3-rubriek •A..\ MTi Radio-nieuws Berlijnsche Brieven Ingezonden Stukken. erjuncj I "J C\ Bewerking Het broekje Kantongerecht te Goes. Door den Kantonrechter te Goes zijn veroordeeld wegens: Straatschenderij: H. v. Z., te Waarde, berisping; G. B. te Goes f 15 of 15 d. h. Met rijwiel veiligheid in verkeer bren gen: B. Z., te Goes f 5 of 1 w. t.sch.; J. K. te Nisse, berisping. Loopen op aangelegden spoorweg: M. v. K., te Wemeldinge, berisping. Als bestuurder van een rijwiel links rij den: J. V., te Wissenkerke f 3 of 1 w. t.sch, Vleeschkeuringswet: J. B. te Wissen kerke f 25 of 10 d. h. Vleesch vervoeren langs niet aangege ven wegen: G. L. te Kamperland, vrij spraak. Met motorrijtuig links rijden: G. J. de K., te Goes f20 of 10 d. h. Loterijwet: P. J. B., te Ierseke f 2 of 2 d. h. Dier arbeid doen verrichten op noode- loos kwellende wijze: W. J. d. V., te 's H. Jbtskerke 2 maal f25 of 2 maal 10 d. h. Valschen naam opgeven: W. V., z.b. woonplaats f 25 of 25 d. h. Tarwewet: G. N., te Goes f 5 of 5 d. h. Warenwet: J. de J., te Schore f 10 of 10 d. h. Wapenwet: J. M. te Kloetinge f 1 of 1 d. h.; A. M. E. K, te Goes f 15 of 15 d. h. Nummerbewijs niet vertoonen: P. B., te Middelburg f 3 of 3 d. h. Als schipper de wettelijke voorschriften niet in acht nemen: M. F. te Wemeldinge f 5 of 5 d. Dronkenschap: P. P. te Ierseke 10 d. RIJKSKANSELIER BRÜNING ONTVANGTI Op aandringen van velerlei zijde verklaarde de rijkskanselier zich be reid alle vertegenwoordigers der Lui- tenlandsche pers in het ministerie van buitenlandsche zaken te ontvan gen. Uit de buitengewoon groote be langstelling bleek duidelijk, welk een hooge waarde aan deze ontvangst werd toegekend. We hebben het voor een goed deel aan den spraakzamen Adolf Hitler te danken, dat rijkskanselier Dr Brüning mede op advies van den staatssecretaris Dr van Bülow en den dienstdoenden direc teur van journalistieke aangelegenheden, Zechlin zicht bereid verklaarde, de vertegenwoordigers der buitenlandsche pers in Berlijn te woord te staan. De op schudding, welke het Hitler-interview in de buitenlandsche pers teweeg bracht, heeft tot deze ontvangst stellig den door slag gegeven. In frappante tegenstelling tot Stresemann, Luther, Gessier, Schlacht, Marx en tallooze andere vooraanstaande persoonlijkheden uit het politieke, econo mische en financiëele bedrijf, volgde Brüning tot dusver het systeem van den vroegeren rijksweerminister von Seeckt: hij hulde zich als deze in een mysterieus stilzwijgen. Wellicht deed hij zulks uit de overweging, dat onze tijd voor cau- seeren en debatteeren te kostbaar gewor den is, heeft hij voor zichzelf als devies gekozen: „der Worte sind genug gewech- selt jetzt lasst uns endlich Taten sehn!" Mijn zienswijze werd in dezen versterkt door een pakkende beschrijving, welke mij omtrent het dagelijksch werkprogram van den tegenwoordigen rijkskanselier door iemand uit zijn naaste omgeving ge geven werd. De bewering, dat Dr Brüning hoogst zelden in de Rijkskanselarij, doch moest al in het klooster der „Grauen Rcnwes- terri' slaapt, werd door deze alleszins be trouwbare uiteenzettingen nier bevestigd. Het gerucht, dat de kanselier een be langrijk deel van zijn maandelijksch in komen geheel ter beschikking van de „winterhulp" gesteld heeft, schijnt daar entegen op waarheid te berusten. Nadat Dr Brüning 's morgens om 7 uur is opgestaan, wordt om 8 uur nog tij dens het ontbijt met den arbeid be gonnen. Hij verdiept zich in de lectuur der morgenbladen en schenkt zijn bijzon dere aandacht aan de economische aan gelegenheden. Hiertoe benut hij speciaal het Engelsche vakorgaan „The Econo mist". Dit kalme begin van den dag wordt vaak reeds gestoord door ambtenaren van de kanselarij of van het ministerie van buitenlandsche zaken, die in dringende aangelegenheden het advies van Dr Brü ning noodig hebben. Tegen 9 uur gaat hij naar zijn werkkamer, waar de post on geopend op hem ligt te wachten. Zijn secretaresse zorgt' er voor, dat met alle wenschen en wenken van haar superieur in dezen rekening wordt gehouden. Om streeks: 10 uur komt de staatssecretaris Dr Pünder (centrum) en even later de „Reichspresse-chef" Dr Zechlin (Soc. Dem.) om rapport uit te brengen. Deze besprekingen zijn van belang, daar reeds menige beslissing hierbij wordt genomen. Het behandelen der „laufenden Ange- legenheiten" duurt meestal ruim een uur en hierop volgen allerlei besprekingen en audiënties, welke een avond van te voren reeds door Ministerial-direktor Hage- now nauwkeurig zijn geregeld. Vooral de laatste maanden werd een belangrijk deel i van den dag door kabinetszittingen onder het presidium van den kanselier in beslag genomen. Bij deze beraadslagingen komen vaak aanvragen en voorstellen binnen van de Pruisischen minister-president Braun (Soc. Dem.). De post der rijkskanselarij omvat da gelijks 160—170 geschriften, waarvan ve lerlei aan andere ministeries wordt door gegeven, voorzien van het gebruikelijke stempel. Na de kabinetszitting worden de Duitsche en buitenlandsche bezoekers, die zich bijtijds hiertoe hebben aangemeld, ontvangen. De buitenlandsche diplomaten staan met Brüning in voortdurend per soonlijk contact en tot de geregelde be zoekers behoort de prelaat Kaas, de lei der der centrumpartij, een persoonlijke vriend van den kanselier. Ook de Ameri- kaansche gezant Sackett wordt tot dien intiemeren kring gerekend. Onder nor male omstandigheden volgt op dit ver moeiend werk een pauze van 24 uur, maar ook dan houdt Brüning zich bezig met de belangrijkste feiten van den dag. Des middags zit hij opnieuw achter zijn schrijftafel en de besprekingen duren meestal tot minstens 8 uur 's avonds, en vaak ook tot middernacht. Wanneer ook niet des nachts beraad slaagd moet worden, wordt de late avond voor representatieve verplichtingen be schikbaar gesteld, maar men weet, dat ze den laatsten tijd steeds geringer gewor den zijn en dat Brüning liever zijn tijd voor belangrijker werk besteedt. Het liefst houdt hij zich des avonds op in den kring zijner naaste vrienden of begeeft hij zich vrijwillig in retraite. Op het gebied van ontspanning worden door hem geenerlei eischen gesteld. Dat wordt men gewaar, zoodra men persoon lijk met Dr Brüning in relatie treedt. Hij is het type van den docent, van den „an- spruchslosen" geleerde, die al het ge beuren om zich heen van een hooger niveau beschouwt. Hij zoekt zijn kracht niet in dikke woorden, in een pakkende formuleering, in een oogenblikkelijk suc ces. Vriendelijk glimlachend verscheen hij, in gezelschap van zijn medewerkers, den staatssecretaris Dr van Bülow en den di recteur der persafdeeling Dr Zechlin te midden van ruim tweehonderd buiten landsche journalisten, die vol spanning op dit oogenblik gewacht hadden. Toen het stil geworden was, zeide hij ongeveer het volgende: „Ik ben u allen erkentelijk, dat door u aan mijn uitnoo- diging gevolg is gegeven. In samenhang met verschillende interviews aan vertegen woordigers der buitenlandsche pers, heb ben allerlei minder juiste opvattingen in de wereld de ronde gedaan omtrent den politieken toestand in Duitschland. Ik kan hierbij verklaren, dat de rijksregeering voornemens is, onder alle omstandighe den met alle haar ten dienste staande middelen maatregelen te nemen tegen illegale handelingen. Het is ons verklaar baar, dat bij een volk, hetwelk zeventien jaar achtereen gebukt gaat onder zware zorgen, radicale stroomingen ontstaan. Een versterking van dit radicalisme was te verwachten als een gevolg van de zwa re offers, welke van ons volk verlangd werden. Niettemin kan de rijksregeering tegen over de uitlatingen van nationaal-socia- listische leiders de verzekering geven, dat zij, bij alle bezorgdheid, welke de uitbrei ding dezer nationalistische beweging ver oorzaakt, de teugels van het bewind vast in handen houdt. Ik ben het in dezen vol komen eens met den minister van binnen- landsche zaken en rijksweer, Groener. Wanneer men in het buitenland met be zorgdheid den toenemenden groei der na- tionaal-socialistische beweging volgt, dan moet men hierbij bedenken, dat de eco nomische verhoudingen over de gansche wereld hierbij sterk van invloed zijn. De politieke gebeurtenissen uit het verleden hebben hiertoe minstens voor 50 pet. bij gedragen. De wereld zou het dreigende gevaar dezer nationaal-socialistische strooming met een enkelen slag kunnen verhelpen, wanneer zij Duitschland zou willen helpen, zooals dit van menschelijk standpunt als noodzakelijk bevonden wordt!" Na deze pakkende uiteenzetting, welke zoo nu en dan met verheffing van stem versterkt werd, ging Dr Brüning nog wat nader in op de beteekenis der laatste noodverordening. Haar voornaamste oor zaak is de deflatie, welke boven een be paalden graad niet mag uitgaan, daar er anders een wedstrijd zou ontstaan tus- schen de gedaalde prijzen, loonen en sala rissen eenerzijds en de dalende staats inkomsten aan den anderen kant. Wan neer de rentevoet op een normale hoogte blijft, reguleeren zich alle dingen vanzelf. De maatregelen der regeering inzake een verlaging van den koers zijn zoo scherp, als ze sedert menschenheugenis niet genomen werden. Men moest echter dezen weg inslaan niet den weg der inflatie daar een nieuwe inflatie van vernietigende uitwerking zou zijn op het geloof van het volk. Engeland is een anderen weg gegaan maar ieder land moet voor zichzelf we ten, wat voor zijn financieele en econo mische politiek het meest vruchtdra gend is. De rijkskanselier sprak tenslotte de hoop uit, dat de wereld, nadat zij alle mogelijke systemen beproefd heeft, einde lijk het besluit zal aandurven, de moei lijke vraagstukken van onzen harden tijd tot een voor alle landen en volken bevre digende oplossing te brengen! Het effect van deze kalme, zakelijke uiteenzetting was verrassend. Sedert Stresemann, die bij de buiten landsche pers hoog stond aangeschreven, beleefde ik het in de statige ruimten der Wilhelmstrasse niet meer, dat een Duit sche staatsman met hartelijk applaus t werd bedacht. Zichtbaar verrast en aangenaam ge troffen verliet Dr Brüning, vriendelijk wuivend, het ministerie van buitenland sche zaken. Een dienstvaardig collega, die nauw keurig iedere uitlating van den kanselier stenografisch had genoteerd, las in het Duitsch op veler verzoek nogmaals diens uiteenzettingen voor en ik vermoed, dat zij door velen als een „speciaal inter view" over de gansche wereld verspreid zullen worden! Wij zijn den rijkskanselier erkentelijk voor deze duidelijke uiteenzettingen en hopen van harte, dat zij het algemeene wantrouwen in het buitenland aanmerke lijk zullen verminderen. De medewerking van alle landen, die van goeden wille zijn, zal er toe noodig zijn, om het zwaar be zochte Duitsche volk door dezen dreigen den winter heen te helpen! Berlijn, 12 Dec. 1931. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Hooggeachte Redacteur, Nu èn in het overzicht van de jongste raadszitting van Middelburg èn in een brief uit Middelburg in „De Zeeuw" is gezegd, dat eenige raadsleden, waaronder blijkens het verslag, ik behoor, „Tweede Kamertje gespeeld" hebben en volgens den brief in de fuik der socialisten ge- loopen zouden zijn, verzoek ik u de vol gende verklaring van mij te willen op nemen. Ik meen zelf wel te kunnen beoordee- len of een bepaald voorstel te behandelen zou uitmaken een verlaten van de taak van een gemeenteraad en een zich be geven op het terrein van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Door hetgeen ik over deze zaak zeide, vollediger dan het verslag en in eenigs- zins ander rede-verband, kon ik vertrou wen, dat dergelijke onderstelling ware afgesneden. Te meer zonderling is die onderstelling, waar het ging over een adhaesie-betuiging aan een rekwest aan... de Tweede Kamer der Staten-Generaal! Uw overzichtschrijver prees het advies van den voorzitter om het voorstel niet aan te nemen; maar de voorzitter had eerst zijn persoonlijke adhaesie betuigd en gaf het m.i. onjuiste argument dat een adhaesie-betuiging van den raad het re kwest zou verzwakken. Ik meen dat argument weerlegd te hebben. Het merkwaardigst vind ik, dat uw overzichtschrijver zelf een soort adhaesie gaf door te spreken van: het voortref felijk adres! Ik vind het al jammer genoeg als in een raadscollege geestverwante collega's elkander moeten bestrijden. Moet dit nu ook nog in de pers worden voortgezet? Natuurlijk is dit plicht als het gaat om beginselvragen. Dan moet het tot het bittere einde worden uitgevochten om uit te maken of hier nog wel sprake is van geestver wantschap. Maar als het een vraag geldt van tak- tiek, dan is het toch beter zulke verschil len niet in het openbaar voort te zetten. Ik gevoel mij verplicht om des be- ginselswille de sociaal-democraten in vele zaken te bestrijden. Juist om dit met meer nadruk te kun nen doen, wensch ik, wanneer een hun ner een m.i. volkomen juist voorstel doet, daar voor te stemmen, op gevaar af, dat broeders, die mij niet kennen, zich schij nen te kunnen inbeelden, dat ik „in de fuik liep". Nu ik u toch schrijf, meen ik het recht te hebben er nog even op te wijzen, dat wel in het verslag maar noch in het overzicht noch in den brief vermeld wordt (in het verslag ook wat al te zeer verkort), dat juist ik mij verzette tegen behandeling van dit „voorstel der soci aal-democratische fractie" en dat het daardoor werd veranderd in het voor- stel-Paul. Ik hecht daaraan, omdat de raad niet aldus politiek-gekleurde voorstellen moet dulden, en ik meen dit voor het vervolg te hebben afgesneden. U dankzeggend voor de opneming, met de meeste hoogachting en broedergroeten, J. F. HEEMSKERK Middelburg, 14 December 1931. (Door plaatsgebrek moest dit schrijven eenige dagen wachten. Red.). Vragen over verlamming. Goede raad is duur. Een lezer schrijft: Ik heb dit seizoen nog al last van ver lamming bij jonge hennen op een leeftijd van 345 maanden. Het is ook pre cies alsof de heele partij lichtelijk aan getast was; ook al stonden hun alle le dematen goed ten dienste, was het of de rechte fut er uit was, niet dat echte fris- sche. En het zijn vaak nog de mooiste die geheel onverwachts de eene poot strekken of de eene vleugel laten han gen, den kop verdraaien of een oog niet meer openen. Het donkere van het oog wordt soms grijs, de pupil wordt erg klein aan een of beide oogen. Ik meen te hebben opgemerkt, dat het voeren van tarwe als hardvoer remmend werkt op het tot uiting komen der ziekte. Vorig jaar heb ik kunnen verhinderen dat de hennen dronken na een regenval uit poelen of plassen. Dit seizoen kon ik dit niet beletten en het scheen of ze dit wa ter zelfs lekkerder vonden dan versch water, ja zelfs heb ik ze zien happen in het papperige slijk. Daarna kwam dan ook de ziekte tot doorbraak. Zou de bodem bezwangerd kunnen zijn met schadelijke stoffen? Zou ik de bodem der rennen beleggen met cementtegels, want ook pikken de hennen gaarne in de molshoo- pen en de wormen. Het bevloeren van de ren zou f 600 kosten. De vraag is of de verkooper, die de hennen leverde, verant woordelijk is. Een tweede lezer schrijft: Kunt u mij zeggen wat entziekte is en of hennen van vijf maanden oud massaal aan tubercu lose kunnen lijden. Een derde vroeg: Ik hoop dat u mijn vraag volledig zult kunnen beantwoorden. We leven in een crisistijd en moeten elkaar de hand reiken en zoo mogelijk staande houden. Hennen die ik afgeleverd heb kregen ook verlamming en de afnemers zijn ontevreden. Een vierde vraagt: Welk middel moet ik aanwenden tegen de gevreesde kip- penziekte, lam en blind worden. Sommi ge kippen worden lam, andere worden blind. Staan deze beide ziekten met elkaar in verband? De zieke dieren heb ik afge zonderd van de gezonde. De kippen die ziek worden zijn niet vermagerd, zelfs een hen die aan beide oogen blind werd legde alle dagen. Al deze vragen betreffen de z.g. ver lamming der jonge hennen. Uit de brie ven blijken de verschijnselen zeer typisch, n.l. óf lam worden, langzamerhand of plotseling, óf blind worden, waarbij' de oogen een grijze kleur krijgen. Bij ope ning van zulke kippen vindt men ver dikking van den twaalfvingerigen darm en meestal verdikking van de heupzenuwen. Bij microscopisch onderzoek blijken er celwoekeringen opgetreden te zijn in de zenuwen, vandaar de verdikkingen. Deze cellen hoopen zich op in het regenboog vlies der oogen en vandaar dat dit van bruin grijs wordt. Wij kennen dus de verschijnselen bij het leven en na den dood en voor de rest weten we er niets van. De ziekte schijnt met broedeieren of kuikens overgebracht te bunnen wor den. Zij kwam eenige jaren geleden in Japan niet voor, totdat men daar fok- pluimvee uit Europa en Amerika impor teerde. Dit geïmporteerde pluimvee was gezond doch op de erven waar broedeie ren of kuikens hiervan geplaatst werden brak verlamming uit en toen kregen de Japansche kippen het ook. Toch is de brief van,den eersten lezer interessant al kan ik hem ook niet hel den. Hij heeft n.l. opgemerkt dat bij tar- we-voedering 'de ziekte minder ernstig heerschte. Er zjjn meer pluimveehouders die deze ervaring opgedaan hebben en als in deze richting onderzoekingen plaats Vonden zou wel eens kunnen blijken dat graanvoedering om de een of andere reden remmend op de ziekte werkt. Dat de bodem in het eerste geval be zwangerd is met smetstof denk ik niet. Wel wordt een bodem waar jarenlang kippen op loopen op den duur bezwan gerd met smetstoffen, doch de verlam ming breekt vaak op geheel nieuwe be drijven uit. Ik zou dan ook niet den bo dem met tegels beleggen, doch hem met een flinke laag kalk bedekken en dan een voet diep omspitten. Dit lijkt mij veel goedkooper dan tegels en veel beter. Wat men onder een entziekte verstaat weet ik absoluut niet. Na de een of an dere enting kan wel eens een ziekte uit breken, maar een entziekte bjj kippen ken ik niet. Ook tuberculose komt bij jonge kippen slechts zelden voor en zeker niet als massa-ziekte. Het komt mij voor dat de tweede vraagsteller op de een of andere wijze voor den gek ge houden is, want twee van die onmogelijke ziekten in één vraag stellen is wel sterk. Laat u dus op dit gebied voortaan niets wijs maken, doch stuur de kippen liever direct op naar de Rijksserumin- richting. Daar zal men u eerlijk zeggen, wat het is, ook als het een ongenees lijke kwaal is als verlamming. Met de derde vraag ben ik het geheel eens, ik ben gaarne bereid ieder, voor zoover het in mijn vermogen ligt, te helpen, doch bij verlamming staat mijn kennis stil. Het eenige wat ik op vraag 3 en 4 kan antwoorden is: Ruim bij de verlamming (als het vastgesteld is, dat het de typische verlamming is) de zieke dieren direct op. Ga ze dus niet be handelen zooals no. 4 probeert na ze af gezonderd te hebben, ruim ze radicaal op. Broedt in geen geval met kippen, welke verlamming vertoond hebben, en liefst niet, als het niet hoogst noodig is, n et toornen waaronder de verlamming is geconstateerd. Als eenige troost kan ik zeggen dat meestal in een toom slechts een zeker percentage der kippen de ziekt© krijgt, dus dat niet alle kippen zullen sneuvelen. Soms wordt ongeveer 10 pet. aangetast, soms echter meer. Laat echter een der lamme exemplaren onderzoeken, want vaak is de verlamming een gevolg van ronde wormen of lint- wormen en dan kan de kwaal bij de andere kippen wel degelijk verholpen worden. Dr TE HFNNEPE. Vragen, deze rubriek betreffende, kun nen door abonné's worden gezonden aan Dr Te Hennepe, Diergaardesingel 96a te Rotterdam. Postzegel voor antwoord in sluiten en blad vermelden. (Leeftijd pl.m. 4 jaar.) Men heeft hiervoor 2.50 Meter stof noodig a 70 c.M. breed (zonder het broekje 1.70 M Voor model B heeft men 3 M. noodig, daar een plooirokje drie maal de wijdte vraagt. Het stukje wordt gevoerd. Men knipt het dus van dubb-1 stof of men gebruikt een stukje voering. Van beide lijfjes wor den de schouders dicht gestikt. De zij naden van het rokje ook dichtstikkcn. Het rokje inrimpelcn op de wijdte van het lijfje; ruimte verdeelen en nu wordt het rokje aan het lijfje gestikt. Het voeringlijtje speldt men nu in het jurkje, rijgt hals en armsgaten op elkaar en zoomt den onderkant langs den naad van het rokje vast. Splitje en hals wor den nu met een smal schuin biesje af gewerkt. Men stikt hst aan op den goeden kant en zoomt het op den ver keerden kant over. Mouwtjes dicht stikken met Engelsche naden, onderkant afwerken met een smal manchetje van plm. 2 c.M. Denk er om, het manchetje dubbel te knippen, dus een apje van 5 c.M. breed en plm. 20 c.M. lang Het manchetje wordt ook weer aan- gestikt op den goeden kant en overge- zoomd op den verkeerden kant. Nu de mouw inzetten. De naad valt op den z.jnaad van het lijfje. Aan den rug valt een mouw altijd glad. Aan den voor kant zet men ze vloeiend in. Den naad van het amsgat omsteken. De jurk wordt omgezoomd ter breedte van plm 6 c.M. Eet kraagje maakt men van witte stof of een afstekend kleurtje. Het wordt dubt el geknipt. Den buitenkant stikt men om iip den verkeerden kant. Daarna het kraagje omkeeren en den hals afwerken met een schuin biesje van dezelfde stof. Nu rijgt men het kraagje in het jurkje en sluit het met een paar lintjes. Voor- en achternaad dichtstikken met Engelsche naden. Aan den kruisnaad evenzoo. Aan den buvenkant maakt men een schuif van 2 cM. breedt.e evenals aan de pijpjes De schuitjes stikt men ook op de vouw door. Nu haalt men er op maat elastiek door. De bewerking van model B is precies eender, alleen maakt men eerst den zoom en rijgt de plooien in, alvorens het aan het lijfje te stikken. Patronen verkrijgbaar op schriftelijke aanvrage bij vooruitbetaling (in postzegels, per postwissel of door storting op giro no. 28333) bij N.V. „De Arbei derspers", Aid. Moderubriek, Ged. Slaak, Rotterdam. Duidelijk aangeven welke maat gewenscht wordt. De kosten voor het jurkje zijn 35 cent. Die voor de directoire 15 cent. r- j/\^- u U O 1 N. «I O V w ta Al i7cVv; SSWl 1 1^ VSÏ/CVT» V o

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 8