CRÈME I
G Uw huid tegen felle Zon 2
van den voorzitter en dhr Van Andel pre
cies te kloppen, wat den voorzitter doet
opmerken: „U hebt goede inlichtingen ge-
hadl Toch vind ik het niet de juiste me
thode, dat het B. A. cijfers aan Raadsle
den geeft. De Raadsleden kunnen via B.
en W. inlichtingen vragen.
Dhr Van Andel vermoedt een over
schrijding der begrooting door het B. A.
van i 46U0.
Dhr Mes (door den voorzitter de an
dere specialiteit genoemd) vreest een nog
grootere overschrijding. Het is beter de
werkelijkheid onder het oog te zien dan
achter de feiten aan te loopen. Velen
gaan, vooral in de wintermaanden, naar
het B. A. De gelden, die het B. A. wer
kelijk noodig heeft, moeten op de begroo
ting staan.
De voorzitter blijft er bij, dat er
nu nog niets valt te zeggen van over
schrijding der begrooting. Het B. A. moet
tijdig waarschuwen.
Dhr Gornelisse uit zijn bevreem
ding over het feit, dat menschen buiten
het B. A. weten, wat er wekelijks wordt
uitgegeven.
Interrupties: Waarom mag dat
niet?
Weth. de Veer: Gellenbouw!
Dhr Gornelisse: ook de voorzitter
wist de cijfers niet eens precies. Het B. A.
kan nu nog geen suppletoire begrooting
indienen. Enkele posten kunnen nog mee
vallen.
Dhr v. d. F e 11 z wil alleen zekerheid
dat de begrooting van het B. A. voldoen
de is.
De voorzitter: die kan niemand
geven.
Dhr v. d. Feit z: de Raad moet toch
gegevens hebben.
De voorzitter: Maar de Raadsle
den moeten zich wenden tot B. en W. of
tot het Bestuur van het B. A., en niet
tot één lid.
Dhr v. d. F e 11 z weet, dat in het eer
ste kwartaal '32 f 2500 meer is uitgege
ven dan in het le kwartaal '31.
De discussie wordt hierover afgebro
ken. In behandeling komt de
Gewijzigde begrcoting 1932 met
bijbehcorende belasting- en ai-
dere financieele voorstellen.
Zooals bekend, weigerden Ged. Staten
de begrooting goed te keuren, vóór de
Raad allerlei veranderingen aanbracht,
teneinde ze sluitend te krijgen. De voor
stellen betreffen o.a.: plaatsing in de 2e
klas der fondsbelasting, verhooging ver
mogensbelasting, beschikken over een
deel van het goed slot 1931, enz.
Dhr v. d. F e 11 z brengt namens de
fin. commissie rapport uit. De com
missie is doordrongen van het nut van
aanneming van het voorstel van B. en W.
Verder vraagt de commissie of er nog
niet meer tegenvallers zullen zijn. Spr.
denkt aan het Burg. Armbestuur en de
Godshuizen. Ook vraagt spr. naar de fi
nancieele gevolgen van het vastrechtta
rief. Spr. wil bij een eventueel verder
tekort gebruik maken van een deel der
reserve.!.
In de toekomst zag de commissie graag
tijdiger zulke ingrijpende voorstellen in
gediend.
Dhr Van Andel zegt:
Wat nu ten grondslag ligt aan dit voor
stel, is door mij reeds lang vermoed.
Nooit heb ik gedacht, aldus Spr., dat de
begrooting 1932, al klopte die ook for
meel, werkelijk zou sluiten. Reeds
voor 12 maanden is door Spr. in een hier
ter stede gehouden openbare vergadering
voorspeld wat wij nu voor oogen hebben.
Vandaar dat Spr. zich steeds heeft verzet
tegen onnoodige uitgaven, en heeft aan
gedrongen op bezuiniging. Maar het was
een stem eens roependen in de woestijn.
Bijna zou Spr. zeggen, met kwistige
hand is men voortgegaan geld onnoodig
uit te geven. Als Spr. waarschuwde sprak
men van de klok achteruit zetten. Is het
beter de klok zoo hard te laten loopen
en op te draaien dat de veer springt? (Ge
lach.)
De korting op de salarissen is te lang
uitgesteld. Met name de 3 pet. pensioen-
korting, die tot 1 Jan. a.s. is verschoven.
Met royale hand gaf men een gemeente
ambtenaar een verhooging in salaris,
waarop hij eerst na IX jaar recht had.
Men besloot een slachthuis te bouwen,
kortom men gaf geen gehoor aan wat
Ged. Staten voor drie jaar, in Mei 1929,
schreven, dat een goed beleid op opvan
gen van het accres der uitgaven moet zijn
gericht. Op 1 Juni verzocht Spr. om een
exposé omtrent den financieelen toestand.
Dit zou worden overwogen, ofschoon men
reeds 3 weken te voren, zoo men het al
thans zelf reeds niet lang wist, door
Ged. Staten op de hoogte was gesteld.
En nu, weer 14 dagen later, worden
inlichtingen gegeven, niet door B. en W.,
doch worden de inlichtingen van Ged.
Staten doorgegeven.
De Raad mag daarvoor wel dankbaar
zijn aan Ged. Staten.
Anders hadden we doorgesukkeld, was
de begrooting 1933 voorbereid, was de
vacantia gekomen en hadden we in Sept.
een slecht voorbereide begrooting gekre
gen of een met een financieelen afgrond,
die zeer bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk
te dempen ware geweest.
Spr. zegt niet uit leedvermaak, dat zijn
standpunt thans geheel wordt gerecht
vaardigd. Wel ziet Spr. en met groot
genoegen, dat geheel het College van B.
en W. op zijn standpunt overkomt.
Weth. Onderdijk, die reeds 3 pet. loons
verlaging voorstelde, doch met zijn 4 frac-
tiegenooten toch tegen de pensioenbijdra
gen stemde, gaat nu nog veel verder met
zijn voorstel om Middelburg in de 2e klas
te plaatsen.
De wind in de S. D. A. P, is gedraaid.
Spr. wijst op het artikel van dhr Vlie
gen in het Volk.
Is dit voorstel nu voldoende? Spr. be
twijfelt het. Spr. denkt aan de uitkeering
aan het B. A., aan het Gasthuis, enz. Be
zuiniging bij de nieuwe begrooting is
dringend noodig. Laat men niets ramen
voor een abattoir. We kunnen het niet fi
nancieren.
Dhr J eronimus gelooft dat de hee-
ren Mes en Van Andel in hun plicht te
kort geschoten zouden zijn, als ze de we
tenschap, die ze van het Burg. Armbe
stuur hadden, niet hadden gebruikt.
Met gioote bevreemding heeft Spr. den
aanvang van de rede van dhr Van Andel
gehoord. Hij had tegen de begrooting
moeten stemmen, als hij geweten had, dat
ze in werkelijkheid niet klopte.
Spr. dankt B. en W. voor het geheele
toegezonden dossier. Maar het bevreemdt
Spr. dat de stukken van Ged. Staten in
den geheimen trommel lagen. De begroo
ting en ook de brief van Ged. Staten moe
ten in het openbaar worden behandeld.
Het maakt op Spr. den indruk, dat B. en
W. zoo min mogelijk over dezen brief
willen spreken.
Toch wil Spr. iets zeggen over enkele
uitlatingen van Ged. Staten.
Bij de opstelling der begrooting is, zoo
zeggen Ged. Staten, geen rekening gehou
den met de ongunstige conjunctuur.
Nu zeggen B. en W. dat ze inlichtingen
hebben gehad van den inspecteur der be
lastingen. Maar dit is geen conjunctuur-
beoordeelaar.
De gemeente heeft kasgeld opgenomen
tot een bedrag van f 223.0^0. Maar dan
moet men ook in de begrooting rekenen op
aflossing.
Ged. Staten schrijven dat de begrooting
niet reëel sluit. Daarom onthouden zij er
hun goedkeuring aan.
Het is voor Spr. de vraag, of de belas
tingen het geraamde bedrag zullen op
brengen. Spr. zou graag vernemen welk
plan met Ged. Staten is besproken om
de begrooting voor het volgend jaar slui
tend te maken.
Spr. bestrijdt belastingverhooging. Eer
der moet men de salarissen in overeen
stemming brengen met het tegenwoor
dige levenspeil.
De eene voorgestelde belastingverhoo
ging is een plengoffer voor de S.D.A.P.
en de andere voor de democraten van
rechts. Daar is men alleen democratisch
als men voor verhooging der vermogens
belasting is.
Het terugbrengen van de le naar de 2e
klas der fondsbelasting is voor Spr. zeer
aantrekkelijk. Ook minder draagkrachti-
gen zullen belasting gaan betaten. Dat
werkt opvoedend.
Spr. had echter van B. en W. verwacht
dat zij zouden gekomen zijn met een voor
stel tot salarisverlaging
Dhr Onderdijk: dat hebben we pas
gehad.
Dhr Jeronimus: Ja, voor een deel.
Spr. wil een verlaging voor de geheele li
nie. Spr. heeft bezwaar tegen de cijfers
over de gasfabriek. De reserve is onvol
doende.
Dhr den Hollander is onaange
naam getroffen door de brieven, die de
Raad ontving. Spr. wil geen critiek uit
oefenen op B. en W. De overschrijdin
gen van de begrooting zijn niet het gevolg
van een verkeerd beleid van B. en W.
Maar wel had Spr. het prettiger gevon
den, als B. en W. den Raad tijdiger had
den ingelicht. Zij schrijven nu alleen brie
ven onder druk van hoogerhand.
B: en W. hebben het tekort toch wel
zien of kunnen zien aankomen. Zelfs is
in den Raad meermalen naar de finan
cieels positie van Middelburg gevraagd.
Bij die gelegenheden hadden B, en W.
den Raad kunnen inlichten.
Ook bij de behandeling der pensioen
korting heeft Spr. nog aan den weth. van
financiën om inlichtingen gevraagd. Toen
zal de wethouder toch wel op de hoogte
geweest zijn.
Spr. moet met de voorstellen van B. en
W. accoord gaan. Maar dit beteekent nog
niet met volledige instemming.
Nu heeft dhr Jeronimus iets gezegd
over democraten. Spr. beschouwt echter
den heer Jeronimus ook als een soort de
mocraat, als een volkstribuun. Hij heeft
een zeker deel van Middelburg achter
zich, dat bezuinigen wil.
Spr. wist reeds bij de behandeling der
begrooting 1932 uit bevoegde bron, dat
de belastingopbrengst zou dalen, wat hij
ook heeft gezegd. Dat hadden B. en W.
ook kunnen weten, als zij inlichtingen van
recenten datum hadden gevraagd.
De Raad moest aannemen, dat het met
de begrooting in orde was. Het tegendeel
is nu gebleken.
'B. en W. hebben wel een weinig te opti
mistische beschouwingen gehuldigd. Dit
betreurt Spr.
Wanneer men alle overschotten gaat
opmaken, zal men in 1934 voor een eigen-
aa^digen toestand komen te staan. Tenzij
B. en W. voor de volgende begrootingen
met ingrijpende maatregelen komen.
Dhr v. d. F e 11 z heeft zich lang bezig
gehouden met de vraag, welke houding
hij tegenover B. en W. moet aanne
men. We staan nu vijf maanden na de
behandeling der begrooting voor een ont
stellend feit.
B. en W. hebben altijd den toestand ge
camoufleerd en de ware situatie niet ge-
teekend. Spr. brengt dank aan Ged. Sta
ten, die nu een helder inzicht hebben ge
geven.
De fout bij B. en W. is, dat men niet al
les gedaan heeft wat mogelijk was, om de
uitgaven omlaag te brengen en niet vol
doende er mee heeft gerekend, dat men
vorig jaar een meevaller had voor één
jaar, die niet terugkwam n.l. de overgang
naar het nieuwe belastingstelsel,
Aan den heer Paul zei de voorzitter in
April, dat nog niets te zeggen viel om
trent het batig slot 1931, Maar tevo
ren schreven B. en W. aan Ged. Staten,
dat een batig slot over 1931 kon worden
verwacht van f 120.000.
B. en W. wilien nu den dienst 1932
kloppend krijgen met twee batige saldi.
Dit is bedenkelijk, vooral voor de toe
komst.
üok hebben B. en W. te laat mededee-
ling gedaan van de groote overschrijding
van aen post werkloozenzorg in 1931.
Spr. constateert ook, dat de aflossingen
niet zijn gedaan. De uitgaven zijn dus ge
fiatteerd.
De uidrukking van Ged. Staten, dat
dtze begrooting niet reëel is, is volkomen
juist. Spr. zal daarom voor de voorstellen,
die de begrooting sluitend moeten ma
ken, stemmen. Maar is dan de begrooting
werkelijk sluitend? Ged. Staten nemen
met de voorstellen genoegen, maar het
gaat niet van harte.
Dhr Onderdijk: Ged. Staten zijn
wellicht van meening, dat we in een ab-
normalen tijd leven.
Dhr v. d. F e 11 z: Dit zegt niets. Er
kunnen tegenvallers komen zooals de vra
gen van de heeren Mes en Van Andel
reeds doen vermoeden. Ook is er vermin
derde pacht, enz. Hoe denken B. en W.
in dit geval te moeten handelen.
Veel mogelijkheden blijven er niet over,
Alleen opcentenverhooging fondsbelasting,
plaatsing in de derde klas, tariefsverhoo-
ging en salarisverlaging.
Vooraf is noodig beperking van uitga
ven. Spr. wijst op de brugwachters, oe-
perking personeel gemeentewerken. Op
merkingen van Gedep. Staten dienaan
gaande zijn destijds met een hautain ge
baar genegeerd. Bestaande vacatures wil
Spr. niet vervullen.
De voorspelling van Spr. inzake sala
riskorting en plaatsing in de tweede klas,
is reeds uitgekomen. Er zijn echter raads
leden geweest, die gestemd hebben tegen
voorstellen, die zoo gemakkelijk populair
maken. Er waren ook leden, die het min
der breed zagen en vast hielden aan de
voorstellingen van B. en W. Misschien
hebben ze er nu spijt van.
Spr. kan niet begrijpen, dat iemand als
weth. Onderdijk in April nog tegen het
voorstel tot salarisverlaging durfde stem
men.
We mogen niet alles schuiven op den
nood der tijden. Van een krachtigen wil
tot bezuiniging is bij B. en W. niet veel
geoleken. De waarheid van: regeeren is
vooruitzien, is aan B. en W. voorbij ge
gaan. Ze zijn op zien komen spelen, den
kende: het zal onzen tijd wel duren. Ze
zijn dan ook tegenover den Raad tekort
geschoten.
Mooie woorden zijn gesproken over de
autonomie der gemeenten. Maar daarvan
komt bedroevend weinig terecht. Het nu
voorgestelde wordt ons gedicteerd. En
daarvoor is Spr. dankbaar.
Dhr Onderdijk: Daarin ben ik het
met u eens.
Dhr v. d. F e 11 z zegt ten slotte, dat het
vertrouwen in B. en W. bij de G.H. fractie
een schok heeft gekregen.
Dhr Paul zal in de toekomst ook ge
bruik maken van de bevoegdheid om ais
Raadslid bij' openbare colie0es en licha
men inlichtingen in te winnen.
Dhr Onderdijk: Maar als u het
doet, wordt het u kwallik genomen.
Dhr Paul meent, dat de begrooting bij
de indiening en de behandeling kloppend
was. We moeten de zaak zien in het licht
der omstandigheden.
Inplaats van plaatsing in de 2e klas der
fondsbelasting' zou men ook meer dan 80
opcenten op die belasting kunnen heffen.
Maar daar is Spr. tegen, omdat we dan
nog meer onder curateele zouden komen.
Daarom zal Spr. stemmen voor plaatsing
in de 2de klas.
Verhooging van de opcenten der ver-
mogensbelasting vindt Spr. billijker.
Spr. bestrijdt den heer Van Andel. De
wind in de soc.-dem. fractie is niet ge
keerd. De tot stand gekomen salariskor
ting blijft Spr. onbillijk noemen.
Belastingverhooging is billijker dan sa
larisverlaging. In het eerste geval worden
de lasten door een veel grootere groep
gedragen.
Spr. herinnert er aan, dat men nog niet
zoo lang geleden in Middelburg meer aan
gemeentebelasting bij een gelijk inkomen
betaalde dan straks moet gebeuren. De
toestand wordt niet zoo, dat we straks
moeten zeggen, nog nooit zoo diep in den
put gezeten te hebben als nu.
Spr. zal stemmen voor de plaatsing in
de 2de klas en voor verhooging der ver
mogensbelasting. Wanneer de toestand
eenigszins beter is, hoopt Spr., dat we
weer spoedig terugkeeren tot de le klas.
Dhr Heemskerk waardeert zeer de
opmerkingen van Ged. Staten, maar wan
neer de begrooting geheel volgens de Ge
meentewet in October zou zijn behan
deld en ingezonden, zou ze ongewijzigd
zijn goedgekeurd. De situatie is nu geheel
veranderd.
Toch is spr. dankbaar voor de adviezen
van Ged. Staten. Spr. gelooft, dat de nu
te nemen maatregelen voor verschillende
jaren zullen moeten gelden.
Spr. schetst het karakter der vermo
gensbelasting en betoogt, dat die zich min
der goed leent voor opcenten-heffing.
De opmerking van Ged. Staten over
niet-consolideeren' van vlottende schuld
zou in normale jaren niet passen. Liever
had spr. gezien, dat B. en W. door bezui
niging of belastingverhooging inderdaad
af wilden lossen op de vlottende schuld.
Met zeer groote vrees zal spr. de ver
antwoordelijkheid dragen voor het voor
stel van B. en W. inzake de gasfabriek.
Spr. hoopt, dat deze kwestie nogeens goed
onder het oog zal worden gezien,
De steunverleening aan de werkloozen
moet ook goed bezien worden. Nog steeds
zijn sommige steunbedragen gebaseerd op
loonen van 1930, wat onbillijk is tegen
over hen, die nu nog werken tegen ver
laagde loonen. Spr. zou als norm willen
nemen het loon, dat thans door gelijk
soortige arbeiders wordt verdiend.
Dhr Mes komt terug op de posten van
het Burg. Armbestuur, waarmee nu geen
rekening wordt gehouden. Het B. A. kan
na vijf maanden wel berekenen, met hoe
veel in vijf twaalfde van het jaar de be
grooting is overschreden..
Spr. is dankbaar, dat de begrooting in
December niet is goedgekeurd. Dan had
den we in 1933 en 1934 onoverkomenlijke
moeilijkheden gekregen.
Spr. voorziet een overschrijding der be
grooting van het B. A. met f 16.000.
De voorzitter: U praat over dingen
waar geen cijfers van zijn te geven.
Dhr Onderdijk: Kletskoek!
Dhr Mes: Er is bij het B. A. behoorlijk
te informeeren.
Mevr. W e ij 1 drukt haar bevreemding
uit over het uitblijven van antwoord van
B. en W. over haar voorstel inzake de
winst uit het gasbedrijf. Feitelijk wordt
de zaak nu beslist.
De komende begrooting zal antwoord ge
ven op de vraag, of B. en W. 't vertrou
wen van den Raad nog langer waard zijn.
Dhr Wondergem komt op tegen het
voornemen van dhr Jeronimus om door
salarisverlaging de crisis op te lossen. Dat
zal de cris.s nog verergeren.
Tot den heer Heemskerk zegt spr., dat
van den steun aan de werkloozen niets af
kan. Zij, die de meeste steun ontvangen,
hebben ook groote gezinnen.
Dhr Mondeel bestrijdt, dat de finan
cieele moeilijkheden gevolg zouden zijn van
het financieel beleid van B. en W. Vele
gemeenten verkeeren in deze moeilijkhe
den. De heeren zetten nu een hooge borst.
Maar waarom hebben ze bij de behan
deling der begrooting geen bezuinigings
voorstellen ingediend?
Interrupties van alle kanten: Die zijn
alle afgestemd.
Dhr O n d e r d ij k: Er zijn er geen in
gediend.
Dhr Paul: Althans geen belangrijke.
Dhr Mondeel maakt B. en W. geen
enkel verwijt.
Vele gemeenten zullen straks door het
Rijk geholpen moeten worden. Het Rijk
heeft veel grooter belastingbevoegdheid
dan de gemeenten.
Dhr Harthoorn maakt bezwaar te
gen de indexloonen van dhr Jeronimus,
waarmee men altijd achteraan moet ko
men, omdat indexcijfers nooit tevoren be
kend zijn.
(Dhr Jeronimus: Bij de belastingen
komt men ook wel achteraan).
Spr. vraagt een dr'emaandelijksch over
zicht van de financiën van het Burgerl.
Armbestuur. Dan hebben we een beteren
kijk er op.
Dhr Onderdijk zegt: We staan voor
een toestand, die door niemand in De
cember kon worden voorzien, ook niet
door B. en W.
Dhr v. d. F e 11 z: Dat heeft ook nie
mand ontkend.
Dhr Onderdijk: Dat had toch in
aanmerk'ng genomen kunnen worden bij
de critiek op B. en W. Hadden de Raads
leden wél een vooruitzienden blik gehad,
dan hadden ze voorstellen moeten indie
nen.
Bij de behandeling der begrooting 1932
is door B. en W. gerekend met den toe
stand van December 1931. Wat de Raad
wilde, was: de belasting verlagen, maar
niet, de hoogere belasting te reservee
ren voor de kwade tijden.
Het was niet te voorzien, dat de toe
stand zich zóó zou ontwikkelen als nu het
geval is. Het aantal werkloozen is sterk
gestegen en zelfs in de laatste maanden
nog toegenomen, dank zij de crisis in de
bouwvakken en in den landbouw. De Mi
nister heeft nu toegestemd, dat landarbei
ders en het personeel van Alberts in de
crisisregeling worden opgenomen. Ook bij
de Schelde, The Vitrite Works en de fa.
Boddaert neemt de werkloosheid steeds
toe.
Middelburg moet op zijn begrooting al
leen voor de werkloozen f 100.000 uittrek
ken. Gaat dit nog eenigen tijd door, dan
zal het Rijk moeten bijspringen. Veel kan
op de uitkeeringen niet bezuinigd worden.
Hoogstens kunnen eenige oneffenheden
worden weggenomen. Spr. heeft persoon
lijk alle steunlijsten nagegaan en gevonden
dat f 45 zou kunnen worden bespaard, in
dien werd gehandeld in den geest van den
heer Heemskerk.
Er zijn Raadsleden, die elke vermeerde
ring van de werkloozen op de ambtenaren
willen verhalen.
Dhr Jeronimus: Absoluut onjuist!
Dhr Onder dijk handhaaft zijn mee
ning. Spr. wil liever bij de regeering om
meer hulp aankloppen. De salarissen moe
ten redelijk zijn.
Nu de toestand zoo geworden is, als
Ged. Staten schrijven (waarvoor spr. hun
niet zoo dankbaar is, omdat ook Ged. Sta
ten in December den toestand van nu niet
konden zien aankomen) moeten maatre
gelen genomen worden.
Het ligt niet op de weg van B. en W.
aan alle instellingen te gaan vragen: „Zeg,
komen jullie wel toe met de begrooting?"
(Van verschillende kanten wordt bij in
terruptie het tegendeel betoogd).
De instellingen moeten, als het noodig
is, met een suppletoire begrooting komen.
Middelburg heeft altijd getracht de werk-
loozenbedragen uit den gewonen dienst te
halen en wil niet, zooals andere gemeen
ten, een crisisleening sluiten. Spr. noemt
dit reëele politiek,
Ingezonden Mededeeling.
if bescherm^^^*"^ |j
De gemeente heeft geen invloed op de
uitgaven voor de werkloozenkassen. Die
worden uit Den Haag opgegeven.
Dhr de Veer beantwoordt ook ver
schillende vragen.
De geheele misère van de begrooting
komt in hoofdzaak van den werkloozen-
steun en wat daarmee samenhangt.
Voor ontstemming tegenover B. en W.
is geen reden. Dezelfde onaangenaamheid
hebben B. en W. ook gevoeld, alleen een
week of vier eerder dan den Raad.
We staan machteloos tegenover de fei
ten. Ged. Staten moeten ook achter de fei
ten aanloopen, evenals wij. Ze kunnen al
leen de begrooting n u beoordeelen, terwijl
de Raad 't veel eerder moest doen. B. en
W. waren op sommige punten nog pessi
mistischer dan Ged. Staten, zooals spr.
aantoont. B. en W. wenschen niet te ca-
moufleeren, maar de begrooting kan al
leen gewijzigd, als de juiste cijfers bekend
zijn.
De opgaven voor de werkloozenkassen
komen veel te laat binnen. Die over het 4e
kwartaal 1931 zijn zelfs nu nog niet be
kend.
B. en W. konden niet eerder met mede-
deelingen bij den Raad komen.
Of deze begrootings-wijziging voldoende
zal zijn, kan spr. niet definitief zeggen.
Maar voorloopig kunnen wij niet meer
doen. Ged. Staten zijn nu bereid over an
dere bezwaren heen te stappen. Daaronder
behoort ook de kwestie der aflossing.
Men moet op het oogenblik door aflos
sing den toestand niet verzwaren, want hij
is al moeilijk genoeg. We moeten in abnor-
malen tijd wel eens iets naar de toekomst
verschuiven.
Er zijn weer bekende bezuinigingsklan
ken gehoord, 't Is altijd gemakkelijk een
ander een eisch op te leggen Bij de be
handeling der begrooting zijn maar wei
nig bezuinigingsvoorstellen ingediend. En
waren ze er nog, dan was het doel de be
lasting te verlagen.
Dhr v. d. F e 11 z: omdat ik den toestand
niet wist.
Dhr de Veer: U weet er net zooveel
van als ik. U was zelfs veel pessimisti
scher.
De kwestie van het abattoir staat geheel
buiten de begrooting.
Over de werking van het vastrecht kan
spr. nog maar weinig zeggen. Voorloopig
is voor 1933 het gevolg van het vastrecht
voor het gas begroot op f 5500. Maar het
staat nog niet vast.
Als een Raadslid zegt, dat op personeel
bezuinigd moet worden, moet hij concrete
feiten noemen. Steeds zit bij B. en W. de
ernstige drang voor, om de bedrijfsexploi-
tatie zoo goedkoop mo=elijk te doen ge
schieden. Zoo is een vacature van geld-
ophaler niet vervuld.
Spr. acht de afschrijving op de gasfa
briek voldoende.
De opmerking van dhr v. d. Feltz over
het opmaken van de batige saldi is vol
komen juist. De toekomst is wel heel don
ker. De financieele toestand wordt voor
gemeenten als Middelburg onhoudbaar,
en het Rijk zal moeten bijspringen.
Spr. ziet geen kans, omdat we aan het
eind van ons Latijn zijn, ten opzichte van
de vlottende schuld iets te doen, tenzij we
paardenmiddelen te baat zouden nemen.
B.v. salarisvermindering, maar daartoe is
spr. niet bereid.
Een driemaandelijksche opgaaf van het
Burg. Armbestuur, Godshuizen is prac-
tisch niet uitvoerbaar. Er zijn uitgaven,
die pas aan het eind van het jaar bekend
zijn.
Ged. Staten zullen geen bezwaar maken
tegen kleine kapitaalsuitgaven voor de be
drijven.
Spr. zou graag een reserve-fonds voor
de gasfabriek stichten (voorstel van Mevr.
Weijl) maar het geld ontbreekt.
We zitten in een impasse. Het spijt spr.,
dat de C. H. fractie heeft gesproken van
een geschokt vertrouwen in B. en W. De
omstandigheden zijn ons boven het hoofd
gegroeid. Het was juist een C. H. lid, dat
vroeg, of de pensioenkorting wel noodig
was. En toen heeft spr. gezegd: dit is nog
maar een begin.
Het voorstel van B. en W. is na rijp
overleg, ook met Ged. Staten, ontworpen.
Spr. hoopt, dat het op den duur niet erger
zal worden.
De voorzitter kan begrijpen, dat
leden van den Raad hoogst onaangenaam
naar deze vergadering zijn gegaan en dat
de eerste steen wordt geworpen naar B.
en W.
In December meende Spr. werkelijk, dat
we er met de begrootingscijfers konden
komen. Maar het aantal werkloozen is
met 50 pet. toegenomen. Ook voelden B. en
W. niets voor crisisleeningen. Daarmede
moeten we zoo lang mogelijk wachten.
Deze moeilijkheden doen zich in vele ge
meenten voor. Als de Raad weer zijn
kalmte heeft herkregen, gelooft spr., dat
de leden zullen erkennen, dat B. en W.
zich niet aan camouflage of verkeerde in
lichting hebben schuldig gemaakt.
Al wordt de autonomie der gemeente
aangerand, toch moeten we zorgen, dat
die zoo weinig mogelijk wordt aangetast.
Daarom willen B. en W. niet overgaan tot
100 pcenten op de fondsbelasting. Want
dan komen we onder voogdij.
De begrooting 1933 zal er heel anders