DE ZEEUW
Abdijsiroop
TWEEDE BLAD.
Wat er deze week voorviel
Gebroken Bakken
Bestrijdt toch
die Bronchitis!
Gemengd Nieuws.
Zoeklichtjes.
HET ADRES
A. WALKING
*>9
Brieven uit Middelburg,
.Voor de Borst"''
'kV
VAN
ZATERDAG 6 FEBR. 1932, Nr 108.
Behalve eenige relletjes in meer klei
nen stijl te Haarlem en enkele andere
plaatsen was het deze week onder de
stakers in Twente en de werkloozen rus
tig. Blijkbaar hebben ze ingezien, dat het
volgen der communistische leiders niets
anders dan ellende brengt.
Rotterdam, waar een wethouderscrisis
zich voordeed, waarvan ook buiten de
Maasstad met belangstelling het verloop
gevolgd werd, heeft nu in plaats van
twee soc. dem. wethouders een A.-R.
en een C.-H. wethouder gekregen. De soc.
democraten hebben nu weer de handen
vrij gekregen en kunnen zich verzetten
tegen maatregelen, waarvan ze als ze
eerlijk zijn moeten erkennen, dat ze
noodig zijn, maar waar ze tegen zijn,
omdat de massa achter hen er tegen is.
Met de Pachtwetten is het eigenaardig
gegaan. De actie van verschillende zijden
daartegen gevoerd, heeft tot gevolg ge
had, dat de Eerste Kamer ze heeft ver
worpen. Al de arbeid, die op het Depar
tement en in tal van landbouworganisaties
en .-vergaderingen aan de voorbereiding
daarvan is besteeg, heeft dus nog niet
tot een resultaat mogen leiden. Mogen de
misstanden, die er inderdaad op pacht-
gebied bestaan, binnen niet te langen tijd
worden opgeruimd!
Ged. Staten van Zeeland, die nog maar
kort geleden tegen den zin van de meeste
Gemeenteraden in, een verhooging van de
salarissen van burgemeesters, secretaris
sen en ontvangers hebben doorgezet, zijn
deze week gekomen met een voorstel
tot verlaging, gelijk aan de korting, die
voor het rijkspersoneel geldt. Daarover
kunnen dan nu de Gemeenteraden hun
meening zeggen.
De gebeurtenissen in China vroegen
deze week meer aandacht dan al het
andere buitenlandsche nieuws. Het was
wed opmerkelijk, dat de opening der con
ferentie tot beperking der bewapening
moest worden uitgesteld door een bijeen
komst van den Valkenbondsraad oven-
den strijd tusschen Japan en China.
De groote mogendheden hebben aan
China en Japan voorwaarden gesteld.
China heeft ze aanvaard, maar Japan
lang niet alle. Het schijnt, dat Japan
de kans schoon ziet om zijn slag te slaan
en dat het van Europa nóch van Amerika
veel kwaad of last verwacht. Het gaat on
verstoord zijn gang.
Met de tariefplannen schijnt het nu! in
Engeland volle ernst te worden. Daar
mee wordt dan de vrijhandel in het tra
ditioneels land van den vrijhandel defini
tief buiten de deur gezet.
'Hoe de tijden veranderen kunnen!
Amice,
XCIV.
Men behoeft niet te vragen in welke
stemming de „Midd. Grt" verkeerde, toen
zij in haar nummer van 21 Jan. 1.L
schreef over de raadsvergadering van den
dag te voren. Allereerst kregen de zeven
tien raadsleden te hooren, dat zij veel pra
ten, doch weinig of niets doen; dat zij
zich gaarne laten hooren en zich gaarne
gedrukt zien in de couranten en dat de
sluizen der welsprekendheid wel zouden
worden gesloten, als de persmannen er de
pen bij neerlegden; dat het antwoord van
den heer Heemskerk op de burgermees-
terlijke „troonrede" (lees sluitings- en
'troonrede) „volstrekt nietszeggend" was,
terwijl een door den Raad met ruim twee
derden zijner stemmen genomen besluit
des heeren hoofdredacteurs goedkeuring
allesbehalve kon wegdragen.
In datzelfde nummer ontlastte zich de
booze bui des Middelburgers ook over het
arme hoofd van ondergeteekende. Hoewel
deze zich een opmerking over den school
arts, of liever over diens verslag had ver
oorloofd, waarvoor hem de stof door de
„Midd. Crt" zelve was geleverd, werd een
FEUILLETON
60)
door H. Zeeberg.
Het meest had Elsa, na de verloving,
te doen gehad met moeder, die schreef,
niet naar Rotterdam te kunnen ko
men. Zij was tegen de verbintenis gekant
en zij had Dolf bezworen, die niet door
te zetten. Van het meisje wist zij ge
noeg, om te kunnen en mogen zeggen,
dat zij nooit een goede vrouw voor Dolf
kon zijn.
Ook van dien brief had Dolf Elsa niets
verteld. Zij kwam het te weten van moe
der, die haar later zond het antwoord,
dat Dolf haar gegeven had. Hij nam het
haar niet kwalijk, dat zij, als moeder zoo
schreef. Maar de tijd zou wel komen,
dat zij anders over Cor zou oordeelen.
Cor was niet kwaad, al werd zij, ver
moedelijk, ja zeker, door Elsa, zwart af
geschilderd. Als hij Elsa's zin had ge
daan, dan had hij een meisje van de
kerk moeten nemen. Maar verstandelijk
kon moeder toch wel begrijpen, dat dit
pure dwaasheid 'was na zijn uittreden
uit de kerk. Hij zou over eenige maan-
kanonnade op hem geopend, alsof hij het
uit den duim had gezogen. Op 't krenken
de af, werd gesproken van des onderge-
teekenden beperking van zijn gezichtsveld,
verboden lansstooten, onridderlijke aan
vallen enz. Het zal gewenscht zijn dat, als
de viool ontstemd is, men er niet op
speelt.
We schreven letterlijk uit de „Midd,
Crt" over, dat bij informatie ter bevoeg-
der plaatse aan haar is gebleken, „dat
van de 61 kinderen, die een „verminder
de gehoorscherpte hadden" (volgens het
verslag van den schoolarts), „slechts 7
slechthoorend waren in dien zin, dat bij
zondere maatregelen voor hen gewenscht
waren te achten".
Dit nu vonden wij verbijsterend en wij
voegden er aan toe, dat, zoo een dergelij
ke verhouding ook mocht bestaan bij de
196 kinderen met verminderde gezichts
scherpte en de 700 gevallen van „afwij
kingen" in één of meer tanden of kiezen,
men, om de woorden van de „Midd. Crt"
te bezigen, wel mag constateeren, dat het
voor negen tienden „larie" is. Daar komt
de kwestie, ontdaan van alle franje, die
alleen bedoelt de aandacht van de hoofd
zaak af te leiden, eenvoudig op neer. En
we laten aan ieder die de Nederlandsche
taal verstaat, gerustelijk over hieruit zijn
conclusie te trekken.
Doch de arbeid van den schoolarts
draagt meer vrucht dan we dachten. Zijn
tabellen zijn voor sommigen aanleiding,
om voor de bedoelde 61 kinderen „een ge
heel op dit onderwijs aan slechthoo-
renden ingestelde school"; voor anderen
om voor de 25 „afwijkende" kinderen een
afzonderlijke school voor zwakzinnigen te
vorderen.
Wellicht vraagt men dan nog eenige
scholen, waarbij in het bijzonder op de
plm. 200 slechtzienden, op de 700 kinde
ren met een slecht gebit, op de 186 kin
deren met „Kyphoscoliose"; de 74 kinde
ren met pediculosis (o, arme onderwij
zers!); de 63 kinderen met platvoeten, om
van de rest maar te zwijgen, speciaal moet
worden gelet.
En vermits die kinderen beide van „het
openbaar en van het bizonder onderwijs
afkomstig zijn, eischt de gelijkstelling dat
die speciale scholen in dubbelen getale
verrijzen. Men wil toch niet de kinderen
van het b ij zonder onderwijs, onder het
motto van de lichamelijke behandeling,
naar de openbare hygiënische school
oversmokkelen?
We zullen het zwijgen er maar aan toe
doen, want het is al te onzinnig.
Alleen blijkt het, waartoe men komt,
als men dit hellend vlak betreedt.
Een Zeeuwsch arts liet zich over dit on
derwerp aldus hooren:
„Om op het Schoolartsen-instituut te
rug te komen, kan ik me voorstellen, dat
dit practisch nut kan hebben in groote
steden met hun groot pauperisme, waar
duizenden kinderen geen behoorlijke me
dische verzorging hebben." En verder: „In
kleine gemeenten en op het platteland
waar geen pauperisme bestaat en waar
ieder inwoner zijn eigen huisarts kent en
gemakkelijk kan ontbieden, acht ik het be
staan van een schoolarts volmaakt
overbodig"1) „Wanneer men per sé
wil aannemen, dat aan het schoolbezoek
voor velen min of meer ernstige nadeelen
verbonden zijn, in mijn practijk heb ik
van deze ernstige nadeelen nooit veel be
speurd welk redelijk bezwaar kan er
dan tegen bestaan de schoolgaande jeugd
door den huisarts te laten onderzoe
ken?" (Zie Weekblad voor Christendom
en Cultuur. 28 Sept. 1931.)
En ten behoeve van Christelijke School
besturen, die te kwader ure den School
arts op hunne scholen toelieten, diene dat
de Chr. Vereen, van Natuur- en Genees
kundigen in Nederland, waarvan de
meeste geneesheeren van Christelijke belij
denis in Nederland lid zijn, als haar mee
ning heeft uitgesproken o.a.:
Bij de uitoefening van het geneeskundig
toezicht over de lagere scholen zijn de ge
neeskundigen gehouden zich naar een
schriftelijke instructie te gedragen, waar
in in het bijzonder worde vastgelegd dat
hij, die het toezicht uitoefent, zich ont-
houde van elke behandeling van de
kinderen. De aanstelling en instrueering i
van degenen die dit schooltoezicht uit
oefenen, geschiede door hen, van wie de
school uitgaat, door den gemeenteraad
voor de openbare scholen, door de
1) Wij spatiëeren.
den met Cor wel eens in Kerkwijk komen
en dan zou moeder wel anders oordeelen'.
Natuurlijk had Mevrouw Van Lanke-
ren niet anders geoordeeld. Na het be
zoek van Dolf en Cor schreef zij Elsa
een brief, die deze tot tranen toe beiwoog.
„Als God het niet op de een of andere
wijze verhoedt, Elsa", dus schreef zij,
„dan wordt het huwelijk van Dolf diep
ongelukkig. Allereerst, want moederoogen
zien scherp, betwijfel ik, of aan beide
zijden de rechte liefde wel is, de liefde,
die alles hoopt, alles verdraagt, die de
een uitnemender acht dan den ander.
Ik zie die liefde niet. En als zij er bij
beiden of een van beiden wel is, dan zal
zij verdwijnen, als het huwelijk eenmaal
gesloten is. Het meisje iweet van de huis
houding niets af. En je weet even goed,
als ik, dat het niet opgaat, alles aan
een dienstbode over te laten, gesteld dat
zij die kunnen betalen. Want al zou Dolf
nog zooveel verdienen, wat heel niet
zeker is, hun huishouden zal schatten
kosten. Het is buitengewoon, hoe verkwis
tend het meisje is. Lachend, met de groot
ste onverschilligheid, verzekerde zij mij,
dat zij geen cent bezit, hoewel zij toch
altijd voor haar doen een behoorlijk sa
laris heeft genoten. Het is alles opge
maakt aan kleeren, aan den kapper, aan
Sahoolbesturen voor debij-
zondere scholen. Samenwerking
tusschen de verschillende corporaties is
niet buitengesloten. Om eensdeels uit
wassen te voorkomen, ander
deels maatregelen te treffen, die deze aan
gelegenheid voldoende tot haar recht la
ten komen, wordt de wenschelijkheid uit
gesproken, dat 's Lands overheid alge
meens regelen stelle.
Ziedaar het oordeel der Chr. geneeskun
digen in Nederland. Deze zaak is door hen
vooraf besproken met de Vereen, voor Chr.
Nat. onderwijs, de Vereeniging voor Chr.
Volksonderwijs en het Geref. Schoolver
band.
Ons dunkt, dat dit alles voor onze Chr.
Schoolbesturen behoort te wegen en zij,
die reeds te ver gingen, zich hebben af te
vragen of zij op hun weg in dezen niet
hebben terug te keeren.
Als de instructie gereed is, zullen wij
die in hoofdzaak publiceeren. De voor
zitter van de Vereen, van Chr. Natuur- en
Geneeskundigen, dr J. Hekman, Genees
heer-Directeur van het Rotterdamsch Ste
delijk Ziekenhuis aan den Bergweg, zegde
ons de toezending dier instructie toe.
Vriendschappelijk groetend,
t.t.
METELLUS.
Ingezonden Mededeeling.
Als elk Jaar opnieuw een bronchitis U
komt waarschuwen dat het koude Jaar
getij is ingetreden, waarom dan geen
Abdijsiroop genomen Menschen met sedert
Jaren telkens terugkeerende bronchitis
vonden daarbij baat. Abdijsiroop is weten
schappelijk samengesteld, verwijdert de
taaie met ziektekiemen bezoedelde slijm
en helpt Uw ademhalingscvrganen. Sedert
menschen-heugenis geprezen bij pijnlijk en
veelvuldig hoesten, Bronchitis, vastzitten
de kou, Kinkhoest, Influenza, Asthma,
AKKER's
A*m verkrijgbaar. Prijs PI. 1.50, Fl. 2.75, Fl.4.50
Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons
(60 ct.). Dan bespoedig* Ge Uw genezing
ABDIJSIROOP-BONBONS (Gebolde Abdijsiroop!
LEERZAME KRABBEL
Onder het opschrift „Uitersten en mas
sa" staat een leerzame krabbel in de roode
pers. Een dankbare partijgenoot schreef
een briefje aan A. B. K. met verzoek er
melding van te maken.
De inhoud komt hierop neer: Deze
werklooze sociaal-democraat kreeg van
een onbekende een pakket lekkernijen:
eieren, kaas, natuurboter, jam, thee, kof
fie en nog veel meer. Alles netjes verpakt
en begeleid door een klein kaartje, waar
op niets stond dan dit krabbeltje: „Mak
kerhulp".
De werkman is zeer dankbaar voor
deze vriendelijkheid en verzocht daar mel
ding van te maken. De schrijver der „Op
roerige Krabbels" doet dat gaarne al past
de naam hier al zeer slecht. En hij voegt
er deze opmerking aan toe:
Ik heb in de laatste weken bij herha
ling versteld gestaan, hoe geheel anders
de arbeiders, ook en vooral in de partij,
over steunverleening en hulp denken
dan de beste stuurlui aan den wal ook
maar flauw vermoeden!
De tijd om deze historie te schrijven
is nog niet gekomen. Maar ik hoop
hem te beleven. En dan zal eerst recht
blijken, hoe volslagen vreemd zeer vele
ongeroepen voorlichters staan tegen-
uitgaan en pret maken. Daar leeft het
kind van. Zij vond Kerkwijk en Meer-
stad vreeselijk saai; zou er geen uur
willen wonen; zij zou er zich dood knie
zen, je kent die termen van haar nog
beter dan ik. En (wat Dolf betreft, hij
heeft ook veel geld noodig. Voor zichzelf,
maar méér nog voor haar. „Verloofd zijn
kost geld", zei hij. ,,'tZal wel anders
worden". Maar ik geloof dat niet, Elsa.
Het wordt een volslagen mislukking. En
nu spreek ik alleen nog maar over ma-
teriëele zaken. Wat het andere aangaat,
o, Elsa, ik heb de vier nachten, dat zij
hier gelogeerd waren, mijn kussen nat
geschreid en God om uitredding voor mijn
jongen gesmeekt. Want ik weet het nu
met wisse zekerheid: als de Heere niet
'voor een wonder zorgt, dan is onze Dolf
voor eeuwig verloren. Ik had altijd nog
hoop, dat hij zou terugkeeren. Maar als
dit wufte meisje, zij mag dan, wat ik niet
geheel wil ontkennen, in den grond een
goed karakter hebben, zijn vrouw wordt,
dan zinkt onze jongen steeds dieper weg.
Dan wordt zijn huwelijk, dat, naar mijn
meening, niet gelukkig zal zijn, hem
een strik van satan. En in dien strik zal
hij omkomen. Ik ben tot de slotsom
gekomen, Elsa, dat ik mijn jongen voor
het tijdelijke en voor het eeuwige leven
over het innerlijk leven der arbeiders,
waarover zij oordeelen nochtans, als
hadden zij er met Röntgenstralen dwars
doorheen gekeken.
'tKon nog iets duidelijker gezegd zijn,
zegt de „Rotterdammer", maar de bedoe
ling is volkomen begrijpelijk. Het blijkt,
dat men ook in de kringen der roode ar
beiders anders komt te staan tegenover
steun en hulpverleening, dan tot heden
de gangbare meening was in de moderne
arbeidersbeweging.
Nog dagelijks worden er moties aange
nomen, waarin gezegd wordt, dat de
werkloozen overheidsuitkeering behooren
te ontvangen en dat er van liefdadigheid
geen sprake mag zijn.
Welnu, ook in onze kringen is de mee
ning overheerschend, dat in gewone
werkloosheid moet worden voorzien door
verzekering.
Maar niemand drijft het zoo ver om
te beweren, dat het doen en het aanvaar
den van Christelijke handreiking in ab
normale gevallen den validen arbeider
naar omlaag drukt of degradeert.
Trouwens, de b e d e e 1 i n g in de har
de zin des woords, die afstand maakt,
kennen en wenschen wij niet. Dat zou al
zeer slecht passen bij de diaconale ver
zorging, zooals deze in de eerste Christen
gemeente werd toegepast.
En wanneer wij in deze dagen ons offer
brengen aan nationaal of plaatselijk cri
sis-comité (laat bet toch niet „afgepast"
zijn!) of wanneer wij persoonlijke hulp
verleenen (laat het toch in stilte geschie
den!); dan doen wij dat met de dankbare
gedachte, dat wij mogen en kunnen
geven.
Deze merkwaardige krabbel brengt voor
ons niets nieuws (we constateeren het
slechts), want het was ook in vroegere
perioden van groote nood gebruikelijk,
dat Christelijk hulpbetoon de werkloozen-
uitkeering aanvulde; maar wij maken er
melding van, omdat er uit blijkt, dat ook
in de kringen der moderne arbeiders be
tere begrippen doorbreken. We zien er
ook uit, dat men daar een terrein gaat be
treden, wat men tot schade voor zich per
soonlijk en voor de beweging tot beden
bijna geheel heeft gemeden.
Niet ten onrechte zei Dr Kuyper, dat de
olie der Christelijke liefde niét gemist kan
worden in de actie voor sociale gerech
tigheid.
Het euvel der treinmuzi-
lc a n t e rt. De beer A. G. J. Kuppens,
stationsambtenaar Den Haag H. S.,
schrijft in „Spoor- en Tramwegen":
Herhaaldelijk ontvangen de spoorweg
autoriteiten klachten van reizigers, om
trent het ergerlijk optreden der reizende
treinmuzikanten. Deze lieden kiezen
meestal yoor hun operatieterrein baan
vakken met drukken treinenloop en ont
halen er de reizigers op hun vaak onge
nietbare muziek. Instrumenten, die ge
makkelijk te verbergen zijn, bewijzen hun
daarbij goede diensten. Na het einde van
hun spel houden ze met hoed of pet een
inzameling onder het publiek, waarbij het
dan dikwijls voorkomt, dat reizigers die
geen geldelijk offertje wenschen te bren
gen, door ben worden uitgescholden of
op andere wijze beleedigd.
Gezien het bovenstaande komt het mij
geschikt voor het publiek opmerkzaam
te maken op artikel 25 g van het Alge
meen Reglement voor het Vervoer op de
Ingezonden Mededeeling.
kwijt ben. Het kost mij ontzaggelijke
moeite, om te berusten. Maar toch gelukt
het mij. Ik blijf op Gods beloften ver
trouwen. Hij kan uitredding schenken
en onzen Dolf nog terecht brengen. En
als het niet gebeurt, dan zeg ik: Heere,
Gij weet, wat goed is, maar verlaat mij
niet. Ik voel mij soms zoo ziek en ellen
dig, dat ik den dokter heb geraadpleegd.
Hij verzekert mij, dat ik lichamelijk niets
mankeer. Ik geloof het ook. Het is alleen
het gedrag van Dolf, dat mij zoo ont
zettend aangrijpt. Het moge den jongen
eenmaal vergeven worden."
Het was deze brief van haar moeder,
die Elsa een slapelooze nacht bezorgde.
Ook zij meende, dat moeder den toestand
goed inzag. Als deze verloving niet ver
broken werd, maar leidde tot een huwe
lijk, dan ging het met Dolf naar den af
grond.
En er was weinig kans op verbreking
der verloving. De weinige malen, dat Elsa
het tweetal kon gadeslaan want Dolf
scheen er met pijnlijke nauwgezetheid
voor te waken, dat Elsa hen beiden op
zijn kamer trof, al kwam het wel eens
een enkele maal voor brachten ook
haar tot de overtuiging, dat hier niet
sprake was wan een echte liefde, van een
liefde, zopals zij Egbert ygsa Wagenveld
De boeren-demonstratie waarvoor ook
in deze omgeving propaganda werd ge
maakt zal nu a.s. Donderdag te 's Gra-
venhage plaats vinden.
Naar het heet wil men op deze wijze
kracht batten ais de v/cpscbci van de
centrale Jandbouw-owwiisatiep, die ripj
opgewassen zouden zijn tegen den onwil
der regeering om den landbouw te hel
pen.
Ik weet nie1 howe;! Ve-on air deze
vertooning zullen meedoen, maf"- te ho
pen is, dat althans onze Zeeuwsche land
bouwers zoo verstandig zullen zijn om
rustig thuis te blijven.
Vooreerst al omdat het onwaar is dat
de regeering onwillig zou zijn. De fei
ten wijzen het tegendeel uit.
Vervolgens omdat op deze wijze toch
niets bereikt kan worden.
En verder omdat de leiding van deze
demonstratie berust bij een man, die blij
kens de door hem gehouden redevoerin
gen van het crisisvraagstuk geen greintje
verstand heeft.
Ik vertrouw dan ook, dat onze land
bouwers aan deze nuttelooze en dwaze de
monstratie, die in geen enkel opzicht het
landbouwbelang kan dienen, niet zullen
meedoen.
OPMERKER.
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
Spoorwegen, dat verbiedt het maken van
muziek in de treinen. De treinmuzikanten
weten zeer goed, dat deze bepaling be
staat en verschillende van hen hebben
ook reeds processen-verbaal opgeloopen
en als gevolg daarvan kennis gemaakt
met den kantonrechter. Zij geven den
moed echter niet gauw op, waaruit bl'jkt,
dat dit baantje wel rendabel is.
Het stations- en treinpersoneel, aan
wie deze muzikanten bijna allen bekend
zijn, doet zooveel in haar vermogen is
om de uitoefening van dit minder sma
kelijke beroep onmogelijk te maken,
doch de dagelijksche ondervinding leert
hoe geslepen deze overtreders te werk
gaan en welke trucs en streken zij uit
halen om aan de aandacht van het spoor
wegpersoneel te ontsnappen. Dat er bij
zijn welke zich soms driemaal per dag
verkleeden is bekend, 't Eene uur ontmoet
men hen geheel in sportpak met korte
broek en pet, 't volgende in een blauw
costuum met bruine schoenen en hoed.
Komt hij nu het station m en wordt
hij door den controlebeambte opgemerkt,
dan heeft hij niet veei succes. De beambte
maakt er den dienstdoenden chef op
merkzaam op. Deze houdt dan een oog
in het zeil en stelt op zijn beurt den con
ducteur van den trein in kennis met do
aanwezigheid van den muzikant.
M.i. is het de beste methode om ge
bruik te maken van de bevoegdheid den
stationschef of diens plaatsvervanger ge
geven door artikel 17 3 van het Alge
meen Reglement voor het Vervoer op de
Spoorwegen door den trein muzikant een
staanplaats aan te wijzen in de eleetri-
sche treinen of een ledigen coupé in. de
stoomtreinen en den conducteur opdracht
te geven proces-verbaal on te maken, in
dien hij deze aangewezen plaa.ts verlaat-
vóór het station waar hij wenscht uit te
stappen. Ook dient zijn plaatsbewijs extra
te worden gecontroleerd en met de con
ducteurstang geknipt, waardoor het on
geldig wordt gemaakt voor een tweede
reis. Op het station van aankomst wordt
hij naar de uitgangscontrole geleid en
z'n plaatsbewijs ingenomen.
lief had, wat niemand wist dan God en
haar eigen hart, dat warm voor den een
zamen klopte.
Zij kon van deze verloving geen ver
klaring geven. Zij sproot, naar haar in
nige overtuiging, niet voort uit liefde.
Maar het was haar een raadsel, wat het
dan wel was.
Dit was in ieder geval voor elk een
zichtbaar feit, dat Dolf onder den invloed
van het gevatte meisje stond. Van do-
miné Meinema, die het weer wist van
Laarman, was zij te weten gekomen, dat
op het kantoor Cor Zuiderman min of
meer als een gevaarlijk meisje was be
schouwd. En men had haar ook verteld,
dat Dolf voor haar was gewaarschuwd
door een zekeren Dirksen. Niemand had
er dan ook spijt van gehad, dat Cor Zui
derman het kantoor verlaten had, terwijl
Dolf beklaagd werd, dat hij met haar
verloofd was.
Elsa vond het alles met elkaar een
vreemde historie en zij kon niet verkla
ren, waarom Dolf zoo aan Cor gehochl
was. Ook Gerda kon haar te dien op
zichte niet inlichten. "Wel verklaarde ook
deze ronduit, dat het voor Dolf oneindig
veel beter zou zijn, als de verloving ver
broken werd.
CWqrdt voyvnïgd