DE ZEEUW
DERDE BLAD
Staten-Generaal
Uit de Provincie.
Rechtzaken
Burqerlïjk Stand.
VAN
ZATERDAG 6 FEBR. 1932, Nr 108.
EERSTE KAMER.
Be pachtwetten verworpen.
In de gisteren gehouden zitting werd
de behandeling van de pachtontwerpen
voortgezet.
De Minister van Justitie, de
heer Donner, betoogde, dat de voor
bereiding van het wetsontwerp en van
deszelfs behandeling deugdelijk is ge
weest en dat, zoo er al bepalingen van
dwingend recht in zijn opgenomen, dit
zeer gemitigeerd is geschied. Men klaagt
over vaagheid en vreest als gevolg daar-
v'an rechtsonzekerheid, maar in de latere
jaren is men meer en meer tot het inzicht
geKomen, dat rechtszekerheid door scherp
geformuleerde bepalingen slechts wordt
bereikt ten koste der rechtszuiverheid.
Vaak zijn bepalingen van het Burgerlijk
■Wetboek vaag.
^Ten aanzien van schadeloosstelling we-
gons verbeteringen merkte spr. jegens den
heer Westordijk op, dat men dit niet moet
opvatten als een algehoelo vergoeding van
kosten aan de verbetering besteed. De wet
spreekt van schadeloosstelling slochts om
te kennen te geven, dat de gemaakte kos
ten don grond vormen voor de vergoe
ding.
Men vindt, dat de uitdrukking „buiten
gewone omstandigheden" zoo vaag is als
grond voor remissie, maar die omstan
digheden moeten oorzaak zijn van een
aanzienlijke opbrengst-vermindering en
daarom zal de uitdrukking in de practijk
van de toepassing geen moeilijkheden op
leveren.
Wat aangaat den dood des pachters,
reeds nu doet de dood de huur niet ein
digen. Onder bepaalde omstandigheden
kan na 's pachters dood de pacht eindigen
zoo is 't verpachtersbelang niet uit het oog
verloren.
De critiek van prof. Diepenhorst op het
continuatierecht moet spr. wel diep tref
fen, daar zijn naaste geestverwanten van
oordeel zijn, dat hij een „ellendige zin
snede", een „omineuze bepaling" in het
wetsontwerp heeft opgenomen.
Men erkent, dat het eigendomsrecht
mag worden beperkt als het algemeen be
lang' dit noodzakelijk maakt, maar dit is
hier het geval omdat het een algemeen be
lang is dat de bewerker van den grond
hem blijft bewerken.
Men zegt, dat het continuatierecht een
anomalie is in het contractenrecht, maar
er is' in de collectieve arbeidsovereen
komst ook een continuatie in dezen zin dat
ontslag kan plaats hebben alleen bij wan
gedrag. Men wil in plaats van het con
tinuatierecht een schadeloosstelling, maar
och, dat drijft naar ongewenschte conse
quenties. Als men steeds den pachter een
schadeloosstelling moet geven, zal dat van
invloed zijn op den pachtprijs. Men wil
geen prijszetting maar de prijsbepaling
door den rechter zal het prijsniveau
slechts volgen, zoodat prijs zetting
slechts bij uitzondering zal plaats vinden.
Daarom was er geen reden voor de regee
ring, in de Tweede Kamer het amende-
ment-Fleskens onaannemelijk te verkla
ren.
Het debat heeft spr. herinnert aan een
ander debat over de wet op de naam-
looze vennootschappen, wat is er van al
die schrikbeelden gebleven?
Men offere den arbeid van een halve
eeuw aan hervorming van het pachtwezen
niet op.
Vervolgens werd een aanvang gemaakt
met de behandeling van het wetsontwerp
tot wijziging van de Auteurswet, met het
oog op bemiddeling inzake muziek-
auteursrecht.
De behandeling wordt a.s. Dinsdag
voortgezet.
Hierna werd gestemd, met het reeds
gisteren vermelde resultaat.
DE HILVERSUM 5, het éénknops
N.S.F.-toestel met Super Inductie scha
keling en electro-dynamische luidspreker.
Hoofdagent: J. M. Polderman, Groote
Markt, Goes. Tel. 129. (Adv.)
Verplaatst met ingang van 1 April
a.s. de telefoniste bij den interlocal en
dienst H. J. Beenhakker, van het past
en telegraafkantoor te Goes naar dat te
Middelburg,
Goes. Gisteravond sprak voor een ma^-
tig bezette zaal in het Schuttershof voor
de Vereen, voor Chr. Winterlezingen Ds
P. G. v. d. Vliet, Geref. predikant te
Utrecht, over: „Het huis met do roode
draad".
Spr. voerde zijn gehoor naar Jericho,
het bekende stadje, dat, blijkens de op
gravingen aanmerkelijk kleiner is ge
weest dan wij bet ons meestal voorstel
len en herinnerde dan aan het Bijbelver
haal, volgens hetwelk Rachab, krachtens
de afspraak met de Israëlietische ver
spieders, haar huis voorzag van een roo-
den draad, opdat zij en haar familie ge
spaard zouden blijven bij de inneming
der stad.
Wij zien in dit verhaal een beeld van
de wereldgeschiedenis. Jericho, de burcht
der wereldsche cultuur, valt, maar God
behoudt in die wegzinkende wereld de
Zijnen. De wereld zal in zelfaanbidding
haar eind vinden, terwijl God in datzelf
de Jericho Zijn huis met de roode draad
heeft.
De verdere geschiedenis van Jericho is 'n
zeer merkwaardige. Ondanks de pogingen
tot opbouw, is het een plaats der vervloe
king en verlatenheid gebleven. Het was
de eerste plaats in Kanaan, die in han
den der Israëlieten viel en het was ook de
plaats, waar Zedekia, de laatste koning
vóór de ballingschap, in handen van den
vijand viel. Herodes de Groote, de
mensch van de wereld, sterft in deze
vloekstad.
Jericho is het beeld geweest van op
bouw en verwoesting, God bevestigt Zijn
vloek er over. Van het oude Jericho zijn
maar enkele ruïnes overgebleven.
Jericho is de plaats der scherpste te
genstelling. Tegenover Gods vloek over de
stad staat Gods genade, bewezen aan de
bewoonster van het huis met de roode
draad, het Evangeliehuis. Gods onbegre
pen liefde gaf Rachab een plaats in de
rij der geloofshelden en -heldinnen in
Hebr. 11. En tot de weinige vrouwen, die
in den Christus-stamboom in Mattheus
genoemd worden, behoort Rachab, de
heldin.
Dit alles vinden we terug in de wereld
geschiedenis. Do mensch beproeft te bou
wen de steden der zonde. Maar de rijken
vallen ineen en de cultuur zal ineenstor
ten. Dat zien we wel in onzen tijd, die is
de tijd van den chaos, van de scherpste
tegenstellingen. Onze eeuw is als' een ge
broken caleidoscoop. Het eigenlijke beeld
is zoek.
Maar ook in dezen warwinkel is er het
huis met de roode draad, de diepste ont
ferming Gods. Dit is alléén mogelijk door
het Kruis1 van Jezus Christus, Daar klinkt
de psalm van hef huis met de roode
draad. Op Golgotha wordt de gekruisigde
moordenaar zalig.
Spr. vestigt er de aandacht op, dat in
den donkeren tijd voor Israël, waarin
Achab regeert, Hiël getracht heeft Jeri
cho te herbouwen. Maar tijdens den bouw
en bij het beëindigen daarvan sterven de
zonen van dezen architect. God volbrengt
Zijn vloek. Maar ook in Achab's tijd is
er de prediking van het huis met de roode
draad. (Elia, Obadja).
Die zich niet stoort aan het verleden,
verliest de toekomst. Dat zien we uit de
geschiedenis van Hiël. En dat blijkt ook
uit onzen tijd. We zien in onze dagen
een Hiëls-opbouw en daarom zal onze
cultuur ineenstorten. Het brute ongeloof
bouwt immers op, wat eenmaal door het'
geloof is omver geworpen?
Maar ook nu mogen wij zien het huis
met de roode draad. Jezus Christus re
kent wèl met het verleden en daarom
heeft H ij de toekomst.
Buiten Jericho zien we ook den steen
hoop, waaronder Achan ligt als straf op
zijn zonde. De heidin Rachab waagt het
met Israël en den God van Israël en wordt
idealiste. De Israëliet Achan is de mate
rialist, die daaraan ondergaat.
Spr. teekent in aansluiting hieraan
het materialisme van onzen tijd, dat uit
komt. in de sportvergoding, in de gods
diensthaat der communisten en in de re
alistische boeken onzer dagen.
Moest Tagore niet zeggen, dat onze
Westersche beschaving geen ziel meer
heeft?
Aan het kruis va.n Christus verstomt
echter de materie-gedachte. Zijn dood was
niet maar passiviteit, doch heilige acti
viteit.
Hiël is door den vloek overwonnen: Je
zus heeft den vloek overwonnen. En door
Zijn kruisoffer mogen nu Rachab en tolle
naren en zondaren wonen in het Vader-
huis met de vele woningen.
Ha een woord van dank van den voor
zitter, dhr L. Smit, eindigde Db v. d.
Vliet met dankgebed.
Ovezand. De raad vergaderde gisteren.
Vastgesteld wordt een kohier hondenbe
lasting voor 1932, met 72 honden le en
1 hond 2e klasse, tot een bedrag in totaal
van f289. Met de door Ged. Staten van
Zeeland voorgestelde korting op de jaar
wedden van den burgemeester, secretaris
en ontvanger wordt accoord gegaan.
Het voorschot voor de bijzondere scho
len over 1932 wordt bepaald als volgt:
Voor de R.K. school op f 1578, voor de
Chr. school op f 506.
In verband met de verbetering van den
Achterdijk en den Platteweg, volgens bet
Prov. Wegenplan, wordt tot aankoop van
de daarvoor benoodigde gronden beslo
ten.
Waarde. Donderdagavond hield de af-
deeling Waarde van het Groene Kruis
haar jaarvergadering. De voorz. dhr W. E.
de Jager, heet de aanwezige leden wel
kom.
Uit de rekening en verantwoording door
den penningmeester over het jaar 1931
bleek, dat ontvangen was f 818.32, uitge
geven f 632.46, goed slot f 185.86. Saldo
per 1 Jan. 1931 f 1515.39. In kas f 1701.25,
waarvan f 372.77 als reserve. De afdeeling
telt thans 199 leden.
Vervolgens werd verslag gedaan van de
aan de vereen, toebehoorende verplegings-
artikelen en de gevallen waarin in 1931
deze goederen op voorschrift van den be-
handelenden geneesheer aan de leden wa
ren verstrekt.
De aftredende bestuursleden M. Alle-
wijn en W. E. de Jager werden herkozen.
De minimum-contributie voor 1932 werd
voor 1932 vastgesteld op 75 ct.
et aantal bezoeken door de Wijkver
pleegster mej. S. H. de Raad bedroeg
in de gemeenten Waarde en Krabbendïjke
ten behoeve der .wijkverpleging, T.B.C.-
bestrijding en Zuigelingenzorg: 3067.
Mededeeling werd gedaan betreffende de
uitzending van kinderen en den verkoop
der z.g, „Emmabloem". De paeisjes, die
zioh met den verkoop wilden belasten,
werden daarvoor dank gebracht.
Zaamslag. In de Ghr. bewaarschool,
die geheel met belangstellenden gevuld
was, trad Donderdagavond in openbare
propaganda-vergadering op als spreker
dhr H. Amerink, secretaris van het Chr.
Nat. Vakverbond en lid der Tweede Ka
mer, met het onderwerp: Onze taak in cri
sistijd"
Met groote aandacht werd deze rede be
luisterd. Enkele vragen werden gesteld,
die door spr. uitvoerig werden beant
woord.
Nadat spr. in dankzegging was voorge
gaan, werd de vergadering gesloten. Bij
den uitgang werd een collecte gehouden
voor de stakende arbeiders in Twente.
Bruinlsse. Alhier is opgericht een af
deeling van den socialistisehen land-
arbeidersbond, tellende 40 leden.
EEN ECONOMISCHE RAAD.
Voorste! van Minister Verschuur.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingediend tot instelling van een
Economischen Raad.
De taak welke aan dezen Raad is toe
gedacht, zal in de eerste plaats een advi-
seerende moeten zijn. De Raad zal, als
een centraal adviseerend college, dosge-
vraagd of uit eigen bewoging, aan de re-
geering vóórlichting moeten kunnen ge
ven over onderwerpen van economisch en
aard in den ruimsten zin. Zijn adviezen
zullen het goheele terrein van. economische
werkzaamhoid der regeering moeten be
strijken, ongeacht dus of die werkzaam
heid uitsluitend het economisch departe
ment dan wel ten deele of in hoofdzaak
een der andere departementen betreft.
De Raad zal uit ton minste 10 en ten
hoo ste 15 leden moeten bestaan, te be
noemen door de Kroon op voordracht van
het hoofd van het departement, dat in het
bijzonder de economische belangen heef t
te behartigen. Naar het oordeel van den
Minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid, die deze Memorie van Toelichting
heeft onderteekend, zal de Raad het ka
rakter moeten dragen van een college
van deskundigen, van personen, die onaf
hankelijk van de wenschen van bepaalde
belangengroepen, objectief hun meening
weten te geven en in staat zijn, zich daar
bij, zoo noodig met terzijdestelling van
het belang, dat hun bijzondere kennis
heeft, naar het algemeen economisch be
lang te richten.
In den Raad zullen vooreerst zitting
moeten hebben eenige algemeen onderleg
de economen van erkende bekwaamheid.
Daarnevens een aantal vooraanstaande
deskundigen uit de voornaamste takken
van bedrijf, waaruit het Nederlandsche
bedrijfsleven wordt gevormd. Voor wat
deze laatsten betreft, valt te denken aan
deskundigen uit den handel, de industrie,
den landbouw, de scheepvaart en het
bankwezen.
Het zal aanbeveling verdienen daar
naast nog aan een afzonderlijk deskun
dige uit den middenstand een plaats in te
ruimen.
Vertegenwoordigers van departementen
van algemeen bestuur zullen, naar de
minister zich denkt, niet als zoodanig in
den Raad worden benoemd. Wel zal voor
de hoofden der departementen gelegen
heid bestaan, zich in de vergaderingen
van den Raad door ambtenaren te doen
vertegenwoordigen. Op die wijze schijnt
een blijvend contact met de regeering vol
doende verzekerd.
Rechtbank te Middelburg.
Door de Rechtbank te Middelburg
werden gisteren de navolgende strafzaken
behandeld:
G. I. d. O., 21 jaar, kantoorbediende te
Hulst, verdacht van poging tot zwaile
mishandeling. Eisch: 2 mnd. gev. straf.
G. J. M., 30 jaar, werkman te Terneu-
zen, verdacht van oplichting en verduis
tering van een geldsbedrag van f 176.80
en f 9.50. Eisch :3 mnd. gev. straf.
M. v. d. H., 31 jaar, arbeider te Groede,
verdacht van diefstal van eenige manu
facturen. Eisch: 2 mnd. gev. straf,
J. A. B. L., 45 jaar, knecht te Middel
burg, verdacht van het veroorzaken van
brand door schuld, door 8 Dec. 1.1. te
MlddelburfgjA «roekeloos en 'onvoorzichtig
uit een benzinevat benzine te pompen in
een emmer in de onmiddellijke nabijheid
van een niet-afgesloten brandende storm
lantaarn, tengevolge waarvan de emmer
met benzine in brand is gevlogen en ge
vaar is ontstaan voor de in de omgeving
staande huizen. Eisch: f 25 of 10 d.
J. H. N., 33 jaar, aannemer te Goes,
was in hooger beroep gekomen tegen een
vonnis van den Kantonrechter te Goes,
waarbij hij wegens overtreding van de
Politieverordening te Goes (in de gemeen
te Goes zonder vergunning van B. en W.
een reclamebord, hetwelk voor den gevel
aan de zijde van den openbaren weg uit
steekt, maJren) werd veroordeeld tot een
geldboete van f 5 of 5 d. Eisch: Bevesti
ging van het vonnis, waarvan hooger be
roep.
G. B., 51 jaar, werkman te Kruiningen,
was in hooger beroep gekomen tegen een
vonnis van den Kantonrechter te Goee,
waarbij hij wegens overtreding van het
Prov. Reglement op wegen en voetpaden,
zoden steken uit een ten dienste van het
algemeen iiggenden weg, werd veroor
deeld tot een geldboete van f 15 of 15 d.
Eisch: bevestiging van het vonnis, waar
van hooger beroep, doch f 5 boete minder
I. M. v. d. L., 34 jaar, sluiswachter te
Ylissingen, verdacht van knevelarij. Eisch
1 mnd. gev. straf.
Verduistering door een bankier.
In de zaak van den gewezen bankier
J. E. J., te Vlissingen, waarvan de be
handeling gisteren voor de Rechtbank tc
Middelburg plaats vond, zooals we gis
teren in het kort reeds mededeelden, w erd
als eerste geinige gehoord Mr J. F. van
Deinso, advocaat te Middelburg, curator
in het faillissement van de De Koster en
Co Bank te Vlissingen, waarvan verdachte
destijds eenig firmant was.
Op een vraag vair dan president, of ge
tuige in den noedel van de bank liet
recipis, hetwelk verdachte zou hebben
verduisterd, had aangetroffen, antwoordde
gut. ontkennend. Op een nadere vraag
van den president aan got. of zich meer
dere fe' <m bobben voo,'gedaan, ant
woordde get. dut bij iom later eerden
klachten zijn binnengekome
Op eer vraag van dei Officier vin
Justitie aan got. op hoeveel hjjj de naai
de geschat heeft, zegt hij op 20 pet.
Op een vraag van de vordedigster Mr
A. Bolle, wanneer de recipis is opge
zonden, zegt get. op 7 Mei 1931.
Get. Ch. Kaniermaos, accountant te
Vlissingen, antwoordde op vragen van
den president dat door hem geen recipis
is aangetroffen in don boedel. Er waren
evenwei meerdere stukkon die in onder
pand waren gegeven. De Officier van
Justitie rnorkte -op, dat ongeveer f 100
duizend in onderpand was gegeven.
Get. Kamermans is bij onderzoek ge
bleken dat f 85.000 ter conversie en f 16
duizend aan recipissen waren opgezonden.
Op een vraag van de verdedigster aan
get. of het geven van stukken in depot
usance was, antwoordde get. dat het wel
gebruik is.
Op- een gezegde van de verdedigster
dat de administratie dus in orde was,
antwoordde get,, bevestigend.
Op een verdere vraag of verd. zioh
met een en ander heeft verrijkt, zegt get.
dat hij er niet beter van is geworden.
Get. Caljouw, wonende te Koudekerke,
zegt op 7 Maart 1931 ten kantore van
verdachte het bewuste stuk van f 1000
te hebben gekocht en betaald, hij ont
ving toen direct het recipis. Óp 7 Mei
heeft hij dat recipis ten kantore gebracht
met het doel daarvoor de obligatie te
ontvangen. Hoewel hij daarvoor meerdere
malen 'ten kantore is geweest, feon hij
noch het stuk, noch het recipis krijgen.
Later werd hem bericht, dat hij het stuk
tegen 15 Augustus kon terugkrijgen, doch
op 13 Augustus ging de bank failliet.
Het stuk stond niet in rekening courant
hij verdachte. Op een vraag van ver
dedigster of verdachte hem te woord
stond, zegt get., dat de zaak werd behan
deld door kantoorbediende Eiff.
Get. Eiff, procuratiehouder te Vlissin
gen, zeide op een vraag van de verdedig
ster, of het usance was, dat stukken
werden afgegeven, dat dit jaren lang heeft
plaats gehad. Deze werden opgestuurd
naar Amsterdam. Dit gebeurde even- el
niet met stukken die in bewaring werden
gegeven.
De get. Lonverse, boekhouder te V'i •-
singen, zegt op een vraag van den pre
sident, waarom de stukken werden opge
zonden, dat de Twentsche Rank f "OHO
boven stond. Het gebeurde bovendien al
tijd zonder dat onderzocht werd, hoe de
rekening stond.
Op een. vraag van den president of hij
dit niet vreemd of gevaarlijk vond, ant
woordde get., dat er vaak over gesproken
is, doch get. was ondergeschikt.
President: Als u hier te Middelburg
met de stukkeu terecht kunt, dan gaat 11
toch niet naar Amsterdam?
Gel merkt nog op, dat losse stukken
ook "ter onderpand werden oogezonden,
hetgeen de Officier van Justitie doet op
merken: „Rooversbende"!
Ook werden in den laatsten tijd veel
brieven uit Amsterdam ontvangen, waar
in op het zenden van onderpand werd
aangedrongen.
Get. Rossig, procuratiehouder te Am
sterdam, zegt, dat de Twentsche Bank
zaken deed met verdachte's kantoor.
Op een vraag van den President of het
recipis op 1 Juli 1931 kon worden in
gewisseld, antwoordt get. bevestigend.
Verder geeft get. te kennen dat het geval
Caljouw niet bij hen bekend was. Get.
doet verder mededeelingen aangaande
voorwaarden en gebruik met in onder
pand gegeven stukken.
Op een vraag van den Officier van Ju
stitie aan verdachte of hij van Caljouw of
een ander toestemming had om derge
lijke recipissen in pand te geven, ant
woordt hij ontkennend.
Verdachte is van oordeel zich niet aan
verduistering to hebben schuldig ge
maakt.
De Officier van Justitie aan het woord
komende, zegt, dat 't bij de geweldige ont
wikkeling van bank- en credietwezen een
verderfelijke gewoonte is geworden om
aan banken groote sommen in bewaring
te geven. In korten tijd zijn er in Zee
land, en wel te Goes 3, te Vlissingen 2 en
te Middelburg 1 bank over den kop ge
gaan. Men beroept zich daarbij op de
crisis, malaise enz., maar het Is de
vraag, is dat altijd waar?
Deze verdachte zou daarvan het
slachtoffer zijn en niet bekwaam voor
zijn taak zijn, maar in de maatschappij
zijn het heele heeren, die hnn neus in
den wind steken. De feiten zijn zoo een
voudig dat de man er evenwel alles van
moest begrijpen. Men koopt effeaten,
gaat speculeeren en zet dan als het mis
loopt, het verlies onder de debetpasten.
Een man met f 40 in de week inkomen
komt in de boeken voor als debiteur voor
f 100.000.Stukken die men in onder
pand krijgt, mag men niet opsturen en
dit was hier het geval. Spr. had ook nog
verschillende andere zaken aan verdach
te kunnen' ten laste leggen, doch heeft
dit niet gedaan. Minstens voor f 10.000
aan recipissen heeft hij naar Amsterdam
verstuurd, hetgeen verboden was. Wie
die opzending behandelde, doet niets ter
zake. Verdachte was de man die daartoe
he. el en gaf. Deze feiten zijn hoogst ern
stig. Mies wat op het kantoor kwam, rijp
en groen, werd naar Amsterdam gezon
den.. Het was in een woord een roovers
bende. Verdachte heeft door zijn misda
dig handelen velen geldelijk ernstig ge
dupeerd.
De officier van Justitie eischt daarom
een gevangenisstraf va.n 3 jaar met af
trek van het voorarrest.
De verdedigster van verdachte, Mej. Mr
Anna Bolle, is van oordeel, dat van alle
klachten, die tegen verdachte zijn inge
bracht, we alleen te maken hebben met
het feit, dat verdachte in de dagvaarding
is ten laste gelegd. De andere klachten
zijn blijkbaar door den Officier overge
legd ter illustratie van de zaak en daar
tegen meent verdedigster te moeten pro
testeeren, al dienen alle omstandigheden
te moeten worden bekeken. Spr. betwist
dat hier verduistering zou hebben plaatB
gehad. Zou die hebben plaats gehad, dan
moet het gebeurd zijn op 7 Mei 1931. Ver
dachte heeft op 7 Mei het recipis in de
pot in onderpand gezonden aan de Twent
sche Bank en heeft dit nimmer ontkend.
De getuige Louwerse heeft gezegd, dat de
bedoeling daarvan was om bij die bank te
Suppleeren, doch dat is, volgens de ver
dedigster, onjuist. Van suppleeren was
geen sprake. De Twentsche Bank had
6 a 7000 gulden boven het vereischte sur
plus, zooals uit de boeken en uit de ver
klaringen van getuigen is gebleken. Het
opzonden van het recipis had niet tof doel
te suppleeren, maar was een gevolg van
den gang van zaken op het kantoor. Goed
te keuren is dat niet, maar van opzette
lijke en wederrechtelijk toeëigenen is vol
gens pleitster hier geen sprake.
Het recipis had volgens den stand en
rekening bij de Twentsche Bank ieder
oogenblik kunnen worden terug gegeven.
Dit is evenwel niet gebeurd, omdat de
eigenaar nimmer het recipis heeft terug
gevraagd. Verdachte liet het daar liggen,
geen oogenblik denkende, dat hij, als het
recipis eenmaal inwisselbaar zou zijn, het
niet uit het depot zou kunnen lichten.
Verdachte's zaken gingen goed. Boeken
en administratie waren in orde, totdat op
eens de enorme daling der koersen en
het moratorium met Duitschland allots
onderste boven wierp. Indien de alleszins
afkeurenswaardige gewoonte op het kan
toor niet had bestaan om effecten, ook
degeen die ter conversie en ter inwisse
ling waren afgegeven, naar het depot op
te zenden, dan zou het buiten dit debacle
zijn gebleven, doch omdat dit nu niet is
"ebeurd, heeft verdachte zich volgens spr.
nor niet schuldig gemaakt aan verduiste
ring. Wil de Officier volhouden, dat zulks
wèl 't geval is, dan zal hij hebben aan te
toonen, 'dat verd. zaak toen reeds wel
mis was en dat hij vast zat. Het is toch
een heerschende opvatting, dat verpan
ding van een effect alleen dan als straf
bare verduistering behoort te worden be
schouwd, wanneer ten tijde van de in
nanr! reving de dader wist, of moest we
ten. dat hij niet bijtijds tot de inlossing
in staat zou zijn. Spr. voerde daarvoor
verschillende voorbeelden uit de jurispru
dentie aan.
Spr. verzoekt de Rechtbank verdachte
onmiddellijk in vrijheid te stellen, het-
e-een na repliek van den Officier door de
Rechtbank wordt geweigerd.
Uitspraak op 19 dezer.
Van 28 Jan.4 Febr.
VLISSINGEN. Ondertrouwd: J. J.
Nooijens, 27 j. en J. Davidse, 22 j.; L. van
der Graaf, 25 j. en N. Gijselman, 24 j.
J. Willeboer, 31 j. en L. J. Wijkhuisen,
25 j.
Getrouwd: W. J. de Kok, 22 j. en J. C.
de Willigen, 19 j.; J. F. van Opbergen, 30
j. en G. W. H. Wortmann, 31 j.; P. van
Peene, 62 j. en A. M. Qandt, 40 j.
Bevallen: P. N. Bom, geb. van de Vrede,
d.; M. E. Kögeler, geb. Bouwman, z.; J.
C. Meeusen, geb. Hoogstad, d.
Overleden: A. Timmerman, 18 j., z.; C.
Adamse, 66 j., man van E. Mulder; G.
Bommelje, 72 j., man van J. de Bree; J.
Jonckman, 18 j., z.; J. A. C. Lagace,
66 j. jm. (Viiss. Crt.)
Van 28 Jan.4 Febr.
SOUBURG. Getrouwd: Anthonie v. d.
Beurse 27 j. jm. en Bonna Maria Kornelia
Trapman.
Over de maand Jan.
KAPELLE. Huwelijksvoltr.: Ghristiaan
van Eekelen en Geertruida van den Heu
vel.
Gebaren: Dignus z.v. Jan Koster en G.
Halvorsen; Adriaan z.v. G. Kosten en G.
Heijstek; Adriaan z.v. A. de Schipper en
G. F. Bruinooge; Klazina Tannetje d.v.
0. van Iwaarden en G. Weststrate; Gerard
z.v. J. de Jager en E. Wagenaar.
Overleden: Jacob van Nieuwenhuizen,
84 j., wednr van Dina Sinke; Jannetje
Baens 66 j. echtg. van Johannes West veer.