Sloan s liniment Wetenschap en Kunst Het Vrouwenhoekje. Dammen. DOODT PIJN Ingezonden Mededeellng. RJieumatiek? Sloan's is het beroemde, snelwerkende liniment. Het middel, dat doordringt zonder inwrijven. Brengt verbazende ver lichting. Indien U lijdt aan rheumatiek in de gewrichten of spieren, schaf U dan onverwijld een flacon Sloan's Liniment aan. Millioenen hebben het met succes gebruikt bij Rheumatiek, Lendejicht, Ischias, Verkoudheden op de Borst, Verstuikingen, Kneuzingen. Ik vlei me echter niet, dat dit optre den direct een blijvend resultaat zal op leveren, aangezien deze lieden alles in het werk stellen om hun bedrijf te kunnen uitoefenen. Na buiten het station geloodst to zijn, zal de overtreder dan ook zoo vlug mogelijk naar den ingang loopen en daar zijn kaartje laten knippen bij een plaatsvervanger van een vasten controle beambte. Dit zoo mogelijk met afgewend gelaat en zich aansluitend bij andere rei zigers. Vervolgens vliegt hij naar het per ron en stelt zich hier of daar verdekt op, om, zoodra er een trein binnen komt met de andere reizigers in te stappen. Ziet de dienstdoende chef of conducteur hem niet instappen, dan oefent hij z'n bedrijf na tuurlijk weer uit zoolang tot de conduc teur hem betrapt of bij deze ziet aan komen. Een muzikant te Delft woonachtig ver trekt vandaar niet meer per trein, doch omdat hij herhaaldelijk gesignaleerd werd, reist hij met een aut i naar Rot terdam en begint van daar zijn treinreis. Om een einde tc kunnen maken aan deze overtredingen, is het zeer gewenscht dat in dezo het publiek bet stations- en treinpersoneel ter zijde staat. Dit behoort thans nog tot de vrome wenschen. Er zijn n.l. reizigers, die uit medelijden of anderszins den muzikant geld geven, na^- dat hij z'n spel ten beste heeft gegeven. Wij verzoeken met aandrang, geen cent te geven aan treinmuzikanten. Mocht men hierover worden lastig geval len, dan doet men goed hieromtrent di rect het treinpersoneel of den stations chef kennis te geven. Temeer zij aldus gehandeld, dewijl deze lieden nog andere ongeoorloofde prak tijken uitoefenen; immers een der be kendste treinmuzikanten werd reeds als verdacht van zakkenrollerij door do recherche aangehouden. Vooral onder de vrouwelijke passagiers zoeken zij hun slachtoffers, omdat deze dikwijls verzui men haar portemonnaie goed op te ber gen. Negen jongens vergiftigd. Een negental jongens te Kampen ging kalmoes zoeken, maar vond wortels van de beruchte waterscheerling. Nadat ze hiervan gegeten hadden, deden zich bij allen vergiftigingsverschijnselen voor in den vorm van hevige krampen. Enkelen geraakten buiten bewustzijn, terwijl een hunner zelfs in zorgwekkenden toestand naar het ziekenhuis moest worden ge bracht. Zaken zijn zaken. Een Pool-' sche en een Luxemburgsche koopman hebben een nieuwe methode ontdekt om zaken te doen, welke methode aanvan kelijk wat vreemd leek om welke reden de centrale recherche te Rotterdam in de zaak was gemoeid maar welke niet strafbaar is, een behoorlijke winst oplevert en geinig risico's meebrengt. Den laatsèen tijd werden n.l. te Rotter dam buitengewoon veel Perzische tapij ten tegen vrij lage prijzen beleend. De politie is nu eenmaal achterdochtig en stelde eens een onderzoek in, dat leidde tot de aanhouding van de beide koop lieden. Het bleek toen, dat deze mannen in België deze tapijten bijzonder goed koop hadden gekocht. Aanvankelijk wa ren zij van plan goweest, met deze partij een handel te Rotterdam te beginnen, maar toen zij de transportkosten hadden betaald, was het bedrijfskapitaal op. Zij hadden zelfs geen gold genoeg, om een opslagruimte te huren. Toen zijn zij op het denkbeeld gekomen, om de tapijten te gaan beleenen. Do beleensom was in den regel niet bijzonder hoog, maar toch al tijd nog hooger dan de prjjs, welken zij in België hadden besteed, zoodat zij nog een aardige winst maakten. De politie heeft de tapijten door een expert laten taxeeren en toen bleek, dat de tapijten meer waard waren, dan de banken van leening er op hadden gegeven. Deze ban ken zijn dus niet benadeeld. De koop lieden zijn daarop weer op vrije voeten gelaten en zij zijn naar België terugge keerd, om de tapijten te betalen, want zij hadden do partij °P crediet gekocht. Benzine- romantiek. Men schrijft aan de „Morgen": De maand Februari is aangebroken. De wettelijke bevoegdheid tot het navorde ren. van benzine-belasting is voorbij. Honderdduizenden liters benzine zijn opgespoord. Te Amsterdam werd alleen reals 100.000 L. ontdekt. Voor de schat kist beteekent dit een voordeeltje van f4500, zonder daarbij de boeten, die ue overtreders opliepen, te rekenen. Doch nu nog een ander verhaaltje. In Limburg is iemand geweest, die op het laatst van December met een wagen met 60 vaten benzine over de wegen reed. Hier en daar liet hij er een over de straat rollen, zoolang tot hij er geen meer had. De poliiis vpad vatsR. sa aam m Wi der haar bewaring tot de eigenaar op kwam dagen. Doch hij kwam niet. De belasting-ambtenaren wisten natuurlijk waar het over ging. Wanneer de termijn tot navordering van benzine-belasting ver- loopen is, zou hij verschijnen. Inderdaad schijnt het geval zoo te zullen afloopen. En deze persoon gaat vrij uit, daar ver loren voorwerpen toch altijd teruggehaald mogen worden, als men het adres weet. Dat men dat pas weet, nadat de be voegdheidstermijn voor belastingambtena ren vervallen is, is een tweede zaak. ELIAS. Oratorium van Felix, Men delssohn Bartholdy. Nu we, getrouw aan de traditie, een korte inleiding mogen geven over het oratorium, dat het Chr. Gem. Koor te Goes hoopt uit te voeren a.s. Donderdag in het Schuttershof, kunnen we de ver zoeking niet weerstaan eens iets te zeg gen in dit verband over de moderne muziek der „bands" van onze dagen, zoo vaak opgediend op de zwarte schijven. We miskennen de waarde der techniek absoluut niet, maar toch is er in den overvloed van gramophoonuurtjes het ge vaar, dat de massa een muzikale digestie krijgt, omdat de soort der muziek, die heden ten dage ieder uit de lucht grij pen kan, een lichtzinnig karakter ver toont, dat bezinning en verdieping uit sluit. Zoo langzaam leeren de menschen. de kunst om al luisterende niet meer te luisteren en wordt muziek verlaagd tot een „vermaak" voor jong en oud. We denken aan het woord van den vromen priester uit Rousselaere: „Als de ziele luistert, spreekt het al een taal dat leeft". Luisteren de menschen naar de jakke rende „bands" met hun ziel, of laten ze zich alleen maar drijven op de rhythmi- sche golven, die de drummer in alle mo gelijke en onmogelijke bewegingen op wekt. Daar ligt een gevaar in de uiterlijkheid en de mechaniseering der muziek in onze dagen en het lijkt ons een goed werk tegen dien geest te getuigen door woord en daad Wie gaat luisteren naar „Elias" van Mendelssohn, moet luisteren van binnen uit. Dat gaat niet onder een kopje thee en een gezellig babbeltje, want de geest, die U aanspreekt uit dit werk richt zich tot Uw gemoed, tot Uw ziel. Is het dan zoo zwaar, dat het haast niet te verduwen is, dat een gewoon sterveling er niet bij kan Absoluut niet, maar hier is een idiëel goed, hier is een werk van logischen bouw, van wisselend karakter, dat in z'n dramatische span ning tot „luisteren met de ziele" dwingt En wie luistert zóó, zal voelen, dat de buitengewone vorm, waarin het leven van den profeet ons wordt geteekend, alles verlevendigt en sterker doet spre ken. Dat hebben we noodig, vooral in onze dagen. Verdieping en bezinning en wie dat in zich voelt komen, krijgt die per genot dan een uiterlijke streeling der zinnen. Elia's leven is voor ons wat an ders nog dan „historie" en het is juist die eeuwigheidswaarde, die U bewust wordt, als ge luistert met Uw ziel. Mendelssohn heeft het leven van den grooten profeet geteekend in een werk van onvergelijkelijke schoonheid, die stil maakt voor God, die beslag legt en over gave eischt. Dat begint al dadelijk als het oordeel wordt uitgesproken, versterkt door den somberen d-mol drieklank. Hoor, hoe in de ouverture alle instrumenten klagen het donkere: waarom? waarom? tot het koor uitbarst in dien smartekreet: „Help Heer, wilt Gij ons dan ganschelijk uitroeien?" Daar gaat een huivering door U heen, als dat zware koor, belast onder het gewicht van veel chromatiek, uitloopt in de stameling der enkelen. Sion strekt hare handen uit. Is er dan geen troost. Hoor weer: „Zoo gij Mij van harte zoekt, Ilc zal Mij laten vinden". Is dat niet voor onzen tijd, is dat niet voor ieder en zou één mensch vooral in onze dagen niet met ontroering naar de tenorsolo kunnen hooren, die deze boodschap zóó brengt, in zulk een religieus-lyrische ontboeze ming. Maar het volk klaagt voort. „De Heere ziet het niet, Hij bespot ons", tot de lijn overbuigt van den duisteren mol-toon naar de heldere dur-accoorden: „God doet barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Hem liefhebben en Zijne geboden be waren". God zorgt voor Elia, ook in tijd van grooten nood en wie dat als reali teit voelt, die luistert met zijn heele ziel naar het dubbel-quartet: „De Heer heeft Zijne engelen bevolen, over U te waken". Daar straalt berusting en vertrouwen uit dit stuk; gewekt door bouw en geniale verwerking der stemmen, die allen har monieus elkander kruisen. Elia's verblijf bij de weduwe te Zar- phat is een détail-schildering met een enorme afwisseling. In aangrijpende tonen klaagt de weduwe over het verlies van haar zoon. Merkwaardig is ook hier weer de echt Mendelssohnsche overgang als de lijn ombuigt en het gebed van Elia wordt verhoord. Dan klinkt het ju belende, maar toch zoo teere stemmings koor: „Wel hem, die den Heere vreest en in Zijne wegen wandelt". Op den Karmel komt Elia tegenover de Baaispriesters en hier treft de tegen stelling van den soberen ernst in het optreden var den profeet, tegenover het heidensch kabaal van de priesters. Voor al als Elia den God Abraham's, Izaak's en Jacob's aanroept, beluisteren we een gebed van diepen ootmoed, maar ook van rotsvast vertrouwen. Dan lekt loei end de offervlam tot het koor den bree- den jubel aanheft: „De Heer is God en er zijn geen andere goden nevens Hem". De straf komt over de dienaars van Baal en steigerend rollen de accoorden in de machtige aria: „Is niet het Woord des Heeren als een hamer". God heeft Elia's gebed verhoord en aan het eind van het eerste deel van het oratorium hooren we den regen rui- schen, zich al sterker verheffend in zijn bruisen Maar de Heere is nog grooter dan de machtige waterstroomen en daar om het „Dank sei dir God", waarmee het einde komt in machtige, breede accoor den. Het tweede gedeelte van het oratorium begint met de prachtige aria voor de sopraan: „Hoor Israël", begeleid door de houten blaasinstrumenten, die zoo'n diep relief aangeven. Dan zal Izebel nog even zegevieren. Elia moest sterven, want hij heeft gelasterd en monsterach tig barst de woede der menigte los in den uitroep: „Wee hem, wee hem, hij moet sterven". Dan gaat Elia naar de woestijn en vooral deze episode is door den com ponist meesterlijk weergegeven. Eerst die inzet van het klaag-instrument bij uit nemendheid: de cello. Bij beurtzang klinkt het thema: „Het is genoeg. Neem nu Heere mijne ziel van mij!", tusschen den bassolist en de cel. Maar Elia moet God ontmoeten: „Hebe deine Augen auf" zoo klinkt een terzet van engelen, dat a capella voorgedragen wordt en de in zet is een gedeelte waar de historie wel wat sterk wordt onderbroken door het lyrische element. Toch zouden we dit ge deelte niet gaarne missen, al was het alleen om de beroemde altsolo: „Beveel den Heer uw wegen en hoop op Hem". Elia komt nu bij den berg Horeb en de Heere gaat voorbij. Niet in den stonn, niet in het vuur, niet in de aardbeving. De zangstemmen tasten hier dwalend in het onzekere en daar beeft een merkwaar dige onrust in de begeleiding, totdat het suizen van de zacht stilte intreedt, waar in Elia God herkent. Schitterend is hier de overgang van de koren naar het Sanc- tus: „Heilig, heilig is de Heere Zeabaoth". Dan gaat de geschiedenis voort met de hemelvaart van Elia, een koor met groote technische moeilijkheden, maar ook van majestueuze kracht. Het slot is een „Amen" koor, dat door z'n bouw de bewondering wekt van ieder die het hoort. De fuga, ingezet door de alten, grijpt telkens weer den luisteraar en de groote kunstenaar heeft er z'n gan- sche ziel in gelegd. Moge deze korte inleiding U opwek ken het mooie werk te gaan hooren, dat U niet alleen een avond van diep genot verschaffen kan, maar dat U een pre diking brengt van aangrijpende kracht. Vooral in deze dagen hebben we juist aan een geschiedenis als die van Elia behoefte. Zijn tijd was ernstig en zwaar, maar God waakte voor Zijn volk en het leven van den profeet zij ons een aan wijzing, hoe wij in zulke tijden ons leven hebben in te richten. DE ZACHTE WINTER. „De Levende Natuur" geeft de volgen de opsomming van verschijnselen, die zijn toe te schrijven aan den bijzonder zachten winter van 1931/32: Sneeuwklokje bloeiend op 1 Januari 1932. Witte Els begint te bloeien 6 Ja nuari, staat in vollen bloei op 12 Janua ri. Kaspische Wilg werpt bloeiknopschub- ben af op 22 December 1931. Honingbijen vliegen 28 December en 12 Januari 1932. Zang van Pimpelmees, Boomkruiper, Boomklever, Winterkoning. Spreeuwen zitten bij troepjes te joelen in de top pen der populieren en op daken sinds 3 Januari. Kievittroepen in de weilanden bij Sloterdijk op 27 December en weer op 13 Januari. Weelderige groei van Kleef kruid uit kiemplantjes van December. Ook Fluitenkruid, Speenkruid in leven dige ontwikkeling. Stokvisch-variaties. Stokvisch neemt van oudsher een eere plaats in onder onze nationale winterge- rechten. Daarom geven we de volgende recepten: Stokvischpudding (4 personen) 1 V> pond gekookte stokvisch (zonder gra ten gewogen), 2 eieren, 1 ons (2 flinke sneden) oud brood zonder korst, 1 d.L. overgebleven saus (ook te vervangen door 1 d.L. kokend water met 1 Maggi's Bouil lonblokje) wat peper, zout, nootmuskaat, 60 Gr. (3 afgestreken eetlepels) boter. Hak de ontgrate visch fijn, vermeng ze met het in de saus (of den bouillon) fijn gewreven brood, de geklopte eieren, de kruiden en de gesmolten boter. Smeer san warmen puddingvorm in met boter, bestrooi hem met paneermeel en vul hem met het vischmengsel; kook den pudding gedurende 1 uur au bain- Marie (d.w.z. in een pan met kokend wa ter). Presenteer den warmen pudding als vóórgerecht en geef er een mosterd-, een kerry- of een botersaus bij. Weensche s t o k v i s c h s c h o t el (4 personen). 1 pond gekookte stokvisch zonder de graten gewogen), Y> L. melk, 2 Maggi's Bouillonblokjes, 2 flinke uien, 1 volle eetlepel gehakte peterselie, 2 thee kopjes paneermeel, sap van 1 citroen, 80 Gr. (3 afgestreken eetlepels) boter. Snipper de uien fijn en laat ze in de helft van de boter lichtbruin worden. Breng de melk aan de kook en los er de Maggi's Bouillonblokjes in op. Hak de pe terselie fijn en verdeel de visch in fijne schilfers. Leg in een flink met boter ingesmeerd diep vuurvast schoteltje eerst een laagje visoh (1/3 van de geheele hoeveelheid), giet daarop de helft van de melk met bouillon en strooi er de helft van het pa neermeel over met de helft van de peter selie en de helft van de gefruite uien. Leg daarop de helft van de nog overgehouden visch, overgiet ze met de rest van de bouillonmelk, de rest van het paneermeel en de nog overgebleven ui en peterselie. Dek het geheel af met het laatste restje visch, strooi daarover wat paneermeel en druppel er de overgebleven boter (gesmol ten) overheen. Laat den schotel in een heeten oven warm worden en een korstje aannemen, (ongeveer V> uur), presenteer bij dezen stokvischschotel aardappelpurée of droge rijst. Eenvoudige stokvischkoek- j e s (4 personen). 1 pond gekookte stok visch (zonder graten gewogen), 1 uitje, 1 ons (2 flinke sneden) oud brood zonder korst, wat peper, zout nootmuskaat, 2 eie ren, 2 theelepels Maggi's Aroma, ongeveer 80 Gr. (4 afgestreken eetlepels) boter, eenige lepels paneermeel. Hak de ontgrate visch fijn, vermeng ze met de twee eierdooiers, het in wat melk of water fijngewreven brood, het zout, de kruiden, het in 1 lepel boter gefruite uitje en de Maggi's Aroma. Vorm het mengsel tot gelijke balletjes (niet te klein), druk ze wat plat, doop zo in overgehouden eiwit, dat met een lepel water wat uit elkaar is geklopt en wentel ze daarna door de paneermeel. Bak de koekjes in de koekenpan met de heete boter aan beide kanten mooi knap pend; presenteer ze als voorgerecht bij het middagmaal of aan de lunch. Marmer. Marmer, dat vuil is, maakt men schoon door het rijkelijk met zeepsop af te was- schen en te wrijven met een wollen lap. Wie vlekken uit marmer moet verwij deren, waarvan zij het ontstaan niet kent, maakt een mengsel van 2 deelen natrium carbonaat, 1 deel puimsteenbrij en 1 deel kalk, legt dit op de vuile plekken en wascht het na een paar uur af. Verwijder inktvlekken uit gepolijst mar mer door het bloot te stellen aan de in werking van wijnsteen- of citroenzuur. Wrijf vetvlekken in met een mengsel van 2 deelen soda, een deel puimsteen poeder, 1 deel kalk en wat water. Wasch ze na eenigen tijd af met zeepsop. Verwijder wijnvlekken met wijnsteen zuur of citroenzuur. Reinig het marmer der waschtafel door er een dunne brij van kalk en zeepsop 20 30 seconden op te laten liggen. Dan af- wasschen en wrijven met talk of witte was. Ijzerroest uit marmer verwijdert men met benzine en krijt, waarmee men de vlek dik belegt. Zoo noodig om de zes uur ver- verschen. Helpt benzine niet, dan chloro form gebruiken. Zeer voorzichtig zijn. Brandende voorwerpen en vuur verre hou den! Wit mamer, dat hardnekkige vlekken heeft, behandelen met zwavel-ether of met zwavel-magnesia. Poets gekleurd en wit marmer met een mengsel van 4 deelen terpentijn op 1 deel witte was. Gebruik voor zwart marmer zwarte was. Maak marmerfiguren schoon met een mengsel van gebrande kalk en zeepsop, die samen een dunne brij vormen. Strijk van deze mélange een dun laagje op het marmer uit en spoel het na 24 uur goed af met lauw water. Is de een of andere vlek gemaakt in marmer, wacht dan vooral niet te lang met het verwijderen daarvan. Het vuil dringt anders te diep in en kan moeilijk of in 't geheel niet meer worden verwijderd. Want marmer is zeer poreusl Wenk voor de huisvrouw. 'tls al uitverkoop, wat de klok slaat! Uitverkoop en opruiming tooverwoor- den voor menige vrouw. In 't algemeen hebben vrouwen er heel wat voor over, bij zulke gelegenheden inkoopen te doen tegen sterk verminderde prijzen. Dat is natuur lijk prijzenswaard en een zuinige vrouw heeft gelijk, wanneer zij noodige artikelen, die onder gewone omstandigheden en kele guldens kosten, nu zich aanschaft voor evenveel kwartjes. Wil zij daarvoor een poos in de file staan, heeft ze er dus tijd en ongerief voor over, dan mag niemand haar dat tot oneer rekenen, want zij tracht het gezin, dat zij bestuurt, daarmee te bevoordeelen. Doch dan moet ze ter dege uitkijken, wer kelijk voordeelige koopjes machtig te wor den, en geen minderwaardige artikelen tegen lage prijzen te koopen. Zelfs al gaan goede, nuttige dingen goedkoop weg, dan moet men ze nog niet nemen, indien er op 't oogenblik (of binnen afzienbaren tijd) geen behoefte aan bestaat. Doch verstandige, bijdehande vrouwen, die weten wat ze willen en alleen koopen wat er noodig is, kugnen zich bij zoo'n gelegenheid eens dingen aanschaffen, die, in gewone omstandigheden, boven haar bereik blijven. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstr. 221, Amsterdam. Probleem No. 235. Auteur: B. ten Wolde, Zuidwolde. 12 3 4 47 48 49 50 Zwart 9 sch. op: 7 tot 10, 12, 14, 17, 20, 36 en dam op 25. Wit 13 sch. op: 18, 23, 28, 32, 34, 38 tot 42, 46, 49 en 50. Wit speelt en wint. Oplossingen binnen 8 dagen na laatste plaatsing in elke maand. Prijs vierde kwartaal 1931. Door den prijswinnaar werd een dam bord met schijven gekozen. Probleem No. 230. Betreffende bovengenoemd probleem merkt de heer Dane terecht op, dat de inzendingstermijn te kort was gesteld. Daardoor komen verschillende oplossers in puntenaantal ten achter. Wij hebben gemeend om allen oplossers daarvoor 1 punt toe te kennen. B. Ris. Chr. Markus. Wit. Zwart 1. 33—28 18—23 2. 31—27 17—21 3. 39—33 12—18 4. 34—30 Wit kan deze opening ook zeer goed met 3530 tegenspelen. Zwart mag dan niet 2025 spelen, want hierop antwoordt wit met 3429. Slaat zwart 23X34, dan wit 30X39 en zwart behoudt de slechte rand- schijf op 25. Indien zwart 25X34 slaat, wint wit een schijf door 2722 29X18 enz. 4.20—25 5. 44—39 Wij geven hier de voorkeur aan 40—34, gevolgd door 3429. 5. 25X34 15—20 20—24 10—15 6. 39X30 7. 30—25 8. 50—44 Met dezen zet had zwart nog wel kun nen wachten. 0.i. was hier 712 enz. aan te bevelen. 9. 44—39 14—20 10. 25X14 9X20 11. 39—34 Het spel is nu volmaakt gelijk, terwijl zwart o.i. voordeel had moeten halen door wit's kleine foutjes in de opening. 11. 7—12 12. 43—39 4—9 13. 37—31 21—20 14. 49—43 26X37 15. 42X31 11—17 16. 47—42 Beter is hier 2722 enz. Thans wordt zwart's voorgaande zet sterk. 16. 6—11 17. 41—37 1—6 18. 46—41 17—22 19. 28X17 11X22 20. 34—30 5—10 Op 2025 kon wit heel goed 3228 en 3126 enz. spelen. De beste zet was hier 1217, 812 enz. Na den tekstzet krijgt zwart, na 3025 van wit, moeilijk spel, want hij zal dan vroeg of laat over veld 29 moeten ont wikkelen. 21. 30—25 10—14 22. 31—26 Gedwongen, maar zeer sterk. 22. 22X31 23. 36X27 2—7 24. 41—36 24—29 25. 33X24 20X29 26. 37—31 7—11 27. 40—34 Aangewezen was hier 3934, waarvan wit het beste spel behoudt. Door den tekst zet krijgt zwart eerder voor- dan nadeel. O.i. kan wit vanaf dit moment niet meer winnen. 27. 29X40 28. 35X44 19—24 Dreigt 24r—30 en 23—28. Wij geven hier de voorkeur aan 15. 2024, want dit stuk blijft nu achter. 29. 44—40 14—20 Beter is 1419 en daarna 1520 in het spel te brengen. 30. 25X14 9X20 (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 6