DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Staten-Generaal Stukken voor den Gemeenteraad van Middelburg Uit de Provincie, VAN VRIJDAG 10 JUNI 1932,'Nr 211. EERSTE KAMER. Steun aan de melkveehouderij. Aan de orde was gisteren het wetsont werp tot tijdelijke maatregelen tot hulp verleening aan de melkveehouderij. De heer v. d. Bergh (Lib.) verklaart, dat zijn fractie haar stem aan het wets ontwerp niet zal onthouden trots bezwa ren, die er bestaan tegen onderdeelen van deze regeling. Het betreft hier een steun van geweldigen omvang, tot nu toe onbe kend in deze crisis. De prijsvefhooging, die van dit ontwerp het gevolg is, is prin cipieel verkeerd. Deze verhooging maakt het leven duurder inplaats van goedkooper en zal het gebruik van boter en margarine niet stimuleeren. Spr dringt aan op een krachtige prijs politiek der regeering ten aanzien van boter en kaas, omdat de samenwerking op zuivelterrein allertreurigst is. Iedere strijd tusschen coöperaties of fabrieken moet worden vermeden. Ten slotte hoopt spr., dat de minister spoedig betere berichten uit Duitschland kan medebrengen, waar de boterproductie nooit op kracht is kunnen komen. De heer B1 o m j o u s (R. K.) brengt hulde aan den minister voor diens bewon derenswaardige werkkracht. Spr. is zeer ingenomen met deze regeling, die hij lo gisch, practisch en redelijk vindt. De prij zen worden hier opgevoerd tot de produc tiekosten en niemand kan daartegen be zwaar maken. De huidige regeling is de beste, die denkbaar is. Geen enkele andere manier is er om aan de 100 millioen te komen, die noodig zijn. De heer T e r H a a r (G. H.) merkt op, dat behalve de zuivelbereiding, tallooze andere takken van volksbestaan met ver- l.es werken. Hij zegt dit, om de opmer king te maken, dat men niet iedereen kan steunen. De zuivelindustrie heeft ook goe de jaren gekend, waarin reserves zijn ge maakt. Men zegt: die reserves zijn gesto ken in uitbreiding van bedrijven. Maar ook" dit is in alle industrieën het geval. Onder de bedrijven, die geholpen worden, zijn ook kapitaalkrachtige. Moeten die dan ook geholpen, is dat noodig? Toch moet er iets gedaan worden en spr. kan dus niet zonder meer tegenstem men. De heer Pollema (G. H.) zou met bet ontwerp niet kunnen meegaan, als hij in den landbouw een bepaalde groep men- schen zag. Echter acht spr. den landbouw primair voor ons volksbestaan. Dit is de rechtsgrond voor dit ontwerp. Spr. zal vóór het ontwerp stemmen, al heeft hij wel bezwaar tegen de groote bevoegdheden der regeering. De heer W i b a u t (S. D.) kan zich niet aansluiten bij de woorden van dank en hulde jegens den Minister gesproken. Spr. verwerpt volkomen het argument, dat de boter goedkooper is geworden en dat er dus wel wat op de prijs kan. Een derge lijke zaak mag men niet incidenteel rege len. Sprekers bezwaar gaat dus tegen de dekring der kosten. De directe belastin- g- 1 )n zonder twijfel worden ver hoogd. Verder is er de mogelijkheid van een vermogensheff. g. De lasten zouden daardoor rechtvaardig worden verdeeld. De heer v. L a n s c h o t (R. K.) brengt hulde aan het beleid van den minister. Steun aan de melkveehouderij is oogen- blikkelijk noodzakelijk. Er is onzekerheid van uur tot uur. In dit verband is het noodig, aan de Regee ring vérstrekkende bevoegdheden te ge ven. De heer Diepenhorst (A. R.) be strijdt den heer Wibaut. De hulpverlee- n ng komt ten goede aan de boeren en aan de eigenaren. De pachters zullen in staat worden gesteld redelijke pachten te beta len. Hier zit niets onredelijks in. Het geweeklaag over de consumenten gaat niet op. Er zit iets hards in dezen maatregel voor sommige consumenten, maar dit is onontkoombaar. Er is een zie kelijke overschatting van het eenzijdige consumentenbelang. Wie consument is, kan aan d en titel geen recht ontleenen om de waren goedkoop te ontvangen. Het allervoornaamste belang is de instandhou ding van een hoog ontwikkeld productie proces. Ten slotte bespreekt spr. de telegram wisseling met Dr Postuma, die echter niel de vertegenwoordiger is van den georga- n'seerden landbouw. Daarom is het spr. aangenaam, dat de drie centrale land bouworganisaties spr. opgedragen hebben den minister hulde te brengen voor diens kracht, doortastendheid en wijsheid, waar mede hij deze regeling heeft voorbereid. De heer Westerdijk (V. D.) zegt, dat. als geen hulp zou worden geboden, aan het platteland, de toestand daar een funesten invloed zou hebben op de finan ciën der kleine gemeenten. Voor den in houd van het ontwerp heeft spr. waar deering. Minister Verschuur zegt, dat de re geering haar voordeel zal kunnen doen met vele opmerkingen, die gèmaakt zijn. De uitvoering der wet zal vele moeilijk heden met zich brengen. Den rechtsgrond voor dit ingrijpen heeft spr. nooit anders gezocht dan in de belangrijkheid van de zen tak van volksbestaan. De crisiswinst van den consument is alleen aangeroerd om den aard van het ingrijpen te recht vaardigen. Van de bevoegdheden, die de regeering gegeven worden, zal spr. een sober en te gelijk krachtig gebruik maken. De men ging is geen ideaal middel, maar bet is onvermijdelijk. Spr. is niet van plan, meer dan 25 pet. te mengen, maar voor onver hoopte gevallen moet de bevoegdheid blij ven een grooter percentage voor te schrij ven. Men mag tegen dit ontwerp niet stem men, zonder er een aannemelijk stelsel voor in de plaats te stellen. Een systeem van directen steun uit de Staatskas is het laatste wat men doen moet. Beter is het, het bedrijf op de been te houden. Andere belastingheffingen zijn noodig voor andere crisisregelingen en voor de dekking van het groote tekort op de Rijksbegrooting. Het wetsontwerp wordt hierna goedge keurd met 29 tegen 8 stemmen. Tegen de Soc.-Democraten. TWEEDE KAMER. Uitoefening artsenijbereidkunst. Nadat de Tweede Kamer gisteren de interpellatie-De Visser had afgehandeld, heeft zij een aanvang gemaakt met de be handeling van het wetsontwerp omtrent regelen betreffende de uitoefening van de artsenijbereidkunst. De heer Vos (Lib.) ontwikkelt een groot aantal bezwaren tegen het ontwerp. Hij concludeert, dat wij hier hebben een uitermate onvoldoende wetsontwerp, dat in dezen vorm niet aanvaardbaar is en waaraan heel wat gemedicineerd en ge dokterd moet worden, zal het een drage lijke regeling worden. Mevr. v. 11 a 11 i ev. E m b d e n (V. D.) verklaart dat hot ontwerp voor haar, in genoemden vorm wel aannemelijk is De heer Bakker (G.H.) meent, dat de drogisten teveel in het gedrang komen. Hij bepleit het mogelijk maken van een vol doende geneesmiddelenverstrekking op 't platteland, mede door middel van dro gisten. Spr.'s tweede bezwaar betreft de rege ling van de positie der apotheekhouden- de geneeskundigen; deswege zal hij moei lijk voor het wetsontwerp kunnen stem men. Een geneeskundige zal zich onder deze regeling niet licht op het platteland vestigen, want, als hij geen apotheek meer houdt, word hem een deel van de inkom stenbron onthouden. Mevr. BakkerNort (V.D.) heeft in tegenstelling met haar partijgenoote tegen het ontwerp vooralsnog onoverko- menlijke bezwaren. Ook de heer Schaepman (R.K.) ontwikkelde verschillende bedenkingen te gen bet ontwerp. De begroofing 1932 niet door Ged. Staten, goedgekeurd. Na dere voorstellen van B. en W. Middelburg in de 2e klas der fondsbelasting. Belastingver- hooging. Uit de nota van wijzigingen van de gemeentebegrooting 1932 niet zooals wij gisteren per abuis schreven de eind- wijziging blijkt nader, dat verschillen de posten van inkomsten thans belang rijk lager moeten worden geraamd, dan bij de vaststelling der begrooting in De cember j.l. en wel hoofdsom personeele belasting f1000; opcenten personeele be lasting f 1400; opcenten dividend- en tan tième-belasting f3000; opcenten gemeen tefondsbelasting 1932/1933 f 18000; en de volgende uitgaafposten hooger: kwade posten van door het Rijk geïnde belas tingen f 4300, steunverleening f 29000; subsidie werkloozenkassen f 12580 en ren te kasgeld f6700, maakt totaal f75980, welk bedrag op andere wijze moet wor den gevonden. Als dekkingsmiddelen noemen B. en W.: pensioenverhaal f9400, korting jaarwed den burgemeester, secretaris en ontvanger f519; gemeentelijke inkomstenbelasting over boekingstijdvak 1931/1932 f5500; min der uitgaven door Rijkssalariskorting aan de Ambachtsschool, Huishoudschool, Avondschool voor N. O. en Handelsscho len te samen f 3000; meer geraamde winst electriciteitsbedrijf f 10.000, winst gasfa briek aan de gemeente uit te keeren f 18372.71; meer praelevement van dienst 1931 f20.000, indeeling gemeente in de 2e klasse van de gemeentefondsbelasting f 11.600 (meer aan opcenten f4900 en uit- keering aan hoofdsom f6700), meer op centen vermogensbelasting f5000, totaal f 83391.71, waardoor de post „onvoorziene uitgaven" met f7411,71 is te verhoogen. In verband hiermede leggen B. en W. ook ter vaststelling over een verordening, waarbij Middelburg in plaats van in de eerste in de tweede klasse der gemeente fondsbelasting wordt geplaatst en een waarin met intrekking van de verorde ning om 30 opcenten op de vermogens belasting te heffen, wordt bepaald dit 50 opcenten te doen zijn. Beide verorde ningen worden geacht te zijn ingegaan op 1 Mei en gelden dus reeds voor het belastingjaar 19321933. Nog wordt een voorstel gedaan om te bepalen, dat in afwijking met het be paalde in art. 30 der „Verordening op het beheer van de Bedrijven der gemeente Middelburg", de winst van het gasbedrijf, zooals die volgens de jaarrekeningen over 1931 en 1932 zal worden vastgesteld, in de gemeentekas zal worden gestort. Dit alles blijkt uit de in de gedrukte handelingen opgenomen stukken. Daarbij is meermalen verwezen naar een voorstel van 7 Juni aan den raad gedaan, doch dit is niet in die stukken opgenomen. Wij vernemen, dat dit uitvoerige voor stel o.a. vermeldt, dat Ged. Staten hun goedkeuring aan de oorspronkelijk vast gestelde begrooting niet meenen te kun nen verleenen, en dat dit feit en het onderhoud, dat B. en W. over deze zaak met een commissie uit Ged. St. hebben gehad, o.a. oorzaak is van bovengenoemde voorstellen. Mocht de raad zich met een en ander vereenigen, dan hebben Ged. Staten toegezegd zich met de alsdan ge wijzigde begrooting te kunnen vereeni gen. Waterschap de Breede Watering bewesten lerseke. (Vervolg.) Het tekort van f77.000. Dhr Q. T r i m p e concludeert uit art. 51 van het algemeen reglement! dat het Bestuur verplicht is kas en boeken na te zien. Volgens art. 85 kan hel B»sluur dit werk laten doen door een commissie, Daarin hebben zitting de heeren Van Liere te 's Heer Abtskerke en Linden- bergh te Wemeldinge. Spr. wil op de capaciteit van die hee ren niets afdingen. Het zijn misschien de knapste financiers uit het Bestuur. Maar er hadden ook ingelanden in de commis sie benoemd kunnen zijn. Deze commissie is vooral tekort ge schoten. Spr. vraagt: wanneer er geld was opgenomen, welke bewijzen werden dan overgelegd? Dhr'Van Liere antwoordt, dar het tekort over 10 jaar loopt. De leden der commissie kregen een briefje van den heer Mohr, dat er zoo en zooveel bij de Bank was opgenomen. Bij de laatste controle is nog aan den heer Mohr om het bewijs van de Bank omtrent den stand der kas gevraagd. Hij zei: ik zal het u zóó geven. Maar dit is in den loop van het gesprek niet meer gedaan. We zijn vertrokken, zonder het briefje van de Bank gezien te hebben. Dhr T r i m p e kan niet begrijpen, dat nooit opgaaf aan de Bank is gevraagd. Nooit heeft de commissie uit het Bestuur van de Bank iets gezien. Nu blijkt, dat er f 50.000 is opgenomen, zonder dat de commissie er iets van afwist. Hoeveel keer is in 1932 aan de Bank door de commissie inzage genomen? Waarschijnlijk nooit. Dit noemt Spr. treu rig. Het Bestuur is wel zeer tekort ge schoten. Men heeft laten loopen, wat liep. De commissie is niet voor haar taak berekend gebleken. We hadden een ont vanger, die gemakkelijk geld uitgaf. Ged. Staten wisten blijkbaar ook niet, dat ze bevoegd waren tot controle. Ofze zijn het vergeten. Maar wij kunnen be talen. Als ik, zegt Spr., een ongeval ver oorzaak, moet ik de gevolgen dragen. (Applaus.) Het is noodzakelijk, dat het Bestuur althans een deël van het tekort voor zijn rekening neemt. (Applaus.) Dhr P. P o 1 e ij vraagt nog naar de be voegdheid van den ontvanger inzake het geld halen bij de Bank. De voorzitter geeft toe, dat de toe stand verkeerd was. De ontvanger kon zonder mandaat f 2000 halen. Dit kon hij een onbepaald aantal keeren doen. Dhr P. P o 1 e ij: als er meer dan f 2000 is gehaald, is dan het mandaat door den dijkgraaf geteekend? De voorzitter kan hierop niet met zekerheid antwoorden. Pas gisteren is Spr. bij den dijkgraaf toegelaten. Zijn toestand is ernstig. En veel kon Spr. niet te weten komen. Dhr P. P o 1 e ij meent, dat het nooit de bedoeling van Bestuur en ingelanden is geweest zulk een blanco crediet aan den ontvanger te geven. Spr. geeft in overweging, dat het Be stuur en bloc aftreedt. Spr. kan aan dit Bestuur geen vertrouwen meer schenken. Dhr Joh. Pilaar vraagt of het Be stuur heeft onderzocht, of de Bank ook grootere bedragen dan f 2000 heeft uit betaald zonder mandaat van den dijk graaf. De voorzitter vermoedt, dat dit wel niet het geval zal zijn. Dhr T r i m p e heeft bij de Bank ge hoord, dat voor grootere bedragen dan f 2000 steeds een mandaat aanwezig was. Dhr P. P o 1 e ij vraagt naar het laat ste proces-verbaal van kasopneming. De voorzitter: het is niet te vin den. Vermoedelijk is het met andere stuk ken verdonkeremaand. Dhr P. Poleij: wie heeft het getee kend? Dhr v. Liere (gezworene)den laatsten keer is geen proces verbaal geteekend. De heer Mohr maaktè een rapportje o p. (Beweging.) Dhr T r i m p e komt op tegen de be schuldiging, dat de fin. commissie uit de ingelanden ook niet vrij uit gaat. Als lid dier commissie kreeg Spr. den avond vóór de vergadering alles bij zich met de boodschap morgen is het vergadering. In zóó korten tijd kan Spr. geen onderzoek instellen. De commissie moet alleen de re kening nazien maar niet kas en boeken. Daartoe heeft ze geen recht. Dhr Joh. Pilaar is het hiermede niet eens. Toen Spr. lid der commissie was, heeft Spr. wel alles laten voorleggen. De voorzitter is het met den heer Pilaar eens. Dhr Trimpe herhaalt, dat nergens in 't reglement staat, dat de commissie die bevoegdheid heeft. Op een vraag van den heer P. O e 1 e deelt de voorzitter mede, dat nimmer be wijzen van goedkeuring met het saldo der Bank van het Bestuur zijn uitgegaan. Dhrn v. d. H a v e en P. P o 1 e ij be schuldigen de Bank, dat dan geen juiste opgaven zijn verstrekt. De voorzitter komt daartegen op. De regeling was zoo: De Bank geeft iedere drie maanden een overzicht van den stand der rekening. Hoorde ze binnen drie weken niets van het Bestuur, dan werd aangenomen, dat men er mee accoord ging. Dhr P. P o 1 e ij merkt op, dat inge landen vroeger het volle vertrouwen in het Bestuur hadden. We dachten, dat de zaak gezond was, zelfs nog na de laatste vergadering. Spr. vraagt nog, hoe het Bestuur aan de gedachte van een tekort is gekomen. De voorzitter: toen 's Zaterdags de ontvanger is overleden, heeft reeds 's Zon dags een familielid van den overledene aan den dijkgraaf gezegd, dat er een te kort zou zijn. Ook heeft de Bank het Be stuur kort tevoren gewezen op den hoogen stand van de schuld. Dhr Schouten vraagt, waarom de boeken niet bij waren. De administratie is toch zoo groot niet. De voorzitter: Gezegd werd, dat het pas vergadering was geweest. Maar Spr. vindt dit geen voldoende motief. Dhr Schouten: hoe dikwijls is de kas opgenomen? De voorzitter: twee maal per jaar. Dhr Schouten: dat is veel te wei nig. Dhr J. S t r a u b vraagt over welke jaren is gefraudeerd en wie achter den heer Mohr heeft gestaan, om de zaak aan 't eind van 't jaar kloppend te krijgen. De voorzitter is met een bewogen hart naar deze vergadering gegaan. Spr. wil niemand anders dan zichzelf beschul digen. Op de laatste vraag kan Spr. geen antwoord geven. Wel gelooft Spr., dat er meer is gebeurd dan „recht door". Dhr W. Poleij vraagt of de kasop name onverwacht plaats had? De voorzitter acht een plotselinge controle practisch onmogelijk. Dhr W. P o 1 e ij is het daar niet mee eens. Dhr P. Poley: is de heer Bartelse nooit met het kasboek in aanraking ge komen? De voorzitter: het kasboek was het heiligdom van den heer Mohr. Daar kwam niemand anders aan. Dhr Gunning (lerseke) vraagt, of er in al die tien jaar nooit iets aan het licht is gekomen. De v o o r z. antwoordt ontkennend. Spr. is ook verwonderd over de kasopame. Dhr K. M. Straub meent, dat wie schuld bekent, ook moet betalen. Laat het bestuur dan het tekort aanzuiveren. De voorzitter voorziet practische moeilijkheden. We zouden er dan ook afgetreden gezworenen in moeten betrek ken. Dhr P. P o l e ij1: ook de ingelanden gaan niet vrij uit. Het voorstel-Straub is onbillijk. Spr. voelt er meer voor, dat heft Bestuur en de ingelanden elk de helft van het tekort betalen. Spr. blijft er bij, dat het Bestuur niet langer meer het vertrouwen van de ingelandeu waard is. Met dit bestuur zal nooit meer iets goeds bereikt kunnen worden. Dhr K. M. Straub: Laat het Bestuur betalen. Dan kan het aanblijven. Een motie. Dhr Q. Trimpe dient een motie in, waarin ingelanden, gelet op de onvoldoende conltrole van het Bestuur, het wenschelijk achten, in het belang van een goede samenwerking tus schen ingelanden en Bestuur, dat een gedeelte van het tekort betaald wordt door dijkgraaf en gezworenen. Spr. heeft deze motie zoo zacht mogelijk ge steld. Het Bestuur kan het bedrag bepa len. Aanvaardt het Bestuur deze motie niet, dan kan er van samenwerking geen sprake meer zijn. De stemming wordt even uitgesteld. Accountantsrapport. Eerst wordt voorgelezen door den heer Magen dans het aceountamtsrapport-Kraaye- veld. Daarin heet het, dat de gevoerde administratie sedert jaren uitermate slordig is gevoerd, dat de boeken over vorige jaren slecht zijn bijgewerkt en niet afgesloten. Een dagboek was niet aanwezig. In plaats van een goed slot van plm. f 35.000 was er op 1 Mei j.l. een schuld van plm. f 42.000. Zooals reeds gezegd, is het totaal tekort f 77.963.23. In dit bedrag kunnen nog kleine veran deringen komen. Een tekort bestaat er reeds tien jaar. Op 1 Mei 1931 was het f 68.000, 1 Mei 1930 f56.000, 1 Mei 1929 f31.000(?), 1 Mei 1928 f 31.000, 1 Mei '27 f 19.000(?), 1 Mei 1926 f 26.000, 1 Mei 1925 f 22.000, 1 Mei 1924 f9000 en 1 Mei 1923 f 11.000. Dhr P. Poley concludeert, dat ook de afgetreden bestuursleden schuld heb ben. Dhr Joh. Pilaar kan om dezelfde reden de motie-Trimpe niet steunen. Dhr W. Kakebeeke staat op het zelfde standpunt. Hoe hard het ook is, we moeten ons bij de feiten neerleggen. Het Bestuur heeft al straf genoeg, gezien de harde verwijten van vanmiddag. Dhr P. Poley: Die verwijten vjaren verdiend. Spr. wil echter het Bestluur met clementie behandelen en zien, wat het uit eigen beweging doet. Misschien wordt de dijkgraaf wel wat beter, als hij den afloop van deze vergadering hoort. Dhr K. M. Straub meent, dat het Bestuur best kan betalen. De dijkgraaf ze ker. We moeten denken aan de vele in gelanden die het toch al zoo moeilijk heb ben. Dhr W. Kakebeeke wil alles aan het Bestuur overlaten en er later niet meer op terugkomen. Het Bestuur heeft rijn taak te licht opgevalt. We moeten het een kans geven, rijn fout te herstellen. De heer Magendans merkt op, dat het nu nog niet gaait om de dekking van de f 79.000. Dat komt later aan de orde. We moeten nu alleen zorgen, dat de za ken voort kunnen marcheeren en een tijdelijke leening sluiten. Dhr Trimpe acht zijn motie niet hard. Ze kan al niet zachter gesteld worden. De voorzitter: Meent u, dat het Bestuur met voorbedachten rade de za ken heeft verwaarloosd? Zoo niet, dan moet u ook geen eisch tot schadeloos stelling stellen. Dhr Trimpe: Het Bestuur heeft zijn plicht verzuimd. De voorzitter: En u wilt het Be stuur straffen. Dhr Trimpe: Omdat het zijn plicht niet heeft gedaan. Nu moet het ook in het tekort meebetalen. De voorzitter. Ook al wordt de motie aangenomen, dan kan ik geen bedrag toezeggen. Vindt men het bedrag te laag, dan wordt de verhouding ook niet goed. Dhr Joh. Pilaar: Het Bestuur is de dupe van verouderde voorschriften en van ongemotiveerd vertrouwen. Dhr Gunning meent, dat de com missie van kasopneming schuld moet be kennen. Anders is geen verbetering te wachten. Dhr v. Liere (gezworene): de stuk ken waren in orde. Maar den anderen dag waren ze verbrand. De voorzitter meent toch, dat er schuld njoet worden bekend. De com missie is te kort geschoten en moet niet de schuld op een doode werpen. Na nog eenige discussie wijzigt de heer Trimpe zijn motie zóó, dat alleen afge keurd wordt de onvoldoende controle van het Bestuur. Op verzoek van den heer Gunning wordt nog ingelascht: „en bij zonder van de commissie van controle". Deze motie van afkeu ring wordt aangenomen met 121 tegen 18 stemmen. Het Bestuur bleef buiten stemming. De zekerheidstelling van den te be noemen ontvanger-griffier wordt be paald op f 53.000. Dhr E1 e n b a a s (Nisse) betreurt het, dat alleen kapitalisten kunnen solli- citeeren. De voorzitter: De voorschriften eischen zulk een borgstelling. Het Bestuur stelt voor een aanvangs salaris van f 2800 met 5 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Enkele heeren willen f 2000 of f 1800. De voorz. en ande ren ontraden dit. 't Bestuursvoorstel wordt aangenomen met 126 tegen 32 stemmen (4 blanco). De vaststelling van de instructie wordt aan een commissie van 7 personen opge dragen. Aangenomen wordt heit voorstel tot het aangaan van een tijdelijke kasgeldlee- ning van f 40.000. In de Augustus-ver- gadering zullen definitieve besluiten ge nomen kunnen worden. De vergadering geeft aan het Bestuur mandaat, om, indien het huis van den heer Mohr te weinig op zou brengen, dit door den polder te doen koopeu. Bij de rondvraag vraagt dhr Van de Vrie, of Ged. Staten in al de verloopen jaren nimmer controle hebben uitgeoe fend. De voorzitter antwoordt, dat dit nooit is gebeurd. Dhr D. N ij s s e zegt, in een volgende vergadering te zullen voorstellen, dat ook niet-stemgerechtigde ingelanden gezwo rene kunnen zijn. Hierna te half zes sluiting. Ambrose en zijn Orchest spelen Za terdagavond in het Mayfair Hotel, Lon den. Luistert met een Hilversum 5. In lichtingen bij alle N.S.F.-agenten. (Adv). Goes. Naar wij vernemen is bij deskun dig onderzoek gebleken, dat de remmen van de auto's, waarmee Dinsdag het droe vig ongeluk op den hoek Voorstad-Wilhel- minastraat heeft plaats gehad, in orde waren. Doordat hij de gegeven signalen niet gehoord had, kwam Woensdagavond de kapper v. A., toen hij met zijn fiets de Opril bij de Groote Markt afreed, in volle vaart terecht tegen de auto van dhr W. Dhr v. A. schoot door den schok over zijn fiets en kwam over de auto heen, terecht tegen het schotwerk van de „Zoutkeet". Wonder boven wonder had hij geen letsel bekomen. Zijn fiets was echter totaal ver nield. In de vacature J N. Elenbaas is benoemd tot bestuurslid van de Vereeni- ging van burgemeesters en secretarissen op Zuid- en Noord-Beveland, dhr mr P. A. Schwartz, burgemeester van Rilland- Bath. Arnemuiden. Bevolking. Ingeko men: uit Serooskerke Robert Ferdinand Nikolaas Weber G 21; uit Middelburg Corn. J. Coppoolse; uit Krabbendijke Tan netje van Wallenburg. Vertrokken: naar Middelburg V 1 J. Coppoolse; Koudekerke C 26 Corn, de Rijke. Zouteland8. Bevolking: Ingekomen: Marinus Provoost van Aagtekerke; Ca- tharina Verhage van Eindhoven; Daniël Lievense van Biggekerke; Jan de Pree van Biggekerke. Vertrokken: Jan Kleinepier naar West- kapelle; Jan Davidse naar Ritthem; Adri- ana Dingemanse naar Meliskerke; Jas- perina Dingemanse naar Biggekerke;' Leendert Pleijte naar Middelburg en Pie- ter Koppejan naar Koudekerke.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5