DE ZEEDW TWEEDE BLAD. GIJ DWAAS Uit de Provincie FEUILLETON. VAN DINSDAG 29 MAART 1932, Nr 150. Zeeuwsche afdeeling van den Bond van Jongel. Vereen, op Geref. grondslag. Deze afdeeling vergaderde op Tweeden Paaschdag te Middelburg. In de morgenvergadering sprak de voorzitter der aid. dhr J. P. Kögeler een openingswoord naar aanleiding van: Kennen en belijden. Verder werd deze vergadering besteed aan de afdoening der huishoudelijke za ken. Uit het jaarverslag van den secre taris blijkt, dat het ledental der afd. met 69 is toegenomen en thans 1042 bedraagt. In de middagvergadering zouden optre den Prof. Dr D. H. Th. Vollenhoven en Ds H. Knoop. De met palmen versierde Noorderkerk bleek tegen het aanvamgsuur tot in de uiterste hoeken gevuld. Prof. Vollen hoven refereerde over: De beteekenis van Calvijn voor den strijd on zer dagen. Hij schetst eerst den levens gang van den Reformator die 1509 te Noyon werd geboren, toen Luther en Zwingli reeds midden in het practische leven stonden. Op 14-jarigen leeftijd naar Parijs gezonden als student ondergaat hij den invloed der humanistische richting. Spr. schetst uitvoerig de opkomende rich tingen, zij die vrede hadden met de ont wikkeling van het kerkelijk leven en zij die opstonden tegen het ambtelijk g:ezag der kerk, waartoe het dualisme leidde, als de kerk ja zei, waarop de wetenschap neen moest zeggen, en men dan het gezag der kerk aanvaardde. Na 4-jarige voorbe reidingsstudie kan hij vakstudie beginnen en kiest dan mede op verlangen van zijn vader rechten. Hij komt zeer onder den invloed van het wijsgeerig denken van zijn dagen en in zijn eerste werk, een pu blicatie over Seneca, schrijft hij: De vorst staat boven de wetten Gods. Hij verheer lijkt daar de absolute menschenmacht. In dien tijd heeft Calvijn zich afgeslo ten van het Evangelie. Spoedig daarna wordt het anders en laat hij God over zichzelf heerschen. Dan wendt hij zijn in vloed aan te Parijs, alsmede op zijn aan drang door Nicolaas Cop, een rectorale rede wordt gehouden over Christelijke wijsbegeerte, waarvoor zij beiden uit het vaderland worden uitgestooten. Dan be gint voor Calvijn een zwervend leven, waarvan het Calvinisme wel een stem pel draagt daar het nationalisme nooit op den voorgrond treedt. Nu begint de vruchtbare periode van zijn leven. Te Bazel schrijft hij zijn groote werk: Onderwijzing in de Christelijke re ligie. Hij was de Heilige Schrift goed gaan begrijpen. God alleen is groot. De wereld geschapen door Zijn heerlijkheid. Al het geschapene staat onder Zijn wet. Daarmee is het absolute recht van den monarch betwist. Calvijn buigt voor het Woord Gods en aanvaardt nooit de val- sche tegenstelling van geest en letter in Zijn Woord. Hij strijdt tegen Rome niet als anti papist, maar als anti-paganist. De Kerk kan niet heerschen over den Geest, maar leeft door den Geest. Spr. schetst uitvoerig Calvijns inzich ten over de verhouding van Kerk en Staat en wijst tenslotte op zijn beteekenis voor onzen tijd. Hoe bij de bestudeering en toepassing van zijn grondgedachten God als de souverein regeert, niet los van Zijn wet, maar wel boven Zijn wet. Deze rede die ruim 1% uur duurde werd met gespannen aandacht gevolgd, waarna Ds Knoop een opwekkende rede hield over: Verwerkelijking van het ideaal. Spr. toont aan, hoe wij als ge doopte Bondskinderen moeten bouwen naar Goddelijke opdracht en evenals Mo- zes toezien dat het alles is als het beeld dat ons op den berg getoond is. Door het gebed wordt de lust, wijsheid en kracht van God verkregen. We moeten gehoor zaam zijn aan de roeping waarmee God ons roept. Na het zingen van Psalm 89:8 werd deze uitnemend geslaagde vergadering beëindigd. Vrij naar het Engelsch. van JOHN JOY BELL. 8.) o- Het was over achten voor hij in Kilbran terug keerde, lichamelijk vermoeid, maar geestelijk nog wakker genoeg. Op zijn ka mer vond hij Duncan Glen, die op hem zat te wachten. „Aangenaam u te zien, mijnheer Glen", zei hij vriendelijk. Hij1 verlangde niet op voet van vijandschap met zijn ouden be schermer te staan, maar toch, er klonk even iets beschermend in zijn toon. „Ik veronderstel, dat u het nieuwtje nu wel vernomen heeft," voegde hij er aan toe. De oude man ging weer zitten in den stoel, waaruit hij was opgestaan, niet heel zeker, hoe zijn bezoek zou worden opge nomen. „Ja, Robert," zei hij langzaam. „Ik heb het nieuwtje gehoord. Het is het onder werp van gesprek in Kilbran. Ik veronder stel, dat het waar is." „Volkomen waar". Mijnheer Glen zuchtte. „Wel Robert, ik Provinciale Bondsdag van het Neder!. Jongelingsverbond in Zeeland. Maandag had in het Schuttershof te Middelburg een Bondsdag plaats, uitgaan de van de Provinciale Commissie van het Nederl. Jongelings Verbond. Te ruim 10 uur opende de voorzitter, ds J. J. Hom burg uit Goes, op de gebruikelijke wijze de vergadering, waarna hij een openings woord sprak. De presentielijst gaf aan, dat bij den aanvang der vergadering 320 leden aanwezig waren. De secretaris, de heer M. Schipper Mz. uit 's-H. Hendrikskinderen, bracht het jaarverslag uit, waarin hij een overzicht gaf van den arbeid in Zeeland. Het bleek verder, dat thans 46 afdeelingen met on geveer 900 leden zijn aangesloten. De ver gadering keurde bet verslag goed, evenals dat van den penningmeester, den beer C. Duvekot Lz. De vergadering besloot zoowel in Juli als in Augustus een weekend op Walche ren te organiseeren en een Zomerdag te houden te Biggekerke op Woensdag 13 Juli. Te twee uur opende de voorzitter de middagvergadering. De adspirantleden van de M.T.V. „Wil- helmina" gaven eerst eenige halteroefe- ningen, waarna mejuffrouw M. Hen- drikse een tweetal liederen met begelei ding van viool en orgel ten beste gaf. Vervolgens trad voor de vergadering als spreker op de heer A. S. Boone, secretaris van den Nederl. Ghristelijken Grafischen Bond met het onderwerp: „Christendom en Werkloosheid." De heer Boone wijst eerst op de oor zaken van de werkloosheid en geeft dan enkele cijfers om de groote der werkloos heid aan te toonen en meent, dat men als Christenen volle aandacht heeft te schen ken aan de gevolgen, die deze economische crisis in het bijzonder voor de massa werkloozen met zich brengt, ook voor hun geestelijk leven. Spr. staat dan stil bij de gevolgen, de moreele, zedelijke en geeste lijke, die werkloosheid met zich brengt. Gelukkig voorzien uitkeering uit de werk lozenkassen, crisissteun en werkverschaf fing in de allereerste behoeften van den arbeider en zijn gezin. Doch daarmede is niet alles gezegd. Al was het in vele ge vallen toch reeds een heele toer om de eindjes aan elkaar te knoopen, nu er aan veel gebrek komt, pijnigt de vraag: boe te voorzien in allerlei behoeften, die eiken dag opnieuw om vervulling vragen. De vrouw moet er veelal op uit en het an ders zoo rustige gezin geraakt uit het evenwicht. Spr. komt dan op den invloed der werkloosheid op den persoon van den werklooze. Hij komt in aanraking met de massa werkloozen, waarvan de meerder heid uit de gewone sfeer is geraakt. Zij voelen zich de uitgestootenen en dit maakt hen meestal niet tot prettige menschen. De werklooze wordt zwartgallig, de levens moed gaat verdwijnen. Hier dreigen groote gevaren, want niets is zoo demora- liseerend dan het gevoel van zelfvertrou wen en eigenwaarde te verliezen. Spr. vraagt daarop de aandacht der aanwezigen meer in het bijzonder voor de jeugdige werkloozen. De jonge arbeider, die door de werkloosheid getroffen wordt, heeft veel meer schade dan 't missen van zijn loon alleen. Duurt de werkloosheid lang, dan raakt hij: zijn vak uit. De in zijn arbeid zoo noodige routine kan hij zich niet eigen maken. Opnieuw moet hij straks van voren af aan beginnen. Voor menigen jongen man beteekent langdurige werk loosheid een knak voor het geheele leven. Men mag daarbij niet vergeten, dat het stoffelijke en het geestelijke zeer nauw met elkander verbonden zijn. Spr. ziet de werkloosheid als een gevolg van de zonde, het verlaten van de roeping, door God aan den mensch in den arbeid gegeven, n.l. dat de voortbrenging zou worden dienstbaar gemaakt aan de menschelijke behoefte. Spr. meent, dat men met het omver werpen van het kapitalisme deze zieke maatschappij niet zal genezen, alhoewel aan het kapitalistisch stelsel zeer zeker fouten kleven. De Christen moet een warm en diep medevoelen hebben met zijn broe der, die werkloos is. De liefde van Christus moet hem drin gen den nood te lenigen, waar zulks noo dig is. IHet zit niet in grootsoh uitgewerkte plannen, doch voornamelijk in het een voudige, dat kan leiden tot opbeuring en bemoediging. Ook het spreken van hart tot hart met den getroffene kan mede een gunstige uitwerking hebben, als men de ben hier niet gekomen vanavond om je mijn meening te zeggen over den stap, dien je genomen hebt. Ik wilde je alleen maar zeggen, dat ik gisteren wat haastig geweest ben en blij zal zijin, als je het wilt vergeten. Ik zou zoo graag willen, Robert, dat je wat vriendelijker over je vader dacht, en misschien komt dat nog wel. Maar ik had er aan moeten denken, hoe trouw je me gediend hebt, sinds je bij me kwam en „Spreek er als 't u blieft niet meer over, mijnheer Glen," zei Barker rustig. „Ik draag er u heusch geen kwaad hart om toe. Het spijt me, dat ik een oogenblik mijn bedaardheid verloor." „Dus dan zullen we maar doen, of er niets gebeurd is," antwoordde de oude man op een toon van voldoening. „En wil je tot bet eind van de maand bij me terug komen?" Barker schudde het hoofd. „Het spijt me," zei hij, „maar ik heb vandaag juist de noodige schikkingen getroffen om zoo gauw mogelijk voor me zelf te beginnen." „Juist, juist," zei de oude man haastig. „Ik was al bang, dat ik te laat zou zijn, toen ik hoorde dat je vanmorgen naar de stad was gegaan. Zie je, ik dacht zoo, ik kon je hier en daar nog wel raad in geven wat de beste leverancier! zijn en zoo. Maar meest geschikte oogenblikken weet te kie zen. Maar vooral moet men trachten hem iets te geven om zijn veelzins ledigen tijd aan te vullen. Maar bovenal moet men de werkloozen gedenken in zijn gebeden. Na deze met zeer veel aandacht ge volgde rede, stelde een 9-tal aanwezigen vragen. De heer J. Hamelink vergastte de aan wezigen vervolgens op zeer goede decla matie, van oude en nieuwe schrijvers, waarna de jeugdige turners goed paard- werk lieten zien en mejuffrouw Hendrikse het middagprogramma met nog twee lie deren sloot. In de avondBamenkomst ging een deel van de onlangs door de C.J.M.V. te Mid delburg opgevoerde revue „Wat het was en wat het werd" en wel het laatste, be staande uit de onderdeelen: knapenwerk, gymnastiek en kunst, telkens vooraf ge gaan van declamatie van den heer Kouse maker. Het slot van den avond was een tableau, voorstellende „het Geloof". De voorzitter sloot met een woord van dank aan allen, die medegewerkt hadden tot het welslagen van den Bondsdag en dankgebed de vergadering. De leden uit Walcheren en Zuid-Beve land bleven nog eenigen tijd bijeen in een gezellig samenzijn, aangeboden door de G. J. M. V. te Middelburg. Urgentie van de verbetering van de verbinding met Schouwen en Duiveland. De A. N. W. B. en de K N. A. G. heb ben zich gewend tot den Minister van Waterstaat met 'n adres waarin zijmede- deelen, dat de weg Steenbergen-St Phi- lipsland-Anna Jacoba, welke een onder deel vormt van den op het Rijkswegen plan 1932 voorkomenden planweg no. 18 niet meer voldoet aan de redelijke eischen van het doorgaande verkeer en dat bo vendien de toestand van deze verbinding naar de meening van adressanten zeer veel te wenschen overlaat, weshalve zij begin December 1931 een verzoek richt ten aan de colleges van Ged. Staten van Noord-Brabant en Zeeland om een pas send onderhoud van de in hun provincie gelegen wegvakken van bedoelden weg zoo veel mogelijk te bevorderen en de wegbeheerders op hun verplichting te wij zen, voor een behoorlijk onderhoud daar van zorg te dragen. Hierop ontvingen zij van Ged. Staten van Noord-Brabant be richt, dat besturen der gemeenten Steen bergen en Nieuw-Vossemeer gewezen zijn op hun verplichting om voor een behoor lijk onderhoud van den genoemden weg zorg te dragen en dezen gemeentebestu ren werd verzocht middelen te beramen om in het voorjaar van 1932 op ruime schaal verbeteringen aan te brengen. Ged. Staten van Zeeland berichten, dat naar hun meening het gedeelte Anna Jacoba- Noord Brabantsche grens op redelijke wij ze wordt onderhouden en er mitsdien geen aanleiding bestaat, bij de onder houdsplichtigen op een intensiever on derhoud aan te dringen, hoewel werd toegegeven, dat de weg niet aan alle hui dige verkeerseischen voldoet. Opgemerkt werd, dat, aangezien hij op het Rijkswe genplan 1932 is geplaatst, verwacht mag worden, dat hij binnen afzienbaren tijd van Rijkswege verbeterd zal worden. Volgens het werkplan van de tweede 5-jarige periode (1931 tot en met 1936) zou aan dezen weg eind 1936 nog niets anders zijn geschied dan dat met grond aankoop een begin is gemaakt. Nu zal naar de meening van voornoemde ver- eenigingen in verband met het steeds toe nemende verkeer, de verbetering van den weg Steenbergen-Anna Jacoba, welke de eenige vaste verbinding vormt van Schou wen en Duiveland met Noord-Brabant en het overige gedeelte van Nederland, niet zoovele jaren kunnen worden verscho ven, te minder, omdat van de betrokken onderhoudsplichtigen, kleinere gemeen ten, niet kan worden verwacht, dat zij ten behoeve van het doorgaande verkeer zoo lang onevenredig zware lasten zullen kunnen opbrengen. In verband hiermede verzoeken zij maatregelen te treffen, waardoor een spoedige reconstructie van de verbinding Steenbergen-Anna Ja coba zal kunnen worden verkregen, zoo eenigszins mogelijk door daarvoor op de begrooting 1933 fondsen uit te trekken. Kanaalplan Axel-Hulst. Men schrijft uit Zeeeuwsch-Vlaanderen aan „De Tijd": Een der alleroudste kanaalplannen in Nederland, dat een eeuw geleden slechts zooals ik al zei, ik ben te laat gekomen. Maar als ik je mogelijk met het een of ander kan helpen of van dienst zijn, dan weet je, waar ik woon. Ik sta altijd voor je klaar." „Dank u, u is heel vriendelijk." Barker's stem klonk zachter dan "gewoonlijk. Het speet hem haast voor den ouden man. „Ik ben in ieder geval blij, dat u het me niet ten kwade duidt, dat ik ook in Kilbran begin, mijnbeer Glen," zeide hij. „Het je ten kwade duiden!" diep Glen uit. „Weineen, mijn jongenl Hoe kom je er bij. Ik begrijp alleen niet, waarom je niet ergens anders begint. Hier heb je immers absoluut geen kans van slagen. Je weet even goed als ik, hoe weinig er om gaat in Kilbran. Het is misschien net ge noeg voor één man, maar zeker niet voor twee. Je moet je niet beleedigd voelen, Robert, maar ik snap niet, waar je de clandizie vandaan wilt halen. De men schen gaan bij mij." Hij sprak vol ver trouwen. „Ik ben bier al veertig jaaT en voor dien dreef mijn vader de zaak. Wer kelijk jongen, ik begrijp niet, hoe je er toe komt hier in Kilbran een zaak te begin nen. Daar heb ik nu den heelen dag al over gepiekerd. Ben je misschien van plan met een wagen den boer op te gaan? Maar dat heb ik jaren geleden ook al eens ge- ten halve werd voltooid, is dat van Sluis kil via Axel naar Hulst. Het was een plan van Koning Willem I om het al oude en belangrijke Zeeuwsch-Vlaamsche stadje Hulst mot de omliggende beteeke- nisvolle landbouwstreek aan te sluiten aan het groote net van waterwegen in Nederland. Intusschen werd wel met de uitvoering begonnen, doch door de tijds omstandigheden moest het werk onder broken worden. Slechts het traject vanaf het kanaal van Ter Neuzen (Sluiskil) tot de Axelsche Sassing (Axel) werd vol tooid. Zag men in de tweede helft der 19de eeuw en ook de jongste jaren nog pogin gen in het werk gesteld om dit histori sche kanaalplan geheel uit te voeren (po gingen, die niet tot het beoogde resul taat leidden), thans is het plan opnieuw aan de orde gesteld door den gemeente raad van Boschkapelle, die zich tot de bevoegde instantie heeft gewend met een verzoek over te gaan tot den aanleg van het kanaal Axel-Hulst en dit door te trekken tot aan de Westerschelde. Een en ander als object voor werkverschaffing. Aan de gemeenteraden in de betreffen de landstreek is verzocht aan het adres adhaesie te willen betuigen. In vrijheid gesteld. Zekere S., wonende te Kapelle, die wegens schrif telijke bedreiging van zijn vroegere ver loofde, eenige dagen geleden in arrest werd gesteld, is Vrijdag daaruit ontsla gen. Verplaatsing. Met ingang van i April a.s. is de Rijksveldwachter briga dier G. de Jonge verplaatst van Kortgene naar Goes. PHILIPS' PRIJSVRAAG. Formu lieren gratis bij alle N.S.F.-agenten en bij J. M. Polderman, Goes. Tel. 129. (Adv.) Electrisch koken. Dezer da gen werd te Ovezande en Kortgene een lezing met demonstratie over electrisch koken gehouden. Na een korte inleiding door den heer de Regt van de P.Z.E.M., waarbij er o.a. op gewezen werd, dat voor koken een speciaal tarief van 5 cent per K.W.U. bestaat, nam de heer Van Cam- penhout van A.E.G. te Amsterdam, het woord. De bestaande kookmethoden met kolen, petroleum en gas hebben alle het nadeel, dat de temperatuur, waarbij gekookt wordt veel te hoog is, zoodat ten einde aanbran den der spijzen te voorkomen, veel water, boter of vet moet worden gebruikt, welke stoffen dan feitelijk als temperatuurrege- laar en -begrenzer dienst doen; bovendien is voortdurend toezicht noodig om aan branden tegen te gaan. De regeling der toegevoerde warmte is buitengewoon moei lijk. Bij de bestaande kookmethoden be staan tevens de ongerieven van roetvor- ming aan pannen en wanden, vocht in de keuken, ten gevolge van de groote hoeveel heid water, welke verdampt wordt enz. Bij 'het electrisch koken is de tempera tuur der platen juist geschikt voor het aan den kook brengen en houden der spijzen, water, vet en boter behoeven derhalve slechts in zeer bescheiden mate te worden toegevoegd, waardoor de spijzen smake lijker worden en de keuken vrij van vocht blijft. Zwarte pannen en dergelijke komen niet meer voor, aanbranden en overkoken is vrijwel uitgesloten, zoodat het toezicht minimaal wordt. Door al deze omstandig heden wordt het koken op electrisch for nuis een aangename bezigheid. Daarna werd de electrische oven ter sprake gebracht, welke door zijn gemakke lijke regelbaarheid en gelijkmatige tempe ratuur buitengewone voordeelen biedt. Uitvoerig werd stilgestaan bij de kosten aan electriciteitsverbruik, welke voor een vol electrische keuken zonder warmwater reservoir per hoofd en per dag komen op 0.81 K.W.U.of op 4 a 5 cent, hetgeen niet duur is te noemen. Speciaal werd er op gewezen, dat het voor een zuinig gebruik noodig is goede pannen te benutten. Deze dienen precies te passen op de kookplaten en een zuiver vlakke bodem te hebben. Tijdens de lezing werden door Mevr. van Campenhout op een tweetal fornuizen complete maaltijden bereid, een op het spaarfornuis en een op het open fornuis en werd in een oven een cake gebakken. Duidelijk kwam hierbij: naar voren het geringe toezicht, de smakelijkheid der spijzen en de groote zindelijkheid, terwijl tevens bleek, dat de kosten zeer gering waren. probeerd en van wat het opbracht, kon ik het paard nog niet voeren." „Ik denk daar ook niet aan," zei Barker, toen mijnheer Glen zweeg. „Neen, ik ver trouw op iets beters, dat zoowel u als mij voordeel zal brengen. Het verwondert me niets, dat u er verbaasd over staat, dat ik van plan ben in Kilbran te beginnen. Maar u zult het zich beter kunnen begrij pen, als ik u vertel, dat Lord Lenzie van plan ie te trachten wat meer vreemde lingenverkeer hier te krijgen." Mijnheer Glen keëk hem met open mond aan. „Lord Lenzie. hier vreemdelingen verkeer? Wat beteekent dat? Hoe weet je het? Waarom heb je me dat niet eerder verteld?" riep bij. „Zijn Lordschap vertelde het me in vertrouwen. Maar gisteravond zou ik het u verteld hebben, als „Ja, ja," viel de oude man hem in de rede. „En ben je zeker van wat je ver telt?" „Met Nieuwjaar begint de spoorweg maatschappij met den bouw van een sta tion en een hotel en den aanleg van een golfbaan en dan schieten hier de villa's en pension's als paddestoelen uit den grond. Daar kunt u op rekenen, mijnheer Glen." Glen lag achterover in zijn etoel, spra keloos. Na de verliezen, die hij geleden Duinbrand. Zaterdagmiddag ontdekte men een vrij hevige helmbrand in de Koudekerksche duinen nabij den Vijgeneter. De burgemeester van Koude kerks liet de brandweer alarmeeren en spoedig trokken de brandweerlieden ge wapend met schoppen per vrachtauto naar de duinen, doch daar bleek 't vuur door den gemeenteveldwachter met hulp van omwonenden en eenige jongens reeds tot staan te zijn gebracht. Intusschen was over een oppervlakte van ongeveer 1 H.A. de helm verbrand en waren ook eenige bosschages door bet vuur vernield. Middelburg. Zondagmorgen kreeg de politie alhier kennis, dat men geen leven of beweging hoorde in de woning van een 82-jarige alleenwonende vrouw aan de Jeronimusstraat. Men verschafte zich aan de achterzijde toegang tot de woning door een glas in te drukken. Men vond in het bed de vrouw, die overleden was. De over ledene had hier geen familie, doch het bestuur der kerkelijke gemeente, waar toe zij behoorde, nam de zorgen voor de begrafenis op zich. Vlissingen. Tegen Zaterdag a.s. zijn weder 120 werklieden van de Kon. Mij. „De Schelde" definitief en 90 tijdelijk ont slagen. Goes. Brand. In den nacht van Zon dag op Maandag, te ongeveer twaalf uur, werd door een der omwoneuden brand ontdekt in de garage van de hoeren J. de Graag en Zoon aan de Vogelzangsche straat, hoek Voorstad. Te ongeveer half twaalf had een chauffeur nog een auto in de garage gebracht en geen onraad be merkt. De eigenaar, die naast de garage woont, werd spoedig gewekt en onmiddel lijk de brandweer en de politie gewaar schuwd. De brand liet zich aanvankelijk ernstig aanzien, omdat de garage, evenals de daarnaast gelegene geheel met auto's was gevuld, en ook gevaar dreigde voor de naburige woningen. Aan redden van de zich in de brandende garage bevindende auto's viel niet meer te denken. Wel mocht het gelukken die uit de andere ga rage er uit te rijden. De brandweer, die spoedig ter plaatse was, bestreed het vuur met driq stralen en mocht er in slagen het vuur tot de eene garage te beperken. Deze is dan ook gedeeltelijk uitgebrand. Zeven personen auto's en één vrachtwagen waren geheel of gedeeltelijk verbrand. De auto's behoor den aan verschillende personen. De schade wordt voor zoover bekend, door verzekering gedekt. Zaterdag speelden de Goesche Boys II tegen de Zeeuwsche Boys II een match. De Goesche Boys wonnen met 6-0. lerseke. Donderdagmiddag vergaderde de Raad voltallig. Ook waren aanwezig enkele heeren van de P. Z. E. M., n.l. dhrn Slooves en De Regt. B. en W. stellen voor om tot onder- gTondscheen aanleg van het electrisch net over te gaan. Een ondergrondsch net zal f 11872.50 meer koeten dan een bovengrondsch net. Hiervan zal de gemeente jaarlijksch 5 pet. rente ver goeden. Hoe meer bedrijfswinst de P. Z. E. M. zal hebben, zooveel te meer zal ze op haar net kunnen afschrijven. Dhrn Mol, Scheele en Gornelisse vragen inlich tingen. Hoe komt het, dat Tholen een gratis ondergrondsch net heeft gekregen? Dhr Slooves geeft inlichtingen. Dhr Cor- nelisse zegt, dat we moeten oppassen, dat de gemeente niet in te hooge kosten komt. Wie zal dat betalen? Het ziet er zeer slecht uit voor onze gemeente. Dhr Hage kan zich geheel vereenigen met dhr Gornelisse. Ook hij heeft vele bezwaren. Hij vindt het onrechtvaardig, dat een afnemer te Goes altoos 5 cent minder per K.W. moet betalen, dan een inwoner van lerseke. Bovendien is hij te gen betaling van de meerdere kosten van ondergrondschen aanleg. Dhr Bom vindt het ook alles behalve rechtvaardig. Nog maals zet de directeur de prijspolitiek der P. Z. E. M. uitvoerig uiteen. Zij wil als semi-officieel overheidsbedrijf komen tot algeheele en algemeene nivelleering der tarieven. Maar er is verschil in afname. De P. Z. E. M. heeft te Middelburg par ticuliere afnemers, die meer gebruiken dan geheele gemeenten der middengroep. Daarom moet er dus verschil zijn. Goes zal meer afnemen dan lerseke. Dhr Mol heeft menschen van Kapelle gesproken, die de electrische verlichting veel te duur vonden en terug keerden tot de petroleum. had door het faillissement van zijn broer, leek dit nieuws hem een boodschap van God. Hij voorzag, dat hij zijn geld weer terug zou krijgen, reeds voelde hij zijn onrust over zijn zieke vrouw verminde ren, zij zou misschien nooit hoeven te voe len, dat ze zich moesten bekrimpen. „U ziet dus, mijnheer Glen," hoorde bij Barker zeggen, „dat er plaats genoeg voor ons beiden zal zijn." Met moeite maakte bij zich los uit den droom van huiselijk geluk en stond op. „Ik moet naar buis om bet mijn vrouw te vertellen," zei hij nog onzeker. „Het is het beste nieuws, dat ik sinds lang ge hoord heb." „Maar vertel het niemand dan uw vrouw," zei Barker, „en zorg, dat zij er niet over spreekt. Het kan nu niet lang meer geheim gehouden worden. Maar toch staat het aan Lord Lenzie om het publiek te maken." Zij gaven elkaar de band, de oude man met eenige ontroering. „Je laat me maar weten, als ik je met iets kan helpen, hoor," zei hij nog in de deur. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5