DE ZEEUW
TWEEDE BLAD
GIJ DWAAS
HET ADRES
A. WILKING
Wat er deze week voorviel
Brieven uit Middelburg.
cix.
Uit de Provincie.
Zoeklichtjes,
(Wordt vervolgd).
VAN
ZATERDAG 21 MEI 1932, Nr 194.
Om» Tweede Kamer was weer druk
bezig aan den crisisarbeid. Na vrij lang
durige beraadslagingen werden met een
groote meerderheid de contingenteerings-
ontwerpen aangenomen, zoodat wederom
de invoer van enkele artikelen zal worden
beperkt.
Volgende week zal zeer waarschijnlijk
de steun aan de veehouderij aan de orde
komen, een van de moeilijkste onderdee-
len van het crisis-vraagstuk. Het Voor-
loopig Verslag is al uitgebracht, het wach
ten is nu op de Memorie van Antwoord
van den Minister.
Inmiddels blijven de adressen binnen
stroomen, waarin betoogd wordt, dat de
toestand in de zuivelindustrie hoe langer
hoe onhoudbaarder wordt. Er zal spoedig
iets, wat dan ook, moeten gebeuren. Spe
ciaal in Friesland wordt de nood nijpend.
Dat de crisis ernstig is, kan en mag
onze regeering niet aangerekend worden.
Maar dat nu en dan dingen uit regeerings-
kringen aan het licht komen, die de cri
sis in bepaalde gevallen verergeren, kan
niet door den beugel.
Zoo klaagde de Directie der Kon. Mij.
„De Schelde" te Vlissingen, dat het haar
verboden was in te schrijven voor den
bouw van bruggen volgens het rijkswegen
plan. Geen wonder, dat een Kamerlid
hierover eens nadere inlichtingen heeft
gevraagd.
Ook uit Indië kwamen ernstige berich
ten. Een aardbeving teisterde Minahassa
de vanwege de Zending zoo bekende
streek. Enkele personen werden gedood
of gewond, en de materieele schade is
zeer groot.
Ja, het was wel een week van rampen.
Enkele deelen van Duitschland werden
zwaar getroffen door wolkbreuken, terwijl
de Fransche mailboot „George Philippar"
op de thuisreis in brand geraakte. Onge
veer 70 a 80 personen kwamen daarbij om
het leven.
Ook de zonde, die in ons aller hart
woont, openbaarde zich op schrikkelijke
wijze. Wij denken aan den moord op den
Japanschen minister-president, aan de
moordpartijen te Bombay en aan de beest
achtige wijze, waarop het kind van het
echtpaar Lindbergh blijkt vermoord te
zijn. Ook wat bij dit Amerikaansch drama
zich verder heeft afgespeeld, geeft ons
een droef beeld van de bandietenwereld,
die in het verre Westen blijkt te bestaan.
Met een herinnering aan de kabinets
crisis, die in verschillende landen en ook
in België bestaat (bij onze Zuiderburen
schijnt het talen-vraagstuk daarin een ge
wichtige rol te spelen) willen wij ons
weekoverzicht besluiten.
Amice,
Zoo nu en dan wordt de horoscoop ge
trokken over de toekomst van Middel
burg. De een of andere profeet, die meent
dat zijn geest vaardig over hem wordt,
verstout zich zijn wijsheid over verleden,
heden en toekomst der Zeeuwsche hoofd
stad ten beste te geven en houdt zijn
goede raadgevingen over hetgeen tot be
vordering harer welvaart gedaan moet
worden, niet terug.
Tot heden zijn al die goede raadgevin
gen nog niet met. het gewenschte gevolg
bekroond. Ware dit anders geweest, er
zou werkelijk op dit huidig oogenblik
geen sprake van zijn, dat Middelburg ach
teruitgaat Troffen de aanbevolen maat
regelen doel, onze oude veste zou werke
lijk niet in één adem met Veere worden
genoemd, gelijk wellicht wel eens een
hoogst enkele maal geschiedt.
Uit verscheidenheid van oogpunt kan
men afwegen of Middelburg inderdaad
in bloei vóór- of achteruitgaat. Let men
FEUILLETON
Vrij naar het Engelsch.
47)
„Mijnheer Barker," begon hij, „ik heb
uw gift nog niet gebruikt. Ik heb uw
cheque bij me." Uit zijn zaJk haalde hij een
enveloppe. „Mag ik enkele minuten beslag
leggen op uw tijd. Ik zou u graag enkele
vragen stellen over iets, dat me erg ge
hinderd heeft."
„Gaat uw gang, als 't u blieft, dominee
dement". Barker was nieuwsgierig, maar
toonde het niet.
„Toen ik gisteravond uw cheque ont
ving, mijnheer Barker," zei dement op
zachten toon, „dacht ik, dat niemand ter
wereld het harder noodig had dan ik.
Onze fondsen waren uitgeput en
„En vanmorgen had u een gevoel of u,
een fortuin ten deel was gevallen?" Bar
ker glimlachte. „Maar mijn kleine gift i
dement schudde het hoofd met een
droeve glimlach.
„Neen, het spijt me, dat ik moet beken
nen, niet zoo'n gevóél te hebben gehad.
Maar mijnheer Barker vanmorgen
uitsluitetxd op het aantal der oude, pa
tricische en gegoede oud-Zeeuwsche fa
milies, die nog aanwezig zijn, vergeleken
bij een 40-, 50-tal jaren terug, ja, dan zou
men van achteruitgang moeten spreken.
Gaat men het aantal deftige équipages
na, dat destijds nog bestond en waarvan
zelfs de laatste is verdwenen, ja, dan
ziet het er treurig uit. Doch, als men in
menigen kring van vrienden en kennis
sen rondziet en tot de ontdekking komt,
dat er onder al die personen, die grooten
invloed uitoefenen op het wel en wee van
Middelburg en een groote plaats beslaan
in haar maatschappelijk bestaan, zoogoed
als geen enkele oud-Middelburger is, ter
wijl in plaats van de verdwenen équi
pages een grooter aantal auto's is ge
komen, waaronder van de beste en kost
baarste merken, ja, dan slaat de weeg
schaal weer naar de andere zijde over.
Heel aangenaam is het niet, wanneer
men, zooals in het laatst der vorige
maand, bemerkt, dat een drietal harer
meest vooraanstaande burgers een andere
plaats buiten Middelburg zich ter woon
kiest, doch even spoedig ziet men, dat
anderen, wier familienaam elders in ons
vaderland een goeden klank heeft, de
lediggekomen-plaats weer innemen, 'tls
een minder gewenschte aanblik, wanneer
men groote, antieke huizen maanden
achtereen ziet ledig staan, zonder dat zich
daarvoor gegadigden schijnen op te doen,
doch anderzijds ziet men rijen nieuw-
bewoonde huizen op plaatsen, waar vroe
ger slechts schuren of open terreinen
waren. Als men zoo de balans opmaakt
en in aanmerking neemt, dat het aantal
door één gezin bewoonde huizen aanzien
lijk grooter is dan een 25-tal jaren terug,
ja, dan moet men tot de conclusie komen:
Middelburg gaat niet achteruit.
Echter is de tijd, waarin wij thans
leven, niet de aangewezene om ver
gelijkingen te maken. Geld is gewoonlijk
de ziel van de negotie en het is juist
de geldkwestie, die Middelburg in een
moeilijk parket brengt. De werkloozen-
zorg, de werkverschaffing vordert een
groote twintigduizend gulden per maand
en al is het, dat het Rijk een zeer groot
deel daarvan voor zijn rekening neemt,
het deel, dat voor Middelburg overblijft
is nog veel te belangrijk dan dat de
Middelburgsche belastingbetaler dat op
den duur kan blijven torsen. Ook zou het
zeer gewenscht, ja allemoodigst zijn, dat,
zooals de laatste jaren meer dan eens
bleek, de kleine Zeeuwsche hoofdstad
zich niet in het hoofd haalde de allures
van groote Hollandsche steden na te
bootsen. Gemeentereiniging, arbeidsbeurs,
schoolhygiëne, alles heeft haar eigen di
recteur en het totaal van al deze uitgaven
gaat die van vroeger jaren met veel te
groote bedragen te boven. En men gaat
op dezen weg steeds verder. Thans is
weer het slachthuis het vraagstuk van
den dag. Gaan de plannen, die de Raad
onlangs met overgroote meerderheid aan
nam, door, dan krijgen we weer een nieuw
bedrijf, met eigen directie, dat de ge
meente heel wat geld kan gaan kosten,
vooral wanneer de hoogere besturen er
voor blijven waken, dat de bewoners der
buitengemeenten te dezen opzichte niet
al te zeer geldelijk worden getroffen.
Op uitbreiding der industrie is helaas
nog weinig kans. Bij een voordeeliger
conjunctuur zou het zeer te wenschen zijn
als de 800 Middelburgsche werkloozen,
wier getal, ondanks het naderen van den
zomer, maar niet wil dalen, in nieuwe
takken van nijverheid vast werk konden
vinden. Doch, hoewel de gelegenheid
daartoe aanwezig is, fabrieksbouw zal
zich naar den mensch gesproken, nog
wel laten wachten. Doch wie weet, als
de gunstiger omstandigheden eens terug-
keeren.
Er zijn er, die meerderen bloei van Mid
delburg verwachten van het toenemend
vreemdelingenverkeer. Men zij hier niet
al te opportunistisch. Onlangs toen open
stelling van winkels des Zondags ter
sprake kwam, werd van vele zijden ver
zekerd, dat het Zondags in onze hoofdstad
erg stil is en te recht
De footballwedstrijden trekken veel
volk, doch het zijn niet de vreemdelin
gen, die daardoor worden aangetrokken.
Nu en dan komt een Scheldeboot uit
Antwerpen of Rupelmonde zijn menschen-
vracht ontlasten, doch de franken en zelfs
niet de belga's vermogen den gewensch-
op mijn weg nierheen, ontmoette ik een
man, die, daar Iben ik van overtuigd, het
geld nog harder noodig had dan ik. En
daarom 'ben ik gekomen in de eerste plaats
om u te bedanken en in de tweede plants
om u te verzoeken u te smeeken
uw edelmoedige gift terug te nemen en het
geld te schenken aan den man, die het het
meest noodig heeft." Hij zweeg een oogen
blik.
Barker zat hem scherp aan te kijken.
„De naam van dien man, mijnheer Bar
ker," hervatte Clement met eenige moeite
het gesprek, „is James Scobie en het is
een moeilijk geval. Ik 'kan niet beweren,
dat ik verstand heb van zaken doen
hoewel ik vaak verlang, dat zulks wel het
geval was maar Scobie's toestand heeft
me erg aangegrepen en ik dacht, dat het
met u ook wel zoo zou gaan, als ik er
maar in slaagde het u van uit een zuiver
menschelijk, christelijk standpunt te doen
zien." Weer zweeg hij.
„Zoo, zoo," zei de directeur. „Als ik u
goed begrijp wenscht u drieduizend gulden
aan mijnheer Scobie te geven. Waarom,
s ik vragen mag."
„Dat wilde ik juist trachten n duidelijk
te maken, mijnheer Barker. Ik weet na
tuurlijk, dat mijnheer Scobie u vanmor
gen bezocht heeft en al® iedere man, die
denkt, dat hem onrecht aangedaan is, zijn
kalmte verloor. Toch van zijn standpunt
ten milden regen in de toonbankladen
te doen nedervloeien. Langs den Dok
muur of in de Abdij worden de meege
brachte boterhammekens met hesp ver
orberd en het is slechts een sober pintje,
waarmee men zijn keel vochtig houdt.
Met de Donderdagen gaat het in den
zomer wel wat anders. Doch men weet
het Franschman en Engelschman ver
teert den laatsten tijd zijn geld slechts
in het eigen land. En, wanneer zelfs in
Parijs de vreemdeling een zeldzame vogel
wordt, zou dan Middelburg meer aan
trekkelijkheid bieden? Laat men zich van
dit bestaansmiddel niet te veel voor
stellen.
Vriendschappelijk groetend,
METELLUS.
voor Manufacturen.
Dames- en Klnderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES
HULST
HET KARAKTER VAN HET
GEORGANISEERD OVERLEG
In antwoord op een gestelde vraag,
schrijft Dr Noteboom in „Antirevolutio
naire Staatkunde", over het georganiseerd
overleg:
Ons standpunt is, dat het karakter van
het georganiseerd overleg van zuiver advi-
seerend is en ook behoort te zijn.
De beslissing inzake de arbeidsvoor
waarden berust en behoort te berusten bij
bet wettig orgaan, dat uit vertegenwoordi
gers der geheele bevolking is samengesteld
en dat ook tot taak heeft niet alleen de
belangen van een bepaalde groep, maar die
van de geheele bevolking te behartigen, n.l.
bij den Gemeenteraad of bij het college van
B. en W. als vertegenwoordigers van den
Raad.
Hieruit vloeit voort, dat de Raad niet
slechts de bevoegdheid, doch ook den po-
litieken plicht heeft om van het advies
van georganiseerd overleg af te wijken, in
dien het opvolgen van dit advies, naar
zijn oordeel niet met het gemeentebelang
zou strooken.
Wordt nu door een dergelijk afwijkend
besluit het advies van het georganiseerd
overleg en hierdoor eigenlijk ook het ge
organiseerd overleg zelf waardeloos?
Volstrekt niet. De beteekenis van het ge
organiseerd overleg ligt niet in het opzij
dringen van den Raad, doch in het steu
nen van den Raad bij het volbrengen van
de hem toevertrouwde taak.
Het georganiseerd overleg dient om den
Raad voor te lichten ten aanzien van kwes
ties, die op het terrein der arbeidsver
houdingen liggen, teneinde eenzijdige en
daardoor onbillijke raadsbesluiten te voor
komen. De Raad behoort, teneinde goede
beslissingen te nemen inzake de arbeids
voorwaarden, op de hoogte te zijn niet
slechts van den algemeenen financieelen
toestand der gemeente, doch in het bij
zonder ook van de wenschen, gedachten
en behoeften, die in den personeelskring
bestaan. En het georganiseerd overleg
heeft tot taak de daarvoor noodige voor
lichting te verstrekken.
Daarnevens heeft het georganiseerd
overleg ook beteekenis, doordat het de goe
de verhouding tusschen het gemeentebe
stuur en zijn personeel kan bevorderen.
Het personeel ontvangt er gelegenheid
door zijn belangen en zijn meening om
trent het dienstbelang uiteen te zetten. En
het gemeentebestuur kan zijnerzijds de
ambtenaren via het georganiseerd over
leg de inlichtingen verstrekken, die voor
een juiste beoordeeling van zijn voorstel
len of maatregelen noodig zijn. En indien
men zich van ambtenaarszijde niet bij
voorbaat op een in principe onjuist stand
punt stelt, kan een dergelijk georgani
seerd overleg ook in dit opzicht aanbe-
lenswaard zijn.
Doch in geen enkel opzicht wordt deze
uit is de ramp 'groot en zijn toestand bui
tengewoon ellendig. Een man van zijn leef
tijd
„Neemt u me niet 'kwalijk, dat ik u in
de rede val, maar ik begrijp niet goed,
waarom u terwille van dien man naar mij
toe komt, dominee Clement. Kent u hem al
lang?"
„Vanmorgen zag ik hem voor het eerst.
Hij kwam juist van u vandaan; ik wilde
naar u toe. Hij scheen niet heelemaal nor
maal te zijn."
„Drank?"
„Neen. Hij gaf toe iets gebruikt te heb
ben bij zijn aankomst in Glasgow, maar
de man is geen dronkaard. Hij was een
man, die tijdelijk niet bij zijn verstand was
door ondervonden rampspoed."
„En hij heeft u gevraagd naar mij toe
te gaan en een goed woordje voor hem te
doen?
„O, neen, heelemaal niet. Dat was een
inval van mij. Scobie is nu op weg naar
huis. Hij weet er niets van, dat ik bij u
ben, mijnheer Barker. Hij scheen wat op
gewekter, toen ik hem aan 't station ver
liet en sprak over de mogelijkheid werk te
krijgen op een kustvaartuigje. Hij is
vroeger ook op zee geweest. Maar voor
een man van zijn leeftijd en 'kracht
„Ik geloof heusch, dat n het geval beter
kunt vergeten, dominee Clement," zei Bar
ker, een andere houding aannemend. „U
waarde van het overleg o. i. aangetast
door een afwijkend raadsbesluit. Ook al
vereenigt de Raad zich niet met een ad
vies der commissie, hetzij omdat hij de
aangevoerde gronden niet houdbaar acht,
hetzij omdat hij tegenover die gronden
andere, meer steekhoudenden gronden
meent te moeten plaatsen, dan blijft toch
het advies en het georganiseerd overleg
èn als middel tot bevordering van de goe
de verstandhouding tusschen gemeentebe
stuur en ambtenaren, èn als middel ter
voorbereiding van het raadsbesluit, zijn
waarde behouden.
En blijkt door het afwijkend raadsbe
sluit de stemming onder de ambtenaren
te zijn verstoord, dan dient er in het ver
volg des te nauwkeuriger te worden ge
waakt tegen een in principe onjuiste op
vatting van het georganiseerd overleg, op
dat niet dit overleg allengs zou ontaarden
van een middel tot steun in een middel
tot desorganisatie van het bestuur der ge
meente.
DE ZOMERTIJD.
We herinneren er aan, dat van nacht
om 2 uur de Zomertijd Ingaat. Voor het
naar bed gaan dus alle klokken, hor
loges, enz. een uur vooruit zetten!
Bij K. B. is verleend de eeremedaille
in zilver in de orde van Oranje Nassau,
aan den heer J. M. Urchard, pikeur der
stadsrijschool te Middelburg.
Te St.-Annaland is de melkprijs ge
bracht van 10 cent op 8 cent per liter.
Te Oud-Vossemeer heeft het bestuur
van de Vereeniging het Groene Kruis be
sloten een wijkverpleegster op te roepen.
Domburg. Donderdagavond werd een
Gemeenteraadsvergadering gehouden. Het
keurloon voor varkens en vette kalveren
werd van f2.50 teruggebracht op f2, dat
van varkens beneden 50 K.G. van fl.50
op fl. Dhr Brand zeide zich het recht
voor te behouden om, wanneer dit moge
lijk zou blijken, voor te stellen tot verdere
verlaging over te gaan. Een verordening
werd vastgesteld inzake verstrekking van
zwak-alcoholischen drank en sterken
drank op den openbaren weg. Van de Ver.
Domburgsch Handelsbelang was een. ver
zoek ingekomen, om, ingevolge de bepa
lingen der Winkelsluitingswet verschil
lende dagen aan te wijzen waarop de
winkels tot 10*4 uur zouden mogen open
blijven. Na eenige discussie worden daar
toe aangewezen 2e en 3e Paasch- en Pink
sterdag, Hemelvaartsdag, Donderdag vóór
en Maandag na Domburgsche kermis en
de Vrijdag en Zaterdag van die kennis,
Woensdag en Zaterdag van Middelburg
sche kermis, 1 Juli en 1 Augustus, de
dag waarop de jaardag van H. M. de
Koningin wordt gevierd en verder de
dagen in de maanden Juni, Juli en Augus
tus waarop een muziek- of zanguitvoering
in de muziektent wordt gegeven, tot een
maximum van 7 dagen.
Verder was door dezelfde Vereeniging
verzocht voortaan leges te heffen voor
vergunningen tot venten. B. en W. stel
den voor daartoe over te gaan. Dhr Elout
stelt de moeilijkheden in het licht, die
bij de toepassing der verordening zullen
worden ondervonden. Hij is er niet voor,
dat daardoor de concurrentie geweerd
wordt en zou daarom liever een hoog
bedrag voor de vergunningen, die slechts
voor één dag worden gevraagd, willen
heffen, daar dit gewoonlijk niet betreft
reeële handelaars. Dhr Geldof zegt, dat
men met dit voorstel min of meer den
protectionistischen kant op gaat. Men
moet daarmede voorzichtig zijn, Domburg
moet voor een groot deel leven van hen,
die uit andere gemeenten hier komen.
De Voorzitter stelt in het licht, dat het
hier, althans bij B. en W. niet gaat om
concurrentie te weren, maar vooral tegen
de min of meer verkapte bedelarij. Dhr
Brand meent, dat de Vereeniging toch
niet goed heeft overzien wat gevraagd
wordt. De grootere zaken zullen waar
schijnlijk buiten deze Verordening vallen
en alleen de zeer kleine handelaren zul
len hier getroffen worden. Dhr Reijn-
houdt acht de beslissing ook moeilijk. Dhr
de Visser is tegen het heffen van leges.
heeft waarschijnlijk al genoeg te doen met
uw bedeljongens, dat u zich het lot van
werkelooze oude memschen niet meer hoeft
aan te trekken. Het is ongetwijfeld heel
vriendelijk van u, maar van uit een zake
lijk oogpunt niet aan te bevelen."
De dominee 'kleurde. „Heeft u er wel
eens aan gedacht, mijnheer Barker, hoe
verschrikkelijk het moet zijn, als het werk,
dat je je heele leven gedaan hebt, je plot
seling wordt ontnomen zonder een kansje
te hebben om opnieuw te beginnen?" vroeg
«hij. „Zoo is het met die arme Scobie ge
gaan. Hij had gehoopt op een rustigen
ouden dag voor zich en zijn vrouw en hij
had gewerkt en geploeterd om een paar
centjes over te 'kunnen leggen
„Dat is heel mooi geredeneerd voor een
gevoelsmensch, maar een zakenman kan
zich daar niet mee ophouden. Scobie is
ongelukkig geweest, maar daarin is hij
niet de eenige. De zwakken moeten lijden.
Scobie is een koppige kerel. Zeven jaar
geleden bood ik hem aan zijn zaak over
te nemen."
„Dat vertelde hij me, maar hij vond nw
bod te laag. Maar ik wil niet met u over
uw zaken twisten, mijnheer Barker."
„O, gaat u! gerust uw gang, dominee.
U meent, dat ik Scobie geruineerd heb?"
Barker stelde zijn vraag op den man af.
Een oogenblik aarzelde Clement. Toen
zeide hij haast smeekend:
Men moet toch maar pech hebben!
De vorige week verscheen in sommige
bladen het sensationeele bericht, dat Mi
nister Donner in de Leeuwarder strafge
vangenis de lijfstraf weer had ingevoerd.
Dat was voor de roode pers een pracht-
gelegenheid om dezen bewindsman, die
overigens niet zooveel trefkans biedt, eens
flink te raken,
Men begrijpt hoe dat ging. Barbaareche
methoden, middeleeuwsche strafoefenin
gen enz.
Maar wat blijkt nu?
Minister Donner heeft niet de lijfstraf
ingevoerd, maar hij heeft daaren
tegen het maximum-aantal slagen, dat in
zéér bijzondere gevallen to Leeuwarden
verstrekt kan worden, verminderd
van 50 tot 25.
Dat was voor de roode bladen een gek
geval. Wat moest men doen?
Erkennen, dat men den antirevolutio
nairen bewindsman valsphelijk beschul
digd had?
Maar neen, dat ging toch niet. Men
moet toch zijn „stand" ophouden?
Daarom werd er dit op gevonden: en
nu moet men niet lachen I dat het ge
vaar niet denkbeeldig is, dat door deze
reglementswijziging da aandacht op de
lijfstraffen is gevestigd en dat daardoor
dit strafmiddel opnieuw zal toegepast
worden.
Prachtig gevonden, nietwaar?
De strop is klaar, de Minister kan han
gen en de roode eer is gered.
OPMERKER.
Dhr Brand stelt voor de beslissing nog
aan te houden er kan dan nog eens kalm
het voor en tegen overwogen worden.
Daartoe wordt met alg. stemmen be
sloten.
Een verordening op de vrijwillige brand
weer wordt daarna behandeld en, con
form het ontwerp vastgesteld. Door de
heeren De Pagter en De Visser werden
nog enkele inlichtingen gevraagd, die
de voorzitter gaf. Dhr Elout zeide, dat liij
opgaaf van kosten heeft gevraagd van
den aanleg van een alarminstallatie. Ge
bleken is, dat die vrij hoog zijn,, zoodat
hij geen vrijheid kan vinden om voor te
stellen tot het aanbrengen daarvan over
te gaan. Besloten wordt bij de behande
ling van de volgende begrooting daarop
terug te komen.
Dhr Brand brengt de onderlinge hulp
verleening met andere gemeenten bij
brand ter sprake. Dhr Elout zegt, dat nog
eerst met de Afd. Walcheren van den
Zeeuwschen Brandweerbond daarover is
gecorrespondeerd en juist in een verga
dering, die heden werd gehouden, is ge
bleken, dat geen bezwaren meer aan
wezig zijn om tot onderlinge hulpverlee-
ning over te gaan. Met andere gemeenten
qal nu overleg daaromtrent gepleegd
worden. Dhr Brand wijst nog op de
kwestie van het blusschen door Domburg
van de, aan de kom grenzende gedeelten
van Oostkapelle en Aagtekerke. Dhr de
Visser vraagt of B. en W. de mogelijk
heid willen onderzoeken van het plaatsen
van werkloozen bij landbouwers. Dhr
Brand zegt, dat dit o.a. in het Westland
niet is toegestaan. Dhr Geldof vreest ook
moeilijkheden. B. en W. zeggen toe deze
kwestie te zullen onderzoeken. Dhr Gel
dof zag gaarne, dat de bestrating bij het
Groentje nog verder werd uitgebreid. Hij
vroeg verder waarom een deel van de
nieuwe bestrating door iemand buiten
de Gemeente was verricht Dhr Elout
zeide, dat het verder verbreeden thans
niet direct noodig en te duur was. Het
aanbrengen van de nieuwe bestrating al
daar was moeilijk en moest door een vak
man geschieden. De voorzitter meent, dat
het aanbrengen van gazon op het Groen
tje gewenscht zou zijn. Dhr Elout achtte
dit te duur en vreesde, dat onder de beo-
men het gras niet zou groeien. Nadat be
sloten was nadere onderhandelingen aan
te knoopen tot overneming van den Hoo-
gen Hilweg werd de vergadering gesloten.
lerseke. Gisteren zijn de eerste kokha-
nenschelpen voor de oestercultuur uit
gezaaid. Ze zijn aangevoerd van de
Zeeuwsche Stroomen. Dit is ongeveer
veertien dagen later dan 1931.
„U kunt hem nog redden."
De directeur haalde de schouders op.
„Toen ik voor 't eerst een zaak voor
mezelf begon," zei hij op koelen toon, „be
sloot ik vooruit te komen. En om vooruit
te komen, moet men zijn eigen belangen
kunnen behartigen. Als u me een andere
manier kunt wijzen, dominee, zal ik graag
naar u luisteren. Natuurlijk moet u niet
vergeten, dat mijn zaak of liever die
der Maatschappij geen onderneming is
van uitvindingen of speculatie's. Wij wor
den niet door patenten en protectie rech
ten beschermd en we moeten tevreden
zijn om bij stukjes en beetjes te verdie
nen. De opbouw van een onderneming als
deze, beteekent tegenwerking van alle
kanten en sommige individuen moeten
daaronder lij'den. Zij, die ik verslagen heb,
zouden mij er uitgewerkt hebben, als ze
er maar de kans toe gezien hadden. Bo
vendien was het niet mijn doel mijn me-
demenschen te benadeelen. Ik wilde een
groote zaak stichten. En daar ben ik nog
aan bezig. En alles wel beschouwd, pro
fiteert het publiek er van. Ik ben niet
van plan hen schadeloos te stellen, die
me tegen zouden hebben gehouden, als
ze gekund hadden. Kunt u me een an
dere manier wijzen, dominee Clement?