DE ZEEDW TWEEDE BLAD. Gebroken Bakken Uit de Provincie. Brieven uit de Residentie. I stekt: Oeunol- Spok 30, Blad- 50, Worst 60, alles per K.Cr. str., Middelburg ;rijgt U: 4 pond oi 4 pond ge- pond Worst of Middelburg. iabouw Beve- 00 K.O. Bonte per kilo. Wemeldinge. GORDELS en KOUSEN. >edkoopst bij t/o Postkantoor, nwezlg. Mah. Kabinet, gesch. Kasten, Keukenkachel N LOO, Oude ïrg. P: WOONHUIS, van alle ge- Brieven onder :j, Middelburg. per K.G. Vet r., 5 K.G. voor HOZEE, Been- Middelburg. P: P K O E, ir uit 2. rnemuiden. P: Eerstelingen, lat, 28—35. Tel. 14, 's-Gra- leverbaar: KTEN- IDDELEN. siwerkt. enz. L. 24, Biezelinge. ?i klasse en le itaardappelen. Jz., Krabben- nieuw model 9 voor ƒ690? in voorraad. Ldel, Tel. 423, rijgt men door Speciaal adres rruchtboomen. Gediplomeerd enkt aan de 1LPAD, in het imburg, Don- -ijs, E HENGST, KAM, West- BAKJE. it iets moois. )VEN Jz., Tel. voor honderd ze nog goed- ierst rijden en IJS, Autohan- in Z.-Bev. of i. bedrijf, 30 ïg, grond en overeenk. Br. eeuw", Goes. Invaliditeits- ette personen ovisie. Inspe- .-B.) ZETPOTERS lij M. REIN- aart of 1 Mei 3GEZIN, leer Arends- DSTER, luwelijk niet 3 richten on- t blad, Goes. S J E, juffr. alleen, i. d. boerenst UIJ, M'burg. DUDSTER is een hulp- n. Hoog loon. meldinga. JX6" VAN DINSDAG 9 FEBR. 1932, Nr 110. De Eerste Kamer doet weer eens van zich spreken. Eindelijk dan, eindelijk, zou zij do nieuwe Pachtwetten gaan behandelen. Ze konden er toch niet onafgewerkt blijven liggen, hoewel èn Regeering en Eerste Kamer bij het voorbereidende werk zich op haar slofjes gehaast hadden; het was dan nu zoover, dat de beslissing zou vallen. Niet weinigen drongen aan op verwer pen, anderen hoopten op aanneming. Do eersten hebben hun zin gekregen. Wij juichen daar niet over, integendeel, wij betreuren de verwerping. Er is tegen de nieuwe Pachtwet een fel verzet ge voerd, dat o.i. èn practisch èn principieel de beteekenis er van verre overschat heeft. Zoo gaat het trouwens wel meer in het Parlement. Wij hebben daar nu in tien jaren vele debatten meegemaakt, waarin met schrille kleuren de slechte werking van een maat regel, of een wetsontwerp geschilderd werd. Als die maatregel uitgevoerd werd, of werd dat ontwerp wet, dan dreigden de grootste onheilen. Doch de maatregel kwam er, of het ontwerp werd wet en. van al die schrikkelijkheden gebeurde niets, of nagenoeg niets. Een parlementaire redevoering staat dikwijls heel ver buiten het werkelijke leven. Zoo vreesden wij ook, noch principieel, noch practisch, van de nieuwe Pachtwet het grootste wee, dat sommige sprekers in de Eerste Kamer ons profeteerden, als de wet er door zou gaan. Beteekenis kan men hechten groote zelfs, aan het standpunt, dat iemand als Prof. Diepenhorst in een schitterende rede innam, waar hij feitelijk de wet wel wilde, behalve het daarin op genomen continuatierecht, dat hij ver wierp. Dit bezwaar was voor hem zoo groot, dat hij mèt dat continuatierecht, ook de geheele wet ten slotte afwees. Over zulk een standpunt valt te pra ten, ook al vinden wij het te streng. Maar om het beperkte continuatierecht, dat de Regeering in de Pachtwet had opgeno men, af te wijzen als een ontoelaatbare inmenging in het eigendomsrecht en als zoodanig de heele nieuwe Pachtwet te zien, dat ging ons veel te ver. En het opmerkelijkste in deze tragedie is feitelijk, dat de Regeering haar échec allereerst dankt aan de houding van een deel der Roomsch-Katholieke leden in de Eerste Kamer. Immers, in de Tweede Kamer hebben indertijd de Roomsch-Katholieken de soc.-democraten krachtig gesteund in hun poging om de nieuwe Pachtwet met spoed behandeld te krijgen. Er was toen ineens geweldige haast bij, de pachters konden niet meer wachten geen dag en geen nacht. Er werd met spoed gewerkt en de be perkte regeling van het continuatierecht, die de Regeering had voorgesteld, werd nog versterkt door aanneming van een amendement uit de Roomsche fractie. En nu, in de Eerste Kamer, was het juist een smaldeel der Roomsche fractie, dat de wet mee afstemde. En dat, terwijl de voorzitter van die fractie nog wel spe ciaal uit Genève teruggekomen was, om zijn gezaghebbend woord in de schaal te werpen ten gunste der nieuwe Pachtwet. Het heeft niet mogen baten, zij heeft de eindstreep niet gehaald. De Ministers Ruys de Beerenbrouck en Donner hadden een, werkelijk niet onbe- teekenend échec te boeken. Wij betreuren, dat, ook om den indruk, dien het in het land zal maken en we verwachten spe ciaal in den R.K. kring wel een stormpje tegen de zes R.-K. Kamerleden, wier hou ding van die hunner club afweek. fèVTlleton door H. Zeeberg. 62) o— Met dit al werd het haar al moeilijker gemaakt, om elke week Dolf te bezoeken. En zij had oogenblikken, dat zij er ern stig aan dacht, er niet weer heen te gaan. Wat beteekende het? Zij ging er bijna steeds met ergernis en verdriet weg. Maar dat kón zij weer niet. Neen, het was beter het contact vast te houden, zoolang dat eenigszins mogelijk was. Me vrouw Le Grand en ook de pastoriebewo ners wie zij haar nood klaagde, hadden gelijk„Je broer niet uit eigener bewe ging loslaten, Elsa. Houd hem vast, als het eenigszins gaat. De tijd kan komen, dat hij je noodig heeft." HOOFDSTUK XIX. „Ja, hoor eens, je moet er niet over blijven zeuren, hoor. Ik kan uit jou geen wijs worden. Dan praat je zus en dan weer zoo. Höud je niet meer van mij?" Cor Zuiderman vroeg het laatste op een toon vol vleierij, bij ervaring wetend, dat zij haar doel dan wel bereikte. Dat muisje kon stellig nog wel eens een staartje hebben. Doch dat zijn interne partij-aangelegenheden. Van meer belang lijkt ons de vraag, of het nu zoo blijven moet. Want nu de nieuwe Pachtwet ver worpen is, blijven de dingen zooals ze zijn. En dat er in de pachtverhoudingen nog wel iets te verbeteren is, staat voor ons vast. En we beroepen ons daarbij gaarne op een autoriteit als prof. Diepenhorst. Maar, willen die verbeteringen er ko men, dan moet daartoe het initiatief uit gaan van de Regeering. Zij leed nu pas een échec en wij vermoeden, dat ze zich niet haasten zal om opnieuw met een ont werp te komen. Een Minister is geen automaat en voor al de wijze, waarop haar verworpen wet door sommigen is bestreden en de argu menten waarmede, lokken de Regeering niet uit nu maar één, twee, drie met een nieuwe wet te komen. Daar zal nog wel eens een parlementaire zomer overheen gaan. Toch meenen wij, dat de toestand van thans niet ongewijzigd kan blijven. Af wachten zal nu wel de boodschap zijn. Intusschen zullen de voorstanders van wijziging, al dan niet het eens zijnde over een beperkt continuatierecht, ook wel niet stil zitten. Er is nog heel wat beschim meld spinrag in sommige hoofden op to ruimen. De onrust en de ontevredenheid onder de boeren wil men eerlang in de Residen tie gaan demonstreeren. Echt iets voor Braat en dergelijke politieke demagogen! Geen verstandig mensch verwacht daar van blijvend heil, die weet, dat alleen ar gumenten kracht hebben. Maar de verwerping van de nieuwe Pachtwet door de Eerste Kamer, zal in sommige kringen de onrust en de ontevre denheid stellig doen toenemen. Zooiets is op zichzelf geen argument, om iets te aanvaarden, maar waar wij de nieuwe Pachtwet eerder als een zegen dan een gevaar zagen, betreuren wij ook met het oog op het aankweeken van die mentali teit de verwerping der Pachtwet door de Eerste Kamer te meer. J. H. FINANCIEELE MAATREGELEN IN VERBBAND MET DE CRISIS. VERHOOGING OPCENTEN ACCIJNS* Grondbelasting verminderd met 20 opcenten. Ingediend is een wetsontwerp tot ver hooging opcenten suiker- en wijnaccijns tabaksaccijns op sigaretten en zegelrecht van buitenlandsche effecten; heffing in voerrecht op zuidvruchten, beëindiging opcenten op grondbelasting voor onge bouwd en beteugeling van smokkelhandel in sigarettenpapier; tijd. tot 1 Jan. '34. In de eerste plaats wordt voorgesteld, in verband met het voorstel tot verhoo ging van den tijdelijken steun aan de bie tenteelt, om tijdelijk 10 opcenten te hef fen op de suikeraccijns. Daar hiermede de verhooging van den steun aan de bietenteelt nog niet geheel wordt gedekt, en daar bovendien ook de overige crisis-uitgaven een breederen om vang aangenomen hebben, is deze aange legenheid tevens aangegrepen, om nog op andere wijze de inkomsten van het Lee- ningfonds 1914 waaruit de crisis-uitgaven worden bestreden, te versterken. Vooreerst worden de opcenten op den wijnaccijns, tot dusver 20 in getal, ver hoogd tot 80. Deze verhooging kan geen toepassing vinden voor wijn, bereid uit andere versche boomvruchten dan drui ven. Teneinde te voorkomen, dat vóór de invoering van de verhooging groote hoe veelheden wijn in het vrije verkeer zullen worden gebracht, is een regeling opgeno men, omtrent navordering van de ver hoogde belasting van de bij de inwerking treding der wet in het vrije verkeer voor handen hoeveelheden wijn. Het is hierbij niet de bedoeling, de verhoogde belasting na te vorderen bij particulieren, die voor de indiening van het ontwerp een hoe veelheid wijn voor persoonlijk gebruik in voorraad hadden. Bovendien zullen ook de bij anderen in voorraad zijnde hoeveel heden tot een maximum van 100 L. van navordering zijn vrijgesteld. Verder wordt voorgesteld een verhoo ging van de opcenten welke geheven Maar ditmaal bleef Dolfs gelaat strak staan. Het was hem, al hadden zij er wel eens over gepraat, toch nog rauwelings op het lijf gevallen, toen Cor dien avond zijn ka mer binnenstoof en, nauwelijks de deur gesloten hebbende, uitriep „Dolf, ik heb er nu genoeg van, hoor. Het was me van avond een scène thuis, als nog nooit ge weest is. Het scheelde geen haar, of me vrouw was me te lijf gegaan. Je hebt nog nooit zoo'n serpent gezien! Maar ik ben het nu beu. Wij moeten nu besluiten om het te doen." „Schreeuw niet zoo, Cor. De menschen zouden waarlijk denken, dat wij ruzie hebben. Vertel me eens, wat er aan de hand is." „Zeg, houd de kat voor den gek, maar mij niet. Je hebt geen zin, hè? Het bevalt •je zóó wel. Maar ik bedank er feestelijk voor. Dat is geen leven meer. En daarom moeten wij doen, wat wij gezegd hebben. Ik ben op kamers af geweest. In de Ma- thenesserlaan. Mooie kamers jó. Chique gemeubileerd. En niet duur. Een groote zitkamer, een mooie slaapkamer en een klein keukentje, tenminste een vertrekje dat voor keuken in te richten is. Alles voor vijftig gulden in de maand. Dat is geen geld, wel?" Het was Dolf overvallen. En hjf was er aiet best over te spreken, dat zij, worden op de zegelrechten van buiten landsche effecten. Thans is aan opcenten verschuldigd voor obligaties 1 pet. op de hoofdsom ad 80 cent per f 100 en voor aandeelen 1.2 pet. op de hoofdsom ad f 1 per 100. Deze percentages zullen nu worden resp. 1.6 en 1.8. Vervolgens wordt voorgesteld een ver hooging van de opcenten op den sigaret- ten-accijns en wel van 30 op 50. De siga retten-winkeliers zullen in de gelegenheid worden gesteld de voorraden zonder ver hooging uit te verkoopen; een betrekkelijk ruime termijn zal daarvoor worden open gesteld. Tenslotte wordt een invoerrecht voorgesteld van 10 pet. op de dusgenaam de zuidvruchten. Dit invoerrecht, dat ook vroeger hier te lande geheven werd, wordt thans dus weer hersteld, waartoe de mi nister in de huidige omstandigheden al leszins reden aanwezig acht. Wat nog de opcenten op den suikerac cijns betreft, deelt de minister mede, dat ook hiervoor navordering zal moeten plaats hebben. Doot een maximum-hoe- veelheid van 1000 K.G. vrij te laten, kan het doel voldoende worden bereikt, en zullen particulieren en ook de meeste win keliers van de navordering geen hinder ondervinden. Tegenover deze versterkingen van het Leerdngfonds wordt voorgesteld, de 20 opcenten op de grondbelasting, voorzoo- ver het ongebouwd betreft, te schrappen. De jaarlijksche ba.ten van de voorge stelde maatregelen worden als volgt ge raamd Opcenten suikeraccijns f 5 millioen; meer opbr. wijnaccijns f 1.5 millioen; meer opcenten zegelrecht f 2 millioen, meer op brengst sigarettenaccijns f3 millioen en invoerrecht op zuidvruchten f 1.7 millioen totaal f 13.2 millioen, waarvan afgaat f 1.2 millioen wegens schrapping opcen ten ongebouwd, zoodat totaal blijft f 12 millioen. De voorgestelde maatregelen zullen gel den tot 1 Januari 1934, behalve de schrap ping van de grondbelasting. Teneinde den smokkelhandel in siga rettenpapier tegen te gaan, wordt voorge steld het vervoer en de nederlage van dit papier boven een zekere hoeveelheid ook buiten het terrein van toezicht, aan dek king te onderwerpen. Failissementen. Door do Rechtbank te Middelburg zijn de navol gende faillissementen uitgesproken: A. Dalebout, landbouwer te Nieuwer- kerk, Z. Polderweg. Rechter-commissaris Mr J. W. Zijlstra, rechter. Curator Mr A. H. Kuipers, advocaat te Middelburg. L. J. Boogaart, landbouwer te Nieu- werkerk, Z. Polderweg. Rechter-commis saris en curator als boven. IN ELKE GEMEENTE vindt U een N.S.F.-agent die alle inlichtingen over Radio kan geven. Hoofdagent: J. M, Fol derman, Groote Markt, Goes. Tel. 129. (Adv.) Beperking van het vervoer op de kunstwegen in Zeeland b ij o p d o o i. Ingevolge het bepaalde bij art. 49 van het Motor- en Rijwielregle ment kunnen, ingeval van opdooi, over strooming of andere omstandigheden, de wegen, welke daardoor in doorweekten toestand verkeeren, en wegen, gelegen op waterkeerende dijken, bij gevaar voor de instandhouding tijdelijk gesloten worden voor motorrijtuigen met een maximum- wielbelasting van meer dan 6000 K.G, of voor een motorrijtuig met aanhangwagen. De beheerder van den weg of den water- keerenden dijk (of diens gemachtigde) be paalt de tijdstippen van begin en einde van deze tijdelijke sluiting, terwijl ook de commissaris der Koningin bevoegd is ver klaard, de sluiting op te heffen. Om zooveel mogelijk eenheid in de voorschriften van deze tijdelijke beperking te verkrijgen, is kort na de in werking treding van voornoemd reglement de com missaris der Koningin in Zeeland door verschillende wegbeheerders gemachtigd om, ingeval van opdooi, de betreffende wegen in de provincie Zeeland gesloten te verkleuren voor motorrijtuigen. De klachten, welke van verschillende zijden, in het bijzonder van hen, die een openbare verkeerstaak hebben te vervul len, vernomen werden omtrent de in de laatste jaren plaats gehad hebbende be perkingen van het vervoer op de kunst wegen tijdens opdooi, hebben voornoem den commissaris aanleiding gegeven, om eenige wijziging te brengen in het tot dus verre gevolgde systeem. In het vervolg zullen dan ook de meer belangrijke wegen bij invallend dooiweder niet meer tijdelijk voor het verkeer met motorrijtuigen gesloten worden. Hierbij zit de bedoeling voor, om het verkeer met autobussen en vrachtautomobielen te be waren voor de schade, welke de beper king ongetwijfeld voor dat verkeer ople vert. Voor dit vrij blijvende verkeer zullen uit den aard der zaak wat voornoemden commissaris aangaat tenslotte alleen de provinciale wegen in aanmerking komen. In de eerst komende gevallen van opdooi zal, bij wijze van proef, op alle provin ciale wegen het verkeer met motorrijtui gen met een grootste asbelasting van meer dan 6000 K.G. worden toegelaten. Deze handelwijze zal dan practisch wel ten ge volge hebben, dat het verkeer met motor rijtuigen bij invallend dooiweder op eulle wegen, geen Rijkswegen zijnde, en ook op deze, indien geen beperking plaats heeft, wat gewoonlijk niet geschiedt, ongehin derd zal kunnen plaats vinden, wijl een afzonderlijke beperking van het verkeer met motorrijtuigen, buiten de provinciale en Rijkswegen, veelal zooals de ervaring aanwijst, niet plaats had. Onder de gewijzigde omstandigheden wenscht de commissaris der Koningin voornoemde machtiging van de wegbe heerders niet te behouden, zoodat voort aan de onderhoudsplichtigen zelve moeten beoordeelen, of er omstandigheden zijn, welke de beperking noodzakelijk maken, dan wel, of in het algemeen verkeersbe- lang het wellicht geringe risico van niet- beperkt wegsgebruik kan worden gedra gen. Deze nieuwe zienswijze geldt alleen voor het verkeer met motorrijtuigen; in het standpunt ten aanzien van het verkeer met rij- en voertuigen, bespannen met paarden, komt geen wijziging. Middelburg. Gisteravond kwam de aid. Middelburg van den Alg. Ned. Ghr. Amb tenaarsband in 9de jaarvergadering bij een onder presidium van dhr D. H. Lo- dewijk, die met dankbaarheid gewag van den groei der afd. in het afgeloopen jaar maakte. Ze kwam van S3 op 41 leden. In het bijzonder werd welkom geheeten dhr J. Goote, de pas benoemde derde vrij gestelde van den Bond. De secretaris bracht verslag uit van de werkzaamheden in het afgeloopen jaar verricht. Verschil lende acties werden met gunstig gevolg gevoerd. Nadat nog verschillende verslas- gen waren uitgebracht, voerde de heer J. Goote het woord over onze taak in de huidige verwarring. Spr. zegt, dat er niet is één oorzaak, maar een complex van oorzaken, die geleid hebben tot de groote economische crisis, die wij thans beleven. De gevolgen daarvan zijn duide lijk aan den dag gekomen, ook in de fi nanciering der openbare lichamen. Hij wijst er op, dat velen nu om de be grootingen der verschillende openbare or ganen sluitend te maken, daarvooT bij voor keur de loonen en salarissen willen go- bruiken. Onze taak als christenen is niet om a priori afwijzend te staan tegen elke loon- en salarisverlaging. Wij zijn chris- Het veertigjarig jubileum van den heer- E. C. Wierts van Coehoorn, commissaris van politie te Goes. De jubilaris met familie, autoriteiten en politiecorps voor bet Stadhuis. Eerste rij in het midden de heer Wierts van Coehoorn, naast hem de burgemeester van Goes. zonder hem er in te kennen, op stap was gegaan, om kamers te zoeken. Dat zeide hij dan ook onomwonden, flinker en forscher dan hij gewoon was tegen haar op te treden. Zij voelde dat onmiddellijk en bond zich dan ook in. „Maar, mijn lieve jongen", vleide zij, den arm om hem heen slaande, „doe nu niet zoo nurksachtig. I'k heb die kamers toch nog niet gehuurd? Je moet het na tuurlijk goed vinden. Ik wilde vanavond eeins even met je gaan kijken. We hebben immers reeds besloten, dat het bij ge legenheid eens wezen zou? Ik dacht, dat ik goed gedaan had om nu eens naar een kamer te gaan kijken. We hebben nu tenminste wat op zicht. Mannen kun je het ook nooit naar den zin maken." „Ja, maar, kindje, wij moeten ons ver stand gebruiken. Zeker, we hebben er wel over gepraat maar er zftn bezwaren aan verbonden." „Ach wat, bezwaren. Bezwaren zijn aan alles verbonden. Je weet ook wel, dat het de beste oplossing is. En ook de goedkoopste. Waarom krabbel je nu weer terug?" „Ik krabbel niet terug. Wij hebben nooit pertinent gezegd, dat wij het doen zul len. Bovendien moeten ze het thuis ook goed vinden." Cor Zuiderman lachte hartelijk. „Wat 'n ouderwetsch standpunt, ventje. Jawel, vragen, of paatje en mevrouwtje het goed vinden, stel je voor. Om mij bekommeren ze zich oök niet, dus ik mij niet om hen. Leer om leer, sla je mij, i'k sla je weer. Is het zoo niet, -Duifje?" „Wees toch wat ernstiger, Cor. Je spreekt er veel te gemakkelijk over" „Houd alsjeblieft op met dat gepreek", snibde zij. „Je kunt aan jou altijd nog merken, dat je van die fijne kwezels afkomstig bent. Je lijkt nota bene die stijve Laarman wel. Maar overigens", haar stem werd weer vleiend (zij was een vol leerde actrice, beweerde Gerda altijd), Dodfje, ik ben heel deugdzaam geweest, hoor. Ik heb het thuis gezegd, wat wij van plan waren. En wat denk je? Mevrouw was verbazend hartelijk. „Je kunt me niet te gauw weggaan", zeide zij. En Pa heeft me geld beloofd onder voorwaarde, dat ik niet weer om geld kom zeuren, als we getrouwd zijn. Nou, dat gebeurt vanzelf niet, hè? We zullen het best met elkaar vinden. De huur van de kamers is niet hoog. Voor ons ontbijt zorg ik in het keukentje, 's Middags lunchen we elk apart in de buurt van ons kantoor. En 's avonds wordt het eten gebracht. Bij abonnement valt dat ook mee. Nou, dan kunnen we nog tamelijk royaal leven en uitgaan, als wij er zin in hebben." „Hm. Daar heb jij Altijd zin in", merkt® Dolf op, op spijtigen toon. „Hé, bah, wat ben jij onuitstaanbaar! Ik moet volgens jouw opvatting mijn jong leven verkniezen zeker? Ik dank je Lekker. Ik denk er voorloopig nog niet over, in een klooster te gaan. Maar zeg maar ronduit, of je wilt of niet. Als je niet wilt, weet ik, wat mij te doen staat", zeide zij dreigend. Het dreigement miste zijn uitwerking. „Doe nu niet zoo dwaas. Je weet heel goed, wat ik bedoel. Vóór wij er toe over gaan, moeten we eerst verstandig over leggen." „Dat is ook zoo, Dolf" zeide zij, op eens heel gedwee, zóó, dat hij verbaasd opkeek. .„Overhaast moeten we het niet doen. Daarom stel ik je voor, dat we even naar de Mathenesserlaan gaan. Dan kunnen wij onderwegneen, stil nu, laat me uitpraten, ik weet wel, wat je zeggen wilt, dan kunnen we onderweg wel praten. We gaan de kamers bekijken. Neen, stil nu, wij huren niets. Wij zijn toch onze eigen baas zeker? We gaan alleen maar kijken. En dan spreken we af dat wij morgenavond uitsluitsel zullen ge ven. Dan kun je er nog eens een nacht op slapen, hoewel ik niet weet, waarvoor het noodig is. Kom, ga mee." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5