Rechtzaken Scheepstijdingen. Het Vrouwenhoekje. Dammen. die een voldoend aantal „bonnen van de boter" gespaard hebben. 8 jaar gevangenisstraf met ter beschikking stelling van de Regeering. Het koloniehuis is ondergebracht in een oud kasteel, dat geheel modern is geres taureerd. Het slot is gelegen midden in een ge weldig groot park. De kinderen leven er als prinsen en worden er buitengewoon verwend. Alle mogelijke vermakelijkheden wor den er georganiseerd: Vogelschieten, fak keloptochten, uitstapjes en groote af scheidsfeesten. Wonderbare vischvangst. De visscherij te Boulogne maakt een moei lijken tijd door. Tal van visschersbooten zijn er opgelegd omdat het bedrijf nief meer winstgevend was te maken. Het haringseizoen is bijzonder slecht geweest en een maand vroeger geëindigd dan an ders, omdat de visch aan den afslag geen behoorlijken prijs meer maakte. Maandag heeft zich te Boulogne, naar Belga van daar meldt, het volgende voorgedaan. De schepen keerden uit zee terug met een ongewoon overvloedige vangst aan wijting. Het onmiddellijk gevolg was, dat de prij zen zoozeer daalden, zij schommelden tusschen 4 en 10 frank da 25 k.g. dat verscheidene reeders er de voorkeur aan gaven de visch te vernietigen. Zoo zijn er aldus Maandag ongeveer 20 ton koste lijke visch weer in zee geworpen. Van den hooizolder ge stort. Tijdens het voederen van zijn vee had Dinsdag de 58-jarige ongehuwde veehouder K. Japies te Wormerveer het ongeluk door een luik van den hooizolder te vallen. Hij kwam beneden op zijn hoofd terecht en werd in zorgwekkenden toe stand opgenomen. Gisteren is hij aan de gevolgen overleden. Groote brand te Breslau. Gistermiddag is er een groote brand uit gebroken in het oude abattoir, dat in het centrum van Breslau is gelegen. Het gebouw, dat uit de zestiende eeuw da teert en eigendom van de stad is, dient thans in hoofdzaak als magazijn- en op slagruimte. De brand nam een zeer ern stig karakter aan, zoodat alle spuiten in de stad gealarmeerd werden. De oos telijke vleugel, waar een groot magazijn van naaimachines gevestigd was, werd een prooi der vlammen, doch het ge lukte de brandweer, den westelijken vleu gel te behouden en na drie uur van in gespannen arbeid het vuur onder bedwang te krijgen. De schade is volledig door verzekering gedekt. Waarschijnlijk is het vuur door kortsluiting ontstaan. De gladheid van den weg. Gistermiddag te half 6 uur is onder de gemeente Weesperkarspel op den Aboou- derstraatweg een taxi, waarin behalve de chauffeur, vier visschers gezeten waren, 'tengevolge van de gladheid van den weg geslipt en in het water van de Bijlmer vaart gereden. De wagen verdween bijna geheel in de modder. Omwonenden en voorbijgangers snelden onmiddellijk toe en slaagden er na veel moeite in alle inzittenden op het droge te brengen. Na van droge kleeren voorzien te zijn, zijn de drenkelingen met een andere auto naar hun plaats van bestemming, Am sterdam, overgebracht. Tengevolge van de gladheid van den weg is te puivendrecht op den rijks straatweg gistermiddag omstreeks half 6 uur een benzinetankwagen geslipt en te gen een boom gereden waardoor de wa gen dwars op den weg kwam te staan. Een tegemoetkomende Belgische tractor met aanhangwagen kon niet bijtijds meer stoppen en reed tegen den tankwagen op. Vervolgens kwam de tractor in bot sing met een boom en werd evenals de benzinewagen zwaar beschadigd. Beide voertuigen konden hun reis niet voort zetten. De Belgische vrachtwagen was op weg naar Mechelen. Persoonlijke onge lukken kwamen niet voor. Kantongerecht te Goes. Hooger beroep is aangeteekend door: A. van H., J. van L. en P. F. S., allen te Goes, tegen een vonnis van 4 Dec. 1931, waarbij zij ieder zijn veroordeeld wegens overtreding der visscherijwet tot f2 b. of 2 d. h. Ant. K., te Heinkenszand, tegen het vonnis van 4 December 1931, wegens overtreding der motor- en rijwielwet, ver- oeïdeeld tot f 25 boete subs. 25 d.h. met ontzegging voor den tijd van 6 maan den om motorrijtuigen te besturen. S. W., te Wolphaartsdijk, tegen het vonnis van "*4 Deo. 1931, wegens over treding motor- en rijwielwet veroordeeld tot f25 boete subs. 10 d.h. P. O., te Wemeldinge tegen het vonnis van 4 Dec. 1931 wegens overtreding der Jachtwet veroordeeld tot f25 boete s. 10 d.h en verbeurdverklaring geweer. Ph. Pte Ierseke, tegen het vonnis van 11 December 1931 wegens dronken schap veroordeeld tot 10 d.h J. Pte Ierseke, tegen het vonnis van 11 Dec. 1931 wegens dronkenschap ver oordeeld tot 14 d.h. Verzet gedaan door M. van D., te Kloetinge tegen het vonnis van 18 Dec. 1931 wegens overtreding Invaliditeitswet veroordeeld tot f25 b. s. 25 d.h. De aanranding te Kla re n b e e k. Het Gerechtshof te Arnhem deed uitspraak inzake de bekende aan randing te Klarenbeek, gemeente Voorst. Verdachte, zekere A. B. A. D., 26 jaar, landbouwer te Klarenbeek, was door de Rechtbank te Zutphen veroordeeld tot Dit vonnis werd vernietigd en verdachte is thans veroordeeld tot 3 jaar en 6 maan den eveneens met zijne ter beschikking stelling van de Regeering. Stoomvaart Mij Nederland. POELAU LAUT, thuisr., 31, 11 u. v.m. te Amsterdam verwacht. TARAKAN, thuisr., 30 v. Genua. GHR. HUYGENS, thuisr., 30 v. Colombo. POELAU BRAS, uitr., 29 te Singapore. Rotterdamsche Lloyd. JAGATRA, uitr., pass. 30 Bevezier. KOTA NOPAN, 30 v. Batavia n. Rott. SIBAJAK, 30 v. Rott. n. Batavia. BRIEVEN UIT HET LAND VAN CADZAND. LXXXV. Ter nagedachtenis broeder Willem Risseeuw. De oude garde sterft weg; weer dragen wij een ouden strijder ten grave. Want Mr Fahius was zoo echt één van de oude garde. Die slechts naar het bevel des Ro llings luisterde, en die dat zoo lange ja ren mocht doen. Zoo schreef enkele dagen geleden onze „Rotterdammer" in een ar tikel van eerbiedige nagedachtenis aan dezen groote in Israël. De oude garde sterft weg en we zeiden het elkander, toen we op den avond van den eersten Kerstdag stonden aan het sterfbed van den laatsten der oude garde, broeder Risseeuw, die zachtjes naar betere gewesten heenging. Niet, dat ik hem zou willen vergelijken met een man als bovengenoemd; wat zou hij er om geglimlacht hebben, hij, de be- scheidene, die zoo juist zijn plaats wist; maar omdat hij de laatste is van de man nen, die de leiding hebben gehad bij het begin van den strijd in het land van Cad- zand, omdat hij is geweest één der trouw ste arbeiders, in zijn kring één der groo- ten in het Koninkrijk Gods. En dan kan ik de woorden herhalen: De oude Garde sterft weg, weer dragen wij een ouden strijder ten grave, die slechts luisterde naar de stem des Ko- nings en die dat bovenal zoo lange jaren mocht doen. Naar het bevel des Konings luisteren op den eenzamen, vooruitgeschoven post. In tijden, dat er veel moed toe noodig was, geloofsmoed, om zich te scharen on der het vaandel, waarop Pro Rege, Voor de eere Gods, op alle terrein des levens. Die tijden liggen al zóó ver achter ons, dat we eenige moeite hebben het ons nog goed voor te stellen. En we leven ook zoo snel tegenwoordig, en we vergeten zoo licht, wat die mannen in Gods kracht gedaan hebben in een streek als de onze, veertig jaar geleden, een arbeid, waar het tegenwoordig geslacht de vruchten van plukt. Naar het bevel des Konings geluisterd, dat hebben ze, die mannen van de oude garde en ze hebben het bevel opgevolgd en hebben gearbeid, ziende alleen op het gebod. Broeder Risseeuw was geboren op 10 Augustus 1856. Leerling van den heer Guillaume, destijds godsdienstleeraar te Schoondijke, bleek al vroeg, dat hij, de eenvoudige, jonge man, iemand was met veel gaven. Geen wonder, dat de Kerk van Oostburg hem al spoedig riep, eerst tot diaken in 1890, en een goed jaar later tot ouderling. Als zoodanig heeft hij veel gearbeid, meer dan het geslacht van te genwoordig misschien wel weet. Ik kan het mij nog zoo levendig voorstellen, dat hij menigen avond, na lange Kerkeraads- vergaderingen, door storm en regen dik werf, den weg moest afleggen naar Scherpbier, waar hij woonde. Met de groote parapluie onder den arm aan vaardde hij welgemoed den tocht naar huis. En als er huisbezoek gedaan moest worden te Zuidzande, Aardenburg of te Nieuwvliet, ging hij met 'n andere broe der ouderling te voet, dikwijls tot laat in den nacht. Geen moeite te veel, als het ging om te luisteren naar de stem des Konings. Toen Aardenburgs kleine kring in en kele maanden tijds zijn voorgangers door den dood verloor, ging hij des Zondags te voet om de broeders en zusters aldaar te sterken door het lezen eener predikatie. Het was nog niet de tijd, dat de auto voor de deur kwam en men, gemakkelijk gezeten in de kussens, ter plaatse van bestemming aankwam. Met zijn preek in het bekende groene zakje kwam hij aan gewandeld en ging na afloop ook weer welgemoed naar huis, wetende te staan in dienst van zijn Zender. Ik zou, o, zooveel van den arbeid van broeder Risseeuw kunnen vertellen. Niet om den mensch te verheerlijken, het zou niet passen, zeker niet bij dezen broeder, die nooit de eer des menschen, maar al leen die van zijn Koning zocht, doch ik zoiu het doen om dankbaar te gedenken, wat God ons volk in het land van Gadzand in hem heeft geschonken. Ik zou hem kunnen gedenken als Zon dagsschoolonderwijzer, wiens lust het was om de kinderen tot Jezus te leiden, ik zou hem kunnen gedenken als catecheet, in de jaren dat Oostburg vacant was en het wa ren er niet weinige, ik zou hem kunnen gedenken als Ouderling, die vele, vele jaren de kudde in Oostburg en Aarden burg heeft geweid, maar hoeveel hij ook als zoodanig heeft gearbeid, Ik wil hem bovenal gedenken als man des gebeds. Want broeder Risseeuw zal als zoodanig het meest blijven voortleven bij wie hem hebben gekend. Een bidder is van ons heengegaan. God heeft in de voorbij gegane jaren in deze streek ons mannen geschonken, die verschillende talenten hadden. De mannen, die strijders waren,de mannen die organi sators waren, de mannen, die als broeder Risseeuw mannen des gebeds waren. Hoe kon hij met zijn heldere, eenigszins scher pe stem de nooden van Gods volk opdra gen aan den troon der genade, aan hoe veel ziekbedden heeft hij troost gebracht, ook toen hij lichamelijk te zwak werd om nog ouderling in volle functie te zijn, in hoeveel gezinnen heeft hij meegeleden en meegeschreid, als er droefheid was door zware slagen, deze, o, zoo teerge voelige van ziel. Menig oud-predikant van Oostburg zal, als hij het overlijdensbe richt ontvangt, nog wel eens terugdenken aan uren, gesleten in de wagenmakers winkel te Scherpbier, of aan eerste huis bezoeken, met broeder Risseeuw afgelegd. Niet dat hij daar ooit over praatte, in dat opzicht had hij wel biechtvader kun nen zijn. En nu rust hij van zijnen arbeid en heeft het loon der getrouwe dienstknech ten ontvangen. Toen twee weken geleden op Zondag de aanval hem trof, die een eind aan dit rijke leven zou maken, zei hij tot zijn dochters: Hoe heerlijk op den Sabbat den eeuwigen Sabbat in te mogen gaan. Toch heeft het zoo niet mogen zijn. Nog twee weken heeft hij geleefd en het meerdere malen mogen getuigen dat hij bereid, ten volle bereid was, om heen te gaan. Op den Sabbat mocht hij niet ingaan, maar wel, en wat een heerlijke gedachte, op den eersten Kerstdag, op het feest van zijn Koning, naar wiens stem te luisteren zijn lust is geweest. Thans aanschouwt hij den Koning reeds in zijn schoonheid, thans is hij ook vereenigd met de anderen van de oude garde, die voor gingen, ook met haar, die hem zoo lange jaren een trouwe hulpe is geweest en aan wier graf hij nu 3 jaar geleden mocht juichen: Maar 't vrome volk in U verheugd, Zal huppelen van zielevreugd, Daar zij hun wensch verkrijgen. Hun blijdschap zal dan onbepaald, Door 't licht, dat van Zijn aanzicht straalt, Ten hoogsten toppunt stijgen. Nu mag ook hij juichen met het vrome volk, nu is ook zijn wensch verkregen. Er leefde de laatste jaren een heimwee in zijn ziel. Alleen om zijn kinderen wilde hij gaarne nog wat blijven, maar zijn verlan gen ging uit naar boven. En 'tis nu al vervuld. Aan zijn doodsbed kon het naar waarheid getuigd: Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven. En hunne werken volgen met hen. Laten wij bij dit graf staan in dankbare nagedachtenis aan dezen eenvoudigen, maar rijkbegaafden broeder, die in zijn geheele leven heeft geluisterd naar de stem van zijn Koning, en laa.t het ook voor zijn dochters een heerlijke gedachte zijn, zulk een vader te hebben gehad. Hulsgodsdienst. Onder de oude gebruiken, die in vele gezinnen in onbruik zijn geraakt, behoort, jammer genoeg, ook het gemeenschappe lijk avondgebed. En het is toch zulk een mooi en nuttig gebruik, dat wij alles moesten doen, om het weer in eere te herstellen. „Ach", zeide mij een vriendin, „het is weer heelemaal verflauwd, want er komt altijd wat tusschen. We deden het des avonds om 10 uur, maar dan zijn ze b.v. niet allen om 10 uur thuis, of je bent zelf uit of je hebt visite, ik doe het nu maar alleen met de kleintjes." Mij dunkt echter het gemeenschappelijk avondgebed is juist zoo goed voor de grooten. Waarom het niet wat vroeger gedaan, b.v. na den avondmaaltijd. Daar bij is ieder present en houdt men ze het gemakkelijkst bij elkaar. Vader is nog niet naar zijn vergadering, de grooten zijn nog niet uit of aan de studie en de kleintjes kunnen ook meedoen, ieder kan nu wel .een 5 minuutjes missen en het wordt dan echt het gebed van het ge heele gezin. „Maar", wierp mijn vriendin weer te gen, „je kunt om 7 uur toch nog je avondgebed niet bidden." Mij dunkt van wel! De grooten zullen toch wel genoeg de votie hebben voor het in bed stappen op de knieën te gaan liggen, dat hebben zij toch zoo van kindsbeen af geleerd en daarvan ontslaat het gemeenschappelijk gebed ze geen van allen. Bij de kleintjes 'is Moeder, als ze bid den hun eigen kindergebedjes. Het haastige, drukke moderne leven zet zijn stempel op zoovele jonge men schen. Het eene volgt op het andere: werk, studies, uitgaan, sport, eten en slapen, haast, alles- zonder tusschen- ruimte. Het ontbreekt zoo dikwijls aan de zoo noodige rust. Het lichaam wordt overspannen en de geest onevenwichtig. In de huishouding moeten wij dat even wicht trachten te herstellen, een sfeer van rust scheppen. Daarbij moet ieder der gezinsleden meewerken en het is toch slechts een lichte eisch, die 5 a 10 mi nuten na tafel voor een gemeenschappelijk gebed. Enkels recepten. Gemarineerde runderlappen. 1 pond runderlappen, 5 gram zout, 2 eet lepels slaolie; 1 eetlepel azijn, 1 lau rierblad, 4 kruidnagelen, 4 peperkorrels, melk, maizena, paneermeel, 60 gram boter of margarine. Schrap de lappen aan beide kanten af, wrijf ze in met het zout, roer olie en azijn door elkaar, doe de kruiderijen er bij, haal de lappen erdoor en laat ze eenige uren (liefst een nacht) erin mari neeren. Roer dan 40 gram maizena aan met 4 eetlepels (30 c.L.) melk tot een dik papje, haal hierdoor één voor één de lappen, zoodat ze geheel ermee bedekt zijn, haal ze dan door paneermeel. Maak in een koekepan de boter of margarine goed heet en bak hierin vlug de lappen aan beide kanten bruin. Spoel de schaal, waarin het vleesch gemarineerd heeft, om met 4 d.L. water, breng het grootste deel ervan in een stoofpan aan de kook, leg de lappen erin, giet de jus erbij en spoel de pan na met het overgehouden water; doe een deksel op de pan én laat het vleesch -zóó zachtjes, dat er nauwe lijks beweging in het vocht te zien is, drie uur stoven. Neem het vleesch uit de saus, laat deze even doorkoken, verdun haar zoonoodig met water en zeef haar als ge dit noodig vindt. Roode kool. De bladeren van roode kool moeten stijf aaneengesloten op elkaar liggen. De kool moet ijzerhard aanvoelen en zwaar in het gewicht zijn. 1 roode kool, 1 pond moesappelen, 60 gram boter of margarine, 2 eetlepels azijn, 1 d.L. water, 6 kruidnagelen, 1 ons sui ker, 10 gram zout. Verwijder de buitenste bladeren, van de overig© al wat niet frisch meer is, snijd de kool in de lengte middendoor en snijd elke helft, langs de stronk, met een koolmes of op een schaaf in lange dunne snippers, zoodat tenslotte alleen de stronken overblijven. Schil de appelen, snijd ze in vieren en verwijder de klok huizen. Zet de kool op met het water en zout, de kruidnagelen, azijn, suiker en de helft van de boter, leg de appelen er boven op en laat de kool onder af en toe opschudden zachtjes gaar stoven (plm. 3 uur). Gort. Wasch de gort, tot het water, dat er afkomt, volkomen helder is. Week .ze 24 uren in viermaal zooveel koud water als gort. „Breng ze dan met het zelfde water aan de kook, voeg er wat zout toe en laat ze op een zacht vuur, zonder roeren, gaar en droog worden (plm. iy2 k 2 uur). Gort met schuimkop. Gekookte gort, gestoofde pruimen, 3 eiwitten en 11/2 ons suiker. Doe in een vuurvast schoteltje een laag gort, daarop een laag gestoofde pruimen. Klop hel eiwit zoo stijf mogelijk, vermeng het vlug met de suiker en strijk het -dadelijk over de pruimen. Laat het scho teltje in een zeer lauwen oven droog en bros worden (pil.m. 1 uur) maar zorg, dat het zoo licht mogelijk van kleur blijft. Desnoods de ovendeur openlaten. Eenige wenken. T i n maakt men schoon met natte Brus- selsche aarde, daarna m,et droog zand, en nawrijven met schoone droge doeken. Sterke v i s c h 1 u c h t, die bij het gebruik van sommige vischsoorten op het vaatwerk achter blijft, kan men het ge makkelijkst kwijtraken door wat azijn in het afwaschwater te doen. Een in azijn gedrenkte spons neemt gemakkelijk den rookaanslag van mica kachelruitjes weg. De azjjn moet zóó heet zijn, als onze han den kunnen velen. Overgekookte melk laat op fornuis of gasstel geen vlekken achter, wanneer men een doek flink met zeep sop bevochtigt en daarmee het emaille stevig afwrijft. Glimmende kleeren. De glim mende plekken flink af wrijven met een doek (een lapje van de stof waarvan het kleedingstuk i3 gemaakt, is aan te bevelen), die gedrenkt is in water, waar in een scheut ammoniak is opgelost Dit middel is meestal wel voldoende. De vrouw en de crisis. Wij lezen in „De Haagsche Post": Verschillende bezuinigingswenken wor den gegeven, waarmee ik het niet geheel eens kan zijn: Een uwer lezers schrijft: „Koopt niet direct bij den aanvang van het seizoen mode-artikelen". Veronderstel, dat ieder een dit zou opvolgen, dan zou er niets anders gebeuren, dan dat de winkeliers in het begin niets zouden verkoopen en met hun artikelen tot het einde van het seizoen zouden blijven zitten, met het gevolg, dat de menschen toch niets zou den sparen, daar de winkelier geen uit verkoop zou kunnen houden. Een ander schrijft: „Laat de man wat minder roo- ken". Wat gaat er dan met den sigaren winkelier beginnen? Hoe kan hij zijn nood zakelijke levensbehoeften koopen, als zijn inkomen verlaagd wordt? Weer een an der schrijft: „Bezuinig op uw dienstper soneel". Dienstpersoneel zonder een in komen kan ook niets koopen, met het gevolg, dat de leveranciers weer zullen lijden. Ook de werkloosheid neemt er door toe. Mijn idee is: koopt alles wat u noodig hebt, maar koopt k contant. Met het gevolg, dat de industrieën weer zouden opleven en zoodoende weer meer menschen aan het werk kunnen zetten, die op hun beurt weer in staat zouden zijn om te koopen. Maakt gebruik van de lagere prijzen, koopt nu en de werk loosheid zal heel wat verminderen. (Maar koop Nederlandsch fabri kaat! Red, Z.) Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstr. 221, Amsterdam. Probleem No. 230. Auteur: A. J. Moggré Janz., Schoondijke. 1 2 3 4 5 47 48 49 50 Zwart 12 sch. op: 8, 9, 10, 12, 15, 18, 20, 22, 24, 25, 30 en 36. Wit 12 sch. op: 27, 33, 38, 39, 40, 43 tot 48 en 50. Wit speelt en wint. Oplossingen binnen 8 dagen na laatste plaatsing in elke maand. Wedstrijd-partij. (Vervolg). Stand na 36. 4136 van wit. Zwart: H. H. de Hoogh. 1 2 3 4 5 Wit: J. F. Kuyer. 36. 41—36 De uitruil 3429 enz. is zeer zwak. De vraag is, wie hier in het voordeel staat. Zwart beheerscht het middenbord, maar daar staat tegenover, dat hij terdege re kening heeft te houden met de tallooze dreigingen van wit. Hij heeft echter meer dere goede voortzettingen tot zijn beschik king. B.v.: W. 36—31, 42—38 a), 47—41. Zw. 21—26, 12—17, 17—21, 21—27 met beter spel. a") 32—27, 27 X29, 47 X 36, 49-43, 34X43, 28—32, 32X41, 26X48, 48X39, met ongeveer gelijk spel. Op: (inplaats van 2126). W. 36—31a) Zw. 914, 1217 en staat beter, a) 25—20?, 34—29, 29X16, 32X23, 35X24, 14X25, 25X341, 19X30, 13—18, 18X20 en staat gewonnen. Zwart kiest echter de minder sterke voortzetting. 3 67—11 37. 36—311 De juiste zet. Dreigt tevens 3127 enz. 3 712—17 Zwart heeft niet veel keus. 1116 gaat niet wegens 3127 van wit, zw. krijgt ook dam, doch raakt deze altijd kwijt. Op 2126 volgt van wit 3227. Zw. kan nu op verschillende manieren dam halen, doch verliest steeds, b.v.: 1217, 27X29, 28—32, 37X28, 26X48, 47—42, 48X23, 29X18, 13X22, 24X41 Een fraaie variant. Of: 15—20, 27X16, 20X40, 35X44, 28—32, 37X28, 26X48, 44—39 en wint. Of: 23—29, 27X16, 29X40, 35X44, 28—32, 37X28, 26X48, 44—39 en wint. Hij is dus gedwongen tot: Wit: 42—38, 38—32, 27—21, 21 X 12, 3429, 32X14, 30X 28 en wint 1 schijf. Zw.: 12—18, 11—17, 28—33, 22—28, 18X 7, 23X 34, 9 X29. Ook de 4 om 4 uitruil 2227, 2329 enz. mag niet wegens 2520, 15X24, 30X6 en wit wint. Toch was er nog redding mogelijk, n.l. door: W42—38, 25—20 a), 34—29, 29X16, 32X23, 35X24, 49—14. Zw. 11—17!, 9—14, 14X25, 25 X 34, 19X30, 1318, 18X20, remise bij cor rect spel van weerszijden. a). Ook andere^ voortzettingen geven winst. 38. 31—26 9—14 Geeft wit gelegenheid tot schijfwinst of voordeeliger doorgang naar dam. Zwart heeft echter niet beter, hij stond in alle varianten vrijwel verloren. 3914X25 40. 34—29 23X34 41. 32X14 34—39 Krijgt nog eens kans! 42. 24—19 13X24 De beste. 43. 30X19 15—20 44. 14—10 39—44 45. 49 X40 20—24 46. 19X30 25X45 Zwart krijgt nu ook dam; zijn schijven staan echter slecht. 47. 42—38 45—40 48. 10—4 22—28 49. 410 Zwart gaf op.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 10