DE ZEEÜW
Vrouwenhanden
E3IPUROL
TWEEDE BLAD.
GIJ DWAAS
Or, H. Colijn te Groningen.
Uit de Provincie.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
VAN
WOENSDAG 23 MAART 1932, Nr 147.
Dr H. Colijn heeft de vorige week te
Leeuwarden en te Groningen gesproken I
over de crisis.
Omtrent de vergadering te Groningen
schrijft onze N. Pr. Gr. Crt. onder meer:
Wat een imposant gezicht was dat weer:
Woensdagavond in de Noorderkerk in de
Akkerstraat te Groningen! Een tweedui- j
zend menschen waren present. Zooveel
kaarten waren er ook verkocht, nadat 't
bestuur van „Patrimonium" er nog had
laten bijdrukken, staanplaatsen dan na
tuurlijk.
Ongeveer 1400 menschen zitten en een
600 staan. Er hadden er nog wel een paar
honderd bij gekund. Want voor een klein
geruchtje is men niet vervaard.
Twee volle uren lang in gespannen aan
dacht. Met niet een onderbreking, zooals
des Zondags in de kerk, wanneer de dienst
toch maar IK uur duurt. Volle aandacht.
Muisstil in de kerk, zoodat Dr Colijn niet
eens zijn stem behoefde uit te zetten.
Waartoe hij ook geen moeite deed.
Gespannen aandacht. En dat, terwijl een
zeshonderd menschen stonden. Schier
onbewegelijk.
Hoe komt dat toch?
Omdat de leider der A.-R. partij optrad.
Zeker, de heer Colijn sprak voor „Patri
monium", waarin ook niet- anti-rev. zich
bevinden en in de kerk waren, naar men
mij vertelde, liberalen aanwezig, men sprak
zelfs van communisten (nu, zij kunnen
beter naar zoo'n speech luisteren, dan
naar een Wijnkoop of de Visser!) maar
we mogen toch wel zeggen, dat de belang
stelling gold den leider der A.-R. partij,
den opvolger van Dr. Kuyper.
We doen niet aan menschenvergoding.
Maar we danken God, dat Hij ons in deze
tijden een man, als Dr Colijn, heeft ge
geven, die met vaste hand, het A.-R.
scheepje voert door de branding, die thans
zoo heftig is.
Colijn komt! En och, dan weten we het
wel. De zaal of de kerk stroomt vol. Want
dan faooren we een mooie speech. Dan
gaan we weer verrijkt huiswaarts. Dan
weten we weer: het is in orde; we hebben
een leider, die er zijn mag en op wien wij
ten volle vertrouwen kunnen.
Met onverflauwde belangstelling werd
geluisterd. De oogen der honderden waren
geen moment van den spreker af.
Hoe komt dat toch? Een redenaar met
oratorisch talent, als b.v. Kuyper en Iden-
Lurg, is de heer Colijn niet. En toch volgt
men hem met klimmende belangstelling,
hangt men aan zijn lippen.
De reden? Ik meen, dat die hierin is ge
legen, dat daar staat te spreken een man,
dip niet alleen precies weet, wat hij wil,
maar die ook op de hoogte der zaken is,
die ze doorschouwt in de lengte en in de
breedte en m de diepte.
En verder: een man met een overtui
ging, die van geen wankelen weet. Zóó,
dat elk voelt, zelfs al zou hij het gespro
kene niet kunnen volgen: dat is een man,
op wien te bouwen valt.
Daarbij komt dan nog, dat elk hem vol
gen kan. 'k Hoorde nog niet zoo lang ge
leden een economische speech van een
knap man. Maar hij kon mij niet boeien.
En velen niet. Daar was een aaneenscha
keling van vaktermen en uitdrukkingen.
Een geleerd betoog, waarvan een leek om
ver rolde. En een kennis zeide me later:
't was zóó geleerd, dat de spreker het zélf
niet begreep.
Nu zou ik dat niet gaarne nazeggen.
Maar zeker is, dat men bij den heer Colijn
geen last van iets dergelijks zal hebben.
Hij verklaart alles zoo glashelder, dat je
zegt: hoe eenvoudig is het toch alles. Ja,
eenvoudig. Maar de kunst is het nu juist,
om het zóó te zeggen, dat ieder het be
grijpt! En die gave is den heer Colijn in
hooge mate geschonken.
Om al die reden is hij onder ons (en,
als het voorkomt, ook buiten onzen kring)
een gevierd spreker.
Alleen om die? Neen, om nog meerdere.
Daar is een spreker, die niet van humbug
houdt; die den menschen niet in het gevlei
komt, maar eerlijk en oprecht zijn mee
ning zegt, ook al weet hij van te voren,
gevoeligheden te zullen opwekken. En
tenslotte wil dat er bij de menschen in.
Volksagitators mogen even trekken, als de
teleurstelling komt (en die komt!) wendt
de massa zich af. Een man, als Colijn, die
niets heeft beloofd, die een „basgeluid"
heeft doen hooren, blijft de volle achting
behouden. Omdat hij altijd torenhoog bo
ven de massa stond.
En eindelijk, om niet meer te noemen,
wij gaan in drommen Colijn hooren, om
dat hij onze erkende leider is. 't Is geen
toeval, dat in deze tijden, waarin de eco
nomie het hoogste woord voert, wij juist
dezen leider hebben. Dat is het bestel van
onzen God. En wij kunnen er den Heere
niet dankbaar genoeg voor zijn. Wij weten,
dat daar één der onzen staat te spreken,
een man van nationale en internationale
bekend- én beroemdheid, maar een, die
zegt, uit den grond van zijn hart, tot die
honderden uit alle rang en stand, meest
eenvoudigen, niet vele rijken, niet vele ede
len: „broeders en zusters."
Dan voelen wij den band, die ons allen
bindt, onverschillig in wat maatschappe
lijke functie we zijn geplaatst en wat onze
werkkring zij.
Ook Woensdagavond hebben wij dien
band weer gevoeld, toen daar de ontroe
rende peroratie van den kansel klonk, die
alles op hooger, geestelijk plan zette: het
geloof in het bestuur van den Almachti-
gen God.
Daar ziet de machtige Zweedsche luci
ferskoning geen uitkomst meer: hij grijpt
de revolver. Daar is een beroemd Ameri-
kaansche uitvinder, die zijn taak vindt af
gedaan, levenszat is- hij grijpt de revolver.
Feiten van de afgeloopen week.
Neen, zegt de spreker vau Woensdag
avond: de handen gevouwen, hart en oog
omhoog: „Wacht dan, ja wacht, verlaat
u op den Heerl"
Was het moment, waarop dat machtige
psalmvers werd opgezonden, niet ontroe
rend?
Wat een mooie avond! En toch hebben
we niets gekregen. Er is niets beloofd. Er
is niet gezegd, dat de economische crisis
binnenkort verdwijnen zal. Er is wel ge
zegd, dat wij daarop niet rekenen moeten;
dat we naar beneden moeten.
En toch een mooie avond! Vreemd? Dat
verstaat alleen het geloof.
DE ZONDAGSSLUITING IN GEVAAR.
Met nadruk vraagt „Ons Beginsel", het
orgaan van Chr. Kantoor- en Handels-
fa. dienden de aandacht van de Christe
lijke pers en der geestverwante raads
leden voor het gevaar dat er dreigt met
betrekking tot de Zondagssluiting als
straks op 1 Mei, de winkelsluitingswet in
werking treedt.
We verleenen gaarne onze medewer
king om deze waarschuwing in ruimer
kring te doen uitgaan zegt de „Rotter
dammer".
Artikel 2 van de Winkelsluitingswet be
paalt kort en bondig dat het verboden is
een winkel voor het publiek geopend te
hebben gedurende den Zondag.
Dat is volkomen in orde. En het stemt
dankbaar, dat er in ons land nauwlijks
verzet rijst tegen deze bepaling. Dat is,
bewust of onbewust, de invloed van de
Christelijke beginselen in ons volksleven.
Terecht of ten onrechte, die vraag is
thans niet aan de orde, laat artikel 4 der
wet op deze mooie regel uitzonderingen
toe.
Die uitzonderingen betreffen voorna
melijk de melk-, visch- en fruitwinkels,
die op Zondag tot 12 uur en de winkels,
waar uitsluitend of in hoofdzaak Brood,
banket, suikerwerk en chocolade wordt
verkocht, die des Zondags gedurende ten
hoogste vier achtereenvolgende uren ge
opend mogen zijn.
Dat deze uitzonderingen noodig zijn, of
noodig geacht worden, is jammer, maar
hier is althans een limiet gesteld. Deze
met name aangeduide winkels mogen
hoogstens vier achtereenvolgende uren
geopend zijn.
Erger, zegt „Ons Beginsel" staat het
echter met art. 9 lid 1, waar gezegd
wordt:
„Indien bijzondere omstandigheden af-
wijkingen van bepalingen dezer wet in
een gemeente gewenscht maken, kunnen
deze afwijkingen door den gemeenteraad
onder Onze goedkeuring worden vast
gesteld."
Ons land heeft een zeer gemengde be
volking en in de onderscheiden deelen
zijn vaak groote tegenstellingen. Daarmee
wilde de wetgever blijkbaar rekening hou
den door in art. 9 de mogelijkheid open
te stelllen om afwijkingen van de alge
meens regel ongelimiteerd toe te laten,
behoudens goedkeuring door de Kroon.
Maar indien hiervan een royaal gebruik
wordt gemaakt, wat blijft er dan over van
de beoogde Zondagsrust? In Dordrecht
deed men reeds pogingen in die richting,
maar de raad was zoo verstandig om me
dewerking te weigeren. In andere ge
meenten zou het echter wel eens anders
kunnen gaan.
Vooral op sigarenwinkels zal men de
aandacht concentreeren.
Ten onrechte evenwel. En het is goed,
„er aan te herinneren, dat zeer veel si
garenwinkels worden beheerd door fi
liaalhouders, die tot dusverre alle zeven
dagen per week werken en aan wie de
Winkelsluitingswet de vrije Zondag
brengt. De sigarenwinkeliers zijn georga
niseerd in een landelijke vakorganisatie.
Deze vakorganisatie van winkeliers is bij i
het tot stand komen der wet accoord ge- i
gaan met sluiting der sigarenwinkels op
Zondag. Zij heeft er zich niet tegen ver
zet."
Er bestaat derhalve geen enkele reden
om voor de sigarenwinkeliers een uitzon
dering toe te staan (dit consumptie-arti
kel is belegen beter dan versch!) en iri
't algemeen mogen onze raadsleden er te
gen waken om door uitzonderingsbepa
lingen de goede werking der winkelslui
tingswet, wat de Zondagsrust betreft, il
lusoir te maken.
STEUN AAN DE SUIKERBIETEN
TEELT.
Een beperkte hoeveelheid garantie nog
beschikbaar.
Wij vernemen van bevoegde zijde,
dat binnen eenige weken de bewijzen van
recht op levering van garantiebieten door
de „Commissie inzake Steun aan de Sui
kerbietenteelt" zullen worden toegezon
den. Aan de tot nu toe 'ingediende aan
vragen om Rijksgarantie kan geheel wor
den voldaan met uitzondering van eenige
speciale gevallen, waarover door de com
missie met de betrokkenen wordt gecor
respondeerd.
Er is thans nog voor personen, die zelf
bieten willen telen, een beperkte hoe
veelheid garantie beschikbaar. Zij, die
daarvan gebruik willen maken worden
uitgenoodigd, onverwijld hunne daartoe
strekkende aanvragen ip te dienen bij het
bureau der Commissie, Zuidzijde Haven
57 te Bergen-op-Zoom. Over deze aan
vragen zal op korten termijn door de
Commissie worden beslist.
BEZUINIGINGSMAATREGELEN,
Voorstellen van de bezuiningscommissie
Weiter. Er zou ongeveer 120 millioen
gulden bezuinigd moeten worden.
Het Nederl. Correspondentiebureau in
Den Haag meldt:
Naar wij vernemen zal binnen korten
tijd de bezuinigingscommissie-Weiter een
plenaire zitting houden, waarin haar rap
port, aan de Kroon uit te brengen, defini
tief zal worden vastgesteld.
Over den inhoud van het rapport doen
vele geruchten de ronde, welke voor een
deel hun grond vinden in de besprekin-
gen, die de commissie met enkele groepen
I van belanghebbenden heeft gevoerd. Naar
ons in verband hiermede ter oore kwam,
zou de commissie tot de conclusie zijn ge-
komen, dat tot een bedrag van ongeveer
120 millioen gulden op de staatsuitgaven
bezuinigd moet worden.
Dit bedrag zal moeten gevonden worden
door een reeks van maatregelen, waaron-
j der salarisverlaging voor de rijksambte
naren over de geheele linie en inkrimping
van het ambtenarenkorps door vervroeg
de pensionneering.
De commissie zou voor elk departement
een bepaald percentage, dat dit in de be
zuiniging heeft op te brengen, vastgesteld
hebben. Daarbij zou het in de bedoeling lig
gen, een zeer ver doorgevoerde verminde
ring van de uitgaven voor materieel voor
te stellen, benevens wijziging, opheffing en
combinatie van verschillende dienstvak
ken.
De departementen van defensie en van
onderwijs, kunsten en wetenschappen zou
den vooral een belangrijk contingent bij de
bezuiniging moeten leveren.
Wat het onderwijs betreft, moet het
voornemen bestaan, voor te stellen, in de
lagere klassen de onderwijskrachten te
vervangen door hulponderwijzers, die een
mindere bevoegdheid bezitten en lager ge
salarieerd zullen worden.
Deze gegevens, welke geen officieel en
ook geen officieus karakter dragen, wor
den slechts onder voorbehoud verstrekt.
Krabbendijke. Zondagavond werd in het
veilingsgebouw alhier een Evangelisatie
samenkomst gehouden, die in allo opzich
ten uitstekend is geslaagd. Er was veel
belangstelling en met groote aandacht
werd geluisterd naar de ernstige tijdrede
van den spreker voor dezen avond, Ds J.
Hetebrij van Rilland-Bath, die het onder
werp behandelde: De groote crisis-vraag
en de eenige oplossing!
Aan het einde der vergadering deelde de
spreker mede, dat het voornemen bestaat,
om op 3 April en 17 April D.V. weer zulke
samenkomsten te houden aan dezelfde
plaats, waar dan ook weer dezelfde spre
ker hoopt op te treden.
Kruiningei». De A. R. Kiesvereeniging
kwam Maandagavond in Jaarvergadering
bijeen onder voorzitterschap van dhr J.
Verijzer. Uit het jaarverslag van den se
cretaris bleek, dat de opkomst der leden
bevredigend genoemd kan worden. Uit het
jaarverslag van den penningmeester bleek
dat er nog een klein batig saldo is. De af
tredende bestuursleden, dhrn C. Holle-
stelle en F. Verhagen werden herkozen.
Door dhr Verhagen werd behandeld:
„Burgerlijke of Kerkelijke Politiek". Hier
over werden nog enkele vragen gesteld en
beantwoord.
Tenslotte gaf de voorzitter verslag over
de vergadering der Centrale van A. R.
kiesvereenigingen, gehouden te Goes.
Colijnsplaat. Maandagavond vergaderde
alhier de afd. Colijnsplaat van Vrederust,
onder leiding van den vice-voorzitter Ds
F. Staal. Deze opende op de gebruikelijke
wijze en hield daarna een inleiding over
het werk der barmhartigheid in het ver
plegen van geesteskranken.
Uit het verslag van den wnd. pennning-
meester bleek, dat in kas is f 9.18. Dit
goed slot is ontstaan, omdat in 1930 en
1931 geen afgevaardigden naar de jaar
vergadering zijn geweest. Daar er maar 2
bestuursleden zijn, wordt een nieuw be
stuur samengesteld als volgt: Ds F. Staal,
voorzitter; J. van Dis, secretaris; W. Pot-
appel, penningmeester; S. de Regt Pz. en
M. Provoost, bestuursleden. Besloten werd
den volgenden winter een spreker voor de
afdeeling te doen. optreden.
Ingezonden Mededeeling.
blijven ondanks alle huishoudelijke arbeid
gaaf, zacht en blank door
Tragisch sterfgeval. Maan
dagmorgen had op de begraafplaats Rijn
hof te Oegstgeest een droevig sterfegeval
plaats. De 55-jarige L., wonende te Lei
den, maakte zich met een aantal dragers
gereed om een baar naar bet graf te
dragen. Plotseling zakte hij ineen en bleek
overleden; vermoedelijk aan hartverlam
ming.
Eigenaardig motorongeluk
te Maasland. Maandagavond is te
Maasland een eigenaardig motor-ongeluk
gebeurd, dat intusschen voor het slacht
offer ernstige gevolgen heeft gehad.
Zekere M., een jongeman, wilde even
buiten het dorp een wagen, dien hij ach
terop reed, passeeren. Toen hij daartoe
naar links uithaalde en achter de kar
vandaan kwam, zag hij plotseling een van
den tegenovergestelden kant komend
paard met wagen voor zich en eer iemand
begreep wat er gebeurde, schoot M. met
zijn motor onder het paard door, Aan den
anderen kant sloeg hij echter met een
smak tegen den grond, waar hij ernstig
gewond bleef liggen. Het bleek, dat zijn
borstkas ingedrukt en een been gebroken
was, terwijl een der oogen vrijwel uit het
hoofd gerukt was. In zorgvollen toestand
is de ongelukkige naar zijn woning ver
voerd.
Prauw omgeslagen. Van de
49 opvarenden 29 gered. Zondag
middag sloeg op de reede van Soerabaja
ter hoogte van Semampir ten gevolge van
hevigen wind een prauw om, waarin zich
49 personen bevonden.
De „Benkoelen" van de K. P. M., welke
uitvoer, draaide onmiddellijk bij en redde
26 der opvarenden, waarvan verscheide-
nen reeds bewusteloos waren. De hoofd
machinist verleende de eerste hulp. De
politie, die om hulp werd geseind, zond
motorbooten ter assistentie. Vier lijken
werden geborgen, terwijl ook nog drie
drenkelingen werden gered. Op dit oogen-
blik worden nog 16 slachtoffers vermist.
Een bloedig drama in Bel
gisch plaatsje. Onder den indruk
van het tegen hem aanhangige proces,
heeft zekere de Keuninck, een 68-jarige
bewoner van Cortemarck, die voor den
kantonrechter te Brugge moest verschij
nen, een bloedig misdrijf gepleegd. Reeds
geruimen tijd leefde hij met zijn buren in
ongenoegen over de scheidingslijn van hun
landerijen en nadat zijn buurman een
klacht tegen hem had ingediend, dreigde
hij herhaaldelijk zich op den man te zul
len wreken.
Gistermiddag kwam hij gewapend met
een geweer uit zijn woning en begaf zich
naar den tuin van zijn buurman, waar
deze aan het werk was. Onmiddellijk loste
de K. een schot, dat zijn buurman doode-
lijk verwondde. Op het gerucht van de
losbarsting snelde de buurvrouw uit haar
woning om het slachtoffer te helpen, doch
zij werd door een tweede schot getroffen
en is korten tijd daarna eveneens overle
den.
Op het lawaai kwamen de inwoners van
het dorpje op straat en weldra ontstond
onder deze menschen een panische schrik.
De dader wandelde met het geweer aan
den schouder op den weg. Ondertusschen
was een geneesheer ter plaatse verschenen
doch toen deze de slachtoffers wilde na
deren, richtte de dader zijn geweer op
hem, zoodat de dokter zich moest terug
trekken. Eenige oogenblikken nadien ging
de moordenaar aan den kant van den weg
zitten. Belangstellende dorpelingen kwa
men op hem toe. Op dat oogenblik richtte
hij zich op en vuurde zijn geweer af op
twee vrouwen, die beiden werden gekwetst.
Intusschen was de marechaussee ver
schenen. Een aantal beambten liep naar
den dader toe, die daarop zijn geweer op
nieuw afvuurde. Een van de marechaus
sees werd licht gewond. Toen trok de com
mandant der gendarmerie zijn revolver en
wist den dader met twee schoten onscha
delijk te maken. Zwaar gewond werd hij
opgenomen en met de twee gewonde vrou
wen naar het ziekenhuis te Brugge over
gebracht.
Verduistering in dienst
betrekking. Voor de Utrechtsche
rechtbank had zich gisteren te verant
woorden de 25-jarige administrateur van
het Waterleidingbedrijf te Amerongen,
wegens verduistering in dienstbetrekking
van f'5320 ten nadeele van de gemeente
Amerongen.
Het bleek, dat verdachte, die reeds twee
jaar deze functie bekleedde, een salaris
genoot van f 300 per jaar. Voorts kwam
aan het licht dat de gemeente-ontvanger
verdachte geld te leen had gegeven, waar
door bij controle de kas steeds klopte.
De officier wilde met de omstandig
heden rekening houden en eischte één
jaar.
Automatisch stoppen van
een trein. Verleden Zondag zijn op
de spoorlijn NogueraPallaresa bij het
station Termens proeven genomen met een
apparaat waardoor een trein, ook al rijdt
hij met volle vaart, op een afstand van
tachtig meter voor een overweg automa-
Maatschappij beslist werd, zei hij tot zich
zelf: „Wat een gelegenheid voor een
schranderen ondernemenden jongen man
om vooruit te komen. Ik denk er hard over
hem een kans te geven". Wat, zooals we
gezien hebben, zijn Lordschap ook gedaan
had.
In zijn brief, zooals de lezer misschien
opgemerkt heeft, sprak Barker over
„zoo'n groote kans". Toch was hij Lord
Lenzie niet werkelijk dankbaar. Hij had
geen warme jongensachtige droomen om
op den een of anderen dag, hoe dat komt
er niet op aan, den ouden heer zijn erken
telijkheid te bewijzen. Daarvoor was hij
veel te nuchter zakenman. Zijn Lordschap
had hem een wenk gegeven, die heel wat
waard was. maar hem niets kostte, rede
neerde hij. Dat was al. De weg naar succes
is een harde weg en de reiziger, die op een
zijpad afdwaalt om van de natuur te ge
nieten, maakt den afstand tot het einddoel
slechts grooter.
HOOFDSTUK III.
Barker's onderhoud met zijn advocaat
was kort. Mijnheer Brand, een man op
leeftijd met een kleine praktijk, was ont
steld over het volkomen gebrek aan ge
voel van den jongen man. Hij had zelf ook
zoon*.
(Wordt vervolgd.)
Vrij naar het Engelsch.
van JOHN JOY BELL.
6) -o-
Er wordt vaak beweerd, dat men een
man kent aan zijn vrienden. Maar als
hij geen vrienden heeft, loont het mis
schien wel de moeite eens te kijken naar
de boeken, die hij leest. Robert Barker's
boekenschat was maar zeer klein en niet
van groote waarde. Men vond er geen
klassieken, reisverhalen, gedichten of ro
mans. Slechts boeken ter algemeens ont
wikkeling vond men er, handelscorrespon
dentie, een brievengids en dergelijke.
Na zijn maaltijd beëindigd te hebben,
schoof Robert zijn stoel naar het andere
eind van de tafel en haalde pen en inkt
te voorschijn. Daarna haalde hij van on
der de canape een ijzeren kistje te voor
schijn en opende het letterslot. Eenige
aanteekenboeken en korte briefjes wen
den zichtbaar.
Barker ging zitten en nam het tele
gram weer op. Hij vouwde het open en
keek er nadenkend naar. Het was van
een advocaat uit Edinburg en kort:
„Henry Barker «tierf plotseling vier uur
twintig. Verwacht u morgenochtend
vroeg Brand."
Langzaam vouwde hij het weer toe,
schreef er in duidelijk handschrift
„Henry Barker" op met den datum,
droogde de inkt en legde het ter zijde.
Dan zuchtte hij, maar niet moedeloos.
Het is altijd een troostende gedachte,
dat we juist op tijd gekomen zijn.
Hij ging eens gemakkelijk zitten om
een brief aan Lord Lenzie te schrijven.
Hij had reeds bij verschillende gelegenhe
den met den landeigenaar gecorrespon
deerd en een zekere gemeenzaamheid, om
niet te zeggen, een steeds groeiend gevoel
van geringschatting voor dit onbeduidend
personage maakten de hulp van het brie
venboek op de boekenplank onnoodig. Het
epistel luidde als volgt:
„De vriendelijke belangstelling, die uwe
Lordschap in mijn zaken getoond heeft,
gevoegd bij mijn belofte aan uw Lord
schap op den vijfden laatstleden, geven
mij een verontschuldiging voor mijn vrij
moedigheid, dat ik mij' tot u wend. U ver
langde dat ik u op de hoogte zou houden
van mijn zaken en nu heb ik de eer de
volgende bijzonderheden mede te deelen,
n.l. dat ik niet langer in dienst ben
van den heer Duncan Glen en dat ik den
winkel, toebehoorend aan den heer Wil
liam Waddell, voor een tijdvak van ze
ven jaar gehuurd heb. Dank zij de wel
willendheid van uw Lordschap om zekere
feiten niet publiek te makeu, die u mij
eenigen tijd geleden zoo vriendelijk waart
ter kennis te brengen, ben ik in staat ge
weest genoemden winkel tegen buitenge
woon lage huur te verkrijgen. Ik hoop de
zaak te openen in het begin van het nieu
we jaar, te welker tijd, naar ik uit uw
woorden heb gemeend te mogen opmaken,
een begin zal worden gemaakt met den
bouw van een spoorwegstation, de golf
banen en het stations-hotel. Ik kan uw
Lordschap niet dankbaar genoeg zijn voor
uw buitengewone welwillendheid om me
zoo'n groote kans te geven, mij, een jon
ge man met een oprecht verlangen om te
slagen in het leven. U heeft, wat in een
gewoon geval een zeer moeilijke taak zou
zijn, tot iets betrekkelijk eenvoudigs ge
maakt. Zonder uw Lordschap's goedheid
om wel tot mij' het woord te willen rich
ten op de hei, nu bijna een jaar geleden
en zonder de veelvuldige ontmoetingen en
gesprekken op dezelfde plaats, zou ik nu
niet zoover zijn, dat ik er redelijkerwijs
aan kon denken voor me zelf te begin
nen.
Na nogmaals mijn diepe erkentelijkheid
aan uw Lordschap betuigd te hebben ver
blijf ik met de meeste hoogachting,
Uw Lordschap's onderdanige dienaar,
ROBERT BARKER.
P.S. Natuurlijk zal ik niet spreken over
de overeenkomsten van uw Lordschap
met de Spooi*weg-Maatschappij. Mis
schien zal het uw Lordschap interessee
ren, dat ik, toen ik verleden week in
Dambridge was, een heer de opmerking
hoorde maken, dat de hei boven Kilbran
het meest geschikte golfterrein in geheel
Schotland zou zijn en 't zoo jammer was,
dat niemand daar de aandacht eens op
vestigde!
R. B.
Ongetwijfeld was deze brief er op be
rekend den ontvanger eenige aangename
oogenblikken te bezorgen. Lord Lenzie was
een vriendelijke en spraakzame oude man,
die graag eens een praatje maakte met de
bewoners van zijn goederen. Het was hem
opgevallen, toen hij Barker op de hei ont
moette, hoeveel deze jonge man verschilde
van de overige bewoners van het dorp, hoe
schrander hij was, hoe verlangend om
vooruit te komen. Zulk een jongen ver
diende aanmoediging. Lord Lenzie had be
sloten een deel van zijn land hij Kilbran
te verhuren. De Spoorweg-Maatschappij
had daar sterk op aangedrongen en was
bereid reclame te maken voor Kilbran als
de ideale streek voor de nooit-volprezen
golfsport, terwijl het ook een prachtig her
stellingsoord was. En toen de vriendelijke,
oude man Barker zag aankomen op den
Zondag, voor de zaak met de Spoorweg-