DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Gl DWAAS Uit de Provincie. Brieven uit de Residentie. FEUILLETON VAN DINSDAG 21 JUNI 1932, Nr 220. Een ernstig mensch mag in dezen tijd z'n krant wel met bijzondere aandacht lezen. Wie gelooft, dat God de wereld regeert en dat Hij de bladzijden van het boek der wereldgeschiedenis schrijft, die heeft met name in dezen tijd heel veel op te merken. Overal kraakt en overal scheurt het in de wereld. In het boek Jona lezen we van een schip, dat in grooten nood was en waar op de ongehoorzame profeet rustig slaapt. Als dan die andere menschen zoo ploe teren en zwoegen, om het schip te behou den en nog te redden, wat er te redden is, dan komt de „opperschipper" en wekt Jona met dat bekende: wat is u, gij hard- Siapende'? Ik zie de wereld van dezen tijd ook als een groot schip, dat dreigt te breken van wege den geweldigen storm, die het teis tert. Ja zeker, het dreigt te breken. De schepelingen, tenm.nste de verstan- d.gen onder hen, zijn in actie om het te jjehouden. Zij doen tenminste alsof, ze meenen het goed. Ik behoef de woorden Gonève en Lausanne maar te noemen en men begrijpt wat ik bedoel. Ze werpen de vaten, die op het schip zijn, in de zee om het te verlichten. En ze roepen, ook nu nog, een iegelijk tot zijnen god, al zijn er dan ook heele vreemde goden bij. Een zinkend schip dus op een fel bewo gen zee. Ik denk aan de psalmregels: Zij dansen, wagg'len, vallen, Gelijk een dronken man, De wijsheid van hen allen, Hoe groot, bezwijkt er van. Wij hebben stellig niet te juichen, of te roemen, over de zeemanskunst en de wijsheid van vele „opperschippers" op het. wereldschip van dezen tijd. 'tls geen verheffend beeld, dat men krijgt, wanneer men eiken dag zijn krant leest. Eer komt er een zekere beklemming over den mensch, die van goeden wille is. Ook als men let op wat in meer engen kring voorvalt, b.v. in ons eigen kleine landje. Begint men met dankbaar te erken nen, dat wij nog een begenadigd plekske wonen? Wij behoeven maar dicht om ons heen te zien. Naar Duitschland, waar hol alles kraakt en waar de economische toestanden allertreurigst zijn, daar wordt ellende en ontbering geleden. Naar Bel gië, waar b.v. de salarissen der staats ambtenaren reeds met 16 pet. zijn ver minderd en waar de uikeeringen aan de werkloozen veel lager zijn dan hier. Is er nog geen reden om te danken? En zie nu wat men doet. De S. D A F', zit tegenwoordig wat in de klem. In de groote steden hebben de communie ten door hun dwaze eischen en beloften in vloed op dat deel der arbeiders, dat nog niet eens zoo ver ziet, als z'n neus 'ang is. Ze worden opgezet tegen de Regeering en tegen de bourgeoisie. Eén der zaoutste termen, waarvan men zich daar bedient, is hór go. Ruys (doelende op Minister Ruys de Beerenbrouck). De communistea maken heibel en op oer, men denke aan wat in het zoo rus age Boskoop is ge beurd. En we zijn er, helaas, nog lang niet, wacht maar. Doch de S.D.A.P. zit er mee. Macht is voor haar alles en macht is getal, zoodat ze alle afbrokkeling vreest. Dan ia er nog de O.S.P. na het Haagsche congres, die ook erg revolutionair doet, en een kwade concurrent is, hoewel de S.D.A.P. er minachtend over spreekt. Maar als het niet meer gaat om argu menten, doch om een grooten mond, dan begint de S.D.A.P. erg achteraan te ko men, ze wordt stijf in de beenen. Doch nu richt ze zich weer op in haar kracht. Vrij naar het Engelsch. 69.) o— „Ik zie je aan 't station nog wel", zei Torrance. „Je gaat zeker met den trein van 11 50 van Euston. Weet je, dat Bar ker met denzelfden trein gaat. Natuurlijk hoef jullie niet samen te reizen, maar hij is heusch geen kwaaie kerel en ik ben blij zoo'n goed zakenman in ons bestuur te hebben." „Maar ik reis met den Midlandtrein, die te middernacht vertrekt." „Dan kom ik tegen dien tijd aan het St.-Pancrasstation, ouwe jongen", zei Tor rance opgewekt. Maar toen Harry weg was, bleef hij stil voor zich uit zitten staren en liet zijn sigaar zelfs uitgaan. „En ik rekende op een huwelijk", mom pelde hij. En hij piekerde voort over de wispelturigheid der vrouw, die, naar hij meende, de oorzaak was van die droe vige verandering in zijn vriend. Op zijn kamers terug gekomen, schreef Harry een kort briefje aan Elsie. Hij bedankte haar; hij vertelde haar, dat hij zijn vader ging opzoeken voor hij Na het marionettenspel met de drie roode Raadsleden te Amsterdam, gingen er groote dingen gebeuren. Er werden gioote demonstraties gehouden te Amster dam en in Den Haag ter ondersteuning van de zooveelste werkloozen-interpellatie in de Kamer. De massa moest op straat komen, naar het oude recept van Stenhuis, keet moest er zijn. Geen enkele poging om de menschen de werkelijkheid te doen zien, wel zingen: Wie maakt onze centen zoek? Ruys de Beerenbrouckl 't Is even grof als demagogisch. De menschen worden op een schandelijke manier misleid en dat door „leiders", die zelf niet weten, wat armoede is, waarbij er zijn, die weelderiger leven dan de bourgeoisie. Het ontstellende is, dat de menschen denken, dat er maar is, volop is. Haal het maar, waar het te halen is, zeggen ze en geef het ons. Maar ze ver geten, dat daar waar het dan is dikwijls geldt, dat het er „was". Dezer dagen ont moette ik een rijk man, dien me vertelde, dat zijn inkomen op het moment één zesde is van wat het voorheen was. Ze ker, hij kan er nog best komen, maar zulke dingen hebben toch een geweldi gen invloed allereerst op de inkomsten van den Staat. Daar is ook een eind aan den inhoud van onze schatkist; die kan best leeg. Men doet beter en verstandiger den menschen in dezen tijd te wijzen op dat gene wat mogelijk is, dan met hen te vertellen wat allemaal wenschelijk is. En er kan een tijd komen, dat het mogelijke tot een minimum beperkt is. Die periode gaan wij nu in ons land in. Wie dat niet zien en niet hooren wil, is ziende blind en hoorende doof. Helaas, dat het getal van dezen nog zoo schrik barend groot is. H. J. „HAVEN VAN VLISSINGEN". Het wetsontwerp betreffende de oprichting van een N. V. Ingediend is een wetsontwerp tot het verleenen van machtiging van de minis ters van waterstaat en van financien tot oprichting van de N. V. „Haven van Vlis- singen" en tot het sluiten van een over eenkomst met die vennootschap betreffen de de exploitatie-, de erfpacht en het ge bruik van haven en haventerreinen en de daartoe behoorende inrichtingen en toe kenning aan die vennootschap van de be voegdheid tot het heffen van rechten. De memorie van toelichting zegt o.a.: Uit met het gemeentebestuur van Vlis- singen gevoerde besprekingen is gebleken, dat de gemeente voor de exploitatie van de buitenhaven niet in aanmerking wenscht te komen; de gemeente acht zich niet in staat het benoodigde kapitaal te verschaffen. Daar een exploitatie der buitenhaven door 't gemeentebestuur dus uitgesloten moet worden geacht en het aan den ande ren kant noodig is, dat de exploitatie van de binnenhaven en de buitenhaven in één hand komen, is gestreefd naar een rege ling, waarbij zoowel het Rijk als de ge meente deelen in de geldelijke resultaten van het bedrijf. Daarnaast is getracht, met het oog op de bij de exploitatie betrokken algemeene belangen, ook de overige be langhebbenden in het nieuwe bedrijf te doen deelnemen. Volgens de meening van de ministers zal de exploitatie van de Vlissingsche ha vens het best kunnen geschieden door een Naamlooze Vennootschap, waarin Rijk, ge meente en verdere belanghebbenden sa menwerken. Deze wijze van exploitatie heeft het voordeel van de soepelheid van het particuliere bedrijf, gepaard aan den noodigen invloed van de meestbelangheb- bende lichamen. De met de gemeente Vlissingen en de overige belanghebbenden gevoerde onder handelingen, hebben tot overeenstemming geleid en met het oog hierop wordt voor gesteld de ministers van waterstaat en van financien te machtigen tot oprichting van een Naamlooze Vennootschap „Haven van Vlissmgen". Het maatschappelijk kapitaal der ven den volgenden dag zou uitzeilen; en toen teekende hij zijn naam. Een oogenblik zat hij naar die enkele rgels te staren, terwijl een verlangen om alles aan haar te bekennen hem drong om meer te schrijven, maar zijn eergevoel zeide hem dat nu bekennen een lafheid zou zijn. Hij had moeten bekennen, voor hij bang was, dat alles uit zou komen en dan in gesproken, niet in geschreven woorden. En welk rgcht had hij om Elsie te ver schrikken met zijn afschuwelijk geheim? Hij schoof het briefje in een enveloppe, aarzelde, en haalde het er weer uit. „Ver geet als je blieft de krant niet", schreef hij er onder en plakte de enveloppe dicht. Het was bijna tien uur, toen hij uit ging om den brief te posten. Toegevend aan een plotselinge opwelling, riep hij een hansom aan. Bijna op 't zelfde oogen blik stak een man aan den anderen kant van de straat ook zijn hand op om een tweede hansom. De avond was warm en de vensters van Lady Mac Donald's zitkamer ston den open. Het licht scheen door de neer gelaten jaloezieën naar buiten. De too- nen van een piano kon men buiten hoo ren. In de schaduw, tegen het hek van den tuin, wachtte Harry. Nog nooit in zijn leven had hij zich zoo eenzaam ge voeld. Hij vroeg zich af, of Elsie, wier piano spel hij herkende, had gezongen en of nootschap zal bestaan uit f 1 millioen, verdeeld in 200 aandeelen, elk groot f 5000 waarvan bij de oprichting 155 aandeelen zullen zijn geplaatst en volgestort tot een bedrag van f 775.000. Het Rijk en de ge meente nemen ieder deel voor f 275.000, terwijl de resteerende f 225.000 aandeelen zullen worden overgenomen door de na- gemelde lichamen: provincie Zeeland f 50.000; Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen f 100.000; Kamer van Koophandel en Fabrieken te Middelburg f 30.000; N. V. Steenkolen Handelsver- eeniging, gevestigd te Utrecht f 35000; N. V. Kon. Mij „De Schelde" Scheepswerf en Machinefabriek, gevestigd te Vlissingen f 10.000. De Staat, die zich in afwachting van de oprichting der vennootschap heeft belast met het treffen van verschillende voor de exploitatie vereischte voorzieningen stichting van loodsen enz. zal de gelds waarde daarvan verrekenen met zijn te storten aandeel in het maatschappelijk ka pitaal. De gemeente brengt als haar aan deel het erfpachtsrecht op de binnenhaven in, waarvan de opzegging door den staat tot 1975 vrijwel uitgesloten moet worden geacht en waarvan de waarde op onge veer 2.5 ton kan worden geschat. De jaar- lijksche netto opbrengst der binnenhaven bedraagt nl. f 1200013000. In de twee de plaats staat de gemeente af de door haar gedurende de exploitatie van de bin nenhaven gekweekte reserve, waarvan de waarde op 1 Januari 1931 op f 61.685 ge steld kon worden. Ten slotte doet de gemeente afstand van hare rechten, voortvloeiende uit de bouw- rekening krachtens het tusschen den Staat en de gemeente bestaande erfpachtscon tract d.d. April 1913, welke bouwrekening thans voor de gemeente een crediet aan wijst van f 76.756. De overige aandeelhouders brengen hun aandeelen in contanten in. Het bestuur der vennootschap wordt op gedragen aan de directie, bestaande uit één of meer directeuren, onder toezicht van een raad van commissarissen, en van een daaruit te benoemen raad van toe zicht. Door de voorgeschreven wijze van benoeming is gewaarborgd, dat de Staat en de gemeente niet alleen in de algemee ne vergaderingen van aandeelhouders, doch ook in de beide eerstgenoemde colle ges voldoenden invloed op den gang van zaken kunnen uitoefenen. FINANCIEELE MOEILIJKHEDEN DER GEMEENTEN. De vereen, van liberale leden van ge meentebesturen heeft te Utrecht verga derd. Door den heer K. H. Tusenius, werd een inleiding gehouden over de financieele moeilijkheden der gemeenten. Spr. besloot met de volgende conclusies 1. Bij de wet, en voor zoover noodig bij de algemeene maatregelen van Bestuur, worde vastgelegd de grondslag, waarop aan de gemeenten steun wordt verleend. 2. De steun, welke aan gemeenten ver strekt wordt, om crisismaatregelen te fi nancieren, geschiede a fonds perdu. 3. Zoo spoedig mogelijk worde de wet op de financieele verhouding tusschen rijk en gemeente gewijzigd, teneinde de thans be staande onbillijkheden hieruit weg te ne men. 4. De geheele bevolking dient in gelijke mate bij te dragen aan dezen crisislast. Bij de bespreking bleek, dat verschil lende gemeenten in groote moeilijkheden verkeeren. Schiedam b.v. met een bevolking van 55000 inwoners heeft de zorg voor 5000 werkloozen. Een wethouder van H a r 1 i n g e n ver klaarde, dat in die gemeente het op de begrooting 1932 uitgetrokken bedrag voor werkloozenzorg, half Juni was verbruikt, terwijl de belastingen tot een maximum bedrag worden geheven. Voor 1932 is er een ongedekt tekort van 50 tot 60 duizend gulden. Vrij algemeen was men van oordeel, dat de Regeering meer moet doen om de ge meenten te ontlasten. Conclusie 2 vond echter van meerdere kanten bestrijding. ze nog zingen zou, voor hij weg moest.. Hij hunkerde naar het geluid van haar stem. Maar hij wachtte vergeefs, want plotseling werd het pianospel afgebro ken alsof de speelster van het in strument weg geroepen was. Harry keek op zijn horloge. Het was bijna tijd voor hem om te vertrekken. Met een hongerige uitdrukking in zijn oogen keek hij naar de vensters van de zitkamer. Eenige minuten gingen voorbij. Toen ging de breede voordeur van Lady Mac Donald's huis open. Een lange man kwam naar buiten en de deur werd weer ge sloten. De man bleef boven aan 't bordes staan en knoopte zijn lichte overjas dicht over zijn avondkleeding. Bij het lan taarnlicht herkende Harry het gelaat. „Alweer", mompelde hij en plotseling hoopte hij, dat Elsie dien avond in 't ge heel niet had gezongen. Robert Barker haastte zich, als viel hem plotseling iets in, het bordes af en de straat op. Harry dacht, dat er een glim lach op zijn gelaat lag, maar bij nader bsechouwing leek 'them toe, dat hij zich toch vergiste, hoewel hij Barker's tanden kon zien. Harry keek weer op zijn horloge. Hij moest gaan. Hij deed een stap, wankelde en wendde het gezicht naar het hek. Zich vast klemmend aan een van de rijk ver sierde spijlen, liet hij het hoofd op den HET NEGENDE BINNENSCHEEPVAART-CONGRES. Wordt Dinsdag, Woensdag en Donderdag te Terneuzen gehouden. In tijden van economische depressie vin den de pessimisten schier immer een aan dachtig gehoor. Dit behoeft geen bizondere verwonde ring te wekken, Er is ongetwijfeld een ver klaring te vinden voor dit verschijnsel, dat in zijn algemeenheid echter allerminst na volging verdient. Maar wel verre van dat sombere pes simisme, heeft elke tijd van economischen nood de onze stellig in bizondere mate! behoefte aan een gezond en krachtig optreden, dat de kansen waarneemt die het krijgt, een helder en open oog op de toekomst richt. De benarde tijdsomstandigheden druk ken óók het binnenscheepvaartbedrijf in zijn vollen omvang. Er is een zeer ver scherpte concurrentie, die voor velen het bedrijf verre van loonend maakt; er is een veel grooter aanbod dan vraag naar de scheepsruimte. Deze en dergelijk^, om standigheden gevolgen van de crisis in binnen- en buitenland teisteren de bin nenscheepvaart, versomberen het heden èn de toekomst, geven aanleiding tot pes simisme en een stemming-in-mineur. Doch het is wel een verblijdend, moed gevend en geruststellend teeken, dat zoo- velen, die bij de binnenscheepvaart betrok ken zijn, ondanks malaise en druk, het congres te Terneuzen meemaken. Dat im mers getuigt van een optimisme, vaardig om nieuwe mogelijkheden te zoeken, be reid om de toestanden, die zoo drukkend zijn in velerlei opzicht, gezamenlijk onder de oogen te zien. Terneuzen weet, onder welken druk de binenvaart lijdt. Een stad. die opkomst en bloei aan de scheepvaart dankt, zal ook in deze minder voorspoedige jaren een achteruitgang gevoelen. Haar belangen zijn ten nauwste saamgeweven met die van de scheepvaart. In den voorspoed van dit bedrijf heeft Terneuzen gedeeld, ook in den tegenspoed ondervindt het de gevol gen. Waar er zoo groote overeenkomst van belangen en moeilijkheden bestaat, moeten de congressisten zich te Terneuzen wel aanstonds thuis voelen. En geheel Zeeuwsch-Vlaanderen roept, met Terneuzen, den bezoeker het „wel kom" toe! Immers weet men in dit gebied wel zeer bizonder, wat de scheepvaart in een ver ren glorietijd aan schatten gebracht heeft! Men leze de historie der oude koopsteden, van Sluis het oude Lamminsvliet van Sint-Anna-ter-Muiden het Meede van eertijdsen men beseft, dat het de koene, dappere zeevaarders waren, die, door het gouden hart gelokt, ook aan de voorsteden van het machtige Brugge wel vaart en weelde brachten. Die verre tijden spreken tot den nazaat van onzen tijd, die een zelfde bedrijf uitoefent, door eenzelfde liefde voor zijn werk wordt bezield. Durf, een sterk geloof, een gestaag volharden, vormden het kenmerk voor deze menschen die het „Luctor et Emergo" tot hun wek roep maakten! Dat verleden leve voor den nakomeling. En het spreke zijn taal, nu uit alje deelen des lands velen zich opmaken om van meer nabij kennis te maken met Zeeuwsch Vlaanderen en zijn bevolking! Een zevental onderwerpen vraagt de aandacht der congressisten. Sommige daarvan hebben, ook buiten de kringen van direct-belanghebbenden, recht op bi zondere aandacht. Voor Zeeland zijn bij voorbeeld stellig interessant de besprekin gen over en de prae-adviezen met betrek king tot de onderwerpen: „De Schelde- Rijnverbinding", en „waterwegen in Z. Vlaanderen". Van zeer urgent belang mag genoemd worden de behandeling van de vraag: „Welke maatregelen kunnen ten behoeve van, of door de scheepvaart genomen wor den, teneinde te geraken tot verbetering van de economische omstandigheden?" Terwijl tenslotte de aandacht gevraagd wordt voor de onderwerpen: Scheepsvor- men voor de binnenbeurtvaart; de vaart op de Zeeuwsche stroomen en het IJssel- meer; Concessie-systeem voor het binnen- landsch vervoer; Primaire vaarwegen in Friesland; Tollen en heffingen in 't Noor- arm zinken. Hij voelde zich ontzettend zwak. En waarom zou hij gaan? Waarom zou hij niet in klinkende munt voor zijn zonde boeten en daarna alles omtrent dit tijdperk van zijn leven vergeten? De verleiding was groot, maar hij overwon ze. Zijn hoofd opheffend sloeg hij een laatsten blik op het huis. De vensters van de zitkamer waren donker. Hij reed terug naar zijn kamers, zon der door een tweede hansom gevolgd te worden, daar mijnheer Drane het plein te voet had verlaten, lang niet onte vreden oyer zichzelf. Hij had Barker's gezicht beter gezien dan Harry en het had zijn overpeinzing nieuw vcedsel ge geven. De eerwaarde John Clement ontmoette zijn zoon om negen uur en samen ontbeten ze in het St. Enochstation-hotel. Daarna gingen ze naar de rooksalon. „Neen, ik zal niet rooken, Harry. Ik had je zoo veel te zeggen, mijn jongen. Maar we hebben geen tijd. Wel, het spijt me, dat je zoo ver weg gaat, maar ik ge loof, dat het juist is, wat je noodig hebt, buiten je zakenbelangen daar." Dominee Clement was geschrokken van het uiter lijk van zijn zoon, maar wilde er niets van zeggen. „Hoe staat het met uw zaken vader?" vroeg Harry. den des lands; De belemmering van ijs- vorming. Men ziet: een reeks belangwekkende on derwerpen! Dinsdagavond worden de congressisten door het gemeentebestuur van Terneuzen officieel ontvangen. Dat Terneuzen de eer geniet, het bin- nenscheepvaartcongres binnen zijn gren zen te zien vergaderen, is wel bizonder verblijdend. Slechts zelden worden dergelijke groote bijeenkomsten alhier gehouden! Het kan niet ontkend, dat het centrum des lands gemakkelijker te bereiken is; maar als men toch naar elders trekt, kan men, evengoed als op veel andere plaat sen, op Terneuzen zijn aandacht doen val len. Er is alle gelegenheid tot vergaderen en logies. Een rustige omgeving wacht den bezoekers; er is natuurschoon en een zeer prachtig uitzicht op Westerschelde en Kanaal. Niet het laatst noeme men de vele industrieën, in de directe nabijheid van deze stad gelegen, waar vele besturen van vereenigingen voor hun leden toegang ver kregen bij vergaderingen die te Terneuzen gehouden werden. Zoo'n excursie heeft bizondere aantrekkelijkheid; en waar men weet, dat Zeeuwsch-Vlaanderen gaarne al les doet om het den bezoeker aangenaam te maken, zal in de toekomst stellig meer dan één vereeniging een jaarvergadering of centraal congres te Terneuzen organi- seeren! Het echtpaar Van DamVan Delft te Hansweert vierde Zaterdag zijn 60-jarig huwelijksfeest. Prins Hendrik te Vlissingen. Bij het bezoek aan de Kon. Mij. de Schelde was de Prins gisteren vergezeld o.a. door den Commissaris der Koningin, alle leden van Ged. Staten en den Griffier van dat college. Verder de ondercomman dant der marine, de hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat, de inspecteur der P. T. T. en de directeuren van de dien sten op de 0. en W. Schelde. Eerst werd een bezoek gebracht aan de keurig ver sierde leerschool, waarvan de Prinse lijke standaard wapperde, en waar Z. K. H. een pressepapier in ebbenhouten étui werd aangeboden. Vervolgens werd een deel van de Spoor brug die in aanbouw is, bezichtigd en daarna begaf men zich naar de tribune voor het aflaten van het motorschip Prins Hendrik. Met een roestvrije stalen hamer sloeg de Prins de laatste beletse len weg waarna hij met een flesch cham pagne de boot doopte, die in het water gleed. Na afloop der plechtigheid bracht Z. K. H. nog een bezoek aan de Verband- kamer waarna het gezelschap zich naar Britannia begaf voor de lunch. Na de lunch werd de tea gebruikt bij den burge meester van Vlissingen „Ach, wat zal ik er je van zeggen niet al te best. Ik begin te vreezen, dat ik geen goed leider ben, Cruden is verba zend aardig voor me. Hij is het eigenlijk, die de zaken gaande heeft gehouden, of schoon hij zelf genoeg heeft om aan te denken. Maar denk daar nu maar niet aan, Harry. Vertel me eens iets van je reis. Ik weet zelfs niet waar je heen gaat." Harry vertelde hem eenige bijzonderhe den. „Maar ik weet zelf eigenlijk nog niet veel van wat me wacht. In Vancouver zal ik vrienden van Torrance ontmoeten, die me verder zullen helpen. Vader, kan dit u uit de moeilijkheden helpen?" „Dit" was een cheque van vijf en twin tig honderd gulden. Het witte papier tril de in de hand van John Clement. „Mijn lieve jongen!" fluisterde hij. „Maar kun je het missen?" vroeg hij een oogenblik later. „0 ja, het gaat ons goed den laatsten tijd, dank zij die kopermijn van Torrance. Hij zal u uw aandeel binnen een paar maanden sturen, u hoeft u dus niet onge rust te maken. Laten we er als 't u blieft niet verder over spreken." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5