3-rubriek
•A..\ MTi
Radio-nieuws
Berlijnsche Brieven
Ingezonden Stukken.
erjuncj
I
"J C\
Bewerking
Het broekje
Kantongerecht te Goes.
Door den Kantonrechter te Goes zijn
veroordeeld wegens:
Straatschenderij: H. v. Z., te Waarde,
berisping; G. B. te Goes f 15 of 15 d. h.
Met rijwiel veiligheid in verkeer bren
gen: B. Z., te Goes f 5 of 1 w. t.sch.;
J. K. te Nisse, berisping.
Loopen op aangelegden spoorweg: M. v.
K., te Wemeldinge, berisping.
Als bestuurder van een rijwiel links rij
den: J. V., te Wissenkerke f 3 of 1 w.
t.sch,
Vleeschkeuringswet: J. B. te Wissen
kerke f 25 of 10 d. h.
Vleesch vervoeren langs niet aangege
ven wegen: G. L. te Kamperland, vrij
spraak.
Met motorrijtuig links rijden: G. J. de
K., te Goes f20 of 10 d. h.
Loterijwet: P. J. B., te Ierseke f 2 of
2 d. h.
Dier arbeid doen verrichten op noode-
loos kwellende wijze: W. J. d. V., te 's H.
Jbtskerke 2 maal f25 of 2 maal 10 d. h.
Valschen naam opgeven: W. V., z.b.
woonplaats f 25 of 25 d. h.
Tarwewet: G. N., te Goes f 5 of 5 d. h.
Warenwet: J. de J., te Schore f 10 of
10 d. h.
Wapenwet: J. M. te Kloetinge f 1 of 1 d.
h.; A. M. E. K, te Goes f 15 of 15 d. h.
Nummerbewijs niet vertoonen: P. B.,
te Middelburg f 3 of 3 d. h.
Als schipper de wettelijke voorschriften
niet in acht nemen: M. F. te Wemeldinge
f 5 of 5 d.
Dronkenschap: P. P. te Ierseke 10 d.
RIJKSKANSELIER BRÜNING
ONTVANGTI
Op aandringen van velerlei zijde
verklaarde de rijkskanselier zich be
reid alle vertegenwoordigers der Lui-
tenlandsche pers in het ministerie
van buitenlandsche zaken te ontvan
gen. Uit de buitengewoon groote be
langstelling bleek duidelijk, welk een
hooge waarde aan deze ontvangst
werd toegekend.
We hebben het voor een goed deel aan
den spraakzamen Adolf Hitler te danken,
dat rijkskanselier Dr Brüning mede
op advies van den staatssecretaris Dr
van Bülow en den dienstdoenden direc
teur van journalistieke aangelegenheden,
Zechlin zicht bereid verklaarde, de
vertegenwoordigers der buitenlandsche
pers in Berlijn te woord te staan. De op
schudding, welke het Hitler-interview in
de buitenlandsche pers teweeg bracht,
heeft tot deze ontvangst stellig den door
slag gegeven. In frappante tegenstelling
tot Stresemann, Luther, Gessier, Schlacht,
Marx en tallooze andere vooraanstaande
persoonlijkheden uit het politieke, econo
mische en financiëele bedrijf, volgde
Brüning tot dusver het systeem van den
vroegeren rijksweerminister von Seeckt:
hij hulde zich als deze in een mysterieus
stilzwijgen. Wellicht deed hij zulks uit
de overweging, dat onze tijd voor cau-
seeren en debatteeren te kostbaar gewor
den is, heeft hij voor zichzelf als devies
gekozen: „der Worte sind genug gewech-
selt jetzt lasst uns endlich Taten
sehn!"
Mijn zienswijze werd in dezen versterkt
door een pakkende beschrijving, welke
mij omtrent het dagelijksch werkprogram
van den tegenwoordigen rijkskanselier
door iemand uit zijn naaste omgeving ge
geven werd.
De bewering, dat Dr Brüning hoogst
zelden in de Rijkskanselarij, doch moest
al in het klooster der „Grauen Rcnwes-
terri' slaapt, werd door deze alleszins be
trouwbare uiteenzettingen nier bevestigd.
Het gerucht, dat de kanselier een be
langrijk deel van zijn maandelijksch in
komen geheel ter beschikking van de
„winterhulp" gesteld heeft, schijnt daar
entegen op waarheid te berusten.
Nadat Dr Brüning 's morgens om 7 uur
is opgestaan, wordt om 8 uur nog tij
dens het ontbijt met den arbeid be
gonnen. Hij verdiept zich in de lectuur
der morgenbladen en schenkt zijn bijzon
dere aandacht aan de economische aan
gelegenheden. Hiertoe benut hij speciaal
het Engelsche vakorgaan „The Econo
mist". Dit kalme begin van den dag wordt
vaak reeds gestoord door ambtenaren van
de kanselarij of van het ministerie van
buitenlandsche zaken, die in dringende
aangelegenheden het advies van Dr Brü
ning noodig hebben. Tegen 9 uur gaat hij
naar zijn werkkamer, waar de post on
geopend op hem ligt te wachten. Zijn
secretaresse zorgt' er voor, dat met alle
wenschen en wenken van haar superieur
in dezen rekening wordt gehouden. Om
streeks: 10 uur komt de staatssecretaris
Dr Pünder (centrum) en even later de
„Reichspresse-chef" Dr Zechlin (Soc.
Dem.) om rapport uit te brengen. Deze
besprekingen zijn van belang, daar reeds
menige beslissing hierbij wordt genomen.
Het behandelen der „laufenden Ange-
legenheiten" duurt meestal ruim een uur
en hierop volgen allerlei besprekingen en
audiënties, welke een avond van te voren
reeds door Ministerial-direktor Hage-
now nauwkeurig zijn geregeld. Vooral de
laatste maanden werd een belangrijk deel i
van den dag door kabinetszittingen onder
het presidium van den kanselier in beslag
genomen. Bij deze beraadslagingen komen
vaak aanvragen en voorstellen binnen van
de Pruisischen minister-president Braun
(Soc. Dem.).
De post der rijkskanselarij omvat da
gelijks 160—170 geschriften, waarvan ve
lerlei aan andere ministeries wordt door
gegeven, voorzien van het gebruikelijke
stempel. Na de kabinetszitting worden de
Duitsche en buitenlandsche bezoekers, die
zich bijtijds hiertoe hebben aangemeld,
ontvangen. De buitenlandsche diplomaten
staan met Brüning in voortdurend per
soonlijk contact en tot de geregelde be
zoekers behoort de prelaat Kaas, de lei
der der centrumpartij, een persoonlijke
vriend van den kanselier. Ook de Ameri-
kaansche gezant Sackett wordt tot dien
intiemeren kring gerekend. Onder nor
male omstandigheden volgt op dit ver
moeiend werk een pauze van 24 uur,
maar ook dan houdt Brüning zich bezig
met de belangrijkste feiten van den dag.
Des middags zit hij opnieuw achter zijn
schrijftafel en de besprekingen duren
meestal tot minstens 8 uur 's avonds, en
vaak ook tot middernacht.
Wanneer ook niet des nachts beraad
slaagd moet worden, wordt de late avond
voor representatieve verplichtingen be
schikbaar gesteld, maar men weet, dat ze
den laatsten tijd steeds geringer gewor
den zijn en dat Brüning liever zijn tijd
voor belangrijker werk besteedt. Het liefst
houdt hij zich des avonds op in den kring
zijner naaste vrienden of begeeft hij zich
vrijwillig in retraite.
Op het gebied van ontspanning worden
door hem geenerlei eischen gesteld. Dat
wordt men gewaar, zoodra men persoon
lijk met Dr Brüning in relatie treedt. Hij
is het type van den docent, van den „an-
spruchslosen" geleerde, die al het ge
beuren om zich heen van een hooger
niveau beschouwt. Hij zoekt zijn kracht
niet in dikke woorden, in een pakkende
formuleering, in een oogenblikkelijk suc
ces.
Vriendelijk glimlachend verscheen hij,
in gezelschap van zijn medewerkers, den
staatssecretaris Dr van Bülow en den di
recteur der persafdeeling Dr Zechlin te
midden van ruim tweehonderd buiten
landsche journalisten, die vol spanning
op dit oogenblik gewacht hadden.
Toen het stil geworden was, zeide hij
ongeveer het volgende: „Ik ben u allen
erkentelijk, dat door u aan mijn uitnoo-
diging gevolg is gegeven. In samenhang
met verschillende interviews aan vertegen
woordigers der buitenlandsche pers, heb
ben allerlei minder juiste opvattingen in
de wereld de ronde gedaan omtrent den
politieken toestand in Duitschland. Ik
kan hierbij verklaren, dat de rijksregeering
voornemens is, onder alle omstandighe
den met alle haar ten dienste staande
middelen maatregelen te nemen tegen
illegale handelingen. Het is ons verklaar
baar, dat bij een volk, hetwelk zeventien
jaar achtereen gebukt gaat onder zware
zorgen, radicale stroomingen ontstaan.
Een versterking van dit radicalisme was
te verwachten als een gevolg van de zwa
re offers, welke van ons volk verlangd
werden.
Niettemin kan de rijksregeering tegen
over de uitlatingen van nationaal-socia-
listische leiders de verzekering geven, dat
zij, bij alle bezorgdheid, welke de uitbrei
ding dezer nationalistische beweging ver
oorzaakt, de teugels van het bewind vast
in handen houdt. Ik ben het in dezen vol
komen eens met den minister van binnen-
landsche zaken en rijksweer, Groener.
Wanneer men in het buitenland met be
zorgdheid den toenemenden groei der na-
tionaal-socialistische beweging volgt, dan
moet men hierbij bedenken, dat de eco
nomische verhoudingen over de gansche
wereld hierbij sterk van invloed zijn. De
politieke gebeurtenissen uit het verleden
hebben hiertoe minstens voor 50 pet. bij
gedragen. De wereld zou het dreigende
gevaar dezer nationaal-socialistische
strooming met een enkelen slag kunnen
verhelpen, wanneer zij Duitschland zou
willen helpen, zooals dit van menschelijk
standpunt als noodzakelijk bevonden
wordt!"
Na deze pakkende uiteenzetting, welke
zoo nu en dan met verheffing van stem
versterkt werd, ging Dr Brüning nog wat
nader in op de beteekenis der laatste
noodverordening. Haar voornaamste oor
zaak is de deflatie, welke boven een be
paalden graad niet mag uitgaan, daar er
anders een wedstrijd zou ontstaan tus-
schen de gedaalde prijzen, loonen en sala
rissen eenerzijds en de dalende staats
inkomsten aan den anderen kant. Wan
neer de rentevoet op een normale hoogte
blijft, reguleeren zich alle dingen vanzelf.
De maatregelen der regeering inzake
een verlaging van den koers zijn zoo
scherp, als ze sedert menschenheugenis
niet genomen werden. Men moest echter
dezen weg inslaan niet den weg der
inflatie daar een nieuwe inflatie van
vernietigende uitwerking zou zijn op het
geloof van het volk.
Engeland is een anderen weg gegaan
maar ieder land moet voor zichzelf we
ten, wat voor zijn financieele en econo
mische politiek het meest vruchtdra
gend is.
De rijkskanselier sprak tenslotte de
hoop uit, dat de wereld, nadat zij alle
mogelijke systemen beproefd heeft, einde
lijk het besluit zal aandurven, de moei
lijke vraagstukken van onzen harden tijd
tot een voor alle landen en volken bevre
digende oplossing te brengen!
Het effect van deze kalme, zakelijke
uiteenzetting was verrassend.
Sedert Stresemann, die bij de buiten
landsche pers hoog stond aangeschreven,
beleefde ik het in de statige ruimten der
Wilhelmstrasse niet meer, dat een Duit
sche staatsman met hartelijk applaus
t werd bedacht.
Zichtbaar verrast en aangenaam ge
troffen verliet Dr Brüning, vriendelijk
wuivend, het ministerie van buitenland
sche zaken.
Een dienstvaardig collega, die nauw
keurig iedere uitlating van den kanselier
stenografisch had genoteerd, las in het
Duitsch op veler verzoek nogmaals diens
uiteenzettingen voor en ik vermoed, dat
zij door velen als een „speciaal inter
view" over de gansche wereld verspreid
zullen worden!
Wij zijn den rijkskanselier erkentelijk
voor deze duidelijke uiteenzettingen en
hopen van harte, dat zij het algemeene
wantrouwen in het buitenland aanmerke
lijk zullen verminderen. De medewerking
van alle landen, die van goeden wille zijn,
zal er toe noodig zijn, om het zwaar be
zochte Duitsche volk door dezen dreigen
den winter heen te helpen!
Berlijn, 12 Dec. 1931.
(Buiten verantwoordelijkheid der
Redactie.)
Hooggeachte Redacteur,
Nu èn in het overzicht van de jongste
raadszitting van Middelburg èn in een
brief uit Middelburg in „De Zeeuw" is
gezegd, dat eenige raadsleden, waaronder
blijkens het verslag, ik behoor, „Tweede
Kamertje gespeeld" hebben en volgens
den brief in de fuik der socialisten ge-
loopen zouden zijn, verzoek ik u de vol
gende verklaring van mij te willen op
nemen.
Ik meen zelf wel te kunnen beoordee-
len of een bepaald voorstel te behandelen
zou uitmaken een verlaten van de taak
van een gemeenteraad en een zich be
geven op het terrein van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
Door hetgeen ik over deze zaak zeide,
vollediger dan het verslag en in eenigs-
zins ander rede-verband, kon ik vertrou
wen, dat dergelijke onderstelling ware
afgesneden. Te meer zonderling is die
onderstelling, waar het ging over een
adhaesie-betuiging aan een rekwest aan...
de Tweede Kamer der Staten-Generaal!
Uw overzichtschrijver prees het advies
van den voorzitter om het voorstel niet
aan te nemen; maar de voorzitter had
eerst zijn persoonlijke adhaesie betuigd
en gaf het m.i. onjuiste argument dat een
adhaesie-betuiging van den raad het re
kwest zou verzwakken.
Ik meen dat argument weerlegd te
hebben.
Het merkwaardigst vind ik, dat uw
overzichtschrijver zelf een soort adhaesie
gaf door te spreken van: het voortref
felijk adres!
Ik vind het al jammer genoeg als in
een raadscollege geestverwante collega's
elkander moeten bestrijden.
Moet dit nu ook nog in de pers worden
voortgezet?
Natuurlijk is dit plicht als het gaat
om beginselvragen.
Dan moet het tot het bittere einde
worden uitgevochten om uit te maken
of hier nog wel sprake is van geestver
wantschap.
Maar als het een vraag geldt van tak-
tiek, dan is het toch beter zulke verschil
len niet in het openbaar voort te zetten.
Ik gevoel mij verplicht om des be-
ginselswille de sociaal-democraten in
vele zaken te bestrijden.
Juist om dit met meer nadruk te kun
nen doen, wensch ik, wanneer een hun
ner een m.i. volkomen juist voorstel doet,
daar voor te stemmen, op gevaar af, dat
broeders, die mij niet kennen, zich schij
nen te kunnen inbeelden, dat ik „in de
fuik liep".
Nu ik u toch schrijf, meen ik het recht
te hebben er nog even op te wijzen, dat
wel in het verslag maar noch in het
overzicht noch in den brief vermeld
wordt (in het verslag ook wat al te zeer
verkort), dat juist ik mij verzette tegen
behandeling van dit „voorstel der soci
aal-democratische fractie" en dat het
daardoor werd veranderd in het voor-
stel-Paul.
Ik hecht daaraan, omdat de raad niet
aldus politiek-gekleurde voorstellen moet
dulden, en ik meen dit voor het vervolg
te hebben afgesneden.
U dankzeggend voor de opneming, met
de meeste hoogachting en broedergroeten,
J. F. HEEMSKERK
Middelburg, 14 December 1931.
(Door plaatsgebrek moest dit schrijven
eenige dagen wachten. Red.).
Vragen over verlamming. Goede raad is
duur.
Een lezer schrijft:
Ik heb dit seizoen nog al last van ver
lamming bij jonge hennen op een leeftijd
van 345 maanden. Het is ook pre
cies alsof de heele partij lichtelijk aan
getast was; ook al stonden hun alle le
dematen goed ten dienste, was het of de
rechte fut er uit was, niet dat echte fris-
sche. En het zijn vaak nog de mooiste
die geheel onverwachts de eene poot
strekken of de eene vleugel laten han
gen, den kop verdraaien of een oog niet
meer openen. Het donkere van het oog
wordt soms grijs, de pupil wordt erg klein
aan een of beide oogen.
Ik meen te hebben opgemerkt, dat het
voeren van tarwe als hardvoer remmend
werkt op het tot uiting komen der ziekte.
Vorig jaar heb ik kunnen verhinderen
dat de hennen dronken na een regenval uit
poelen of plassen. Dit seizoen kon ik dit
niet beletten en het scheen of ze dit wa
ter zelfs lekkerder vonden dan versch
water, ja zelfs heb ik ze zien happen in
het papperige slijk. Daarna kwam dan ook
de ziekte tot doorbraak. Zou de bodem
bezwangerd kunnen zijn met schadelijke
stoffen? Zou ik de bodem der rennen
beleggen met cementtegels, want ook
pikken de hennen gaarne in de molshoo-
pen en de wormen. Het bevloeren van de
ren zou f 600 kosten. De vraag is of de
verkooper, die de hennen leverde, verant
woordelijk is.
Een tweede lezer schrijft: Kunt u mij
zeggen wat entziekte is en of hennen van
vijf maanden oud massaal aan tubercu
lose kunnen lijden.
Een derde vroeg: Ik hoop dat u mijn
vraag volledig zult kunnen beantwoorden.
We leven in een crisistijd en moeten elkaar
de hand reiken en zoo mogelijk staande
houden. Hennen die ik afgeleverd heb
kregen ook verlamming en de afnemers
zijn ontevreden.
Een vierde vraagt: Welk middel moet
ik aanwenden tegen de gevreesde kip-
penziekte, lam en blind worden. Sommi
ge kippen worden lam, andere worden
blind. Staan deze beide ziekten met elkaar
in verband? De zieke dieren heb ik afge
zonderd van de gezonde. De kippen die
ziek worden zijn niet vermagerd, zelfs
een hen die aan beide oogen blind werd
legde alle dagen.
Al deze vragen betreffen de z.g. ver
lamming der jonge hennen. Uit de brie
ven blijken de verschijnselen zeer typisch,
n.l. óf lam worden, langzamerhand of
plotseling, óf blind worden, waarbij' de
oogen een grijze kleur krijgen. Bij ope
ning van zulke kippen vindt men ver
dikking van den twaalfvingerigen darm en
meestal verdikking van de heupzenuwen.
Bij microscopisch onderzoek blijken er
celwoekeringen opgetreden te zijn in de
zenuwen, vandaar de verdikkingen. Deze
cellen hoopen zich op in het regenboog
vlies der oogen en vandaar dat dit van
bruin grijs wordt. Wij kennen dus de
verschijnselen bij het leven en na den
dood en voor de rest weten we er niets
van. De ziekte schijnt met broedeieren
of kuikens overgebracht te bunnen wor
den. Zij kwam eenige jaren geleden in
Japan niet voor, totdat men daar fok-
pluimvee uit Europa en Amerika impor
teerde. Dit geïmporteerde pluimvee was
gezond doch op de erven waar broedeie
ren of kuikens hiervan geplaatst werden
brak verlamming uit en toen kregen de
Japansche kippen het ook.
Toch is de brief van,den eersten lezer
interessant al kan ik hem ook niet hel
den. Hij heeft n.l. opgemerkt dat bij tar-
we-voedering 'de ziekte minder ernstig
heerschte. Er zjjn meer pluimveehouders
die deze ervaring opgedaan hebben en
als in deze richting onderzoekingen plaats
Vonden zou wel eens kunnen blijken dat
graanvoedering om de een of andere reden
remmend op de ziekte werkt.
Dat de bodem in het eerste geval be
zwangerd is met smetstof denk ik niet.
Wel wordt een bodem waar jarenlang
kippen op loopen op den duur bezwan
gerd met smetstoffen, doch de verlam
ming breekt vaak op geheel nieuwe be
drijven uit. Ik zou dan ook niet den bo
dem met tegels beleggen, doch hem met
een flinke laag kalk bedekken en dan
een voet diep omspitten. Dit lijkt mij
veel goedkooper dan tegels en veel beter.
Wat men onder een entziekte verstaat
weet ik absoluut niet. Na de een of an
dere enting kan wel eens een ziekte uit
breken, maar een entziekte bjj kippen
ken ik niet. Ook tuberculose komt bij
jonge kippen slechts zelden voor en
zeker niet als massa-ziekte. Het komt
mij voor dat de tweede vraagsteller op de
een of andere wijze voor den gek ge
houden is, want twee van die onmogelijke
ziekten in één vraag stellen is wel sterk.
Laat u dus op dit gebied voortaan
niets wijs maken, doch stuur de kippen
liever direct op naar de Rijksserumin-
richting. Daar zal men u eerlijk zeggen,
wat het is, ook als het een ongenees
lijke kwaal is als verlamming.
Met de derde vraag ben ik het geheel
eens, ik ben gaarne bereid ieder, voor
zoover het in mijn vermogen ligt, te
helpen, doch bij verlamming staat mijn
kennis stil. Het eenige wat ik op vraag
3 en 4 kan antwoorden is: Ruim bij de
verlamming (als het vastgesteld is, dat
het de typische verlamming is) de zieke
dieren direct op. Ga ze dus niet be
handelen zooals no. 4 probeert na ze af
gezonderd te hebben, ruim ze radicaal
op. Broedt in geen geval met kippen,
welke verlamming vertoond hebben, en
liefst niet, als het niet hoogst noodig
is, n et toornen waaronder de verlamming
is geconstateerd. Als eenige troost kan
ik zeggen dat meestal in een toom slechts
een zeker percentage der kippen de ziekt©
krijgt, dus dat niet alle kippen zullen
sneuvelen. Soms wordt ongeveer 10 pet.
aangetast, soms echter meer.
Laat echter een der lamme exemplaren
onderzoeken, want vaak is de verlamming
een gevolg van ronde wormen of lint-
wormen en dan kan de kwaal bij de
andere kippen wel degelijk verholpen
worden.
Dr TE HFNNEPE.
Vragen, deze rubriek betreffende, kun
nen door abonné's worden gezonden aan
Dr Te Hennepe, Diergaardesingel 96a te
Rotterdam. Postzegel voor antwoord in
sluiten en blad vermelden.
(Leeftijd pl.m. 4 jaar.)
Men heeft hiervoor 2.50 Meter stof
noodig a 70 c.M. breed (zonder het broekje
1.70 M Voor model B heeft men 3 M.
noodig, daar een plooirokje drie maal de
wijdte vraagt.
Het stukje wordt gevoerd. Men knipt
het dus van dubb-1 stof of men gebruikt
een stukje voering. Van beide lijfjes wor
den de schouders dicht gestikt. De zij
naden van het rokje ook dichtstikkcn.
Het rokje inrimpelcn op de wijdte van
het lijfje; ruimte verdeelen en nu wordt
het rokje aan het lijfje gestikt. Het
voeringlijtje speldt men nu in het jurkje,
rijgt hals en armsgaten op elkaar en
zoomt den onderkant langs den naad
van het rokje vast. Splitje en hals wor
den nu met een smal schuin biesje af
gewerkt. Men stikt hst aan op den
goeden kant en zoomt het op den ver
keerden kant over.
Mouwtjes dicht stikken met Engelsche
naden, onderkant afwerken met een smal
manchetje van plm. 2 c.M. Denk er om,
het manchetje dubbel te knippen, dus
een apje van 5 c.M. breed en plm. 20 c.M.
lang Het manchetje wordt ook weer aan-
gestikt op den goeden kant en overge-
zoomd op den verkeerden kant.
Nu de mouw inzetten. De naad valt op
den z.jnaad van het lijfje. Aan den rug
valt een mouw altijd glad. Aan den voor
kant zet men ze vloeiend in. Den naad
van het amsgat omsteken.
De jurk wordt omgezoomd ter breedte
van plm 6 c.M.
Eet kraagje maakt men van witte stof
of een afstekend kleurtje. Het wordt
dubt el geknipt. Den buitenkant stikt men
om iip den verkeerden kant. Daarna het
kraagje omkeeren en den hals afwerken
met een schuin biesje van dezelfde stof.
Nu rijgt men het kraagje in het jurkje
en sluit het met een paar lintjes.
Voor- en achternaad dichtstikken met
Engelsche naden. Aan den kruisnaad
evenzoo. Aan den buvenkant maakt men
een schuif van 2 cM. breedt.e evenals aan
de pijpjes De schuitjes stikt men ook op
de vouw door. Nu haalt men er op maat
elastiek door. De bewerking van model
B is precies eender, alleen maakt men
eerst den zoom en rijgt de plooien in,
alvorens het aan het lijfje te stikken.
Patronen verkrijgbaar op schriftelijke
aanvrage bij vooruitbetaling (in
postzegels, per postwissel of door storting
op giro no. 28333) bij N.V. „De Arbei
derspers", Aid. Moderubriek, Ged. Slaak,
Rotterdam. Duidelijk aangeven welke
maat gewenscht wordt. De kosten voor
het jurkje zijn 35 cent. Die voor de
directoire 15 cent.
r-
j/\^-
u
U
O
1
N.
«I
O
V
w
ta
Al
i7cVv;
SSWl 1 1^ VSÏ/CVT»
V o