DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Gebroken Bakken
Staten-Generaal.
Uit de Provincie.
Wonden
6)ï
<9?
Qb
SB
VAN
VRIJDAG 11 DEC. 1931, Nr 62.
TWEEDE KAMER.
De Landbouwbegrooting.
In de vergadering van gisteren heeft de
Kamer zich bezig gehouden met de be
grooting van de afdeeling Landbouw.
De heer E b e 1 s (V.-D.) dringt aan op
een spoedige beslissing inzake de spoor
wegtarieven voor land- en tuinbouw
producten; op krachtigen steun aan on
derwijs en voorlichting en op bevordering
van den afzet van onze land- en tuin
bouwproducten.
De heer Loerakker (R.-K.) vraagt
meer steun voor de vlasindustrie
en overleg met organisaties, om te komen
tot meer werkgelegenheid.
Mevrouw Bakker-N ort (V.-D.)
pleit voor betere vogelbescherming, min
der primitief veevervoer, en voor stipte
uitvoering van de Trekhondenwet.
De heer B r a a t (Plattel.) betoogt, dat
de regeeringsmaatregelen van het vorige
jaar bizonder weinig hebben uitgericht.
Hij wenscht een betere steunregeling voor
de suikerbietencultuur, door het geven van
een toelage per 1000 K.G. suikerbieten.
Den heer J. V o s (R.-K.) doet het ge
noegen, dat de regeering ziet, dat de tot
nu toe verleende steun aan de bietencul
tuur niet voldoende is.
Hij dringt aan op steun van de vlascul
tuur, en op het nemen van maatregelen
tot bestrijding van roest in de tarwe.
De heer Bier erna, (Lib.) heeft met
genoegen gezien, dat grooter steun voor
de bieten in uitzicht, is gesteld, waarvan
ook de arbeiders zullen profiteeren. De
Tarwewet werkt gunstig voor den land
bouw en beantwoordt aan haar doel.
Men klaagt wel over den grooten invoer
van Belgisch brood, doch daaraan is al
weer een einde gekomen, nu de bakkers
in het Zuiden zich hebben weten aan te
passen.
Het bezwaar, dat de Tarwewet voor de
consumenten zoo bezwarend zou blijken,
is onjuist gebleken.
Uit de Memorie van Antwoord blijkt af
doende, dat de werking dier wet gunstig
is. Steunmaatregelen voor vlas en rogge
zal spr. met belangstelling afwachten.
De heer Bakker (G.-H.) wijst erop,
dat steeds crises zich het eerst openharen
bij den landbouw. Zoo is het ook nu ge
gaan. Gelukkig worden nu steunmaatrege
len genomen voor verscheidene takken van
den landbouw en daarvoor is spr. dank
baar. Spr. wil er op wijzen, dat het revo
lutionaire element bij1 de rustige boeren
bevolking thans Wordt ingedragen.
Gewenscht is verlaging der vrachttarie
ven voor den uitvoer van land- en tuin
bouwproducten.
Spr. dringt ook aan op steun voor de
chichorie-verbouWers en op scherpe con
trole op de pootaardappelen, waarvan
Friesland vrijwel het monopolie heeft op
de buitenlandsche markt.
De heer Van Rappard (Lib.) zegt,
dat wij op menig punt op den goeden weg
zijn ten aanzien van steunregelingen en
daarvoor wil spr. den minister danken.
Er blijft echter nog veel meer noodig.
Zoo is gewenscht een goed opgebouwd sy
steem van credietverleening en spr. hoopt
dat de regeering haar aandacht aan dit
moeilijke vraagstuk zal willen geven. In
dit verband wijst spr. op de maatregelen,
in Denemarken ter vergemakkelijking van
betaling van rente en aflossing van hypo
theken.
Spr. dringt aan op controle op den uit
voer van pootaardappelen, waarbij op
groote schaal wordt geknoeid.
Hij hoopt, dat de regeering een open
oog zal houden voor den nood van den
landbouw en eigener beweging de noo-
dige maatregelen zal nemen om den on
dergang te voorkomen.
De heer H i e m s t r a (S.D.A.P.) con
stateert met genoegen, dat de Tarwewet
geen nadeeligen invloed heeft gehad, op
de werkgelegenheid; de werkloosheid is
al groot genoeg in het landbouwbedrijf.
FEUILLETON
door H. Zeeberg.
18) o—
„Vertel mij er eens wat van, Dolf."
Hij voldeed aan die uitnoodiging. Maar
hij was, opzettelijk of niet opzettelijk,
zeer gereserveerd; sprak niet van de ko
mende fuif en ook niet van zijn kennis
makingen.
„Je kunt er zoo'n eersten dag nog zoo
weinig van zeggen", verontschuldigde hij
zijn sobere mededeelingen. ,,'tZijn alle
nieuwe, eerste indrukken."
,,'kHoop voor je, dat je er een betrek
king naar je zin hebben mag. Aan mijzelf
weet ik, hoe prettig men dan werkt",
zeide Elsa. ,,'k Vind alleen dat kamerleven
niet prettig. Je moet een geschikten
vriend zien te krijgen, Dolf. Dat vergoedt
heel veel."
„Misschien loop ik er wel eens een
tegen het lijf. Je wilt toch zeker niet,
dat ik een advertentie plaats; „Een vriend
gevraagd"?"
Elsa lachte hartelijk.
„Neen, die gekheid moet je maar niet
beginnen. En forceeren moet je het na-
Als de steun aan de bietenteelt niet tot
gevolg zou hebben een uitzaai van 80 pet.
van het normale, moet de minister die
boeren, die van de Tarwewet profiteeren,
noodzaken, ook suikerbieten te verbou
wen tot 80 pet. van hetgeen zij vroeger
verbouwden.
Spr. heeft ernstig bezwaar tegen de
wijze, waarop de minister de zuivelpro
ducten wil steunen. Hij dient een motie
in van den volgenden inhoud
De Kamer,
constateerende, dat het verzoek van de
F. N. Z. om een rijksbijdrage voor het
propagandafonds voor reclame voor het
gebruik van hier te lande geproduceerde
zuivelproducten door de regeering is af
gewezen,
noodigt den minister uit, alsnog 'dit
verzoek in ernstige overweging te nemen,
en gaat over tot de orde van den dag.
Spr. wijst dan verder op de z.i. ge-
wenschte reorganisatie van het landbouw
bedrijf, waarvoor ingrijpende wijziging in
het bodembezit noodzakelijk is.
Er dient hiervoor 'n nationale commis
sie te komen, die in overleg met land
bouwersorganisaties en de organisaties
der landarbeiders zal kunnen geraken.
Op die manier kunnen loonconflicten in
den landbouw waaronder de productie zou
lijden, worden voorkomen.
De heer Weitkamp (G.-H.) zegt dat
steun aan den landbouw, vanzelf steun
beteekent voor handel en verkeer. Immers
in sprekers woonplaats worden jaarlijks
600 wagons landbouwgrondstoffen aange
voerd; men kan daaruit nagaan wat de
totale aanvoer beteekent voor de haven
van Rotterdam.
De Regeering moet ernst maken met
steunmaatregelen voor den landbouw;
voor hetgeen zij tot nog toe deed verdient
zij allen lof, maar voor de gemengde be
drijven op de zandgronden dient meer te
worden gedaan.
Spr. bestrijdt de opvattingen van den
heer Hiemstra ten opzichte van een an
dere verdeeling van het bodembezit. Der
gelijke dingen moeten niet in de studeer
kamer worden opgelost, maar moeten
voortkomen uit de praktijk.
Wat' de rationaliseering van het bedrijf
betreft, moet men zich van het gebruik
van machines in den landbouw geen over
dreven voorstellingen maken. Ook van so
cialisatie in den landbouw verwacht spr.
niets.
De heer Van den Heuvel (A.-R.)
waardeert hetgeen deze minister tot nog
toe heeft gedaan en nog wil doen; spr.
wenscht dit nadrukkelijk uit de spreken,
nu het wellicht de laatste begrooting van
landbouw is, die met 'dezen minister zal
worden behandeld.
Wat den steun aan de bietentelers be
treft, geeft spr. toe, dat de Regeering niet
verder kan gaan; het betreft hier een pro
duct, dat geen eindproduct is en dat, ge
zien de kosten van de noodige bewerking,
feitelijk niets waard is. Spr. blijft nog
steeds van oordeel, dat het voor de bieten
telers voordeeliger zou zijn geweest, als
zijn amendement op de Tariefwet ware
aangenomen. De steun aan de bietencul
tuur mag niet worden gezien als steun
aan de „dikke bietenboeren", zooals in een
sociaal-democratisch dagblad wordt ge
zegd. Deze steun dient zuiver tot behoud
van de werkgelegenheid.
Met den heer Loerakker waarschuwt
spr. tegen een streven naar loonsverlaging
van de landarbeiders.
Dat de Tarwewet gunstig werkt, heeft
spr. met genoegen gezien. Spr. dringt aan
op verhooging van het verplichte percen
tage binnenlandsche tarwe in het brood,
al verhoogt dit dan ook de kosten voor
den consument, met het oog op den groo
teren uitzaai van tarwe, welke daarvan
het gevolg zal zijn.
Spr. vraagt den minister of hij met zijn
ambtgenoot van Justitie in overleg zou
willen treden of het niet mogelijk is in i
sommige gevallen tot huurovereenkomsten
te komen, want een algemeen moratorium
voor de pachten is niet mogelijk.
Voorts dringt spr. aan op een belang
rijke verlaging van de vrachtprijzen voor
tuihbouwartikelen, want dit is vrijwel
het eenige middel, om den tuinbouw te
helpen.
Hij hoopt, dat wat de Regeering voor
den akkerbouw heeft gedaan, ook zal wor
den gedaan voor het zuivelbedrijf en den
tuinbouw.
De heer Engels (R.-K.) dringt er op
aan, dat personen, die van landarbeid een
nevenberoep maken, ook zullen kunnen
profiteeren van de Landarbeiderswet.
Door de mechanisatie worden steeds
meer arbeiders werkloos gemaakt.
Meer dan verschaffen van een stuk
grond zal wellicht niet noodig zijn. En
grond is er nog in ruime mate aanwezig.
Als de geruchten juist zijn, dat de
Twentsche fabrikanten hun bedrijf voor
een groot deel zullen verplaatsen naar
Indië, dan komt daar natuurlijk een reus
achtige werkloosheid. En dan kan de
gewijzigde Landarbeiderswet hulp bieden.
De heer Floris Vos (wild) vraagt
steun voor pachters met een klein bedrijf
voor kleine boeren met hypotheek en voor
coöperaties.
Aan de landbouwers, welke zich met
speculatieve productie bezig houden, moet
geen steun worden gegeven. Het zoeken
naar veredelde gewassen of het verbete
ren van rassen van het vee moet onder
staatscontrole geschieden.
De vergadering wordt te 5.55 geschorst
tot 's avonds 8 uur.
Het 50-jarig bestaan van de tramver
binding Viissingen-Middelburg.
Het heeft de directie van de Midden
groep der N.V. P.Z.E.M. gisteren bij het
halve eeuwfeest der tramverbinding
Viissingen-Middelburg niet aan belang
stelling ontbroken.
In de eerste plaats willen wij noemen
het blijvend aandenken door het geza
menlijk personeel aangeboden.
Het bestaat uit een schilderij op hout
De ingebruikneming van het nieuwe gemeentehuis te Heinkenszand. Een photo van het Gemeentebestuur met den Com
missaris der Koningin en twee leden van Ged. Staten. Zittend van rechts naar links de heeren Stieger en Van Bommel van
Vloten (Gedeputeerden), dr Mes (burgemeester), de Commissaris der Koningin, de beide wethouders, de heer Steketee (oud
burgemeester) en de gemeente-secretaris.
tuurlijk ook niet. Maar als je nu lid
wordt van een Jongelingsvereeniging",
peilde zij.
„Ik denk er niet aan, Elsa. Je weet,
dat ik er in Kerkwijk voor bedankte,
omdat ik er zoo'n tegenzin in had. En
dan zou ik in Rotterdam weer beginnen?"
„Kerkwijk is Rotterdam niet", meende
Elsa, om hem toch maar te overreden.
„O neen", weerde hij af. „Ik denk er
niet aan. Tenminste..." aarzelde hij op
eens, „voorloopig niet. Wat er in de toe
komst gebeurt, kan ik nog niet zeggen,
'k Wil eerst eens rustig uitzien. Wat kijk
je angstig, Elsa."
„Angstig. Angstig. Misschien is dat het
goede woord niet. Ja, toch", antwoordde
Elsa. „Ik ben beangst voor je, Dolf. Ik
geloof, dat het berg-af met je gaat. En
ik weet niet, wat ik er aan doen moet.
Ik... ik kan alleen maar voor je bid
den. En ik weet, dat moeder het ook
doet."
Zijns ondanks ietwat verbaasd, staarde
Dolf haar aan.
„Kind, je ziet beren en spoken", zeide
hij. „Ik geef toe, dat heb ik je al meer
gezegd, dat ik over verschillende dingen
anders denk dan jij en die anderen. Er
mag toch zeker wel variatie zijn en..."
„Maar niet in de grondbeginselen,
Dolf. Ik neem je niet kwalijk, dat je
over ondergeschikte punten anders denkt.
Maar er is slechts één God en één Za
ligmaker van zondaren. En wij moeten
ons onderwerpen in gehoorzaamheid aan
Gods Woord."
„A. legt het zóó uit en B. weer anders",
wierp hij haar tegen. „Je fout, Elsa, is,
dat je in mij een volslagen ongeloovige
ziet. En dat alleen, omdat ik iets vrijer
opvattingen heb. Je mist het recht, om
mij als een ongeloovige te bestempelen."
Hij sprak op heftigen toon. En het deed
Elsa goed, dien toon te beluisteren. Zij
hoorde dien duizendmaal liever dan dat
zij bespeurde een onverschillige houding.
In ieder geval had haar opmerking hem
getroffen. Zij had nu althans een houvast.
„Inderdaad, Dolf, heb ik gedacht, dat
je reeds een ongeloovige geworden waart.
Maar ik heb nagedacht over het gesprek,
dat wij eenige maanden geleden thuis
hadden en ook een paar weken geleden
hier" zij zeide niet, dat zij er ook met
Mevrouw Le Grand over gesproken had
„en toen ben ik tot de conclusie ge
komen, dat je nog niet een ongeloovige
bent..."
„Dat doet mij genoegen", zei hij droog.
„Maar wat je, naar mijn meening,
bent", ging Elsa op droeven toon verder,
„is minstens even erg."
„Stel de diagnose eens vast, dokter",
lachte hij.
Tóch kwam het Elsa voor, dat zijn lach
gemaakt was, dat er iets onrustigs in
doorschemerde.
„Spot niet, Dolf", smeekte zij. „Ik ge
loof mag ik het eens populair uit
drukken? dat je van twee wallen eten
wilt. Je wilt wat van den godsdienst
behouden en je wilt ook een eind met
de wereld mede, zoover je meent te kun
nen gaan. Maar dat gaat niet, jongen.
God verfoeit een half mensch. Ons ja
moet ja en ons neen moet neen zijn.
Je kunt dat standpunt ook nooit hand
haven. Want je zakt, als je niet radicaal
omkeert, steeds verder weg, tot je, dat
kan niet anders, aanlandt op de plek,
waar je „neen" zegt, neen tegen God,
Dien je meent te kunnen missen. Dat is
het einde, Dolf."
Hij luisterde aandachtig en met onrust
in het hart. De min of meer spottende
trek van zijn knap, open gelaat verdween.
Hij besefte, dat Elsa in zooverre gelijk
had, dat hij van twee wallen wilde eten.
Maar met haar verdere conclusie ging
hij niet mede.
„Je diagnose is niet slecht, Elsa", zeide
hij op een hartelijker toon dan even te
in lijst gevat waarvoor den ontwerper en
uitvoerder, den heer Wim Abeleven, allo
eer toekomt.
Boven aan staan de wapens van Vlis-
singen, Souburg en Middelburg en mid
den in het wapen van Zeeland. Links van
dit laatste is de oude stoomtram in beeld
gebracht getrokken door „The strongest
man off the World", zooals eens een Ame-
rikaansch schrijver den stoklooper noem
de. De laatste, die dit vak van „sterksten
man van de wereld" uitoefende, is juist ge
typeerd en dit is ook 't geval met den ma
chinist, stoker en conducteur, die allen
goedgeslaagde portretten van personen
uit den tijd van de stoomtram zijn. Een
paar dames in lange rokken uit dien tijd
begeven zich naar de tram.
Aan de rechterzijde stelt het schilder
stuk een electrischen motorwagen voor.
De wagenbestuurder staat met den rug te
gen de deur op het voorbalcon en de
conducteur gereed om de menschen bij
in- en uitstappen behulpzaam te zijn. Een
drietal modern gekleede vreemdelingen
begeven zich naar de tram, waarbij een
der dames een blijkbaar op de Markt ge-
kochten koperen ketel draagt. Een vierde
vreemdeling is bezig een Zeeuwsche
schoone op de gevoelige plaat te ver
eeuwigen.
Het onderschrift luidt: „Aangeboden
door het personeel 'ter gelegenheid van
het vijftigjarig bestaan van de tram
Viissingen-Middelburg". Vlissingen, 10
December 1931.
Behalve dit zeer op prijs gestelde aan
denken, was er ook een foto in lijst voor
stellende de stoomtram staande op de
Markt gezien vanaf de Pottenmarkt, aan
geboden door den heer Minderhoud, fir
ma D'huij te Middelburg. Typisch vond
men het dat er geen conducteur, machi
nist of stoker te zien is, maar de oude
ren en ook wij konden het raadsel oplos
sen: die mannen waren zeker als gebrui
kelijk in dien tijd in een café.
Van minder blijvenden aard, maar aan
een jubileum onafscheidelijk verbonden,
was de groote hoeveelheid bloemen, waar
onder zeer groote stukken. O.a. merk
ten wij er op van het Dag. Bestuur der
P.Z.E.M., van de gemeentebesturen Vlis
singen, Souburg en Koudekerke; van de
Nederlandsche Vereeniging van Lokaal-
spoor- en Tramwegen; van de afdeeling
Vlissingen van de Nederlandsche Ver
eeniging van spoor- en tramwegperso
neel; van de N.V. Stoomtram Walone-
ren, van de N.V. Kon. Mij de Schelde en
van de N.V. Vlissingsche Duinwatorlei-
dingmaatschappij en van verschillende
firma's en personen, die in zakenrelatie
met de P.Z.E.M. staan.
Het groot aantal stukken was voor een
kantoorruimte te groot en het mag zeker
een sympathieke daad der directie wor
den genoemd, dat zij o.a. in de drie zie
kenhuizen te Vlissingen en in dat te Mid
delburg een stuk liet bezorgen.
Ongeveer 100 personen kwamen per
soonlijk hun gelukwenscben aanbieden.
Ook vele telegrammen (w.o. van den
Min. van Waterstaat) waren ingekomen.
Centrale Hengeten-
keuring. De Provinciale Regelings
commissie voor de Paardenfokkerij in
Zeeland, Zeeuwsch Landbouwhuis te
Goes, deelt ons mede, dat de Centrale
Hengstenkeuring te Goes is vastgesteld op
Donderdag 11 Februari 1932, des voor-
middags te 9 uur.
Giuldens inwisselen. Men
wordt er aan herinnerd, dat de inwisse
ling van guldens, welke een vroeger jaar
tal dragen dan 1920, nog kan plaats heb
ben tot en met 31 December a.s.
Op de rijksdaalders en halve guldens
heeft deze inwisseling geen betrekking.
K.W.U.-PRIJS 3M CENT bij ge
bruik van onze nachtstroom-apparaten.
Vraagt inlichtingen. J. M. Polderman,
Goes. Tel. 129. (Adv.)
huiduitslag, springen-
de handen, kloven, win*
I ferteenen,dadelijk ver* i
1 zachte n en verzorgen met i
AKKER'*
KL60STERBALSEM
hijtnieti
KOeen goné_
too gom."
Goes. Weer is een van de oude Goe-
sche herinneringen verdwenen, In den
N.W.-hoek van het plein Slot Oostende,
stond reeds eeuwen een moerbeiboom,
die naar de historie meldt, geplant is
door Jacobs, van Beieren. Bedoelde boom
was steeds een bezienswaardigheid voor
velen, die Goes bezochten. Ettelijke jaren
geleden, werden nog bij het Kon. Bezoek
aan Goes, aan de Koningin moerbeziën
van dezen boom aangeboden. Kroniek
schrijvers hebben van haar gewaagd,
historici over haar getwist en een dichter
de volgende dichtregelen ontlokt:
Geplant, gekoesterd en verzorgd
Door een vorstinne-hand
Vroeger 't sieraad van den tuin,
Jacob a's lievelingsplaat.
'k Nijg nu d' eens zoo fiere kruin
Als van den last der jaren moe,
Hier in dit vergeten hoekje
Weer naar moeder aarde toe.
Eindelijk is hij bezweken. De eigenaar
heeft hem omgehakt, maar was toch zoo
goed, een stuk uit te zagen, dat thans
naar het Gothisohe Huis is gebracht, waar
het als een aandenken zal worden be
waard. Gelukkig dat gravure's en photo's
in het bezit der gemeente, de herinnering
nog levendig houden aan dezen boom.
Voor de leden der vereeniging voor
Alg. Wetenschappelijke Belangen te Goes
werd gisteravond een voordrachtavond ge
geven. Voor een vrij talrijk publiek droeg
de beer Kommer Kleyn verschillende stuk
ken voor. Met gespannen aandacht werd
geluisterd naar den declamator, die zoo
wel in het ernstig als het vroolijk genre
blijk van groote talenten gaf. Het Bestuur
bleek een goede keuze gedaan te hebben
door dezen voordrachtskunstenaar uit te
noodigen.
Kruiningen. Vanwege de Gewestelijke
Organisatie der Nat'. Chr. Geheelonth.
Vereen, werd hier een openbare vergade
ring gehouden in het Zondagsschoollokaal.
Als spreker trad op ds J. Hetebrij van
Rilland, die deze vergadering ook zou lei
den. Nadat ds Hetebrij de vergadering
met gebed geopend had, zette hij eerst uit
een, dat het doel der vergadering was te
geraken tot de oprichting van een afdee
ling of correspondentschap. Daarna be
handelde hij het onderwerp Vrij en toch
gebonden I Op overtuigende wijze werd
op het nut en de noodzakelijkheid der ge
heelonthouding gewezen, terwijl spr. aan
toonde, dat deze niet met de christelijke
vrijheid in strijd is. Ware vrijheid is im
mers zelfverloochening, die zich, naar het
voorbeeld van Paulus, aan allen dienst
baar maakt. Met aandacht werd deze rede
aangehoord, door het niet zeer talrijke
publiek. Een en ander werd afgewisseld
door voordrachten van enkele leden der
voren. „Inderdaad geloof ik, dat Jullie,
en je weet dan wel, hoe ik dat bedoel,
te ver gaan. Jullie mijden de wereld,
inplaats van een zoutend zout te zijn.
Wij leven er middenin en wij moeten
die wereld toonen, dat wij anders zijn.
En dat kan, door zoover mogelijk met
die wereld mee te gaan."
„Vrome, overgeleverde termen", dacht
Elsa, die er evenwel niet door in de war
gebracht werd. Zij sprak die gedachte
evenwel niet uit.
„Je redeneering is pure onzin, Dolf',
zeide zij alleen. „Natuurlijk is het onze
plicht en roeping, een zoutend zout te
zijn. Natuurlijk moeten wij anders we
zen. Maar dat moet gezien worden aan
onzen handel en wandel, die niet van de
wereld mag zijn. Iemand, die op jouw
standpunt staat, is niet een zoutend zout.
Die is smakeloos geworden zout. Die gaat
met de wereld mede..."
„Zoover dat kan", viel hij haar in de
rede.
„Die gaat met de wereld mede," ver
volgde Elsa onverstoorbaar, „en het einde
is, dat hij door de wereld wordt opge
zogen en het geloof van zijn kindsheid
verliest."
(Wordt vervolgd.)