DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Staten-Generaal
Stukken voor den Gemeenteraad
van Middelburg
Uit de Provincie,
VAN
VRIJDAG 10 JUNI 1932,'Nr 211.
EERSTE KAMER.
Steun aan de melkveehouderij.
Aan de orde was gisteren het wetsont
werp tot tijdelijke maatregelen tot hulp
verleening aan de melkveehouderij.
De heer v. d. Bergh (Lib.) verklaart,
dat zijn fractie haar stem aan het wets
ontwerp niet zal onthouden trots bezwa
ren, die er bestaan tegen onderdeelen van
deze regeling. Het betreft hier een steun
van geweldigen omvang, tot nu toe onbe
kend in deze crisis. De prijsvefhooging,
die van dit ontwerp het gevolg is, is prin
cipieel verkeerd. Deze verhooging maakt
het leven duurder inplaats van goedkooper
en zal het gebruik van boter en margarine
niet stimuleeren.
Spr dringt aan op een krachtige prijs
politiek der regeering ten aanzien van
boter en kaas, omdat de samenwerking
op zuivelterrein allertreurigst is. Iedere
strijd tusschen coöperaties of fabrieken
moet worden vermeden.
Ten slotte hoopt spr., dat de minister
spoedig betere berichten uit Duitschland
kan medebrengen, waar de boterproductie
nooit op kracht is kunnen komen.
De heer B1 o m j o u s (R. K.) brengt
hulde aan den minister voor diens bewon
derenswaardige werkkracht. Spr. is zeer
ingenomen met deze regeling, die hij lo
gisch, practisch en redelijk vindt. De prij
zen worden hier opgevoerd tot de produc
tiekosten en niemand kan daartegen be
zwaar maken. De huidige regeling is de
beste, die denkbaar is. Geen enkele andere
manier is er om aan de 100 millioen te
komen, die noodig zijn.
De heer T e r H a a r (G. H.) merkt op,
dat behalve de zuivelbereiding, tallooze
andere takken van volksbestaan met ver-
l.es werken. Hij zegt dit, om de opmer
king te maken, dat men niet iedereen kan
steunen. De zuivelindustrie heeft ook goe
de jaren gekend, waarin reserves zijn ge
maakt. Men zegt: die reserves zijn gesto
ken in uitbreiding van bedrijven. Maar
ook" dit is in alle industrieën het geval.
Onder de bedrijven, die geholpen worden,
zijn ook kapitaalkrachtige. Moeten die dan
ook geholpen, is dat noodig?
Toch moet er iets gedaan worden en
spr. kan dus niet zonder meer tegenstem
men.
De heer Pollema (G. H.) zou met
bet ontwerp niet kunnen meegaan, als hij
in den landbouw een bepaalde groep men-
schen zag. Echter acht spr. den landbouw
primair voor ons volksbestaan. Dit is de
rechtsgrond voor dit ontwerp. Spr. zal
vóór het ontwerp stemmen, al heeft hij
wel bezwaar tegen de groote bevoegdheden
der regeering.
De heer W i b a u t (S. D.) kan zich
niet aansluiten bij de woorden van dank
en hulde jegens den Minister gesproken.
Spr. verwerpt volkomen het argument, dat
de boter goedkooper is geworden en dat er
dus wel wat op de prijs kan. Een derge
lijke zaak mag men niet incidenteel rege
len. Sprekers bezwaar gaat dus tegen de
dekring der kosten. De directe belastin-
g- 1 )n zonder twijfel worden ver
hoogd. Verder is er de mogelijkheid van
een vermogensheff. g. De lasten zouden
daardoor rechtvaardig worden verdeeld.
De heer v. L a n s c h o t (R. K.) brengt
hulde aan het beleid van den minister.
Steun aan de melkveehouderij is oogen-
blikkelijk noodzakelijk.
Er is onzekerheid van uur tot uur. In
dit verband is het noodig, aan de Regee
ring vérstrekkende bevoegdheden te ge
ven.
De heer Diepenhorst (A. R.) be
strijdt den heer Wibaut. De hulpverlee-
n ng komt ten goede aan de boeren en aan
de eigenaren. De pachters zullen in staat
worden gesteld redelijke pachten te beta
len. Hier zit niets onredelijks in.
Het geweeklaag over de consumenten
gaat niet op. Er zit iets hards in dezen
maatregel voor sommige consumenten,
maar dit is onontkoombaar. Er is een zie
kelijke overschatting van het eenzijdige
consumentenbelang. Wie consument is,
kan aan d en titel geen recht ontleenen
om de waren goedkoop te ontvangen. Het
allervoornaamste belang is de instandhou
ding van een hoog ontwikkeld productie
proces.
Ten slotte bespreekt spr. de telegram
wisseling met Dr Postuma, die echter niel
de vertegenwoordiger is van den georga-
n'seerden landbouw. Daarom is het spr.
aangenaam, dat de drie centrale land
bouworganisaties spr. opgedragen hebben
den minister hulde te brengen voor diens
kracht, doortastendheid en wijsheid, waar
mede hij deze regeling heeft voorbereid.
De heer Westerdijk (V. D.) zegt,
dat. als geen hulp zou worden geboden,
aan het platteland, de toestand daar een
funesten invloed zou hebben op de finan
ciën der kleine gemeenten. Voor den in
houd van het ontwerp heeft spr. waar
deering.
Minister Verschuur zegt, dat de re
geering haar voordeel zal kunnen doen
met vele opmerkingen, die gèmaakt zijn.
De uitvoering der wet zal vele moeilijk
heden met zich brengen. Den rechtsgrond
voor dit ingrijpen heeft spr. nooit anders
gezocht dan in de belangrijkheid van de
zen tak van volksbestaan. De crisiswinst
van den consument is alleen aangeroerd
om den aard van het ingrijpen te recht
vaardigen.
Van de bevoegdheden, die de regeering
gegeven worden, zal spr. een sober en te
gelijk krachtig gebruik maken. De men
ging is geen ideaal middel, maar bet is
onvermijdelijk. Spr. is niet van plan, meer
dan 25 pet. te mengen, maar voor onver
hoopte gevallen moet de bevoegdheid blij
ven een grooter percentage voor te schrij
ven.
Men mag tegen dit ontwerp niet stem
men, zonder er een aannemelijk stelsel
voor in de plaats te stellen. Een systeem
van directen steun uit de Staatskas is het
laatste wat men doen moet. Beter is het,
het bedrijf op de been te houden.
Andere belastingheffingen zijn noodig
voor andere crisisregelingen en voor
de dekking van het groote tekort op de
Rijksbegrooting.
Het wetsontwerp wordt hierna goedge
keurd met 29 tegen 8 stemmen.
Tegen de Soc.-Democraten.
TWEEDE KAMER.
Uitoefening artsenijbereidkunst.
Nadat de Tweede Kamer gisteren de
interpellatie-De Visser had afgehandeld,
heeft zij een aanvang gemaakt met de be
handeling van het wetsontwerp omtrent
regelen betreffende de uitoefening van de
artsenijbereidkunst.
De heer Vos (Lib.) ontwikkelt een
groot aantal bezwaren tegen het ontwerp.
Hij concludeert, dat wij hier hebben een
uitermate onvoldoende wetsontwerp, dat
in dezen vorm niet aanvaardbaar is en
waaraan heel wat gemedicineerd en ge
dokterd moet worden, zal het een drage
lijke regeling worden.
Mevr. v. 11 a 11 i ev. E m b d e n (V.
D.) verklaart dat hot ontwerp voor haar,
in genoemden vorm wel aannemelijk is
De heer Bakker (G.H.) meent, dat de
drogisten teveel in het gedrang komen. Hij
bepleit het mogelijk maken van een vol
doende geneesmiddelenverstrekking op 't
platteland, mede door middel van dro
gisten.
Spr.'s tweede bezwaar betreft de rege
ling van de positie der apotheekhouden-
de geneeskundigen; deswege zal hij moei
lijk voor het wetsontwerp kunnen stem
men. Een geneeskundige zal zich onder
deze regeling niet licht op het platteland
vestigen, want, als hij geen apotheek meer
houdt, word hem een deel van de inkom
stenbron onthouden.
Mevr. BakkerNort (V.D.) heeft
in tegenstelling met haar partijgenoote
tegen het ontwerp vooralsnog onoverko-
menlijke bezwaren.
Ook de heer Schaepman (R.K.)
ontwikkelde verschillende bedenkingen te
gen bet ontwerp.
De begroofing 1932 niet door
Ged. Staten, goedgekeurd. Na
dere voorstellen van B. en W.
Middelburg in de 2e klas der
fondsbelasting. Belastingver-
hooging.
Uit de nota van wijzigingen van de
gemeentebegrooting 1932 niet zooals
wij gisteren per abuis schreven de eind-
wijziging blijkt nader, dat verschillen
de posten van inkomsten thans belang
rijk lager moeten worden geraamd, dan
bij de vaststelling der begrooting in De
cember j.l. en wel hoofdsom personeele
belasting f1000; opcenten personeele be
lasting f 1400; opcenten dividend- en tan
tième-belasting f3000; opcenten gemeen
tefondsbelasting 1932/1933 f 18000; en de
volgende uitgaafposten hooger: kwade
posten van door het Rijk geïnde belas
tingen f 4300, steunverleening f 29000;
subsidie werkloozenkassen f 12580 en ren
te kasgeld f6700, maakt totaal f75980,
welk bedrag op andere wijze moet wor
den gevonden.
Als dekkingsmiddelen noemen B. en W.:
pensioenverhaal f9400, korting jaarwed
den burgemeester, secretaris en ontvanger
f519; gemeentelijke inkomstenbelasting
over boekingstijdvak 1931/1932 f5500; min
der uitgaven door Rijkssalariskorting aan
de Ambachtsschool, Huishoudschool,
Avondschool voor N. O. en Handelsscho
len te samen f 3000; meer geraamde winst
electriciteitsbedrijf f 10.000, winst gasfa
briek aan de gemeente uit te keeren
f 18372.71; meer praelevement van dienst
1931 f20.000, indeeling gemeente in de
2e klasse van de gemeentefondsbelasting
f 11.600 (meer aan opcenten f4900 en uit-
keering aan hoofdsom f6700), meer op
centen vermogensbelasting f5000, totaal
f 83391.71, waardoor de post „onvoorziene
uitgaven" met f7411,71 is te verhoogen.
In verband hiermede leggen B. en W.
ook ter vaststelling over een verordening,
waarbij Middelburg in plaats van in de
eerste in de tweede klasse der gemeente
fondsbelasting wordt geplaatst en een
waarin met intrekking van de verorde
ning om 30 opcenten op de vermogens
belasting te heffen, wordt bepaald dit
50 opcenten te doen zijn. Beide verorde
ningen worden geacht te zijn ingegaan
op 1 Mei en gelden dus reeds voor het
belastingjaar 19321933.
Nog wordt een voorstel gedaan om te
bepalen, dat in afwijking met het be
paalde in art. 30 der „Verordening op
het beheer van de Bedrijven der gemeente
Middelburg", de winst van het gasbedrijf,
zooals die volgens de jaarrekeningen over
1931 en 1932 zal worden vastgesteld, in
de gemeentekas zal worden gestort.
Dit alles blijkt uit de in de gedrukte
handelingen opgenomen stukken. Daarbij
is meermalen verwezen naar een voorstel
van 7 Juni aan den raad gedaan, doch
dit is niet in die stukken opgenomen.
Wij vernemen, dat dit uitvoerige voor
stel o.a. vermeldt, dat Ged. Staten hun
goedkeuring aan de oorspronkelijk vast
gestelde begrooting niet meenen te kun
nen verleenen, en dat dit feit en het
onderhoud, dat B. en W. over deze zaak
met een commissie uit Ged. St. hebben
gehad, o.a. oorzaak is van bovengenoemde
voorstellen. Mocht de raad zich met een
en ander vereenigen, dan hebben Ged.
Staten toegezegd zich met de alsdan ge
wijzigde begrooting te kunnen vereeni
gen.
Waterschap de Breede Watering
bewesten lerseke.
(Vervolg.)
Het tekort van f77.000.
Dhr Q. T r i m p e concludeert uit art.
51 van het algemeen reglement! dat het
Bestuur verplicht is kas en boeken na
te zien. Volgens art. 85 kan hel B»sluur
dit werk laten doen door een commissie,
Daarin hebben zitting de heeren Van
Liere te 's Heer Abtskerke en Linden-
bergh te Wemeldinge.
Spr. wil op de capaciteit van die hee
ren niets afdingen. Het zijn misschien de
knapste financiers uit het Bestuur. Maar
er hadden ook ingelanden in de commis
sie benoemd kunnen zijn.
Deze commissie is vooral tekort ge
schoten. Spr. vraagt: wanneer er geld
was opgenomen, welke bewijzen werden
dan overgelegd?
Dhr'Van Liere antwoordt, dar het
tekort over 10 jaar loopt. De leden der
commissie kregen een briefje van den
heer Mohr, dat er zoo en zooveel bij de
Bank was opgenomen. Bij de laatste
controle is nog aan den heer Mohr om
het bewijs van de Bank omtrent den
stand der kas gevraagd. Hij zei: ik zal
het u zóó geven. Maar dit is in den loop
van het gesprek niet meer gedaan. We
zijn vertrokken, zonder het briefje van
de Bank gezien te hebben.
Dhr T r i m p e kan niet begrijpen, dat
nooit opgaaf aan de Bank is gevraagd.
Nooit heeft de commissie uit het Bestuur
van de Bank iets gezien. Nu blijkt, dat
er f 50.000 is opgenomen, zonder dat de
commissie er iets van afwist.
Hoeveel keer is in 1932 aan de Bank
door de commissie inzage genomen?
Waarschijnlijk nooit. Dit noemt Spr. treu
rig. Het Bestuur is wel zeer tekort ge
schoten. Men heeft laten loopen, wat
liep. De commissie is niet voor haar taak
berekend gebleken. We hadden een ont
vanger, die gemakkelijk geld uitgaf. Ged.
Staten wisten blijkbaar ook niet, dat ze
bevoegd waren tot controle. Ofze
zijn het vergeten. Maar wij kunnen be
talen. Als ik, zegt Spr., een ongeval ver
oorzaak, moet ik de gevolgen dragen.
(Applaus.) Het is noodzakelijk, dat het
Bestuur althans een deël van het tekort
voor zijn rekening neemt. (Applaus.)
Dhr P. P o 1 e ij vraagt nog naar de be
voegdheid van den ontvanger inzake het
geld halen bij de Bank.
De voorzitter geeft toe, dat de toe
stand verkeerd was. De ontvanger kon
zonder mandaat f 2000 halen. Dit kon hij
een onbepaald aantal keeren doen.
Dhr P. P o 1 e ij: als er meer dan f 2000
is gehaald, is dan het mandaat door den
dijkgraaf geteekend?
De voorzitter kan hierop niet met
zekerheid antwoorden. Pas gisteren is
Spr. bij den dijkgraaf toegelaten. Zijn
toestand is ernstig. En veel kon Spr. niet
te weten komen.
Dhr P. P o 1 e ij meent, dat het nooit
de bedoeling van Bestuur en ingelanden
is geweest zulk een blanco crediet aan
den ontvanger te geven.
Spr. geeft in overweging, dat het Be
stuur en bloc aftreedt. Spr. kan aan dit
Bestuur geen vertrouwen meer schenken.
Dhr Joh. Pilaar vraagt of het Be
stuur heeft onderzocht, of de Bank ook
grootere bedragen dan f 2000 heeft uit
betaald zonder mandaat van den dijk
graaf.
De voorzitter vermoedt, dat dit wel
niet het geval zal zijn.
Dhr T r i m p e heeft bij de Bank ge
hoord, dat voor grootere bedragen dan
f 2000 steeds een mandaat aanwezig was.
Dhr P. P o 1 e ij vraagt naar het laat
ste proces-verbaal van kasopneming.
De voorzitter: het is niet te vin
den. Vermoedelijk is het met andere stuk
ken verdonkeremaand.
Dhr P. Poleij: wie heeft het getee
kend?
Dhr v. Liere (gezworene)den
laatsten keer is geen proces
verbaal geteekend. De heer
Mohr maaktè een rapportje
o p. (Beweging.)
Dhr T r i m p e komt op tegen de be
schuldiging, dat de fin. commissie uit de
ingelanden ook niet vrij uit gaat. Als lid
dier commissie kreeg Spr. den avond
vóór de vergadering alles bij zich met de
boodschap morgen is het vergadering. In
zóó korten tijd kan Spr. geen onderzoek
instellen. De commissie moet alleen de re
kening nazien maar niet kas en boeken.
Daartoe heeft ze geen recht.
Dhr Joh. Pilaar is het hiermede
niet eens. Toen Spr. lid der commissie
was, heeft Spr. wel alles laten voorleggen.
De voorzitter is het met den heer
Pilaar eens.
Dhr Trimpe herhaalt, dat nergens in
't reglement staat, dat de commissie die
bevoegdheid heeft.
Op een vraag van den heer P. O e 1 e
deelt de voorzitter mede, dat nimmer be
wijzen van goedkeuring met het saldo
der Bank van het Bestuur zijn uitgegaan.
Dhrn v. d. H a v e en P. P o 1 e ij be
schuldigen de Bank, dat dan geen juiste
opgaven zijn verstrekt.
De voorzitter komt daartegen op.
De regeling was zoo: De Bank geeft iedere
drie maanden een overzicht van den
stand der rekening. Hoorde ze binnen drie
weken niets van het Bestuur, dan werd
aangenomen, dat men er mee accoord
ging.
Dhr P. P o 1 e ij merkt op, dat inge
landen vroeger het volle vertrouwen in
het Bestuur hadden. We dachten, dat de
zaak gezond was, zelfs nog na de laatste
vergadering. Spr. vraagt nog, hoe het
Bestuur aan de gedachte van een tekort
is gekomen.
De voorzitter: toen 's Zaterdags de
ontvanger is overleden, heeft reeds 's Zon
dags een familielid van den overledene
aan den dijkgraaf gezegd, dat er een te
kort zou zijn. Ook heeft de Bank het Be
stuur kort tevoren gewezen op den hoogen
stand van de schuld.
Dhr Schouten vraagt, waarom de
boeken niet bij waren. De administratie
is toch zoo groot niet.
De voorzitter: Gezegd werd, dat
het pas vergadering was geweest. Maar
Spr. vindt dit geen voldoende motief.
Dhr Schouten: hoe dikwijls is de
kas opgenomen?
De voorzitter: twee maal per jaar.
Dhr Schouten: dat is veel te wei
nig.
Dhr J. S t r a u b vraagt over welke
jaren is gefraudeerd en wie achter den
heer Mohr heeft gestaan, om de zaak aan
't eind van 't jaar kloppend te krijgen.
De voorzitter is met een bewogen
hart naar deze vergadering gegaan. Spr.
wil niemand anders dan zichzelf beschul
digen. Op de laatste vraag kan Spr. geen
antwoord geven. Wel gelooft Spr., dat er
meer is gebeurd dan „recht door".
Dhr W. Poleij vraagt of de kasop
name onverwacht plaats had?
De voorzitter acht een plotselinge
controle practisch onmogelijk.
Dhr W. P o 1 e ij is het daar niet mee
eens.
Dhr P. Poley: is de heer Bartelse
nooit met het kasboek in aanraking ge
komen?
De voorzitter: het kasboek was
het heiligdom van den heer Mohr. Daar
kwam niemand anders aan.
Dhr Gunning (lerseke) vraagt, of
er in al die tien jaar nooit iets aan het
licht is gekomen.
De v o o r z. antwoordt ontkennend. Spr.
is ook verwonderd over de kasopame.
Dhr K. M. Straub meent, dat wie
schuld bekent, ook moet betalen. Laat
het bestuur dan het tekort aanzuiveren.
De voorzitter voorziet practische
moeilijkheden. We zouden er dan ook
afgetreden gezworenen in moeten betrek
ken.
Dhr P. P o l e ij1: ook de ingelanden
gaan niet vrij uit. Het voorstel-Straub
is onbillijk. Spr. voelt er meer voor, dat
heft Bestuur en de ingelanden elk de helft
van het tekort betalen. Spr. blijft er bij,
dat het Bestuur niet langer meer het
vertrouwen van de ingelandeu waard is.
Met dit bestuur zal nooit meer iets goeds
bereikt kunnen worden.
Dhr K. M. Straub: Laat het Bestuur
betalen. Dan kan het aanblijven.
Een motie. Dhr Q. Trimpe
dient een motie in, waarin ingelanden,
gelet op de onvoldoende conltrole van het
Bestuur, het wenschelijk achten, in het
belang van een goede samenwerking tus
schen ingelanden en Bestuur, dat een
gedeelte van het tekort betaald wordt
door dijkgraaf en gezworenen. Spr.
heeft deze motie zoo zacht mogelijk ge
steld. Het Bestuur kan het bedrag bepa
len. Aanvaardt het Bestuur deze motie
niet, dan kan er van samenwerking geen
sprake meer zijn.
De stemming wordt even uitgesteld.
Accountantsrapport. Eerst
wordt voorgelezen door den heer Magen
dans het aceountamtsrapport-Kraaye-
veld. Daarin heet het, dat de gevoerde
administratie sedert jaren uitermate
slordig is gevoerd, dat de boeken over
vorige jaren slecht zijn bijgewerkt en
niet afgesloten. Een dagboek was niet
aanwezig. In plaats van een goed slot
van plm. f 35.000 was er op 1 Mei j.l. een
schuld van plm. f 42.000. Zooals reeds
gezegd, is het totaal tekort f 77.963.23.
In dit bedrag kunnen nog kleine veran
deringen komen.
Een tekort bestaat er reeds tien jaar.
Op 1 Mei 1931 was het f 68.000, 1 Mei
1930 f56.000, 1 Mei 1929 f31.000(?), 1
Mei 1928 f 31.000, 1 Mei '27 f 19.000(?),
1 Mei 1926 f 26.000, 1 Mei 1925 f 22.000,
1 Mei 1924 f9000 en 1 Mei 1923 f 11.000.
Dhr P. Poley concludeert, dat ook
de afgetreden bestuursleden schuld heb
ben.
Dhr Joh. Pilaar kan om dezelfde
reden de motie-Trimpe niet steunen.
Dhr W. Kakebeeke staat op het
zelfde standpunt. Hoe hard het ook is,
we moeten ons bij de feiten neerleggen.
Het Bestuur heeft al straf genoeg, gezien
de harde verwijten van vanmiddag.
Dhr P. Poley: Die verwijten vjaren
verdiend. Spr. wil echter het Bestluur
met clementie behandelen en zien, wat
het uit eigen beweging doet. Misschien
wordt de dijkgraaf wel wat beter, als hij
den afloop van deze vergadering hoort.
Dhr K. M. Straub meent, dat het
Bestuur best kan betalen. De dijkgraaf ze
ker. We moeten denken aan de vele in
gelanden die het toch al zoo moeilijk heb
ben.
Dhr W. Kakebeeke wil alles aan
het Bestuur overlaten en er later niet
meer op terugkomen. Het Bestuur heeft
rijn taak te licht opgevalt. We moeten het
een kans geven, rijn fout te herstellen.
De heer Magendans merkt op, dat
het nu nog niet gaait om de dekking van
de f 79.000. Dat komt later aan de orde.
We moeten nu alleen zorgen, dat de za
ken voort kunnen marcheeren en een
tijdelijke leening sluiten.
Dhr Trimpe acht zijn motie niet
hard. Ze kan al niet zachter gesteld
worden.
De voorzitter: Meent u, dat het
Bestuur met voorbedachten rade de za
ken heeft verwaarloosd? Zoo niet, dan
moet u ook geen eisch tot schadeloos
stelling stellen.
Dhr Trimpe: Het Bestuur heeft
zijn plicht verzuimd.
De voorzitter: En u wilt het Be
stuur straffen.
Dhr Trimpe: Omdat het zijn plicht
niet heeft gedaan. Nu moet het ook
in het tekort meebetalen.
De voorzitter. Ook al wordt de
motie aangenomen, dan kan ik geen
bedrag toezeggen. Vindt men het bedrag
te laag, dan wordt de verhouding ook
niet goed.
Dhr Joh. Pilaar: Het Bestuur is
de dupe van verouderde voorschriften
en van ongemotiveerd vertrouwen.
Dhr Gunning meent, dat de com
missie van kasopneming schuld moet be
kennen. Anders is geen verbetering te
wachten.
Dhr v. Liere (gezworene): de stuk
ken waren in orde. Maar den anderen
dag waren ze verbrand.
De voorzitter meent toch, dat er
schuld njoet worden bekend. De com
missie is te kort geschoten en moet niet
de schuld op een doode werpen.
Na nog eenige discussie wijzigt de heer
Trimpe zijn motie zóó, dat alleen afge
keurd wordt de onvoldoende controle van
het Bestuur. Op verzoek van den heer
Gunning wordt nog ingelascht: „en bij
zonder van de commissie van controle".
Deze motie van afkeu
ring wordt aangenomen
met 121 tegen 18 stemmen.
Het Bestuur bleef buiten
stemming.
De zekerheidstelling van den te be
noemen ontvanger-griffier wordt be
paald op f 53.000.
Dhr E1 e n b a a s (Nisse) betreurt
het, dat alleen kapitalisten kunnen solli-
citeeren.
De voorzitter: De voorschriften
eischen zulk een borgstelling.
Het Bestuur stelt voor een aanvangs
salaris van f 2800 met 5 jaarlijksche
verhoogingen van f 100. Enkele heeren
willen f 2000 of f 1800. De voorz. en ande
ren ontraden dit. 't Bestuursvoorstel wordt
aangenomen met 126 tegen 32 stemmen
(4 blanco).
De vaststelling van de instructie wordt
aan een commissie van 7 personen opge
dragen.
Aangenomen wordt heit voorstel tot het
aangaan van een tijdelijke kasgeldlee-
ning van f 40.000. In de Augustus-ver-
gadering zullen definitieve besluiten ge
nomen kunnen worden.
De vergadering geeft aan het Bestuur
mandaat, om, indien het huis van den
heer Mohr te weinig op zou brengen,
dit door den polder te doen koopeu.
Bij de rondvraag vraagt dhr Van de
Vrie, of Ged. Staten in al de
verloopen jaren nimmer
controle hebben uitgeoe
fend.
De voorzitter antwoordt, dat dit
nooit is gebeurd.
Dhr D. N ij s s e zegt, in een volgende
vergadering te zullen voorstellen, dat ook
niet-stemgerechtigde ingelanden gezwo
rene kunnen zijn.
Hierna te half zes sluiting.
Ambrose en zijn Orchest spelen Za
terdagavond in het Mayfair Hotel, Lon
den. Luistert met een Hilversum 5. In
lichtingen bij alle N.S.F.-agenten. (Adv).
Goes. Naar wij vernemen is bij deskun
dig onderzoek gebleken, dat de remmen
van de auto's, waarmee Dinsdag het droe
vig ongeluk op den hoek Voorstad-Wilhel-
minastraat heeft plaats gehad, in orde
waren.
Doordat hij de gegeven signalen niet
gehoord had, kwam Woensdagavond de
kapper v. A., toen hij met zijn fiets de
Opril bij de Groote Markt afreed, in volle
vaart terecht tegen de auto van dhr W.
Dhr v. A. schoot door den schok over zijn
fiets en kwam over de auto heen, terecht
tegen het schotwerk van de „Zoutkeet".
Wonder boven wonder had hij geen letsel
bekomen. Zijn fiets was echter totaal ver
nield.
In de vacature J N. Elenbaas is
benoemd tot bestuurslid van de Vereeni-
ging van burgemeesters en secretarissen
op Zuid- en Noord-Beveland, dhr mr P.
A. Schwartz, burgemeester van Rilland-
Bath.
Arnemuiden. Bevolking. Ingeko
men: uit Serooskerke Robert Ferdinand
Nikolaas Weber G 21; uit Middelburg
Corn. J. Coppoolse; uit Krabbendijke Tan
netje van Wallenburg.
Vertrokken: naar Middelburg V 1 J.
Coppoolse; Koudekerke C 26 Corn, de
Rijke.
Zouteland8. Bevolking: Ingekomen:
Marinus Provoost van Aagtekerke; Ca-
tharina Verhage van Eindhoven; Daniël
Lievense van Biggekerke; Jan de Pree
van Biggekerke.
Vertrokken: Jan Kleinepier naar West-
kapelle; Jan Davidse naar Ritthem; Adri-
ana Dingemanse naar Meliskerke; Jas-
perina Dingemanse naar Biggekerke;'
Leendert Pleijte naar Middelburg en Pie-
ter Koppejan naar Koudekerke.