DE ZEEÜW Vrouwenhanden E3IPUROL TWEEDE BLAD. GIJ DWAAS Or, H. Colijn te Groningen. Uit de Provincie. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. VAN WOENSDAG 23 MAART 1932, Nr 147. Dr H. Colijn heeft de vorige week te Leeuwarden en te Groningen gesproken I over de crisis. Omtrent de vergadering te Groningen schrijft onze N. Pr. Gr. Crt. onder meer: Wat een imposant gezicht was dat weer: Woensdagavond in de Noorderkerk in de Akkerstraat te Groningen! Een tweedui- j zend menschen waren present. Zooveel kaarten waren er ook verkocht, nadat 't bestuur van „Patrimonium" er nog had laten bijdrukken, staanplaatsen dan na tuurlijk. Ongeveer 1400 menschen zitten en een 600 staan. Er hadden er nog wel een paar honderd bij gekund. Want voor een klein geruchtje is men niet vervaard. Twee volle uren lang in gespannen aan dacht. Met niet een onderbreking, zooals des Zondags in de kerk, wanneer de dienst toch maar IK uur duurt. Volle aandacht. Muisstil in de kerk, zoodat Dr Colijn niet eens zijn stem behoefde uit te zetten. Waartoe hij ook geen moeite deed. Gespannen aandacht. En dat, terwijl een zeshonderd menschen stonden. Schier onbewegelijk. Hoe komt dat toch? Omdat de leider der A.-R. partij optrad. Zeker, de heer Colijn sprak voor „Patri monium", waarin ook niet- anti-rev. zich bevinden en in de kerk waren, naar men mij vertelde, liberalen aanwezig, men sprak zelfs van communisten (nu, zij kunnen beter naar zoo'n speech luisteren, dan naar een Wijnkoop of de Visser!) maar we mogen toch wel zeggen, dat de belang stelling gold den leider der A.-R. partij, den opvolger van Dr. Kuyper. We doen niet aan menschenvergoding. Maar we danken God, dat Hij ons in deze tijden een man, als Dr Colijn, heeft ge geven, die met vaste hand, het A.-R. scheepje voert door de branding, die thans zoo heftig is. Colijn komt! En och, dan weten we het wel. De zaal of de kerk stroomt vol. Want dan faooren we een mooie speech. Dan gaan we weer verrijkt huiswaarts. Dan weten we weer: het is in orde; we hebben een leider, die er zijn mag en op wien wij ten volle vertrouwen kunnen. Met onverflauwde belangstelling werd geluisterd. De oogen der honderden waren geen moment van den spreker af. Hoe komt dat toch? Een redenaar met oratorisch talent, als b.v. Kuyper en Iden- Lurg, is de heer Colijn niet. En toch volgt men hem met klimmende belangstelling, hangt men aan zijn lippen. De reden? Ik meen, dat die hierin is ge legen, dat daar staat te spreken een man, dip niet alleen precies weet, wat hij wil, maar die ook op de hoogte der zaken is, die ze doorschouwt in de lengte en in de breedte en m de diepte. En verder: een man met een overtui ging, die van geen wankelen weet. Zóó, dat elk voelt, zelfs al zou hij het gespro kene niet kunnen volgen: dat is een man, op wien te bouwen valt. Daarbij komt dan nog, dat elk hem vol gen kan. 'k Hoorde nog niet zoo lang ge leden een economische speech van een knap man. Maar hij kon mij niet boeien. En velen niet. Daar was een aaneenscha keling van vaktermen en uitdrukkingen. Een geleerd betoog, waarvan een leek om ver rolde. En een kennis zeide me later: 't was zóó geleerd, dat de spreker het zélf niet begreep. Nu zou ik dat niet gaarne nazeggen. Maar zeker is, dat men bij den heer Colijn geen last van iets dergelijks zal hebben. Hij verklaart alles zoo glashelder, dat je zegt: hoe eenvoudig is het toch alles. Ja, eenvoudig. Maar de kunst is het nu juist, om het zóó te zeggen, dat ieder het be grijpt! En die gave is den heer Colijn in hooge mate geschonken. Om al die reden is hij onder ons (en, als het voorkomt, ook buiten onzen kring) een gevierd spreker. Alleen om die? Neen, om nog meerdere. Daar is een spreker, die niet van humbug houdt; die den menschen niet in het gevlei komt, maar eerlijk en oprecht zijn mee ning zegt, ook al weet hij van te voren, gevoeligheden te zullen opwekken. En tenslotte wil dat er bij de menschen in. Volksagitators mogen even trekken, als de teleurstelling komt (en die komt!) wendt de massa zich af. Een man, als Colijn, die niets heeft beloofd, die een „basgeluid" heeft doen hooren, blijft de volle achting behouden. Omdat hij altijd torenhoog bo ven de massa stond. En eindelijk, om niet meer te noemen, wij gaan in drommen Colijn hooren, om dat hij onze erkende leider is. 't Is geen toeval, dat in deze tijden, waarin de eco nomie het hoogste woord voert, wij juist dezen leider hebben. Dat is het bestel van onzen God. En wij kunnen er den Heere niet dankbaar genoeg voor zijn. Wij weten, dat daar één der onzen staat te spreken, een man van nationale en internationale bekend- én beroemdheid, maar een, die zegt, uit den grond van zijn hart, tot die honderden uit alle rang en stand, meest eenvoudigen, niet vele rijken, niet vele ede len: „broeders en zusters." Dan voelen wij den band, die ons allen bindt, onverschillig in wat maatschappe lijke functie we zijn geplaatst en wat onze werkkring zij. Ook Woensdagavond hebben wij dien band weer gevoeld, toen daar de ontroe rende peroratie van den kansel klonk, die alles op hooger, geestelijk plan zette: het geloof in het bestuur van den Almachti- gen God. Daar ziet de machtige Zweedsche luci ferskoning geen uitkomst meer: hij grijpt de revolver. Daar is een beroemd Ameri- kaansche uitvinder, die zijn taak vindt af gedaan, levenszat is- hij grijpt de revolver. Feiten van de afgeloopen week. Neen, zegt de spreker vau Woensdag avond: de handen gevouwen, hart en oog omhoog: „Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den Heerl" Was het moment, waarop dat machtige psalmvers werd opgezonden, niet ontroe rend? Wat een mooie avond! En toch hebben we niets gekregen. Er is niets beloofd. Er is niet gezegd, dat de economische crisis binnenkort verdwijnen zal. Er is wel ge zegd, dat wij daarop niet rekenen moeten; dat we naar beneden moeten. En toch een mooie avond! Vreemd? Dat verstaat alleen het geloof. DE ZONDAGSSLUITING IN GEVAAR. Met nadruk vraagt „Ons Beginsel", het orgaan van Chr. Kantoor- en Handels- fa. dienden de aandacht van de Christe lijke pers en der geestverwante raads leden voor het gevaar dat er dreigt met betrekking tot de Zondagssluiting als straks op 1 Mei, de winkelsluitingswet in werking treedt. We verleenen gaarne onze medewer king om deze waarschuwing in ruimer kring te doen uitgaan zegt de „Rotter dammer". Artikel 2 van de Winkelsluitingswet be paalt kort en bondig dat het verboden is een winkel voor het publiek geopend te hebben gedurende den Zondag. Dat is volkomen in orde. En het stemt dankbaar, dat er in ons land nauwlijks verzet rijst tegen deze bepaling. Dat is, bewust of onbewust, de invloed van de Christelijke beginselen in ons volksleven. Terecht of ten onrechte, die vraag is thans niet aan de orde, laat artikel 4 der wet op deze mooie regel uitzonderingen toe. Die uitzonderingen betreffen voorna melijk de melk-, visch- en fruitwinkels, die op Zondag tot 12 uur en de winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak Brood, banket, suikerwerk en chocolade wordt verkocht, die des Zondags gedurende ten hoogste vier achtereenvolgende uren ge opend mogen zijn. Dat deze uitzonderingen noodig zijn, of noodig geacht worden, is jammer, maar hier is althans een limiet gesteld. Deze met name aangeduide winkels mogen hoogstens vier achtereenvolgende uren geopend zijn. Erger, zegt „Ons Beginsel" staat het echter met art. 9 lid 1, waar gezegd wordt: „Indien bijzondere omstandigheden af- wijkingen van bepalingen dezer wet in een gemeente gewenscht maken, kunnen deze afwijkingen door den gemeenteraad onder Onze goedkeuring worden vast gesteld." Ons land heeft een zeer gemengde be volking en in de onderscheiden deelen zijn vaak groote tegenstellingen. Daarmee wilde de wetgever blijkbaar rekening hou den door in art. 9 de mogelijkheid open te stelllen om afwijkingen van de alge meens regel ongelimiteerd toe te laten, behoudens goedkeuring door de Kroon. Maar indien hiervan een royaal gebruik wordt gemaakt, wat blijft er dan over van de beoogde Zondagsrust? In Dordrecht deed men reeds pogingen in die richting, maar de raad was zoo verstandig om me dewerking te weigeren. In andere ge meenten zou het echter wel eens anders kunnen gaan. Vooral op sigarenwinkels zal men de aandacht concentreeren. Ten onrechte evenwel. En het is goed, „er aan te herinneren, dat zeer veel si garenwinkels worden beheerd door fi liaalhouders, die tot dusverre alle zeven dagen per week werken en aan wie de Winkelsluitingswet de vrije Zondag brengt. De sigarenwinkeliers zijn georga niseerd in een landelijke vakorganisatie. Deze vakorganisatie van winkeliers is bij i het tot stand komen der wet accoord ge- i gaan met sluiting der sigarenwinkels op Zondag. Zij heeft er zich niet tegen ver zet." Er bestaat derhalve geen enkele reden om voor de sigarenwinkeliers een uitzon dering toe te staan (dit consumptie-arti kel is belegen beter dan versch!) en iri 't algemeen mogen onze raadsleden er te gen waken om door uitzonderingsbepa lingen de goede werking der winkelslui tingswet, wat de Zondagsrust betreft, il lusoir te maken. STEUN AAN DE SUIKERBIETEN TEELT. Een beperkte hoeveelheid garantie nog beschikbaar. Wij vernemen van bevoegde zijde, dat binnen eenige weken de bewijzen van recht op levering van garantiebieten door de „Commissie inzake Steun aan de Sui kerbietenteelt" zullen worden toegezon den. Aan de tot nu toe 'ingediende aan vragen om Rijksgarantie kan geheel wor den voldaan met uitzondering van eenige speciale gevallen, waarover door de com missie met de betrokkenen wordt gecor respondeerd. Er is thans nog voor personen, die zelf bieten willen telen, een beperkte hoe veelheid garantie beschikbaar. Zij, die daarvan gebruik willen maken worden uitgenoodigd, onverwijld hunne daartoe strekkende aanvragen ip te dienen bij het bureau der Commissie, Zuidzijde Haven 57 te Bergen-op-Zoom. Over deze aan vragen zal op korten termijn door de Commissie worden beslist. BEZUINIGINGSMAATREGELEN, Voorstellen van de bezuiningscommissie Weiter. Er zou ongeveer 120 millioen gulden bezuinigd moeten worden. Het Nederl. Correspondentiebureau in Den Haag meldt: Naar wij vernemen zal binnen korten tijd de bezuinigingscommissie-Weiter een plenaire zitting houden, waarin haar rap port, aan de Kroon uit te brengen, defini tief zal worden vastgesteld. Over den inhoud van het rapport doen vele geruchten de ronde, welke voor een deel hun grond vinden in de besprekin- gen, die de commissie met enkele groepen I van belanghebbenden heeft gevoerd. Naar ons in verband hiermede ter oore kwam, zou de commissie tot de conclusie zijn ge- komen, dat tot een bedrag van ongeveer 120 millioen gulden op de staatsuitgaven bezuinigd moet worden. Dit bedrag zal moeten gevonden worden door een reeks van maatregelen, waaron- j der salarisverlaging voor de rijksambte naren over de geheele linie en inkrimping van het ambtenarenkorps door vervroeg de pensionneering. De commissie zou voor elk departement een bepaald percentage, dat dit in de be zuiniging heeft op te brengen, vastgesteld hebben. Daarbij zou het in de bedoeling lig gen, een zeer ver doorgevoerde verminde ring van de uitgaven voor materieel voor te stellen, benevens wijziging, opheffing en combinatie van verschillende dienstvak ken. De departementen van defensie en van onderwijs, kunsten en wetenschappen zou den vooral een belangrijk contingent bij de bezuiniging moeten leveren. Wat het onderwijs betreft, moet het voornemen bestaan, voor te stellen, in de lagere klassen de onderwijskrachten te vervangen door hulponderwijzers, die een mindere bevoegdheid bezitten en lager ge salarieerd zullen worden. Deze gegevens, welke geen officieel en ook geen officieus karakter dragen, wor den slechts onder voorbehoud verstrekt. Krabbendijke. Zondagavond werd in het veilingsgebouw alhier een Evangelisatie samenkomst gehouden, die in allo opzich ten uitstekend is geslaagd. Er was veel belangstelling en met groote aandacht werd geluisterd naar de ernstige tijdrede van den spreker voor dezen avond, Ds J. Hetebrij van Rilland-Bath, die het onder werp behandelde: De groote crisis-vraag en de eenige oplossing! Aan het einde der vergadering deelde de spreker mede, dat het voornemen bestaat, om op 3 April en 17 April D.V. weer zulke samenkomsten te houden aan dezelfde plaats, waar dan ook weer dezelfde spre ker hoopt op te treden. Kruiningei». De A. R. Kiesvereeniging kwam Maandagavond in Jaarvergadering bijeen onder voorzitterschap van dhr J. Verijzer. Uit het jaarverslag van den se cretaris bleek, dat de opkomst der leden bevredigend genoemd kan worden. Uit het jaarverslag van den penningmeester bleek dat er nog een klein batig saldo is. De af tredende bestuursleden, dhrn C. Holle- stelle en F. Verhagen werden herkozen. Door dhr Verhagen werd behandeld: „Burgerlijke of Kerkelijke Politiek". Hier over werden nog enkele vragen gesteld en beantwoord. Tenslotte gaf de voorzitter verslag over de vergadering der Centrale van A. R. kiesvereenigingen, gehouden te Goes. Colijnsplaat. Maandagavond vergaderde alhier de afd. Colijnsplaat van Vrederust, onder leiding van den vice-voorzitter Ds F. Staal. Deze opende op de gebruikelijke wijze en hield daarna een inleiding over het werk der barmhartigheid in het ver plegen van geesteskranken. Uit het verslag van den wnd. pennning- meester bleek, dat in kas is f 9.18. Dit goed slot is ontstaan, omdat in 1930 en 1931 geen afgevaardigden naar de jaar vergadering zijn geweest. Daar er maar 2 bestuursleden zijn, wordt een nieuw be stuur samengesteld als volgt: Ds F. Staal, voorzitter; J. van Dis, secretaris; W. Pot- appel, penningmeester; S. de Regt Pz. en M. Provoost, bestuursleden. Besloten werd den volgenden winter een spreker voor de afdeeling te doen. optreden. Ingezonden Mededeeling. blijven ondanks alle huishoudelijke arbeid gaaf, zacht en blank door Tragisch sterfgeval. Maan dagmorgen had op de begraafplaats Rijn hof te Oegstgeest een droevig sterfegeval plaats. De 55-jarige L., wonende te Lei den, maakte zich met een aantal dragers gereed om een baar naar bet graf te dragen. Plotseling zakte hij ineen en bleek overleden; vermoedelijk aan hartverlam ming. Eigenaardig motorongeluk te Maasland. Maandagavond is te Maasland een eigenaardig motor-ongeluk gebeurd, dat intusschen voor het slacht offer ernstige gevolgen heeft gehad. Zekere M., een jongeman, wilde even buiten het dorp een wagen, dien hij ach terop reed, passeeren. Toen hij daartoe naar links uithaalde en achter de kar vandaan kwam, zag hij plotseling een van den tegenovergestelden kant komend paard met wagen voor zich en eer iemand begreep wat er gebeurde, schoot M. met zijn motor onder het paard door, Aan den anderen kant sloeg hij echter met een smak tegen den grond, waar hij ernstig gewond bleef liggen. Het bleek, dat zijn borstkas ingedrukt en een been gebroken was, terwijl een der oogen vrijwel uit het hoofd gerukt was. In zorgvollen toestand is de ongelukkige naar zijn woning ver voerd. Prauw omgeslagen. Van de 49 opvarenden 29 gered. Zondag middag sloeg op de reede van Soerabaja ter hoogte van Semampir ten gevolge van hevigen wind een prauw om, waarin zich 49 personen bevonden. De „Benkoelen" van de K. P. M., welke uitvoer, draaide onmiddellijk bij en redde 26 der opvarenden, waarvan verscheide- nen reeds bewusteloos waren. De hoofd machinist verleende de eerste hulp. De politie, die om hulp werd geseind, zond motorbooten ter assistentie. Vier lijken werden geborgen, terwijl ook nog drie drenkelingen werden gered. Op dit oogen- blik worden nog 16 slachtoffers vermist. Een bloedig drama in Bel gisch plaatsje. Onder den indruk van het tegen hem aanhangige proces, heeft zekere de Keuninck, een 68-jarige bewoner van Cortemarck, die voor den kantonrechter te Brugge moest verschij nen, een bloedig misdrijf gepleegd. Reeds geruimen tijd leefde hij met zijn buren in ongenoegen over de scheidingslijn van hun landerijen en nadat zijn buurman een klacht tegen hem had ingediend, dreigde hij herhaaldelijk zich op den man te zul len wreken. Gistermiddag kwam hij gewapend met een geweer uit zijn woning en begaf zich naar den tuin van zijn buurman, waar deze aan het werk was. Onmiddellijk loste de K. een schot, dat zijn buurman doode- lijk verwondde. Op het gerucht van de losbarsting snelde de buurvrouw uit haar woning om het slachtoffer te helpen, doch zij werd door een tweede schot getroffen en is korten tijd daarna eveneens overle den. Op het lawaai kwamen de inwoners van het dorpje op straat en weldra ontstond onder deze menschen een panische schrik. De dader wandelde met het geweer aan den schouder op den weg. Ondertusschen was een geneesheer ter plaatse verschenen doch toen deze de slachtoffers wilde na deren, richtte de dader zijn geweer op hem, zoodat de dokter zich moest terug trekken. Eenige oogenblikken nadien ging de moordenaar aan den kant van den weg zitten. Belangstellende dorpelingen kwa men op hem toe. Op dat oogenblik richtte hij zich op en vuurde zijn geweer af op twee vrouwen, die beiden werden gekwetst. Intusschen was de marechaussee ver schenen. Een aantal beambten liep naar den dader toe, die daarop zijn geweer op nieuw afvuurde. Een van de marechaus sees werd licht gewond. Toen trok de com mandant der gendarmerie zijn revolver en wist den dader met twee schoten onscha delijk te maken. Zwaar gewond werd hij opgenomen en met de twee gewonde vrou wen naar het ziekenhuis te Brugge over gebracht. Verduistering in dienst betrekking. Voor de Utrechtsche rechtbank had zich gisteren te verant woorden de 25-jarige administrateur van het Waterleidingbedrijf te Amerongen, wegens verduistering in dienstbetrekking van f'5320 ten nadeele van de gemeente Amerongen. Het bleek, dat verdachte, die reeds twee jaar deze functie bekleedde, een salaris genoot van f 300 per jaar. Voorts kwam aan het licht dat de gemeente-ontvanger verdachte geld te leen had gegeven, waar door bij controle de kas steeds klopte. De officier wilde met de omstandig heden rekening houden en eischte één jaar. Automatisch stoppen van een trein. Verleden Zondag zijn op de spoorlijn NogueraPallaresa bij het station Termens proeven genomen met een apparaat waardoor een trein, ook al rijdt hij met volle vaart, op een afstand van tachtig meter voor een overweg automa- Maatschappij beslist werd, zei hij tot zich zelf: „Wat een gelegenheid voor een schranderen ondernemenden jongen man om vooruit te komen. Ik denk er hard over hem een kans te geven". Wat, zooals we gezien hebben, zijn Lordschap ook gedaan had. In zijn brief, zooals de lezer misschien opgemerkt heeft, sprak Barker over „zoo'n groote kans". Toch was hij Lord Lenzie niet werkelijk dankbaar. Hij had geen warme jongensachtige droomen om op den een of anderen dag, hoe dat komt er niet op aan, den ouden heer zijn erken telijkheid te bewijzen. Daarvoor was hij veel te nuchter zakenman. Zijn Lordschap had hem een wenk gegeven, die heel wat waard was. maar hem niets kostte, rede neerde hij. Dat was al. De weg naar succes is een harde weg en de reiziger, die op een zijpad afdwaalt om van de natuur te ge nieten, maakt den afstand tot het einddoel slechts grooter. HOOFDSTUK III. Barker's onderhoud met zijn advocaat was kort. Mijnheer Brand, een man op leeftijd met een kleine praktijk, was ont steld over het volkomen gebrek aan ge voel van den jongen man. Hij had zelf ook zoon*. (Wordt vervolgd.) Vrij naar het Engelsch. van JOHN JOY BELL. 6) -o- Er wordt vaak beweerd, dat men een man kent aan zijn vrienden. Maar als hij geen vrienden heeft, loont het mis schien wel de moeite eens te kijken naar de boeken, die hij leest. Robert Barker's boekenschat was maar zeer klein en niet van groote waarde. Men vond er geen klassieken, reisverhalen, gedichten of ro mans. Slechts boeken ter algemeens ont wikkeling vond men er, handelscorrespon dentie, een brievengids en dergelijke. Na zijn maaltijd beëindigd te hebben, schoof Robert zijn stoel naar het andere eind van de tafel en haalde pen en inkt te voorschijn. Daarna haalde hij van on der de canape een ijzeren kistje te voor schijn en opende het letterslot. Eenige aanteekenboeken en korte briefjes wen den zichtbaar. Barker ging zitten en nam het tele gram weer op. Hij vouwde het open en keek er nadenkend naar. Het was van een advocaat uit Edinburg en kort: „Henry Barker «tierf plotseling vier uur twintig. Verwacht u morgenochtend vroeg Brand." Langzaam vouwde hij het weer toe, schreef er in duidelijk handschrift „Henry Barker" op met den datum, droogde de inkt en legde het ter zijde. Dan zuchtte hij, maar niet moedeloos. Het is altijd een troostende gedachte, dat we juist op tijd gekomen zijn. Hij ging eens gemakkelijk zitten om een brief aan Lord Lenzie te schrijven. Hij had reeds bij verschillende gelegenhe den met den landeigenaar gecorrespon deerd en een zekere gemeenzaamheid, om niet te zeggen, een steeds groeiend gevoel van geringschatting voor dit onbeduidend personage maakten de hulp van het brie venboek op de boekenplank onnoodig. Het epistel luidde als volgt: „De vriendelijke belangstelling, die uwe Lordschap in mijn zaken getoond heeft, gevoegd bij mijn belofte aan uw Lord schap op den vijfden laatstleden, geven mij een verontschuldiging voor mijn vrij moedigheid, dat ik mij' tot u wend. U ver langde dat ik u op de hoogte zou houden van mijn zaken en nu heb ik de eer de volgende bijzonderheden mede te deelen, n.l. dat ik niet langer in dienst ben van den heer Duncan Glen en dat ik den winkel, toebehoorend aan den heer Wil liam Waddell, voor een tijdvak van ze ven jaar gehuurd heb. Dank zij de wel willendheid van uw Lordschap om zekere feiten niet publiek te makeu, die u mij eenigen tijd geleden zoo vriendelijk waart ter kennis te brengen, ben ik in staat ge weest genoemden winkel tegen buitenge woon lage huur te verkrijgen. Ik hoop de zaak te openen in het begin van het nieu we jaar, te welker tijd, naar ik uit uw woorden heb gemeend te mogen opmaken, een begin zal worden gemaakt met den bouw van een spoorwegstation, de golf banen en het stations-hotel. Ik kan uw Lordschap niet dankbaar genoeg zijn voor uw buitengewone welwillendheid om me zoo'n groote kans te geven, mij, een jon ge man met een oprecht verlangen om te slagen in het leven. U heeft, wat in een gewoon geval een zeer moeilijke taak zou zijn, tot iets betrekkelijk eenvoudigs ge maakt. Zonder uw Lordschap's goedheid om wel tot mij' het woord te willen rich ten op de hei, nu bijna een jaar geleden en zonder de veelvuldige ontmoetingen en gesprekken op dezelfde plaats, zou ik nu niet zoover zijn, dat ik er redelijkerwijs aan kon denken voor me zelf te begin nen. Na nogmaals mijn diepe erkentelijkheid aan uw Lordschap betuigd te hebben ver blijf ik met de meeste hoogachting, Uw Lordschap's onderdanige dienaar, ROBERT BARKER. P.S. Natuurlijk zal ik niet spreken over de overeenkomsten van uw Lordschap met de Spooi*weg-Maatschappij. Mis schien zal het uw Lordschap interessee ren, dat ik, toen ik verleden week in Dambridge was, een heer de opmerking hoorde maken, dat de hei boven Kilbran het meest geschikte golfterrein in geheel Schotland zou zijn en 't zoo jammer was, dat niemand daar de aandacht eens op vestigde! R. B. Ongetwijfeld was deze brief er op be rekend den ontvanger eenige aangename oogenblikken te bezorgen. Lord Lenzie was een vriendelijke en spraakzame oude man, die graag eens een praatje maakte met de bewoners van zijn goederen. Het was hem opgevallen, toen hij Barker op de hei ont moette, hoeveel deze jonge man verschilde van de overige bewoners van het dorp, hoe schrander hij was, hoe verlangend om vooruit te komen. Zulk een jongen ver diende aanmoediging. Lord Lenzie had be sloten een deel van zijn land hij Kilbran te verhuren. De Spoorweg-Maatschappij had daar sterk op aangedrongen en was bereid reclame te maken voor Kilbran als de ideale streek voor de nooit-volprezen golfsport, terwijl het ook een prachtig her stellingsoord was. En toen de vriendelijke, oude man Barker zag aankomen op den Zondag, voor de zaak met de Spoorweg-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5