DE ZEEDW
TWEEDE BLAD.
GIJ DWAAS
Uit de Provincie
FEUILLETON.
VAN
DINSDAG 29 MAART 1932, Nr 150.
Zeeuwsche afdeeling van den Bond van
Jongel. Vereen, op Geref. grondslag.
Deze afdeeling vergaderde op Tweeden
Paaschdag te Middelburg.
In de morgenvergadering sprak de
voorzitter der aid. dhr J. P. Kögeler een
openingswoord naar aanleiding van:
Kennen en belijden.
Verder werd deze vergadering besteed
aan de afdoening der huishoudelijke za
ken. Uit het jaarverslag van den secre
taris blijkt, dat het ledental der afd. met
69 is toegenomen en thans 1042 bedraagt.
In de middagvergadering zouden optre
den Prof. Dr D. H. Th. Vollenhoven en
Ds H. Knoop. De met palmen versierde
Noorderkerk bleek tegen het aanvamgsuur
tot in de uiterste hoeken gevuld.
Prof. Vollen hoven refereerde over: De
beteekenis van Calvijn voor den strijd on
zer dagen. Hij schetst eerst den levens
gang van den Reformator die 1509 te
Noyon werd geboren, toen Luther en
Zwingli reeds midden in het practische
leven stonden. Op 14-jarigen leeftijd naar
Parijs gezonden als student ondergaat hij
den invloed der humanistische richting.
Spr. schetst uitvoerig de opkomende rich
tingen, zij die vrede hadden met de ont
wikkeling van het kerkelijk leven en zij
die opstonden tegen het ambtelijk g:ezag
der kerk, waartoe het dualisme leidde,
als de kerk ja zei, waarop de wetenschap
neen moest zeggen, en men dan het gezag
der kerk aanvaardde. Na 4-jarige voorbe
reidingsstudie kan hij vakstudie beginnen
en kiest dan mede op verlangen van zijn
vader rechten. Hij komt zeer onder den
invloed van het wijsgeerig denken van
zijn dagen en in zijn eerste werk, een pu
blicatie over Seneca, schrijft hij: De vorst
staat boven de wetten Gods. Hij verheer
lijkt daar de absolute menschenmacht.
In dien tijd heeft Calvijn zich afgeslo
ten van het Evangelie. Spoedig daarna
wordt het anders en laat hij God over
zichzelf heerschen. Dan wendt hij zijn in
vloed aan te Parijs, alsmede op zijn aan
drang door Nicolaas Cop, een rectorale
rede wordt gehouden over Christelijke
wijsbegeerte, waarvoor zij beiden uit het
vaderland worden uitgestooten. Dan be
gint voor Calvijn een zwervend leven,
waarvan het Calvinisme wel een stem
pel draagt daar het nationalisme nooit op
den voorgrond treedt.
Nu begint de vruchtbare periode van
zijn leven. Te Bazel schrijft hij zijn groote
werk: Onderwijzing in de Christelijke re
ligie. Hij was de Heilige Schrift goed
gaan begrijpen. God alleen is groot. De
wereld geschapen door Zijn heerlijkheid.
Al het geschapene staat onder Zijn wet.
Daarmee is het absolute recht van den
monarch betwist. Calvijn buigt voor het
Woord Gods en aanvaardt nooit de val-
sche tegenstelling van geest en letter in
Zijn Woord.
Hij strijdt tegen Rome niet als anti
papist, maar als anti-paganist. De Kerk
kan niet heerschen over den Geest, maar
leeft door den Geest.
Spr. schetst uitvoerig Calvijns inzich
ten over de verhouding van Kerk en
Staat en wijst tenslotte op zijn beteekenis
voor onzen tijd. Hoe bij de bestudeering en
toepassing van zijn grondgedachten God
als de souverein regeert, niet los van Zijn
wet, maar wel boven Zijn wet.
Deze rede die ruim 1% uur duurde
werd met gespannen aandacht gevolgd,
waarna Ds Knoop een opwekkende rede
hield over: Verwerkelijking van het
ideaal. Spr. toont aan, hoe wij als ge
doopte Bondskinderen moeten bouwen
naar Goddelijke opdracht en evenals Mo-
zes toezien dat het alles is als het beeld
dat ons op den berg getoond is. Door het
gebed wordt de lust, wijsheid en kracht
van God verkregen. We moeten gehoor
zaam zijn aan de roeping waarmee God
ons roept.
Na het zingen van Psalm 89:8 werd
deze uitnemend geslaagde vergadering
beëindigd.
Vrij naar het Engelsch.
van JOHN JOY BELL.
8.) o-
Het was over achten voor hij in Kilbran
terug keerde, lichamelijk vermoeid, maar
geestelijk nog wakker genoeg. Op zijn ka
mer vond hij Duncan Glen, die op hem
zat te wachten.
„Aangenaam u te zien, mijnheer Glen",
zei hij vriendelijk. Hij1 verlangde niet op
voet van vijandschap met zijn ouden be
schermer te staan, maar toch, er klonk
even iets beschermend in zijn toon. „Ik
veronderstel, dat u het nieuwtje nu wel
vernomen heeft," voegde hij er aan toe.
De oude man ging weer zitten in den
stoel, waaruit hij was opgestaan, niet heel
zeker, hoe zijn bezoek zou worden opge
nomen.
„Ja, Robert," zei hij langzaam. „Ik heb
het nieuwtje gehoord. Het is het onder
werp van gesprek in Kilbran. Ik veronder
stel, dat het waar is."
„Volkomen waar".
Mijnheer Glen zuchtte. „Wel Robert, ik
Provinciale Bondsdag van het Neder!.
Jongelingsverbond in Zeeland.
Maandag had in het Schuttershof te
Middelburg een Bondsdag plaats, uitgaan
de van de Provinciale Commissie van het
Nederl. Jongelings Verbond. Te ruim 10
uur opende de voorzitter, ds J. J. Hom
burg uit Goes, op de gebruikelijke wijze
de vergadering, waarna hij een openings
woord sprak. De presentielijst gaf aan, dat
bij den aanvang der vergadering 320 leden
aanwezig waren.
De secretaris, de heer M. Schipper Mz.
uit 's-H. Hendrikskinderen, bracht het
jaarverslag uit, waarin hij een overzicht
gaf van den arbeid in Zeeland. Het bleek
verder, dat thans 46 afdeelingen met on
geveer 900 leden zijn aangesloten. De ver
gadering keurde bet verslag goed, evenals
dat van den penningmeester, den beer C.
Duvekot Lz.
De vergadering besloot zoowel in Juli
als in Augustus een weekend op Walche
ren te organiseeren en een Zomerdag te
houden te Biggekerke op Woensdag 13
Juli.
Te twee uur opende de voorzitter de
middagvergadering.
De adspirantleden van de M.T.V. „Wil-
helmina" gaven eerst eenige halteroefe-
ningen, waarna mejuffrouw M. Hen-
drikse een tweetal liederen met begelei
ding van viool en orgel ten beste gaf.
Vervolgens trad voor de vergadering als
spreker op de heer A. S. Boone, secretaris
van den Nederl. Ghristelijken Grafischen
Bond met het onderwerp: „Christendom
en Werkloosheid."
De heer Boone wijst eerst op de oor
zaken van de werkloosheid en geeft dan
enkele cijfers om de groote der werkloos
heid aan te toonen en meent, dat men als
Christenen volle aandacht heeft te schen
ken aan de gevolgen, die deze economische
crisis in het bijzonder voor de massa
werkloozen met zich brengt, ook voor hun
geestelijk leven. Spr. staat dan stil bij de
gevolgen, de moreele, zedelijke en geeste
lijke, die werkloosheid met zich brengt.
Gelukkig voorzien uitkeering uit de werk
lozenkassen, crisissteun en werkverschaf
fing in de allereerste behoeften van den
arbeider en zijn gezin. Doch daarmede is
niet alles gezegd. Al was het in vele ge
vallen toch reeds een heele toer om de
eindjes aan elkaar te knoopen, nu er aan
veel gebrek komt, pijnigt de vraag: boe te
voorzien in allerlei behoeften, die eiken
dag opnieuw om vervulling vragen. De
vrouw moet er veelal op uit en het an
ders zoo rustige gezin geraakt uit het
evenwicht. Spr. komt dan op den invloed
der werkloosheid op den persoon van den
werklooze. Hij komt in aanraking met de
massa werkloozen, waarvan de meerder
heid uit de gewone sfeer is geraakt. Zij
voelen zich de uitgestootenen en dit maakt
hen meestal niet tot prettige menschen. De
werklooze wordt zwartgallig, de levens
moed gaat verdwijnen. Hier dreigen
groote gevaren, want niets is zoo demora-
liseerend dan het gevoel van zelfvertrou
wen en eigenwaarde te verliezen.
Spr. vraagt daarop de aandacht der
aanwezigen meer in het bijzonder voor de
jeugdige werkloozen. De jonge arbeider,
die door de werkloosheid getroffen wordt,
heeft veel meer schade dan 't missen van
zijn loon alleen. Duurt de werkloosheid
lang, dan raakt hij: zijn vak uit. De in zijn
arbeid zoo noodige routine kan hij zich niet
eigen maken. Opnieuw moet hij straks van
voren af aan beginnen. Voor menigen
jongen man beteekent langdurige werk
loosheid een knak voor het geheele leven.
Men mag daarbij niet vergeten, dat het
stoffelijke en het geestelijke zeer nauw met
elkander verbonden zijn. Spr. ziet de
werkloosheid als een gevolg van de zonde,
het verlaten van de roeping, door God aan
den mensch in den arbeid gegeven, n.l. dat
de voortbrenging zou worden dienstbaar
gemaakt aan de menschelijke behoefte.
Spr. meent, dat men met het omver
werpen van het kapitalisme deze zieke
maatschappij niet zal genezen, alhoewel
aan het kapitalistisch stelsel zeer zeker
fouten kleven. De Christen moet een warm
en diep medevoelen hebben met zijn broe
der, die werkloos is.
De liefde van Christus moet hem drin
gen den nood te lenigen, waar zulks noo
dig is. IHet zit niet in grootsoh uitgewerkte
plannen, doch voornamelijk in het een
voudige, dat kan leiden tot opbeuring en
bemoediging. Ook het spreken van hart
tot hart met den getroffene kan mede een
gunstige uitwerking hebben, als men de
ben hier niet gekomen vanavond om je
mijn meening te zeggen over den stap,
dien je genomen hebt. Ik wilde je alleen
maar zeggen, dat ik gisteren wat haastig
geweest ben en blij zal zijin, als je het wilt
vergeten. Ik zou zoo graag willen, Robert,
dat je wat vriendelijker over je vader
dacht, en misschien komt dat nog wel.
Maar ik had er aan moeten denken, hoe
trouw je me gediend hebt, sinds je bij me
kwam en
„Spreek er als 't u blieft niet meer over,
mijnheer Glen," zei Barker rustig. „Ik
draag er u heusch geen kwaad hart om
toe. Het spijt me, dat ik een oogenblik mijn
bedaardheid verloor."
„Dus dan zullen we maar doen, of er
niets gebeurd is," antwoordde de oude
man op een toon van voldoening. „En wil
je tot bet eind van de maand bij me terug
komen?"
Barker schudde het hoofd. „Het spijt
me," zei hij, „maar ik heb vandaag juist
de noodige schikkingen getroffen om zoo
gauw mogelijk voor me zelf te beginnen."
„Juist, juist," zei de oude man haastig.
„Ik was al bang, dat ik te laat zou zijn,
toen ik hoorde dat je vanmorgen naar de
stad was gegaan. Zie je, ik dacht zoo, ik
kon je hier en daar nog wel raad in geven
wat de beste leverancier! zijn en zoo. Maar
meest geschikte oogenblikken weet te kie
zen. Maar vooral moet men trachten hem
iets te geven om zijn veelzins ledigen tijd
aan te vullen. Maar bovenal moet men de
werkloozen gedenken in zijn gebeden.
Na deze met zeer veel aandacht ge
volgde rede, stelde een 9-tal aanwezigen
vragen.
De heer J. Hamelink vergastte de aan
wezigen vervolgens op zeer goede decla
matie, van oude en nieuwe schrijvers,
waarna de jeugdige turners goed paard-
werk lieten zien en mejuffrouw Hendrikse
het middagprogramma met nog twee lie
deren sloot.
In de avondBamenkomst ging een deel
van de onlangs door de C.J.M.V. te Mid
delburg opgevoerde revue „Wat het was
en wat het werd" en wel het laatste, be
staande uit de onderdeelen: knapenwerk,
gymnastiek en kunst, telkens vooraf ge
gaan van declamatie van den heer Kouse
maker. Het slot van den avond was een
tableau, voorstellende „het Geloof".
De voorzitter sloot met een woord van
dank aan allen, die medegewerkt hadden
tot het welslagen van den Bondsdag en
dankgebed de vergadering.
De leden uit Walcheren en Zuid-Beve
land bleven nog eenigen tijd bijeen in een
gezellig samenzijn, aangeboden door de G.
J. M. V. te Middelburg.
Urgentie van de verbetering van de
verbinding met Schouwen en Duiveland.
De A. N. W. B. en de K N. A. G. heb
ben zich gewend tot den Minister van
Waterstaat met 'n adres waarin zijmede-
deelen, dat de weg Steenbergen-St Phi-
lipsland-Anna Jacoba, welke een onder
deel vormt van den op het Rijkswegen
plan 1932 voorkomenden planweg no. 18
niet meer voldoet aan de redelijke eischen
van het doorgaande verkeer en dat bo
vendien de toestand van deze verbinding
naar de meening van adressanten zeer
veel te wenschen overlaat, weshalve zij
begin December 1931 een verzoek richt
ten aan de colleges van Ged. Staten van
Noord-Brabant en Zeeland om een pas
send onderhoud van de in hun provincie
gelegen wegvakken van bedoelden weg
zoo veel mogelijk te bevorderen en de
wegbeheerders op hun verplichting te wij
zen, voor een behoorlijk onderhoud daar
van zorg te dragen. Hierop ontvingen zij
van Ged. Staten van Noord-Brabant be
richt, dat besturen der gemeenten Steen
bergen en Nieuw-Vossemeer gewezen zijn
op hun verplichting om voor een behoor
lijk onderhoud van den genoemden weg
zorg te dragen en dezen gemeentebestu
ren werd verzocht middelen te beramen
om in het voorjaar van 1932 op ruime
schaal verbeteringen aan te brengen. Ged.
Staten van Zeeland berichten, dat naar
hun meening het gedeelte Anna Jacoba-
Noord Brabantsche grens op redelijke wij
ze wordt onderhouden en er mitsdien
geen aanleiding bestaat, bij de onder
houdsplichtigen op een intensiever on
derhoud aan te dringen, hoewel werd
toegegeven, dat de weg niet aan alle hui
dige verkeerseischen voldoet. Opgemerkt
werd, dat, aangezien hij op het Rijkswe
genplan 1932 is geplaatst, verwacht mag
worden, dat hij binnen afzienbaren tijd
van Rijkswege verbeterd zal worden.
Volgens het werkplan van de tweede
5-jarige periode (1931 tot en met 1936)
zou aan dezen weg eind 1936 nog niets
anders zijn geschied dan dat met grond
aankoop een begin is gemaakt. Nu zal
naar de meening van voornoemde ver-
eenigingen in verband met het steeds toe
nemende verkeer, de verbetering van den
weg Steenbergen-Anna Jacoba, welke de
eenige vaste verbinding vormt van Schou
wen en Duiveland met Noord-Brabant en
het overige gedeelte van Nederland, niet
zoovele jaren kunnen worden verscho
ven, te minder, omdat van de betrokken
onderhoudsplichtigen, kleinere gemeen
ten, niet kan worden verwacht, dat zij
ten behoeve van het doorgaande verkeer
zoo lang onevenredig zware lasten zullen
kunnen opbrengen. In verband hiermede
verzoeken zij maatregelen te treffen,
waardoor een spoedige reconstructie
van de verbinding Steenbergen-Anna Ja
coba zal kunnen worden verkregen, zoo
eenigszins mogelijk door daarvoor op de
begrooting 1933 fondsen uit te trekken.
Kanaalplan Axel-Hulst.
Men schrijft uit Zeeeuwsch-Vlaanderen
aan „De Tijd":
Een der alleroudste kanaalplannen in
Nederland, dat een eeuw geleden slechts
zooals ik al zei, ik ben te laat gekomen.
Maar als ik je mogelijk met het een of
ander kan helpen of van dienst zijn, dan
weet je, waar ik woon. Ik sta altijd voor
je klaar."
„Dank u, u is heel vriendelijk." Barker's
stem klonk zachter dan "gewoonlijk. Het
speet hem haast voor den ouden man. „Ik
ben in ieder geval blij, dat u het me niet
ten kwade duidt, dat ik ook in Kilbran
begin, mijnbeer Glen," zeide hij.
„Het je ten kwade duiden!" diep Glen
uit. „Weineen, mijn jongenl Hoe kom je
er bij. Ik begrijp alleen niet, waarom je
niet ergens anders begint. Hier heb je
immers absoluut geen kans van slagen. Je
weet even goed als ik, hoe weinig er om
gaat in Kilbran. Het is misschien net ge
noeg voor één man, maar zeker niet voor
twee. Je moet je niet beleedigd voelen,
Robert, maar ik snap niet, waar je de
clandizie vandaan wilt halen. De men
schen gaan bij mij." Hij sprak vol ver
trouwen. „Ik ben bier al veertig jaaT en
voor dien dreef mijn vader de zaak. Wer
kelijk jongen, ik begrijp niet, hoe je er toe
komt hier in Kilbran een zaak te begin
nen. Daar heb ik nu den heelen dag al
over gepiekerd. Ben je misschien van plan
met een wagen den boer op te gaan? Maar
dat heb ik jaren geleden ook al eens ge-
ten halve werd voltooid, is dat van Sluis
kil via Axel naar Hulst. Het was een
plan van Koning Willem I om het al
oude en belangrijke Zeeuwsch-Vlaamsche
stadje Hulst mot de omliggende beteeke-
nisvolle landbouwstreek aan te sluiten
aan het groote net van waterwegen in
Nederland. Intusschen werd wel met de
uitvoering begonnen, doch door de tijds
omstandigheden moest het werk onder
broken worden. Slechts het traject vanaf
het kanaal van Ter Neuzen (Sluiskil) tot
de Axelsche Sassing (Axel) werd vol
tooid.
Zag men in de tweede helft der 19de
eeuw en ook de jongste jaren nog pogin
gen in het werk gesteld om dit histori
sche kanaalplan geheel uit te voeren (po
gingen, die niet tot het beoogde resul
taat leidden), thans is het plan opnieuw
aan de orde gesteld door den gemeente
raad van Boschkapelle, die zich tot de
bevoegde instantie heeft gewend met een
verzoek over te gaan tot den aanleg van
het kanaal Axel-Hulst en dit door te
trekken tot aan de Westerschelde. Een en
ander als object voor werkverschaffing.
Aan de gemeenteraden in de betreffen
de landstreek is verzocht aan het adres
adhaesie te willen betuigen.
In vrijheid gesteld. Zekere
S., wonende te Kapelle, die wegens schrif
telijke bedreiging van zijn vroegere ver
loofde, eenige dagen geleden in arrest
werd gesteld, is Vrijdag daaruit ontsla
gen.
Verplaatsing. Met ingang van
i April a.s. is de Rijksveldwachter briga
dier G. de Jonge verplaatst van Kortgene
naar Goes.
PHILIPS' PRIJSVRAAG. Formu
lieren gratis bij alle N.S.F.-agenten en bij
J. M. Polderman, Goes. Tel. 129. (Adv.)
Electrisch koken. Dezer da
gen werd te Ovezande en Kortgene een
lezing met demonstratie over electrisch
koken gehouden. Na een korte inleiding
door den heer de Regt van de P.Z.E.M.,
waarbij er o.a. op gewezen werd, dat voor
koken een speciaal tarief van 5 cent per
K.W.U. bestaat, nam de heer Van Cam-
penhout van A.E.G. te Amsterdam, het
woord.
De bestaande kookmethoden met kolen,
petroleum en gas hebben alle het nadeel,
dat de temperatuur, waarbij gekookt wordt
veel te hoog is, zoodat ten einde aanbran
den der spijzen te voorkomen, veel water,
boter of vet moet worden gebruikt, welke
stoffen dan feitelijk als temperatuurrege-
laar en -begrenzer dienst doen; bovendien
is voortdurend toezicht noodig om aan
branden tegen te gaan. De regeling der
toegevoerde warmte is buitengewoon moei
lijk. Bij de bestaande kookmethoden be
staan tevens de ongerieven van roetvor-
ming aan pannen en wanden, vocht in de
keuken, ten gevolge van de groote hoeveel
heid water, welke verdampt wordt enz.
Bij 'het electrisch koken is de tempera
tuur der platen juist geschikt voor het aan
den kook brengen en houden der spijzen,
water, vet en boter behoeven derhalve
slechts in zeer bescheiden mate te worden
toegevoegd, waardoor de spijzen smake
lijker worden en de keuken vrij van vocht
blijft. Zwarte pannen en dergelijke komen
niet meer voor, aanbranden en overkoken
is vrijwel uitgesloten, zoodat het toezicht
minimaal wordt. Door al deze omstandig
heden wordt het koken op electrisch for
nuis een aangename bezigheid.
Daarna werd de electrische oven ter
sprake gebracht, welke door zijn gemakke
lijke regelbaarheid en gelijkmatige tempe
ratuur buitengewone voordeelen biedt.
Uitvoerig werd stilgestaan bij de kosten
aan electriciteitsverbruik, welke voor een
vol electrische keuken zonder warmwater
reservoir per hoofd en per dag komen op
0.81 K.W.U.of op 4 a 5 cent, hetgeen
niet duur is te noemen.
Speciaal werd er op gewezen, dat het
voor een zuinig gebruik noodig is goede
pannen te benutten. Deze dienen precies te
passen op de kookplaten en een zuiver
vlakke bodem te hebben.
Tijdens de lezing werden door Mevr. van
Campenhout op een tweetal fornuizen
complete maaltijden bereid, een op het
spaarfornuis en een op het open fornuis
en werd in een oven een cake gebakken.
Duidelijk kwam hierbij: naar voren het
geringe toezicht, de smakelijkheid der
spijzen en de groote zindelijkheid, terwijl
tevens bleek, dat de kosten zeer gering
waren.
probeerd en van wat het opbracht, kon ik
het paard nog niet voeren."
„Ik denk daar ook niet aan," zei Barker,
toen mijnheer Glen zweeg. „Neen, ik ver
trouw op iets beters, dat zoowel u als mij
voordeel zal brengen. Het verwondert me
niets, dat u er verbaasd over staat, dat ik
van plan ben in Kilbran te beginnen.
Maar u zult het zich beter kunnen begrij
pen, als ik u vertel, dat Lord Lenzie van
plan ie te trachten wat meer vreemde
lingenverkeer hier te krijgen."
Mijnheer Glen keëk hem met open mond
aan. „Lord Lenzie. hier vreemdelingen
verkeer? Wat beteekent dat? Hoe weet je
het? Waarom heb je me dat niet eerder
verteld?" riep bij.
„Zijn Lordschap vertelde het me in
vertrouwen. Maar gisteravond zou ik het
u verteld hebben, als
„Ja, ja," viel de oude man hem in de
rede. „En ben je zeker van wat je ver
telt?"
„Met Nieuwjaar begint de spoorweg
maatschappij met den bouw van een sta
tion en een hotel en den aanleg van een
golfbaan en dan schieten hier de villa's en
pension's als paddestoelen uit den grond.
Daar kunt u op rekenen, mijnheer Glen."
Glen lag achterover in zijn etoel, spra
keloos. Na de verliezen, die hij geleden
Duinbrand. Zaterdagmiddag
ontdekte men een vrij hevige helmbrand
in de Koudekerksche duinen nabij den
Vijgeneter. De burgemeester van Koude
kerks liet de brandweer alarmeeren en
spoedig trokken de brandweerlieden ge
wapend met schoppen per vrachtauto naar
de duinen, doch daar bleek 't vuur door
den gemeenteveldwachter met hulp van
omwonenden en eenige jongens reeds tot
staan te zijn gebracht. Intusschen was
over een oppervlakte van ongeveer 1 H.A.
de helm verbrand en waren ook eenige
bosschages door bet vuur vernield.
Middelburg. Zondagmorgen kreeg de
politie alhier kennis, dat men geen leven
of beweging hoorde in de woning van een
82-jarige alleenwonende vrouw aan de
Jeronimusstraat. Men verschafte zich aan
de achterzijde toegang tot de woning door
een glas in te drukken. Men vond in het
bed de vrouw, die overleden was. De over
ledene had hier geen familie, doch het
bestuur der kerkelijke gemeente, waar
toe zij behoorde, nam de zorgen voor de
begrafenis op zich.
Vlissingen. Tegen Zaterdag a.s. zijn
weder 120 werklieden van de Kon. Mij.
„De Schelde" definitief en 90 tijdelijk ont
slagen.
Goes. Brand. In den nacht van Zon
dag op Maandag, te ongeveer twaalf uur,
werd door een der omwoneuden brand
ontdekt in de garage van de hoeren J. de
Graag en Zoon aan de Vogelzangsche
straat, hoek Voorstad. Te ongeveer half
twaalf had een chauffeur nog een auto in
de garage gebracht en geen onraad be
merkt. De eigenaar, die naast de garage
woont, werd spoedig gewekt en onmiddel
lijk de brandweer en de politie gewaar
schuwd. De brand liet zich aanvankelijk
ernstig aanzien, omdat de garage, evenals
de daarnaast gelegene geheel met auto's
was gevuld, en ook gevaar dreigde voor
de naburige woningen. Aan redden van de
zich in de brandende garage bevindende
auto's viel niet meer te denken. Wel
mocht het gelukken die uit de andere ga
rage er uit te rijden.
De brandweer, die spoedig ter plaatse
was, bestreed het vuur met driq stralen
en mocht er in slagen het vuur tot de
eene garage te beperken. Deze is dan ook
gedeeltelijk uitgebrand. Zeven personen
auto's en één vrachtwagen waren geheel
of gedeeltelijk verbrand. De auto's behoor
den aan verschillende personen. De
schade wordt voor zoover bekend, door
verzekering gedekt.
Zaterdag speelden de Goesche
Boys II tegen de Zeeuwsche Boys II een
match. De Goesche Boys wonnen met 6-0.
lerseke. Donderdagmiddag vergaderde
de Raad voltallig. Ook waren aanwezig
enkele heeren van de P. Z. E. M., n.l.
dhrn Slooves en De Regt.
B. en W. stellen voor om tot onder-
gTondscheen aanleg van het electrisch
net over te gaan. Een ondergrondsch
net zal f 11872.50 meer koeten dan
een bovengrondsch net. Hiervan zal
de gemeente jaarlijksch 5 pet. rente ver
goeden. Hoe meer bedrijfswinst de P. Z.
E. M. zal hebben, zooveel te meer zal ze
op haar net kunnen afschrijven. Dhrn
Mol, Scheele en Gornelisse vragen inlich
tingen. Hoe komt het, dat Tholen een
gratis ondergrondsch net heeft gekregen?
Dhr Slooves geeft inlichtingen. Dhr Cor-
nelisse zegt, dat we moeten oppassen, dat
de gemeente niet in te hooge kosten komt.
Wie zal dat betalen? Het ziet er zeer
slecht uit voor onze gemeente.
Dhr Hage kan zich geheel vereenigen
met dhr Gornelisse. Ook hij heeft vele
bezwaren. Hij vindt het onrechtvaardig,
dat een afnemer te Goes altoos 5 cent
minder per K.W. moet betalen, dan een
inwoner van lerseke. Bovendien is hij te
gen betaling van de meerdere kosten van
ondergrondschen aanleg. Dhr Bom vindt
het ook alles behalve rechtvaardig. Nog
maals zet de directeur de prijspolitiek der
P. Z. E. M. uitvoerig uiteen. Zij wil als
semi-officieel overheidsbedrijf komen tot
algeheele en algemeene nivelleering der
tarieven. Maar er is verschil in afname.
De P. Z. E. M. heeft te Middelburg par
ticuliere afnemers, die meer gebruiken
dan geheele gemeenten der middengroep.
Daarom moet er dus verschil zijn. Goes
zal meer afnemen dan lerseke. Dhr Mol
heeft menschen van Kapelle gesproken,
die de electrische verlichting veel te duur
vonden en terug keerden tot de petroleum.
had door het faillissement van zijn broer,
leek dit nieuws hem een boodschap van
God. Hij voorzag, dat hij zijn geld weer
terug zou krijgen, reeds voelde hij zijn
onrust over zijn zieke vrouw verminde
ren, zij zou misschien nooit hoeven te voe
len, dat ze zich moesten bekrimpen.
„U ziet dus, mijnheer Glen," hoorde bij
Barker zeggen, „dat er plaats genoeg voor
ons beiden zal zijn."
Met moeite maakte bij zich los uit den
droom van huiselijk geluk en stond op.
„Ik moet naar buis om bet mijn vrouw
te vertellen," zei hij nog onzeker. „Het is
het beste nieuws, dat ik sinds lang ge
hoord heb."
„Maar vertel het niemand dan uw
vrouw," zei Barker, „en zorg, dat zij er
niet over spreekt. Het kan nu niet lang
meer geheim gehouden worden. Maar toch
staat het aan Lord Lenzie om het publiek
te maken."
Zij gaven elkaar de band, de oude man
met eenige ontroering.
„Je laat me maar weten, als ik je met
iets kan helpen, hoor," zei hij nog in de
deur.
(Wordt vervolgd.)