DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Sta ten-Generaal
GIJ DWAAS
Gemeenteraad van Middelburg.
VAN
DONDERDAG 28 APRIL 1932, Nr 176.
EERSTE KAMER.
Begrcoting Zulderzeefonds.
De Eerste Kamer had gisteren te be
handelen de begrooting van het Zuider-
zeefonds 1932.
De heer De V1 ugt (A. R.) bepleit
krachtige voortzetting van de inpolde-
ringswerken. Heerschende malaise moet
juist een reden zijn voor voortzetting van
de inpoldering.
De heer Van den Bergh '(Lib.) be
twijfelt de wenschelijkheid van de voort
zetting der inpoldering. Hij wil eindigen
met de inpoldering van de Wieringer-
meer.
De heer De Gijselaar (G. H.) acht
nadere gegevens ter verzekering, dat de
afsluitdijk tegen doorbraak bestand zal
zijn, gewenscht. Hij acht het voorloopig
beter den afsluitdijk niet te dichten, ook
om het economische belang der Zuider-
zeevisschersbevolking.
De heer W e s t e r d ij k (V. DO ziet
geen gevaar voor doorbraak van den af
sluitdijk, en geen reden om dezen thans
niet te dichten.
De heer P o 1 a k (S. D.) sluit zich groo-
tendeels aan bij de vorige sprekers, uit
gezonderd de heer De Vlugt.
De Minister van Waterstaat
zegt, dat er niets valt te beslissen over de
voortzetting van de inpoldering, alvorens
nadere gegevens over de kosten van in
poldering en de risico voor den Staat be
kend zijn. De regeering kan niet denken
aan verdere inpoldering, zoolang niet ge-
détailleerde plannen met vaststaande kos
tenberekeningen zijn vastgesteld.
De Kamer keurt daarna de begrooting
goed met 22 tegen 4 stemmen. Tegen: de
heeren v. d. Hoeven en De Gijselaar (G.
H.), Polak (S. D.) en Visser (R. K.).
Vervolgens kwam aan de orde de Su-
rinaamsche begrooting, die z. h. st. werd
goedgekeurd.
TWEEDE KAMER.
De Winkelsluitingswet.
De interpellatie-B o o n over de Win
kelsluitingswet werd gisteren door de Ka
mer toegestaan en bepaald op Vrijdag a.s.
Beperking vleeschinvoer.
Voortgezet werd de behandeling van
het vleesch-contingenteeringsontwerp.
De heer Oud (V.D.) acht de crisisin-
voerwet hier niet goed toegepast, al zijn
er verzachtende omstandigheden. Dat
komt, omdat de adviescommissie niet alle
belanghebbenden hoort. Verder betoogt
spreker, dat er te veel gecontingenteerd
wordt. De bedoeling van de crisisinvoer-
wet is slechts geweest, uitzonderingen te
stellen, namelijk in gevallen van prijs-
bederf
Spr. betreurt, dat geen overleg is ge
pleegd met Denemarken. Ware dit wel
geschied, dan zou veel ontstemming zijn
voorkomen.
De heer v. d. Heuvel (A.R.) deelt
niet de critiek van den heer Oud op de
wijze van voorbereiding. Men kan niet
iederen belanghebbende raadplegen. Spr.
betreurt het, dat de minister niet verder
is gegaan. In plaats van tot algeheele
stopzetting van den vleeschinvoer is de
minister echter tot verhooging van het
percentage van het contingent overgegaan.
Denemarken mag hier wekelijks nog 400
runderen invoeren, ondanks onze over
voerde markt en ondanks de afbraakprij-
zen. De varkensvleeschprijs is negen ct.
per pond levend gewicht en twaalf cent
slachtgewicht; de prijs van runderen 20
ct. per pond. Spr. hoopt, dat de minister
verder zal gaan met deze contingentee-
ringsmaatregelen dan tot nu toe het ge-
n.val is geweest.
De heer Vos ('Lib.) verzet zich tegen
den aandrang van den heer Van den
Heuvel op den minister om den invoer
nog meer te beperken en de werking der
crisisinvoerwet te vergrooten. Onze han-
FEUILLETON
Vrij naar het Engelsch.
van JOHN JOT BELL.
29) o—
„Dat spijt me. Vergeef mijn onnaden
kendheid", zeide hij vlug. „Dus u wilt
zangeres worden, juffrouw Glen", ging hi
in meer opgewekter toon voort: Nu, in
ieder geval ben ik blij, dat u 'teerst bi,
Blyth komt. Hij is een kerel, waarop men
rekenen kan."
„Is u ook in de muziek, mijnheer?"
De jonge man lachte. „Ik wel neen
Daar heb ik geen aanleg voor. Ik ben
maar een zakenman. Maar Blyth is een
vriend van me. Neen, hij is meer dan dat,
hij is mijn weldoener. Een paar jaar ge
leden, toen ik nergens geen uitkomst
meer zag, heeft hij gezorgd, dat ik het
hoofd boven water kon houden. En dat
was onze kennismaking."
„O, dan moet hij een edel mensch zijn",
riep Elsie uit „Zelfs al kan hij me niet
hebben, toch zal ik blij zijn hem ontmoet
te hebben."
„Maar is u nu wel vast besloten tot
wat u doen wilt?"
dteWSataKgw?. wwtkn öoor de snelle op-
eenvolging van contingenteeringsmaat-
regelen ten zeerste geschaad; een groot
deel van onzen handel wordt eigenlijk on
mogelijk gemaakt.
De heer Snoecik Henkemans
(G.H.) herinnert er aan, dat de minister
de crisisinvoerwet op 2 December j.L heeft
verdedigd met de opmerking, dat zij moet
worden beschouwd als maatregelen van
uiterste noodzaak. Spr. is van meening,
dat in landbouw-, handels- en nijver
heidskringen het aantal bezwaren tegen
het voortgaan op den met de contingen-
teeringen ingeslagen weg toeneemt en dat
er niet voldoende voorzichtigheid wordt
betracht. Verliezen wij onze uitvoermo-ge-
lijk'heden dan valt het geheele gebouw
van onzen handel ineen.
iDe heer B r a a t (P.B.) zegt, dat het
buitenland, terwijl de contingenteering
aanhangig was, gezorgd heeft voor een
zeer abnormaal grooten invoer van
vleesch. De regeering heeft de basisjaren
voor de contingenteering veranderd van
1928, 1929 en 1930 in 1929, 1930 en 1931,
welke wijziging de regeering gewenscht
heeft genoemd ook om redenen van bui-
tenlandsch belang. Is deze minister ook
minister van buitenlandsche landbou
wers? (Vroolijkhei'd.)
Deze wet helpt de boeren bijna totaal
niets. De prijzen van het vleesch zullen
met geen enkelen cent stijgen, tenzij het
amendement-Van Voorst tot Voorst in de
wet wordt opgenomen.
De heer Van Hellenberg Hu-
bar (R.K.) zegt geen bezwaar te hebben
tegen 's ministers contingenteeringspoli-
tiek, al is de minister daarbij niet altijd
even gelukkig.
Spr. vraagt, waarom bet brood nog
niet gecontingenteerd is, en dringt er op
aan, dat dit zal geschieden, wegens de ac
cijnswerking, die de Tarwewet uitoefent.
De heer Bierema (Lib.) betoogt, dat
het wetsontwerp na de wijzigingen, die
het heeft ondergaan, niet overeenkomt
met het koninklijk besluit, zooals het aan
vankelijk luidt. Voorts vervallen wij: van
het eene uiterste in het andere, doordat
de invoer beperkt was in de eerste 3
maanden tot 679 ton en beperkt is in de
tweede 3 maanden tot 2029, d.i. drie maal
zooveel.
Spr. acht een goede verstandhouding
met Denemarken op economisch gebied
van groot belang, maar wij zijn tegen
over Denemarken niet in gebreke geble
ven. De Deensche vertegenwoordigers zei
den, dat de zaak al in kannen en kruiken
was, toen zij hier kwamen, maar te voren
was onderhandeld met een Deensche com
missie en dat die onderhandelingen zijn
mislukt, was niet onze schuld, maar die
der Denen. Wij hebben niet gehandeld in
strijd met het verdrag van Oslo.
De heer Vos (R.K.) zegt, dat de con-
tingenteeringsmaatregel niet aan zijn doel
heeft beantwoord, als daarbij de bedoe
ling heeft voorgezeten, dat de prijzen van
het binnenlandsche vleesch zouden stijgen
tot een loonend peil.
Dit is voor spr. een reden te meer om
er bij den minister op aan te dringen,
dat het toegestane percentage verminderd
zal worden.
De bear Van Die (S.G.P.) zegt, dat
blijkens de statistische cijfers de werke
lijke vleeschinvoer van 15 Januari tot 16
April den toegestanen invoer belangrijk
heeft overtroffen. Voorts is de basis der
jaren 1928, 1929 en 1930 veranderd,
waardoor het toegestane quantum aan
zienlijk grooter wordt. Spr. dringt er bij
den minister op aan, de verandering terug
te nemen.
De Minister van Arbeid, de
heer Verschuur, zegt, de breede ge-
dachtenwisseling zeer op prijs te stellen,
omdat zij aan de regeering gelegenheid
geeft, haar zienswijze te uiten.
Spr. wil thans meer in bijzonderheden
treden, maar verzoekt, zijn rede te mogen
onderbreken.
De vergadering daarna verdaagd.
Avondvergadering.
Verhaal pensioensbijdrage ge
meente-personeel.
Dhr Paul (s.d.) herinnert aan de aan
neming van het kortingswetje. Destijds
noemde de heer Van der Feltz het hier
een beschamend wetsontwerp. Toch stem
den alle G.-H. Tweede Kamerleden er
voor. Het heeft Spr. getroffen, dat in de
Eerste Kamer verschillende A.R. wet
houders van financiën vóór gestemd heb
ben. Het heeft Spr. verbazend verwonderd
dat de meerderheid van B. en W. met
zulk een voorstel is gekomen als nu vóór
ons ligt.
Bij de behandeling der begrooting
vier maanden geleden nam weth. de
Veer een geheel ander standpunt t.o.v. de
salarissen in dan nu zooals Spr. aantoont.
Twee gronden voeren B. en W. aan,
n.l. het kortingswetje en de economische
toestand ter plaatse. Maar de crisisdruk
was bij de behandeling der begrooting
ook al duidelijk merkbaar.
De zaak is ook bij het georganiseerd
overleg geweest. Deze commissie heeft
zich ten slotte neergelegd bij een korting
van ongeveer 3 pet. Maar Spr. vestigt er
den nadruk op, dat 80 pet. van het geor
ganiseerd gemeente-personeel tegen elke
korting is en 20 pet. voor een 3 pet. kor
ting.
Spr. komt verder op tegen de beschou
wingen van den voorzitter der fin. com
missie, den heer v. d. Feltz. Deze ver
klaart bij voorbaat alles wat tegen korting
wordt aangevoerd van nul en geener
waarde.
Dhr v. d. Feltz: is dat uw methode?
Dhr Paul: Neen, het schijnt Uw
methode te zijn. Verschillende malen
heeft Spr. al moeten hooren, dat hij in
1920 de salarisregeling goed genoemd
heeft. Spr. heeft toen echter ook gewe
zen op wat er nog aan ontbrak. Maar
de regeling was inderdaad dit erkent
Spr. nog een flinke stap, die de ge
meente ruim een ton heeft gekost.
Maar na 1920 is de toestand toch wel
wat veranderd. Middelburg maakt nu
zoo'n goed figuur niet meer tegenover an
dere gemeenten. Bovendien heeft later
nog de Raad de salarisregeling willen
verbeteren, maar GecL Staten en de
Kroon keurden dat niet goed.
Spr. komt er tegen op, dat men niet zou
mogen vergelijken met andere gemeenten.
Men moet natuurlijk zuiver vergelijken en
met gelijksoortige gemeenten. B.v. niet
met St. Laurens.
Dhr Jeronimus: dat zou anders
wel eens goed zijn.
Dhr Onderdijk: vanuit Uw Btand-
punt wel.
Dhr Paul geeft verschillende cijfers,
vergeleken met andere gemeenten, pro
vincie en het Rijk, waaruit blijkt, dat Mid
delburg voor verschillende groepen aan
den lagen kant staat. Het Rijk en do pro
vincie zijn al geen model-werkgevers,
maar bij de gemeente Middelburg is het
nog veel slechter.
Dhr v. d. Feltz: Al die cijfers zeggen
niets.
Dhr Paul: Ja, dat dacht ik wel. Bar-
beitje moet hangen.
De salarissen zijn blijkbaar een sluit
post der begrooting.
Dhr v. d. Feltz: da's dwaasheid.
Dhr Paul: Ja, alles wat ik zeg, is
dwaasheid. Loonsverlaging is alleen ge
wettigd, als het niet anders kan en de
salarissen op een goed peil staan. Vermin
dering in salarissen beteekent verminde
ring in koopkracht.
Dhr Jeronimus: da's niet waar.
Dhr Paul: Alles wat ik vanavond zeg,
is onzin. Spr. komt op tegen een dreige
ment van het lid der fin. commissie, dat
anders de werkloozenuitkeering moet
worden verlaagd. Dit dreigement komt
niet te pas.
Spr. erkent, dat sommige artikelen in
prijs zijn gedaald.
Dhr v. d. Feltz: Da's de eerste er
kenning.
Dhr Paul: Maar ook zoo zei des
tijds dhr de Veer tegen den heer v. Andel
de uitgaven van socialen en culturee-
len aard zijn gestegen.
Dhr v. Andel: Zijden kousen en bios
coop.
Dhr Paul komt tegen deze interrup
tie op. Verschillende artikelen zijn niet of
heel weinig in prijs gedaald. Door con
tingenteering en steunmaatregelen kun
nen sommige artikelen weer in prijs stij
gen. Van een vaststaand prijzentarief kan
niet worden gesproken.
Moeten nu de ambtenaren zooveel
meer aan de crisisgevolgen betalen dan
anderen? Er zijn inkomens gedaald, maar
andere zoo zei destijds dhr de Veer
zijn niet gedaald. Sommigen hebben in
dertijd groote winsten gemaakt. De amb
tenaren hebben niet mee-geprofiteerd van
de hoog-conjunctuur. De tijd is slecht,
maar alles beeft niet te lijden onder de
crisis. Wanhopig moeten we niet wor
den. Een gezond optimisme moeten we
behouden.
Dhr v. d. Feltz: maar geen struis
vogelpolitiek!
Dhr Paul: natuurlijk niet. De belas
tingen kunnen niet worden verhoogd,
zeggen B. en W. Maar onder de oude re
geling betaalde men meer belasting. Ook
te Vlissingen zijn de belastingen hooger
dan hier.
Spr. ziet in de betoogen van B. en W.
Maandag vond te Haamstede de officiëele opening van de tuinbouwschool plaats, la rij van links naar rechts: de burge
meester van Zierikzee, Mr Stieger, lid Ged. Staten; Boot, voorzitter der school, da Comm. der Koningin in Zeeland, de
burgemeester van Haamstede, Mr Dr Frederiks, Secr.-Gen. Dep. v. Landbouw, Mr Dieleman. voorzitter der Z.L.M. en
G. v. d. Putte, lid Ged. Staten.
„Men moet toch iets doen om te le
ven," zuchtte ze. „Voor zaken ben ik niet
geschikt en gouvernante zijn bij kinderen
wil ik niet meer. U weet niet hoe verdrie
tig het is, wanneer men weer van hen
scheiden moet".
„Dus u is gouvernante geweest."
„Nu, eigenlijk was ik niet meer dan
een soort kindermeisje, maar als ik ge
bleven was, zou ik het wel geworden zijn,
maar en ze sprak opgewonden „in
den grond zou ik toch dolgraag in de mu
ziek gaan, mijnheer Clement. Ik snak
er naar vreemde landen te bereizen en
menschen te zien. U begrijpt, ik heb al
tijd een rustig leventje gehad en nu
nu.Ze zweeg plotseling. Haar oogen
schitterden en haar wangen gloeiden.
Londen oefende zijn ouden invloed op
haar uit.
Harry Clement kon zijn oogen haast
niet van haar af houden.
„Nu, zult stellig slagen," zei hij.
Ze sloeg geen acht op de ernstige noot
in zijn stem. „Hoe", zeide ze haastig.
„Denkt u, dat mijnheer Blyth me zal kun
nen helpen? 0, als dat eens waar was!"
„Ik heb Blyth nooit anders gekend,"
zeide hij, „dan menschen helpende. Maar
toch moet u niet verwachten, dat het alles
rozengeur en maneschijn zal zijn, U weet,
het pad der kunst.,,."
„Zeker, dat begrijp ik. U zult, na het
geen ik straks zei, wel denken, dat ik
mezelf wonder wat verbeeld. Maar zoo
heb ik het niet bedoeld. Ik behoef heusch
geen ster te worden, als ik mijn brood
maar kan verdienen en.
Harry Clement dwong zichzelf een an
deren kant op te zien. „Ik geloof anders
niet, dat u iemand is om met weinig te
vreden te zij!n," zei hij. „Weet u," ging hij
vlug voort, waarom ik u dringend zou
willen verzoeken van uw voornemen af te
zien?"
Verbaasd keek ze op, maar hij liet haar
geen tijd voor een antwoord.
„Omdat ik een voorgevoel heb, dat u
een enorm succes zult hebben; daarom
heb ik ook geen recht u er van af te
houden, als er overigens ook eenig recht
zou zijn oom u raad te geven. Als u een
maal beroemd zult zijn, juffrouw Glen,"
voegde hij er met een neerslachtig lachje
aan toe, „denk dan nog eens aan ons ge
sprek hier in Blyth's kamer. O, daar hoor
ik hem. Nu kan ik u mijn reden niet zeg
gen. Zal ik u aan hem voorstellen, dat is
misschien voor u prettiger."
Een pittig mannetje, klein van stuk,
met donkere, heldere oogen en blozende
wangen, stormde de kamer binnen.
„Mijnheer Tom Blyth juffrouw
Glen", stelde Harry voor, opstaande.
„Juffrouw Glen had een afspraak met u,"
ging hij' voort, „een ik moest je ook
even hebben. Toen we hier beiden op je
wachtten, ontdekten we, dat we elkaar
reeds vroeger gezien hadden in ons eigen
land."
„0, jullie Schotten!" lachte Blyth. „Als
je elkander niet in 'thaar zit, zijn jul
lie dadelijk dikke vrienden juffrouw
Glen, het is mij aangenaam met u kennis
te maken. Dolly Dormer's, pardon, me
vrouw Britten's introductie doet u harte
lijk welkom zijn. Neem plaats als 't u
blieft. Als het niet voor Dolly's moeder
was, zou ik niet hier zijn om u te ont
vangen, noch iemand anders. De oude
vrouw verpleegde me, toen ik haar com
mensaal was, tien weken lang, zenuw-
rheumatiek en ik was jong en straatarm!
Excuseer mij, dat ik u heb laten wachten,
maar één van mijn artiesten, wier im-
pressario ik ben, kwam met een heel
klachtenlijstje bij me en er was heel wat
voor noodig om die dame tevreden te
stellen. Ik hoop tenminste, juffrouw Glen,
dat u, als u eenmaal een beroemdheid
bent, medelijden zult hebben met uw ma
nager en zijln gevoelens een weinig zult
sparen" hij lachte vroolijk.
Elsie had verwacht een indrukwekken
de persoonlijkheid voor zich te zien
en toch was zij niet teleurgesteld. Voor
en van dhr Jeronimua een verschil. B. en
W. berekenen, dat 3 pet. korting f 10.200
oplevert. En dhr Jeronimus kwam bij de
begrooting tot een totaal loonbedrag van
f 500.000. Hoe zit dat?
De voorzitter: het totaal loonbe
drag is f364.000.
Dhr Jeronimus: Ik kreeg van den
secretaris opgaaf van f 400.000 voor het
gemeente-personeel. Daarbij komt dan i
f 100.000 voor vee- en vleeschkeuriage-
dienst, personeel Godshuizen, enz.
Dhr Paul: de opbrengst der rijksmid
delen valt mij niet tegen, gezien de ra
ming.
Dhr Jeronimus: we spreken el
kander volgend jaar wel.
Dhr Paul: dat zegt u altijd. Ik hoop
u volgend jaar nog wel eens te spreken.
Maar na de e.v. verkiezingen niet meer.
Dan hoop ik, dat u hier niet meer zit.
Spr. zal niet volstaan met te zeggen: ik
ben er tegen en de consequenties op an
doren over te dragen.
Dhr v. d. Feltz: da's juist de vraag.
Dhr P a u 1die opmerking verwondert
me niet. Ik zeg allemaal onzin.
Spr. vraagt of het bedrag van f 21000
per maand voor werkloozenuitkeering wel
juist is. Is er al eenig idee van het batig
saldo 1931 (De voorzitter antwoordt
ontkennend.) Valt het vastrecht voor gas
mee? Hoe staat het met de kolenprijzen?
Verder zullen we minder hebben te be
talen aan subsidie voor handelsonderwijs,
gymnasium, nijverheids-, lager- en U.L.-
onderwijs. Ook kunnen de opcenten op
de vermogensbelasting van 30 op 50 ge
bracht worden.
Dhr Jeronimus: en plaatsing van
de gemeente in de 2e klas van de fonds-
belasting!
Dhr Paul: da's niet noodig. Wel kan
er meer progressie komen in de school
geldheffing en kunnen we minder storten
in het reservefonds van de gasfabriek.
Dhr Jeronimua: da's gevaarlijk,
Dhr Paul: Ook zou dan de gas- en
electriciteitsprijs met 1 cent verhoogd
kunnen worden.
Dhr Jeronimus: En de minister,
zegt, dat deze tarieven omlaag moeten!
Dhr P a u 1we kunnen met den Minis
ter van meening verschillen.
Dhr v. d. Feltz: U moest Minister
van Financiën worden!
Dhr Paul: wil alles doen om te voor
komen, dat de ambtenaren en ambte
naartjes straks twee maal zooveel belas
ting betalen als door de andere Middel
burgers moet worden betaald.
(Deze spreker had ruim een uur het
woord gevoerd.)
Mevr. We ijl verdedigt het volgende
voorstel: geen korting voor salarissen be
neden f 1300 per jaar en f 25 per week, 3
pet. voor salarissen van f 1300 tot f1560
en weekloonen van f25 tot f30, 8 pet.
voor eigen en pet. voor weduwen-pen
sioen voor de hoogere groepen. Ook voor
bijbetrekkingen deze hoogste korting.
Dit voorstel brengt zooveel op als
straks door het Rijk wordt gekort. In een
adres aan den Raad wordt gezegd, dat de
korting voor Middelburg niet zal wor
den toegepast, omdat de loonen hier zoo
iaag zijn. Spr. hecht hieraan geen geloof.
Sommige salarissen zijn hier laag in ver
gelijking met andere gemeenten, maar niet
alle. Spr. gelooft niet, dat de rijkskorting
ons bespaard zal worden.
Men kan zeggen: de burgerij moet dan
maar in haar geheel de gevolgen dragen.
Maar dit is onbillijk, omdat de index
cijfers zijn gedaald, al is het dan mis
schien hier minder dan in de groote ste
den.
De geheele burgerij gaat min of meer
onder de crisisgevolgen gebukt. De sala
rissen zijn daarentegen belangrijk in
waarde gestegen. De gemeente-salarissen
staan al lang boven die in de particuliere
bedrijven. Dit kan niet langer bestendigd
blijven. Maar de korting moet 'met voor
zichtigheid worden toegepast. Het liefst
voorbereid in een Raadscommissie, maar
ylat willen de Raad en B. en W. niet.
Daarom dient spr. een voorstel in, dat
eenige, differentiatie brengt. Van de
nieuwe salarissen wil spr. niets korten,
omdat daarop reeds 8% pet. wordt ge
kort. Spr. wil niet meer halen uit de sa
larissen dan voor de rijkskorting noodig
is. De uitgaven voor de werkloozen moe
ten alle burgers samen dragen. De door
spreker voorgestelde korting acht spr.
onvermijdelijk.
ze het wist, voelde ze zich geheel met hem
op haar gemak en ze lachte vroolijk mee,
onbewust van het feit, dat de heer Blyth
haar nauwlettend gade sloeg.
Eindelijk greep Harry CÜemen,t zijn
hoed en handschoenen.
„Ga niet heen," zeide Blyth „ik wilde
juist voorstellen om bij mijn zuster een
kopje thee te gaan drinken." Zich tot
Elsie wendend, ging hij voort: „Als u eens
rustig met mijn zuster gepraat heeft,
juffrouw Glen, en u blijft bij uw voorne
men, dan zullen we zien, wat we doen
kunnen. U mctet weten, dat mijn zuster
het vak door en door kent en ze is altijd
gaarne bereid om nieuwelingen van raad
te dienen. Ze is nooit een beroemdheid
geweest, maar ze is een vrouw met een
hart."
„Nu, ze heeft naam genoeg gemaakt,
juffrouw Glen", onderbrak Harry.
„Ik zei, dat ze een vrouw met een hart
is," ging Blyth rustig voort, „en daar
gaat het nu om, zoo iemand heeft juf
frouw Glen op het oogenblik noodig. La
ter kan juffrouw Glen met haar andere
kwaliteiten kennis maken, als haar dat
lust. Heb ik gelijk of niet?"
(Wordt vervolgd.)