DE ZEEUW DERDE BLAD Staten-Generaal Uit de Provincie. Rechtzaken Burqerlïjk Stand. VAN ZATERDAG 6 FEBR. 1932, Nr 108. EERSTE KAMER. Be pachtwetten verworpen. In de gisteren gehouden zitting werd de behandeling van de pachtontwerpen voortgezet. De Minister van Justitie, de heer Donner, betoogde, dat de voor bereiding van het wetsontwerp en van deszelfs behandeling deugdelijk is ge weest en dat, zoo er al bepalingen van dwingend recht in zijn opgenomen, dit zeer gemitigeerd is geschied. Men klaagt over vaagheid en vreest als gevolg daar- v'an rechtsonzekerheid, maar in de latere jaren is men meer en meer tot het inzicht geKomen, dat rechtszekerheid door scherp geformuleerde bepalingen slechts wordt bereikt ten koste der rechtszuiverheid. Vaak zijn bepalingen van het Burgerlijk ■Wetboek vaag. ^Ten aanzien van schadeloosstelling we- gons verbeteringen merkte spr. jegens den heer Westordijk op, dat men dit niet moet opvatten als een algehoelo vergoeding van kosten aan de verbetering besteed. De wet spreekt van schadeloosstelling slochts om te kennen te geven, dat de gemaakte kos ten don grond vormen voor de vergoe ding. Men vindt, dat de uitdrukking „buiten gewone omstandigheden" zoo vaag is als grond voor remissie, maar die omstan digheden moeten oorzaak zijn van een aanzienlijke opbrengst-vermindering en daarom zal de uitdrukking in de practijk van de toepassing geen moeilijkheden op leveren. Wat aangaat den dood des pachters, reeds nu doet de dood de huur niet ein digen. Onder bepaalde omstandigheden kan na 's pachters dood de pacht eindigen zoo is 't verpachtersbelang niet uit het oog verloren. De critiek van prof. Diepenhorst op het continuatierecht moet spr. wel diep tref fen, daar zijn naaste geestverwanten van oordeel zijn, dat hij een „ellendige zin snede", een „omineuze bepaling" in het wetsontwerp heeft opgenomen. Men erkent, dat het eigendomsrecht mag worden beperkt als het algemeen be lang' dit noodzakelijk maakt, maar dit is hier het geval omdat het een algemeen be lang is dat de bewerker van den grond hem blijft bewerken. Men zegt, dat het continuatierecht een anomalie is in het contractenrecht, maar er is' in de collectieve arbeidsovereen komst ook een continuatie in dezen zin dat ontslag kan plaats hebben alleen bij wan gedrag. Men wil in plaats van het con tinuatierecht een schadeloosstelling, maar och, dat drijft naar ongewenschte conse quenties. Als men steeds den pachter een schadeloosstelling moet geven, zal dat van invloed zijn op den pachtprijs. Men wil geen prijszetting maar de prijsbepaling door den rechter zal het prijsniveau slechts volgen, zoodat prijs zetting slechts bij uitzondering zal plaats vinden. Daarom was er geen reden voor de regee ring, in de Tweede Kamer het amende- ment-Fleskens onaannemelijk te verkla ren. Het debat heeft spr. herinnert aan een ander debat over de wet op de naam- looze vennootschappen, wat is er van al die schrikbeelden gebleven? Men offere den arbeid van een halve eeuw aan hervorming van het pachtwezen niet op. Vervolgens werd een aanvang gemaakt met de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging van de Auteurswet, met het oog op bemiddeling inzake muziek- auteursrecht. De behandeling wordt a.s. Dinsdag voortgezet. Hierna werd gestemd, met het reeds gisteren vermelde resultaat. DE HILVERSUM 5, het éénknops N.S.F.-toestel met Super Inductie scha keling en electro-dynamische luidspreker. Hoofdagent: J. M. Polderman, Groote Markt, Goes. Tel. 129. (Adv.) Verplaatst met ingang van 1 April a.s. de telefoniste bij den interlocal en dienst H. J. Beenhakker, van het past en telegraafkantoor te Goes naar dat te Middelburg, Goes. Gisteravond sprak voor een ma^- tig bezette zaal in het Schuttershof voor de Vereen, voor Chr. Winterlezingen Ds P. G. v. d. Vliet, Geref. predikant te Utrecht, over: „Het huis met do roode draad". Spr. voerde zijn gehoor naar Jericho, het bekende stadje, dat, blijkens de op gravingen aanmerkelijk kleiner is ge weest dan wij bet ons meestal voorstel len en herinnerde dan aan het Bijbelver haal, volgens hetwelk Rachab, krachtens de afspraak met de Israëlietische ver spieders, haar huis voorzag van een roo- den draad, opdat zij en haar familie ge spaard zouden blijven bij de inneming der stad. Wij zien in dit verhaal een beeld van de wereldgeschiedenis. Jericho, de burcht der wereldsche cultuur, valt, maar God behoudt in die wegzinkende wereld de Zijnen. De wereld zal in zelfaanbidding haar eind vinden, terwijl God in datzelf de Jericho Zijn huis met de roode draad heeft. De verdere geschiedenis van Jericho is 'n zeer merkwaardige. Ondanks de pogingen tot opbouw, is het een plaats der vervloe king en verlatenheid gebleven. Het was de eerste plaats in Kanaan, die in han den der Israëlieten viel en het was ook de plaats, waar Zedekia, de laatste koning vóór de ballingschap, in handen van den vijand viel. Herodes de Groote, de mensch van de wereld, sterft in deze vloekstad. Jericho is het beeld geweest van op bouw en verwoesting, God bevestigt Zijn vloek er over. Van het oude Jericho zijn maar enkele ruïnes overgebleven. Jericho is de plaats der scherpste te genstelling. Tegenover Gods vloek over de stad staat Gods genade, bewezen aan de bewoonster van het huis met de roode draad, het Evangeliehuis. Gods onbegre pen liefde gaf Rachab een plaats in de rij der geloofshelden en -heldinnen in Hebr. 11. En tot de weinige vrouwen, die in den Christus-stamboom in Mattheus genoemd worden, behoort Rachab, de heldin. Dit alles vinden we terug in de wereld geschiedenis. Do mensch beproeft te bou wen de steden der zonde. Maar de rijken vallen ineen en de cultuur zal ineenstor ten. Dat zien we wel in onzen tijd, die is de tijd van den chaos, van de scherpste tegenstellingen. Onze eeuw is als' een ge broken caleidoscoop. Het eigenlijke beeld is zoek. Maar ook in dezen warwinkel is er het huis met de roode draad, de diepste ont ferming Gods. Dit is alléén mogelijk door het Kruis1 van Jezus Christus, Daar klinkt de psalm van hef huis met de roode draad. Op Golgotha wordt de gekruisigde moordenaar zalig. Spr. vestigt er de aandacht op, dat in den donkeren tijd voor Israël, waarin Achab regeert, Hiël getracht heeft Jeri cho te herbouwen. Maar tijdens den bouw en bij het beëindigen daarvan sterven de zonen van dezen architect. God volbrengt Zijn vloek. Maar ook in Achab's tijd is er de prediking van het huis met de roode draad. (Elia, Obadja). Die zich niet stoort aan het verleden, verliest de toekomst. Dat zien we uit de geschiedenis van Hiël. En dat blijkt ook uit onzen tijd. We zien in onze dagen een Hiëls-opbouw en daarom zal onze cultuur ineenstorten. Het brute ongeloof bouwt immers op, wat eenmaal door het' geloof is omver geworpen? Maar ook nu mogen wij zien het huis met de roode draad. Jezus Christus re kent wèl met het verleden en daarom heeft H ij de toekomst. Buiten Jericho zien we ook den steen hoop, waaronder Achan ligt als straf op zijn zonde. De heidin Rachab waagt het met Israël en den God van Israël en wordt idealiste. De Israëliet Achan is de mate rialist, die daaraan ondergaat. Spr. teekent in aansluiting hieraan het materialisme van onzen tijd, dat uit komt. in de sportvergoding, in de gods diensthaat der communisten en in de re alistische boeken onzer dagen. Moest Tagore niet zeggen, dat onze Westersche beschaving geen ziel meer heeft? Aan het kruis va.n Christus verstomt echter de materie-gedachte. Zijn dood was niet maar passiviteit, doch heilige acti viteit. Hiël is door den vloek overwonnen: Je zus heeft den vloek overwonnen. En door Zijn kruisoffer mogen nu Rachab en tolle naren en zondaren wonen in het Vader- huis met de vele woningen. Ha een woord van dank van den voor zitter, dhr L. Smit, eindigde Db v. d. Vliet met dankgebed. Ovezand. De raad vergaderde gisteren. Vastgesteld wordt een kohier hondenbe lasting voor 1932, met 72 honden le en 1 hond 2e klasse, tot een bedrag in totaal van f289. Met de door Ged. Staten van Zeeland voorgestelde korting op de jaar wedden van den burgemeester, secretaris en ontvanger wordt accoord gegaan. Het voorschot voor de bijzondere scho len over 1932 wordt bepaald als volgt: Voor de R.K. school op f 1578, voor de Chr. school op f 506. In verband met de verbetering van den Achterdijk en den Platteweg, volgens bet Prov. Wegenplan, wordt tot aankoop van de daarvoor benoodigde gronden beslo ten. Waarde. Donderdagavond hield de af- deeling Waarde van het Groene Kruis haar jaarvergadering. De voorz. dhr W. E. de Jager, heet de aanwezige leden wel kom. Uit de rekening en verantwoording door den penningmeester over het jaar 1931 bleek, dat ontvangen was f 818.32, uitge geven f 632.46, goed slot f 185.86. Saldo per 1 Jan. 1931 f 1515.39. In kas f 1701.25, waarvan f 372.77 als reserve. De afdeeling telt thans 199 leden. Vervolgens werd verslag gedaan van de aan de vereen, toebehoorende verplegings- artikelen en de gevallen waarin in 1931 deze goederen op voorschrift van den be- handelenden geneesheer aan de leden wa ren verstrekt. De aftredende bestuursleden M. Alle- wijn en W. E. de Jager werden herkozen. De minimum-contributie voor 1932 werd voor 1932 vastgesteld op 75 ct. et aantal bezoeken door de Wijkver pleegster mej. S. H. de Raad bedroeg in de gemeenten Waarde en Krabbendïjke ten behoeve der .wijkverpleging, T.B.C.- bestrijding en Zuigelingenzorg: 3067. Mededeeling werd gedaan betreffende de uitzending van kinderen en den verkoop der z.g, „Emmabloem". De paeisjes, die zioh met den verkoop wilden belasten, werden daarvoor dank gebracht. Zaamslag. In de Ghr. bewaarschool, die geheel met belangstellenden gevuld was, trad Donderdagavond in openbare propaganda-vergadering op als spreker dhr H. Amerink, secretaris van het Chr. Nat. Vakverbond en lid der Tweede Ka mer, met het onderwerp: Onze taak in cri sistijd" Met groote aandacht werd deze rede be luisterd. Enkele vragen werden gesteld, die door spr. uitvoerig werden beant woord. Nadat spr. in dankzegging was voorge gaan, werd de vergadering gesloten. Bij den uitgang werd een collecte gehouden voor de stakende arbeiders in Twente. Bruinlsse. Alhier is opgericht een af deeling van den socialistisehen land- arbeidersbond, tellende 40 leden. EEN ECONOMISCHE RAAD. Voorste! van Minister Verschuur. Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp ingediend tot instelling van een Economischen Raad. De taak welke aan dezen Raad is toe gedacht, zal in de eerste plaats een advi- seerende moeten zijn. De Raad zal, als een centraal adviseerend college, dosge- vraagd of uit eigen bewoging, aan de re- geering vóórlichting moeten kunnen ge ven over onderwerpen van economisch en aard in den ruimsten zin. Zijn adviezen zullen het goheele terrein van. economische werkzaamhoid der regeering moeten be strijken, ongeacht dus of die werkzaam heid uitsluitend het economisch departe ment dan wel ten deele of in hoofdzaak een der andere departementen betreft. De Raad zal uit ton minste 10 en ten hoo ste 15 leden moeten bestaan, te be noemen door de Kroon op voordracht van het hoofd van het departement, dat in het bijzonder de economische belangen heef t te behartigen. Naar het oordeel van den Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid, die deze Memorie van Toelichting heeft onderteekend, zal de Raad het ka rakter moeten dragen van een college van deskundigen, van personen, die onaf hankelijk van de wenschen van bepaalde belangengroepen, objectief hun meening weten te geven en in staat zijn, zich daar bij, zoo noodig met terzijdestelling van het belang, dat hun bijzondere kennis heeft, naar het algemeen economisch be lang te richten. In den Raad zullen vooreerst zitting moeten hebben eenige algemeen onderleg de economen van erkende bekwaamheid. Daarnevens een aantal vooraanstaande deskundigen uit de voornaamste takken van bedrijf, waaruit het Nederlandsche bedrijfsleven wordt gevormd. Voor wat deze laatsten betreft, valt te denken aan deskundigen uit den handel, de industrie, den landbouw, de scheepvaart en het bankwezen. Het zal aanbeveling verdienen daar naast nog aan een afzonderlijk deskun dige uit den middenstand een plaats in te ruimen. Vertegenwoordigers van departementen van algemeen bestuur zullen, naar de minister zich denkt, niet als zoodanig in den Raad worden benoemd. Wel zal voor de hoofden der departementen gelegen heid bestaan, zich in de vergaderingen van den Raad door ambtenaren te doen vertegenwoordigen. Op die wijze schijnt een blijvend contact met de regeering vol doende verzekerd. Rechtbank te Middelburg. Door de Rechtbank te Middelburg werden gisteren de navolgende strafzaken behandeld: G. I. d. O., 21 jaar, kantoorbediende te Hulst, verdacht van poging tot zwaile mishandeling. Eisch: 2 mnd. gev. straf. G. J. M., 30 jaar, werkman te Terneu- zen, verdacht van oplichting en verduis tering van een geldsbedrag van f 176.80 en f 9.50. Eisch :3 mnd. gev. straf. M. v. d. H., 31 jaar, arbeider te Groede, verdacht van diefstal van eenige manu facturen. Eisch: 2 mnd. gev. straf, J. A. B. L., 45 jaar, knecht te Middel burg, verdacht van het veroorzaken van brand door schuld, door 8 Dec. 1.1. te MlddelburfgjA «roekeloos en 'onvoorzichtig uit een benzinevat benzine te pompen in een emmer in de onmiddellijke nabijheid van een niet-afgesloten brandende storm lantaarn, tengevolge waarvan de emmer met benzine in brand is gevlogen en ge vaar is ontstaan voor de in de omgeving staande huizen. Eisch: f 25 of 10 d. J. H. N., 33 jaar, aannemer te Goes, was in hooger beroep gekomen tegen een vonnis van den Kantonrechter te Goes, waarbij hij wegens overtreding van de Politieverordening te Goes (in de gemeen te Goes zonder vergunning van B. en W. een reclamebord, hetwelk voor den gevel aan de zijde van den openbaren weg uit steekt, maJren) werd veroordeeld tot een geldboete van f 5 of 5 d. Eisch: Bevesti ging van het vonnis, waarvan hooger be roep. G. B., 51 jaar, werkman te Kruiningen, was in hooger beroep gekomen tegen een vonnis van den Kantonrechter te Goee, waarbij hij wegens overtreding van het Prov. Reglement op wegen en voetpaden, zoden steken uit een ten dienste van het algemeen iiggenden weg, werd veroor deeld tot een geldboete van f 15 of 15 d. Eisch: bevestiging van het vonnis, waar van hooger beroep, doch f 5 boete minder I. M. v. d. L., 34 jaar, sluiswachter te Ylissingen, verdacht van knevelarij. Eisch 1 mnd. gev. straf. Verduistering door een bankier. In de zaak van den gewezen bankier J. E. J., te Vlissingen, waarvan de be handeling gisteren voor de Rechtbank tc Middelburg plaats vond, zooals we gis teren in het kort reeds mededeelden, w erd als eerste geinige gehoord Mr J. F. van Deinso, advocaat te Middelburg, curator in het faillissement van de De Koster en Co Bank te Vlissingen, waarvan verdachte destijds eenig firmant was. Op een vraag vair dan president, of ge tuige in den noedel van de bank liet recipis, hetwelk verdachte zou hebben verduisterd, had aangetroffen, antwoordde gut. ontkennend. Op een nadere vraag van den president aan got. of zich meer dere fe' <m bobben voo,'gedaan, ant woordde get. dut bij iom later eerden klachten zijn binnengekome Op eer vraag van dei Officier vin Justitie aan got. op hoeveel hjjj de naai de geschat heeft, zegt hij op 20 pet. Op een vraag van de vordedigster Mr A. Bolle, wanneer de recipis is opge zonden, zegt get. op 7 Mei 1931. Get. Ch. Kaniermaos, accountant te Vlissingen, antwoordde op vragen van den president dat door hem geen recipis is aangetroffen in don boedel. Er waren evenwei meerdere stukkon die in onder pand waren gegeven. De Officier van Justitie rnorkte -op, dat ongeveer f 100 duizend in onderpand was gegeven. Get. Kamermans is bij onderzoek ge bleken dat f 85.000 ter conversie en f 16 duizend aan recipissen waren opgezonden. Op een vraag van de verdedigster aan get. of het geven van stukken in depot usance was, antwoordde get. dat het wel gebruik is. Op- een gezegde van de verdedigster dat de administratie dus in orde was, antwoordde get,, bevestigend. Op een verdere vraag of verd. zioh met een en ander heeft verrijkt, zegt get. dat hij er niet beter van is geworden. Get. Caljouw, wonende te Koudekerke, zegt op 7 Maart 1931 ten kantore van verdachte het bewuste stuk van f 1000 te hebben gekocht en betaald, hij ont ving toen direct het recipis. Óp 7 Mei heeft hij dat recipis ten kantore gebracht met het doel daarvoor de obligatie te ontvangen. Hoewel hij daarvoor meerdere malen 'ten kantore is geweest, feon hij noch het stuk, noch het recipis krijgen. Later werd hem bericht, dat hij het stuk tegen 15 Augustus kon terugkrijgen, doch op 13 Augustus ging de bank failliet. Het stuk stond niet in rekening courant hij verdachte. Op een vraag van ver dedigster of verdachte hem te woord stond, zegt get., dat de zaak werd behan deld door kantoorbediende Eiff. Get. Eiff, procuratiehouder te Vlissin gen, zeide op een vraag van de verdedig ster, of het usance was, dat stukken werden afgegeven, dat dit jaren lang heeft plaats gehad. Deze werden opgestuurd naar Amsterdam. Dit gebeurde even- el niet met stukken die in bewaring werden gegeven. De get. Lonverse, boekhouder te V'i •- singen, zegt op een vraag van den pre sident, waarom de stukken werden opge zonden, dat de Twentsche Rank f "OHO boven stond. Het gebeurde bovendien al tijd zonder dat onderzocht werd, hoe de rekening stond. Op een. vraag van den president of hij dit niet vreemd of gevaarlijk vond, ant woordde get., dat er vaak over gesproken is, doch get. was ondergeschikt. President: Als u hier te Middelburg met de stukkeu terecht kunt, dan gaat 11 toch niet naar Amsterdam? Gel merkt nog op, dat losse stukken ook "ter onderpand werden oogezonden, hetgeen de Officier van Justitie doet op merken: „Rooversbende"! Ook werden in den laatsten tijd veel brieven uit Amsterdam ontvangen, waar in op het zenden van onderpand werd aangedrongen. Get. Rossig, procuratiehouder te Am sterdam, zegt, dat de Twentsche Bank zaken deed met verdachte's kantoor. Op een vraag van den President of het recipis op 1 Juli 1931 kon worden in gewisseld, antwoordt get. bevestigend. Verder geeft get. te kennen dat het geval Caljouw niet bij hen bekend was. Get. doet verder mededeelingen aangaande voorwaarden en gebruik met in onder pand gegeven stukken. Op een vraag van den Officier van Ju stitie aan verdachte of hij van Caljouw of een ander toestemming had om derge lijke recipissen in pand te geven, ant woordt hij ontkennend. Verdachte is van oordeel zich niet aan verduistering to hebben schuldig ge maakt. De Officier van Justitie aan het woord komende, zegt, dat 't bij de geweldige ont wikkeling van bank- en credietwezen een verderfelijke gewoonte is geworden om aan banken groote sommen in bewaring te geven. In korten tijd zijn er in Zee land, en wel te Goes 3, te Vlissingen 2 en te Middelburg 1 bank over den kop ge gaan. Men beroept zich daarbij op de crisis, malaise enz., maar het Is de vraag, is dat altijd waar? Deze verdachte zou daarvan het slachtoffer zijn en niet bekwaam voor zijn taak zijn, maar in de maatschappij zijn het heele heeren, die hnn neus in den wind steken. De feiten zijn zoo een voudig dat de man er evenwel alles van moest begrijpen. Men koopt effeaten, gaat speculeeren en zet dan als het mis loopt, het verlies onder de debetpasten. Een man met f 40 in de week inkomen komt in de boeken voor als debiteur voor f 100.000.Stukken die men in onder pand krijgt, mag men niet opsturen en dit was hier het geval. Spr. had ook nog verschillende andere zaken aan verdach te kunnen' ten laste leggen, doch heeft dit niet gedaan. Minstens voor f 10.000 aan recipissen heeft hij naar Amsterdam verstuurd, hetgeen verboden was. Wie die opzending behandelde, doet niets ter zake. Verdachte was de man die daartoe he. el en gaf. Deze feiten zijn hoogst ern stig. Mies wat op het kantoor kwam, rijp en groen, werd naar Amsterdam gezon den.. Het was in een woord een roovers bende. Verdachte heeft door zijn misda dig handelen velen geldelijk ernstig ge dupeerd. De officier van Justitie eischt daarom een gevangenisstraf va.n 3 jaar met af trek van het voorarrest. De verdedigster van verdachte, Mej. Mr Anna Bolle, is van oordeel, dat van alle klachten, die tegen verdachte zijn inge bracht, we alleen te maken hebben met het feit, dat verdachte in de dagvaarding is ten laste gelegd. De andere klachten zijn blijkbaar door den Officier overge legd ter illustratie van de zaak en daar tegen meent verdedigster te moeten pro testeeren, al dienen alle omstandigheden te moeten worden bekeken. Spr. betwist dat hier verduistering zou hebben plaatB gehad. Zou die hebben plaats gehad, dan moet het gebeurd zijn op 7 Mei 1931. Ver dachte heeft op 7 Mei het recipis in de pot in onderpand gezonden aan de Twent sche Bank en heeft dit nimmer ontkend. De getuige Louwerse heeft gezegd, dat de bedoeling daarvan was om bij die bank te Suppleeren, doch dat is, volgens de ver dedigster, onjuist. Van suppleeren was geen sprake. De Twentsche Bank had 6 a 7000 gulden boven het vereischte sur plus, zooals uit de boeken en uit de ver klaringen van getuigen is gebleken. Het opzonden van het recipis had niet tof doel te suppleeren, maar was een gevolg van den gang van zaken op het kantoor. Goed te keuren is dat niet, maar van opzette lijke en wederrechtelijk toeëigenen is vol gens pleitster hier geen sprake. Het recipis had volgens den stand en rekening bij de Twentsche Bank ieder oogenblik kunnen worden terug gegeven. Dit is evenwel niet gebeurd, omdat de eigenaar nimmer het recipis heeft terug gevraagd. Verdachte liet het daar liggen, geen oogenblik denkende, dat hij, als het recipis eenmaal inwisselbaar zou zijn, het niet uit het depot zou kunnen lichten. Verdachte's zaken gingen goed. Boeken en administratie waren in orde, totdat op eens de enorme daling der koersen en het moratorium met Duitschland allots onderste boven wierp. Indien de alleszins afkeurenswaardige gewoonte op het kan toor niet had bestaan om effecten, ook degeen die ter conversie en ter inwisse ling waren afgegeven, naar het depot op te zenden, dan zou het buiten dit debacle zijn gebleven, doch omdat dit nu niet is "ebeurd, heeft verdachte zich volgens spr. nor niet schuldig gemaakt aan verduiste ring. Wil de Officier volhouden, dat zulks wèl 't geval is, dan zal hij hebben aan te toonen, 'dat verd. zaak toen reeds wel mis was en dat hij vast zat. Het is toch een heerschende opvatting, dat verpan ding van een effect alleen dan als straf bare verduistering behoort te worden be schouwd, wanneer ten tijde van de in nanr! reving de dader wist, of moest we ten. dat hij niet bijtijds tot de inlossing in staat zou zijn. Spr. voerde daarvoor verschillende voorbeelden uit de jurispru dentie aan. Spr. verzoekt de Rechtbank verdachte onmiddellijk in vrijheid te stellen, het- e-een na repliek van den Officier door de Rechtbank wordt geweigerd. Uitspraak op 19 dezer. Van 28 Jan.4 Febr. VLISSINGEN. Ondertrouwd: J. J. Nooijens, 27 j. en J. Davidse, 22 j.; L. van der Graaf, 25 j. en N. Gijselman, 24 j. J. Willeboer, 31 j. en L. J. Wijkhuisen, 25 j. Getrouwd: W. J. de Kok, 22 j. en J. C. de Willigen, 19 j.; J. F. van Opbergen, 30 j. en G. W. H. Wortmann, 31 j.; P. van Peene, 62 j. en A. M. Qandt, 40 j. Bevallen: P. N. Bom, geb. van de Vrede, d.; M. E. Kögeler, geb. Bouwman, z.; J. C. Meeusen, geb. Hoogstad, d. Overleden: A. Timmerman, 18 j., z.; C. Adamse, 66 j., man van E. Mulder; G. Bommelje, 72 j., man van J. de Bree; J. Jonckman, 18 j., z.; J. A. C. Lagace, 66 j. jm. (Viiss. Crt.) Van 28 Jan.4 Febr. SOUBURG. Getrouwd: Anthonie v. d. Beurse 27 j. jm. en Bonna Maria Kornelia Trapman. Over de maand Jan. KAPELLE. Huwelijksvoltr.: Ghristiaan van Eekelen en Geertruida van den Heu vel. Gebaren: Dignus z.v. Jan Koster en G. Halvorsen; Adriaan z.v. G. Kosten en G. Heijstek; Adriaan z.v. A. de Schipper en G. F. Bruinooge; Klazina Tannetje d.v. 0. van Iwaarden en G. Weststrate; Gerard z.v. J. de Jager en E. Wagenaar. Overleden: Jacob van Nieuwenhuizen, 84 j., wednr van Dina Sinke; Jannetje Baens 66 j. echtg. van Johannes West veer.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 9