DE ZEEUW TWEEDE BLAD GIJ DWAAS HET ADRES A. WILKING Wat er deze week voorviel Brieven uit Middelburg. cix. Uit de Provincie. Zoeklichtjes, (Wordt vervolgd). VAN ZATERDAG 21 MEI 1932, Nr 194. Om» Tweede Kamer was weer druk bezig aan den crisisarbeid. Na vrij lang durige beraadslagingen werden met een groote meerderheid de contingenteerings- ontwerpen aangenomen, zoodat wederom de invoer van enkele artikelen zal worden beperkt. Volgende week zal zeer waarschijnlijk de steun aan de veehouderij aan de orde komen, een van de moeilijkste onderdee- len van het crisis-vraagstuk. Het Voor- loopig Verslag is al uitgebracht, het wach ten is nu op de Memorie van Antwoord van den Minister. Inmiddels blijven de adressen binnen stroomen, waarin betoogd wordt, dat de toestand in de zuivelindustrie hoe langer hoe onhoudbaarder wordt. Er zal spoedig iets, wat dan ook, moeten gebeuren. Spe ciaal in Friesland wordt de nood nijpend. Dat de crisis ernstig is, kan en mag onze regeering niet aangerekend worden. Maar dat nu en dan dingen uit regeerings- kringen aan het licht komen, die de cri sis in bepaalde gevallen verergeren, kan niet door den beugel. Zoo klaagde de Directie der Kon. Mij. „De Schelde" te Vlissingen, dat het haar verboden was in te schrijven voor den bouw van bruggen volgens het rijkswegen plan. Geen wonder, dat een Kamerlid hierover eens nadere inlichtingen heeft gevraagd. Ook uit Indië kwamen ernstige berich ten. Een aardbeving teisterde Minahassa de vanwege de Zending zoo bekende streek. Enkele personen werden gedood of gewond, en de materieele schade is zeer groot. Ja, het was wel een week van rampen. Enkele deelen van Duitschland werden zwaar getroffen door wolkbreuken, terwijl de Fransche mailboot „George Philippar" op de thuisreis in brand geraakte. Onge veer 70 a 80 personen kwamen daarbij om het leven. Ook de zonde, die in ons aller hart woont, openbaarde zich op schrikkelijke wijze. Wij denken aan den moord op den Japanschen minister-president, aan de moordpartijen te Bombay en aan de beest achtige wijze, waarop het kind van het echtpaar Lindbergh blijkt vermoord te zijn. Ook wat bij dit Amerikaansch drama zich verder heeft afgespeeld, geeft ons een droef beeld van de bandietenwereld, die in het verre Westen blijkt te bestaan. Met een herinnering aan de kabinets crisis, die in verschillende landen en ook in België bestaat (bij onze Zuiderburen schijnt het talen-vraagstuk daarin een ge wichtige rol te spelen) willen wij ons weekoverzicht besluiten. Amice, Zoo nu en dan wordt de horoscoop ge trokken over de toekomst van Middel burg. De een of andere profeet, die meent dat zijn geest vaardig over hem wordt, verstout zich zijn wijsheid over verleden, heden en toekomst der Zeeuwsche hoofd stad ten beste te geven en houdt zijn goede raadgevingen over hetgeen tot be vordering harer welvaart gedaan moet worden, niet terug. Tot heden zijn al die goede raadgevin gen nog niet met. het gewenschte gevolg bekroond. Ware dit anders geweest, er zou werkelijk op dit huidig oogenblik geen sprake van zijn, dat Middelburg ach teruitgaat Troffen de aanbevolen maat regelen doel, onze oude veste zou werke lijk niet in één adem met Veere worden genoemd, gelijk wellicht wel eens een hoogst enkele maal geschiedt. Uit verscheidenheid van oogpunt kan men afwegen of Middelburg inderdaad in bloei vóór- of achteruitgaat. Let men FEUILLETON Vrij naar het Engelsch. 47) „Mijnheer Barker," begon hij, „ik heb uw gift nog niet gebruikt. Ik heb uw cheque bij me." Uit zijn zaJk haalde hij een enveloppe. „Mag ik enkele minuten beslag leggen op uw tijd. Ik zou u graag enkele vragen stellen over iets, dat me erg ge hinderd heeft." „Gaat uw gang, als 't u blieft, dominee dement". Barker was nieuwsgierig, maar toonde het niet. „Toen ik gisteravond uw cheque ont ving, mijnheer Barker," zei dement op zachten toon, „dacht ik, dat niemand ter wereld het harder noodig had dan ik. Onze fondsen waren uitgeput en „En vanmorgen had u een gevoel of u, een fortuin ten deel was gevallen?" Bar ker glimlachte. „Maar mijn kleine gift i dement schudde het hoofd met een droeve glimlach. „Neen, het spijt me, dat ik moet beken nen, niet zoo'n gevóél te hebben gehad. Maar mijnheer Barker vanmorgen uitsluitetxd op het aantal der oude, pa tricische en gegoede oud-Zeeuwsche fa milies, die nog aanwezig zijn, vergeleken bij een 40-, 50-tal jaren terug, ja, dan zou men van achteruitgang moeten spreken. Gaat men het aantal deftige équipages na, dat destijds nog bestond en waarvan zelfs de laatste is verdwenen, ja, dan ziet het er treurig uit. Doch, als men in menigen kring van vrienden en kennis sen rondziet en tot de ontdekking komt, dat er onder al die personen, die grooten invloed uitoefenen op het wel en wee van Middelburg en een groote plaats beslaan in haar maatschappelijk bestaan, zoogoed als geen enkele oud-Middelburger is, ter wijl in plaats van de verdwenen équi pages een grooter aantal auto's is ge komen, waaronder van de beste en kost baarste merken, ja, dan slaat de weeg schaal weer naar de andere zijde over. Heel aangenaam is het niet, wanneer men, zooals in het laatst der vorige maand, bemerkt, dat een drietal harer meest vooraanstaande burgers een andere plaats buiten Middelburg zich ter woon kiest, doch even spoedig ziet men, dat anderen, wier familienaam elders in ons vaderland een goeden klank heeft, de lediggekomen-plaats weer innemen, 'tls een minder gewenschte aanblik, wanneer men groote, antieke huizen maanden achtereen ziet ledig staan, zonder dat zich daarvoor gegadigden schijnen op te doen, doch anderzijds ziet men rijen nieuw- bewoonde huizen op plaatsen, waar vroe ger slechts schuren of open terreinen waren. Als men zoo de balans opmaakt en in aanmerking neemt, dat het aantal door één gezin bewoonde huizen aanzien lijk grooter is dan een 25-tal jaren terug, ja, dan moet men tot de conclusie komen: Middelburg gaat niet achteruit. Echter is de tijd, waarin wij thans leven, niet de aangewezene om ver gelijkingen te maken. Geld is gewoonlijk de ziel van de negotie en het is juist de geldkwestie, die Middelburg in een moeilijk parket brengt. De werkloozen- zorg, de werkverschaffing vordert een groote twintigduizend gulden per maand en al is het, dat het Rijk een zeer groot deel daarvan voor zijn rekening neemt, het deel, dat voor Middelburg overblijft is nog veel te belangrijk dan dat de Middelburgsche belastingbetaler dat op den duur kan blijven torsen. Ook zou het zeer gewenscht, ja allemoodigst zijn, dat, zooals de laatste jaren meer dan eens bleek, de kleine Zeeuwsche hoofdstad zich niet in het hoofd haalde de allures van groote Hollandsche steden na te bootsen. Gemeentereiniging, arbeidsbeurs, schoolhygiëne, alles heeft haar eigen di recteur en het totaal van al deze uitgaven gaat die van vroeger jaren met veel te groote bedragen te boven. En men gaat op dezen weg steeds verder. Thans is weer het slachthuis het vraagstuk van den dag. Gaan de plannen, die de Raad onlangs met overgroote meerderheid aan nam, door, dan krijgen we weer een nieuw bedrijf, met eigen directie, dat de ge meente heel wat geld kan gaan kosten, vooral wanneer de hoogere besturen er voor blijven waken, dat de bewoners der buitengemeenten te dezen opzichte niet al te zeer geldelijk worden getroffen. Op uitbreiding der industrie is helaas nog weinig kans. Bij een voordeeliger conjunctuur zou het zeer te wenschen zijn als de 800 Middelburgsche werkloozen, wier getal, ondanks het naderen van den zomer, maar niet wil dalen, in nieuwe takken van nijverheid vast werk konden vinden. Doch, hoewel de gelegenheid daartoe aanwezig is, fabrieksbouw zal zich naar den mensch gesproken, nog wel laten wachten. Doch wie weet, als de gunstiger omstandigheden eens terug- keeren. Er zijn er, die meerderen bloei van Mid delburg verwachten van het toenemend vreemdelingenverkeer. Men zij hier niet al te opportunistisch. Onlangs toen open stelling van winkels des Zondags ter sprake kwam, werd van vele zijden ver zekerd, dat het Zondags in onze hoofdstad erg stil is en te recht De footballwedstrijden trekken veel volk, doch het zijn niet de vreemdelin gen, die daardoor worden aangetrokken. Nu en dan komt een Scheldeboot uit Antwerpen of Rupelmonde zijn menschen- vracht ontlasten, doch de franken en zelfs niet de belga's vermogen den gewensch- op mijn weg nierheen, ontmoette ik een man, die, daar Iben ik van overtuigd, het geld nog harder noodig had dan ik. En daarom 'ben ik gekomen in de eerste plaats om u te bedanken en in de tweede plants om u te verzoeken u te smeeken uw edelmoedige gift terug te nemen en het geld te schenken aan den man, die het het meest noodig heeft." Hij zweeg een oogen blik. Barker zat hem scherp aan te kijken. „De naam van dien man, mijnheer Bar ker," hervatte Clement met eenige moeite het gesprek, „is James Scobie en het is een moeilijk geval. Ik 'kan niet beweren, dat ik verstand heb van zaken doen hoewel ik vaak verlang, dat zulks wel het geval was maar Scobie's toestand heeft me erg aangegrepen en ik dacht, dat het met u ook wel zoo zou gaan, als ik er maar in slaagde het u van uit een zuiver menschelijk, christelijk standpunt te doen zien." Weer zweeg hij. „Zoo, zoo," zei de directeur. „Als ik u goed begrijp wenscht u drieduizend gulden aan mijnheer Scobie te geven. Waarom, s ik vragen mag." „Dat wilde ik juist trachten n duidelijk te maken, mijnheer Barker. Ik weet na tuurlijk, dat mijnheer Scobie u vanmor gen bezocht heeft en al® iedere man, die denkt, dat hem onrecht aangedaan is, zijn kalmte verloor. Toch van zijn standpunt ten milden regen in de toonbankladen te doen nedervloeien. Langs den Dok muur of in de Abdij worden de meege brachte boterhammekens met hesp ver orberd en het is slechts een sober pintje, waarmee men zijn keel vochtig houdt. Met de Donderdagen gaat het in den zomer wel wat anders. Doch men weet het Franschman en Engelschman ver teert den laatsten tijd zijn geld slechts in het eigen land. En, wanneer zelfs in Parijs de vreemdeling een zeldzame vogel wordt, zou dan Middelburg meer aan trekkelijkheid bieden? Laat men zich van dit bestaansmiddel niet te veel voor stellen. Vriendschappelijk groetend, METELLUS. voor Manufacturen. Dames- en Klnderconfectle Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST HET KARAKTER VAN HET GEORGANISEERD OVERLEG In antwoord op een gestelde vraag, schrijft Dr Noteboom in „Antirevolutio naire Staatkunde", over het georganiseerd overleg: Ons standpunt is, dat het karakter van het georganiseerd overleg van zuiver advi- seerend is en ook behoort te zijn. De beslissing inzake de arbeidsvoor waarden berust en behoort te berusten bij bet wettig orgaan, dat uit vertegenwoordi gers der geheele bevolking is samengesteld en dat ook tot taak heeft niet alleen de belangen van een bepaalde groep, maar die van de geheele bevolking te behartigen, n.l. bij den Gemeenteraad of bij het college van B. en W. als vertegenwoordigers van den Raad. Hieruit vloeit voort, dat de Raad niet slechts de bevoegdheid, doch ook den po- litieken plicht heeft om van het advies van georganiseerd overleg af te wijken, in dien het opvolgen van dit advies, naar zijn oordeel niet met het gemeentebelang zou strooken. Wordt nu door een dergelijk afwijkend besluit het advies van het georganiseerd overleg en hierdoor eigenlijk ook het ge organiseerd overleg zelf waardeloos? Volstrekt niet. De beteekenis van het ge organiseerd overleg ligt niet in het opzij dringen van den Raad, doch in het steu nen van den Raad bij het volbrengen van de hem toevertrouwde taak. Het georganiseerd overleg dient om den Raad voor te lichten ten aanzien van kwes ties, die op het terrein der arbeidsver houdingen liggen, teneinde eenzijdige en daardoor onbillijke raadsbesluiten te voor komen. De Raad behoort, teneinde goede beslissingen te nemen inzake de arbeids voorwaarden, op de hoogte te zijn niet slechts van den algemeenen financieelen toestand der gemeente, doch in het bij zonder ook van de wenschen, gedachten en behoeften, die in den personeelskring bestaan. En het georganiseerd overleg heeft tot taak de daarvoor noodige voor lichting te verstrekken. Daarnevens heeft het georganiseerd overleg ook beteekenis, doordat het de goe de verhouding tusschen het gemeentebe stuur en zijn personeel kan bevorderen. Het personeel ontvangt er gelegenheid door zijn belangen en zijn meening om trent het dienstbelang uiteen te zetten. En het gemeentebestuur kan zijnerzijds de ambtenaren via het georganiseerd over leg de inlichtingen verstrekken, die voor een juiste beoordeeling van zijn voorstel len of maatregelen noodig zijn. En indien men zich van ambtenaarszijde niet bij voorbaat op een in principe onjuist stand punt stelt, kan een dergelijk georgani seerd overleg ook in dit opzicht aanbe- lenswaard zijn. Doch in geen enkel opzicht wordt deze uit is de ramp 'groot en zijn toestand bui tengewoon ellendig. Een man van zijn leef tijd „Neemt u me niet 'kwalijk, dat ik u in de rede val, maar ik begrijp niet goed, waarom u terwille van dien man naar mij toe komt, dominee Clement. Kent u hem al lang?" „Vanmorgen zag ik hem voor het eerst. Hij kwam juist van u vandaan; ik wilde naar u toe. Hij scheen niet heelemaal nor maal te zijn." „Drank?" „Neen. Hij gaf toe iets gebruikt te heb ben bij zijn aankomst in Glasgow, maar de man is geen dronkaard. Hij was een man, die tijdelijk niet bij zijn verstand was door ondervonden rampspoed." „En hij heeft u gevraagd naar mij toe te gaan en een goed woordje voor hem te doen? „O, neen, heelemaal niet. Dat was een inval van mij. Scobie is nu op weg naar huis. Hij weet er niets van, dat ik bij u ben, mijnheer Barker. Hij scheen wat op gewekter, toen ik hem aan 't station ver liet en sprak over de mogelijkheid werk te krijgen op een kustvaartuigje. Hij is vroeger ook op zee geweest. Maar voor een man van zijn leeftijd en 'kracht „Ik geloof heusch, dat n het geval beter kunt vergeten, dominee Clement," zei Bar ker, een andere houding aannemend. „U waarde van het overleg o. i. aangetast door een afwijkend raadsbesluit. Ook al vereenigt de Raad zich niet met een ad vies der commissie, hetzij omdat hij de aangevoerde gronden niet houdbaar acht, hetzij omdat hij tegenover die gronden andere, meer steekhoudenden gronden meent te moeten plaatsen, dan blijft toch het advies en het georganiseerd overleg èn als middel tot bevordering van de goe de verstandhouding tusschen gemeentebe stuur en ambtenaren, èn als middel ter voorbereiding van het raadsbesluit, zijn waarde behouden. En blijkt door het afwijkend raadsbe sluit de stemming onder de ambtenaren te zijn verstoord, dan dient er in het ver volg des te nauwkeuriger te worden ge waakt tegen een in principe onjuiste op vatting van het georganiseerd overleg, op dat niet dit overleg allengs zou ontaarden van een middel tot steun in een middel tot desorganisatie van het bestuur der ge meente. DE ZOMERTIJD. We herinneren er aan, dat van nacht om 2 uur de Zomertijd Ingaat. Voor het naar bed gaan dus alle klokken, hor loges, enz. een uur vooruit zetten! Bij K. B. is verleend de eeremedaille in zilver in de orde van Oranje Nassau, aan den heer J. M. Urchard, pikeur der stadsrijschool te Middelburg. Te St.-Annaland is de melkprijs ge bracht van 10 cent op 8 cent per liter. Te Oud-Vossemeer heeft het bestuur van de Vereeniging het Groene Kruis be sloten een wijkverpleegster op te roepen. Domburg. Donderdagavond werd een Gemeenteraadsvergadering gehouden. Het keurloon voor varkens en vette kalveren werd van f2.50 teruggebracht op f2, dat van varkens beneden 50 K.G. van fl.50 op fl. Dhr Brand zeide zich het recht voor te behouden om, wanneer dit moge lijk zou blijken, voor te stellen tot verdere verlaging over te gaan. Een verordening werd vastgesteld inzake verstrekking van zwak-alcoholischen drank en sterken drank op den openbaren weg. Van de Ver. Domburgsch Handelsbelang was een. ver zoek ingekomen, om, ingevolge de bepa lingen der Winkelsluitingswet verschil lende dagen aan te wijzen waarop de winkels tot 10*4 uur zouden mogen open blijven. Na eenige discussie worden daar toe aangewezen 2e en 3e Paasch- en Pink sterdag, Hemelvaartsdag, Donderdag vóór en Maandag na Domburgsche kermis en de Vrijdag en Zaterdag van die kennis, Woensdag en Zaterdag van Middelburg sche kermis, 1 Juli en 1 Augustus, de dag waarop de jaardag van H. M. de Koningin wordt gevierd en verder de dagen in de maanden Juni, Juli en Augus tus waarop een muziek- of zanguitvoering in de muziektent wordt gegeven, tot een maximum van 7 dagen. Verder was door dezelfde Vereeniging verzocht voortaan leges te heffen voor vergunningen tot venten. B. en W. stel den voor daartoe over te gaan. Dhr Elout stelt de moeilijkheden in het licht, die bij de toepassing der verordening zullen worden ondervonden. Hij is er niet voor, dat daardoor de concurrentie geweerd wordt en zou daarom liever een hoog bedrag voor de vergunningen, die slechts voor één dag worden gevraagd, willen heffen, daar dit gewoonlijk niet betreft reeële handelaars. Dhr Geldof zegt, dat men met dit voorstel min of meer den protectionistischen kant op gaat. Men moet daarmede voorzichtig zijn, Domburg moet voor een groot deel leven van hen, die uit andere gemeenten hier komen. De Voorzitter stelt in het licht, dat het hier, althans bij B. en W. niet gaat om concurrentie te weren, maar vooral tegen de min of meer verkapte bedelarij. Dhr Brand meent, dat de Vereeniging toch niet goed heeft overzien wat gevraagd wordt. De grootere zaken zullen waar schijnlijk buiten deze Verordening vallen en alleen de zeer kleine handelaren zul len hier getroffen worden. Dhr Reijn- houdt acht de beslissing ook moeilijk. Dhr de Visser is tegen het heffen van leges. heeft waarschijnlijk al genoeg te doen met uw bedeljongens, dat u zich het lot van werkelooze oude memschen niet meer hoeft aan te trekken. Het is ongetwijfeld heel vriendelijk van u, maar van uit een zake lijk oogpunt niet aan te bevelen." De dominee 'kleurde. „Heeft u er wel eens aan gedacht, mijnheer Barker, hoe verschrikkelijk het moet zijn, als het werk, dat je je heele leven gedaan hebt, je plot seling wordt ontnomen zonder een kansje te hebben om opnieuw te beginnen?" vroeg «hij. „Zoo is het met die arme Scobie ge gaan. Hij had gehoopt op een rustigen ouden dag voor zich en zijn vrouw en hij had gewerkt en geploeterd om een paar centjes over te 'kunnen leggen „Dat is heel mooi geredeneerd voor een gevoelsmensch, maar een zakenman kan zich daar niet mee ophouden. Scobie is ongelukkig geweest, maar daarin is hij niet de eenige. De zwakken moeten lijden. Scobie is een koppige kerel. Zeven jaar geleden bood ik hem aan zijn zaak over te nemen." „Dat vertelde hij me, maar hij vond nw bod te laag. Maar ik wil niet met u over uw zaken twisten, mijnheer Barker." „O, gaat u! gerust uw gang, dominee. U meent, dat ik Scobie geruineerd heb?" Barker stelde zijn vraag op den man af. Een oogenblik aarzelde Clement. Toen zeide hij haast smeekend: Men moet toch maar pech hebben! De vorige week verscheen in sommige bladen het sensationeele bericht, dat Mi nister Donner in de Leeuwarder strafge vangenis de lijfstraf weer had ingevoerd. Dat was voor de roode pers een pracht- gelegenheid om dezen bewindsman, die overigens niet zooveel trefkans biedt, eens flink te raken, Men begrijpt hoe dat ging. Barbaareche methoden, middeleeuwsche strafoefenin gen enz. Maar wat blijkt nu? Minister Donner heeft niet de lijfstraf ingevoerd, maar hij heeft daaren tegen het maximum-aantal slagen, dat in zéér bijzondere gevallen to Leeuwarden verstrekt kan worden, verminderd van 50 tot 25. Dat was voor de roode bladen een gek geval. Wat moest men doen? Erkennen, dat men den antirevolutio nairen bewindsman valsphelijk beschul digd had? Maar neen, dat ging toch niet. Men moet toch zijn „stand" ophouden? Daarom werd er dit op gevonden: en nu moet men niet lachen I dat het ge vaar niet denkbeeldig is, dat door deze reglementswijziging da aandacht op de lijfstraffen is gevestigd en dat daardoor dit strafmiddel opnieuw zal toegepast worden. Prachtig gevonden, nietwaar? De strop is klaar, de Minister kan han gen en de roode eer is gered. OPMERKER. Dhr Brand stelt voor de beslissing nog aan te houden er kan dan nog eens kalm het voor en tegen overwogen worden. Daartoe wordt met alg. stemmen be sloten. Een verordening op de vrijwillige brand weer wordt daarna behandeld en, con form het ontwerp vastgesteld. Door de heeren De Pagter en De Visser werden nog enkele inlichtingen gevraagd, die de voorzitter gaf. Dhr Elout zeide, dat liij opgaaf van kosten heeft gevraagd van den aanleg van een alarminstallatie. Ge bleken is, dat die vrij hoog zijn,, zoodat hij geen vrijheid kan vinden om voor te stellen tot het aanbrengen daarvan over te gaan. Besloten wordt bij de behande ling van de volgende begrooting daarop terug te komen. Dhr Brand brengt de onderlinge hulp verleening met andere gemeenten bij brand ter sprake. Dhr Elout zegt, dat nog eerst met de Afd. Walcheren van den Zeeuwschen Brandweerbond daarover is gecorrespondeerd en juist in een verga dering, die heden werd gehouden, is ge bleken, dat geen bezwaren meer aan wezig zijn om tot onderlinge hulpverlee- ning over te gaan. Met andere gemeenten qal nu overleg daaromtrent gepleegd worden. Dhr Brand wijst nog op de kwestie van het blusschen door Domburg van de, aan de kom grenzende gedeelten van Oostkapelle en Aagtekerke. Dhr de Visser vraagt of B. en W. de mogelijk heid willen onderzoeken van het plaatsen van werkloozen bij landbouwers. Dhr Brand zegt, dat dit o.a. in het Westland niet is toegestaan. Dhr Geldof vreest ook moeilijkheden. B. en W. zeggen toe deze kwestie te zullen onderzoeken. Dhr Gel dof zag gaarne, dat de bestrating bij het Groentje nog verder werd uitgebreid. Hij vroeg verder waarom een deel van de nieuwe bestrating door iemand buiten de Gemeente was verricht Dhr Elout zeide, dat het verder verbreeden thans niet direct noodig en te duur was. Het aanbrengen van de nieuwe bestrating al daar was moeilijk en moest door een vak man geschieden. De voorzitter meent, dat het aanbrengen van gazon op het Groen tje gewenscht zou zijn. Dhr Elout achtte dit te duur en vreesde, dat onder de beo- men het gras niet zou groeien. Nadat be sloten was nadere onderhandelingen aan te knoopen tot overneming van den Hoo- gen Hilweg werd de vergadering gesloten. lerseke. Gisteren zijn de eerste kokha- nenschelpen voor de oestercultuur uit gezaaid. Ze zijn aangevoerd van de Zeeuwsche Stroomen. Dit is ongeveer veertien dagen later dan 1931. „U kunt hem nog redden." De directeur haalde de schouders op. „Toen ik voor 't eerst een zaak voor mezelf begon," zei hij op koelen toon, „be sloot ik vooruit te komen. En om vooruit te komen, moet men zijn eigen belangen kunnen behartigen. Als u me een andere manier kunt wijzen, dominee, zal ik graag naar u luisteren. Natuurlijk moet u niet vergeten, dat mijn zaak of liever die der Maatschappij geen onderneming is van uitvindingen of speculatie's. Wij wor den niet door patenten en protectie rech ten beschermd en we moeten tevreden zijn om bij stukjes en beetjes te verdie nen. De opbouw van een onderneming als deze, beteekent tegenwerking van alle kanten en sommige individuen moeten daaronder lij'den. Zij, die ik verslagen heb, zouden mij er uitgewerkt hebben, als ze er maar de kans toe gezien hadden. Bo vendien was het niet mijn doel mijn me- demenschen te benadeelen. Ik wilde een groote zaak stichten. En daar ben ik nog aan bezig. En alles wel beschouwd, pro fiteert het publiek er van. Ik ben niet van plan hen schadeloos te stellen, die me tegen zouden hebben gehouden, als ze gekund hadden. Kunt u me een an dere manier wijzen, dominee Clement?

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5