DE ZEEUW Abdijsiroop TWEEDE BLAD. Wat er deze week voorviel Gebroken Bakken Bestrijdt toch die Bronchitis! Gemengd Nieuws. Zoeklichtjes. HET ADRES A. WALKING *>9 Brieven uit Middelburg, .Voor de Borst"'' 'kV VAN ZATERDAG 6 FEBR. 1932, Nr 108. Behalve eenige relletjes in meer klei nen stijl te Haarlem en enkele andere plaatsen was het deze week onder de stakers in Twente en de werkloozen rus tig. Blijkbaar hebben ze ingezien, dat het volgen der communistische leiders niets anders dan ellende brengt. Rotterdam, waar een wethouderscrisis zich voordeed, waarvan ook buiten de Maasstad met belangstelling het verloop gevolgd werd, heeft nu in plaats van twee soc. dem. wethouders een A.-R. en een C.-H. wethouder gekregen. De soc. democraten hebben nu weer de handen vrij gekregen en kunnen zich verzetten tegen maatregelen, waarvan ze als ze eerlijk zijn moeten erkennen, dat ze noodig zijn, maar waar ze tegen zijn, omdat de massa achter hen er tegen is. Met de Pachtwetten is het eigenaardig gegaan. De actie van verschillende zijden daartegen gevoerd, heeft tot gevolg ge had, dat de Eerste Kamer ze heeft ver worpen. Al de arbeid, die op het Depar tement en in tal van landbouworganisaties en .-vergaderingen aan de voorbereiding daarvan is besteeg, heeft dus nog niet tot een resultaat mogen leiden. Mogen de misstanden, die er inderdaad op pacht- gebied bestaan, binnen niet te langen tijd worden opgeruimd! Ged. Staten van Zeeland, die nog maar kort geleden tegen den zin van de meeste Gemeenteraden in, een verhooging van de salarissen van burgemeesters, secretaris sen en ontvangers hebben doorgezet, zijn deze week gekomen met een voorstel tot verlaging, gelijk aan de korting, die voor het rijkspersoneel geldt. Daarover kunnen dan nu de Gemeenteraden hun meening zeggen. De gebeurtenissen in China vroegen deze week meer aandacht dan al het andere buitenlandsche nieuws. Het was wed opmerkelijk, dat de opening der con ferentie tot beperking der bewapening moest worden uitgesteld door een bijeen komst van den Valkenbondsraad oven- den strijd tusschen Japan en China. De groote mogendheden hebben aan China en Japan voorwaarden gesteld. China heeft ze aanvaard, maar Japan lang niet alle. Het schijnt, dat Japan de kans schoon ziet om zijn slag te slaan en dat het van Europa nóch van Amerika veel kwaad of last verwacht. Het gaat on verstoord zijn gang. Met de tariefplannen schijnt het nu! in Engeland volle ernst te worden. Daar mee wordt dan de vrijhandel in het tra ditioneels land van den vrijhandel defini tief buiten de deur gezet. 'Hoe de tijden veranderen kunnen! Amice, XCIV. Men behoeft niet te vragen in welke stemming de „Midd. Grt" verkeerde, toen zij in haar nummer van 21 Jan. 1.L schreef over de raadsvergadering van den dag te voren. Allereerst kregen de zeven tien raadsleden te hooren, dat zij veel pra ten, doch weinig of niets doen; dat zij zich gaarne laten hooren en zich gaarne gedrukt zien in de couranten en dat de sluizen der welsprekendheid wel zouden worden gesloten, als de persmannen er de pen bij neerlegden; dat het antwoord van den heer Heemskerk op de burgermees- terlijke „troonrede" (lees sluitings- en 'troonrede) „volstrekt nietszeggend" was, terwijl een door den Raad met ruim twee derden zijner stemmen genomen besluit des heeren hoofdredacteurs goedkeuring allesbehalve kon wegdragen. In datzelfde nummer ontlastte zich de booze bui des Middelburgers ook over het arme hoofd van ondergeteekende. Hoewel deze zich een opmerking over den school arts, of liever over diens verslag had ver oorloofd, waarvoor hem de stof door de „Midd. Crt" zelve was geleverd, werd een FEUILLETON 60) door H. Zeeberg. Het meest had Elsa, na de verloving, te doen gehad met moeder, die schreef, niet naar Rotterdam te kunnen ko men. Zij was tegen de verbintenis gekant en zij had Dolf bezworen, die niet door te zetten. Van het meisje wist zij ge noeg, om te kunnen en mogen zeggen, dat zij nooit een goede vrouw voor Dolf kon zijn. Ook van dien brief had Dolf Elsa niets verteld. Zij kwam het te weten van moe der, die haar later zond het antwoord, dat Dolf haar gegeven had. Hij nam het haar niet kwalijk, dat zij, als moeder zoo schreef. Maar de tijd zou wel komen, dat zij anders over Cor zou oordeelen. Cor was niet kwaad, al werd zij, ver moedelijk, ja zeker, door Elsa, zwart af geschilderd. Als hij Elsa's zin had ge daan, dan had hij een meisje van de kerk moeten nemen. Maar verstandelijk kon moeder toch wel begrijpen, dat dit pure dwaasheid 'was na zijn uittreden uit de kerk. Hij zou over eenige maan- kanonnade op hem geopend, alsof hij het uit den duim had gezogen. Op 't krenken de af, werd gesproken van des onderge- teekenden beperking van zijn gezichtsveld, verboden lansstooten, onridderlijke aan vallen enz. Het zal gewenscht zijn dat, als de viool ontstemd is, men er niet op speelt. We schreven letterlijk uit de „Midd, Crt" over, dat bij informatie ter bevoeg- der plaatse aan haar is gebleken, „dat van de 61 kinderen, die een „verminder de gehoorscherpte hadden" (volgens het verslag van den schoolarts), „slechts 7 slechthoorend waren in dien zin, dat bij zondere maatregelen voor hen gewenscht waren te achten". Dit nu vonden wij verbijsterend en wij voegden er aan toe, dat, zoo een dergelij ke verhouding ook mocht bestaan bij de 196 kinderen met verminderde gezichts scherpte en de 700 gevallen van „afwij kingen" in één of meer tanden of kiezen, men, om de woorden van de „Midd. Crt" te bezigen, wel mag constateeren, dat het voor negen tienden „larie" is. Daar komt de kwestie, ontdaan van alle franje, die alleen bedoelt de aandacht van de hoofd zaak af te leiden, eenvoudig op neer. En we laten aan ieder die de Nederlandsche taal verstaat, gerustelijk over hieruit zijn conclusie te trekken. Doch de arbeid van den schoolarts draagt meer vrucht dan we dachten. Zijn tabellen zijn voor sommigen aanleiding, om voor de bedoelde 61 kinderen „een ge heel op dit onderwijs aan slechthoo- renden ingestelde school"; voor anderen om voor de 25 „afwijkende" kinderen een afzonderlijke school voor zwakzinnigen te vorderen. Wellicht vraagt men dan nog eenige scholen, waarbij in het bijzonder op de plm. 200 slechtzienden, op de 700 kinde ren met een slecht gebit, op de 186 kin deren met „Kyphoscoliose"; de 74 kinde ren met pediculosis (o, arme onderwij zers!); de 63 kinderen met platvoeten, om van de rest maar te zwijgen, speciaal moet worden gelet. En vermits die kinderen beide van „het openbaar en van het bizonder onderwijs afkomstig zijn, eischt de gelijkstelling dat die speciale scholen in dubbelen getale verrijzen. Men wil toch niet de kinderen van het b ij zonder onderwijs, onder het motto van de lichamelijke behandeling, naar de openbare hygiënische school oversmokkelen? We zullen het zwijgen er maar aan toe doen, want het is al te onzinnig. Alleen blijkt het, waartoe men komt, als men dit hellend vlak betreedt. Een Zeeuwsch arts liet zich over dit on derwerp aldus hooren: „Om op het Schoolartsen-instituut te rug te komen, kan ik me voorstellen, dat dit practisch nut kan hebben in groote steden met hun groot pauperisme, waar duizenden kinderen geen behoorlijke me dische verzorging hebben." En verder: „In kleine gemeenten en op het platteland waar geen pauperisme bestaat en waar ieder inwoner zijn eigen huisarts kent en gemakkelijk kan ontbieden, acht ik het be staan van een schoolarts volmaakt overbodig"1) „Wanneer men per sé wil aannemen, dat aan het schoolbezoek voor velen min of meer ernstige nadeelen verbonden zijn, in mijn practijk heb ik van deze ernstige nadeelen nooit veel be speurd welk redelijk bezwaar kan er dan tegen bestaan de schoolgaande jeugd door den huisarts te laten onderzoe ken?" (Zie Weekblad voor Christendom en Cultuur. 28 Sept. 1931.) En ten behoeve van Christelijke School besturen, die te kwader ure den School arts op hunne scholen toelieten, diene dat de Chr. Vereen, van Natuur- en Genees kundigen in Nederland, waarvan de meeste geneesheeren van Christelijke belij denis in Nederland lid zijn, als haar mee ning heeft uitgesproken o.a.: Bij de uitoefening van het geneeskundig toezicht over de lagere scholen zijn de ge neeskundigen gehouden zich naar een schriftelijke instructie te gedragen, waar in in het bijzonder worde vastgelegd dat hij, die het toezicht uitoefent, zich ont- houde van elke behandeling van de kinderen. De aanstelling en instrueering i van degenen die dit schooltoezicht uit oefenen, geschiede door hen, van wie de school uitgaat, door den gemeenteraad voor de openbare scholen, door de 1) Wij spatiëeren. den met Cor wel eens in Kerkwijk komen en dan zou moeder wel anders oordeelen'. Natuurlijk had Mevrouw Van Lanke- ren niet anders geoordeeld. Na het be zoek van Dolf en Cor schreef zij Elsa een brief, die deze tot tranen toe beiwoog. „Als God het niet op de een of andere wijze verhoedt, Elsa", dus schreef zij, „dan wordt het huwelijk van Dolf diep ongelukkig. Allereerst, want moederoogen zien scherp, betwijfel ik, of aan beide zijden de rechte liefde wel is, de liefde, die alles hoopt, alles verdraagt, die de een uitnemender acht dan den ander. Ik zie die liefde niet. En als zij er bij beiden of een van beiden wel is, dan zal zij verdwijnen, als het huwelijk eenmaal gesloten is. Het meisje iweet van de huis houding niets af. En je weet even goed, als ik, dat het niet opgaat, alles aan een dienstbode over te laten, gesteld dat zij die kunnen betalen. Want al zou Dolf nog zooveel verdienen, wat heel niet zeker is, hun huishouden zal schatten kosten. Het is buitengewoon, hoe verkwis tend het meisje is. Lachend, met de groot ste onverschilligheid, verzekerde zij mij, dat zij geen cent bezit, hoewel zij toch altijd voor haar doen een behoorlijk sa laris heeft genoten. Het is alles opge maakt aan kleeren, aan den kapper, aan Sahoolbesturen voor debij- zondere scholen. Samenwerking tusschen de verschillende corporaties is niet buitengesloten. Om eensdeels uit wassen te voorkomen, ander deels maatregelen te treffen, die deze aan gelegenheid voldoende tot haar recht la ten komen, wordt de wenschelijkheid uit gesproken, dat 's Lands overheid alge meens regelen stelle. Ziedaar het oordeel der Chr. geneeskun digen in Nederland. Deze zaak is door hen vooraf besproken met de Vereen, voor Chr. Nat. onderwijs, de Vereeniging voor Chr. Volksonderwijs en het Geref. Schoolver band. Ons dunkt, dat dit alles voor onze Chr. Schoolbesturen behoort te wegen en zij, die reeds te ver gingen, zich hebben af te vragen of zij op hun weg in dezen niet hebben terug te keeren. Als de instructie gereed is, zullen wij die in hoofdzaak publiceeren. De voor zitter van de Vereen, van Chr. Natuur- en Geneeskundigen, dr J. Hekman, Genees heer-Directeur van het Rotterdamsch Ste delijk Ziekenhuis aan den Bergweg, zegde ons de toezending dier instructie toe. Vriendschappelijk groetend, t.t. METELLUS. Ingezonden Mededeeling. Als elk Jaar opnieuw een bronchitis U komt waarschuwen dat het koude Jaar getij is ingetreden, waarom dan geen Abdijsiroop genomen Menschen met sedert Jaren telkens terugkeerende bronchitis vonden daarbij baat. Abdijsiroop is weten schappelijk samengesteld, verwijdert de taaie met ziektekiemen bezoedelde slijm en helpt Uw ademhalingscvrganen. Sedert menschen-heugenis geprezen bij pijnlijk en veelvuldig hoesten, Bronchitis, vastzitten de kou, Kinkhoest, Influenza, Asthma, AKKER's A*m verkrijgbaar. Prijs PI. 1.50, Fl. 2.75, Fl.4.50 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons (60 ct.). Dan bespoedig* Ge Uw genezing ABDIJSIROOP-BONBONS (Gebolde Abdijsiroop! LEERZAME KRABBEL Onder het opschrift „Uitersten en mas sa" staat een leerzame krabbel in de roode pers. Een dankbare partijgenoot schreef een briefje aan A. B. K. met verzoek er melding van te maken. De inhoud komt hierop neer: Deze werklooze sociaal-democraat kreeg van een onbekende een pakket lekkernijen: eieren, kaas, natuurboter, jam, thee, kof fie en nog veel meer. Alles netjes verpakt en begeleid door een klein kaartje, waar op niets stond dan dit krabbeltje: „Mak kerhulp". De werkman is zeer dankbaar voor deze vriendelijkheid en verzocht daar mel ding van te maken. De schrijver der „Op roerige Krabbels" doet dat gaarne al past de naam hier al zeer slecht. En hij voegt er deze opmerking aan toe: Ik heb in de laatste weken bij herha ling versteld gestaan, hoe geheel anders de arbeiders, ook en vooral in de partij, over steunverleening en hulp denken dan de beste stuurlui aan den wal ook maar flauw vermoeden! De tijd om deze historie te schrijven is nog niet gekomen. Maar ik hoop hem te beleven. En dan zal eerst recht blijken, hoe volslagen vreemd zeer vele ongeroepen voorlichters staan tegen- uitgaan en pret maken. Daar leeft het kind van. Zij vond Kerkwijk en Meer- stad vreeselijk saai; zou er geen uur willen wonen; zij zou er zich dood knie zen, je kent die termen van haar nog beter dan ik. En (wat Dolf betreft, hij heeft ook veel geld noodig. Voor zichzelf, maar méér nog voor haar. „Verloofd zijn kost geld", zei hij. ,,'tZal wel anders worden". Maar ik geloof dat niet, Elsa. Het wordt een volslagen mislukking. En nu spreek ik alleen nog maar over ma- teriëele zaken. Wat het andere aangaat, o, Elsa, ik heb de vier nachten, dat zij hier gelogeerd waren, mijn kussen nat geschreid en God om uitredding voor mijn jongen gesmeekt. Want ik weet het nu met wisse zekerheid: als de Heere niet 'voor een wonder zorgt, dan is onze Dolf voor eeuwig verloren. Ik had altijd nog hoop, dat hij zou terugkeeren. Maar als dit wufte meisje, zij mag dan, wat ik niet geheel wil ontkennen, in den grond een goed karakter hebben, zijn vrouw wordt, dan zinkt onze jongen steeds dieper weg. Dan wordt zijn huwelijk, dat, naar mijn meening, niet gelukkig zal zijn, hem een strik van satan. En in dien strik zal hij omkomen. Ik ben tot de slotsom gekomen, Elsa, dat ik mijn jongen voor het tijdelijke en voor het eeuwige leven over het innerlijk leven der arbeiders, waarover zij oordeelen nochtans, als hadden zij er met Röntgenstralen dwars doorheen gekeken. 'tKon nog iets duidelijker gezegd zijn, zegt de „Rotterdammer", maar de bedoe ling is volkomen begrijpelijk. Het blijkt, dat men ook in de kringen der roode ar beiders anders komt te staan tegenover steun en hulpverleening, dan tot heden de gangbare meening was in de moderne arbeidersbeweging. Nog dagelijks worden er moties aange nomen, waarin gezegd wordt, dat de werkloozen overheidsuitkeering behooren te ontvangen en dat er van liefdadigheid geen sprake mag zijn. Welnu, ook in onze kringen is de mee ning overheerschend, dat in gewone werkloosheid moet worden voorzien door verzekering. Maar niemand drijft het zoo ver om te beweren, dat het doen en het aanvaar den van Christelijke handreiking in ab normale gevallen den validen arbeider naar omlaag drukt of degradeert. Trouwens, de b e d e e 1 i n g in de har de zin des woords, die afstand maakt, kennen en wenschen wij niet. Dat zou al zeer slecht passen bij de diaconale ver zorging, zooals deze in de eerste Christen gemeente werd toegepast. En wanneer wij in deze dagen ons offer brengen aan nationaal of plaatselijk cri sis-comité (laat bet toch niet „afgepast" zijn!) of wanneer wij persoonlijke hulp verleenen (laat het toch in stilte geschie den!); dan doen wij dat met de dankbare gedachte, dat wij mogen en kunnen geven. Deze merkwaardige krabbel brengt voor ons niets nieuws (we constateeren het slechts), want het was ook in vroegere perioden van groote nood gebruikelijk, dat Christelijk hulpbetoon de werkloozen- uitkeering aanvulde; maar wij maken er melding van, omdat er uit blijkt, dat ook in de kringen der moderne arbeiders be tere begrippen doorbreken. We zien er ook uit, dat men daar een terrein gaat be treden, wat men tot schade voor zich per soonlijk en voor de beweging tot beden bijna geheel heeft gemeden. Niet ten onrechte zei Dr Kuyper, dat de olie der Christelijke liefde niét gemist kan worden in de actie voor sociale gerech tigheid. Het euvel der treinmuzi- lc a n t e rt. De beer A. G. J. Kuppens, stationsambtenaar Den Haag H. S., schrijft in „Spoor- en Tramwegen": Herhaaldelijk ontvangen de spoorweg autoriteiten klachten van reizigers, om trent het ergerlijk optreden der reizende treinmuzikanten. Deze lieden kiezen meestal yoor hun operatieterrein baan vakken met drukken treinenloop en ont halen er de reizigers op hun vaak onge nietbare muziek. Instrumenten, die ge makkelijk te verbergen zijn, bewijzen hun daarbij goede diensten. Na het einde van hun spel houden ze met hoed of pet een inzameling onder het publiek, waarbij het dan dikwijls voorkomt, dat reizigers die geen geldelijk offertje wenschen te bren gen, door ben worden uitgescholden of op andere wijze beleedigd. Gezien het bovenstaande komt het mij geschikt voor het publiek opmerkzaam te maken op artikel 25 g van het Alge meen Reglement voor het Vervoer op de Ingezonden Mededeeling. kwijt ben. Het kost mij ontzaggelijke moeite, om te berusten. Maar toch gelukt het mij. Ik blijf op Gods beloften ver trouwen. Hij kan uitredding schenken en onzen Dolf nog terecht brengen. En als het niet gebeurt, dan zeg ik: Heere, Gij weet, wat goed is, maar verlaat mij niet. Ik voel mij soms zoo ziek en ellen dig, dat ik den dokter heb geraadpleegd. Hij verzekert mij, dat ik lichamelijk niets mankeer. Ik geloof het ook. Het is alleen het gedrag van Dolf, dat mij zoo ont zettend aangrijpt. Het moge den jongen eenmaal vergeven worden." Het was deze brief van haar moeder, die Elsa een slapelooze nacht bezorgde. Ook zij meende, dat moeder den toestand goed inzag. Als deze verloving niet ver broken werd, maar leidde tot een huwe lijk, dan ging het met Dolf naar den af grond. En er was weinig kans op verbreking der verloving. De weinige malen, dat Elsa het tweetal kon gadeslaan want Dolf scheen er met pijnlijke nauwgezetheid voor te waken, dat Elsa hen beiden op zijn kamer trof, al kwam het wel eens een enkele maal voor brachten ook haar tot de overtuiging, dat hier niet sprake was wan een echte liefde, van een liefde, zopals zij Egbert ygsa Wagenveld De boeren-demonstratie waarvoor ook in deze omgeving propaganda werd ge maakt zal nu a.s. Donderdag te 's Gra- venhage plaats vinden. Naar het heet wil men op deze wijze kracht batten ais de v/cpscbci van de centrale Jandbouw-owwiisatiep, die ripj opgewassen zouden zijn tegen den onwil der regeering om den landbouw te hel pen. Ik weet nie1 howe;! Ve-on air deze vertooning zullen meedoen, maf"- te ho pen is, dat althans onze Zeeuwsche land bouwers zoo verstandig zullen zijn om rustig thuis te blijven. Vooreerst al omdat het onwaar is dat de regeering onwillig zou zijn. De fei ten wijzen het tegendeel uit. Vervolgens omdat op deze wijze toch niets bereikt kan worden. En verder omdat de leiding van deze demonstratie berust bij een man, die blij kens de door hem gehouden redevoerin gen van het crisisvraagstuk geen greintje verstand heeft. Ik vertrouw dan ook, dat onze land bouwers aan deze nuttelooze en dwaze de monstratie, die in geen enkel opzicht het landbouwbelang kan dienen, niet zullen meedoen. OPMERKER. Ingezonden Mededeeling. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST Spoorwegen, dat verbiedt het maken van muziek in de treinen. De treinmuzikanten weten zeer goed, dat deze bepaling be staat en verschillende van hen hebben ook reeds processen-verbaal opgeloopen en als gevolg daarvan kennis gemaakt met den kantonrechter. Zij geven den moed echter niet gauw op, waaruit bl'jkt, dat dit baantje wel rendabel is. Het stations- en treinpersoneel, aan wie deze muzikanten bijna allen bekend zijn, doet zooveel in haar vermogen is om de uitoefening van dit minder sma kelijke beroep onmogelijk te maken, doch de dagelijksche ondervinding leert hoe geslepen deze overtreders te werk gaan en welke trucs en streken zij uit halen om aan de aandacht van het spoor wegpersoneel te ontsnappen. Dat er bij zijn welke zich soms driemaal per dag verkleeden is bekend, 't Eene uur ontmoet men hen geheel in sportpak met korte broek en pet, 't volgende in een blauw costuum met bruine schoenen en hoed. Komt hij nu het station m en wordt hij door den controlebeambte opgemerkt, dan heeft hij niet veei succes. De beambte maakt er den dienstdoenden chef op merkzaam op. Deze houdt dan een oog in het zeil en stelt op zijn beurt den con ducteur van den trein in kennis met do aanwezigheid van den muzikant. M.i. is het de beste methode om ge bruik te maken van de bevoegdheid den stationschef of diens plaatsvervanger ge geven door artikel 17 3 van het Alge meen Reglement voor het Vervoer op de Spoorwegen door den trein muzikant een staanplaats aan te wijzen in de eleetri- sche treinen of een ledigen coupé in. de stoomtreinen en den conducteur opdracht te geven proces-verbaal on te maken, in dien hij deze aangewezen plaa.ts verlaat- vóór het station waar hij wenscht uit te stappen. Ook dient zijn plaatsbewijs extra te worden gecontroleerd en met de con ducteurstang geknipt, waardoor het on geldig wordt gemaakt voor een tweede reis. Op het station van aankomst wordt hij naar de uitgangscontrole geleid en z'n plaatsbewijs ingenomen. lief had, wat niemand wist dan God en haar eigen hart, dat warm voor den een zamen klopte. Zij kon van deze verloving geen ver klaring geven. Zij sproot, naar haar in nige overtuiging, niet voort uit liefde. Maar het was haar een raadsel, wat het dan wel was. Dit was in ieder geval voor elk een zichtbaar feit, dat Dolf onder den invloed van het gevatte meisje stond. Van do- miné Meinema, die het weer wist van Laarman, was zij te weten gekomen, dat op het kantoor Cor Zuiderman min of meer als een gevaarlijk meisje was be schouwd. En men had haar ook verteld, dat Dolf voor haar was gewaarschuwd door een zekeren Dirksen. Niemand had er dan ook spijt van gehad, dat Cor Zui derman het kantoor verlaten had, terwijl Dolf beklaagd werd, dat hij met haar verloofd was. Elsa vond het alles met elkaar een vreemde historie en zij kon niet verkla ren, waarom Dolf zoo aan Cor gehochl was. Ook Gerda kon haar te dien op zichte niet inlichten. "Wel verklaarde ook deze ronduit, dat het voor Dolf oneindig veel beter zou zijn, als de verloving ver broken werd. CWqrdt voyvnïgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5