Rechtzaken
Scheepstijdingen.
Het Vrouwenhoekje.
Dammen.
die een voldoend aantal „bonnen van de
boter" gespaard hebben.
8 jaar gevangenisstraf met ter beschikking
stelling van de Regeering.
Het koloniehuis is ondergebracht in een
oud kasteel, dat geheel modern is geres
taureerd.
Het slot is gelegen midden in een ge
weldig groot park. De kinderen leven er
als prinsen en worden er buitengewoon
verwend.
Alle mogelijke vermakelijkheden wor
den er georganiseerd: Vogelschieten, fak
keloptochten, uitstapjes en groote af
scheidsfeesten.
Wonderbare vischvangst.
De visscherij te Boulogne maakt een moei
lijken tijd door. Tal van visschersbooten
zijn er opgelegd omdat het bedrijf nief
meer winstgevend was te maken. Het
haringseizoen is bijzonder slecht geweest
en een maand vroeger geëindigd dan an
ders, omdat de visch aan den afslag geen
behoorlijken prijs meer maakte. Maandag
heeft zich te Boulogne, naar Belga van
daar meldt, het volgende voorgedaan. De
schepen keerden uit zee terug met een
ongewoon overvloedige vangst aan wijting.
Het onmiddellijk gevolg was, dat de prij
zen zoozeer daalden, zij schommelden
tusschen 4 en 10 frank da 25 k.g. dat
verscheidene reeders er de voorkeur aan
gaven de visch te vernietigen. Zoo zijn
er aldus Maandag ongeveer 20 ton koste
lijke visch weer in zee geworpen.
Van den hooizolder ge
stort. Tijdens het voederen van zijn vee
had Dinsdag de 58-jarige ongehuwde
veehouder K. Japies te Wormerveer het
ongeluk door een luik van den hooizolder
te vallen. Hij kwam beneden op zijn hoofd
terecht en werd in zorgwekkenden toe
stand opgenomen. Gisteren is hij aan de
gevolgen overleden.
Groote brand te Breslau.
Gistermiddag is er een groote brand uit
gebroken in het oude abattoir, dat in
het centrum van Breslau is gelegen. Het
gebouw, dat uit de zestiende eeuw da
teert en eigendom van de stad is, dient
thans in hoofdzaak als magazijn- en op
slagruimte. De brand nam een zeer ern
stig karakter aan, zoodat alle spuiten
in de stad gealarmeerd werden. De oos
telijke vleugel, waar een groot magazijn
van naaimachines gevestigd was, werd
een prooi der vlammen, doch het ge
lukte de brandweer, den westelijken vleu
gel te behouden en na drie uur van in
gespannen arbeid het vuur onder bedwang
te krijgen.
De schade is volledig door verzekering
gedekt. Waarschijnlijk is het vuur door
kortsluiting ontstaan.
De gladheid van den weg.
Gistermiddag te half 6 uur is onder de
gemeente Weesperkarspel op den Aboou-
derstraatweg een taxi, waarin behalve de
chauffeur, vier visschers gezeten waren,
'tengevolge van de gladheid van den weg
geslipt en in het water van de Bijlmer
vaart gereden. De wagen verdween bijna
geheel in de modder. Omwonenden en
voorbijgangers snelden onmiddellijk toe
en slaagden er na veel moeite in alle
inzittenden op het droge te brengen. Na
van droge kleeren voorzien te zijn, zijn
de drenkelingen met een andere auto
naar hun plaats van bestemming, Am
sterdam, overgebracht.
Tengevolge van de gladheid van den
weg is te puivendrecht op den rijks
straatweg gistermiddag omstreeks half 6
uur een benzinetankwagen geslipt en te
gen een boom gereden waardoor de wa
gen dwars op den weg kwam te staan.
Een tegemoetkomende Belgische tractor
met aanhangwagen kon niet bijtijds meer
stoppen en reed tegen den tankwagen
op. Vervolgens kwam de tractor in bot
sing met een boom en werd evenals de
benzinewagen zwaar beschadigd. Beide
voertuigen konden hun reis niet voort
zetten. De Belgische vrachtwagen was op
weg naar Mechelen. Persoonlijke onge
lukken kwamen niet voor.
Kantongerecht te Goes.
Hooger beroep is aangeteekend door:
A. van H., J. van L. en P. F. S., allen
te Goes, tegen een vonnis van 4 Dec.
1931, waarbij zij ieder zijn veroordeeld
wegens overtreding der visscherijwet tot
f2 b. of 2 d. h.
Ant. K., te Heinkenszand, tegen het
vonnis van 4 December 1931, wegens
overtreding der motor- en rijwielwet, ver-
oeïdeeld tot f 25 boete subs. 25 d.h.
met ontzegging voor den tijd van 6 maan
den om motorrijtuigen te besturen.
S. W., te Wolphaartsdijk, tegen het
vonnis van "*4 Deo. 1931, wegens over
treding motor- en rijwielwet veroordeeld
tot f25 boete subs. 10 d.h.
P. O., te Wemeldinge tegen het vonnis
van 4 Dec. 1931 wegens overtreding der
Jachtwet veroordeeld tot f25 boete s.
10 d.h en verbeurdverklaring geweer.
Ph. Pte Ierseke, tegen het vonnis
van 11 December 1931 wegens dronken
schap veroordeeld tot 10 d.h
J. Pte Ierseke, tegen het vonnis van
11 Dec. 1931 wegens dronkenschap ver
oordeeld tot 14 d.h.
Verzet gedaan door M. van D., te
Kloetinge tegen het vonnis van 18 Dec.
1931 wegens overtreding Invaliditeitswet
veroordeeld tot f25 b. s. 25 d.h.
De aanranding te Kla
re n b e e k. Het Gerechtshof te Arnhem
deed uitspraak inzake de bekende aan
randing te Klarenbeek, gemeente Voorst.
Verdachte, zekere A. B. A. D., 26 jaar,
landbouwer te Klarenbeek, was door de
Rechtbank te Zutphen veroordeeld tot
Dit vonnis werd vernietigd en verdachte
is thans veroordeeld tot 3 jaar en 6 maan
den eveneens met zijne ter beschikking
stelling van de Regeering.
Stoomvaart Mij Nederland.
POELAU LAUT, thuisr., 31, 11 u. v.m. te
Amsterdam verwacht.
TARAKAN, thuisr., 30 v. Genua.
GHR. HUYGENS, thuisr., 30 v. Colombo.
POELAU BRAS, uitr., 29 te Singapore.
Rotterdamsche Lloyd.
JAGATRA, uitr., pass. 30 Bevezier.
KOTA NOPAN, 30 v. Batavia n. Rott.
SIBAJAK, 30 v. Rott. n. Batavia.
BRIEVEN UIT HET LAND VAN
CADZAND.
LXXXV.
Ter nagedachtenis broeder Willem
Risseeuw.
De oude garde sterft weg; weer dragen
wij een ouden strijder ten grave. Want
Mr Fahius was zoo echt één van de oude
garde. Die slechts naar het bevel des Ro
llings luisterde, en die dat zoo lange ja
ren mocht doen. Zoo schreef enkele dagen
geleden onze „Rotterdammer" in een ar
tikel van eerbiedige nagedachtenis aan
dezen groote in Israël.
De oude garde sterft weg en we
zeiden het elkander, toen we op den avond
van den eersten Kerstdag stonden aan
het sterfbed van den laatsten der oude
garde, broeder Risseeuw, die zachtjes
naar betere gewesten heenging.
Niet, dat ik hem zou willen vergelijken
met een man als bovengenoemd; wat zou
hij er om geglimlacht hebben, hij, de be-
scheidene, die zoo juist zijn plaats wist;
maar omdat hij de laatste is van de man
nen, die de leiding hebben gehad bij het
begin van den strijd in het land van Cad-
zand, omdat hij is geweest één der trouw
ste arbeiders, in zijn kring één der groo-
ten in het Koninkrijk Gods.
En dan kan ik de woorden herhalen:
De oude Garde sterft weg, weer dragen
wij een ouden strijder ten grave, die
slechts luisterde naar de stem des Ko-
nings en die dat bovenal zoo lange jaren
mocht doen.
Naar het bevel des Konings luisteren
op den eenzamen, vooruitgeschoven post.
In tijden, dat er veel moed toe noodig
was, geloofsmoed, om zich te scharen on
der het vaandel, waarop Pro Rege, Voor
de eere Gods, op alle terrein des levens.
Die tijden liggen al zóó ver achter ons,
dat we eenige moeite hebben het ons nog
goed voor te stellen. En we leven ook
zoo snel tegenwoordig, en we vergeten
zoo licht, wat die mannen in Gods kracht
gedaan hebben in een streek als de onze,
veertig jaar geleden, een arbeid, waar
het tegenwoordig geslacht de vruchten
van plukt.
Naar het bevel des Konings geluisterd,
dat hebben ze, die mannen van de oude
garde en ze hebben het bevel opgevolgd
en hebben gearbeid, ziende alleen op het
gebod.
Broeder Risseeuw was geboren op 10
Augustus 1856. Leerling van den heer
Guillaume, destijds godsdienstleeraar te
Schoondijke, bleek al vroeg, dat hij, de
eenvoudige, jonge man, iemand was met
veel gaven. Geen wonder, dat de Kerk
van Oostburg hem al spoedig riep, eerst
tot diaken in 1890, en een goed jaar later
tot ouderling. Als zoodanig heeft hij veel
gearbeid, meer dan het geslacht van te
genwoordig misschien wel weet. Ik kan
het mij nog zoo levendig voorstellen, dat
hij menigen avond, na lange Kerkeraads-
vergaderingen, door storm en regen dik
werf, den weg moest afleggen naar
Scherpbier, waar hij woonde. Met de
groote parapluie onder den arm aan
vaardde hij welgemoed den tocht naar
huis. En als er huisbezoek gedaan moest
worden te Zuidzande, Aardenburg of te
Nieuwvliet, ging hij met 'n andere broe
der ouderling te voet, dikwijls tot laat in
den nacht. Geen moeite te veel, als het
ging om te luisteren naar de stem des
Konings.
Toen Aardenburgs kleine kring in en
kele maanden tijds zijn voorgangers door
den dood verloor, ging hij des Zondags te
voet om de broeders en zusters aldaar te
sterken door het lezen eener predikatie.
Het was nog niet de tijd, dat de auto
voor de deur kwam en men, gemakkelijk
gezeten in de kussens, ter plaatse van
bestemming aankwam. Met zijn preek in
het bekende groene zakje kwam hij aan
gewandeld en ging na afloop ook weer
welgemoed naar huis, wetende te staan
in dienst van zijn Zender.
Ik zou, o, zooveel van den arbeid van
broeder Risseeuw kunnen vertellen. Niet
om den mensch te verheerlijken, het zou
niet passen, zeker niet bij dezen broeder,
die nooit de eer des menschen, maar al
leen die van zijn Koning zocht, doch ik zoiu
het doen om dankbaar te gedenken, wat
God ons volk in het land van Gadzand in
hem heeft geschonken.
Ik zou hem kunnen gedenken als Zon
dagsschoolonderwijzer, wiens lust het was
om de kinderen tot Jezus te leiden, ik zou
hem kunnen gedenken als catecheet, in de
jaren dat Oostburg vacant was en het wa
ren er niet weinige, ik zou hem kunnen
gedenken als Ouderling, die vele, vele
jaren de kudde in Oostburg en Aarden
burg heeft geweid, maar hoeveel hij ook
als zoodanig heeft gearbeid, Ik wil hem
bovenal gedenken als man des gebeds.
Want broeder Risseeuw zal als zoodanig
het meest blijven voortleven bij wie hem
hebben gekend.
Een bidder is van ons heengegaan.
God heeft in de voorbij gegane jaren in
deze streek ons mannen geschonken, die
verschillende talenten hadden. De mannen,
die strijders waren,de mannen die organi
sators waren, de mannen, die als broeder
Risseeuw mannen des gebeds waren. Hoe
kon hij met zijn heldere, eenigszins scher
pe stem de nooden van Gods volk opdra
gen aan den troon der genade, aan hoe
veel ziekbedden heeft hij troost gebracht,
ook toen hij lichamelijk te zwak werd
om nog ouderling in volle functie te zijn,
in hoeveel gezinnen heeft hij meegeleden
en meegeschreid, als er droefheid was
door zware slagen, deze, o, zoo teerge
voelige van ziel. Menig oud-predikant van
Oostburg zal, als hij het overlijdensbe
richt ontvangt, nog wel eens terugdenken
aan uren, gesleten in de wagenmakers
winkel te Scherpbier, of aan eerste huis
bezoeken, met broeder Risseeuw afgelegd.
Niet dat hij daar ooit over praatte, in
dat opzicht had hij wel biechtvader kun
nen zijn.
En nu rust hij van zijnen arbeid en
heeft het loon der getrouwe dienstknech
ten ontvangen.
Toen twee weken geleden op Zondag
de aanval hem trof, die een eind aan dit
rijke leven zou maken, zei hij tot zijn
dochters: Hoe heerlijk op den Sabbat den
eeuwigen Sabbat in te mogen gaan. Toch
heeft het zoo niet mogen zijn. Nog twee
weken heeft hij geleefd en het meerdere
malen mogen getuigen dat hij bereid, ten
volle bereid was, om heen te gaan.
Op den Sabbat mocht hij niet ingaan,
maar wel, en wat een heerlijke gedachte,
op den eersten Kerstdag, op het feest
van zijn Koning, naar wiens stem
te luisteren zijn lust is geweest. Thans
aanschouwt hij den Koning reeds in zijn
schoonheid, thans is hij ook vereenigd met
de anderen van de oude garde, die voor
gingen, ook met haar, die hem zoo lange
jaren een trouwe hulpe is geweest en
aan wier graf hij nu 3 jaar geleden mocht
juichen:
Maar 't vrome volk in U verheugd,
Zal huppelen van zielevreugd,
Daar zij hun wensch verkrijgen.
Hun blijdschap zal dan onbepaald,
Door 't licht, dat van Zijn aanzicht straalt,
Ten hoogsten toppunt stijgen.
Nu mag ook hij juichen met het vrome
volk, nu is ook zijn wensch verkregen.
Er leefde de laatste jaren een heimwee in
zijn ziel. Alleen om zijn kinderen wilde hij
gaarne nog wat blijven, maar zijn verlan
gen ging uit naar boven. En 'tis nu al
vervuld. Aan zijn doodsbed kon het naar
waarheid getuigd: Zalig zijn de dooden,
die in den Heere sterven. En hunne
werken volgen met hen.
Laten wij bij dit graf staan in dankbare
nagedachtenis aan dezen eenvoudigen,
maar rijkbegaafden broeder, die in zijn
geheele leven heeft geluisterd naar de
stem van zijn Koning, en laa.t het ook voor
zijn dochters een heerlijke gedachte zijn,
zulk een vader te hebben gehad.
Hulsgodsdienst.
Onder de oude gebruiken, die in vele
gezinnen in onbruik zijn geraakt, behoort,
jammer genoeg, ook het gemeenschappe
lijk avondgebed. En het is toch zulk
een mooi en nuttig gebruik, dat wij alles
moesten doen, om het weer in eere te
herstellen.
„Ach", zeide mij een vriendin, „het is
weer heelemaal verflauwd, want er komt
altijd wat tusschen. We deden het des
avonds om 10 uur, maar dan zijn ze b.v.
niet allen om 10 uur thuis, of je bent
zelf uit of je hebt visite, ik doe het nu
maar alleen met de kleintjes."
Mij dunkt echter het gemeenschappelijk
avondgebed is juist zoo goed voor de
grooten. Waarom het niet wat vroeger
gedaan, b.v. na den avondmaaltijd. Daar
bij is ieder present en houdt men ze het
gemakkelijkst bij elkaar. Vader is nog
niet naar zijn vergadering, de grooten
zijn nog niet uit of aan de studie en de
kleintjes kunnen ook meedoen, ieder kan
nu wel .een 5 minuutjes missen en het
wordt dan echt het gebed van het ge
heele gezin.
„Maar", wierp mijn vriendin weer te
gen, „je kunt om 7 uur toch nog je
avondgebed niet bidden."
Mij dunkt van wel!
De grooten zullen toch wel genoeg de
votie hebben voor het in bed stappen
op de knieën te gaan liggen, dat hebben
zij toch zoo van kindsbeen af geleerd en
daarvan ontslaat het gemeenschappelijk
gebed ze geen van allen.
Bij de kleintjes 'is Moeder, als ze bid
den hun eigen kindergebedjes.
Het haastige, drukke moderne leven
zet zijn stempel op zoovele jonge men
schen. Het eene volgt op het andere:
werk, studies, uitgaan, sport, eten en
slapen, haast, alles- zonder tusschen-
ruimte. Het ontbreekt zoo dikwijls aan
de zoo noodige rust. Het lichaam wordt
overspannen en de geest onevenwichtig.
In de huishouding moeten wij dat even
wicht trachten te herstellen, een sfeer
van rust scheppen. Daarbij moet ieder
der gezinsleden meewerken en het is toch
slechts een lichte eisch, die 5 a 10 mi
nuten na tafel voor een gemeenschappelijk
gebed.
Enkels recepten.
Gemarineerde runderlappen.
1 pond runderlappen, 5 gram zout, 2 eet
lepels slaolie; 1 eetlepel azijn, 1 lau
rierblad, 4 kruidnagelen, 4 peperkorrels,
melk, maizena, paneermeel, 60 gram
boter of margarine.
Schrap de lappen aan beide kanten af,
wrijf ze in met het zout, roer olie en
azijn door elkaar, doe de kruiderijen er
bij, haal de lappen erdoor en laat ze
eenige uren (liefst een nacht) erin mari
neeren. Roer dan 40 gram maizena aan
met 4 eetlepels (30 c.L.) melk tot een
dik papje, haal hierdoor één voor één de
lappen, zoodat ze geheel ermee bedekt
zijn, haal ze dan door paneermeel. Maak
in een koekepan de boter of margarine
goed heet en bak hierin vlug de lappen
aan beide kanten bruin. Spoel de schaal,
waarin het vleesch gemarineerd heeft,
om met 4 d.L. water, breng het grootste
deel ervan in een stoofpan aan de kook,
leg de lappen erin, giet de jus erbij en
spoel de pan na met het overgehouden
water; doe een deksel op de pan én laat
het vleesch -zóó zachtjes, dat er nauwe
lijks beweging in het vocht te zien is, drie
uur stoven. Neem het vleesch uit de
saus, laat deze even doorkoken, verdun
haar zoonoodig met water en zeef haar
als ge dit noodig vindt.
Roode kool. De bladeren van roode
kool moeten stijf aaneengesloten op
elkaar liggen. De kool moet ijzerhard
aanvoelen en zwaar in het gewicht zijn.
1 roode kool, 1 pond moesappelen, 60
gram boter of margarine, 2 eetlepels azijn,
1 d.L. water, 6 kruidnagelen, 1 ons sui
ker, 10 gram zout.
Verwijder de buitenste bladeren, van
de overig© al wat niet frisch meer is,
snijd de kool in de lengte middendoor
en snijd elke helft, langs de stronk, met
een koolmes of op een schaaf in lange
dunne snippers, zoodat tenslotte alleen
de stronken overblijven. Schil de appelen,
snijd ze in vieren en verwijder de klok
huizen. Zet de kool op met het water
en zout, de kruidnagelen, azijn, suiker
en de helft van de boter, leg de appelen
er boven op en laat de kool onder af en
toe opschudden zachtjes gaar stoven (plm.
3 uur).
Gort. Wasch de gort, tot het water,
dat er afkomt, volkomen helder is. Week
.ze 24 uren in viermaal zooveel koud
water als gort. „Breng ze dan met het
zelfde water aan de kook, voeg er wat
zout toe en laat ze op een zacht vuur,
zonder roeren, gaar en droog worden
(plm. iy2 k 2 uur).
Gort met schuimkop. Gekookte
gort, gestoofde pruimen, 3 eiwitten en
11/2 ons suiker.
Doe in een vuurvast schoteltje een laag
gort, daarop een laag gestoofde pruimen.
Klop hel eiwit zoo stijf mogelijk, vermeng
het vlug met de suiker en strijk het
-dadelijk over de pruimen. Laat het scho
teltje in een zeer lauwen oven droog en
bros worden (pil.m. 1 uur) maar zorg, dat
het zoo licht mogelijk van kleur blijft.
Desnoods de ovendeur openlaten.
Eenige wenken.
T i n maakt men schoon met natte Brus-
selsche aarde, daarna m,et droog zand,
en nawrijven met schoone droge doeken.
Sterke v i s c h 1 u c h t, die bij het
gebruik van sommige vischsoorten op het
vaatwerk achter blijft, kan men het ge
makkelijkst kwijtraken door wat azijn in
het afwaschwater te doen.
Een in azijn gedrenkte spons
neemt gemakkelijk den rookaanslag
van mica kachelruitjes weg. De
azjjn moet zóó heet zijn, als onze han
den kunnen velen.
Overgekookte melk laat op
fornuis of gasstel geen vlekken achter,
wanneer men een doek flink met zeep
sop bevochtigt en daarmee het emaille
stevig afwrijft.
Glimmende kleeren. De glim
mende plekken flink af wrijven met een
doek (een lapje van de stof waarvan
het kleedingstuk i3 gemaakt, is aan te
bevelen), die gedrenkt is in water, waar
in een scheut ammoniak is opgelost Dit
middel is meestal wel voldoende.
De vrouw en de crisis.
Wij lezen in „De Haagsche Post":
Verschillende bezuinigingswenken wor
den gegeven, waarmee ik het niet geheel
eens kan zijn:
Een uwer lezers schrijft: „Koopt niet
direct bij den aanvang van het seizoen
mode-artikelen". Veronderstel, dat ieder
een dit zou opvolgen, dan zou er niets
anders gebeuren, dan dat de winkeliers
in het begin niets zouden verkoopen en
met hun artikelen tot het einde van
het seizoen zouden blijven zitten, met het
gevolg, dat de menschen toch niets zou
den sparen, daar de winkelier geen uit
verkoop zou kunnen houden. Een ander
schrijft: „Laat de man wat minder roo-
ken". Wat gaat er dan met den sigaren
winkelier beginnen? Hoe kan hij zijn nood
zakelijke levensbehoeften koopen, als zijn
inkomen verlaagd wordt? Weer een an
der schrijft: „Bezuinig op uw dienstper
soneel". Dienstpersoneel zonder een in
komen kan ook niets koopen, met het
gevolg, dat de leveranciers weer zullen
lijden. Ook de werkloosheid neemt er
door toe.
Mijn idee is: koopt alles wat u noodig
hebt, maar koopt k contant.
Met het gevolg, dat de industrieën weer
zouden opleven en zoodoende weer meer
menschen aan het werk kunnen zetten,
die op hun beurt weer in staat zouden
zijn om te koopen. Maakt gebruik van
de lagere prijzen, koopt nu en de werk
loosheid zal heel wat verminderen.
(Maar koop Nederlandsch fabri
kaat! Red, Z.)
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstr.
221, Amsterdam.
Probleem No. 230.
Auteur: A. J. Moggré Janz., Schoondijke.
1 2 3 4 5
47 48 49 50
Zwart 12 sch. op: 8, 9, 10, 12, 15, 18,
20, 22, 24, 25, 30 en 36.
Wit 12 sch. op: 27, 33, 38, 39, 40, 43
tot 48 en 50.
Wit speelt en wint.
Oplossingen binnen 8 dagen na laatste
plaatsing in elke maand.
Wedstrijd-partij.
(Vervolg).
Stand na 36. 4136 van wit.
Zwart: H. H. de Hoogh.
1 2 3 4 5
Wit: J. F. Kuyer.
36. 41—36
De uitruil 3429 enz. is zeer zwak. De
vraag is, wie hier in het voordeel staat.
Zwart beheerscht het middenbord, maar
daar staat tegenover, dat hij terdege re
kening heeft te houden met de tallooze
dreigingen van wit. Hij heeft echter meer
dere goede voortzettingen tot zijn beschik
king. B.v.:
W. 36—31, 42—38 a), 47—41.
Zw. 21—26, 12—17, 17—21, 21—27
met beter spel.
a") 32—27, 27 X29, 47 X 36, 49-43,
34X43, 28—32, 32X41, 26X48, 48X39,
met ongeveer gelijk spel.
Op: (inplaats van 2126).
W. 36—31a)
Zw. 914, 1217 en staat beter,
a) 25—20?, 34—29, 29X16, 32X23,
35X24, 14X25, 25X341, 19X30, 13—18,
18X20 en staat gewonnen.
Zwart kiest echter de minder sterke
voortzetting.
3 67—11
37. 36—311
De juiste zet. Dreigt tevens 3127 enz.
3 712—17
Zwart heeft niet veel keus. 1116 gaat
niet wegens 3127 van wit, zw. krijgt
ook dam, doch raakt deze altijd kwijt.
Op 2126 volgt van wit 3227. Zw.
kan nu op verschillende manieren dam
halen, doch verliest steeds, b.v.: 1217,
27X29, 28—32, 37X28, 26X48, 47—42,
48X23, 29X18, 13X22, 24X41 Een fraaie
variant.
Of: 15—20, 27X16, 20X40, 35X44,
28—32, 37X28, 26X48, 44—39 en wint.
Of: 23—29, 27X16, 29X40, 35X44,
28—32, 37X28, 26X48, 44—39 en wint.
Hij is dus gedwongen tot:
Wit: 42—38, 38—32, 27—21,
21 X 12, 3429, 32X14, 30X 28 en wint
1 schijf.
Zw.: 12—18, 11—17, 28—33, 22—28,
18X 7, 23X 34, 9 X29.
Ook de 4 om 4 uitruil 2227, 2329
enz. mag niet wegens 2520, 15X24,
30X6 en wit wint.
Toch was er nog redding mogelijk, n.l.
door:
W42—38, 25—20 a), 34—29,
29X16, 32X23, 35X24, 49—14.
Zw. 11—17!, 9—14, 14X25, 25 X 34,
19X30, 1318, 18X20, remise bij cor
rect spel van weerszijden.
a). Ook andere^ voortzettingen geven
winst.
38. 31—26 9—14
Geeft wit gelegenheid tot schijfwinst of
voordeeliger doorgang naar dam. Zwart
heeft echter niet beter, hij stond in alle
varianten vrijwel verloren.
3914X25
40. 34—29 23X34
41. 32X14 34—39
Krijgt nog eens kans!
42. 24—19 13X24
De beste.
43. 30X19 15—20
44. 14—10 39—44
45. 49 X40 20—24
46. 19X30 25X45
Zwart krijgt nu ook dam; zijn schijven
staan echter slecht.
47. 42—38 45—40
48. 10—4 22—28
49. 410 Zwart gaf op.