No. 205
Vrijdag 3 Juni 1932
46e Jaargang
Dagblad voor de Provincie Zeeland
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
EERSTE BLAD.
Buitenland
Belangrijkste Nieuws.
Binnenland.
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZUIDEMA.
Buroau: Lange Vorststrant 70, Goos.
Tol.: Rodacilo en Adiiilutstrntlo No. 11.
Postrekening No. 44455.
Bijkantoor te Middelburg.
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. No. 259.
VERSCHIJNT EI.REN WERKDAG.
Abonn?menispïi]?;
Por 3 mnniidon, franco per post, f3.—
Losso nummers 5 0.00
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
Treffende verdediging.
Minister Donner heeft de rede waar
mede hij het wetsontwerp inzake de
Godslastering verdedigde, op een indruk
wekkende wijze beëindigd.
Zelfs de overzichtschrijvers van de libe
rale bladen konden zich aan den indruk
van dit persoonlijk getuigenis, niet ont
trekken.
Wij laten dit gedeelte van 's Ministers
rede hier woordelijk volgen:
\,Ik ontsluit niet gaarne en zeker
niet in een vergadering als deze de
kameren van mijn hart. Maar ik wil toch
wel dit zeggen, dat de hypothese van den
geachte afgevaardigde (Mr Marchant)
volkomen onjuist is.
Ik heb daar juist reeds op uitwendige
feiten gewezen, die het kunnen bewijzen;
ik wil nu daaraan wel toevoegen, dat het
psychologisch voor mij in deze zaak heeft
gelegen en ligt in de zielsontroering, die
ik heb ondergaan, toen ik kennis nam van
de uitingen, zooals die eerst met Kerstmis,
daarna eenigen tijd later, waren gedaan.
Het is mij toen tot een gewetensvraag
geworden, of ik met de Overheidsmacht,
die te mijner verantwoording was gesteld,
tegenover deze ik kan het niet anders
zeggen uitbraakselen van de hel, werk
loos mocht staan, of het ondergaan daar
van door de onderdanen gelaten mocht
worden aangezien.
Het ware mij gemakkelijker geweest,
indien ik die vraag met een verwij
zing naar de taak van kerken en geloo-
Vigen zelf in den zin van onthouding
had durven beantwoorden. Maar dit is mij
onmogelijk geweest; ik zag hier, zij het
dan niet rechtstreeks, óók een taak voor
het recht. En zoo is de zaak voor mij
blijven staan.
En het is dan ook zoo en ik zeg het,
al verspeel ik daardoor het gunstig oor
deel over mijn capaciteiten, dat de ge
achte afgevaardigde, de heer Marchant,
door mijn feilen in deze anders te inter
preteeren, wel wilde geven dat ik
daaraan mijn beste krachten heb ge
geven. En het zal een van mijn grootste
voldoeningen van mijn Ministerschap
zijn, indien ik het mij voorgestelde zal
kunnen bereiken, gelijk het een der ern
stigste teleurstellingen zal zijn, indien het
eindigt met een negatief resultaat.
Doch, wat de uitslag zij, Mijnheer de
Voorzitter, ik heb ook in deze mondelinge
verdediging het uiterste willen geven van
wat ik te geven heb, opdat ik eens reken
schap zal hebben te geven van mijn leven
en dan ook zal hebben te verantwoorden
wat ik toen, terwijl mij mede het rechts
bestel was toevertrouwd, heb gedaan om
naar de mate van de in het rechtsbestel
gelegen mogelijkheden dit gruwelijk be
drijf te weren, ik zal mogen hooren: Gij
deed uw plicht."
Minister Donner heeft naar zijn beste
wetefi zijn plicht gedaan.
Maar zullen dit ook kunnen zeggen de
afgevaardigden, die ook dit ontwerp mis
bruikten om de Antirevolutionaire partij
te bestrijden en die tegen het ontwerp
stemden?
Toch tegen.
Aan het debat over het wetsontwerp tot
strafbaarstelling van smalende Godslaste
ring, werd ook nog met een enkel woord
deelgenomen door Mr Th. Heemskerk.
„De Overheid, zoo betoogde hij, heeft
tot taak de geloofsvrijheid te eerbiedigen
en te beschermen. Zij kan niet iemand tot
het geloof dwingen.
Maar zij moet ook beschermen de ge
loofsvrijheid van hen, die gelooven. Zij
moet dat niet alleen doen tegen feitelijke
aantasting, maar ook tegen pogingen om
een geestelijke atmosfeer te kweeken,
waarin op het geloof wordt gesmaald,
waarin gesmaald wordt op God, Christus
en den Heiligen Géést, op zoodanige wijze,
dat niemand, die ook maar een greintje
eerbied voor God heeft, het van zich zou
kunnen verkrijgen, oni 'tvoor te lezen pp
de wijze waarop dat in den tegeuwoordigen,
tijd meermalen is geschied. Tegenzoo-
danig geschrijf is dit wetsont
werp gericht."
Hieruit volgt dat men dan ook zou mo
gen verwachten dat allen die dé Christe
lijke zede wenschen hoog te houden, dit
ontwerp zouden steunen.
En in 't bijzonder zou men dit ver
wachten van hen, die er meermalen de
Overheid een verwijt van maakten, dat zij
tegen de publieke Godslastering niet
krachtiger optrad, de Staatkundig Gere
formeerden.
En toch stemden alle drie de St. Geref.
afgevaardigden tegen het ontwerp.
Inplaats van de Overheid in haar strijd
tegen dit goddelooze bedrijf te steunen,
hadden zij voor dit ontwerp niets dan cri-
tiek.
Enzestemden tegen!
Dankbaarheid.
Dankbaarheid is een deugd die maar
al te weinig gevonden wordt.
Daarom des te meer trekt het de aan
dacht, dat Minister Verschuur na de be
handeling van het wetsontwerp tot steun
aan de zuivelindustrie reeds verschillen
de dankbetuigingen in ontvangst mocht
nemen.
De Christelijke Boeren- en Tuinders-
bond zond een telegrafische dankbetui
ging.
En namens de 75000 leden van den R.K.
boerenbond werd eveneens aan Minister
Verschuur 'n telegram gezonden om hem
dank en hulde te brengen voor hetgeen hij
reeds in het belang der boeren gedaan
had.
De aanneming van het ontwerp door de
Tweede Kamer bracht reeds eenige ont
spanning. Bij de boeren en dus ook bij
de arbeiders.
Of de arbeiders op het platteland, die
tot nu toe op de roode candidaten stem
den, óók zoo dankbaar zullen zijn is een
andere vraag.
Zij hebben toch moeten ervaren dat bij
de stemming over het ook voor hen zoo
belangrijke ontwerp de helft van de 24
roode leden afwezig was, en dat de andere
helft tegen stemde.
HET ROODE MARIONETTENSPEL.
Met bekwamen spoed 'hebben de Am
sterdamsche raadsleden, de 'heeren v. d.
Bergh, Ossendorp, en W. Polak, voldaan
aan den eisc'h van hunne lastgevers, en
ontslag genomen als lid van den gemeen
teraad.
Deze heeren blijken te groot voor -het
roode marionettenspel.
In 'hun ontslagbrief verklaren zij, dat
voor hen is komen vast te staan, dat zij
hun raadslidmaatschap niet kunnen (blij
ven vervullen, zonder in conflict te zijn
'hetzij eenerzijds met de opvatting van
de Amsterdamsche federatie van (hun
partij, hetzij anderzijds met geweten en
belofte.
Verschillende andere leden van de Soe.
Dem. fractie stonden voor 'hetzelfde com
flict.
Maar zij hebben gewillig den nek ge-
bogen onder het roode juk.
Zij 'hebben er geen bezwaar tegen, als
ledepoppen in het marionettenspel te
fungeeren en mogen dus hun baantje
behouden.
Merkwaardig is intusschen, dat nie
mand minder dan de 'heer A1 b a r d a
de bekwame leider der Soc.-Dem. frac
tie in de Tweede Kamer zich geheel
plaatst aan de zijde van de uitgeworpen
raadsleden.
,31 i n d e r dan ooit, zoo schreef 'hij
in „Het Volk", kunnen wij' in dezen
tijd, met zijn weergaloos-moei-
lijke problemen, in de open
bare lichamen marionetten
g e b r u i k e n."
Maar de groote meerderheid van de S.
D. A. P. vraagt uitsluitend mario
netten.
'Zij kan geen mannen met eigen inzicht
en eigen overtuiging gebruiken.
„Het Volk" b.v. kiest onvoorwaardelijk
partij voor de uitwerping van de Amster
damsche raadsleden.
Aldus:
„Het is niet zoo, dat hier een ernstig
meeningsverschil in de partij bestond en
dat de vergadering met een kleine of zelfs
met een grootere meerderheid van stem
men haar oordeel had uitgesproken, de
schaal in de eene of andere richting deed
overslaan en nu eisChte, dat de vertegen
woordigers der partij zich aan die kleine
of groote meerderheid zouden houden.
Zulk een eisöh zou zeker in strijd met
de waardigheid, de karaktervastheid, de
persoonlijkheid der raadsleden gekomen
zijn. Maar zóó was het niet. Er was hier
een volstrekt eenstemmig oordeel van de
gansche, talrijke vertegenwoordigende
partijvergadering en voor/het gewicht van
dit eenstemmig oordeel, waarbij de gan
sche Amsterdamsche partij achter de ver
tegenwoordigende vergadering stond werd
van de raadsleden het volle besef ge
vraagd.
Kan het anders? Is er nog band tus-
schen partij en afgevaardigden, als het
anders zou gaan? Indien het gansche par
tijcongres éénstemmig een wei-omschre
ven politiek zou hebben vastgelegd, is het
dan denkbaar te achten, dat er Kamerle
den zouden zijn, die zich boven zulk een
volstrekt eensgezinde partij-uitspraaik
stelden en toch hun eigen opvatting volg
den, niet bereid waren die te herzien en
zich dus welbewust, als vertegenwoordi
gers van de partij, tegen de volstrekt
eensgezinde partij' stelden? Wij achten de
gedachte volslagen onmogelijk.
Toch is dit gebeurd in Amsterdam. Zóó
heeft men de zaak te zien. Anders is het
niet. Raadsleden, die in zulke omstandig
heden zich voegen naar den eenstemmigen
partijwil, doen zich hiermee niets te 'kort.
Zij geven daarmee te kennen, dat zij niet
'heerschers over, maar dienaren van de
partij willen zijn en dat zij zoo alleen
kracht van optreden tegenover de tegen
standers der partij zullen behouden." i
Het blad voegt er aan toe, dat het dn
het 'belang van de partij het beste is, over
dit geval zoo min mogelijk na te 'kaarten.
Ja, dat zou wél waar kunnen zijn.
Toch zal het hierbij niet kunnen blijVen.
Daar is b.v. reeds 'het geval A'lbarda. Is
iemand die zich zoo openlijk tegen het
marionettenspel uitspreekt nog wel 'ge
schikt als vertegenwoordiger van de S.
D. A. P. op te treden?
De afgevaardigden van de S. D. A. P.
in Staten en raden verkeeren nu wel in
een prettige positie.
Zij mogen wel aan de beraadslagingen
deelnemen maar zij mogen zich op straffe
van royement nopdt laten overtuigen.
Zij 'hebben nooit zelf te beslissen, maar
er wordt voor ben beslist. Zij kunnen
een groot woord voeren en doen alsof,
maar het gebeurde te Amsterdam leerde
bet, zij zijn toch niets anders dan bood-
schapjongens, ledepoppen die hebben te
knikken als hun lastgevers de touwtjes
trekken.
De Duitsche spoorwegen over de maand
April.
In de „Reichsbahn", het officieele blad
der Duitsche spoorwegen, wordt het rap
port gepubliceerd over den toestand der
Duitsche Rijksspoorwegen in de maand
April 1932. Hieruit blijkt, dat in deze
maand het goederenverkeer een ongekend
laagtepunt heeft bereikt. De bedrijfsont-
vangsten bedroegen 230.441.000 R.M., de
uitgaven 308.465.000 R.M., zoodat ruim
78 millioen R.M. meer is uitgegeven dan
ontvangen.
De ramp met de „Georges Philippar".
Degenen, die ten gevolge van de ramp
der „Georges Philippar" lichamelijk let
sel hebben bekomen en de nagelaten be
trekkingen van hen, die bij deze ramp
het leven verloren, zullen van de Message-
ries Maritimes, wier eigendom het schip
was, geenerlei schadeloosstelling ontvan
gen, tenzij de rechtbank in anderen zin
zou beslissen.
Een vertegenwoordiger van de „Dai
ly Herald" heeft een onderhoud gehad
met den juridischen adviseur der maat
schappij, die verklaarde, dat de maat
schappij elke aanspraak van dien aard
van de hand zal wijzen. „Wij waren zelfs
niet verplicht," aldus de rechtsgeleerde
raadsman, „de overlevenden naar Frank
rijk terug te brengen. We hebben dat
slechts gedaan op grond van moreele
overwegingen. De wet verplicht ons tot
niets."
Ook de heer Rastoul, de te Marseille
zetelende directeur van de maatschappij,
verklaarde dat geen schadeloosstelling kan
worden uitgekeerd. „Wanneer de passa
gier zijn passagebiljet koopt," zoo zette
hij uiteen, „wordt daardoor een soort
contract door hem gesloten. In dit con
tract wordt verklaard, dat geen maat
schappij verantwoordelijk mag worden
gesteld voor verliezen, schade of eeniger-
lei ander gevolg van zee- of oorlogsgeva
ren. De maatschappij behoudt zich ook 't
recht voor, elke verantwoordelijkheid van
de hand te wijzen met betrekking tot ver
keerde handelingen of nalatigheid van
den kapitein, den loods, andere leden der
bemanning of opvarenden aan boord van
haar schepen, onder welke omstandighe
den het ook zij."
De Kabinetswisseling in Dultschland.
De Rijkspresident heeft den scheiden
den Rijkskanselier, dr Brüning, het vol
gende schrijven gezonden:
„Zeer Geëerde Heer Rijkskanselier!
Aan uw verzoek, om ontheffing uit uw
functies van Rijkskanselier en Rijksminis
ter van Buitenlandsche Zaken, voldoe ik
hierbij. Ik betreur het ten zeerste mij van
u te moeten losmaken, nadat ik gedurende
de twee jaren onzer samenwerking zoo
dikwijls gelegenheid heb gehad uw hoog
staand karakter, uw uitgebreide kennis
en uw onzelfzuchtige overgave aan de
door u aanvaarde taak te leeren kennen
en hoogachten. Voor dit alles dank ik
u namens het Rijk en uit eigen naam.
Ï'e samenwerking met u zal ik nooit ver
eten en uw persoon steeds met de groot
ste hoogachting gedenken.
Met mijn beste wenschen voor uw per
soonlijk welzijn en met vriendelijke groe
ten verblijf ik, enz.
(w.g. vou Hindenburg."
Brüning ligt op het oogenblik ziek te
bed. De gebeurtenissen der laatste dagen
hebben hem blijkbaar zeer aangegrepen.
Rijkskanselier von Papen heeft een
langdurig onderhoud met Rijksbankpresi
dent dr Luther gehad, waarbij alle voor
de Rijksbank van belaag zijnde problemen
werden behandeld.
Er bleek volledige overeenstemming te
bestaan, Jspeciaal ten aanzien van het
standpunt, dat er geen sprake kan zijn van
eenigerlei valuta-experiment en in het al
gemeen van geenerlei maatregelen op
valuta- en credietterrein, die een gevaar
voor de stabiliteit van het Duitsche betaal
middel zouden kunnen opleveren.
Wat de verhouding van het nieuwe ka-
binet-von Papen tot den Rijksdag aangaat,
loopen er geruchten, dat de Rijkskanselier
(waarschijnlijk Dinsdag) in aansluiting
aan de regeeringsverklaring het decreet
tot ontbinding van den Rijksdag zal voor
lezen.
Over de nieuwe bewindsmannen deelt
het Berliner Tageblatt nog de volgende
bijzonderheden mede:
Baron Eist von Rubenach is zeer be
vriend met den rijkskanselier; ze zijn als
het ware buren. Burg Wahn, in het Moe-
selland, het stamslot van de Rübenachs,
is namelijk niet ver verwijderd van het be
zit van den heer von Papen in het Saar-
gebied. Bovendien was baron Eist von
Rübenach op het tijdstip, waarop von Pa
pen nog attaché te Washington was, als
technisch deskundige verbonden aan het
Duitsche consulaat-generaal te New York.
Op het gebied van de politiek heeft de
nieuwe Rijksminister van Verkeerswezen
nog geen rol gespeeld. Zijn broeder, de
eigenlijke slotheer van Burg Wahn, is
echter nationaal-socialistisch lid van den
Pruisischen Landdag.
Baron von Br arm, de nieuwe Rijksmi
nister van Landbouw, was ten tijde van
de Kapp-putsch regeeringspresident van
Gumbinnen. Hij behoorde tot de vrienden
van Kapp en Winning. Tijdens het korte
bewind van Kapp had hij de landraden
van zijn district opdracht gegeven zich ter
beschikking te stellen van de nieuwe re
geering.
Dijkdoorbraak aan de Colorado-rivier.
Uit Blythe (Colorado) wordt gemeld,
dat het Paloverde-dal tengevolge van een
dijkdoorbraak door het water van de Co
lorado-rivier, die den hoogsten water
stand sedert 1921 bereikt heeft, ten zeer
ste bedreigd word.
Een farmer, die de dijkdoorbraak ont
dekte, ijlde met zijn auto door de be
dreigde streek om de bewoners te waar
schuwen. 2500 gezinnen hebben zich voor
bereid om te vluchten.
Alle in de streek beschikbare mannen
zijn naar de plaats, waar de dijk is door
gebroken, gezonden, teneinde met zand
zakken het gat te dichten.
Mijnwerkersstaking in Engeland voor-
looplg afgewend.
De nationale conferentie, van gedele
geerden der Engelsche mijnwerkers heeft
een motie aangenomen, waarin aan het
bestuur der federatie wordt opgedragen,
met de regeering over een versterking van
de nationale arbitrage-organisatie te on
derhandelen, opdat deze den toestand in
de industrie na kan gaan.
Voorts wordt van de regeering geëischt
dat zij de conventie van Genève betref
fende den arbeidstijd zal ratificeeren en
op de internationale overeenkomsten in
zake de steenkool-productie, -prijzen en
-markten zal aandringen.
Deze motie welke met slechts 278.000
tegen 239.000 stemmen werd oangeno-
Binnenland.
De herziening der L.O.-wet. Geen behan
deling vóór 'het Kamerreces.
Het rapport van de bezuinigingscommis-
sie-Welter.
De Eerste Kamer heeft de Indische be
grooting aangenomen.
Buitenland.
De economische wereldconferentie.
Geen mijnwerkersstaking in Engeland.
Het nieuwe Duitsche kabinet. Spoedige
Rijksdagontbinding?
men, beteekent dat men voorloopig niet
tot staking zal overgaan.
De economische wereldconferentie.
Uit Washington wordt gemeld, dat de
Amerikaansche regeering besloten heeft,
niet aan de conferentie van Lausanne
deel te nemen.
Men is van meening, dat de economi
sche wereldconferentie pas in Augustus,
na de conferenties van Lausanne en Otta
wa, zal plaats hebben.
Het Engelsche voorstel, om de confe-
ren tie van Lausanne in tweeën te split
sen en het tweede deel der conferentie te
Londen te houden als een economische
wereldconferentie, is in overeenstemming
met den wensch der Amerikaansche re
geering betreffende de duidelijke schei
ding tusschen de kwestie der oorlogs
schulden en de zuiver economische vraag
stukken. Hoover en Stimson zijn van mee
ning, dat zulk een conferentie, als thans
te Londen is voorgesteld, zeer belangrijk
kan zijn. Er zullen zeer gezaghebbende ge
delegeerden benoemd worden.
Korte berichten.
In den staat Mexico zijn alle Katho
lieke Kerken door de politie gesloten, aan
gezien de aartsbisschop van Mexico tot
nog toe uit de honderd vijftig nog aanwe
zige priesters geen keuze van 34 priesters
om de kerkdiensten te vervullen heeft ge
daan, zooals door de wet is voorgeschre
ven.
Volgens een bericht uit Havanna
verwacht men, dat de garenfahrieken van
Henry Clay gesloten zullen worden, waar
door 20.000 arbeiders werkloos worden.
DE HERZIENING VAN DE LAGER
ONDERWIJSWET.
In dit zittingsjaar niet meer behandeld?
De voorzitter van de Tweede Kamer
heeft gistermiddag de volgende mededee-
deeling gedaan:
„Eenige dagen geleden is bij; de Kamer
het Verslag over het wetsontwerp houden
de wijziging van de Lager Onderwijswet
1920 ingekomen. Mij is gebleken, dat de
Regeering de openbare behandeling van
hare voorstellen nog vóór het zomerreces
zou op prijs stellen.
Bestudeering van het lijvig Verslag
'heeft mijn oanvankelijken indruk ver
sterkt, dat ook in het mondeling overleg
tusschen Regeering en Kamer tal van
onderwijlsvraagstukken aan de orde zullen
komen, die een nauwgezette maar dan oolk
vrij omvangrijke 'behandeling zullen ver-
eischen. De Kamer zal daarbij hare ge-
daohtenwisseling niet kunnen beperken
tot die onderdeelen van het wetsontwerp,
welker afhandeling men wellicht urgent
zou kunnen noemen, maar zij zal zich
evenzeer moeten begeven in een discus
sie over allerlei aan de orde Igestelde
onderwijsaangelegenheden, 'die, hoe ge
wichtig ook, eene nadere wettelijke voor
ziening geenszins 'dringend vragen.
Het komt mij heter voor, dat de Ka
mer zoo-danig breed onderwijsdebat op dit
oogenblik niet voert, doch daarvoor een
meer geschikte gelegenheid afwacht.
Van mij' is derhalve geen voorstel te
verwachten, om het bedoeld wetsontwerp
nog in dit zittingsjaar in openbare be
handeling te nemen."
Hef rapport van de bezuinigings-
commissie-Welter.
Het Tweede Kamerlid Van Rappard
heeft tot den minister van binnenland-
sche zaken, voorzitter van den raad van
ministers, de volgende schriftelijke vra
gen gericht:
Heeft de regeering reeds een beslissing
genomen of het rapport van de bezuini-
gingscommissie-Welter, waarvan inmid
dels ook het tweede en laatste deel ie ver-