 2 8 4 5 Zwart 12 scb. op: 1, 5, 8, 12, 13, 14, 18, 19, 21, 23, 24 en 30. Wit 12 sch. op: 28, 32, 33, 35, 37, 38, 42, 46 tot 50. Wit speelt en wint. Oplossingen binnen acht dagen na laatste plaatsing in elke maand. Uit de competitie. (Vervolg rubriek 2 Juli). Stand na 18. 1015 van. zwart. Zwart: F. Raman. 1 2 3 4 5 Wit: W. H. Zitman. 19. 37—31 Toch kon wit nog van stelling verande ren door 3631 (speelt op afruil door 3329). Zwart kan niet 1218 spelen, daar wit dam neemt door 2722, 3731, enz. of door 3530, 3329, 39X30 en 1822. Zwart zal dus 13—18 spelen, waarna wit weer 4034 kan spelen en vrij komt. In plaats van 4034 mag wit niet 3530, 28—22 en 33X24 spelen, daar de overblijvende stelling voor zwart voor deelig is. 1926X37 20. 42X31 13—18 21. 31—26 Nog was 4034 beter. 219—13 22. 47—42 4—9 23. 46-41 11—16 24. 41—37 17—21 25. 26X17 12X21 26. 28—22 Als gevolg van het vastloopen van den stand rechts, moet wit nu wel tot dezen zet overgaan om ook met de schijven 33 en 39 te kunnen spelen. Op dit oogenblik staat bet echter nog geenszins vast, dat wit nadeel heeft. Wel wordt hij gedwongen tot een zet, waarvan hij op bet oogenblik de gevolgen niet kan berekenen en dat zal iedere speler zoo veel mogelijk willen ontgaan. 267—12 27. 33—28 21—26 28. 37—31 Gedwongen, anders speelt zwart 1621, 18X27, 23X41 met schijfwinst. 28. 26X37 29. 42X31 24—29 30. 39-33 2—7 31. 33X24 20X29 32. 35—30 7—11 33. 48-42 12—17 34. 42—37 17—21 35. 31—26 11—17 36. 22X11 6X17 37. 27—22 18X27 38. 37—31 29—34 39. 31X11 16X7 40. 40X18 13X42 41. 26X17 42—47 42. 36-31 8—12 43. 17X18 3X12

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 6