DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Gl DWAAS
Uit de Provincie.
Brieven uit de Residentie.
FEUILLETON
VAN
DINSDAG 21 JUNI 1932, Nr 220.
Een ernstig mensch mag in dezen tijd z'n
krant wel met bijzondere aandacht lezen.
Wie gelooft, dat God de wereld regeert
en dat Hij de bladzijden van het boek der
wereldgeschiedenis schrijft, die heeft met
name in dezen tijd heel veel op te merken.
Overal kraakt en overal scheurt het in
de wereld.
In het boek Jona lezen we van een
schip, dat in grooten nood was en waar
op de ongehoorzame profeet rustig slaapt.
Als dan die andere menschen zoo ploe
teren en zwoegen, om het schip te behou
den en nog te redden, wat er te redden
is, dan komt de „opperschipper" en wekt
Jona met dat bekende: wat is u, gij hard-
Siapende'?
Ik zie de wereld van dezen tijd ook als
een groot schip, dat dreigt te breken van
wege den geweldigen storm, die het teis
tert. Ja zeker, het dreigt te breken.
De schepelingen, tenm.nste de verstan-
d.gen onder hen, zijn in actie om het te
jjehouden. Zij doen tenminste alsof, ze
meenen het goed. Ik behoef de woorden
Gonève en Lausanne maar te noemen en
men begrijpt wat ik bedoel.
Ze werpen de vaten, die op het schip
zijn, in de zee om het te verlichten. En
ze roepen, ook nu nog, een iegelijk tot
zijnen god, al zijn er dan ook heele
vreemde goden bij.
Een zinkend schip dus op een fel bewo
gen zee.
Ik denk aan de psalmregels:
Zij dansen, wagg'len, vallen,
Gelijk een dronken man,
De wijsheid van hen allen,
Hoe groot, bezwijkt er van.
Wij hebben stellig niet te juichen, of
te roemen, over de zeemanskunst en de
wijsheid van vele „opperschippers" op
het. wereldschip van dezen tijd. 'tls geen
verheffend beeld, dat men krijgt, wanneer
men eiken dag zijn krant leest. Eer komt
er een zekere beklemming over den
mensch, die van goeden wille is.
Ook als men let op wat in meer engen
kring voorvalt, b.v. in ons eigen kleine
landje.
Begint men met dankbaar te erken
nen, dat wij nog een begenadigd plekske
wonen? Wij behoeven maar dicht om ons
heen te zien. Naar Duitschland, waar hol
alles kraakt en waar de economische
toestanden allertreurigst zijn, daar wordt
ellende en ontbering geleden. Naar Bel
gië, waar b.v. de salarissen der staats
ambtenaren reeds met 16 pet. zijn ver
minderd en waar de uikeeringen aan de
werkloozen veel lager zijn dan hier.
Is er nog geen reden om te danken?
En zie nu wat men doet. De S. D A F',
zit tegenwoordig wat in de klem. In de
groote steden hebben de communie ten
door hun dwaze eischen en beloften in
vloed op dat deel der arbeiders, dat nog
niet eens zoo ver ziet, als z'n neus 'ang
is. Ze worden opgezet tegen de Regeering
en tegen de bourgeoisie. Eén der zaoutste
termen, waarvan men zich daar bedient,
is hór go. Ruys (doelende op Minister
Ruys de Beerenbrouck). De communistea
maken heibel en op oer, men denke aan
wat in het zoo rus age Boskoop is ge
beurd. En we zijn er, helaas, nog lang
niet, wacht maar.
Doch de S.D.A.P. zit er mee.
Macht is voor haar alles en macht is
getal, zoodat ze alle afbrokkeling vreest.
Dan ia er nog de O.S.P. na het Haagsche
congres, die ook erg revolutionair doet,
en een kwade concurrent is, hoewel de
S.D.A.P. er minachtend over spreekt.
Maar als het niet meer gaat om argu
menten, doch om een grooten mond, dan
begint de S.D.A.P. erg achteraan te ko
men, ze wordt stijf in de beenen. Doch
nu richt ze zich weer op in haar kracht.
Vrij naar het Engelsch.
69.) o—
„Ik zie je aan 't station nog wel", zei
Torrance. „Je gaat zeker met den trein
van 11 50 van Euston. Weet je, dat Bar
ker met denzelfden trein gaat. Natuurlijk
hoef jullie niet samen te reizen, maar hij
is heusch geen kwaaie kerel en ik ben
blij zoo'n goed zakenman in ons bestuur
te hebben."
„Maar ik reis met den Midlandtrein, die
te middernacht vertrekt."
„Dan kom ik tegen dien tijd aan het
St.-Pancrasstation, ouwe jongen", zei Tor
rance opgewekt. Maar toen Harry weg
was, bleef hij stil voor zich uit zitten
staren en liet zijn sigaar zelfs uitgaan.
„En ik rekende op een huwelijk", mom
pelde hij. En hij piekerde voort over de
wispelturigheid der vrouw, die, naar hij
meende, de oorzaak was van die droe
vige verandering in zijn vriend.
Op zijn kamers terug gekomen, schreef
Harry een kort briefje aan Elsie. Hij
bedankte haar; hij vertelde haar, dat
hij zijn vader ging opzoeken voor hij
Na het marionettenspel met de drie roode
Raadsleden te Amsterdam, gingen er
groote dingen gebeuren. Er werden
gioote demonstraties gehouden te Amster
dam en in Den Haag ter ondersteuning
van de zooveelste werkloozen-interpellatie
in de Kamer.
De massa moest op straat komen, naar
het oude recept van Stenhuis, keet moest
er zijn.
Geen enkele poging om de menschen
de werkelijkheid te doen zien, wel zingen:
Wie maakt onze centen zoek?
Ruys de Beerenbrouckl
't Is even grof als demagogisch. De
menschen worden op een schandelijke
manier misleid en dat door „leiders", die
zelf niet weten, wat armoede is, waarbij
er zijn, die weelderiger leven dan de
bourgeoisie. Het ontstellende is, dat de
menschen denken, dat er maar is, volop
is. Haal het maar, waar het te halen is,
zeggen ze en geef het ons. Maar ze ver
geten, dat daar waar het dan is dikwijls
geldt, dat het er „was". Dezer dagen ont
moette ik een rijk man, dien me vertelde,
dat zijn inkomen op het moment één
zesde is van wat het voorheen was. Ze
ker, hij kan er nog best komen, maar
zulke dingen hebben toch een geweldi
gen invloed allereerst op de inkomsten
van den Staat. Daar is ook een eind aan
den inhoud van onze schatkist; die kan
best leeg.
Men doet beter en verstandiger den
menschen in dezen tijd te wijzen op dat
gene wat mogelijk is, dan met hen te
vertellen wat allemaal wenschelijk is. En
er kan een tijd komen, dat het mogelijke
tot een minimum beperkt is.
Die periode gaan wij nu in ons land in.
Wie dat niet zien en niet hooren wil, is
ziende blind en hoorende doof. Helaas,
dat het getal van dezen nog zoo schrik
barend groot is. H. J.
„HAVEN VAN VLISSINGEN".
Het wetsontwerp betreffende de oprichting
van een N. V.
Ingediend is een wetsontwerp tot het
verleenen van machtiging van de minis
ters van waterstaat en van financien tot
oprichting van de N. V. „Haven van Vlis-
singen" en tot het sluiten van een over
eenkomst met die vennootschap betreffen
de de exploitatie-, de erfpacht en het ge
bruik van haven en haventerreinen en de
daartoe behoorende inrichtingen en toe
kenning aan die vennootschap van de be
voegdheid tot het heffen van rechten.
De memorie van toelichting zegt o.a.:
Uit met het gemeentebestuur van Vlis-
singen gevoerde besprekingen is gebleken,
dat de gemeente voor de exploitatie van
de buitenhaven niet in aanmerking
wenscht te komen; de gemeente acht zich
niet in staat het benoodigde kapitaal te
verschaffen.
Daar een exploitatie der buitenhaven
door 't gemeentebestuur dus uitgesloten
moet worden geacht en het aan den ande
ren kant noodig is, dat de exploitatie van
de binnenhaven en de buitenhaven in één
hand komen, is gestreefd naar een rege
ling, waarbij zoowel het Rijk als de ge
meente deelen in de geldelijke resultaten
van het bedrijf. Daarnaast is getracht, met
het oog op de bij de exploitatie betrokken
algemeene belangen, ook de overige be
langhebbenden in het nieuwe bedrijf te
doen deelnemen.
Volgens de meening van de ministers
zal de exploitatie van de Vlissingsche ha
vens het best kunnen geschieden door een
Naamlooze Vennootschap, waarin Rijk, ge
meente en verdere belanghebbenden sa
menwerken. Deze wijze van exploitatie
heeft het voordeel van de soepelheid van
het particuliere bedrijf, gepaard aan den
noodigen invloed van de meestbelangheb-
bende lichamen.
De met de gemeente Vlissingen en de
overige belanghebbenden gevoerde onder
handelingen, hebben tot overeenstemming
geleid en met het oog hierop wordt voor
gesteld de ministers van waterstaat en
van financien te machtigen tot oprichting
van een Naamlooze Vennootschap „Haven
van Vlissmgen".
Het maatschappelijk kapitaal der ven
den volgenden dag zou uitzeilen; en toen
teekende hij zijn naam. Een oogenblik
zat hij naar die enkele rgels te staren,
terwijl een verlangen om alles aan haar
te bekennen hem drong om meer te
schrijven, maar zijn eergevoel zeide hem
dat nu bekennen een lafheid zou zijn.
Hij had moeten bekennen, voor hij bang
was, dat alles uit zou komen en dan in
gesproken, niet in geschreven woorden.
En welk rgcht had hij om Elsie te ver
schrikken met zijn afschuwelijk geheim?
Hij schoof het briefje in een enveloppe,
aarzelde, en haalde het er weer uit. „Ver
geet als je blieft de krant niet", schreef
hij er onder en plakte de enveloppe dicht.
Het was bijna tien uur, toen hij uit
ging om den brief te posten. Toegevend
aan een plotselinge opwelling, riep hij
een hansom aan. Bijna op 't zelfde oogen
blik stak een man aan den anderen kant
van de straat ook zijn hand op om een
tweede hansom.
De avond was warm en de vensters
van Lady Mac Donald's zitkamer ston
den open. Het licht scheen door de neer
gelaten jaloezieën naar buiten. De too-
nen van een piano kon men buiten hoo
ren. In de schaduw, tegen het hek van
den tuin, wachtte Harry. Nog nooit in
zijn leven had hij zich zoo eenzaam ge
voeld.
Hij vroeg zich af, of Elsie, wier piano
spel hij herkende, had gezongen en of
nootschap zal bestaan uit f 1 millioen,
verdeeld in 200 aandeelen, elk groot f 5000
waarvan bij de oprichting 155 aandeelen
zullen zijn geplaatst en volgestort tot een
bedrag van f 775.000. Het Rijk en de ge
meente nemen ieder deel voor f 275.000,
terwijl de resteerende f 225.000 aandeelen
zullen worden overgenomen door de na-
gemelde lichamen: provincie Zeeland
f 50.000; Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen f 100.000; Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Middelburg
f 30.000; N. V. Steenkolen Handelsver-
eeniging, gevestigd te Utrecht f 35000; N.
V. Kon. Mij „De Schelde" Scheepswerf en
Machinefabriek, gevestigd te Vlissingen
f 10.000.
De Staat, die zich in afwachting van de
oprichting der vennootschap heeft belast
met het treffen van verschillende voor de
exploitatie vereischte voorzieningen
stichting van loodsen enz. zal de gelds
waarde daarvan verrekenen met zijn te
storten aandeel in het maatschappelijk ka
pitaal. De gemeente brengt als haar aan
deel het erfpachtsrecht op de binnenhaven
in, waarvan de opzegging door den staat
tot 1975 vrijwel uitgesloten moet worden
geacht en waarvan de waarde op onge
veer 2.5 ton kan worden geschat. De jaar-
lijksche netto opbrengst der binnenhaven
bedraagt nl. f 1200013000. In de twee
de plaats staat de gemeente af de door
haar gedurende de exploitatie van de bin
nenhaven gekweekte reserve, waarvan de
waarde op 1 Januari 1931 op f 61.685 ge
steld kon worden.
Ten slotte doet de gemeente afstand van
hare rechten, voortvloeiende uit de bouw-
rekening krachtens het tusschen den Staat
en de gemeente bestaande erfpachtscon
tract d.d. April 1913, welke bouwrekening
thans voor de gemeente een crediet aan
wijst van f 76.756.
De overige aandeelhouders brengen hun
aandeelen in contanten in.
Het bestuur der vennootschap wordt op
gedragen aan de directie, bestaande uit
één of meer directeuren, onder toezicht
van een raad van commissarissen, en van
een daaruit te benoemen raad van toe
zicht. Door de voorgeschreven wijze van
benoeming is gewaarborgd, dat de Staat
en de gemeente niet alleen in de algemee
ne vergaderingen van aandeelhouders,
doch ook in de beide eerstgenoemde colle
ges voldoenden invloed op den gang van
zaken kunnen uitoefenen.
FINANCIEELE MOEILIJKHEDEN
DER GEMEENTEN.
De vereen, van liberale leden van ge
meentebesturen heeft te Utrecht verga
derd.
Door den heer K. H. Tusenius, werd
een inleiding gehouden over de financieele
moeilijkheden der gemeenten.
Spr. besloot met de volgende conclusies
1. Bij de wet, en voor zoover noodig bij
de algemeene maatregelen van Bestuur,
worde vastgelegd de grondslag, waarop
aan de gemeenten steun wordt verleend.
2. De steun, welke aan gemeenten ver
strekt wordt, om crisismaatregelen te fi
nancieren, geschiede a fonds perdu.
3. Zoo spoedig mogelijk worde de wet op
de financieele verhouding tusschen rijk en
gemeente gewijzigd, teneinde de thans be
staande onbillijkheden hieruit weg te ne
men.
4. De geheele bevolking dient in gelijke
mate bij te dragen aan dezen crisislast.
Bij de bespreking bleek, dat verschil
lende gemeenten in groote moeilijkheden
verkeeren.
Schiedam b.v. met een bevolking
van 55000 inwoners heeft de zorg voor
5000 werkloozen.
Een wethouder van H a r 1 i n g e n ver
klaarde, dat in die gemeente het op de
begrooting 1932 uitgetrokken bedrag voor
werkloozenzorg, half Juni was verbruikt,
terwijl de belastingen tot een maximum
bedrag worden geheven. Voor 1932 is er
een ongedekt tekort van 50 tot 60 duizend
gulden.
Vrij algemeen was men van oordeel, dat
de Regeering meer moet doen om de ge
meenten te ontlasten.
Conclusie 2 vond echter van meerdere
kanten bestrijding.
ze nog zingen zou, voor hij weg moest..
Hij hunkerde naar het geluid van haar
stem. Maar hij wachtte vergeefs, want
plotseling werd het pianospel afgebro
ken alsof de speelster van het in
strument weg geroepen was.
Harry keek op zijn horloge. Het was
bijna tijd voor hem om te vertrekken.
Met een hongerige uitdrukking in zijn
oogen keek hij naar de vensters van de
zitkamer.
Eenige minuten gingen voorbij. Toen
ging de breede voordeur van Lady Mac
Donald's huis open. Een lange man kwam
naar buiten en de deur werd weer ge
sloten. De man bleef boven aan 't bordes
staan en knoopte zijn lichte overjas dicht
over zijn avondkleeding. Bij het lan
taarnlicht herkende Harry het gelaat.
„Alweer", mompelde hij en plotseling
hoopte hij, dat Elsie dien avond in 't ge
heel niet had gezongen.
Robert Barker haastte zich, als viel hem
plotseling iets in, het bordes af en de
straat op. Harry dacht, dat er een glim
lach op zijn gelaat lag, maar bij nader
bsechouwing leek 'them toe, dat hij zich
toch vergiste, hoewel hij Barker's tanden
kon zien.
Harry keek weer op zijn horloge. Hij
moest gaan. Hij deed een stap, wankelde
en wendde het gezicht naar het hek. Zich
vast klemmend aan een van de rijk ver
sierde spijlen, liet hij het hoofd op den
HET NEGENDE
BINNENSCHEEPVAART-CONGRES.
Wordt Dinsdag, Woensdag en Donderdag
te Terneuzen gehouden.
In tijden van economische depressie vin
den de pessimisten schier immer een aan
dachtig gehoor.
Dit behoeft geen bizondere verwonde
ring te wekken, Er is ongetwijfeld een ver
klaring te vinden voor dit verschijnsel, dat
in zijn algemeenheid echter allerminst na
volging verdient.
Maar wel verre van dat sombere pes
simisme, heeft elke tijd van economischen
nood de onze stellig in bizondere mate!
behoefte aan een gezond en krachtig
optreden, dat de kansen waarneemt die
het krijgt, een helder en open oog op de
toekomst richt.
De benarde tijdsomstandigheden druk
ken óók het binnenscheepvaartbedrijf in
zijn vollen omvang. Er is een zeer ver
scherpte concurrentie, die voor velen het
bedrijf verre van loonend maakt; er is een
veel grooter aanbod dan vraag naar de
scheepsruimte. Deze en dergelijk^, om
standigheden gevolgen van de crisis in
binnen- en buitenland teisteren de bin
nenscheepvaart, versomberen het heden
èn de toekomst, geven aanleiding tot pes
simisme en een stemming-in-mineur.
Doch het is wel een verblijdend, moed
gevend en geruststellend teeken, dat zoo-
velen, die bij de binnenscheepvaart betrok
ken zijn, ondanks malaise en druk, het
congres te Terneuzen meemaken. Dat im
mers getuigt van een optimisme, vaardig
om nieuwe mogelijkheden te zoeken, be
reid om de toestanden, die zoo drukkend
zijn in velerlei opzicht, gezamenlijk onder
de oogen te zien.
Terneuzen weet, onder welken druk de
binenvaart lijdt. Een stad. die opkomst
en bloei aan de scheepvaart dankt, zal ook
in deze minder voorspoedige jaren een
achteruitgang gevoelen. Haar belangen
zijn ten nauwste saamgeweven met die van
de scheepvaart. In den voorspoed van dit
bedrijf heeft Terneuzen gedeeld, ook in
den tegenspoed ondervindt het de gevol
gen. Waar er zoo groote overeenkomst van
belangen en moeilijkheden bestaat, moeten
de congressisten zich te Terneuzen wel
aanstonds thuis voelen.
En geheel Zeeuwsch-Vlaanderen roept,
met Terneuzen, den bezoeker het „wel
kom" toe!
Immers weet men in dit gebied wel zeer
bizonder, wat de scheepvaart in een ver
ren glorietijd aan schatten gebracht heeft!
Men leze de historie der oude koopsteden,
van Sluis het oude Lamminsvliet
van Sint-Anna-ter-Muiden het Meede
van eertijdsen men beseft, dat het de
koene, dappere zeevaarders waren, die,
door het gouden hart gelokt, ook aan de
voorsteden van het machtige Brugge wel
vaart en weelde brachten. Die verre tijden
spreken tot den nazaat van onzen tijd, die
een zelfde bedrijf uitoefent, door eenzelfde
liefde voor zijn werk wordt bezield. Durf,
een sterk geloof, een gestaag volharden,
vormden het kenmerk voor deze menschen
die het „Luctor et Emergo" tot hun wek
roep maakten!
Dat verleden leve voor den nakomeling.
En het spreke zijn taal, nu uit alje deelen
des lands velen zich opmaken om van
meer nabij kennis te maken met Zeeuwsch
Vlaanderen en zijn bevolking!
Een zevental onderwerpen vraagt de
aandacht der congressisten. Sommige
daarvan hebben, ook buiten de kringen
van direct-belanghebbenden, recht op bi
zondere aandacht. Voor Zeeland zijn bij
voorbeeld stellig interessant de besprekin
gen over en de prae-adviezen met betrek
king tot de onderwerpen: „De Schelde-
Rijnverbinding", en „waterwegen in Z.
Vlaanderen".
Van zeer urgent belang mag genoemd
worden de behandeling van de vraag:
„Welke maatregelen kunnen ten behoeve
van, of door de scheepvaart genomen wor
den, teneinde te geraken tot verbetering
van de economische omstandigheden?"
Terwijl tenslotte de aandacht gevraagd
wordt voor de onderwerpen: Scheepsvor-
men voor de binnenbeurtvaart; de vaart
op de Zeeuwsche stroomen en het IJssel-
meer; Concessie-systeem voor het binnen-
landsch vervoer; Primaire vaarwegen in
Friesland; Tollen en heffingen in 't Noor-
arm zinken. Hij voelde zich ontzettend
zwak.
En waarom zou hij gaan? Waarom zou
hij niet in klinkende munt voor zijn
zonde boeten en daarna alles omtrent
dit tijdperk van zijn leven vergeten? De
verleiding was groot, maar hij overwon
ze. Zijn hoofd opheffend sloeg hij een
laatsten blik op het huis.
De vensters van de zitkamer waren
donker.
Hij reed terug naar zijn kamers, zon
der door een tweede hansom gevolgd te
worden, daar mijnheer Drane het plein
te voet had verlaten, lang niet onte
vreden oyer zichzelf. Hij had Barker's
gezicht beter gezien dan Harry en het
had zijn overpeinzing nieuw vcedsel ge
geven.
De eerwaarde John Clement ontmoette
zijn zoon om negen uur en samen
ontbeten ze in het St. Enochstation-hotel.
Daarna gingen ze naar de rooksalon.
„Neen, ik zal niet rooken, Harry. Ik
had je zoo veel te zeggen, mijn jongen.
Maar we hebben geen tijd. Wel, het spijt
me, dat je zoo ver weg gaat, maar ik ge
loof, dat het juist is, wat je noodig hebt,
buiten je zakenbelangen daar." Dominee
Clement was geschrokken van het uiter
lijk van zijn zoon, maar wilde er niets van
zeggen.
„Hoe staat het met uw zaken vader?"
vroeg Harry.
den des lands; De belemmering van ijs-
vorming.
Men ziet: een reeks belangwekkende on
derwerpen!
Dinsdagavond worden de congressisten
door het gemeentebestuur van Terneuzen
officieel ontvangen.
Dat Terneuzen de eer geniet, het bin-
nenscheepvaartcongres binnen zijn gren
zen te zien vergaderen, is wel bizonder
verblijdend.
Slechts zelden worden dergelijke groote
bijeenkomsten alhier gehouden!
Het kan niet ontkend, dat het centrum
des lands gemakkelijker te bereiken is;
maar als men toch naar elders trekt, kan
men, evengoed als op veel andere plaat
sen, op Terneuzen zijn aandacht doen val
len.
Er is alle gelegenheid tot vergaderen
en logies. Een rustige omgeving wacht den
bezoekers; er is natuurschoon en een zeer
prachtig uitzicht op Westerschelde en
Kanaal. Niet het laatst noeme men de vele
industrieën, in de directe nabijheid van
deze stad gelegen, waar vele besturen van
vereenigingen voor hun leden toegang ver
kregen bij vergaderingen die te Terneuzen
gehouden werden. Zoo'n excursie heeft
bizondere aantrekkelijkheid; en waar men
weet, dat Zeeuwsch-Vlaanderen gaarne al
les doet om het den bezoeker aangenaam
te maken, zal in de toekomst stellig meer
dan één vereeniging een jaarvergadering
of centraal congres te Terneuzen organi-
seeren!
Het echtpaar Van DamVan Delft te
Hansweert vierde Zaterdag zijn 60-jarig
huwelijksfeest.
Prins Hendrik te Vlissingen.
Bij het bezoek aan de Kon. Mij. de
Schelde was de Prins gisteren vergezeld
o.a. door den Commissaris der Koningin,
alle leden van Ged. Staten en den Griffier
van dat college. Verder de ondercomman
dant der marine, de hoofdingenieur van
den Prov. Waterstaat, de inspecteur der
P. T. T. en de directeuren van de dien
sten op de 0. en W. Schelde. Eerst werd
een bezoek gebracht aan de keurig ver
sierde leerschool, waarvan de Prinse
lijke standaard wapperde, en waar Z. K.
H. een pressepapier in ebbenhouten étui
werd aangeboden.
Vervolgens werd een deel van de Spoor
brug die in aanbouw is, bezichtigd en
daarna begaf men zich naar de tribune
voor het aflaten van het motorschip
Prins Hendrik. Met een roestvrije stalen
hamer sloeg de Prins de laatste beletse
len weg waarna hij met een flesch cham
pagne de boot doopte, die in het water
gleed. Na afloop der plechtigheid bracht
Z. K. H. nog een bezoek aan de Verband-
kamer waarna het gezelschap zich naar
Britannia begaf voor de lunch. Na de
lunch werd de tea gebruikt bij den burge
meester van Vlissingen
„Ach, wat zal ik er je van zeggen
niet al te best. Ik begin te vreezen, dat
ik geen goed leider ben, Cruden is verba
zend aardig voor me. Hij is het eigenlijk,
die de zaken gaande heeft gehouden, of
schoon hij zelf genoeg heeft om aan te
denken. Maar denk daar nu maar niet
aan, Harry. Vertel me eens iets van je
reis. Ik weet zelfs niet waar je heen
gaat."
Harry vertelde hem eenige bijzonderhe
den. „Maar ik weet zelf eigenlijk nog
niet veel van wat me wacht. In Vancouver
zal ik vrienden van Torrance ontmoeten,
die me verder zullen helpen. Vader,
kan dit u uit de moeilijkheden helpen?"
„Dit" was een cheque van vijf en twin
tig honderd gulden. Het witte papier tril
de in de hand van John Clement.
„Mijn lieve jongen!" fluisterde hij.
„Maar kun je het missen?" vroeg hij een
oogenblik later.
„0 ja, het gaat ons goed den laatsten
tijd, dank zij die kopermijn van Torrance.
Hij zal u uw aandeel binnen een paar
maanden sturen, u hoeft u dus niet onge
rust te maken. Laten we er als 't u blieft
niet verder over spreken."
(Wordt vervolgd).