DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Sta ten-Generaal GIJ DWAAS Gemeenteraad van Middelburg. VAN DONDERDAG 28 APRIL 1932, Nr 176. EERSTE KAMER. Begrcoting Zulderzeefonds. De Eerste Kamer had gisteren te be handelen de begrooting van het Zuider- zeefonds 1932. De heer De V1 ugt (A. R.) bepleit krachtige voortzetting van de inpolde- ringswerken. Heerschende malaise moet juist een reden zijn voor voortzetting van de inpoldering. De heer Van den Bergh '(Lib.) be twijfelt de wenschelijkheid van de voort zetting der inpoldering. Hij wil eindigen met de inpoldering van de Wieringer- meer. De heer De Gijselaar (G. H.) acht nadere gegevens ter verzekering, dat de afsluitdijk tegen doorbraak bestand zal zijn, gewenscht. Hij acht het voorloopig beter den afsluitdijk niet te dichten, ook om het economische belang der Zuider- zeevisschersbevolking. De heer W e s t e r d ij k (V. DO ziet geen gevaar voor doorbraak van den af sluitdijk, en geen reden om dezen thans niet te dichten. De heer P o 1 a k (S. D.) sluit zich groo- tendeels aan bij de vorige sprekers, uit gezonderd de heer De Vlugt. De Minister van Waterstaat zegt, dat er niets valt te beslissen over de voortzetting van de inpoldering, alvorens nadere gegevens over de kosten van in poldering en de risico voor den Staat be kend zijn. De regeering kan niet denken aan verdere inpoldering, zoolang niet ge- détailleerde plannen met vaststaande kos tenberekeningen zijn vastgesteld. De Kamer keurt daarna de begrooting goed met 22 tegen 4 stemmen. Tegen: de heeren v. d. Hoeven en De Gijselaar (G. H.), Polak (S. D.) en Visser (R. K.). Vervolgens kwam aan de orde de Su- rinaamsche begrooting, die z. h. st. werd goedgekeurd. TWEEDE KAMER. De Winkelsluitingswet. De interpellatie-B o o n over de Win kelsluitingswet werd gisteren door de Ka mer toegestaan en bepaald op Vrijdag a.s. Beperking vleeschinvoer. Voortgezet werd de behandeling van het vleesch-contingenteeringsontwerp. De heer Oud (V.D.) acht de crisisin- voerwet hier niet goed toegepast, al zijn er verzachtende omstandigheden. Dat komt, omdat de adviescommissie niet alle belanghebbenden hoort. Verder betoogt spreker, dat er te veel gecontingenteerd wordt. De bedoeling van de crisisinvoer- wet is slechts geweest, uitzonderingen te stellen, namelijk in gevallen van prijs- bederf Spr. betreurt, dat geen overleg is ge pleegd met Denemarken. Ware dit wel geschied, dan zou veel ontstemming zijn voorkomen. De heer v. d. Heuvel (A.R.) deelt niet de critiek van den heer Oud op de wijze van voorbereiding. Men kan niet iederen belanghebbende raadplegen. Spr. betreurt het, dat de minister niet verder is gegaan. In plaats van tot algeheele stopzetting van den vleeschinvoer is de minister echter tot verhooging van het percentage van het contingent overgegaan. Denemarken mag hier wekelijks nog 400 runderen invoeren, ondanks onze over voerde markt en ondanks de afbraakprij- zen. De varkensvleeschprijs is negen ct. per pond levend gewicht en twaalf cent slachtgewicht; de prijs van runderen 20 ct. per pond. Spr. hoopt, dat de minister verder zal gaan met deze contingentee- ringsmaatregelen dan tot nu toe het ge- n.val is geweest. De heer Vos ('Lib.) verzet zich tegen den aandrang van den heer Van den Heuvel op den minister om den invoer nog meer te beperken en de werking der crisisinvoerwet te vergrooten. Onze han- FEUILLETON Vrij naar het Engelsch. van JOHN JOT BELL. 29) o— „Dat spijt me. Vergeef mijn onnaden kendheid", zeide hij vlug. „Dus u wilt zangeres worden, juffrouw Glen", ging hi in meer opgewekter toon voort: Nu, in ieder geval ben ik blij, dat u 'teerst bi, Blyth komt. Hij is een kerel, waarop men rekenen kan." „Is u ook in de muziek, mijnheer?" De jonge man lachte. „Ik wel neen Daar heb ik geen aanleg voor. Ik ben maar een zakenman. Maar Blyth is een vriend van me. Neen, hij is meer dan dat, hij is mijn weldoener. Een paar jaar ge leden, toen ik nergens geen uitkomst meer zag, heeft hij gezorgd, dat ik het hoofd boven water kon houden. En dat was onze kennismaking." „O, dan moet hij een edel mensch zijn", riep Elsie uit „Zelfs al kan hij me niet hebben, toch zal ik blij zijn hem ontmoet te hebben." „Maar is u nu wel vast besloten tot wat u doen wilt?" dteWSataKgw?. wwtkn öoor de snelle op- eenvolging van contingenteeringsmaat- regelen ten zeerste geschaad; een groot deel van onzen handel wordt eigenlijk on mogelijk gemaakt. De heer Snoecik Henkemans (G.H.) herinnert er aan, dat de minister de crisisinvoerwet op 2 December j.L heeft verdedigd met de opmerking, dat zij moet worden beschouwd als maatregelen van uiterste noodzaak. Spr. is van meening, dat in landbouw-, handels- en nijver heidskringen het aantal bezwaren tegen het voortgaan op den met de contingen- teeringen ingeslagen weg toeneemt en dat er niet voldoende voorzichtigheid wordt betracht. Verliezen wij onze uitvoermo-ge- lijk'heden dan valt het geheele gebouw van onzen handel ineen. iDe heer B r a a t (P.B.) zegt, dat het buitenland, terwijl de contingenteering aanhangig was, gezorgd heeft voor een zeer abnormaal grooten invoer van vleesch. De regeering heeft de basisjaren voor de contingenteering veranderd van 1928, 1929 en 1930 in 1929, 1930 en 1931, welke wijziging de regeering gewenscht heeft genoemd ook om redenen van bui- tenlandsch belang. Is deze minister ook minister van buitenlandsche landbou wers? (Vroolijkhei'd.) Deze wet helpt de boeren bijna totaal niets. De prijzen van het vleesch zullen met geen enkelen cent stijgen, tenzij het amendement-Van Voorst tot Voorst in de wet wordt opgenomen. De heer Van Hellenberg Hu- bar (R.K.) zegt geen bezwaar te hebben tegen 's ministers contingenteeringspoli- tiek, al is de minister daarbij niet altijd even gelukkig. Spr. vraagt, waarom bet brood nog niet gecontingenteerd is, en dringt er op aan, dat dit zal geschieden, wegens de ac cijnswerking, die de Tarwewet uitoefent. De heer Bierema (Lib.) betoogt, dat het wetsontwerp na de wijzigingen, die het heeft ondergaan, niet overeenkomt met het koninklijk besluit, zooals het aan vankelijk luidt. Voorts vervallen wij: van het eene uiterste in het andere, doordat de invoer beperkt was in de eerste 3 maanden tot 679 ton en beperkt is in de tweede 3 maanden tot 2029, d.i. drie maal zooveel. Spr. acht een goede verstandhouding met Denemarken op economisch gebied van groot belang, maar wij zijn tegen over Denemarken niet in gebreke geble ven. De Deensche vertegenwoordigers zei den, dat de zaak al in kannen en kruiken was, toen zij hier kwamen, maar te voren was onderhandeld met een Deensche com missie en dat die onderhandelingen zijn mislukt, was niet onze schuld, maar die der Denen. Wij hebben niet gehandeld in strijd met het verdrag van Oslo. De heer Vos (R.K.) zegt, dat de con- tingenteeringsmaatregel niet aan zijn doel heeft beantwoord, als daarbij de bedoe ling heeft voorgezeten, dat de prijzen van het binnenlandsche vleesch zouden stijgen tot een loonend peil. Dit is voor spr. een reden te meer om er bij den minister op aan te dringen, dat het toegestane percentage verminderd zal worden. De bear Van Die (S.G.P.) zegt, dat blijkens de statistische cijfers de werke lijke vleeschinvoer van 15 Januari tot 16 April den toegestanen invoer belangrijk heeft overtroffen. Voorts is de basis der jaren 1928, 1929 en 1930 veranderd, waardoor het toegestane quantum aan zienlijk grooter wordt. Spr. dringt er bij den minister op aan, de verandering terug te nemen. De Minister van Arbeid, de heer Verschuur, zegt, de breede ge- dachtenwisseling zeer op prijs te stellen, omdat zij aan de regeering gelegenheid geeft, haar zienswijze te uiten. Spr. wil thans meer in bijzonderheden treden, maar verzoekt, zijn rede te mogen onderbreken. De vergadering daarna verdaagd. Avondvergadering. Verhaal pensioensbijdrage ge meente-personeel. Dhr Paul (s.d.) herinnert aan de aan neming van het kortingswetje. Destijds noemde de heer Van der Feltz het hier een beschamend wetsontwerp. Toch stem den alle G.-H. Tweede Kamerleden er voor. Het heeft Spr. getroffen, dat in de Eerste Kamer verschillende A.R. wet houders van financiën vóór gestemd heb ben. Het heeft Spr. verbazend verwonderd dat de meerderheid van B. en W. met zulk een voorstel is gekomen als nu vóór ons ligt. Bij de behandeling der begrooting vier maanden geleden nam weth. de Veer een geheel ander standpunt t.o.v. de salarissen in dan nu zooals Spr. aantoont. Twee gronden voeren B. en W. aan, n.l. het kortingswetje en de economische toestand ter plaatse. Maar de crisisdruk was bij de behandeling der begrooting ook al duidelijk merkbaar. De zaak is ook bij het georganiseerd overleg geweest. Deze commissie heeft zich ten slotte neergelegd bij een korting van ongeveer 3 pet. Maar Spr. vestigt er den nadruk op, dat 80 pet. van het geor ganiseerd gemeente-personeel tegen elke korting is en 20 pet. voor een 3 pet. kor ting. Spr. komt verder op tegen de beschou wingen van den voorzitter der fin. com missie, den heer v. d. Feltz. Deze ver klaart bij voorbaat alles wat tegen korting wordt aangevoerd van nul en geener waarde. Dhr v. d. Feltz: is dat uw methode? Dhr Paul: Neen, het schijnt Uw methode te zijn. Verschillende malen heeft Spr. al moeten hooren, dat hij in 1920 de salarisregeling goed genoemd heeft. Spr. heeft toen echter ook gewe zen op wat er nog aan ontbrak. Maar de regeling was inderdaad dit erkent Spr. nog een flinke stap, die de ge meente ruim een ton heeft gekost. Maar na 1920 is de toestand toch wel wat veranderd. Middelburg maakt nu zoo'n goed figuur niet meer tegenover an dere gemeenten. Bovendien heeft later nog de Raad de salarisregeling willen verbeteren, maar GecL Staten en de Kroon keurden dat niet goed. Spr. komt er tegen op, dat men niet zou mogen vergelijken met andere gemeenten. Men moet natuurlijk zuiver vergelijken en met gelijksoortige gemeenten. B.v. niet met St. Laurens. Dhr Jeronimus: dat zou anders wel eens goed zijn. Dhr Onderdijk: vanuit Uw Btand- punt wel. Dhr Paul geeft verschillende cijfers, vergeleken met andere gemeenten, pro vincie en het Rijk, waaruit blijkt, dat Mid delburg voor verschillende groepen aan den lagen kant staat. Het Rijk en do pro vincie zijn al geen model-werkgevers, maar bij de gemeente Middelburg is het nog veel slechter. Dhr v. d. Feltz: Al die cijfers zeggen niets. Dhr Paul: Ja, dat dacht ik wel. Bar- beitje moet hangen. De salarissen zijn blijkbaar een sluit post der begrooting. Dhr v. d. Feltz: da's dwaasheid. Dhr Paul: Ja, alles wat ik zeg, is dwaasheid. Loonsverlaging is alleen ge wettigd, als het niet anders kan en de salarissen op een goed peil staan. Vermin dering in salarissen beteekent verminde ring in koopkracht. Dhr Jeronimus: da's niet waar. Dhr Paul: Alles wat ik vanavond zeg, is onzin. Spr. komt op tegen een dreige ment van het lid der fin. commissie, dat anders de werkloozenuitkeering moet worden verlaagd. Dit dreigement komt niet te pas. Spr. erkent, dat sommige artikelen in prijs zijn gedaald. Dhr v. d. Feltz: Da's de eerste er kenning. Dhr Paul: Maar ook zoo zei des tijds dhr de Veer tegen den heer v. Andel de uitgaven van socialen en culturee- len aard zijn gestegen. Dhr v. Andel: Zijden kousen en bios coop. Dhr Paul komt tegen deze interrup tie op. Verschillende artikelen zijn niet of heel weinig in prijs gedaald. Door con tingenteering en steunmaatregelen kun nen sommige artikelen weer in prijs stij gen. Van een vaststaand prijzentarief kan niet worden gesproken. Moeten nu de ambtenaren zooveel meer aan de crisisgevolgen betalen dan anderen? Er zijn inkomens gedaald, maar andere zoo zei destijds dhr de Veer zijn niet gedaald. Sommigen hebben in dertijd groote winsten gemaakt. De amb tenaren hebben niet mee-geprofiteerd van de hoog-conjunctuur. De tijd is slecht, maar alles beeft niet te lijden onder de crisis. Wanhopig moeten we niet wor den. Een gezond optimisme moeten we behouden. Dhr v. d. Feltz: maar geen struis vogelpolitiek! Dhr Paul: natuurlijk niet. De belas tingen kunnen niet worden verhoogd, zeggen B. en W. Maar onder de oude re geling betaalde men meer belasting. Ook te Vlissingen zijn de belastingen hooger dan hier. Spr. ziet in de betoogen van B. en W. Maandag vond te Haamstede de officiëele opening van de tuinbouwschool plaats, la rij van links naar rechts: de burge meester van Zierikzee, Mr Stieger, lid Ged. Staten; Boot, voorzitter der school, da Comm. der Koningin in Zeeland, de burgemeester van Haamstede, Mr Dr Frederiks, Secr.-Gen. Dep. v. Landbouw, Mr Dieleman. voorzitter der Z.L.M. en G. v. d. Putte, lid Ged. Staten. „Men moet toch iets doen om te le ven," zuchtte ze. „Voor zaken ben ik niet geschikt en gouvernante zijn bij kinderen wil ik niet meer. U weet niet hoe verdrie tig het is, wanneer men weer van hen scheiden moet". „Dus u is gouvernante geweest." „Nu, eigenlijk was ik niet meer dan een soort kindermeisje, maar als ik ge bleven was, zou ik het wel geworden zijn, maar en ze sprak opgewonden „in den grond zou ik toch dolgraag in de mu ziek gaan, mijnheer Clement. Ik snak er naar vreemde landen te bereizen en menschen te zien. U begrijpt, ik heb al tijd een rustig leventje gehad en nu nu.Ze zweeg plotseling. Haar oogen schitterden en haar wangen gloeiden. Londen oefende zijn ouden invloed op haar uit. Harry Clement kon zijn oogen haast niet van haar af houden. „Nu, zult stellig slagen," zei hij. Ze sloeg geen acht op de ernstige noot in zijn stem. „Hoe", zeide ze haastig. „Denkt u, dat mijnheer Blyth me zal kun nen helpen? 0, als dat eens waar was!" „Ik heb Blyth nooit anders gekend," zeide hij, „dan menschen helpende. Maar toch moet u niet verwachten, dat het alles rozengeur en maneschijn zal zijn, U weet, het pad der kunst.,,." „Zeker, dat begrijp ik. U zult, na het geen ik straks zei, wel denken, dat ik mezelf wonder wat verbeeld. Maar zoo heb ik het niet bedoeld. Ik behoef heusch geen ster te worden, als ik mijn brood maar kan verdienen en. Harry Clement dwong zichzelf een an deren kant op te zien. „Ik geloof anders niet, dat u iemand is om met weinig te vreden te zij!n," zei hij. „Weet u," ging hij vlug voort, waarom ik u dringend zou willen verzoeken van uw voornemen af te zien?" Verbaasd keek ze op, maar hij liet haar geen tijd voor een antwoord. „Omdat ik een voorgevoel heb, dat u een enorm succes zult hebben; daarom heb ik ook geen recht u er van af te houden, als er overigens ook eenig recht zou zijn oom u raad te geven. Als u een maal beroemd zult zijn, juffrouw Glen," voegde hij er met een neerslachtig lachje aan toe, „denk dan nog eens aan ons ge sprek hier in Blyth's kamer. O, daar hoor ik hem. Nu kan ik u mijn reden niet zeg gen. Zal ik u aan hem voorstellen, dat is misschien voor u prettiger." Een pittig mannetje, klein van stuk, met donkere, heldere oogen en blozende wangen, stormde de kamer binnen. „Mijnheer Tom Blyth juffrouw Glen", stelde Harry voor, opstaande. „Juffrouw Glen had een afspraak met u," ging hij' voort, „een ik moest je ook even hebben. Toen we hier beiden op je wachtten, ontdekten we, dat we elkaar reeds vroeger gezien hadden in ons eigen land." „0, jullie Schotten!" lachte Blyth. „Als je elkander niet in 'thaar zit, zijn jul lie dadelijk dikke vrienden juffrouw Glen, het is mij aangenaam met u kennis te maken. Dolly Dormer's, pardon, me vrouw Britten's introductie doet u harte lijk welkom zijn. Neem plaats als 't u blieft. Als het niet voor Dolly's moeder was, zou ik niet hier zijn om u te ont vangen, noch iemand anders. De oude vrouw verpleegde me, toen ik haar com mensaal was, tien weken lang, zenuw- rheumatiek en ik was jong en straatarm! Excuseer mij, dat ik u heb laten wachten, maar één van mijn artiesten, wier im- pressario ik ben, kwam met een heel klachtenlijstje bij me en er was heel wat voor noodig om die dame tevreden te stellen. Ik hoop tenminste, juffrouw Glen, dat u, als u eenmaal een beroemdheid bent, medelijden zult hebben met uw ma nager en zijln gevoelens een weinig zult sparen" hij lachte vroolijk. Elsie had verwacht een indrukwekken de persoonlijkheid voor zich te zien en toch was zij niet teleurgesteld. Voor en van dhr Jeronimua een verschil. B. en W. berekenen, dat 3 pet. korting f 10.200 oplevert. En dhr Jeronimus kwam bij de begrooting tot een totaal loonbedrag van f 500.000. Hoe zit dat? De voorzitter: het totaal loonbe drag is f364.000. Dhr Jeronimus: Ik kreeg van den secretaris opgaaf van f 400.000 voor het gemeente-personeel. Daarbij komt dan i f 100.000 voor vee- en vleeschkeuriage- dienst, personeel Godshuizen, enz. Dhr Paul: de opbrengst der rijksmid delen valt mij niet tegen, gezien de ra ming. Dhr Jeronimus: we spreken el kander volgend jaar wel. Dhr Paul: dat zegt u altijd. Ik hoop u volgend jaar nog wel eens te spreken. Maar na de e.v. verkiezingen niet meer. Dan hoop ik, dat u hier niet meer zit. Spr. zal niet volstaan met te zeggen: ik ben er tegen en de consequenties op an doren over te dragen. Dhr v. d. Feltz: da's juist de vraag. Dhr P a u 1die opmerking verwondert me niet. Ik zeg allemaal onzin. Spr. vraagt of het bedrag van f 21000 per maand voor werkloozenuitkeering wel juist is. Is er al eenig idee van het batig saldo 1931 (De voorzitter antwoordt ontkennend.) Valt het vastrecht voor gas mee? Hoe staat het met de kolenprijzen? Verder zullen we minder hebben te be talen aan subsidie voor handelsonderwijs, gymnasium, nijverheids-, lager- en U.L.- onderwijs. Ook kunnen de opcenten op de vermogensbelasting van 30 op 50 ge bracht worden. Dhr Jeronimus: en plaatsing van de gemeente in de 2e klas van de fonds- belasting! Dhr Paul: da's niet noodig. Wel kan er meer progressie komen in de school geldheffing en kunnen we minder storten in het reservefonds van de gasfabriek. Dhr Jeronimua: da's gevaarlijk, Dhr Paul: Ook zou dan de gas- en electriciteitsprijs met 1 cent verhoogd kunnen worden. Dhr Jeronimus: En de minister, zegt, dat deze tarieven omlaag moeten! Dhr P a u 1we kunnen met den Minis ter van meening verschillen. Dhr v. d. Feltz: U moest Minister van Financiën worden! Dhr Paul: wil alles doen om te voor komen, dat de ambtenaren en ambte naartjes straks twee maal zooveel belas ting betalen als door de andere Middel burgers moet worden betaald. (Deze spreker had ruim een uur het woord gevoerd.) Mevr. We ijl verdedigt het volgende voorstel: geen korting voor salarissen be neden f 1300 per jaar en f 25 per week, 3 pet. voor salarissen van f 1300 tot f1560 en weekloonen van f25 tot f30, 8 pet. voor eigen en pet. voor weduwen-pen sioen voor de hoogere groepen. Ook voor bijbetrekkingen deze hoogste korting. Dit voorstel brengt zooveel op als straks door het Rijk wordt gekort. In een adres aan den Raad wordt gezegd, dat de korting voor Middelburg niet zal wor den toegepast, omdat de loonen hier zoo iaag zijn. Spr. hecht hieraan geen geloof. Sommige salarissen zijn hier laag in ver gelijking met andere gemeenten, maar niet alle. Spr. gelooft niet, dat de rijkskorting ons bespaard zal worden. Men kan zeggen: de burgerij moet dan maar in haar geheel de gevolgen dragen. Maar dit is onbillijk, omdat de index cijfers zijn gedaald, al is het dan mis schien hier minder dan in de groote ste den. De geheele burgerij gaat min of meer onder de crisisgevolgen gebukt. De sala rissen zijn daarentegen belangrijk in waarde gestegen. De gemeente-salarissen staan al lang boven die in de particuliere bedrijven. Dit kan niet langer bestendigd blijven. Maar de korting moet 'met voor zichtigheid worden toegepast. Het liefst voorbereid in een Raadscommissie, maar ylat willen de Raad en B. en W. niet. Daarom dient spr. een voorstel in, dat eenige, differentiatie brengt. Van de nieuwe salarissen wil spr. niets korten, omdat daarop reeds 8% pet. wordt ge kort. Spr. wil niet meer halen uit de sa larissen dan voor de rijkskorting noodig is. De uitgaven voor de werkloozen moe ten alle burgers samen dragen. De door spreker voorgestelde korting acht spr. onvermijdelijk. ze het wist, voelde ze zich geheel met hem op haar gemak en ze lachte vroolijk mee, onbewust van het feit, dat de heer Blyth haar nauwlettend gade sloeg. Eindelijk greep Harry CÜemen,t zijn hoed en handschoenen. „Ga niet heen," zeide Blyth „ik wilde juist voorstellen om bij mijn zuster een kopje thee te gaan drinken." Zich tot Elsie wendend, ging hij voort: „Als u eens rustig met mijn zuster gepraat heeft, juffrouw Glen, en u blijft bij uw voorne men, dan zullen we zien, wat we doen kunnen. U mctet weten, dat mijn zuster het vak door en door kent en ze is altijd gaarne bereid om nieuwelingen van raad te dienen. Ze is nooit een beroemdheid geweest, maar ze is een vrouw met een hart." „Nu, ze heeft naam genoeg gemaakt, juffrouw Glen", onderbrak Harry. „Ik zei, dat ze een vrouw met een hart is," ging Blyth rustig voort, „en daar gaat het nu om, zoo iemand heeft juf frouw Glen op het oogenblik noodig. La ter kan juffrouw Glen met haar andere kwaliteiten kennis maken, als haar dat lust. Heb ik gelijk of niet?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5