CRÈME I G Uw huid tegen felle Zon 2 van den voorzitter en dhr Van Andel pre cies te kloppen, wat den voorzitter doet opmerken: „U hebt goede inlichtingen ge- hadl Toch vind ik het niet de juiste me thode, dat het B. A. cijfers aan Raadsle den geeft. De Raadsleden kunnen via B. en W. inlichtingen vragen. Dhr Van Andel vermoedt een over schrijding der begrooting door het B. A. van i 46U0. Dhr Mes (door den voorzitter de an dere specialiteit genoemd) vreest een nog grootere overschrijding. Het is beter de werkelijkheid onder het oog te zien dan achter de feiten aan te loopen. Velen gaan, vooral in de wintermaanden, naar het B. A. De gelden, die het B. A. wer kelijk noodig heeft, moeten op de begroo ting staan. De voorzitter blijft er bij, dat er nu nog niets valt te zeggen van over schrijding der begrooting. Het B. A. moet tijdig waarschuwen. Dhr Gornelisse uit zijn bevreem ding over het feit, dat menschen buiten het B. A. weten, wat er wekelijks wordt uitgegeven. Interrupties: Waarom mag dat niet? Weth. de Veer: Gellenbouw! Dhr Gornelisse: ook de voorzitter wist de cijfers niet eens precies. Het B. A. kan nu nog geen suppletoire begrooting indienen. Enkele posten kunnen nog mee vallen. Dhr v. d. F e 11 z wil alleen zekerheid dat de begrooting van het B. A. voldoen de is. De voorzitter: die kan niemand geven. Dhr v. d. Feit z: de Raad moet toch gegevens hebben. De voorzitter: Maar de Raadsle den moeten zich wenden tot B. en W. of tot het Bestuur van het B. A., en niet tot één lid. Dhr v. d. F e 11 z weet, dat in het eer ste kwartaal '32 f 2500 meer is uitgege ven dan in het le kwartaal '31. De discussie wordt hierover afgebro ken. In behandeling komt de Gewijzigde begrcoting 1932 met bijbehcorende belasting- en ai- dere financieele voorstellen. Zooals bekend, weigerden Ged. Staten de begrooting goed te keuren, vóór de Raad allerlei veranderingen aanbracht, teneinde ze sluitend te krijgen. De voor stellen betreffen o.a.: plaatsing in de 2e klas der fondsbelasting, verhooging ver mogensbelasting, beschikken over een deel van het goed slot 1931, enz. Dhr v. d. F e 11 z brengt namens de fin. commissie rapport uit. De com missie is doordrongen van het nut van aanneming van het voorstel van B. en W. Verder vraagt de commissie of er nog niet meer tegenvallers zullen zijn. Spr. denkt aan het Burg. Armbestuur en de Godshuizen. Ook vraagt spr. naar de fi nancieele gevolgen van het vastrechtta rief. Spr. wil bij een eventueel verder tekort gebruik maken van een deel der reserve.!. In de toekomst zag de commissie graag tijdiger zulke ingrijpende voorstellen in gediend. Dhr Van Andel zegt: Wat nu ten grondslag ligt aan dit voor stel, is door mij reeds lang vermoed. Nooit heb ik gedacht, aldus Spr., dat de begrooting 1932, al klopte die ook for meel, werkelijk zou sluiten. Reeds voor 12 maanden is door Spr. in een hier ter stede gehouden openbare vergadering voorspeld wat wij nu voor oogen hebben. Vandaar dat Spr. zich steeds heeft verzet tegen onnoodige uitgaven, en heeft aan gedrongen op bezuiniging. Maar het was een stem eens roependen in de woestijn. Bijna zou Spr. zeggen, met kwistige hand is men voortgegaan geld onnoodig uit te geven. Als Spr. waarschuwde sprak men van de klok achteruit zetten. Is het beter de klok zoo hard te laten loopen en op te draaien dat de veer springt? (Ge lach.) De korting op de salarissen is te lang uitgesteld. Met name de 3 pet. pensioen- korting, die tot 1 Jan. a.s. is verschoven. Met royale hand gaf men een gemeente ambtenaar een verhooging in salaris, waarop hij eerst na IX jaar recht had. Men besloot een slachthuis te bouwen, kortom men gaf geen gehoor aan wat Ged. Staten voor drie jaar, in Mei 1929, schreven, dat een goed beleid op opvan gen van het accres der uitgaven moet zijn gericht. Op 1 Juni verzocht Spr. om een exposé omtrent den financieelen toestand. Dit zou worden overwogen, ofschoon men reeds 3 weken te voren, zoo men het al thans zelf reeds niet lang wist, door Ged. Staten op de hoogte was gesteld. En nu, weer 14 dagen later, worden inlichtingen gegeven, niet door B. en W., doch worden de inlichtingen van Ged. Staten doorgegeven. De Raad mag daarvoor wel dankbaar zijn aan Ged. Staten. Anders hadden we doorgesukkeld, was de begrooting 1933 voorbereid, was de vacantia gekomen en hadden we in Sept. een slecht voorbereide begrooting gekre gen of een met een financieelen afgrond, die zeer bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk te dempen ware geweest. Spr. zegt niet uit leedvermaak, dat zijn standpunt thans geheel wordt gerecht vaardigd. Wel ziet Spr. en met groot genoegen, dat geheel het College van B. en W. op zijn standpunt overkomt. Weth. Onderdijk, die reeds 3 pet. loons verlaging voorstelde, doch met zijn 4 frac- tiegenooten toch tegen de pensioenbijdra gen stemde, gaat nu nog veel verder met zijn voorstel om Middelburg in de 2e klas te plaatsen. De wind in de S. D. A. P, is gedraaid. Spr. wijst op het artikel van dhr Vlie gen in het Volk. Is dit voorstel nu voldoende? Spr. be twijfelt het. Spr. denkt aan de uitkeering aan het B. A., aan het Gasthuis, enz. Be zuiniging bij de nieuwe begrooting is dringend noodig. Laat men niets ramen voor een abattoir. We kunnen het niet fi nancieren. Dhr J eronimus gelooft dat de hee- ren Mes en Van Andel in hun plicht te kort geschoten zouden zijn, als ze de we tenschap, die ze van het Burg. Armbe stuur hadden, niet hadden gebruikt. Met gioote bevreemding heeft Spr. den aanvang van de rede van dhr Van Andel gehoord. Hij had tegen de begrooting moeten stemmen, als hij geweten had, dat ze in werkelijkheid niet klopte. Spr. dankt B. en W. voor het geheele toegezonden dossier. Maar het bevreemdt Spr. dat de stukken van Ged. Staten in den geheimen trommel lagen. De begroo ting en ook de brief van Ged. Staten moe ten in het openbaar worden behandeld. Het maakt op Spr. den indruk, dat B. en W. zoo min mogelijk over dezen brief willen spreken. Toch wil Spr. iets zeggen over enkele uitlatingen van Ged. Staten. Bij de opstelling der begrooting is, zoo zeggen Ged. Staten, geen rekening gehou den met de ongunstige conjunctuur. Nu zeggen B. en W. dat ze inlichtingen hebben gehad van den inspecteur der be lastingen. Maar dit is geen conjunctuur- beoordeelaar. De gemeente heeft kasgeld opgenomen tot een bedrag van f 223.0^0. Maar dan moet men ook in de begrooting rekenen op aflossing. Ged. Staten schrijven dat de begrooting niet reëel sluit. Daarom onthouden zij er hun goedkeuring aan. Het is voor Spr. de vraag, of de belas tingen het geraamde bedrag zullen op brengen. Spr. zou graag vernemen welk plan met Ged. Staten is besproken om de begrooting voor het volgend jaar slui tend te maken. Spr. bestrijdt belastingverhooging. Eer der moet men de salarissen in overeen stemming brengen met het tegenwoor dige levenspeil. De eene voorgestelde belastingverhoo ging is een plengoffer voor de S.D.A.P. en de andere voor de democraten van rechts. Daar is men alleen democratisch als men voor verhooging der vermogens belasting is. Het terugbrengen van de le naar de 2e klas der fondsbelasting is voor Spr. zeer aantrekkelijk. Ook minder draagkrachti- gen zullen belasting gaan betaten. Dat werkt opvoedend. Spr. had echter van B. en W. verwacht dat zij zouden gekomen zijn met een voor stel tot salarisverlaging Dhr Onderdijk: dat hebben we pas gehad. Dhr Jeronimus: Ja, voor een deel. Spr. wil een verlaging voor de geheele li nie. Spr. heeft bezwaar tegen de cijfers over de gasfabriek. De reserve is onvol doende. Dhr den Hollander is onaange naam getroffen door de brieven, die de Raad ontving. Spr. wil geen critiek uit oefenen op B. en W. De overschrijdin gen van de begrooting zijn niet het gevolg van een verkeerd beleid van B. en W. Maar wel had Spr. het prettiger gevon den, als B. en W. den Raad tijdiger had den ingelicht. Zij schrijven nu alleen brie ven onder druk van hoogerhand. B: en W. hebben het tekort toch wel zien of kunnen zien aankomen. Zelfs is in den Raad meermalen naar de finan cieels positie van Middelburg gevraagd. Bij die gelegenheden hadden B, en W. den Raad kunnen inlichten. Ook bij de behandeling der pensioen korting heeft Spr. nog aan den weth. van financiën om inlichtingen gevraagd. Toen zal de wethouder toch wel op de hoogte geweest zijn. Spr. moet met de voorstellen van B. en W. accoord gaan. Maar dit beteekent nog niet met volledige instemming. Nu heeft dhr Jeronimus iets gezegd over democraten. Spr. beschouwt echter den heer Jeronimus ook als een soort de mocraat, als een volkstribuun. Hij heeft een zeker deel van Middelburg achter zich, dat bezuinigen wil. Spr. wist reeds bij de behandeling der begrooting 1932 uit bevoegde bron, dat de belastingopbrengst zou dalen, wat hij ook heeft gezegd. Dat hadden B. en W. ook kunnen weten, als zij inlichtingen van recenten datum hadden gevraagd. De Raad moest aannemen, dat het met de begrooting in orde was. Het tegendeel is nu gebleken. 'B. en W. hebben wel een weinig te opti mistische beschouwingen gehuldigd. Dit betreurt Spr. Wanneer men alle overschotten gaat opmaken, zal men in 1934 voor een eigen- aa^digen toestand komen te staan. Tenzij B. en W. voor de volgende begrootingen met ingrijpende maatregelen komen. Dhr v. d. F e 11 z heeft zich lang bezig gehouden met de vraag, welke houding hij tegenover B. en W. moet aanne men. We staan nu vijf maanden na de behandeling der begrooting voor een ont stellend feit. B. en W. hebben altijd den toestand ge camoufleerd en de ware situatie niet ge- teekend. Spr. brengt dank aan Ged. Sta ten, die nu een helder inzicht hebben ge geven. De fout bij B. en W. is, dat men niet al les gedaan heeft wat mogelijk was, om de uitgaven omlaag te brengen en niet vol doende er mee heeft gerekend, dat men vorig jaar een meevaller had voor één jaar, die niet terugkwam n.l. de overgang naar het nieuwe belastingstelsel, Aan den heer Paul zei de voorzitter in April, dat nog niets te zeggen viel om trent het batig slot 1931, Maar tevo ren schreven B. en W. aan Ged. Staten, dat een batig slot over 1931 kon worden verwacht van f 120.000. B. en W. wilien nu den dienst 1932 kloppend krijgen met twee batige saldi. Dit is bedenkelijk, vooral voor de toe komst. üok hebben B. en W. te laat mededee- ling gedaan van de groote overschrijding van aen post werkloozenzorg in 1931. Spr. constateert ook, dat de aflossingen niet zijn gedaan. De uitgaven zijn dus ge fiatteerd. De uidrukking van Ged. Staten, dat dtze begrooting niet reëel is, is volkomen juist. Spr. zal daarom voor de voorstellen, die de begrooting sluitend moeten ma ken, stemmen. Maar is dan de begrooting werkelijk sluitend? Ged. Staten nemen met de voorstellen genoegen, maar het gaat niet van harte. Dhr Onderdijk: Ged. Staten zijn wellicht van meening, dat we in een ab- normalen tijd leven. Dhr v. d. F e 11 z: Dit zegt niets. Er kunnen tegenvallers komen zooals de vra gen van de heeren Mes en Van Andel reeds doen vermoeden. Ook is er vermin derde pacht, enz. Hoe denken B. en W. in dit geval te moeten handelen. Veel mogelijkheden blijven er niet over, Alleen opcentenverhooging fondsbelasting, plaatsing in de derde klas, tariefsverhoo- ging en salarisverlaging. Vooraf is noodig beperking van uitga ven. Spr. wijst op de brugwachters, oe- perking personeel gemeentewerken. Op merkingen van Gedep. Staten dienaan gaande zijn destijds met een hautain ge baar genegeerd. Bestaande vacatures wil Spr. niet vervullen. De voorspelling van Spr. inzake sala riskorting en plaatsing in de tweede klas, is reeds uitgekomen. Er zijn echter raads leden geweest, die gestemd hebben tegen voorstellen, die zoo gemakkelijk populair maken. Er waren ook leden, die het min der breed zagen en vast hielden aan de voorstellingen van B. en W. Misschien hebben ze er nu spijt van. Spr. kan niet begrijpen, dat iemand als weth. Onderdijk in April nog tegen het voorstel tot salarisverlaging durfde stem men. We mogen niet alles schuiven op den nood der tijden. Van een krachtigen wil tot bezuiniging is bij B. en W. niet veel geoleken. De waarheid van: regeeren is vooruitzien, is aan B. en W. voorbij ge gaan. Ze zijn op zien komen spelen, den kende: het zal onzen tijd wel duren. Ze zijn dan ook tegenover den Raad tekort geschoten. Mooie woorden zijn gesproken over de autonomie der gemeenten. Maar daarvan komt bedroevend weinig terecht. Het nu voorgestelde wordt ons gedicteerd. En daarvoor is Spr. dankbaar. Dhr Onderdijk: Daarin ben ik het met u eens. Dhr v. d. F e 11 z zegt ten slotte, dat het vertrouwen in B. en W. bij de G.H. fractie een schok heeft gekregen. Dhr Paul zal in de toekomst ook ge bruik maken van de bevoegdheid om ais Raadslid bij' openbare colie0es en licha men inlichtingen in te winnen. Dhr Onderdijk: Maar als u het doet, wordt het u kwallik genomen. Dhr Paul meent, dat de begrooting bij de indiening en de behandeling kloppend was. We moeten de zaak zien in het licht der omstandigheden. Inplaats van plaatsing in de 2e klas der fondsbelasting' zou men ook meer dan 80 opcenten op die belasting kunnen heffen. Maar daar is Spr. tegen, omdat we dan nog meer onder curateele zouden komen. Daarom zal Spr. stemmen voor plaatsing in de 2de klas. Verhooging van de opcenten der ver- mogensbelasting vindt Spr. billijker. Spr. bestrijdt den heer Van Andel. De wind in de soc.-dem. fractie is niet ge keerd. De tot stand gekomen salariskor ting blijft Spr. onbillijk noemen. Belastingverhooging is billijker dan sa larisverlaging. In het eerste geval worden de lasten door een veel grootere groep gedragen. Spr. herinnert er aan, dat men nog niet zoo lang geleden in Middelburg meer aan gemeentebelasting bij een gelijk inkomen betaalde dan straks moet gebeuren. De toestand wordt niet zoo, dat we straks moeten zeggen, nog nooit zoo diep in den put gezeten te hebben als nu. Spr. zal stemmen voor de plaatsing in de 2de klas en voor verhooging der ver mogensbelasting. Wanneer de toestand eenigszins beter is, hoopt Spr., dat we weer spoedig terugkeeren tot de le klas. Dhr Heemskerk waardeert zeer de opmerkingen van Ged. Staten, maar wan neer de begrooting geheel volgens de Ge meentewet in October zou zijn behan deld en ingezonden, zou ze ongewijzigd zijn goedgekeurd. De situatie is nu geheel veranderd. Toch is spr. dankbaar voor de adviezen van Ged. Staten. Spr. gelooft, dat de nu te nemen maatregelen voor verschillende jaren zullen moeten gelden. Spr. schetst het karakter der vermo gensbelasting en betoogt, dat die zich min der goed leent voor opcenten-heffing. De opmerking van Ged. Staten over niet-consolideeren' van vlottende schuld zou in normale jaren niet passen. Liever had spr. gezien, dat B. en W. door bezui niging of belastingverhooging inderdaad af wilden lossen op de vlottende schuld. Met zeer groote vrees zal spr. de ver antwoordelijkheid dragen voor het voor stel van B. en W. inzake de gasfabriek. Spr. hoopt, dat deze kwestie nogeens goed onder het oog zal worden gezien, De steunverleening aan de werkloozen moet ook goed bezien worden. Nog steeds zijn sommige steunbedragen gebaseerd op loonen van 1930, wat onbillijk is tegen over hen, die nu nog werken tegen ver laagde loonen. Spr. zou als norm willen nemen het loon, dat thans door gelijk soortige arbeiders wordt verdiend. Dhr Mes komt terug op de posten van het Burg. Armbestuur, waarmee nu geen rekening wordt gehouden. Het B. A. kan na vijf maanden wel berekenen, met hoe veel in vijf twaalfde van het jaar de be grooting is overschreden.. Spr. is dankbaar, dat de begrooting in December niet is goedgekeurd. Dan had den we in 1933 en 1934 onoverkomenlijke moeilijkheden gekregen. Spr. voorziet een overschrijding der be grooting van het B. A. met f 16.000. De voorzitter: U praat over dingen waar geen cijfers van zijn te geven. Dhr Onderdijk: Kletskoek! Dhr Mes: Er is bij het B. A. behoorlijk te informeeren. Mevr. W e ij 1 drukt haar bevreemding uit over het uitblijven van antwoord van B. en W. over haar voorstel inzake de winst uit het gasbedrijf. Feitelijk wordt de zaak nu beslist. De komende begrooting zal antwoord ge ven op de vraag, of B. en W. 't vertrou wen van den Raad nog langer waard zijn. Dhr Wondergem komt op tegen het voornemen van dhr Jeronimus om door salarisverlaging de crisis op te lossen. Dat zal de cris.s nog verergeren. Tot den heer Heemskerk zegt spr., dat van den steun aan de werkloozen niets af kan. Zij, die de meeste steun ontvangen, hebben ook groote gezinnen. Dhr Mondeel bestrijdt, dat de finan cieele moeilijkheden gevolg zouden zijn van het financieel beleid van B. en W. Vele gemeenten verkeeren in deze moeilijkhe den. De heeren zetten nu een hooge borst. Maar waarom hebben ze bij de behan deling der begrooting geen bezuinigings voorstellen ingediend? Interrupties van alle kanten: Die zijn alle afgestemd. Dhr O n d e r d ij k: Er zijn er geen in gediend. Dhr Paul: Althans geen belangrijke. Dhr Mondeel maakt B. en W. geen enkel verwijt. Vele gemeenten zullen straks door het Rijk geholpen moeten worden. Het Rijk heeft veel grooter belastingbevoegdheid dan de gemeenten. Dhr Harthoorn maakt bezwaar te gen de indexloonen van dhr Jeronimus, waarmee men altijd achteraan moet ko men, omdat indexcijfers nooit tevoren be kend zijn. (Dhr Jeronimus: Bij de belastingen komt men ook wel achteraan). Spr. vraagt een dr'emaandelijksch over zicht van de financiën van het Burgerl. Armbestuur. Dan hebben we een beteren kijk er op. Dhr Onderdijk zegt: We staan voor een toestand, die door niemand in De cember kon worden voorzien, ook niet door B. en W. Dhr v. d. F e 11 z: Dat heeft ook nie mand ontkend. Dhr Onderdijk: Dat had toch in aanmerk'ng genomen kunnen worden bij de critiek op B. en W. Hadden de Raads leden wél een vooruitzienden blik gehad, dan hadden ze voorstellen moeten indie nen. Bij de behandeling der begrooting 1932 is door B. en W. gerekend met den toe stand van December 1931. Wat de Raad wilde, was: de belasting verlagen, maar niet, de hoogere belasting te reservee ren voor de kwade tijden. Het was niet te voorzien, dat de toe stand zich zóó zou ontwikkelen als nu het geval is. Het aantal werkloozen is sterk gestegen en zelfs in de laatste maanden nog toegenomen, dank zij de crisis in de bouwvakken en in den landbouw. De Mi nister heeft nu toegestemd, dat landarbei ders en het personeel van Alberts in de crisisregeling worden opgenomen. Ook bij de Schelde, The Vitrite Works en de fa. Boddaert neemt de werkloosheid steeds toe. Middelburg moet op zijn begrooting al leen voor de werkloozen f 100.000 uittrek ken. Gaat dit nog eenigen tijd door, dan zal het Rijk moeten bijspringen. Veel kan op de uitkeeringen niet bezuinigd worden. Hoogstens kunnen eenige oneffenheden worden weggenomen. Spr. heeft persoon lijk alle steunlijsten nagegaan en gevonden dat f 45 zou kunnen worden bespaard, in dien werd gehandeld in den geest van den heer Heemskerk. Er zijn Raadsleden, die elke vermeerde ring van de werkloozen op de ambtenaren willen verhalen. Dhr Jeronimus: Absoluut onjuist! Dhr Onder dijk handhaaft zijn mee ning. Spr. wil liever bij de regeering om meer hulp aankloppen. De salarissen moe ten redelijk zijn. Nu de toestand zoo geworden is, als Ged. Staten schrijven (waarvoor spr. hun niet zoo dankbaar is, omdat ook Ged. Sta ten in December den toestand van nu niet konden zien aankomen) moeten maatre gelen genomen worden. Het ligt niet op de weg van B. en W. aan alle instellingen te gaan vragen: „Zeg, komen jullie wel toe met de begrooting?" (Van verschillende kanten wordt bij in terruptie het tegendeel betoogd). De instellingen moeten, als het noodig is, met een suppletoire begrooting komen. Middelburg heeft altijd getracht de werk- loozenbedragen uit den gewonen dienst te halen en wil niet, zooals andere gemeen ten, een crisisleening sluiten. Spr. noemt dit reëele politiek, Ingezonden Mededeeling. if bescherm^^^*"^ |j De gemeente heeft geen invloed op de uitgaven voor de werkloozenkassen. Die worden uit Den Haag opgegeven. Dhr de Veer beantwoordt ook ver schillende vragen. De geheele misère van de begrooting komt in hoofdzaak van den werkloozen- steun en wat daarmee samenhangt. Voor ontstemming tegenover B. en W. is geen reden. Dezelfde onaangenaamheid hebben B. en W. ook gevoeld, alleen een week of vier eerder dan den Raad. We staan machteloos tegenover de fei ten. Ged. Staten moeten ook achter de fei ten aanloopen, evenals wij. Ze kunnen al leen de begrooting n u beoordeelen, terwijl de Raad 't veel eerder moest doen. B. en W. waren op sommige punten nog pessi mistischer dan Ged. Staten, zooals spr. aantoont. B. en W. wenschen niet te ca- moufleeren, maar de begrooting kan al leen gewijzigd, als de juiste cijfers bekend zijn. De opgaven voor de werkloozenkassen komen veel te laat binnen. Die over het 4e kwartaal 1931 zijn zelfs nu nog niet be kend. B. en W. konden niet eerder met mede- deelingen bij den Raad komen. Of deze begrootings-wijziging voldoende zal zijn, kan spr. niet definitief zeggen. Maar voorloopig kunnen wij niet meer doen. Ged. Staten zijn nu bereid over an dere bezwaren heen te stappen. Daaronder behoort ook de kwestie der aflossing. Men moet op het oogenblik door aflos sing den toestand niet verzwaren, want hij is al moeilijk genoeg. We moeten in abnor- malen tijd wel eens iets naar de toekomst verschuiven. Er zijn weer bekende bezuinigingsklan ken gehoord, 't Is altijd gemakkelijk een ander een eisch op te leggen Bij de be handeling der begrooting zijn maar wei nig bezuinigingsvoorstellen ingediend. En waren ze er nog, dan was het doel de be lasting te verlagen. Dhr v. d. F e 11 z: omdat ik den toestand niet wist. Dhr de Veer: U weet er net zooveel van als ik. U was zelfs veel pessimisti scher. De kwestie van het abattoir staat geheel buiten de begrooting. Over de werking van het vastrecht kan spr. nog maar weinig zeggen. Voorloopig is voor 1933 het gevolg van het vastrecht voor het gas begroot op f 5500. Maar het staat nog niet vast. Als een Raadslid zegt, dat op personeel bezuinigd moet worden, moet hij concrete feiten noemen. Steeds zit bij B. en W. de ernstige drang voor, om de bedrijfsexploi- tatie zoo goedkoop mo=elijk te doen ge schieden. Zoo is een vacature van geld- ophaler niet vervuld. Spr. acht de afschrijving op de gasfa briek voldoende. De opmerking van dhr v. d. Feltz over het opmaken van de batige saldi is vol komen juist. De toekomst is wel heel don ker. De financieele toestand wordt voor gemeenten als Middelburg onhoudbaar, en het Rijk zal moeten bijspringen. Spr. ziet geen kans, omdat we aan het eind van ons Latijn zijn, ten opzichte van de vlottende schuld iets te doen, tenzij we paardenmiddelen te baat zouden nemen. B.v. salarisvermindering, maar daartoe is spr. niet bereid. Een driemaandelijksche opgaaf van het Burg. Armbestuur, Godshuizen is prac- tisch niet uitvoerbaar. Er zijn uitgaven, die pas aan het eind van het jaar bekend zijn. Ged. Staten zullen geen bezwaar maken tegen kleine kapitaalsuitgaven voor de be drijven. Spr. zou graag een reserve-fonds voor de gasfabriek stichten (voorstel van Mevr. Weijl) maar het geld ontbreekt. We zitten in een impasse. Het spijt spr., dat de C. H. fractie heeft gesproken van een geschokt vertrouwen in B. en W. De omstandigheden zijn ons boven het hoofd gegroeid. Het was juist een C. H. lid, dat vroeg, of de pensioenkorting wel noodig was. En toen heeft spr. gezegd: dit is nog maar een begin. Het voorstel van B. en W. is na rijp overleg, ook met Ged. Staten, ontworpen. Spr. hoopt, dat het op den duur niet erger zal worden. De voorzitter kan begrijpen, dat leden van den Raad hoogst onaangenaam naar deze vergadering zijn gegaan en dat de eerste steen wordt geworpen naar B. en W. In December meende Spr. werkelijk, dat we er met de begrootingscijfers konden komen. Maar het aantal werkloozen is met 50 pet. toegenomen. Ook voelden B. en W. niets voor crisisleeningen. Daarmede moeten we zoo lang mogelijk wachten. Deze moeilijkheden doen zich in vele ge meenten voor. Als de Raad weer zijn kalmte heeft herkregen, gelooft spr., dat de leden zullen erkennen, dat B. en W. zich niet aan camouflage of verkeerde in lichting hebben schuldig gemaakt. Al wordt de autonomie der gemeente aangerand, toch moeten we zorgen, dat die zoo weinig mogelijk wordt aangetast. Daarom willen B. en W. niet overgaan tot 100 pcenten op de fondsbelasting. Want dan komen we onder voogdij. De begrooting 1933 zal er heel anders

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 2