DE ZEEDW
TWEEDE BLAD.
Gebroken Bakken
Uit de Provincie.
Brieven uit de Residentie.
I stekt: Oeunol-
Spok 30, Blad-
50, Worst 60,
alles per K.Cr.
str., Middelburg
;rijgt U: 4 pond
oi 4 pond ge-
pond Worst of
Middelburg.
iabouw Beve-
00 K.O. Bonte
per kilo.
Wemeldinge.
GORDELS en
KOUSEN.
>edkoopst bij
t/o Postkantoor,
nwezlg.
Mah. Kabinet,
gesch. Kasten,
Keukenkachel
N LOO, Oude
ïrg.
P:
WOONHUIS,
van alle ge-
Brieven onder
:j, Middelburg.
per K.G. Vet
r., 5 K.G. voor
HOZEE, Been-
Middelburg.
P:
P K O E,
ir uit 2.
rnemuiden.
P:
Eerstelingen,
lat, 28—35.
Tel. 14, 's-Gra-
leverbaar:
KTEN-
IDDELEN.
siwerkt. enz. L.
24, Biezelinge.
?i
klasse en le
itaardappelen.
Jz., Krabben-
nieuw model
9 voor ƒ690?
in voorraad.
Ldel, Tel. 423,
rijgt men door
Speciaal adres
rruchtboomen.
Gediplomeerd
enkt aan de
1LPAD, in het
imburg, Don-
-ijs,
E HENGST,
KAM, West-
BAKJE.
it iets moois.
)VEN Jz., Tel.
voor honderd
ze nog goed-
ierst rijden en
IJS, Autohan-
in Z.-Bev. of
i. bedrijf, 30
ïg, grond en
overeenk. Br.
eeuw", Goes.
Invaliditeits-
ette personen
ovisie. Inspe-
.-B.)
ZETPOTERS
lij M. REIN-
aart of 1 Mei
3GEZIN,
leer Arends-
DSTER,
luwelijk niet
3 richten on-
t blad, Goes.
S J E,
juffr. alleen,
i. d. boerenst
UIJ, M'burg.
DUDSTER
is een hulp-
n. Hoog loon.
meldinga.
JX6"
VAN
DINSDAG 9 FEBR. 1932, Nr 110.
De Eerste Kamer doet weer eens van
zich spreken.
Eindelijk dan, eindelijk, zou zij do
nieuwe Pachtwetten gaan behandelen. Ze
konden er toch niet onafgewerkt blijven
liggen, hoewel èn Regeering en Eerste
Kamer bij het voorbereidende werk zich
op haar slofjes gehaast hadden; het was
dan nu zoover, dat de beslissing zou
vallen.
Niet weinigen drongen aan op verwer
pen, anderen hoopten op aanneming. Do
eersten hebben hun zin gekregen.
Wij juichen daar niet over, integendeel,
wij betreuren de verwerping. Er is tegen
de nieuwe Pachtwet een fel verzet ge
voerd, dat o.i. èn practisch èn principieel
de beteekenis er van verre overschat
heeft.
Zoo gaat het trouwens wel meer in het
Parlement.
Wij hebben daar nu in tien jaren vele
debatten meegemaakt, waarin met schrille
kleuren de slechte werking van een maat
regel, of een wetsontwerp geschilderd
werd. Als die maatregel uitgevoerd werd,
of werd dat ontwerp wet, dan dreigden
de grootste onheilen. Doch de maatregel
kwam er, of het ontwerp werd wet en.
van al die schrikkelijkheden gebeurde
niets, of nagenoeg niets.
Een parlementaire redevoering staat
dikwijls heel ver buiten het werkelijke
leven.
Zoo vreesden wij ook, noch principieel,
noch practisch, van de nieuwe Pachtwet
het grootste wee, dat sommige sprekers in
de Eerste Kamer ons profeteerden, als de
wet er door zou gaan. Beteekenis kan men
hechten groote zelfs, aan het standpunt,
dat iemand als Prof. Diepenhorst in een
schitterende rede innam, waar hij feitelijk
de wet wel wilde, behalve het daarin op
genomen continuatierecht, dat hij ver
wierp. Dit bezwaar was voor hem zoo
groot, dat hij mèt dat continuatierecht,
ook de geheele wet ten slotte afwees.
Over zulk een standpunt valt te pra
ten, ook al vinden wij het te streng. Maar
om het beperkte continuatierecht, dat de
Regeering in de Pachtwet had opgeno
men, af te wijzen als een ontoelaatbare
inmenging in het eigendomsrecht en als
zoodanig de heele nieuwe Pachtwet te
zien, dat ging ons veel te ver.
En het opmerkelijkste in deze tragedie
is feitelijk, dat de Regeering haar échec
allereerst dankt aan de houding van een
deel der Roomsch-Katholieke leden in de
Eerste Kamer.
Immers, in de Tweede Kamer hebben
indertijd de Roomsch-Katholieken de
soc.-democraten krachtig gesteund in hun
poging om de nieuwe Pachtwet met spoed
behandeld te krijgen. Er was toen ineens
geweldige haast bij, de pachters konden
niet meer wachten geen dag en geen
nacht.
Er werd met spoed gewerkt en de be
perkte regeling van het continuatierecht,
die de Regeering had voorgesteld, werd
nog versterkt door aanneming van een
amendement uit de Roomsche fractie.
En nu, in de Eerste Kamer, was het
juist een smaldeel der Roomsche fractie,
dat de wet mee afstemde. En dat, terwijl
de voorzitter van die fractie nog wel spe
ciaal uit Genève teruggekomen was, om
zijn gezaghebbend woord in de schaal te
werpen ten gunste der nieuwe Pachtwet.
Het heeft niet mogen baten, zij heeft de
eindstreep niet gehaald.
De Ministers Ruys de Beerenbrouck en
Donner hadden een, werkelijk niet onbe-
teekenend échec te boeken. Wij betreuren,
dat, ook om den indruk, dien het in het
land zal maken en we verwachten spe
ciaal in den R.K. kring wel een stormpje
tegen de zes R.-K. Kamerleden, wier hou
ding van die hunner club afweek.
fèVTlleton
door H. Zeeberg.
62) o—
Met dit al werd het haar al moeilijker
gemaakt, om elke week Dolf te bezoeken.
En zij had oogenblikken, dat zij er ern
stig aan dacht, er niet weer heen te gaan.
Wat beteekende het? Zij ging er bijna
steeds met ergernis en verdriet weg.
Maar dat kón zij weer niet. Neen,
het was beter het contact vast te houden,
zoolang dat eenigszins mogelijk was. Me
vrouw Le Grand en ook de pastoriebewo
ners wie zij haar nood klaagde, hadden
gelijk„Je broer niet uit eigener bewe
ging loslaten, Elsa. Houd hem vast, als
het eenigszins gaat. De tijd kan komen,
dat hij je noodig heeft."
HOOFDSTUK XIX.
„Ja, hoor eens, je moet er niet over
blijven zeuren, hoor. Ik kan uit jou geen
wijs worden. Dan praat je zus en dan
weer zoo. Höud je niet meer van mij?"
Cor Zuiderman vroeg het laatste op
een toon vol vleierij, bij ervaring wetend,
dat zij haar doel dan wel bereikte.
Dat muisje kon stellig nog wel eens een
staartje hebben. Doch dat zijn interne
partij-aangelegenheden. Van meer belang
lijkt ons de vraag, of het nu zoo blijven
moet. Want nu de nieuwe Pachtwet ver
worpen is, blijven de dingen zooals ze zijn.
En dat er in de pachtverhoudingen nog
wel iets te verbeteren is, staat voor ons
vast. En we beroepen ons daarbij gaarne
op een autoriteit als prof. Diepenhorst.
Maar, willen die verbeteringen er ko
men, dan moet daartoe het initiatief uit
gaan van de Regeering. Zij leed nu pas
een échec en wij vermoeden, dat ze zich
niet haasten zal om opnieuw met een ont
werp te komen.
Een Minister is geen automaat en voor
al de wijze, waarop haar verworpen wet
door sommigen is bestreden en de argu
menten waarmede, lokken de Regeering
niet uit nu maar één, twee, drie met een
nieuwe wet te komen. Daar zal nog wel
eens een parlementaire zomer overheen
gaan.
Toch meenen wij, dat de toestand van
thans niet ongewijzigd kan blijven. Af
wachten zal nu wel de boodschap zijn.
Intusschen zullen de voorstanders van
wijziging, al dan niet het eens zijnde over
een beperkt continuatierecht, ook wel niet
stil zitten. Er is nog heel wat beschim
meld spinrag in sommige hoofden op to
ruimen.
De onrust en de ontevredenheid onder
de boeren wil men eerlang in de Residen
tie gaan demonstreeren. Echt iets voor
Braat en dergelijke politieke demagogen!
Geen verstandig mensch verwacht daar
van blijvend heil, die weet, dat alleen ar
gumenten kracht hebben.
Maar de verwerping van de nieuwe
Pachtwet door de Eerste Kamer, zal in
sommige kringen de onrust en de ontevre
denheid stellig doen toenemen. Zooiets
is op zichzelf geen argument, om iets te
aanvaarden, maar waar wij de nieuwe
Pachtwet eerder als een zegen dan een
gevaar zagen, betreuren wij ook met het
oog op het aankweeken van die mentali
teit de verwerping der Pachtwet door de
Eerste Kamer te meer. J. H.
FINANCIEELE MAATREGELEN IN
VERBBAND MET DE CRISIS.
VERHOOGING OPCENTEN ACCIJNS*
Grondbelasting verminderd met
20 opcenten.
Ingediend is een wetsontwerp tot ver
hooging opcenten suiker- en wijnaccijns
tabaksaccijns op sigaretten en zegelrecht
van buitenlandsche effecten; heffing in
voerrecht op zuidvruchten, beëindiging
opcenten op grondbelasting voor onge
bouwd en beteugeling van smokkelhandel
in sigarettenpapier; tijd. tot 1 Jan. '34.
In de eerste plaats wordt voorgesteld,
in verband met het voorstel tot verhoo
ging van den tijdelijken steun aan de bie
tenteelt, om tijdelijk 10 opcenten te hef
fen op de suikeraccijns.
Daar hiermede de verhooging van den
steun aan de bietenteelt nog niet geheel
wordt gedekt, en daar bovendien ook de
overige crisis-uitgaven een breederen om
vang aangenomen hebben, is deze aange
legenheid tevens aangegrepen, om nog op
andere wijze de inkomsten van het Lee-
ningfonds 1914 waaruit de crisis-uitgaven
worden bestreden, te versterken.
Vooreerst worden de opcenten op den
wijnaccijns, tot dusver 20 in getal, ver
hoogd tot 80. Deze verhooging kan geen
toepassing vinden voor wijn, bereid uit
andere versche boomvruchten dan drui
ven. Teneinde te voorkomen, dat vóór de
invoering van de verhooging groote hoe
veelheden wijn in het vrije verkeer zullen
worden gebracht, is een regeling opgeno
men, omtrent navordering van de ver
hoogde belasting van de bij de inwerking
treding der wet in het vrije verkeer voor
handen hoeveelheden wijn. Het is hierbij
niet de bedoeling, de verhoogde belasting
na te vorderen bij particulieren, die voor
de indiening van het ontwerp een hoe
veelheid wijn voor persoonlijk gebruik in
voorraad hadden. Bovendien zullen ook
de bij anderen in voorraad zijnde hoeveel
heden tot een maximum van 100 L. van
navordering zijn vrijgesteld.
Verder wordt voorgesteld een verhoo
ging van de opcenten welke geheven
Maar ditmaal bleef Dolfs gelaat strak
staan.
Het was hem, al hadden zij er wel eens
over gepraat, toch nog rauwelings op het
lijf gevallen, toen Cor dien avond zijn ka
mer binnenstoof en, nauwelijks de deur
gesloten hebbende, uitriep „Dolf, ik heb
er nu genoeg van, hoor. Het was me van
avond een scène thuis, als nog nooit ge
weest is. Het scheelde geen haar, of me
vrouw was me te lijf gegaan. Je hebt nog
nooit zoo'n serpent gezien! Maar ik ben
het nu beu. Wij moeten nu besluiten om
het te doen."
„Schreeuw niet zoo, Cor. De menschen
zouden waarlijk denken, dat wij ruzie
hebben. Vertel me eens, wat er aan de
hand is."
„Zeg, houd de kat voor den gek, maar
mij niet. Je hebt geen zin, hè? Het bevalt
•je zóó wel. Maar ik bedank er feestelijk
voor. Dat is geen leven meer. En daarom
moeten wij doen, wat wij gezegd hebben.
Ik ben op kamers af geweest. In de Ma-
thenesserlaan. Mooie kamers jó. Chique
gemeubileerd. En niet duur. Een groote
zitkamer, een mooie slaapkamer en een
klein keukentje, tenminste een vertrekje
dat voor keuken in te richten is. Alles
voor vijftig gulden in de maand. Dat is
geen geld, wel?"
Het was Dolf overvallen. En hjf was
er aiet best over te spreken, dat zij,
worden op de zegelrechten van buiten
landsche effecten.
Thans is aan opcenten verschuldigd
voor obligaties 1 pet. op de hoofdsom ad
80 cent per f 100 en voor aandeelen 1.2
pet. op de hoofdsom ad f 1 per 100. Deze
percentages zullen nu worden resp. 1.6
en 1.8.
Vervolgens wordt voorgesteld een ver
hooging van de opcenten op den sigaret-
ten-accijns en wel van 30 op 50. De siga
retten-winkeliers zullen in de gelegenheid
worden gesteld de voorraden zonder ver
hooging uit te verkoopen; een betrekkelijk
ruime termijn zal daarvoor worden open
gesteld. Tenslotte wordt een invoerrecht
voorgesteld van 10 pet. op de dusgenaam
de zuidvruchten. Dit invoerrecht, dat ook
vroeger hier te lande geheven werd, wordt
thans dus weer hersteld, waartoe de mi
nister in de huidige omstandigheden al
leszins reden aanwezig acht.
Wat nog de opcenten op den suikerac
cijns betreft, deelt de minister mede, dat
ook hiervoor navordering zal moeten
plaats hebben. Doot een maximum-hoe-
veelheid van 1000 K.G. vrij te laten, kan
het doel voldoende worden bereikt, en
zullen particulieren en ook de meeste win
keliers van de navordering geen hinder
ondervinden.
Tegenover deze versterkingen van het
Leerdngfonds wordt voorgesteld, de 20
opcenten op de grondbelasting, voorzoo-
ver het ongebouwd betreft, te schrappen.
De jaarlijksche ba.ten van de voorge
stelde maatregelen worden als volgt ge
raamd
Opcenten suikeraccijns f 5 millioen; meer
opbr. wijnaccijns f 1.5 millioen; meer
opcenten zegelrecht f 2 millioen, meer op
brengst sigarettenaccijns f3 millioen en
invoerrecht op zuidvruchten f 1.7 millioen
totaal f 13.2 millioen, waarvan afgaat
f 1.2 millioen wegens schrapping opcen
ten ongebouwd, zoodat totaal blijft f 12
millioen.
De voorgestelde maatregelen zullen gel
den tot 1 Januari 1934, behalve de schrap
ping van de grondbelasting.
Teneinde den smokkelhandel in siga
rettenpapier tegen te gaan, wordt voorge
steld het vervoer en de nederlage van dit
papier boven een zekere hoeveelheid ook
buiten het terrein van toezicht, aan dek
king te onderwerpen.
Failissementen. Door do
Rechtbank te Middelburg zijn de navol
gende faillissementen uitgesproken:
A. Dalebout, landbouwer te Nieuwer-
kerk, Z. Polderweg. Rechter-commissaris
Mr J. W. Zijlstra, rechter. Curator Mr A.
H. Kuipers, advocaat te Middelburg.
L. J. Boogaart, landbouwer te Nieu-
werkerk, Z. Polderweg. Rechter-commis
saris en curator als boven.
IN ELKE GEMEENTE vindt U een
N.S.F.-agent die alle inlichtingen over
Radio kan geven. Hoofdagent: J. M, Fol
derman, Groote Markt, Goes. Tel. 129.
(Adv.)
Beperking van het vervoer
op de kunstwegen in Zeeland
b ij o p d o o i. Ingevolge het bepaalde bij
art. 49 van het Motor- en Rijwielregle
ment kunnen, ingeval van opdooi, over
strooming of andere omstandigheden, de
wegen, welke daardoor in doorweekten
toestand verkeeren, en wegen, gelegen op
waterkeerende dijken, bij gevaar voor de
instandhouding tijdelijk gesloten worden
voor motorrijtuigen met een maximum-
wielbelasting van meer dan 6000 K.G, of
voor een motorrijtuig met aanhangwagen.
De beheerder van den weg of den water-
keerenden dijk (of diens gemachtigde) be
paalt de tijdstippen van begin en einde
van deze tijdelijke sluiting, terwijl ook de
commissaris der Koningin bevoegd is ver
klaard, de sluiting op te heffen.
Om zooveel mogelijk eenheid in de
voorschriften van deze tijdelijke beperking
te verkrijgen, is kort na de in werking
treding van voornoemd reglement de com
missaris der Koningin in Zeeland door
verschillende wegbeheerders gemachtigd
om, ingeval van opdooi, de betreffende
wegen in de provincie Zeeland gesloten te
verkleuren voor motorrijtuigen.
De klachten, welke van verschillende
zijden, in het bijzonder van hen, die een
openbare verkeerstaak hebben te vervul
len, vernomen werden omtrent de in de
laatste jaren plaats gehad hebbende be
perkingen van het vervoer op de kunst
wegen tijdens opdooi, hebben voornoem
den commissaris aanleiding gegeven, om
eenige wijziging te brengen in het tot dus
verre gevolgde systeem.
In het vervolg zullen dan ook de meer
belangrijke wegen bij invallend dooiweder
niet meer tijdelijk voor het verkeer met
motorrijtuigen gesloten worden. Hierbij
zit de bedoeling voor, om het verkeer met
autobussen en vrachtautomobielen te be
waren voor de schade, welke de beper
king ongetwijfeld voor dat verkeer ople
vert.
Voor dit vrij blijvende verkeer zullen
uit den aard der zaak wat voornoemden
commissaris aangaat tenslotte alleen de
provinciale wegen in aanmerking komen.
In de eerst komende gevallen van opdooi
zal, bij wijze van proef, op alle provin
ciale wegen het verkeer met motorrijtui
gen met een grootste asbelasting van meer
dan 6000 K.G. worden toegelaten. Deze
handelwijze zal dan practisch wel ten ge
volge hebben, dat het verkeer met motor
rijtuigen bij invallend dooiweder op eulle
wegen, geen Rijkswegen zijnde, en ook op
deze, indien geen beperking plaats heeft,
wat gewoonlijk niet geschiedt, ongehin
derd zal kunnen plaats vinden, wijl een
afzonderlijke beperking van het verkeer
met motorrijtuigen, buiten de provinciale
en Rijkswegen, veelal zooals de ervaring
aanwijst, niet plaats had.
Onder de gewijzigde omstandigheden
wenscht de commissaris der Koningin
voornoemde machtiging van de wegbe
heerders niet te behouden, zoodat voort
aan de onderhoudsplichtigen zelve moeten
beoordeelen, of er omstandigheden zijn,
welke de beperking noodzakelijk maken,
dan wel, of in het algemeen verkeersbe-
lang het wellicht geringe risico van niet-
beperkt wegsgebruik kan worden gedra
gen.
Deze nieuwe zienswijze geldt alleen voor
het verkeer met motorrijtuigen; in het
standpunt ten aanzien van het verkeer
met rij- en voertuigen, bespannen met
paarden, komt geen wijziging.
Middelburg. Gisteravond kwam de aid.
Middelburg van den Alg. Ned. Ghr. Amb
tenaarsband in 9de jaarvergadering bij
een onder presidium van dhr D. H. Lo-
dewijk, die met dankbaarheid gewag van
den groei der afd. in het afgeloopen jaar
maakte. Ze kwam van S3 op 41 leden.
In het bijzonder werd welkom geheeten
dhr J. Goote, de pas benoemde derde vrij
gestelde van den Bond. De secretaris
bracht verslag uit van de werkzaamheden
in het afgeloopen jaar verricht. Verschil
lende acties werden met gunstig gevolg
gevoerd. Nadat nog verschillende verslas-
gen waren uitgebracht, voerde de heer J.
Goote het woord over onze taak in de
huidige verwarring. Spr. zegt, dat er
niet is één oorzaak, maar een complex
van oorzaken, die geleid hebben tot de
groote economische crisis, die wij thans
beleven. De gevolgen daarvan zijn duide
lijk aan den dag gekomen, ook in de fi
nanciering der openbare lichamen.
Hij wijst er op, dat velen nu om de be
grootingen der verschillende openbare or
ganen sluitend te maken, daarvooT bij voor
keur de loonen en salarissen willen go-
bruiken. Onze taak als christenen is niet
om a priori afwijzend te staan tegen elke
loon- en salarisverlaging. Wij zijn chris-
Het veertigjarig jubileum van den heer- E. C. Wierts van Coehoorn, commissaris van politie te Goes. De jubilaris met
familie, autoriteiten en politiecorps voor bet Stadhuis. Eerste rij in het midden de heer Wierts van Coehoorn, naast hem
de burgemeester van Goes.
zonder hem er in te kennen, op stap
was gegaan, om kamers te zoeken. Dat
zeide hij dan ook onomwonden, flinker
en forscher dan hij gewoon was tegen
haar op te treden.
Zij voelde dat onmiddellijk en bond zich
dan ook in.
„Maar, mijn lieve jongen", vleide zij,
den arm om hem heen slaande, „doe nu
niet zoo nurksachtig. I'k heb die kamers
toch nog niet gehuurd? Je moet het na
tuurlijk goed vinden. Ik wilde vanavond
eeins even met je gaan kijken. We hebben
immers reeds besloten, dat het bij ge
legenheid eens wezen zou? Ik dacht, dat
ik goed gedaan had om nu eens naar
een kamer te gaan kijken. We hebben nu
tenminste wat op zicht. Mannen kun je
het ook nooit naar den zin maken."
„Ja, maar, kindje, wij moeten ons ver
stand gebruiken. Zeker, we hebben er wel
over gepraat maar er zftn bezwaren aan
verbonden."
„Ach wat, bezwaren. Bezwaren zijn aan
alles verbonden. Je weet ook wel, dat
het de beste oplossing is. En ook de
goedkoopste. Waarom krabbel je nu weer
terug?"
„Ik krabbel niet terug. Wij hebben nooit
pertinent gezegd, dat wij het doen zul
len. Bovendien moeten ze het thuis ook
goed vinden."
Cor Zuiderman lachte hartelijk.
„Wat 'n ouderwetsch standpunt, ventje.
Jawel, vragen, of paatje en mevrouwtje
het goed vinden, stel je voor. Om mij
bekommeren ze zich oök niet, dus ik mij
niet om hen. Leer om leer, sla je mij,
i'k sla je weer. Is het zoo niet, -Duifje?"
„Wees toch wat ernstiger, Cor. Je
spreekt er veel te gemakkelijk over"
„Houd alsjeblieft op met dat gepreek",
snibde zij. „Je kunt aan jou altijd nog
merken, dat je van die fijne kwezels
afkomstig bent. Je lijkt nota bene die
stijve Laarman wel. Maar overigens", haar
stem werd weer vleiend (zij was een vol
leerde actrice, beweerde Gerda altijd),
Dodfje, ik ben heel deugdzaam geweest,
hoor. Ik heb het thuis gezegd, wat wij van
plan waren. En wat denk je? Mevrouw
was verbazend hartelijk. „Je kunt me niet
te gauw weggaan", zeide zij. En Pa heeft
me geld beloofd onder voorwaarde, dat
ik niet weer om geld kom zeuren, als we
getrouwd zijn. Nou, dat gebeurt vanzelf
niet, hè? We zullen het best met elkaar
vinden. De huur van de kamers is niet
hoog. Voor ons ontbijt zorg ik in het
keukentje, 's Middags lunchen we elk
apart in de buurt van ons kantoor. En
's avonds wordt het eten gebracht. Bij
abonnement valt dat ook mee. Nou, dan
kunnen we nog tamelijk royaal leven en
uitgaan, als wij er zin in hebben."
„Hm. Daar heb jij Altijd zin in", merkt®
Dolf op, op spijtigen toon.
„Hé, bah, wat ben jij onuitstaanbaar!
Ik moet volgens jouw opvatting mijn jong
leven verkniezen zeker? Ik dank je Lekker.
Ik denk er voorloopig nog niet over, in
een klooster te gaan. Maar zeg maar
ronduit, of je wilt of niet. Als je niet
wilt, weet ik, wat mij te doen staat",
zeide zij dreigend.
Het dreigement miste zijn uitwerking.
„Doe nu niet zoo dwaas. Je weet heel
goed, wat ik bedoel. Vóór wij er toe over
gaan, moeten we eerst verstandig over
leggen."
„Dat is ook zoo, Dolf" zeide zij, op
eens heel gedwee, zóó, dat hij verbaasd
opkeek. .„Overhaast moeten we het niet
doen. Daarom stel ik je voor, dat we
even naar de Mathenesserlaan gaan. Dan
kunnen wij onderwegneen, stil nu,
laat me uitpraten, ik weet wel, wat je
zeggen wilt, dan kunnen we onderweg wel
praten. We gaan de kamers bekijken.
Neen, stil nu, wij huren niets. Wij zijn
toch onze eigen baas zeker? We gaan
alleen maar kijken. En dan spreken we af
dat wij morgenavond uitsluitsel zullen ge
ven. Dan kun je er nog eens een nacht
op slapen, hoewel ik niet weet, waarvoor
het noodig is. Kom, ga mee."
(Wordt vervolgd.)