DE ZEEUW TWEEDE BLAD. GIJ DWAAS HET ADRES A. WILKING Wat er deze week voorviel VRAAGT SPOOR/GESTAMPTE MUISJES Zoeklichtjes. De bloeiende pracht Brieven uit Middelburg. cx. VAN ZATERDAG 28 MEI 1932, Nr 200. Het voor vele onzer lezers belangrijkste bericht was wel de aanneming met groo- te meerderheid (alleen de sociaal-demo craten stemden tegen en toonden weer eens hun liefde voor onzen landbouw en veeteelt) door de Tweede Kamer van het wetsontwerp tot steun aan de veehouderij. Als nu de Eerste Kamer dit voorbeeld volgt, is onze veehouderij van den onder gang gered. Wij twijfelen er niet aan, of ons volk zal het offer, dat daarvoor noodig is, gaarne willen brengen, waarbij echter zeker de hoop mag worden uitgesproken, dat wat opgebracht wordt, ook inderdaad ten volle aan onze veehouders ten goede komt. Als straks nu nog onze kippen- en varkenshouders eenigen steun ontvangen, kan gezegd, dat in den ergsten nood van het oogenblik is voorzien. Onverkwikkelijk was de toon, waarop mannen als dr Posthuma en de heer Ker sten zich tot de regeering richtten. Ze zijn echter op afdoende wijze door Minister Verschuur, die een uitstekend spreker en debater blijkt te zijn, beantwoord. De volledige afsluiting van de Zuider zee heeft door de ongunstige weersom standigheden eenige stagnatie ondervon den. Was eerst het plan den dijk Woens dag j.l. ter gelegenheid van het bezoek, dat H. K. H. Prinses Juliana aan onze twaalfde provincie bracht te dichten, thans is gemeld, dat het wel Maandag zal worden, eer het werk zoover gevorderd is. Deze week overleed iemand, die vooral in de kringen van ons Christelijk onder wijs bekend en gewaardeerd was. Ds Pier- son, de voorzitter van den Schoolraad en de tweede voorzitter van „de Unie een School, met den Bijbel", ging van ons heen. Veel heeft hij voor het Chr. Onder wijs gedaan. Hoe waarschuwde hij voort durend om toch, nu de financieele gelijk stelling verkregen was, het beginsel van de School met den Bijbel onverzwakt te handhaven 1 Overzien we de buitenlandsche berichten 1 van deze week, dan stond alles in 't teeken van werkloosheid, bezuiniging, verhooging invoerrechten, beperking invoer enz. Ook de betalingsvraagstukken vroegen de aandacht. De juiste fin. verhouding tus- schen Engeland, Frankrijk en Amerika dient vooral geregeld te worden. In dat verband is ook van belang het geheimzin nig telefoongesprek, dat Mac Donald van uit Lossiemouth, waar hij nog voor verder herstel vertoetf,met Amerika gevoerd heeft Weerzinwekkend was de formeele veld slag, die in den Pruisischen Landdag tus- schen nationaal-socialisten en communis ten werd geleverd, 't Is wel een droef tee ken van de verwording onzer dagen. Der gelijke tooneelen werpen wel een uiterst somber licht op de geweldige geestelijke en moreele ontwrichting, welke zich van breede kringen van het Duitsche volk heeft meester gemaakt. Voor een kabinetscrisis, waarover zulke ernstige geruchten liepen, schijnt Duitsch- land toch bewaard te blijven. In Frank rijk zullen de volgende week de onderhan delingen over een nieuw kabinet een aan vang nemen. In Griekenland, dat door stakingen zwaar getroffen is, is men weer zoover, dat er een kabinet is. Ook België maakte een kabinetswijzi ging mee. Het oude kabinet-Renkin is echter in zijn kern blijven bestaan en met slechts drie nieuwe ministers wederom voor het parlement verschenen. Over het taalgebruik bij het Lager- en Middelbaar onderwijs zegt de regeerings- verklaring niet veel. Heel weinig instemming heeft deze ver klaring in de Kamer gevonden: algemeen bestaat de indruk, dat ook ditmaal de taalkwestie niet is opgelost. Ontbinding van het parlement, Kamerverkiezingen en een langdurige kabinetscrisis zouden ech ter aan den vooravond van de conferentie van Lausanne groote bezwaren met zich hebben gebracht. Amice, 't Is goed en vruchtbaar zoo nu en dan het schoone, groene eiland Walcheren te verruilen voor het hart van Holland. En wie zij het ook al geen al te verre reizen doet, die weet wat te verhalen. Doch de telegraaf, de radio-berichten zijn zóó vlug, dat deze ons reeds lang naar Zeeland zijn voorgegaan met het be richt van wat in de hoofdstad voorviel. En zoo weet gij reeds lang dat ook het laatste bolwerk tegen de loonsverlaging is gevallen. Ook Amsterdam besloot daartoe en wel met behulp van een drietal sociaal democraten, de fractieleider mr van den Bergh inbegrepen. Men had van die zijde nauwkeurig uitgerekend hoeveel leden der fractie noodig waren om het voorstel tot loonsverlaging te doen aannemen. De vorige maal had men zich vergist door te onderstellen dat de middenstanders vóór zouden stemmen. Daarom stemden toen alle jsocialistische raadsleden tegen het voorstel, welks aanneming men eigen lijk vurig begeerde, omdat bij verwer ping de socialistische wethouders op den duur niet konden blijven zitten. Thans heeft men drie socialistische raadsleden aangewezen om de plaats der drie mid denstanders in te nemen en door hun voorstemmen de loonsverlaging te doen aannemen. Wat dan ook is geschied, zoo dat de Amsterdamsche Raad ten slotte eieren voor zijn geld heeft gekozen. „Het Yolk" had de leuze aangeheven: „Niet bukken". Zoo'n leuze is gemak kelijk, vooral voor wie, staatsrechtelijk, toch niet de minste verantwoordelijkheid heeft. Doch mr. v. d. Bergh, die ook bij zijn advies ten voordeele van een halven dag winkelsluiting eerst zeer pertinent was, doch ten slotte voor den minister de vlag streek, zocht ook thans zijn heil in de vlucht. Zijn oordeel was, dat vol houden het laatste greintje van het ge meentelijke zelfbeschikkingsrecht zou ver nietigen, terwijl hij ook de ongelijkheid tusschen ambtenaren en werklieden niet wilde laten bestaan. Als de hoogere amb tenaren gekort werden, dan moesten ook de werklieden volgen. En zoo ging deze fractieleider met twee volgelingen door den wind en hielp de salarisverlaging tot stand komen. De overige soc.-democratische raads leden stemden voor de leus tegen een maatregel, van wie zij- wisten dat hij toch door zou gaan. En zoo redden zij den schijn. Fraai! Hoe zal het gaan, wanneer - wat onvermijdelijk schijnt binnen niet al te langen tijd een tweede voor stel tot salarisverlaging aan de orde komt? De Pinkster bracht fraai, warm weer. En zoo was het op den Zaterdagmiddag vóór de feestdagen op het Amsterdamsche Genraal-station een groote drukte. Een der perrons was geheel ingenomen door de Arbeiders-Jeugd Centrale, de z.g.n. „Roode Valken". Een lange, lange trein, met opschrift „A. J. C. Nunspeet" stond gereed om honderden jeugdige aanstaan de leden der S. D. A. P. op te nemen. Ge lukkig bleek bij deze dat de aanstaande feestpret, de luchtige toiletjes der meisjes, het meer soliede pilow der jongenspakjes nog de overhand in de vreugde hadden bo ven het principe van den rabbijnenzoon uit Trier: Karl Marx. Zoo de ouden zon gen, zoo piepen de jongen! Op een ander perron zag men lange rijen der R.K. meisjes van „de Graal", in wier kleeding de gele pauselijke kleur sterk naar voren kwam. Zij zouden, vijftienduizend in getal op Tweeden Pinksterdag in het Amsterdamsche Sta dion gymnastische en symmetrische evolu ties houden, waarbij schoonheid, regel maat en orde naar voren zouden komen, en het R.K. principe door zou schemeren. Elders marcheerden de gewone padvin ders van diverse formatie, wier ideaal is gezondheid, sportieve orde en het plegen van daden van bereidwilligheid. Een toeschouwer maakte jegens mij de opmerking: Wat een tekort aan synthese in ons jonge volkje! Ieder trekt gescheiden op, doch denkt er niet aan vereenigd slag te leveren. Ik antwoordde hem: Kuyper had het in 1901 en volgende jaren nog niet zoo mis, toen hij sprak van de zich meer en meer ontwikkelende antithese. Waarop eerstgenoemde spreker mismoe dig zweeg, blijkbaar omdat hij geen ant woord had. Wij, hier in Middelburg, kennen die verschillende jeugdorganisaties zeer wèl en de Gereformeerde en andere vereeni- gingen van jongelingen en jongemeisjes nog bovendien. Doch deze laatsten treden in het publiek niet zoo naar voren, ten zij op fietstochten en tijdens kermievie- ringen. Doch wat wij in Zeeland niet zien, is het massale, streng gedisciplineerde van al deze jeugdformaties, waarbij het vaak om don indruk naar buiten te doen is. In ieder geval is het gewenscht dat ook onze organisaties vooral inwendig en principi eel sterk en krachtig worden. Het is wel opmerkelijk, dat aan alle zijden duidelijk wordt ingezien de waar heid van het woord: „Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst". Vriendschappelijk groetend U METELLUS. BESLAG OP GOEDEREN IN SAFES. Verschenen is het voorloopige verslag der vaste commissie voor privaat- en straf recht over 'het wetsontwerp, houdende re geling van het beslag op roerende goede ren in door derden in gebruik gegeven ruimten, lijfsdwang en dwangsom. Aan dit verslag is het volgende ont leend: De commissie is met de regeering van oordeel, dat de inhoud van door derden in gebruik gegeven ruimten niet feitelijk aan beslag onttrokken mag kunnen wor den. Zij juicht het daarom toe, dat de re geering dit onderwerp nader wettelijk beeft willen regelen en zij kan zich met het principe der ontworpen regeling vereeni gen. Echter ziet zij1 bij de uitwerking daar van een aantal feitelijke moeilijkheden, die naar haar oordeel zullen moeten leiden tot wijziging van het ontwerp, zij het ook slechts op enkele punten. In -de eerste plaats heeft de commissie zich afgevraagd, wat er zal gebeuren, in dien de derde meestal een bankinstelling, die safes verhuurt) weigert aanwijzing te doen van de door -den schuldenaar ge huurde ruimte of de deuren, waarvan zij den sleutel bezit, te openen. De commissie heeft 'zich afgevraagd of het niet mogelijkis in een uitdrukkelijke wetsbepaling voor te schrijven, dat de derde (de bank) van het oogenblik af, waarop de deurwaarder zich bij hem heeft vervoegd, -den schuldenaar-huurder niet mag toelaten tot de door dezen gehuurde ruimte, tenzij in tegenwoordigheid van den deurwaarder. Indien de gebondenheid .van den derde tot het verleenen van zijn medewerking vaststaat, doch hij desniettemin weigert, zal men kunnen trachten hem daartoe te dwingen door een -dwangsom. Of deze medewerking ook zal kunnen worden afge dwongen door middel van lijfsdwan-g, schijnt minder zeker; de commissie zal daaromtrent -gaarne de opvatting der re geering vernemen. Enkele leden vroeren of er geen gelegen heid zou bestaan lijfsdwang mogelijk te maken wegen-s wanbetaling van alimen- tatiegelden. And-ere leden merkten daar tegen op, dat -de strekking van -dit onder werp juist is, -de toepassing vein lijfsdwang te beperken. De persoon, die onderhou den wordt, zou voorts in -elk geval moeten beginnen met een belangrijk voorschot te storten, ten einde het mogelijk te maken, dat lijfsdwang wordt geëxecuteerd, zoodat in de practijk in alimentatiezaken wel nooit van een bevoegdheid daartoe zou worden gebruik gemaakt. Eenige leden zouden gaarne willen zien henaald, dat de gijzeling moet worden be ëindigd. zoodra ernstig gevaar dreigt, dat deze blijvend nadeel voor de gezondheid van -den gegijzelde ten gevolge zal 'hebben. Ingezonden Mededeeling. FEUILLETON. Vrij naar het Engelsch. 52) o— „Nu ik moet zeggen, dat je een wonder bent, Barker. Ik zal vast en zeker te ver staan geven, dat zij niet de eenigen zijn, van wie we jam kunnen koopen. Misschien brengt dat hun prijs ook nog heel wat naar beneden. Goed idee van je om naar Londen te gaan". „Wie gaat naar Londen?" riep mevrouw Rhind, alle lichten opdraaiend. „Mijnheer Barker? O, gelukkige mijnheer Barker. Londen in Juni, dat is mijn ideaal". „Wil je een cab, Barker?" vroeg Rhind. „Neen, ik ga met de bus, dat gaat gau wer. Misschien zult u lachen, als ik u ver tel, dat ik nog nooit in een cab gezeten heb". „Wat eenig. U is de meest origineels man, die ik ooit ontmoet heb!" zei me vrouw Rhind. „Ik ben 'een ezel", zei Barker, kortaf. „Goeden nacht, mevrouw Rhind en wel bedankt voor uw vriendelijkheid. Ik zal het niet vergetenGoeden nacht, mijn heer Handyside. Hij gaf den kreupele geen hand. Mis schien bood deze hem geen hand aan. Maar Barker had een tegenzin tegen Handyside opgevat. „Vindt je het erg belachelijk, als ik je op dit uur verzoek je twee meisjes te mogen zien, Katherine?" vroeg Handy side. „Ik kan zoo zacht loopen als een kat op deze ellendige krukken." Een oogenblik scheen ze verbaasd. „Kom maar mee", zei ze rustig. Hij volgde haar de trap op, die met een dik vloerkleed belegd was en dan een slaapkamer binnen. Een overschaduwd nachtlampje brandde op een tafel. Hij zag, dat de kamer wit gemeubileerd was en dat de twee bedjes, die naast elkaar stonden, heel mooi waren. De moeder scheen het toe, dat hij slechts een blik wierp op de kinderen, voor hij geruischloos weer uit de kamer schuifelde. Weer terug in de zitkamer hoorden ze de deur van de hall open gaan. Handyside scheen terug te zinken in zijn leuningstoel. „Katherine?" „Wel, Gordon?" „Jij en Rhind behoorden gelukkig te zijn." Het voorhoofd van den man was vochtig. „Waarom zijn jullie niet geluk kig?Om God's wil leer gelukkig te zijn..Het is alles, wat ik nog wensch en ik zie in, waarom die wensch niet vervuld zou worden." Katherine sloeg de handen voor 't ge zicht. De deur van de hall sloeg dicht. „Tusschen twee haakjes", zei Gordon haastig maar kalm, „vertelde je niet, dat juffrouw Glen naar Londen was gegaan?" ,Ik herinner me niet, jou dat verteld te hebben, maar ze is in Londen. Ze is zangeres. Waarom vraag je dat?" „Nieuwsgierigheid. Ik begin zoo lang zamerhand een groote nieuwsgierigheid te voelen, naar de zaken van andere menschen, nu ik voor me zelf niets meer te wachten heb, mevrouw Rhind." De heer des huizes trad binnen. „En hoe vinden jullie onzen handigen koopman?" Zijn vrouw geeuwde. „En wat denk jij van hem, Handy side?" „Ik hoop, dat ik nooit aan Barker hoef te denken." Rhind keek hem een oogenblik ver baasd aan. „Zullen we een spelletje biljarten?" vroeg hij. „Ik hoor, dat je een goed spe ler bent." 4 voor Manufacturen. Dames- en Klnderconfectle Tepijfen - Gordijnen Bedden Ledikanten en aanverwante artikelen ia GOES HULST DE SPECULANTEN. Onze verwarde en moeilijke tijden, zegt onze „N. Prov Gr. Crt.", zijn zeer gun stig voor politieke speculatie. Daar loo pen er heel wat lieden rond, die speculee- ren op elk verschijnsel van ontevredenheid onder de bevolking. Thans vooral onder de boerenbevolking. Eerst roepen zij, dat er wat, dat er veel gebeuren moet. Harde woorden worden tot de regeering gesproken. Zij stellen het voor, dat de regeering alle onheil kan wegnemen. Zij zouden het doen, als men hen het roer in handen gaf. De oplossing van de crisis is een kleinigheid. Als de wil er maar is. Komt de regeering met maatregelen dan schreeuwen zij opnieuw over het te weinig daarin. Het beteekent niets. Hoe beter de maatregel is, des te lui der klinkt hun geroep. Zij beginnen te vreezen, dat er werkelijk goed resultaat van zal komen en dan zou hun speculatie uit zijn. Men ziet het nu weer bij de bespreking van het wetje tot steun van de melkvee houderij. Als de maatregel, door de regee ring voorgesteld, doorgaat, beteekent die steun een bedrag van honderd millioen gulden. Het volk moet dat opbrengen. Na tuurlijk, want de regeering heeft zelve niets. Hoe zou zij het hebben? Wij hebben tegen dezen steun hierom geen bezwaar, omdat het onbillijk is, dat het eene deel van het volk allerlei goed- koope producten zoude kunnen verkrij gen beneden den productieprijs, ten koste van den producent. Toen de melk zes cent opbracht heeft niemand in Nederland gevoeld, dat hij een offer bracht aan den boer. Nu komt de melk op 2 cent. Dat is de ondergang van de zuivelindustie. Als nu de regeering door hare maatregelen zorgt, dat de melk weer de zes cent haalt, kan men toch niet zeggen, dat het volk wordt gebrandschat. Er wordt gezorgd, dat de producent kan blijven leven en werken. De maatregel, die wordt genomen, is een noodmaatregel en daarom in zich zelve onnatuurlijk. Maar - de tijd is nu eenmaal zoo, dat noodmaatregelen moeten worden genomen. Wie zijn het nu, die het hardst roepen tegen de regeering? Dat zijn de heeren Braat en Wijnkoop enKersten. Die brullen. Die zeggen, dat de regee ring de arme boeren uitmergelt. De ergsie van deze critici was weer ds Kersten, die zelfs smalend sprak van een „jodenfooi". Het is een schande. Maar zulk spreken is alleen te verkla ren uit den moedwil om de ontevreden heid gaande te houden. Daarom moet in overdreven termen ge sproken worden over de crisis en daarom moet elke maatregel, om den ergsten nood te verhelpen, in discrediet worden ge bracht. Wij willen hopen, dat ons volk den aard van deze slechte actie zal doorzien. En vooral tot de belijders van den Christus mag de waarschuwing worden gericht, om zich toch niet te vermengen met deze speculanten op den nood. En dat zij zich zullen keeren tegen een ieder, die de vuist balt tegen het g'ezag. Ingezonden Mededeeling. der natuur lokt U naar bosch en duin, naar hei en strand om daar met volle teugen licht en lucht te drinken. Vergeet toch vooral niet Uw huid tegen zonne brand te beschermen door ze vooraf met „Zij"-Crême in te wrijven. In prijzen van 2030—45 en 75 cent. HOOFDSTUK XVH. Lady Mac Donald aan alle kanten met kussens gesteund, hield in de vingers van haar linkerhand een klontje boter op een stukje geroosterd brood gebalanceerd en keek Elsie wat spottend aan. Alweer een slachtoffer?" Elsie bleef met gefronst voorhoofd naar het briefje kijken, dat ze op het tafeltje naast zich geworpen had. Het was pas door den bode afgeleverd en had een eind gemaakt aan het opgewekt gebabbel met Lady Mac Donald, die juist den vorigen avond uit Schotland terug gekomen was en nu het ontbijt op bed gebruikte. „Misschien is het 't beste, als u het leest, tantetje", zei het meisje opstaande en het briefje overhandigend „Zooals je wilt, kind". Lady Mac Do nald stopte boter en toast in haar mond, veegde haar vingers af aan een servet, nam een slokje thee en stak haar mollige hand uit naar het schrijven. „Het is toch geen billet-doux, vertrouw ik?" vroeg ze glimlachend. „Ik heb nooit gelijk kunnen ontbijten en over liefde spreken. Je zou net zoo goed worst en gevoel kunnen combi neeren." Het briefpapier droeg het stempel van een der nieuwe geheelonthouders-hotels bij het British Museum. In zenidimgskiïngen is den laatsten tijd weer ter sprake -gekomen de mogelijk om Bali voor de zending te openen. Het H-dbl., dat reeds jaren geleden ijverde voor het „ongerept bewaren" van de hei-den-sche zeden en gewoonten op dit eiland, slaat onmiddellijk alarm. „Baii, zoo heet het, is een gesloten een heid van nog zeldzame gaafheid en hooige beschaving. Het behoeft waarlijk niet -door een vreemd eleiment cultureel te worden opgeheven. En men verbas tere niet door het splijten der volkseenheid, het unicum dat, in ons Indië, Bali ook op religieus gebied is: een zuiver stuk Hindoeïsme." Dit nog donkere land mag dus niet wor den bestraald door het licht van het Evangelie. 'Hier moet, zoo wil het dit liberale or gaan, een zuiver stuk Hindoeïsme onge rept -worden bewaard en de poort voor den Gh-ristus gesloten blijven. Verwondering behoeft dit niet te wek ken. Men herinnert zich hoe Dr Scheu- rer, die met zooveel zegen in Indië heeft gearbeid, door de vrijzinnige autoriteiten werd tegengewerkt. Toch is 'het teekenend dat dus wordt geschreven door het orgaan van een partij, die hoog opgeeft van de beteekenis van den godsdienst voor het politieke -leven. OPMERKER. MAAGPIJN, drukking op de maag, ver stopping, vervuiling van den darm, een galsmaak in den mond, slechte spijs vertering, hoofdpijn, beslagen tong, bleeke gelaatskleur worden door veel vuldig gebruik van het natuurlijke „Franz-Josef-bitterwater, een glas vol 's avonds kort voor het naar bed gaan, weggenomen. (Adv.) BRABANT'S INDUSTRIECENTRUM. Een droevig beeld van malaise. Uit het jaarverslag der Tilhurgsche Ka mer van Koophandel blijkt, dat aan het einde van 1931 de algemeene toestand van Handel en Nijverheid van dien aard was, dat de producten vrijwel geheel op het afzetgebied hier te lande waren aan gewezen en deze binnenlandsche afzetmo gelijkheid werd nog in sterke mate ver kleind door een abnormalen toevloed van buitenlandsche fabrikaten. De wollenstof- fenindustrie werd door de crisis ernstig aangetast. De exportmogelijkheid kreeg in 1931 van de zijde van Engeland een tweeledige klap, welke zonder overdrij ving ruïneus genoemd kan worden. De toestand der wollendekenfabrieken vertoonde daarentegen een niet onbevre digend beeld. In de tapijtgarenspinnerijen heerschte een bedroevende slapte. Wat de wollenstoffenindustrie betreft verminderde sinds 1 October 1929 het aantal arbeiders met bijna 25 pet. en van de 4374 arbeiders, welke op 1 Januari 1932 werkzaam waren in de wollenstof fenindustrie, konden slechts 599 of nog geen 60 pet. volle 48 uren per week wer ken. Het jaar 1931 bracht de schoenindus trie aan den rand van den afgrond. Het invoersaldo aan schoenen steeg over 1931 met 588.000 paren en f 681.000 en bedroeg over dat jaar 5.280.000 paren en f5.588.000. Tegenover een aanwas van den invoer van lederen schoenen van 1.270.000 paren tot 1.944.000 paren staat een inkrimping van den export van 499.000 paren tot 355.000 paren, hetgeen beteekent, dat de invoer toenam met 53 pet., doch de uit voer afnam met 20 pet. Met de leer looierijen was het in 1931 weinig beter ge steld. De katoen-linnen, jute en vlasindustrie leverde teleurstellende resultaten. De si- garenindustrie geraakte in de put. De steenindustrie werd door de ongunstige tijdsomstandigheden zeer getroffen zoodat een noodtoestand intrad. In de gloeilampen en radioindustrie moest tot groote productiebeperking wor den overgegaan. De muziekinstrumenten industrie leed van exportmoeilijkheden. De zuivelindustrie tenslotte leed groote verliezen. In het kort kan 1931 in alle opzichten ongunstig genoemd worden. Lieve Elsie, Ik ben vanmorgen hier gekomen met het doel je te zien. Ik zal om twaalf uur van middag komen. Ik zou mijn bezoek wel later gesteld hebben, maar moet met den trein van twee uur naar Glas gow terug. Hopend, dat jij en Lady Mac Donald het goed maken, blijf ik je toegenegen, ROBERT BARKER. „Wel, zei de oude dame, weer een slokje thee nemend, „het is niet bepaald een billetdoux. Toch „O neen, tantetje, still" riep Elsie. „Waarom zou hij me willen opzoeken?" „Een jonge man bezoekt een meisje niet 's morgens tenzij hij óf een heel goede reden óf heeemaal geen reden heeft. Maar over anderhalf uur zal mijnheer Barker „En over anderhalf uur", riep het meisje opvroolijkend, „zijn wij naar Rich mond. Het is een prachtige dag. Ik zal mijnheer Barker een beleefd briefje stu- „Richmond is buiten kwestie, mijn kind. Ik heb een briefje gehad van mijn neef John Clement. Hij komt koffiedrinken. Hij schijnt al een week in de stad te zijn. Harry is ziek geweest is het nog maar is aan de beterende hand". (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5