Ingezonden Stukken.
Het Vrouwenhoekje
Dammen
Wit geeft op.
f 2.717.21 batig slot 1927, zoodat de
werkelijke ontvangsten over 1929 bedra
gen hebben f 82.092.37 Terwijl er aller
lei factoren waren, die een lagere raming
dan dit laatste bedrag gerechtvaardigd
zouden hebben, heeft het Gasthuisbestuur
gemeend, de Gemeente te'moeten voor
spiegelen een ontvangst van f 16.284.85
meer dan de werkelijke ontvangst over
1929.
De uitgaven werden geschat eveneens
op f98.977.2214, zoodat de begrooting
sluitend was.
Eigenaardig is verder, dat begroot was
voor uitgaven op de buitengewone dienst
nihil, terwijl het nadeelig saldo buiten
gewoon over 1929 reeds f 7373.75 bedroeg,
een bedrag dat dan ook ten slotte parais-
seert op de uitgavenpost op de rekening
1930.
Deze rekening 1930 is nog
steeds niet aangeboden
aan het Gemeentebestuur
terwijl zij op 27 Nov. 1931 door het Ve
rificatiebureau werd geverifieerd. Het
gemeentebestuur is daardoor slechts be
kend met de totale hoofdstukcijfers.
Het blijkt nu dat de inkomsten, geschat
op ruim 98 duizend gulden, bedragen heb
ben f 81.951.1214 en de uitgaven, geschat
op hetzelfde bedrag, in werkelijkheid wa
ren f 106.714.84. De gewone dienst 1930
sluit alzoo met een nadeelig saldo van
f 24.763.7114.
De ontvangsten buitengewoon, geschat
op nihil, bedroegen f37.192.18, zonder
dat het gemeentebestuur ook maar
eenigszin9 bevroeden kan waar dit hooge
bedrag vandaan komt.
De uitgaven buitengewoon bedroegen
het reeds genoemd bedrag van f7.373.75
nadeelig slot buitengewoon 1929 plus
f906.01 aan groote herstelling, alzoo
f 8.279.76.
De buitengewone dienst sluit met een
voordeelig slot van f37.192.18
f 8.279.73 f28.912.42.
Begrooting 1931.
De begrooting werd bij het gemeente
bestuur ingediend op 10 Aug. 1931.
De inkomsten werden daarbij geraamd
op f 107.725.28/4, terwijl de werkelijke
inkomsten in 1929 bedroegen f 82.692.37 >4
en in 1930 f81.951.1214. Wanneer men
met deze twee feiten rekening houdt, in
aanmerking neemt de algemeene slechte
tijdsomstandigheden en de bijzondere
Goessche (R.K. Ziekenhuis) dan geeft de
raming 1931 toch wel blijk van een onge
motiveerd optimisme bij het Gasthuisbe
stuur.
De uitgaven werden geschat op
f 120.086.1914, zoodat het tekort geraamd
werd op f 12.360.91. (In deze uitgaven
raming is begrepen het tekort van
f 14,423.5114 op den gewonen dienst '29.)
Een correspondentie en gedachtenwis-
seling tusschen het Gemeentebestuur en
het bestuur van het Gasthuis leidde tol
indiening op 20 November 1931 van een
nieuwe begrooting. De uitgavenraming
bleef daarbij ongewijzigd.
De ontvangsten werden daarbij blijkens
een begeleidend schrijven geraamd over
eenkomstig het gemiddelde bedrag der
jaren 1928 en 1929. Bij deze raming kwam
het totaal der ontvangsten te staan op
f90.642.2514 l) of f 17.083.03 minder dan
de aanvankelijke raming. Het tekort steeg
daardoor tot f29.443.94 en verschijnt op
de begrooting als sluitpost in den vorm
van „Bijdrage der gemeente
G o e s".
Werpt een en ander al een wonderlijk
licht op de gestie van het Gasthuisbestuur,
dit licht wordt nog schriller wanneer men
de raming van de gewijzigde begrooting
nagaat.
Art. 39 dier begrooting luidt: Ontvang
sten operatiekamer f 5341. Het gemiddel
de over de jaren '28 en '29 bedraagt,
zooals blijken kan uit de toelichting op
de begrooting 1932, f 38631
Art. 43 der begrooting luidt: Ontvang
sten Genees- en Verbandmiddelen f 2750.
Het gemiddelde over '28 en '29 bedraagt
echter 3 1857.
Het totaal der ontvangstenraming
(overeenkomstig den maatstaf door het
Gasthuisbestuur zélf gesteld) moet dus
verminderd worden met f 2371 en be
hoort dus gesteld te worden op
f 88.271.25 J4, zoodat dus het tekort stijgt
tot f 31.814.94.
Bovendien valt het op, dat post 48 ver
meldt als Diversen f 2000, terwijl dit be
drag op de begrooting 1932 geraamd
wordt op f 1500. Voorts dat post 51 ver
meldt als Diversen f 1000, terwijl dit be
drag op de begrooting 1932 geraamd
wordt op f200. Het is dus waarschijnlijk
dat zelfs na de door ons hierboven aan
gebrachte retouche de ontvangstenraming
te geflatteerd is.
Begrooting 1932.
De begrooting 1932 vermeldt als nadee
lig saldo 1930 Pro Memorie. Deze begroo
ting werd ingediend op 12 Februari 1932.
De verificatie van de rekening 1930
vond plaats 27 November 1931 en sloot
met een nadeelig saldo op den gewonen
dienst van f 24.73.71%.
Het is dus onjuist om dezen post als
Pro Memorie op de begrooting 1932 te
vermelden.
Ten slotte blijkt noch uit de begrooting
1931 noch uit die van 1932 iets van het
voordeelig slot buitengewoon over 1930,
groot f28.912.42.
Op grond van het bovenstaan
de meenen wij als ons oordeel
te mogen uitspreken, dat het
1) Gezien de ontvangsten over 1929 en
1930 is dit reeds veel te hoog. Bovendien
is in de ontvangsten over 1929 een
voordeelig slot over 1927 begrepen van
i 2717.21)4.
gasthuisbestuur zich bij zijn
beheer Inderdaad aan grove
nalatigheid heeft schuldig ge
maakt.
Thans overgaande tot de vraag, wat er
gebeuren moet, geven wij als ons oor
deel te kennen:
1. dat een nauwkeurig onderzoek naar
het financiëel beheer worde ingesteld
over de periode 1929/1931.
2. dat behalve dit accountantsonder
zoek, een onderzoek wenschelijk is door
deskundigen betreffende de exploitatie
van het ziekenhuis. Dit in verband met
een bij ons postgevatte meening, dat de
exploitatie allerminst efficient heeft plaats
gevonden. Wij worden in deze meening
versterkt door de tabel (voorkomende in
het nummer van 6 Juni 1931 van het
tijdschrift „Het Ziekenhuiswezen") be
treffende de kosten per voedingsdag in
1930, waaruit blijkt, dat deze
kosten voor het Gasthuis te
Goes tot de allerhoogste be
hoor en. Na afloop van deze onderzoe
ken en in verband met de resultaten
daarvan zal onder de oogen moeten wor
den gezien welke oplossing aan het
vraagstuk gegeven zal moeten worden.
Naar onze meening kan n.l. de ge
meente Goes niet volstaan met het
aannemen van een afwijzende
houding ten aanzien van het verzoek
van het Gasthuisbestuur om de tekorten
te dekken, doch zal het gemeentebestuur
zich rekenschap moeten geven van de
vraag, of het in het belang van de ge
meente Goes is, dat de ziekenhuisafdee-
ling van het gasthuis blijft voortbestaan.
Indien zulks inderdaad het geval is, komt
het voor, dat de oplossing dan moet wor
den gezocht in de opheffing van het gast
huis als instelling van weldadigheid en
in de omzetting van het ziekenhuis in
een gemeentelijke instelling en wel bij
voorkeur in een intercommunale instel
ling, omdat het voor zijn patiënten voor
een groot deel op de omliggende gemeen
ten is aangewezen. Het zou gewenscht
zijn, indien een en ander in minnelijk
overleg met het gasthuisbestuur zou kun
nen worden geregeld. Wij zijn er vol
komen van doordrongen, dat zulks niet
eenvoudig zal zijn. Daarom verklaren wij
ons gaarne bereid om bij dit overleg onze
tusschenkomst te verleenen.
In een bijlage wordt de brochure van
den heer Joh. Pilaar, Voorzitter van het
Gasthuisbestuur, bestreden.
De heer Pilaar wil zonder meer
de gemeente aansprakelijk doen zijn voor
de tekorten en wij meenen zulks, aldus
de vereen, van Ned. Gemeenten, te moe
ten ontkennen. De burgerlijke instelling
van weldadigheid is een rechtspersoon
lijkheid bezittend lichaam, dat derhalve
aansprakelijk is voor zijn eigen daden en
de financiëele consequenties daarvan,
voor zoover een ander zich niet mede
aansprakelijk heeft gesteld voor die con
sequenties. Uit den aard der zaak kan
en zal in bepaalde gevallen de ge
meente die aansprakelijkheid kun
nen aanvaarden, doch een en ander
hangt geheel af van de houding, welke
dat lichaam in deze wenscht aan te
nemen. Wanneer een rekening b.v. sluit
met een nadeelig slot en deze rekening
wordt goedgekeurd, dan wil dit nog niet
zeggen, dat de gemeente voor dit na
deelig slot zonder meer goed is. Het
rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam
met al zijn bezittingen en inkom
sten is eventueel voor dit nadeelig slot
verantwoordelijk en bij eventueel wan
beheer zijn de bestuurders zulks.
Waar en wanneer heeft de gemeente
de verplichting op zich genomen het te
kort aan te zuiveren? De heer Pilaar
schijnt van de (foutieve) praemisse uit
te gaan, dat de goedkeuring impliceert
het aangaan van de verplichting tot dek
king van het tekort!
Ingezonden Mededeeling.
MIJNH ARDT's
Zenuw-Tabletten 75 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Bij Apoth. en Drogisten
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
Mijnheer de Redacteur!
Mag ik voor onderstaand schrijven een
bescheiden plaatsje in uw veelgelezen
blad? Bij voorbaat daarvoor mijn har te-
lijken dank.
De ons allen welbekende en sympathieke
Ds Lauwers schreef mij1 het volgende
Het werk gaat goed vooruit in Dender
leeuw en Ninove. In Ninove komen nu den
Zondagavond ongeveer een 20-tal men-
schen van de stad. Het is weinig, doch het
stemt my al tot dankbaarheid. Iedere
maand n e ziel. Geve de Heere ons
dat te mogen zien.
Kent u niet iemand, die een draag-
orgeltje heeft? We zouden iederen Zater
dagavond een openluchtsamenkomst wil
len beleggen in Ninove. Daartoe zouden
wij moeten beschikken over een draagbaar
orgeltje. De burgemeester van Ninove gaf
ons toëlating om er openluchtsamenkom
sten te beleggen. Ik geloof dat het heil
zaam werken zal.
Wie onzer broeders of zusters ia bereid
om Ds Lauwers daaraan te helpen?
Gaarne zullen we een aanbieding van ge
ver of geefster ontvangen, die door die
gave helpen aan den Evangelisatie-arbeid
onder onze Zuider-broeders.
En nu n<*£ iets van ons Comité.
Ge zijt er wellicht niet onbekend mede,
dat reeds geruimen tijd het Middelburgsch
Comité werkt met prikkaarten, welker op
brengst mede bestemd is voor den bouw
eener school met den Bijbel te Dender
leeuw. Het adres voor aanvrage dezer
prikkaarten is bij onze ijverige secreta
resse, mej. M. Maljers, Korte Noordstraat
E 16. Wie uwer wil met deze prikkaarten
in eigen omgeving werken? Ge zoudt daar
mede een goeden dienst bewijzen aan de
leniging van den nood onzer Denderleeuw-
sche kinderen. En nu laten we eerst die
kinderen zelve, daarna de ouderen spre
ken.
Daar zijn Camiel en Eduard, de kleine
colporteurs van „De Open Poort" èn „Goe
de tijding". Ze komen uit school. En ze
jammeren en klagen dat ze als Protestant-
sche kinderen worden gehaat en ge
schuwd; ja zelfs achteruitgezet. Op school
wordt gevloekt. En dan vragen ze: „Mijn
heer, zouden wij hier nog een school met
den Bijbel krijgen? Ah! zeggen ze: „Wat
zijn die Hollandsche 'kinderen toch geluk
kig! Daar worden op de Ghr. school Psal
men en scheune liêkes gezongen, daar
wordt gebeden en gedankt, daar wordt
van den Heiland gesproken en uit het
Heilig Evangelie verteld. En wij arme
Vlaamsche kinderen, wij hooren niets
daarvan. Niets dan van onze lieve
Vrouwke, de H. Theresia, enz., maar nim
mer van Jezus, de Vriend der kinderen, de
Christus Gods. Daar is de kleine Georget
van den vurigen Vlaamschen kleermaker,
wiens Bijbel altijd op de kleermakerstafel
ligt en wee wie 't wagen durft de Heilige
Schriftuur aan te randen. Achil zal hem
te woord staan. Georget is een meiske van
een jaar of zes. Komt schreiende uit
school. Wat is er gebeurd? Men had 'haar
gezegd: „Als ge naar die Protestanten
blijft gaan, dan gaat ge naar de hel." Ze
werd veel geplaagd. Ze weigerde een
kruiske te slaan, een „Wees gegroet" te
bidden, want zegt ze: „Dat mag ik niet
doen. Ik ben een Ghristinneke naar het
Evangelie en bid tot ons Heer." Daar is
ons klein Andreke. Een jongske van nau
welijks 5 jaar oud. Hij zegt vlot en vlug
zonder één te missen alle Bijbelboeken op.
Die kinderen, ze staren u aan met smee-
kende oogen en ze roepen u toe: „Help
ons".
Nu luisteren we naar de ouderen. We
zijn hijeen in de heldere keuken van onze
gastvrije madame d'Haselaere. We krijgen
daar een taske sterke caffie met een koek-
ske. Er wordt dezen avend straf geklapt
zulle. Daar is Sog, de vroegere facteur.
En hij vraagt: „Zou er pertan nog een
Ghr.-scheule komme? 'k Ga 't nie geleuven
zullel Want 't is in Holland ook een slech
ten tijd. Maar Levens, onze visch- en kaas-
marchant die altijd den buiten opgaat,
zegt: ,,'k Peins wel da me een scheule
krijge. 't Zijn in Holland goeie Ghristene
menschen zulle. En die zullen ons wel
helpen. Ginds in den hoek bij de stoof zit
in de hooge leuningstoel de grijze klok
luider, de eerbiedwaardige gestalte met
den golvenden baard. Ieder acht en eert
hem. Tot mijn 71ste jaar, zegt hij, was ik
een Jezuït, en nu ben ik 'bijkans 5 jaar
onder het Evangelie. God greep me onder
een sc'heun sermoen van Ds Lauwers, en
nou benne ik een gelukkige Christen-
mensch zulle. Desireke, zijn pijpken toe
back smorende, zegt: „Peinsde, dat we 'n
een scheule zullen krijgen, broeder Roma-
nus." En de oude grijsaard, wien een traan
van hoopvol verlangen langs de wangen
rolt, zegt: „Awel zulle. Daar zal ons Heer
voor zorgen. En wij er om bidden. Da zal
anders scheune zijn zulle Desiré. We heb
ben nu een lief kerkske, met een klein
toreke en een scheun. helder klokske. En
nu nog een scheule. Mocht ik dat nog be
leven!" De kleine Cade's roepen: „Da zal
scheune zijn, als wij, net als de Holland
sche kinderen op een school met den Bijbel
mogen gaan. De nacht 'breekt aan. We
scheiden met een g'n avend zulle. En Ro-
manus zeg: Tot ziens als 't God belieft.
Het zijn eenvoudige en hartelijke men
schen, oprechte Christenen.
Onze vaderen streden den schoolstrijd.
De ouderen onder ons weten daar van mee
te spreken. Kuyper, Lohman en de Visser.
Helden in dien strijd. God schonk ons in
dien strijd de zege. Nu roepen onze Vlaam
sche ouders en kinderen om Ghr. onder
wijs. 't Zijn kinderen des Verbonds. Wel
nu, ontferm u over hen en help ons. Ge
kunt dit doen door het aanvragen van
prikkaarten aan voornoemd adres, of door
het zenden van eene gift aan onze pen
ningmeesteres, mej. A. Wattez, Vlissing-
schestraat K 49, of aan één der onder
staande adressen. Hartelijk aanbevolen.
Het Comité voor Evangelisatie
in België te Middelburg,
Ds D. SCHEELE, Geref. Pred.
P. J. DE JONGE, Voorzitter,
Gravenstraat I 249.
Mej. A. MALJERS, Secr.,
Korte Noordstraat E 16.
Mej. A. WATTEZ, Penningm.
Vlissingschestraat K 49.
A. GAST, Seisweg R 144.
Orde en methode In de gezinshuishouding.
De schrijfster van dit werk is Paulette
Bergère, een vrouw, die een academische
opleiding genoot in de philosophie en die
zich tenslotte ging wijden aan de studie
van huishoudelijken arbeid, om met het
scherpe intellect, dat daarvoor noodig is,
de tekortkomingen in het huishoudelijk
bestier op te sporen en methodes aan te
geven, die hieraan tegemoet komen.
In het voorbericht bij dit zoo juist ver
schenen werk lezen wij:
„Bij het beschouwen yan het leven
eener huisvrouw", aldus Paulette Bergère,
„merken wij hoe zij van 's morgens vroeg
tot 's avonds laat in beslag wordt geno
men door werkzaamheden, die elk een
groote verscheidenheid van kennis en
materiaal vragen en die zoowel lichaams
als geestesinspanning eischen. Van de
huisvrouw wordt verlangd, dat zij kan
wasschen, strijken, koken, stoffen, poet
sen, naaien, kinderen opvoeden, inkoopen
doen, regelen, bevelen, toezicht houden;
te veel om op te noemen.
„Wat is de huisvrouw al niet gedwon
gen te doen? Haar handen moeten be
stand zijn tegen vet afwaschwater, zoo
wel als tegen bijtend zeepsop; ze moeten
den overgang verdragen van 'theete in
't ijskoude water. Men verwacht van de
huisvrouw, dat zij blijk geeft van haar
goeden smaak, zoowel bij de inrichting
van haar huis, als bij de kleeding van
haar gezin.
„Het voeren eener huishouding is wel
het wonderlijkste beroep, dat er bestaat.
Vereischt worden aanleg en kennis van
den meest uiteenloopenden aard en de
beschikking over een onbeperkten tijd.
„En toch zijn er vrouwen, die vrijwel
alles zelf moeten doen. Wat is het ge
volg?
„Onder deze omstandigheden zwoegen
zij van 's morgens vroeg tot 's avonds
laat, als zij alles goed gedaan willen
hebben, of zij laten veel loopen, en doen
half-werk, als zij geen hooge eischen stel
len.
„In het eerste geval ziet men een af
getobde huisvrouw, in 't tweede een vrouw
die in den eigenlijken zin geen goede
huisvrouw is. Zelden ziet men vrouwen,
die wat werk, humeur en gezondheid be
treft, het evenwicht weten te bewaren;
die zonder overmatige krachtsinspanning
haar taak naar behooren vervullen, sfeer
scheppen, zich wijden aan de opvoeding
harer kinderen en haar huishouding be
stieren op een wijze, die getuigt van ge
zond verstand en wijs beleid. Voor deze
vrouwen zijn organisatie, rationeele in
richting van het huis, goed uitgedacht
gereedschap, vereenvoudigde werkmetho
des een zeer groote steun."
Enkele recepten.
Schotel van resten aardap
pel. 1 pond koude aardappel; 2 of 3 to
maten; 30 gram boter of margarine; pe
per; zout; nootmuscaat; gehakte peter
selie.
Smelt Vs van de boter of margarine
in een pan; pel de tomaten, snijd ze in
plakken, smoor ze zacht in de boter,
strooi een weinig zout, peper en noot
muscaat er over, doe ze over in een vuur
vaste schotel en houd ze warm, Snijd de
koude aardappelen in plakjes, smelt in
de pan de rest van de boter, fruit hierin,
onder telkens omroeren, de aardappel
plakjes tot ze door en door warm zijn,
stort ze dan op de tomaten, strooi een
flinke hoeveelheid gehakte peterselie er
over en dien dadelijk op.
Chocolade-koek. Benoodigdheden
hiervoor zijn:
pond boter, 3% ons suiker, 4 eieren,
1 pond meel, 1 pakje vanille-suiker, 1
pakje bakpoeder, 3 eetlepels vol cacao,
een klein kopje melk of room.
De boter roert men tot room, voegt
pond suiker, de eierdooiers, de vanille
suiker, het met bakpoeder vermengde
meel en de melk eraan toe en ten slotte
ook het stijfgeklopte eiwit. Men verdeelt
de massa in tweeën, mengt onder de eene
helft de cacao en de rest van de suiker,
vult met het deeg laag om laag den in-
gevetten vorm en bakt de koek één
anderhalf uur.
Frambozen op brandewijn. 1
K.G. frambozen, 1% ons kandij, y2 L.
water, flesch brandewijn.
Bereiding: Kook de kandij met het
water in, tot een dunne suikerstroop. Voeg
hier de frambozen aan toe en doe de
massa, als ze wat gekoeld is, in een
schoongemaakte stopflesch en giet er den
brandewijn op. Laat de frambozen, vóór
ze te gebruiken, eerst eenige dagen staan.
Deze frambozen zijn vrij slap; wil men
ze sterker, neem dan minder water, meer
brandewijn en kandij.
Enkele wenken.
Pluche gordijnen kan men wasschen
in een mengsel van petroleum ether op
spiritus (zuivere spiritus). Echter geen
gedrukte pluche. Het drogen en oppersen
heeft zeer vele bezwaren.
Is schoencrême droog en hard ge
worden, dan vermenge men ze met eenige
druppels melk, koude thee of koffie. De
schoenen gaan dan mooi glanzen, sprin
gen niet en winnen aan duurzaamheid.
Houten deuren en verdere betimme
ringen kan men 't best reinigen met water,
waarin een weinig parafine. Daarna af
drogen met een schoonen zeemleeren lap.
Dit middel helpt beter dan vim, soda of
amoniak.
Er zijn tinnen vazen, die bij het
gebruik, zwarte vlekken van binnen ver-
toonen. Dan is het mogelijk geen zuiver
tin, doch vertind. Alsdan bladdert het
laagje tin af. Zoo niet, dan kan men ze
overgieten met zeer heet water en poet
sen met heel fijn krijt.
Zijn de vazen van echt tin, dan kan men
met de z.g.n. tinpest te doen hebben.
Wanneer zich behalve genoemde vlek
ken ook bobbels vertoonen, zal het tin
op den duur tot grijs poeder vergaan.
Men richte zich dan bijtijds tot een
vakman.
leis over hei dufmzuigen.
Een tandarts uit Amsterdam schrijft
hierover in het „Hbld":
Wij, tandartsen, kennen haast geen ge»
duchteren vijand van een gezond kinder
mondje dan een duim of een anderen
vinger, die, al is deze" nog zoo klein,
ontstellende misvormingen teweeg kan
brengen, die niet alleen aesthetische be
zwaren geven, maar ook een funesten
invloed kunnen uitoefenen op Jtauwfunc-
tie en ademhaling, met een eventueele
grootere vatbaarheid voor allerlei ziekten.
Als het te laat is, wordt er van ons,
tandartsen, verwacht met een „machien
tje" een beeldschoone jonkvrouw of jon
ker te tooveren van een kindje met een
door eigen schuld bedorven snoetje, dat
toch zoo lief was met zijn kleine melk
tandjes.
Er zijn kranten vol te vullen over het
onderwerp „duimzuigen". Maar men dul-
de niet, dat duimzuigen als een onschul
dig spelletje beschouwd wordt, waar met
een beetje doorzettingsvermogen in de
eerste levensmaanden van de baby een
overwinning behaald kan worden, die o,
zoo veel narigheid, verdrietelijkheden,
moeite, tijd en kosten in de latere levens
jaren kan besparen!
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstx.
221, Amsterdam.
Probleem No. 258.
Auteur: J. H. Hunze, A'dam.
1 2 8 4 5
Zwart 12 scb. op: 1, 5, 8, 12, 13, 14,
18, 19, 21, 23, 24 en 30.
Wit 12 sch. op: 28, 32, 33, 35, 37, 38,
42, 46 tot 50.
Wit speelt en wint.
Oplossingen binnen acht dagen na
laatste plaatsing in elke maand.
Uit de competitie.
(Vervolg rubriek 2 Juli).
Stand na 18. 1015 van. zwart.
Zwart: F. Raman.
1 2 3 4 5
Wit: W. H. Zitman.
19. 37—31
Toch kon wit nog van stelling verande
ren door 3631 (speelt op afruil door
3329). Zwart kan niet 1218 spelen,
daar wit dam neemt door 2722, 3731,
enz. of door 3530, 3329, 39X30 en
1822. Zwart zal dus 13—18 spelen,
waarna wit weer 4034 kan spelen en
vrij komt. In plaats van 4034 mag wit
niet 3530, 28—22 en 33X24 spelen, daar
de overblijvende stelling voor zwart voor
deelig is.
1926X37
20. 42X31 13—18
21. 31—26
Nog was 4034 beter.
219—13
22. 47—42 4—9
23. 46-41 11—16
24. 41—37 17—21
25. 26X17 12X21
26. 28—22
Als gevolg van het vastloopen van den
stand rechts, moet wit nu wel tot dezen
zet overgaan om ook met de schijven 33
en 39 te kunnen spelen.
Op dit oogenblik staat bet echter nog
geenszins vast, dat wit nadeel heeft. Wel
wordt hij gedwongen tot een zet, waarvan
hij op bet oogenblik de gevolgen niet kan
berekenen en dat zal iedere speler zoo
veel mogelijk willen ontgaan.
267—12
27. 33—28 21—26
28. 37—31
Gedwongen, anders speelt zwart 1621,
18X27,
23X41 met schijfwinst.
28.
26X37
29.
42X31
24—29
30.
39-33
2—7
31.
33X24
20X29
32.
35—30
7—11
33.
48-42
12—17
34.
42—37
17—21
35.
31—26
11—17
36.
22X11
6X17
37.
27—22
18X27
38.
37—31
29—34
39.
31X11
16X7
40.
40X18
13X42
41.
26X17
42—47
42.
36-31
8—12
43.
17X18
3X12