OE ZEEUW
Uit de Provincie
TWEEDE BLAD.
Staten-Generaal
Gebroken Bakken
Verdrijf Uw Rheumatiek
Jkker* Kloos terbalsem
de interpellant te -weinig waarde hecht
aan het verband tusschen in- en uitvoer.
Geen enkel land zal op den duur kunnen
uitvoeren als het niet tevens invoert. En
een zoo sterke beperking van den invoer
als de interpellant wil, zal van grooten in
vloed zijn op den uitvoer.
In de quaestie van de toepassing der
meestbegunstigingsbepaling is spr. het wel
met den interpellant eens. De Regeering
en spr. hebben dat beginsel steeds verde
digd in den algemeenen onbeperkten zin,
zelfs nog toen er elders reeds kentering
ontstond en dit niet alleen op het terrein
van de tarieven, maar ook ten aanzien
van andere handelsbelemmeringen.
Zonder protest heeft men steeds berust
in onbeduidende ontduikingen. Alleen in
de laatste anderhalf jaar zijn de pogingen
om tot ontduikingen te komen belangrijker
geworden. Men is tot de overtuiging ge
komen, dat de onbeperkte meestbegunsti
ging niet meer is door te voeren. Is het nu
gewenscht, dat wij ons blijven verzetten
tegen het streven om aan die meestbegun-
stigingsclausule een gewijzigde toepassing
te geven, of moeten wij dit steunen? Wij
moeten wel bedenken, dat onze uitvoer
voor 80 pet. geconcentreerd is op vier
landen. Met die vier landen moeten wij
daarom trachten tot een gunstiger verdrag
te komen.
Of met de deviezencontrole ook de meest-
begunstigingsclausule wordt toegepast, is
moeilijk uit te maken. Maar ook ten aan
zien van de contingenteering is die con
trole moeilijk, want er zijn landen welke
hun contingenteeringsmaatregelen niet pu-
bliceeren en in flagranten strijd handelen
met het meestbegunstigingsbeginsel. Ge
streefd moet dus worden tot een ruimere
toepassing van dat beginsel te geraken.
0 p e n 1 ij k en met de handhaving der be
staande verdragen.
In Duitschland is Woensdag het 1000
tarief afgekondigd en daarom moet dit
streven openlijk geschieden.
De heer Van der Waerden (S.D.
A.P.) sluit zich gaarne aan bij den minis
ter, die vrij positief alle desiderata van
den heer Kortenhorst heeft afgéwozen.
De heer Snoeck Henkemans (C.-
H.) kan zich meer vereenigen met het
standpunt van den minister, dan met de
sombere uiteenzettingen van den heer
Kortenhorst.
Intusschen lijkt bij nadere beschouwing
het verschil tusschen de Regeering en den
interpellant niet zoo heel groot.
De Minister merkte nog op, dat
wegneming van de bemoeilijking van onze
handelspolitiek wellicht zal moeten gaan
langs den weg van een gewijzigde opvat
ting en toepassing van de meestbegunsti-
ging. De Regeering wil de ontwikkeling
van die richting met alle aandacht na
gaan.
i
Afd. Zeeland Vereen, van Ned. Gemeenten
Destructie van vleesch.
Uit het jaarverslag over 1931 van de
af deeling Zeeland van de Vereeniging van
Nederlandsche gemeenten blijkt, dat het
aantal leden der afdeeling is gestegen tot
70 (v. j. 67). 39 Zeeuwsche gemeenten zijn
dus nog geen lid.
De door de Zeeuwsche Landbouw Maat
schappij ingestelde commisie voor het on
derzoek naar de meest geweuschte wijze,
waarop de vleeschdestructie in Zeeland
kan plaats hebben voor genoemde af
deeling bad in die commissie zitting Dr
A. J. J. M. Mes, burgemeester van Hein-
kenszand beeft haar studie beëindigd
en komt tot de conclusie, dat de landbouw
organisaties in Zeeland in verband met
de tijdsomstandigheden de uitvoering niet
op zich kunnen nemen. Het hoofdbestuur
der Z. L. M. heeft zich met de conclusie
vereenigd en besloot daarom de uitvoe
ring van de destructie niet in eigen be
heer te nemen. Het rapport der commis
sie is ter kennis gebracht van de directie
der Vereeniging van Nederlandsche ge
meenten. Genoemde directie beeft mede
gedeeld, dat het wenschelijk is, een be
spreking te "houden tusschen het bestuur
der afdeeling Zeeland, de N. V. Termo-
Cheinische fabrieken, de Noord-Brabant-
scben Christelijken boerenbond en de di
rectie van Nederlandsche gemeenten, zoo
dra er omtrent de plannen van de Regee
ring meer vaststaat. Het bestuur der af
deeling is n.l. van meening, dat een op
lossing van dit moeilijke vraagstuk is te
vinden, indien met geldelijken steun van
bet Rijk deze zaak ter hand kan worden
genomen.
DE RADIODOKTER,' steeds en over
al te ontbieden. J. M. Polderman, Groote
Markt, Goes. Tel. 129. (Adv.)
Hansweert Het zeilschip „Emmanuel"
schipper Vermeulen van Middelburg is
gistermorgen nabij Bath aan den grond
gevaren en blijven zitten. Bergingsvaartui
gen zijn van hier vertrokken om te trach-
Rijkstoezicht, de heer Abeleven, als de
inspecteur van G.V.O., ds Steinz, spraken
hartelijke woorden van gelukwensch,
doch tevens zeer waardeerende woorden
over het onderwijs den leerlingen gege
ven. De onderwijzer v. d. Linde, die voor
de laatste .naai als onderwijzer den
ouderavond bijwoonde, vertelde een en
ander over zijn reis naar Zwitserland,
eveneens verduidelijkt door lichtbeelden,
terwijl de onderwijzers v. Dalsen en Taal
ieder een voordracht ten beste gaven. Dhr
Jan Bierens vertelde van de moeilijkhe
den bij de beroepskeuze onzer kinderen.
Het was een zeer druk bezochte, (ruim
80 menschen waren aanwezig) uitstekend
geslaagde, gezellige avond.
Baarland. Woensdagavond hield de
Ghr. Jongensclub „Johannes" haar 4de
jaarvergadering. Nadat gezongen was Ps.
Ingezonden Mededeeling.
Wees er vlug bijl Bij de eerste pijnlijke scheut in armen,
beenen of lendenen, wrijf U dan onmiddellijk met Akker's
Kloosterbalsem, het vanouds bekende en beproefde wrijf-
middel, dat al zooveel goede diensten bij rheumatiek heeft
bewezen. Tot diep in de weefsels voelt Ge dan de wel
dadige. genezende werking en de pijnen verdwijnen.
ten het schip met hoog water vlot te slee
pen, hetgeen ook mocht gelukken.
's-Gravenpolder. Donderdagavond trad
in 't Zondagsschoollokaal der Ned. Herv.
Kerk voor den Ned. Ghr. Landarbeiders-
bond op Ds Iletebrij van Rilland.
Dhr G. van de Velde, waarnemend voor
zitter, heette allen welkom en gaf 't woord
aan den spreker, die de vergadering met
gebed opende. Daarna deelde spr. mede,
dat een lid van bet hoofdbestuur verhin
derd was en. dat bij daarom diens plaats
verving.
Spr. handelde achtereenvolgens over:
„Der arbeiders nood, der arbeiders plicht,
der arbeiders recht". Die levensnood be
gon reeds bij de zonde in het paradijs. En
nu zijn wij als christenen verplicht om
gezamenlijk elkanders nooden te lenigen.
Dat eischt, de christelijke liefde. Het recht
en de plicht der arbeiders is, om door or
ganisatie zoo veel te verkrijgen, dat het
lichaam behoorlijk kan onderhouden wor
den, want we zijn volgens den Catechis
mus mot lichaam en ziel het eigendom
van Christus. Met aandacht werd deze
rede aangehoord. De opkomst was we
derom groot. Het gebouw was geheel ge
vuld. Eenige leden traden nog toe, zoodat
de vereeniging thans 29 leden telt. En er
zullen nog wel meerderen volgen. Het be
stuur bestaat uit: G. van de Velde, voor
zitter; P. Braam, secretaris; G. Jacobusse,
penningmeester; Joh. Lokerse en L. van
Li erop.
's-Heerenhoek. Woensdag j.l. werd in
de openbare school door dhr J. Wester-
weele, de bazaar geopend, die gehouden
wordt met het doel om enkele verbeterin
gen aan het kerkgebouw aan te brengen.
Bij de opening merkten wij op de kerk
voogden en leden van den Kerkeraad.
De burgemeester was door ambtsbezig
heden verhinderd. De opkomst was zeer
1 groot. Veel moois was te zien en te koop.
Zaterdag is het de laatste dag.
Biezelinge. Woensdag hield de Herv.
Ghr. school alhier haar ouderavond. Deze
vergadering droeg een eenigszins feeste
lijk karakter, wijl het 10-jarig bestaan
herdacht werd. Ds T. Jonker van Marrum
hield een feestrede naar aanleiding van
Joh. 10: 9. Hierop vertolkte het hoofd der
school in woord en beeld (met lichtbeel
den) de geschiedenis der school, waarna
door de onderwijzeres een bijdrage werd
geleverd. Zoowel de inspecteur van het
89 1, heet de voorzitter allen hartelijk
welkom. Ook was aanwezig ds v. d. Loos,
oprichter dezer vereeniging, alsmede de
Kerkeraad en afgevaardigden van enkele
vereenigingen.
De eere-voorzitter, Ds Hulsbergen, had
verder de leiding en hield een bespreking
over Prediker 12. Hierna volgden de feli
citaties van den Kerkeraad en vereeni
gingen. Secretaris en penningmeester
brachten verslag uit. Uit dat van den
secretaris bleek, dat de vereeniging veel
moeilijkheden bad ondervonden in bet af-
geloopen jaar. De voorzitter J. den Hol
lander Jr, hield een bespreking over het
werk van het N. J. V., waarvoor ook een
collecte werd gehouden, die f 4.25 opbracht
Verder werd de avond gevuld met voor
drachten, twee tableaux en een opstel van
den secretaris, dhr C. Dronkers, over:
„David". Ook Ds v. d. -Loos sprak nog
hartelijke woorden tot de vereeniging en
de aanwezigen. Het was een gezellige
avond.
Waarde. Woensdag j.l. hield de Chr.
J. V., afdeeling van het N. J. V. een pro-
paganda-avond in de Ned. Herv. kerk.
Ds Hoogenraad sprak een openings
woord. Dhr H. Gordau, secretaris van het
N. J. V., sprak over: „Om op God te let
ten".
In de pauze gaf de Christelijke Zang-
vereeniging enkele nummers ten beste.
Daarna trad als spreker op Ds van
Selms van Hansweert, die tot onderwerp
had gekozen: „Palestina van vroeger en
thans".
Er was een talrijk opgekomen publiek.
Wissenkerke. Woensdagavond werd de
jaarvergadering gehouden van de Kna-
penvereeniging „Benjamin" en de Jonge-
lingsvereeniging „In Gods Woord zij onze
kracht". De vergadering werd geopend
door den leider J. Boot, die de ouders op
het hart drukte, om hun kinderen te hel
pen bij het Bijbelonderzoek. Na dit ope
ningswoord werden er verschillende op
stellen voorgelezen, die met aandacht be
luisterd werden. In de pauze werd een
kopje chocolade aangeboden. Hierna werd
een opstel gelezen door L. Abrahamse,
oud-lid. der Jongelingsvereeniging, over:
„Van het nomadenleven tot de slavernij".
Vervolgens brachten penningmeester en
secretaris hun jaarverslag uit en spraken
de afgevaardigden van verschillende ver
eenigingen hun gelukwenschen uit. Hier-
VAN
VRIJDAG 11 MAART 1932, Nr 137.
EERSTE KAMER.
Begroeting van Arbeid, Handel en
Nijverheid.
Minister Verschuur heeft gis
teren de verschillende sprekers beant
woord.
Ten opzichte van de werkloozen-
kassen merkt spr. o.m. op, dat de maat
regelen voor de werkverschaffing niet op
een lijn kuirnen worden gesteld met de in
dustrie. Door werkverschaffing wordt het
vraagstuk der werkloosheid op zichzelf
niet opgeheven.
Met den minister van Justitie is overleg
gaande omtrent strengere bestraffing van
overtredingen der Veiligheidswet,
die zwaar lichamelijk letsel tengevolge
hebben.
De particuliere bouwers hebben zich
van den bouw van arbeiderswonin
gen vrijwel teruggetrokken sinds boogere
eischen werden gesteld aan dien bouw dan
aan den vroegeren krottenbouw. Daardoor
hebben de gemeenten en woningbouwver-
eenigingen een meer uitgebreide taak ten
deze verkregen.
Op het gebied van de g r o n d s p e c u-
1 a t i e toont het particulier initiatief zich
echter niet op zijn best. In verband daar
mee hebben de Overheidsorganen scherper
te waken tegen misbruik.
Dat het sociale moet gaan bo
ven 't economische, is in ethisch-
tbeoretischen zin niet te ontkennen, .even
min als te ontkennen valt dat het mo
reel® moet gaan boven bet materieele en
de ziel boven het lichaam.
Wanneer men wijst op de koopkracht
van h o o g e 1 o o n e n, dan is dat vol
komen juist tot het moment, waarop de
toonhoogte werkloosheid gaat produceeren.
Het plan van den heer Keesing tot al-
gemeene wettelijke uitkeering uit belastin
gen enz. bij werkloosheid is eigenlijk niet
meer dan een sprookje, een naïeve socio
logie, die zich losmaakt van de economi
sche consequenties.
Vraagstukken als het juiste loon
peil moeten worden bezien uit een oog
punt v^n productiekracht en concurrentie-
mogelijkheid. Vergelijkingen met vroeger,
zooals zelfs nog maar tien jaar geleden,
kunnen den toets der critiek al niet meer
doorstaan. Het algemeen loonniveau
zal moeten dalen, doch dit is niet het
zelfde als een daling van individueele loo-
nen. Het loon is zeker niet de eenige fac
tor, die de productiekosten beheerscht. De
Hooge Raad van Arbeid is bezig met een
onderzoek ten deze. Wij kunnen contre-
coeur worden gedwongen tot loondaling,
b.v. wanneer in omringende landen een
dergelijke daling is voorgegaan.
Door samenwerking van alle economi
sche krachten moet gezondmaking van het
bedrijfsleven worden bevorderd.
De begrooting werd hierna z.b.s. aan
genomen.
Financiën.
Daarna kwam aan de orde de begroo
ting van Financiën, die na een kort debat
eveneens werd goedgekeurd.
Thans is Justitie aan de beurt.
TWEEDE KAMER.
Indische begrooting.
De Tweede Kamer heeft gisteren de
behandeling van de Indische begrooting
voortgezet, waarbij o.a. de beer Beu-
mer (A.R.) de onbetrouwbaarheid van
de Indische ramingen critiseerde.
'Op die manier moet het in een tijd van
dalende conjunctuur onherroepelijk met
de staatshuishouding vastloopen. En dan
kan spr. er niet toe komen om de salaris
kortingen af te keuren.
FEUILLETON.
door H. Zeeberg.
85) o—
„Zij heeft dat toch niet getoond", zei bij.
„Zij heeft verkeerd gehandeld. Maar
jij ook. En ga nu niet uitpluizen, wie het
meest schuld heeft. Wij moeten kunnen
vergeven, Dolf. Jij moet Gor vergeven, en
zij moet bet jou doen. Wie zal zeggen, of
zjj er niet naar snakt? Je bent bang, dat
zij het oude leventje zal voortzetten. Ik
weet het niet, maar gelooven doe ik het
niet. Zij heeft het een modderpoel ge
noemd. Ik kan mij niet voorstellen, dat zij
naar dien modderpoel zal terugkeeren.
Je moet vergeven, Dolf. En, met God, een
nieuw leven beginnen. Je kruis is dan,
dat je een vrouw zult hebben, die God niet
vreest. Maar voor Hem is niets te won
derlijk, jongen. Bedenk dat steeds. En wees
.hartelijk voor Gor. Zij beeft in haar leven
zoo ontzaggelijk veel gemist. Zij is de
vrucht van een levensbeschouwing, die
met God niet rekent, die, in wezen, gru
welijk en satanisch is. Houd daarmede
rekening en behandel haar als je vrouw."
Hij luisterde vol aandacht naar de sym
pathieke stem van Elsa, die hij steeds zoo
lief had gehad. Hij voelde, dat zij de
waarheid sprak en den goeden wegwees.
Maar zij' wist niet, hoe Cor was opgetre
den vóór, maar vooral in haar huwelijk,
toen zij deed, alsof zij geen man had.
„Zij heeft niet getoond, mij lief te heb
ben", herhaalde hij.
De heer Cramer wil 't universeele mid-
del der sociaal-democraten toepassen, n.l.
groote 'bezuiniging op de uitgaven voor de
defensie, terwijl daarop niet meer te be
zuinigen vlat. Trouwens de beer Cramer
is wel de minst aangewezene om op bezui
niging aan te dringen op uitgaven voor de
defensie en de politie. Dat mag alleen hij
doen, die voor de volle 100 pet. voor de
bevordering der absolute rust en orde is.
Door den beer K u p e r s (S.D.) werden
twee moties ingediend.
In de eerste wordt gezegd, dat de kor
tingen op de salarissen der ambtenaren
een tijdelijk karakter dienen te hebben en
dat zij daarom ongedaan moeten worden
gemaakt, zoodra en voorzoover de Indische
financiën dit zullen veroorloven.
In de tweede wordt gevraagd, dat met
het oog op de verdere lasten, welke naast
de salariskorting nog zullen worden toe
gepast, o.a. de aanstaande crisisheffing,
zoodat de ambtenaren extra zwaar zullen
worden getroffen, de tweede korting van
5 pet., welke op 1 Januari 1932 is inge
gaan niet langer zal duren dan tot 1 Juli
1932.
Vandaag is de Minister aan 't woord.
Onze Handelspolitiek.
Interpellatie van Dr Kortenhorst.
In de avondvergadering heeft
gisteren Dr Kortenhorst (R.K.) geïnter
pelleerd over onze handelspolitiek:. Hij
stelde een aantal vragen, waarvan de
voornaamste was
Is de regeering niet van oordeel, dat de
eenige politiek, die thans nog gevolgd kan
worden om den export van Nederlandsche
producten te behouden en te vergrooten,
gezocht dient te worden in deze richting,
dat onderscheid dient gemaakt te worden
in de behandeling van landen, die onzen
export belemmeren en beletten en andere
landen, die bereid zijn samen met Neder
land tot een herstel van den vrijhandel
mede te werken?
Indien de meestbegunstiging in haar in
tegralen vorm een beletsel vormt om deze
vrijhandelspolitiek te voeren, is de regee
ring dan bereid, dat beletsel weg te
nemen?
Minister Verschuur verklaarde
dat bet zijnerzijds niet zoo gemakkelijk is
te spreken over de stof van deze inter
pellatie. Zou men er in besloten kring
over kunnen spreken, dan ware het an
ders; maar bier moet spr. ook ten over
staan van bet buitenland spreken en dit
levert moeilijkheden op van velerlei aard.
Als een clausule in een handelsverdrag
voor tweeërlei uitleg vatbaar was, zou de
Regeering dat dan openlijk moeten erken
nen?
De interpellant kan ook makkelijker dan
de Regeering de moeilijkheden van ons
hnd in de zwartste kleuren afmalen. Hij
heeft de Regeering voor de moeilijke taak
gesteld: klaarheid te scheppen inzake de
handelspolitiek. Een klaar en duidelijk
standpunt moet de 'Regeering aangeven en
dat in omstandigheden, die van dag tot
dag veranderen. Het is voor de Regeering
zaak de ontwikkeling der 'dingen met
nauwgezetheid te volgen en op de buiten-
ia.n'dsche posten te doen wat onze band
vindt te doen.
Wat de laatste vraag betreft, wat bier
wordt gevraagd beantwoordt aan het oude
Nederlandsche principe: sla je mij, ik sla
je weer, oog om oog en tand om tand.
Intusschen zou bet mogelijk kunnen zijn,
dat wij de hardste klappen zouden krijgen,
zoo dat er met de noodige voorzichtigheid
moet worden opgetreden.
Nu is er eenig verschil tusschen de
meestbegunstiging ten aanzien van de ta
rieven en van de contingenteeringen.
In het slot dezer vraag ligt de quaestie
van een algeheele koersverandering. Daar
voor is thans nog niet 't geschikte oogen-
blik aangebroken. De Regeering volgt ech
ter de ontwikkeling der dingen met groote
nauwgezetheid
De heer Kortenhorst was over het
antwoord van den Minister niet erg tevre
den. Hij sprak de hoop uit, dat het alsnog
tot een meer actieve handelspolitiek zal
komen.
De heer C o 1 ij n (A.R.) betoogde, dat
„Het is wel mogelijk, Dolf. Maar dan
moet je vergeven. Hoe kun je vergen, dat
God jou je zonden vergeeft, terwijl jij Gor
niet vergeven kunt? En wat zij jou heeft
aangedaan, beteekent nog niets bij wat
wij al den dag God aandoen."
Toen Elsa Egbert later vertelde, welk
gesprek zij met Dolf bad gehad, kon bij
alleen zeggen, dat zij goed had gehan
deld.
„Hij begon er zélf over", zeide hij. „Hij
schonk dus vertrouwen en dan kun je ook
vertrouwelijk spreken. Geve God, dat Dolf
èn voor zichzelf èn voor Gor er leering uit
geput beeft."
Hij had blijkbaar Elsa's pleitrede ter
harte genomen. Want toen bij den daar
op volgenden Zaterdag uit Driebergen te
rugkeerde, was bij opgewekter gestemd
dan gewoonlijk.
„Gor maakte het best", zeide bij .„En,
Elsa, zou je Dinsdag den kleinen jongen
mee kunnen nemen? Cor wou hem zoo
graag zien."
„0, Dolf, hoe heerlijkl Ik maak dan de
reis per auto. Dat is gemakkelijker."
HOOFDSTUK XXVH
Even aarzelde Dolf van Lankeren.
Maar dén trok bij met een energieke be
weging de schel van de pastorie over, om
zich weldra te bevinden in bet studeerver
trek van dominé Meinema, die hem met
uitgestoken hand tegemoet trad.
„Wel, Van Lankeren, daar doe je goed
aan, dat je eens met mij komt praten.
Ga zitten, man."
„Ik moet u eerst mijn excuus aanbie
den", zei Dolf. „Ik verdien, dat u mij niet
ontvangen wilde. Toen heb ik u onheusch
behandeld, toen, dien avojïd op mijn ka
mer."
Dominé Hans Meinema lachte gul.
„Ben ik heelemaal niet met je eens. Je
hebt me heel beleefd behandeld toen. En
zeker, als ik in aanmerking neem, dat ik
toen op een slinkscbe wijze op je kamer
gekomen ben. Neen, neen, excuus is uiet
noodig. Wij hadden verschil van meening
maar in volle beleefdheid hebben wij ge
vochten. Ik geloof, dat dat verschil nu
niet meer bestaat, is bet wel, Dolf?"
„Als om te kennen te geven, dat hij ver
trouwelijk wilde zijn, noemde de predikant
hem bij zijn voornaam.
„Neen, dominé, zóó bestaat het verschil
niet meer. Maar ik zit nog in honderd
moeilijkheden en kom u raad vragen."
„Uitstekend, mijn jongen. Ik weet en
heb je er ook gezien, dat je weer geregeld
de kerk bezoekt. Van Elsa en Wagenveld
heb ik vernomen, dat je een zwaren strijd
hebt te strijden. Dat verbaast mij niets.
Een overwinning op den vorst der duis
ternis wordt niet gemakkelijk behaald.
Die kan bloed en tranen kosten. Vertel
mij maar eens, wat je op je hart hebt. Je
moogt alles zeggen, wat je meent, dat ge
zegd moet worden en dat je ontlasten
kunt. Het blijft tusschen deze vier muren.
Alleen God is er getuige van, Dolf.
Daaraan denk je wel, hé?"
„Ik zit voor honderd moeilijkbeden,
dominé"
De predikant glimlachte.
„Dat is pure verbeelding, man. Er is
slechts één moeilijkheid voor je. Je kent je
zonden, naar ik begrepen heb- Je voelt er
de zwaarte van. Je weet ook den weg.
Welnu, waarom ga je niet? Omdat je niet
durft. Je vreest, niet te zullen worden
aangenomen. Heb ik het goed voor?"
Dolf knikte.
„Juist", vervolgde dominé Meinema.
„En dat is nu je eenige moeilijkheid, die
overwonnen moet worden. Ik vermoed,
dat je op de knieën worstelt?" En na een
bevestigenden hoofdknik „Goed. Maar
nu moet je, en God geve, dat het je gelukt,
wegbannen de deprimeerende gedachte,
dat je toch niet aangenomen wordt. Die is
een inblazing van den duivel, kerel. Zij is
onwaar en onwaarachtig. Want wie, dat
zegt Gods Woord ons en de ervaring van
Gods kinderen bevestigt het, oprecht tot
God gaat en in Jezus Christus om ontfer
ming smeekt, belijdend zijn zonden, die
wordt aangenomen. Geloof dat toch
„Maar u weet niet.
„Al waren uw zonden als scharlaken,
zij zullen worden als sneeuw, al waren ze
rood als karmozijn, zij zullen worden als
witte wol", citeerde dominé Meinema.
„Ja, ik weet, dat het er staat. Maar het
is zoo moeilijk, om het te gelooven, U
weet nietMag ik u alles vertellen?
Elsa kan ik het niet doen, en hoe vertrou
welijk ik ook met Egbert heb, dat vertel
ik hem het liefst niet."
„Ik heb het zooeven al gezegd, spreek
vrij uit, Niemand, let wel, n i e m a nd
komt het te weten. Misschien is het wel
goed, dat je je hart eens ontlast,"
Toen vertelde Dolf. Heel sober. Het deed
den predikant goed, dat hij1 zichzelf niet
spaarde en Cor wél, hoewel deze minstens
evenveel schuld bad, feitelijk méér nog,
want zij bad hem op een pad gebracht,
dat regelrecht naar den afgrond bad ge
voerd.
Dominé Meinema had het verhaal méér
gehoord, zij het dan in anderen vorm en
andere personen betreffend. En klaar zag
liij, welk leven Dolf had geleid, nadat bij
in kennis was gekomen met Gor Zuider
man, die hem had ingepalmd. Hij begreep
alles. Het wufte meisje, dat thuis was in
de zwoele atmosfeer van de danszaal; dat
de moderne literatuur had verslonden,
die baar bad gebracht tot bet lezen van
schunnige lectuur; het meisje, dat vrij
met jongelingen verkeerde; dat Dolf op
zijn kamer bezocht. En een jonge man al3
Dolf, die meende op eigen beenen te kun
nen staan, los van zijn goede opvoeding,
los van den vasten bodem van Gods
Woord, was gevallen en zijn val was groot.
Daar was al spoedig niet meer een reine
verhouding geweest. De predikant prees
het in hem, dat bij zich niet had verzet
tegen een huwelijk, waarin, hij wist het
reeds van den medicus, die hem het een
en ander had verteld, even grove zonden
•werden bedreven. Hij zag de poel van on
gerechtigheid en hij huiverde.
Eentonig, vol zelfbeschuldiging, ver
telde Dolf.
„En nu wil ik anders, dominé", kermde
hij. „Ik móét anders, wil ik niet redde
loos verloren gaan. Maar ik kan niet. Ik
durf niet. Ik zie geen licht."
(Slot volgt.)