DE ZEEUW Met de vuistjes dicht TWEEDE BLAD. GIJ DWAAS Uit de Provincie Staten-Generaal. F EUILLETO N. een bekrompen bourgeoisie vormen in dit opzicht dan geen groot verschil. Spr. bestrijdt verder de motie van den heer Hiemstra. De bewering, dat de dis tributie zich niet mocht baseeren op het gebrek, sloeg niet in. Men heeft geen an deren uitweg dan den landbouw te helpen en daarom staat spr. twijfelachtig tegen deze motie. De heer K e r s t e n (S. G.) is van mee ning, dat het leven eenvoudiger moet wor den, maar hij vreest ingrijpen van de overheid. De overheid heeft het volk langs den weg Gods te leiden en de zonden te keeren. Van een ernstig pogen om de zon den te keeren is weinig te zien. Spr. komt op tegen het verleenen van allerlei pensioenen uit de publieke kas aan één persoon. Hier valt veel te bezui nigen. Het Rijk moet in versobering voor gaan. Volk en overheid zijn nog veel te lichtvaardig. De groote opbrengst der weeldebelastingen is een aanklacht tegen het volk. De goddelooze vermaken als bioscopen dienen te worden afgesneden. De regeering kan maatregelen nemen om geldverspilling te voorkomen. Ons volk gaat dansend en springend zijn on dergang tegemoet. Het spek is onverkoop baar geworden omdat de arbeiders het niet meer lusten. Boterhammen worden met kaas of worst weggeworpen. De heer De Visser (C.P.)U staat te lasteren. De voorzitter hamert. De heer De Visser: Deze vrome las teraar moet waar maken wat hij zegt. De heer Kersten klaagt verder over de contributies, die de arbeiders betalen aan vakvereenigingen ten nadeele der on georganiseerden. Men moet ook komen tot verlaging der loonen in het bouwbedrijf. Het ontbinden van een aangegane over eenkomst moet echter wel het laatste zijn wat de overheid doet. Opheffing van den last der verzekeringswetgeving is een zeer dringende maatregel. Deze verzekerings last vergroot de werkloosheid. De heer Slotemaker deBruine: Toen er geen werkloosheid was, was U ook tegen den verzekeringslast. De heer Kersten betoogt, dat hij ook principieels bezwaren heeft tegen verze kering. Thans komen er nog de finan cieels bezwaren bij. De heer Kersten wordt van alle kanten geïnterrumpeerd. De voorzitter: Het verzekerings- vraagstuk is nu toch zeker afgeloopen. De heer Kersten acht de motie- Knottenbelt niet zonder bedenking. Spre kers fractie behoudt zich haar stem nog voor. De heer Kortenhorst (R.K.) meent, dat Nederland er zich toe moet bepalen, de allerergste gevolgen van de crisis te verzachten. Spr. meent, dat onomwonden dient te worden gezegd, dat loonsverla ging over de heele linie noodzakelijk is en beroept zich op den vooraanstaanden sociaal-democraat Mansholt. Intusschen helpt loonsverlaging alleen ons niet uit de crisis. Spr. zou intusschen gaarne ver nemen, waarop de commissie-Kan is ge strand. De heer Kortenhorst bespreekt de ver schillende methoden die door economen worden aanbevolen. De motie-Knottenbelt is feitelijk een verhaasting van het pro ces, dat geheel past in het systeem van prof. Polak, het Katalysatiesysteem. Spr beveelt, dat bij de regeering aan. De geld waarde van het loon kan gelijken tred houden met de deinende conjunctuur en dit kan vastgelegd worden in de collec tieve contracten. De redevoeringen van de heeren Kersten en Wijnkoop noemt spr. opruiend. De heer Hiemstra wil een nationale Planwirtschaft, het socialisme nu. Hij zal echter zelf toch niet gelooven, dat dit nu te verwezenlijken is. Ook zou men met so cialisatie nooit moeten beginnen in tijden van laagconjunctuur. De motie acht spr. een ongepaste aardigheid. De vergadering wordt verdaagd. VEEL STORING OP KORTE GOLF? Vrijwel elk toestel kan verbeterd worden. J. M. Polderman, Goes. Tel. 129. (Adv.) Voetbalsport, De voetbalvereen. Kamperland, H. V, V. (Hansweert), Wol- faartsdijk, Nieuwdorp, Wissenkerke en Waarde zijn tot de Zeeuwsche Voetbalbond toegetreden. Hierdoor is hun de mogelijk heid opengesteld deel te nemen aan de Zaterdag-competitie. Middelburg. Gisteravond hield de Ver- eeniging „De Ambachtsschool" haar jaar vergadering onder voorzitterschap van dhr Mr A. A. de Veer. De secretaris penningmeester, de heer S, Caljouw Pz., bracht het jaarverslag over 1981 uit, waaraan het volgende is ontleend: Op 8, 9 en 10 October mocht het bestuur het 50-jarig bestaan der school herdenken. In verband met het nijpende gebrek aan plaatsruimte werd een uitbreidingsplan ontworpen, dat aan het eind van het ver slagjaar aan den Minister van O.,. K. en W. ter goedkeuring werd ingezonden. Mocht dit plan die goedkeuring verwer ven, dan zou een groote verbetering tot stand kunnen worden gebracht. In plaats van de heeren J. A. Vertregt en Ir H. Streefkerk, traden in het bestuur als gedelegeerden van den gemeenteraad de heeren W. B. Cornelisse en A. S. Boone, laatstgenoemde spoedig vervangen door den heer J. M. Harthoorn. Aangezien het bestuur het op grooten prijs stelde de heeren Vertregt en Streef kerk als leden van het bestuur te behou den, nam de buitengewone algemeens ver gadering op 11 September een voorstel aan het aantal bestuursleden met twee uit te breiden en koos zij genoemde heeren met algemeens stemmen tot bestuursleden. De heeren Mr J. H. C. Heijse en J. W. den Hollander werden op 20 April 1931 als bestuursleden herkozen. In 1931 telde de Vereeniging 2 eere leden, 59 leden en belangstellenden. De contributies brachten f 222 op, terwijl verschillende particuliere instellingen f 110 uitbetaalden. De teekenacademie kende weer een bedrag toe, teneinde daar van eenige uitgaven te bekostigen, welke het bestuur nuttig vindt, doch die het niet in de rekening kan opnemen. De nieuwe cursus is aangevangen met 241 leerlingen, van wie 157 niet te Mid delburg woonachtig zijn. Totaal genieten 141 leerlingen vrijstelling van schoolgeld. Het jaarverslag werd goedgekeurd, even als de rekening met een eindcijfer van f 97.667. De vergadering herkoos tot bestuurs leden de heeren Mr A. A. de Veer en G. van Nederveen. Kloetinge. Gisteravond had alhier onder leiding van den Chr. Besturenbond Goes en omstreken, een vergadering plaats van de 29 Maart j.l. opgerichte afdeeling van den Ghr. Landarbeidersbond. Na opening door dhr Buitenhuis, gaf dhr Vingerling, lid van het hoofdbestuur, een principieele en zakelijke toelichting op de werking van den bond in zijn geheel waarop een zeer goede bespreking volgde. Staande de ver gadering traden een 14-tal nieuwe leden toe, zoodat thans de af deeling 25 leden telt. Het voorloopig bestuur werd tot een defi nitief bestuur gekozen, terwijl daaraan nog twee leden werden toegevoegd, Nadat Ds Raams nog een kort woord had gesproken, werd deze vergadering met dankgebed ge sloten. Kapelle. In algemeene ledenvergadering kwam de onderafdeeiing van de vereeni ging Ziekenhuisverpleging Noord- en Zuid-Beveland gisteren bijeen. De voorzitter, dhr A. J. van Liere, heet te de opgekomenen welkom en deelde mee, dat het bestuur in de plaats van Ds A. Scheele, welke destijds als bestuurslid be dankte spreker tot voorzitter benoemde, en dat dhr A. van der Have zijn benoe ming tot bestuurslid aanvaardde. De vereeniging is in 1931 sterk toege nomen in ledental. De penningmeester, dhr D. Ganseman, deelde mee in zijn verslag, dat de vereen, in Jan. 1931 begon met 409 leden, 258 be talende en 151 niet-betalende leden en ein,d Dec. klom dit tot 829 leden, 526 be talende en 303 niet-betalende. Op het mo ment telt de vereeniging 1015 leden. Aan 9 leden werd een bedrag uitgekeerd van f 467.30 voor verplegings- en ziekenhuis kosten. Aan premies werden betaald door de leden f 1329.30. Het kassaldo 1930 bedroeg f 263.58, de ontvangsten voor de afdeeling over 1931 f 265.86, zoodat het totaal bezit bedraagt f 529.44, de uitgaven waren f 197.67, al dus een saldo van f 331.77. Herkozen werden de aftredende be stuursleden M. Gelok en S. J. van Dijke. Gekozen werd in de vacature zuster Schef- fer, welke vertrokken is naar Amsterdam, zuster A. Kuyper. Als secundus bestuurs lid werd gekozen dhr Q. van de Vrie. Bij voorkomende zaken werd het be stuursvoorstel aanvaard om het 1000ste lid (enkele dagen geleden opgenomen) vrij stelling te verleenen van drie jaren con tributie-betaling. Ook werd besloten op voorstel van het bestuur, mits daartoe vergunning verleend wordt vanwege de centrale vereeniging, om uit de kas van de afdeeling 10 pet. bij te dragen voor de leden der afdeeling in de bijkomende Zie kenhuiskosten, tot een maximum bedrag van ten hoogste f 10 voor het dienstjaar 1932. Nadat door dhr P. de Keyzer hulde was gebracht aan het bestuur voor de activi teit, sloot de voorzitter deze vergadering. Aan bet echtpaar Louwerse alhier werd door het muziekgezelschap „Ons Ge noegen" een serenade gebracht ter gele genheid van hun 55-jarige echtvereeni- ging. De heer M. Glas Jz„ vice-voorz. van het korps, complimenteerde de oudjes met dezen gelukkigen dag. Tholen. Gisteren vergaderde de Ge meenteraad. Voor kennisgeving worden aangenomen: de bekende verzoeken van de gemeente Ooststellingwerf en van het Instituut van Architecten. Afwijzend wordt beschikt op het verzoek der kanaalcommissie West-Brabant, om subsidie van 1 cent per inwoner. Een verzoek van den Bond van Ned. Arbeiders in bouwvakken, land- en tuin bouw en S. D. A. P. om in te stellen een commissie voor advies inzake werkloo- zenzorg en steunregeling, geeft ruime stof tot bespreking. B. en W. stellen voor het eerste gedeelte aan te houden en het twee de verzoek af te wijzen. B. en W. achten het beter deze gelden te bewaren tot het najaar, daar deze dan misschien harder noodig zijn dan nu en dat Tholen niet een geheel jaar werk kan verschaffen of steun geven. Evenwel sluit dit niet uit, dat er straks weer eenig werk zal worden ge daan indien het plan tot verbetering van de Oud-Vosmeersche weg tot Goorden aan genomen wordt. Dhr Overbeeke (S. D.) kan zich hiermede niet vereenigen, te meer daar op vele gemeenten zoo'n com missie in het leven is geroepen en een steunregeling is vastgesteld. Straks, met 1 Mei, houdt de steun uit de kassen op en wat dan met deze men- schen? Dhr Moelker (V. B.) meent, dat in een kleine gemeente als Tholen men alles ge daan heeft wat men doen kon voor de menschen; straks, met 1 Mei komt er wel meer werk en indien dit niet mocht zijn, kan men een en ander altijd nader bezien. Evenwel acht Spr. de tijd nog niet zóó slecht, want als men in de slagerswinkels ziet, dat spek genoteerd staat voor f 1 per 7 pond en men dit niet kwijt kan, heeft dit wel wat te zeggen. Spr. is er voor, om als er straks gebrek is, dat de gemeente spek koopt om uit te deelen aan de be- hoeftigen. Dhr Overbeeke zegt: Het schijnt dat het spek in de mode komt om den arbeider te dupeeren. De kwestie is anders dan u het voorstelt. Indien men met een gezin van f 10 per week moet rond komen, kan men zelfs geen spek koopen voor f 1 de 7 pond. De voorzitter merkt op: Als de nood aan den man komt, zal de Raad de men schen niet laten verkommeren. Tholen heeft reeds zeer veel werk gedaan aan de werkloozenzorg en zal zich nóg niet ont trekken als het noodig is. Dhr Overbeeke acht de steunregeling urgent, temeer, daar dan ook de regeering steun geeft. De voorzitter merkt op, dat, indien deze regeling wordt aangenomen, de men schen morgen al om steun aan de deur staan en men veelal dan niet meer naar werk omziet. Dhr Overbeeke zegt, dat hij het nog nooit heeft ontmoet, dat men hier werk heeft geweigerd. Besloten wordt in een Ingezonden Mededeallng. ongestoord en uren lang slaapt Uw kindje, als gij de gewonde, gesmette of ontstoken plekjes van zijn huidje verzacht en geneest door ze in te wrijven met Mijn- hardt's Kinderzalf. Doos 25, Tube 40 ct. Bij Apoth. en Dro gisten. aparte commissie deze kwestie nader te zullen bezien. Aangehouden wordt een verzoek tot be perking der verloven en drankvergunnin gen, gedaan door de Ned. Vereen, tot be perking van alcoholisme. B. en W. stellen nu voor, de weg vanaf de Voorstad tot Goorden te verbeteren. Hiervoor wordt geraamd f 13900, waarvan drie vierde door de Provincie zal worden betaald. Op een vraag van dhr Overbeeke zegt de voorzitter, dat in de voorwaarden zal worden opgenomen, dat Thoolsehe werk- loozen hieraan te werk zullen moeten ge steld worden. Weth. van den Berg (S. G. P.) zegt hiertegen te zijn; ten eerste omdat het nu geen tijd is, zoo'n bedrag uit te geven en ten tweede heeft hij bezwaar tegen de uit voering zooals die is voorgesteld. Een uit gebreid debat ontstaat tusschen dhr van den Berg en dhr Dekker over de techni sche uitvoering, waarbij dhr Dekker op merkt, dat de voorgestelde methode de juiste is, terwijl weth. v. d. Berg dit ont kent. Na verdere discussie wordt 't voor stel van B. en W. met de stem van weth. v. d. Berg tegen, aangenomen. Aan dhr G. Vis wordt voor de som van f 1300 verkocht een gedeelte der voorma lige onderwijzerswoning aan de Dalem- scka straat. Hierna sluiting. MOET DE REGEERING 100 MILLIOEN EIEREN OPKOOPEN? De heer H. van Schaik, voorzitter van de afd. Landsmeer der Pluimveehouders- vereeniging en afgevaardigde van de fede ratie N.-Holland van Bedrijfspluimvee- houders, schrijft aan het „Hdbl.": „Met verwondering namen wij kennis van het bericht, dat de regeering niet on sympathiek staat tegenover de koeling van 100 millioen eieren "Wij kunnen moei lijk aannemen dat de regeering dergelijke maatregelen en voorstellen zal steunen, daar deze koeling absoluut geen zin heeft voor de bedrijfspluimveehouders. Zoo zij dit zou bevorderen, zou zij de bedrijfs pluimveehouders nog dieper in den put helpen, dan zij reeds zitten. Het is toch zeker niet de bedoeling van de regeering, om een met noesten vlijt op- gebouwden tak van volksbestaan, zooals de pluimveehouderij gerust genoemd mag worden, te vernietigen door een dergelijk ondoordacht voorstel van 100 millioen koeling te steunen. Dit toch kan niet anders dan ernstige gevolgen hebben voor de bedrijfspluimvee houders in Noord-Holland. Dezen toch boeken juist bun winst in den tijd, dat men voor de gekoelde eieren afzetgebied moet zoeken, zoodat deze gekoelde eieren den prijs van het fijne versche ei geweldig drukken. Het moet de regeering toch bekend zijn, hoe uiteenloopend de belangen zijn van de provincie Noord-Holland tegenover de andere deelen van ons land. De regeering moet bedenken, dat het plan van de 100 mill, eieren voor N.-Holland een doodvon nis zou beteekenen. Het is haar tocb wel bekend, dat in N.-Holland bedrijfspluim- veehouderij wordt uitgeoefend en dat deze in vele plaatsen zelfs hoofdbestaan is, zonder dat er eenige andere inkomsten zijn? Neen, laat het ei versch blijven en versch gebruikt worden, doch laat het ge bruik niet vernietigd worden door het koelhuisei. Hoeveel ellende is daar al niet uit voort gevloeid, b.v. door het bedrog om een ge koeld ei voor versch te verkoopen. En zou de regeering dit nu in de hand willen werken? Wij kunnen dit niet gelooven; wij doen dan ook een beroep op de regeering, van VAN WOENSDAG 20 APRIL 1932, Nr 169. TWEEDE KAMER. De moiie-Knottenbelt. De Kamer heeft gisteren voortgezet de behandeling van de m o t i e-K n o 11 e n- b e 11 inzake het nemen van tijdelijke maatregelen tot opheffing van de belem mering, welke tal van burgerrechterlijke overeenkomsten vormen om te komen tot een spoedige verlaging van de productie kosten en de kosten van levensonderhoud. De heer Slotemaker de Bruine (C.H.) neemt als uitgangspunt, dat de toestand van ons volk bedenkelijk is. Wij staan nu voor een nationale taak, maar de vraag is, welke middelen moeten worden toegepast. Inflatie zou een ramp zijn en een nieuwe oeconomische orde is nu ze ker niet te verwezenlijken. Een lager le vensniveau is echter noodzakelijk. Zoo maar te spreken over ontbinding van bur gerrechtelijke overeenkomsten is zeer ge vaarlijk, omdat wanneer de overheid ont bindt, zij ook met een noodverordening moet komen, waarvan spr. niets hebben moet. In Duitschland heeft zij voor het oeconomisch leven zeer weinig beteekend. Veel meer verwacht spr. van samenwer king van de maatschappelijke krachten. Wanneer wij aansturen op samenbin ding, dan moet bij de werkgeversklasse de overtuiging postvaten, dat wij de sociale wetgeving niet mogen aantasten, want die is een kostelijk goed. Kapitaal, arbeiders en werkgevers moeten nationaal samen werken. Ook ten aanzien van de collec tieve contracten. Spr. wil dan ook eer. adres als dat van de firma Jamin laten rusten. Het instituut der sociale verzeke ring en dat der collectieve contracten moet blijven. Op dit oogenblik zijn trou wens de verhoudingen zóó, dat deze on misbaar zijn. In deze dagen moeten lei ders van bedrijven inzien, dat de arbei ders recht hebben op loyaal overleg; dit zal ten goede komen aan de sfeer, waarin wij allen leven. De heer van Voorst tot Voorst (R.K.) klaagt over te lage prijzen der landbouwproducten. Spr. doet er niet aan mede deze prijzen laag te houden ten ein de de loonen in de industrie te kunnen verlagen. Spr. bepleit de bescherming van den landbouw. De heer W ij n k o o p (Comm.) meent, dat de heer Knottenbelt bij zijn toelichting is teruggedeinsd voor de consequenties van zijn motie. Men moet aan dit optreden de juiste beteekenis hechten. Het beteekent: een stok achter de deur bij het optreden der regeering. Hij wil van minister Verschuur een Brüning maken en van minister Ruys een Hindenburg. Spr. ziet in het optreden van den heer Knottenbelt een doorgestoken kaart met de regeering, die de uiterst rechtsche groepen gaarne in 't gevlei komt, waar over de liberalen uitermate verheugd zijn. De motie-Hiemstra vindt spr. dom en onbeholpen. De heer Weitkamp (C.H.) zegt, dat bij een normalen gang van zaken een goed betaalde arbeidersklasse gewenscht is, doch in dezen tijd is bevoorrechting van een bepaalden tak der arbeiders niet te billijken. Spr. wijst op den toestand in den landbouw en in verschillende export bedrijven. Het is zoo ver gekomen, dat on geschoolde arbeiders in de stad tweemaal zooveel verdienen als de best geschoolde ten plattelande. Het is begrijpelijk, dat de soc.-democra- ten het belang inzien van een goed geor ganiseerde arbeidersklasse, doch dit geldt ook voor het platteland. Evenwel, maat regelen om billijke prijzen te verwerven voor landbouwproducten worden dikwijls door de groote massa tegengewerkt. Het betrokken deel van het proletariaat en Vrij naar het Engelsch. 24.) o— „Ik heb geaarzeld het je eerder te ver tellen, maar ik vind toch, dat je moet weten, dat er een prachtige steen is gelegd op de plek, waar je grootouders hun laat ste rustplaats vonden. De steen werd er gelegd op bevel van mijnheer Robert Bar ker, die minder dan ooit te Kilbran gezien wordt. Ik hoor, dat hij nog steeds nieuwe winkels in verschillende plaatsen opent..." Toen Elsie dezen brief beantwoordde, schreef ze heftig: „Lieve mevrouw Walter, ik vind het heel jammer, dat die Barker zooiets heeft gedaan. Als hij grootvader niet zoo ge plaagd had, dan was misschien alles an ders geloopen. En ik geloof toch niet, dat hij berouw heeft." HOOFDSTUK IX. Het was stil in de kinderkamer. Elsie lag achterovergeleund in een rieten leun stoel, een open boek op haax schoot, een hoopje naaiwerk op een tafeltje naast haar. Het kleine Amerikaansche klokje op den schoorsteen wees kwart over negen. Sinds acht uur, toen ze mevrouw Rhind het huis hoorde verlaten en het rijtuig wegrollen, was Elsie niet in staat geweest haar aandacht bij eenig werk noch hij haar boek te bepalen. Ze was zoo lang zamerhand de avonden gaan vreezen, waarop mevrouw Rhind alleen uitging. Het was in het midden van haar dorde winter te Glasgow en sinds het begin er van was de vredige rust, waarin ze sinds twee jaar geleefd had, verstoord gewor den. Eerst had ze maar een heel vaag onbepaald gevoel van onrust gehad, dat langzamerhand sterker was geworden en nu bijna ondragelijk werd. Zonder de ge dachte aan de kinderen zou ze het niet zoolang uitgehoudon hebben. Mevrouw Rhind's vriendelijke houding had zich niet gewijzigd en toch was het meisje zich bewust van een verandering. Soms had ze een gevoel, of de vrouw haar gadesloeg, of onder het luchtig gepraat en gelaat zich een ernstige vraag verborg. Het musiceeren had ook grootendeels op gehouden. Wel verzocht mevrouw Rhind Elsie zoo nu en dan nog om haar te be geleiden, maar als deze zich verontschul digde, drong ze niet verder aan. Het kwam Elsie voor, of de Rhinds meer uitgingen dan ooit, maar niet meer altijd samen. Er scheen iets belangrijks aan de hand te zijn aan de Beurs en twee of drie keer per week werd mijnheer Rhind 's avonds op kantoor opgehouden en volgde zijn vrouw eerst naar concert zaal of waar ze was tegen een uur of tien. Wat precies de oorzaak van die drukte op het kantoor was, wist Elsie niet, maar ze hoopte, dat het gauw weer normaal zou zijn. Plotseling stond ze op en draaide het gas zoo hoog mogelijk op. De lamp had een groote brander, die meer licht gaf, dan ze voor haar werk noodig had, maar was er een tweede pit geweest, dan zou ze die ook aangestoken hebben. Ze open de het deurtje van de kachel en pookte het vuur op. Toen bleef ze een oogenblik recht op staan, als moest ze zich ergens tegen verdedigen, half verwijtend, maar vol gratie in haar wit linnen japon, die ze op verzoek van mevrouw Rhind altijd droeg in de kinderkamer. „Het kan me niet schelen, of u er drie per dag ge bruikt, juffrouw Glen", had ze gezegd, toen Elsie kwam, „maar ik zou graag wil len, dat u altijd in 'twit gekleed ging. Bovendien staat het u zoo goed." Toen Edwin Rhind zachtjes de kinder kamer binnenkwam, trilde Elsie licht. Ze schuwde den man, maar toch had ze me delijden met hem, ze wist niet precies waarom. Misschien zag ze in hem den man, die alles had, waar hij niet om gaf. Maar haar ondervinding van man nen was niet groot. De eenige indruk die ze van de heeren had gekregen, welke ze in de salon van mevrouw-Rhind ont moette, was, dat ze allemaal hetzelfde Waren, Slechts in uiterlijk verschilden ze. Ze waren allemaal even amusant ge weest, of men al of niet geamuseerd wenschte te worden, deed er niet toe. Ver maak, dat scheen het eenige te zijn, waar ze wat om gaven, behalve geld natuur lijk. Mijnheer Rhind kwam, na de deur ge sloten te hebben, naar de kachel toe. Hij was in avondkleeding, een dracht, die een man, óf tot heer óf tot plebejer stempelt. Mijnheer Rhind was zeker niet van de laatste categorie. „Goeden avond", zei hij op zorgvul dig gedempten toon, want de kinderen sliepen in de kamer er naast. „Gaat u als 't u blieft zitten, juffrouw Glen. Is u al aan een nieuw boek toe." Hij stak haar een in rood linnen gebonden boekdeeltje toe, blijkbaar pas uit den winkel. Elsie aarzelde maar ging toen weer in den rieten stoel zitten. „Dank u, mijnheer Rhind," zei ze lang zaam, ,maar ik heb dit nog niet half uit," en ze wees op het boek op haar werktafel. Rhind legde het nieuwe boek er naast. Toen nam hij een lagen stoel aan den anderen kant van den schoorsteen. Een volle minuut zat hij te staren door de spijlen van het hekje, voorover geleund, den elleboog op de knie, zijn kin in zijn hand. Elsie nam haar naaiwerk op. Gelukkig stak de draad al in de naald. Langzaam wendde hij het hoofd om en keek haar aan. „Juffrouw Glen, heeft u er op tegen, dat ik hier even blijf?Ik ben erg moe vanavond." „Dat dat spijt me voor u," zei ze zacht. Ze had nog nooit een man gezien die er zoo vermoeid uitzag en haar mede lijden kreeg de overhand. „Dank u," mompelde hij. In zijin ge woonlijk expressielooze oogen kwam even een glans, die echter spoedig weer uit doofde. Hij wendde zich af en staarde weer in het vuur. Ergens in huis werden een paar lampen uitgedraaid en het gas boven Elsie begon te gonzen. Rhind stond op en draaide het licht lager, tot het geluid ophield. Nog la ger draaide hij de lamp. „Ik kan niet goed zien", zei Elsie met een gedwongen lach. „Om te praten of om te naaien?" vroeg hij zacht. „Voor geen van tweeën". Het antwoord kwam haastig. Mopperend draaide hij het licht hoo- ger en ging weer naar zijn stoel, waar hij weer in zijn vorige houding ging zitten. „Waarom zingt u niet?" „Ik zing den heelen dag, als de kinde ren niet uit kunnen". „Waarom 's avonds niet?'® „De kinderen zouden er wakker van worden". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5