DE ZEEUW
Met de vuistjes dicht
TWEEDE BLAD.
GIJ DWAAS
Uit de Provincie
Staten-Generaal.
F EUILLETO N.
een bekrompen bourgeoisie vormen in dit
opzicht dan geen groot verschil.
Spr. bestrijdt verder de motie van den
heer Hiemstra. De bewering, dat de dis
tributie zich niet mocht baseeren op het
gebrek, sloeg niet in. Men heeft geen an
deren uitweg dan den landbouw te helpen
en daarom staat spr. twijfelachtig tegen
deze motie.
De heer K e r s t e n (S. G.) is van mee
ning, dat het leven eenvoudiger moet wor
den, maar hij vreest ingrijpen van de
overheid. De overheid heeft het volk langs
den weg Gods te leiden en de zonden te
keeren. Van een ernstig pogen om de zon
den te keeren is weinig te zien.
Spr. komt op tegen het verleenen van
allerlei pensioenen uit de publieke kas
aan één persoon. Hier valt veel te bezui
nigen. Het Rijk moet in versobering voor
gaan. Volk en overheid zijn nog veel te
lichtvaardig. De groote opbrengst der
weeldebelastingen is een aanklacht tegen
het volk. De goddelooze vermaken als
bioscopen dienen te worden afgesneden.
De regeering kan maatregelen nemen
om geldverspilling te voorkomen. Ons
volk gaat dansend en springend zijn on
dergang tegemoet. Het spek is onverkoop
baar geworden omdat de arbeiders het
niet meer lusten. Boterhammen worden
met kaas of worst weggeworpen.
De heer De Visser (C.P.)U staat te
lasteren.
De voorzitter hamert.
De heer De Visser: Deze vrome las
teraar moet waar maken wat hij zegt.
De heer Kersten klaagt verder over
de contributies, die de arbeiders betalen
aan vakvereenigingen ten nadeele der on
georganiseerden. Men moet ook komen tot
verlaging der loonen in het bouwbedrijf.
Het ontbinden van een aangegane over
eenkomst moet echter wel het laatste zijn
wat de overheid doet. Opheffing van den
last der verzekeringswetgeving is een zeer
dringende maatregel. Deze verzekerings
last vergroot de werkloosheid.
De heer Slotemaker deBruine:
Toen er geen werkloosheid was, was U
ook tegen den verzekeringslast.
De heer Kersten betoogt, dat hij ook
principieels bezwaren heeft tegen verze
kering. Thans komen er nog de finan
cieels bezwaren bij.
De heer Kersten wordt van alle kanten
geïnterrumpeerd.
De voorzitter: Het verzekerings-
vraagstuk is nu toch zeker afgeloopen.
De heer Kersten acht de motie-
Knottenbelt niet zonder bedenking. Spre
kers fractie behoudt zich haar stem nog
voor.
De heer Kortenhorst (R.K.) meent,
dat Nederland er zich toe moet bepalen,
de allerergste gevolgen van de crisis te
verzachten. Spr. meent, dat onomwonden
dient te worden gezegd, dat loonsverla
ging over de heele linie noodzakelijk is
en beroept zich op den vooraanstaanden
sociaal-democraat Mansholt. Intusschen
helpt loonsverlaging alleen ons niet uit
de crisis. Spr. zou intusschen gaarne ver
nemen, waarop de commissie-Kan is ge
strand.
De heer Kortenhorst bespreekt de ver
schillende methoden die door economen
worden aanbevolen. De motie-Knottenbelt
is feitelijk een verhaasting van het pro
ces, dat geheel past in het systeem van
prof. Polak, het Katalysatiesysteem. Spr
beveelt, dat bij de regeering aan. De geld
waarde van het loon kan gelijken tred
houden met de deinende conjunctuur en
dit kan vastgelegd worden in de collec
tieve contracten. De redevoeringen van de
heeren Kersten en Wijnkoop noemt spr.
opruiend.
De heer Hiemstra wil een nationale
Planwirtschaft, het socialisme nu. Hij zal
echter zelf toch niet gelooven, dat dit nu
te verwezenlijken is. Ook zou men met so
cialisatie nooit moeten beginnen in tijden
van laagconjunctuur. De motie acht spr.
een ongepaste aardigheid.
De vergadering wordt verdaagd.
VEEL STORING OP KORTE GOLF?
Vrijwel elk toestel kan verbeterd worden.
J. M. Polderman, Goes. Tel. 129. (Adv.)
Voetbalsport, De voetbalvereen.
Kamperland, H. V, V. (Hansweert), Wol-
faartsdijk, Nieuwdorp, Wissenkerke en
Waarde zijn tot de Zeeuwsche Voetbalbond
toegetreden. Hierdoor is hun de mogelijk
heid opengesteld deel te nemen aan de
Zaterdag-competitie.
Middelburg. Gisteravond hield de Ver-
eeniging „De Ambachtsschool" haar jaar
vergadering onder voorzitterschap van
dhr Mr A. A. de Veer. De secretaris
penningmeester, de heer S, Caljouw Pz.,
bracht het jaarverslag over 1981 uit,
waaraan het volgende is ontleend: Op 8,
9 en 10 October mocht het bestuur het
50-jarig bestaan der school herdenken. In
verband met het nijpende gebrek aan
plaatsruimte werd een uitbreidingsplan
ontworpen, dat aan het eind van het ver
slagjaar aan den Minister van O.,. K. en
W. ter goedkeuring werd ingezonden.
Mocht dit plan die goedkeuring verwer
ven, dan zou een groote verbetering tot
stand kunnen worden gebracht.
In plaats van de heeren J. A. Vertregt
en Ir H. Streefkerk, traden in het bestuur
als gedelegeerden van den gemeenteraad
de heeren W. B. Cornelisse en A. S.
Boone, laatstgenoemde spoedig vervangen
door den heer J. M. Harthoorn.
Aangezien het bestuur het op grooten
prijs stelde de heeren Vertregt en Streef
kerk als leden van het bestuur te behou
den, nam de buitengewone algemeens ver
gadering op 11 September een voorstel aan
het aantal bestuursleden met twee uit te
breiden en koos zij genoemde heeren met
algemeens stemmen tot bestuursleden. De
heeren Mr J. H. C. Heijse en J. W. den
Hollander werden op 20 April 1931 als
bestuursleden herkozen.
In 1931 telde de Vereeniging 2 eere
leden, 59 leden en belangstellenden. De
contributies brachten f 222 op, terwijl
verschillende particuliere instellingen
f 110 uitbetaalden. De teekenacademie
kende weer een bedrag toe, teneinde daar
van eenige uitgaven te bekostigen, welke
het bestuur nuttig vindt, doch die het
niet in de rekening kan opnemen.
De nieuwe cursus is aangevangen met
241 leerlingen, van wie 157 niet te Mid
delburg woonachtig zijn. Totaal genieten
141 leerlingen vrijstelling van schoolgeld.
Het jaarverslag werd goedgekeurd, even
als de rekening met een eindcijfer van
f 97.667.
De vergadering herkoos tot bestuurs
leden de heeren Mr A. A. de Veer en G.
van Nederveen.
Kloetinge. Gisteravond had alhier onder
leiding van den Chr. Besturenbond Goes
en omstreken, een vergadering plaats van
de 29 Maart j.l. opgerichte afdeeling van
den Ghr. Landarbeidersbond. Na opening
door dhr Buitenhuis, gaf dhr Vingerling,
lid van het hoofdbestuur, een principieele
en zakelijke toelichting op de werking van
den bond in zijn geheel waarop een zeer
goede bespreking volgde. Staande de ver
gadering traden een 14-tal nieuwe leden
toe, zoodat thans de af deeling 25 leden telt.
Het voorloopig bestuur werd tot een defi
nitief bestuur gekozen, terwijl daaraan nog
twee leden werden toegevoegd, Nadat Ds
Raams nog een kort woord had gesproken,
werd deze vergadering met dankgebed ge
sloten.
Kapelle. In algemeene ledenvergadering
kwam de onderafdeeiing van de vereeni
ging Ziekenhuisverpleging Noord- en
Zuid-Beveland gisteren bijeen.
De voorzitter, dhr A. J. van Liere, heet
te de opgekomenen welkom en deelde mee,
dat het bestuur in de plaats van Ds A.
Scheele, welke destijds als bestuurslid be
dankte spreker tot voorzitter benoemde,
en dat dhr A. van der Have zijn benoe
ming tot bestuurslid aanvaardde.
De vereeniging is in 1931 sterk toege
nomen in ledental.
De penningmeester, dhr D. Ganseman,
deelde mee in zijn verslag, dat de vereen,
in Jan. 1931 begon met 409 leden, 258 be
talende en 151 niet-betalende leden en
ein,d Dec. klom dit tot 829 leden, 526 be
talende en 303 niet-betalende. Op het mo
ment telt de vereeniging 1015 leden. Aan
9 leden werd een bedrag uitgekeerd van
f 467.30 voor verplegings- en ziekenhuis
kosten. Aan premies werden betaald door
de leden f 1329.30.
Het kassaldo 1930 bedroeg f 263.58, de
ontvangsten voor de afdeeling over 1931
f 265.86, zoodat het totaal bezit bedraagt
f 529.44, de uitgaven waren f 197.67, al
dus een saldo van f 331.77.
Herkozen werden de aftredende be
stuursleden M. Gelok en S. J. van Dijke.
Gekozen werd in de vacature zuster Schef-
fer, welke vertrokken is naar Amsterdam,
zuster A. Kuyper. Als secundus bestuurs
lid werd gekozen dhr Q. van de Vrie.
Bij voorkomende zaken werd het be
stuursvoorstel aanvaard om het 1000ste
lid (enkele dagen geleden opgenomen) vrij
stelling te verleenen van drie jaren con
tributie-betaling. Ook werd besloten op
voorstel van het bestuur, mits daartoe
vergunning verleend wordt vanwege de
centrale vereeniging, om uit de kas van
de afdeeling 10 pet. bij te dragen voor de
leden der afdeeling in de bijkomende Zie
kenhuiskosten, tot een maximum bedrag
van ten hoogste f 10 voor het dienstjaar
1932.
Nadat door dhr P. de Keyzer hulde was
gebracht aan het bestuur voor de activi
teit, sloot de voorzitter deze vergadering.
Aan bet echtpaar Louwerse alhier
werd door het muziekgezelschap „Ons Ge
noegen" een serenade gebracht ter gele
genheid van hun 55-jarige echtvereeni-
ging. De heer M. Glas Jz„ vice-voorz. van
het korps, complimenteerde de oudjes met
dezen gelukkigen dag.
Tholen. Gisteren vergaderde de Ge
meenteraad.
Voor kennisgeving worden aangenomen:
de bekende verzoeken van de gemeente
Ooststellingwerf en van het Instituut van
Architecten. Afwijzend wordt beschikt
op het verzoek der kanaalcommissie
West-Brabant, om subsidie van 1 cent per
inwoner.
Een verzoek van den Bond van Ned.
Arbeiders in bouwvakken, land- en tuin
bouw en S. D. A. P. om in te stellen een
commissie voor advies inzake werkloo-
zenzorg en steunregeling, geeft ruime stof
tot bespreking. B. en W. stellen voor het
eerste gedeelte aan te houden en het twee
de verzoek af te wijzen. B. en W. achten
het beter deze gelden te bewaren tot het
najaar, daar deze dan misschien harder
noodig zijn dan nu en dat Tholen niet een
geheel jaar werk kan verschaffen of steun
geven. Evenwel sluit dit niet uit, dat er
straks weer eenig werk zal worden ge
daan indien het plan tot verbetering van
de Oud-Vosmeersche weg tot Goorden aan
genomen wordt. Dhr Overbeeke (S. D.)
kan zich hiermede niet vereenigen, te
meer daar op vele gemeenten zoo'n com
missie in het leven is geroepen en een
steunregeling is vastgesteld.
Straks, met 1 Mei, houdt de steun uit
de kassen op en wat dan met deze men-
schen?
Dhr Moelker (V. B.) meent, dat in een
kleine gemeente als Tholen men alles ge
daan heeft wat men doen kon voor de
menschen; straks, met 1 Mei komt er wel
meer werk en indien dit niet mocht zijn,
kan men een en ander altijd nader bezien.
Evenwel acht Spr. de tijd nog niet zóó
slecht, want als men in de slagerswinkels
ziet, dat spek genoteerd staat voor f 1 per
7 pond en men dit niet kwijt kan, heeft
dit wel wat te zeggen. Spr. is er voor, om
als er straks gebrek is, dat de gemeente
spek koopt om uit te deelen aan de be-
hoeftigen.
Dhr Overbeeke zegt: Het schijnt dat het
spek in de mode komt om den arbeider te
dupeeren. De kwestie is anders dan u het
voorstelt. Indien men met een gezin van
f 10 per week moet rond komen, kan men
zelfs geen spek koopen voor f 1 de 7 pond.
De voorzitter merkt op: Als de nood
aan den man komt, zal de Raad de men
schen niet laten verkommeren. Tholen
heeft reeds zeer veel werk gedaan aan de
werkloozenzorg en zal zich nóg niet ont
trekken als het noodig is.
Dhr Overbeeke acht de steunregeling
urgent, temeer, daar dan ook de regeering
steun geeft.
De voorzitter merkt op, dat, indien
deze regeling wordt aangenomen, de men
schen morgen al om steun aan de deur
staan en men veelal dan niet meer naar
werk omziet.
Dhr Overbeeke zegt, dat hij het nog
nooit heeft ontmoet, dat men hier werk
heeft geweigerd. Besloten wordt in een
Ingezonden Mededeallng.
ongestoord en uren lang slaapt Uw
kindje, als gij de gewonde, gesmette of
ontstoken plekjes van zijn huidje verzacht
en geneest door ze in te wrijven met Mijn-
hardt's Kinderzalf.
Doos 25, Tube 40 ct. Bij Apoth. en Dro
gisten.
aparte commissie deze kwestie nader te
zullen bezien.
Aangehouden wordt een verzoek tot be
perking der verloven en drankvergunnin
gen, gedaan door de Ned. Vereen, tot be
perking van alcoholisme.
B. en W. stellen nu voor, de weg vanaf
de Voorstad tot Goorden te verbeteren.
Hiervoor wordt geraamd f 13900, waarvan
drie vierde door de Provincie zal worden
betaald.
Op een vraag van dhr Overbeeke zegt
de voorzitter, dat in de voorwaarden zal
worden opgenomen, dat Thoolsehe werk-
loozen hieraan te werk zullen moeten ge
steld worden.
Weth. van den Berg (S. G. P.) zegt
hiertegen te zijn; ten eerste omdat het nu
geen tijd is, zoo'n bedrag uit te geven en
ten tweede heeft hij bezwaar tegen de uit
voering zooals die is voorgesteld. Een uit
gebreid debat ontstaat tusschen dhr van
den Berg en dhr Dekker over de techni
sche uitvoering, waarbij dhr Dekker op
merkt, dat de voorgestelde methode de
juiste is, terwijl weth. v. d. Berg dit ont
kent. Na verdere discussie wordt 't voor
stel van B. en W. met de stem van weth.
v. d. Berg tegen, aangenomen.
Aan dhr G. Vis wordt voor de som van
f 1300 verkocht een gedeelte der voorma
lige onderwijzerswoning aan de Dalem-
scka straat. Hierna sluiting.
MOET DE REGEERING 100 MILLIOEN
EIEREN OPKOOPEN?
De heer H. van Schaik, voorzitter van
de afd. Landsmeer der Pluimveehouders-
vereeniging en afgevaardigde van de fede
ratie N.-Holland van Bedrijfspluimvee-
houders, schrijft aan het „Hdbl.":
„Met verwondering namen wij kennis
van het bericht, dat de regeering niet on
sympathiek staat tegenover de koeling
van 100 millioen eieren "Wij kunnen moei
lijk aannemen dat de regeering dergelijke
maatregelen en voorstellen zal steunen,
daar deze koeling absoluut geen zin heeft
voor de bedrijfspluimveehouders. Zoo zij
dit zou bevorderen, zou zij de bedrijfs
pluimveehouders nog dieper in den put
helpen, dan zij reeds zitten.
Het is toch zeker niet de bedoeling van
de regeering, om een met noesten vlijt op-
gebouwden tak van volksbestaan, zooals
de pluimveehouderij gerust genoemd mag
worden, te vernietigen door een dergelijk
ondoordacht voorstel van 100 millioen
koeling te steunen.
Dit toch kan niet anders dan ernstige
gevolgen hebben voor de bedrijfspluimvee
houders in Noord-Holland. Dezen toch
boeken juist bun winst in den tijd, dat
men voor de gekoelde eieren afzetgebied
moet zoeken, zoodat deze gekoelde eieren
den prijs van het fijne versche ei geweldig
drukken.
Het moet de regeering toch bekend zijn,
hoe uiteenloopend de belangen zijn van
de provincie Noord-Holland tegenover de
andere deelen van ons land. De regeering
moet bedenken, dat het plan van de 100
mill, eieren voor N.-Holland een doodvon
nis zou beteekenen. Het is haar tocb wel
bekend, dat in N.-Holland bedrijfspluim-
veehouderij wordt uitgeoefend en dat deze
in vele plaatsen zelfs hoofdbestaan is,
zonder dat er eenige andere inkomsten
zijn?
Neen, laat het ei versch blijven en
versch gebruikt worden, doch laat het ge
bruik niet vernietigd worden door het
koelhuisei.
Hoeveel ellende is daar al niet uit voort
gevloeid, b.v. door het bedrog om een ge
koeld ei voor versch te verkoopen.
En zou de regeering dit nu in de hand
willen werken?
Wij kunnen dit niet gelooven; wij doen
dan ook een beroep op de regeering, van
VAN
WOENSDAG 20 APRIL 1932, Nr 169.
TWEEDE KAMER.
De moiie-Knottenbelt.
De Kamer heeft gisteren voortgezet de
behandeling van de m o t i e-K n o 11 e n-
b e 11 inzake het nemen van tijdelijke
maatregelen tot opheffing van de belem
mering, welke tal van burgerrechterlijke
overeenkomsten vormen om te komen tot
een spoedige verlaging van de productie
kosten en de kosten van levensonderhoud.
De heer Slotemaker de Bruine
(C.H.) neemt als uitgangspunt, dat de
toestand van ons volk bedenkelijk is. Wij
staan nu voor een nationale taak, maar de
vraag is, welke middelen moeten worden
toegepast. Inflatie zou een ramp zijn en
een nieuwe oeconomische orde is nu ze
ker niet te verwezenlijken. Een lager le
vensniveau is echter noodzakelijk. Zoo
maar te spreken over ontbinding van bur
gerrechtelijke overeenkomsten is zeer ge
vaarlijk, omdat wanneer de overheid ont
bindt, zij ook met een noodverordening
moet komen, waarvan spr. niets hebben
moet. In Duitschland heeft zij voor het
oeconomisch leven zeer weinig beteekend.
Veel meer verwacht spr. van samenwer
king van de maatschappelijke krachten.
Wanneer wij aansturen op samenbin
ding, dan moet bij de werkgeversklasse de
overtuiging postvaten, dat wij de sociale
wetgeving niet mogen aantasten, want die
is een kostelijk goed. Kapitaal, arbeiders
en werkgevers moeten nationaal samen
werken. Ook ten aanzien van de collec
tieve contracten. Spr. wil dan ook eer.
adres als dat van de firma Jamin laten
rusten. Het instituut der sociale verzeke
ring en dat der collectieve contracten
moet blijven. Op dit oogenblik zijn trou
wens de verhoudingen zóó, dat deze on
misbaar zijn. In deze dagen moeten lei
ders van bedrijven inzien, dat de arbei
ders recht hebben op loyaal overleg; dit
zal ten goede komen aan de sfeer, waarin
wij allen leven.
De heer van Voorst tot Voorst
(R.K.) klaagt over te lage prijzen der
landbouwproducten. Spr. doet er niet aan
mede deze prijzen laag te houden ten ein
de de loonen in de industrie te kunnen
verlagen. Spr. bepleit de bescherming van
den landbouw.
De heer W ij n k o o p (Comm.) meent,
dat de heer Knottenbelt bij zijn toelichting
is teruggedeinsd voor de consequenties
van zijn motie.
Men moet aan dit optreden de juiste
beteekenis hechten. Het beteekent: een
stok achter de deur bij het optreden der
regeering. Hij wil van minister Verschuur
een Brüning maken en van minister Ruys
een Hindenburg.
Spr. ziet in het optreden van den heer
Knottenbelt een doorgestoken kaart met
de regeering, die de uiterst rechtsche
groepen gaarne in 't gevlei komt, waar
over de liberalen uitermate verheugd zijn.
De motie-Hiemstra vindt spr. dom en
onbeholpen.
De heer Weitkamp (C.H.) zegt, dat
bij een normalen gang van zaken een goed
betaalde arbeidersklasse gewenscht is,
doch in dezen tijd is bevoorrechting van
een bepaalden tak der arbeiders niet te
billijken. Spr. wijst op den toestand in
den landbouw en in verschillende export
bedrijven. Het is zoo ver gekomen, dat on
geschoolde arbeiders in de stad tweemaal
zooveel verdienen als de best geschoolde
ten plattelande.
Het is begrijpelijk, dat de soc.-democra-
ten het belang inzien van een goed geor
ganiseerde arbeidersklasse, doch dit geldt
ook voor het platteland. Evenwel, maat
regelen om billijke prijzen te verwerven
voor landbouwproducten worden dikwijls
door de groote massa tegengewerkt. Het
betrokken deel van het proletariaat en
Vrij naar het Engelsch.
24.) o—
„Ik heb geaarzeld het je eerder te ver
tellen, maar ik vind toch, dat je moet
weten, dat er een prachtige steen is gelegd
op de plek, waar je grootouders hun laat
ste rustplaats vonden. De steen werd er
gelegd op bevel van mijnheer Robert Bar
ker, die minder dan ooit te Kilbran gezien
wordt. Ik hoor, dat hij nog steeds nieuwe
winkels in verschillende plaatsen opent..."
Toen Elsie dezen brief beantwoordde,
schreef ze heftig:
„Lieve mevrouw Walter, ik vind het
heel jammer, dat die Barker zooiets heeft
gedaan. Als hij grootvader niet zoo ge
plaagd had, dan was misschien alles an
ders geloopen. En ik geloof toch niet,
dat hij berouw heeft."
HOOFDSTUK IX.
Het was stil in de kinderkamer. Elsie
lag achterovergeleund in een rieten leun
stoel, een open boek op haax schoot, een
hoopje naaiwerk op een tafeltje naast
haar. Het kleine Amerikaansche klokje op
den schoorsteen wees kwart over negen.
Sinds acht uur, toen ze mevrouw Rhind
het huis hoorde verlaten en het rijtuig
wegrollen, was Elsie niet in staat geweest
haar aandacht bij eenig werk noch hij
haar boek te bepalen. Ze was zoo lang
zamerhand de avonden gaan vreezen,
waarop mevrouw Rhind alleen uitging.
Het was in het midden van haar dorde
winter te Glasgow en sinds het begin er
van was de vredige rust, waarin ze sinds
twee jaar geleefd had, verstoord gewor
den. Eerst had ze maar een heel vaag
onbepaald gevoel van onrust gehad, dat
langzamerhand sterker was geworden en
nu bijna ondragelijk werd. Zonder de ge
dachte aan de kinderen zou ze het niet
zoolang uitgehoudon hebben.
Mevrouw Rhind's vriendelijke houding
had zich niet gewijzigd en toch was het
meisje zich bewust van een verandering.
Soms had ze een gevoel, of de vrouw haar
gadesloeg, of onder het luchtig gepraat
en gelaat zich een ernstige vraag verborg.
Het musiceeren had ook grootendeels op
gehouden. Wel verzocht mevrouw Rhind
Elsie zoo nu en dan nog om haar te be
geleiden, maar als deze zich verontschul
digde, drong ze niet verder aan.
Het kwam Elsie voor, of de Rhinds
meer uitgingen dan ooit, maar niet meer
altijd samen. Er scheen iets belangrijks
aan de hand te zijn aan de Beurs en twee
of drie keer per week werd mijnheer
Rhind 's avonds op kantoor opgehouden
en volgde zijn vrouw eerst naar concert
zaal of waar ze was tegen een uur of
tien. Wat precies de oorzaak van die
drukte op het kantoor was, wist Elsie
niet, maar ze hoopte, dat het gauw weer
normaal zou zijn.
Plotseling stond ze op en draaide het
gas zoo hoog mogelijk op. De lamp had
een groote brander, die meer licht gaf,
dan ze voor haar werk noodig had, maar
was er een tweede pit geweest, dan zou
ze die ook aangestoken hebben. Ze open
de het deurtje van de kachel en pookte het
vuur op. Toen bleef ze een oogenblik recht
op staan, als moest ze zich ergens tegen
verdedigen, half verwijtend, maar vol
gratie in haar wit linnen japon, die ze
op verzoek van mevrouw Rhind altijd
droeg in de kinderkamer. „Het kan me
niet schelen, of u er drie per dag ge
bruikt, juffrouw Glen", had ze gezegd,
toen Elsie kwam, „maar ik zou graag wil
len, dat u altijd in 'twit gekleed ging.
Bovendien staat het u zoo goed."
Toen Edwin Rhind zachtjes de kinder
kamer binnenkwam, trilde Elsie licht. Ze
schuwde den man, maar toch had ze me
delijden met hem, ze wist niet precies
waarom. Misschien zag ze in hem den
man, die alles had, waar hij niet om
gaf. Maar haar ondervinding van man
nen was niet groot. De eenige indruk die
ze van de heeren had gekregen, welke
ze in de salon van mevrouw-Rhind ont
moette, was, dat ze allemaal hetzelfde
Waren, Slechts in uiterlijk verschilden
ze. Ze waren allemaal even amusant ge
weest, of men al of niet geamuseerd
wenschte te worden, deed er niet toe. Ver
maak, dat scheen het eenige te zijn, waar
ze wat om gaven, behalve geld natuur
lijk.
Mijnheer Rhind kwam, na de deur ge
sloten te hebben, naar de kachel toe. Hij
was in avondkleeding, een dracht, die een
man, óf tot heer óf tot plebejer stempelt.
Mijnheer Rhind was zeker niet van de
laatste categorie.
„Goeden avond", zei hij op zorgvul
dig gedempten toon, want de kinderen
sliepen in de kamer er naast. „Gaat u
als 't u blieft zitten, juffrouw Glen. Is u al
aan een nieuw boek toe." Hij stak haar
een in rood linnen gebonden boekdeeltje
toe, blijkbaar pas uit den winkel.
Elsie aarzelde maar ging toen weer in
den rieten stoel zitten.
„Dank u, mijnheer Rhind," zei ze lang
zaam, ,maar ik heb dit nog niet half uit,"
en ze wees op het boek op haar werktafel.
Rhind legde het nieuwe boek er naast.
Toen nam hij een lagen stoel aan den
anderen kant van den schoorsteen.
Een volle minuut zat hij te staren door
de spijlen van het hekje, voorover geleund,
den elleboog op de knie, zijn kin in zijn
hand.
Elsie nam haar naaiwerk op. Gelukkig
stak de draad al in de naald.
Langzaam wendde hij het hoofd om en
keek haar aan.
„Juffrouw Glen, heeft u er op tegen,
dat ik hier even blijf?Ik ben erg moe
vanavond."
„Dat dat spijt me voor u," zei ze
zacht. Ze had nog nooit een man gezien
die er zoo vermoeid uitzag en haar mede
lijden kreeg de overhand.
„Dank u," mompelde hij. In zijin ge
woonlijk expressielooze oogen kwam even
een glans, die echter spoedig weer uit
doofde. Hij wendde zich af en staarde
weer in het vuur.
Ergens in huis werden een paar lampen
uitgedraaid en het gas boven Elsie begon
te gonzen. Rhind stond op en draaide het
licht lager, tot het geluid ophield. Nog la
ger draaide hij de lamp.
„Ik kan niet goed zien", zei Elsie met
een gedwongen lach.
„Om te praten of om te naaien?" vroeg
hij zacht.
„Voor geen van tweeën". Het antwoord
kwam haastig.
Mopperend draaide hij het licht hoo-
ger en ging weer naar zijn stoel, waar hij
weer in zijn vorige houding ging zitten.
„Waarom zingt u niet?"
„Ik zing den heelen dag, als de kinde
ren niet uit kunnen".
„Waarom 's avonds niet?'®
„De kinderen zouden er wakker van
worden".
(Wordt vervolgd.)