PUROL rijk aan geneeskracht DE ZEEUW Om het Eeuwige Rijk. Zosküshtjes. TWEEDE BLAD. HET ADRES A. WILKING Wat er deze week voorviel Zijn ow v^e kalmeert hoesten maakt slijm los! ©brengt verlichting FEUILLETON. Brieven uit Middelburg. *aangedaan^« vrauy het oordeel van uw dokter AGENTEN Fï aMEINDERGMA-OEN HAAS maatregelen werden geacht te zijn in strijd met de vrijzinnigheid. Een bewijs dat velen nog niet over tuigd zijn van de ernstige, de ontzet tende gevaren, die hier dreigen. Hoe groot die gevaren zijn is door den burgemeester van Arnhem in een in Juni van het vorige jaar gehouden raadsver gadering helder in het licht gesteld. De burgemeester beriep zich, tegenover de voorstanders van het ongelimiteerd dansen op een rapport uitgebracht door de „Tuchtunie" en op een rapport uitge bracht van Mej. Meeuwisse, de leidster van het consultatiebureau der Midder nachtzending. Dit rapport berustte niet op een opzet telijk onderzoek, maar werd verkregen uit de aanteekeningen der dossiers van 't Bureau gedurende de laatste iy2 jaar. Uit dit rapport bleek, dat z.g. dans scholen, dansgelegenheden, uitvoeringen met na afloop bal, kermissen, enz. wor den bezocht door vaak nog zeer jeugdige meisjes, fabrieksarbeidsters, dienstboden, atelierwerksters, winkeljuffrouwen, enz. Andere kinderen bezoeken die gelegen heden tegen den wil van hun ouders. Vaak vinden meisjes, ter plaatse waar gedanst wordt, gehuwde mannen en an dere minder goed bekend staande indi viduen, die haar daar zoeken met wei nig eerbare bedoelingen. Ook vrouwen, die van ontucht haar bestaan maken, knoopen daar relaties aan zoowel met mannen als met jonge meisjes. De meis jes leeren het ouderlijk huis ontwennen en brengen vaak de nachten elders door. Van de voorbeelden door haar ge noemd, werden door den burgemeester eenige voorgelezen. Wij kunnen ze èn met het oog op onze ruimte èn met het oog op den inhoud hier niet in zijn geheel weergeven, maar enkele aanhalingen willen wij hier toch laten volgen. Een meisje van 17 jaar roept mijn hulp in tegen den vader van haar kind. Zij had hem leeren kennen in 'n danshuis hier ter stede. Haar ouders verklaarden mij, alles te hebben gedaan om hun' dochter van 't dansen terug te houden. En nu bleek de vader van 't kind gehuwd te zijn en zelf twee kinderen te hebben. Een 20-jarig meisje kwam in verschil lende dansgelegenheden. Haar verloofde maakte om die reden 'n eind aan de relatie. Ze zocht troost hij andere man nen, met wie zij uitging na 't verlaten der danslokalen. Een 16-jarig meisje bezocht geregeld dansgelegenheden. Meermalen bleef zij nachten buiten de ouderlijke woning. Toen ik 't meisje sprak, bleek zij de nachten door te brengen ten huize van 'n beruchte vrouw, die zij in een van die gelegenheden had leeren 'kennen. Een ander meisje kwam door mijn be middeling onder geneeskundige behande ling. Zij was na 'n dansavond met 'n be jaard man uit geweest. Hij had 'n val- schen naam opgegeven. Zij is door zijn toedoen met een vreeselijke ziekte geïnfec teerd. Drie Duitsehe meisjes, een winkeljuf frouw, een dienstbode en een huishoud ster, zochten hulp bij het Bureau voor haar te verwachten kinderen. Als de va ders dier kinderen werden aangewezen mannen, waarvan één gehuwd, die zij bij gelegenheid van het dansen hadden lee ren kennen. Bij 't afdeellngsonderzoek van de be grooting van Binnenlandsche Zaken ia weer vrij Breedvoerig gesproken over de wijziging van de Kieswet. Vooral werd er op aangedrongen maat regelen to nomsn u3 vorsnïpp^, van het kiezerscorps tc voorkomen, wat b.v. zou kunnen gebeuren dop" het land in een aantal zelfstandige distrieten te ver- deeien. Nu kan nisi worden entkend, dat nan 't tegenwoordige stelsel denk aan 't geval Floris Vos bezwaren kleven. Van veel meer belang iijïtt me echter, dat de stemplicht verdwijnt. Het valt niet in te zien, welk lands belang gediend wordt, door personen, die zoo weinig belang stellen in de publieke zaak, dat ze uit eigen beweging nooit zouden gaan stemmen, onder bedreiging van boete en gevangenis naar de stem bus te drijven. Als de stemplicht verdwijnt dan is 't trouwens op hetzelfde oogenblik met verschillende kleine partijen gedaan. Ons buiten-parlementaire Kabinet zou aan het parlementaire stelsel een goeden dienst bewijzen door voor te stellen den stemplicht, waaraan b.v. de Rapaljaan indertijd zijn zetel dankte, te schrappen. OPMERKER. Een moeder kwam zich beklagen over een 16-jarige dochter. Het meisje werkte op een fabriek. Toen ik baar vroeg, wan neer ik haar dochter thuis kon spreken, luidde het antwoord: „Nooit, als U haax spreken wilt, dan zou u moeten gaan naar „De Vereeniging" op den Velp er- weg, wanneer er gedanst wordt en an ders kunt u haar stellig in een andere dansgelegenheid vinden. Een nauwelijks meerderjarig meisje had de woning van haar ouders verla ten. Dit, omdat haar ouders zich verzet ten tegen het uitgaan en het bezoeken van bals. Bovendien bad het meisje con necties met een bij de politie en justitie berucht individu aangeknoopt. Van een tweetal meisjes, die de hulp van het Buraeu zochten, vernam ik, dat de kennismaking met de vaders der te verwachten kinderen geschiedde in een dansgelegenheid. Een nog betrekkelijk jong meisje vroeg telkens aan haar ouders vrijaf om te mo gen dansen. Haar vriendin, die de ouders slechts oppervlakkig kenden, ondersteun de die verzoeken. Zij kon na afloop van het dansen bij die vriendin slapen. Later bleek, dat de vriendin bij gelegenheid van het dansen kennis maakte met mannen, die zij meetroonde naar haar kamer, waar gelegenheid tot het plegen van on tucht gevonden werd. Hiermede is de lijst, zoo verklaarde de Burgemeester, evenwel niet volledig. In totaal waren aan Mejuffrouw Meeuwisse 27 gevallen gebleken, alle bestaande uit de laatste 1 Vt jaar. Nu zal men zeggen, dat het niet bewe zen is, dat in al die gevallen de open bare dansgelegenheid als de oorzaak moet worden aangewezen. Spreker erkent dit volkomen. Daartegenover stelt spreker, dat niet alle gevallen ter 'kennis van mej. Meeuwisse komen. Zij kent alleen do vrouwen. De jonge mannen, die bij gelegenheden als deze door dergelijke meisjes op het slechte pad worden gebracht, hebben geen aan leiding, zich tot 't Bureau voor 't onder zoek naar 't vaderschap te wenden. Boven dien: hoevele meisjes wenden zich niet tot dominee of pastoor. En hoe vaak komt het niet voor, dat dergelijke relaties geen directe gevolgen hebben, zoodat er ook geen aanleiding bestaat, zich tot 't Bureau te wenden, terwijl de betrokkenen toch in hun ziel en misschien ook in hun lichaam bezoedeld zijn. Wij' hebben hieraan niet anders toe te voegen, dan alleen dit, dat het te betreu ren is, dat pogingen om het dans-kwaad te beteugelen niet allerwegen instemming vinden. VAN ZATERDAG 14 NOV. 1931, Nr 39. Belangrijk waren de debatten, die deze week in de Tweede Kamer werden ge houden, waarbij vooral aandacht werd geschonken aan de ernstige crisis, die wij doormaken en die ook op 's lands finan ciën zulk een funeste uitwerking heeft. De redevoeringen der beide Ministers de Geer en Ruys de Beerenbrouck ston den naar vorm en inhoud hoog. Beide Excellenties wezen met nadruk op de buitengewone moeilijkheden, waarvoor regeering en volksvertegenwoordiging zich nu geplaatst zien. Hun woorden maakten zulk een indruk, dat de moties, die hun beleid afkeurden en de salariskorting ver oordeelden, met groote meerderheid van stemmen werden verworpen. Slechts de vrijzinnig- en sociaal-democraten en en kele kleine groepjes stelden zich tegen over de regeering, zoodat we gelukkig zijn bewaard voor een ministercrisis, die voor ons land in dezen tijd zeker hoogst nadee- lig zou zijn. Alleen deed de regeering deze concessie, dat de korting op de sala rissen niet met 1 Januari doch met 1 Maart a.s. zal ingaan. Ongetwijfeld heb ben de Kamerdebatten van deze week de positie van het kabinet ten zeerste versterkt. Als we verder de niet-politieke berich ten der laatste dagen wilden releveeren, dan zou het in dezen vorm zijn: De kassier van een boerenleenbank te Schipluiden overvallen en bestolen, een notaris te Gorinchem bestolen en ver moord, een incasseerder van postquitan- ties bij Eindhoven aangevallen, postzak ken uit een postauto te Amsterdam ge roofd, bankfilialeu overvallen Het is een golf van misdaad, die over ons land is losgebroken. Hulde zij ge bracht aan onze politie, die reeds de da ders van enkele aanslagen wist te ar resteeren. Overigens bewijst het opgesom de wel, hoe noodig het is, dat allen, die naar Gods Woord wenschen te leven en het welmeenen met land en volk, het ge zag handhaven en de dragers van dat ge zag steunen. De geestelijke en moreele crisis, die wij doormaken, is wel de ernstigste van on zen tijd. Over de buitenlandsche gebeurtenissen valt op te merken, dat velen pessimis tisch zijn gestemd over de ronde-tafel conferentie. Zelfs Ghandi moet hebben gedreigd naar huis te gaan en een nieuwe verzetactie te zullen ontketenen. Zal Mac Donald nog iets kunnen bereiken? Ook over de Japansch-Chineesche ver houding valt weinig goeds te voorspellen. Beurtelings wisselen optimisme en pes simisme elkander af. Het is mogelijk, dat Japan, nu de da tum '16 November waarop de Raad van den Volkenbond opnieuw zal bijeenko men ter behandeling van 't Japansch-Chi neesche geschil, nadert, eenigszins wil in binden, maar vooralsnog is de toestand in Mantsjoerije dan toch deze, dat Japan in geenen deele heeft voldaan aan den eisch van den Volkenbondsraad om zijn troepen uit het wederrechtelijk bezette gebied terug te trekken, maar integen deel nadat deze eisch was gesteld nog uit breiding aan deze onrechtmatige bezetting heeft gegeven. Over het herstelvraagstuk valt nog weinig te zeggen. Er heerscht rond de besprekingen, welke tusschen Frankrijk en Duitschland over het herstelvraagstuk gevoerd worden, een benauwende, bijna martelende onzekerheid. Sinds den terugkeer van den Fran- schen premier Laval uit de Vereenigde Staten, waar hij van Hoover de vrije hand, als het ware volmacht gekregen heeft om het vraagstuk der inter-gouver- 57.) o „Jezus Christus, de eerste en de laat ste, het begin en het einde. De vervol gingen hebben den Christenen genood zaakt zulke teekens met elkaar af te spreken, anders zouden ze elkaar nooit mededeelingen kunnen doen zonder ont dekt te worden en dat zou gevaar op leveren." „Niemand zal deze berichten ook maar te zien krijgen, voor ik ze overhandigd heb aan de vrouw van den wijngaarde nier", zei Claudius, terwijl hij de was tafeltjes van haar overnam; en met een bedroefd „vaarwel" nam hij afscheid van haar en ging op zoek naar het huis van Flaminius. Toen hij er aankwam vond hij de sla ven als een verschrikte kudde schapen, maar eindelijk wist hij hun aan 't ver stand te brengen, dat hij, hoewel hij van Smyrna kwam, de beste bedoelingen had. Hij vroeg naar de kinderen en waar de kleine Cassius was. „We hebben hem gevonden, o edele Claudius, maar we konden hem slechts thuis brengen, om te sterven antwoordde een van de slaven, en hij wischte zich de tranen uit de oogen. „Was hij dan ziek, of had hij een on geluk gekregen?" vroeg Claudius ver schrikt. nementeele schulden te regelen, bestaat er een voortdurend, ononderbroken con tact tusschen Parijs en Berlijn. Minister besprekingen en onderhandelingen met de gezanten wisselen elkaar snel af. Maar overigens verkeert men in een volkomen duister over hetgeen de leiders der beide regeeringen met elkaar vaststellen. LXXXIL „Men kan gerust zeggen, dat de massa geen flauw begrip heeft van den nood, waarin ook de publieke kassen verkeeren. En geen flauw begrip ooit zal krijgen, zoolang de kosten van de publieke huis houding in hoofdzaak steeds op een kleine groep, worden afgeschoven. Geen flauw begrip van het gevaar, dat zulke politiek medebrengt voor het openbaar be stuur in perioden ais wij er nu een mee maken, waarin, gelijk in de memorie van antwoord terecht wordt opgemerkt, „het nationaal vermogen met milliarden terug- geloopen zal blijken te zijn." Met dit woord, uit een onzer dagbladen, stemmen wij van harte in. De sociaal-democraten, zich beroepen de op oude statistieken, voornamelijk uit den tijd van de hoogconjunctuur, bewe ren maar steeds, dat het nationaal vermo gen stijgende is .Doch zij zeiven en een ieder, die zijn oogen openzet en wil zien, weten beter. In de industrie, in de scheep vaart, in de koloniën, in den landbouw, zijn milliarden verloren, en wanneer zal dit verlies worden ingehaald Zelfs iemand als mr. Marchant, de leider der Vrijz. Democraten, moest in de Kamerzit ting van 5 dezer verklaren, dat hij het eens is met wie beweren, dat op den duur het loonpeil omlaag zal moeten. Dit belet hem echter niet om, de kool en de geit d.w.z. èn den economischen toestand èn de ambtenaren in 's Rijks dienst en de on derwijzers tegelijk willende sparen, een motie in te dienen, waarbij wordt uitge sproken, dat onder de gegeven omstan digheden de salariskorting niet is te rechtvaardigen. 0, die tactiek, die kie zersvrees 1 Onze leider, dr Colijn, toonde in de Ka mer weer denzelfden moed, dezelfde on versaagdheid als in 1923. In de Kamer zitting van 5 dezer zeide hij o.in. „Hoogere loonen zonder grootere pro ductie is de rechtstreeksche inleiding tot inflatie. De betreurenswaardige loonsver laging in sommige bedrijven is noodzaak, speciaal in de exportbedrijven. Dat is jammer, maar het is ijzeren noodzaak. In sommige gemeentebedrijven zullen de loo nen ook moeten dalen en de middenstand zal moeten medewerken aan de verlaging van de prijzen van de levensmiddelen. De Regeering kan het overleg bevorderen om te komen tot een welberaden loondaling. Het evenwicht is verbroken, het zal her kregen worden op een lager niveau." Sprekende van de plattelandsarbeiders drong dr Colijn er op aan, dat de Regee ring met krachtige hand steun zou bie den aan het landbouwbedrijf in den vol len omvang, om de gevreesde werkeloos heid te voorkomen. Dat is noodig, ver volgde hij, omdat geen enkel land zich de weelde kan veroorloven, het platteland rich te laten ontvolken. Gouden appelen op zilveren schalen. Woorden wier klare waarheid tot elk den kend gemoed spreekt. Bijl hoogconjunctuur, hooge prijzen van levensmiddelen en grooten afzet kunnen en moeten de loonen anders zijn, als in tijden van miserie, als die wij nu beleven. Voor ambtenaren, wier loon nu b.v. 3 pet. achteruitgaatvoor landeigenaars, wier pachtontvangst 20 tot 25 pet. vermindert; voor landbouwers, wier vee, suikerbieten, boonen en erwten enorm lagere prijzen opbrengenvoor reeders, wier schepen stilliggen in de havensvoor industri- eelen, wier fabrieken stilstaan of gedu rende beperkte werkuren draaienvoor kooplui, wier omzetten en winsten in krimpen voor mannen van den effec tenhandel, die de beurs bezoeken zonder handel, en vooral ook de bezitters van fondsen, groote of kleine, die hun kapi taal met milliarden zien inkrimpen en „Hij is geslagen doodgeslagen, om dat hij onzen goeden bisschop Polycarpus niet wilde verraden. Een andere jongen uit het dorp heeft ons er alles van ver teld," en de slaaf kon een rilling van af grijzen nauwelijks onderdrukken, toen hij weer aan het verschrikkelijk verhaal dacht. De slaven brachten Claudius naar het met wit bekleede kamertje, waar het li chaam van den vermoorden jongen lag en Claudius zelf kreeg tranen in zijn oogen toen hij keek ne/ir de jeugdige gestalte, die nog zoo duidelijk de teekenen van mis handeling droeg. De slaven wisten niet, wat ze met het lijkje moesten beginnen, daar alle familieleden weg waren en Claudius wist niets beters te bedenken, dan dat ze het in een voorloopig grafje zouden leggen in het koelste deel van den tuin. Als de vader dan terug kwam, kon het met de gewone eerbewijzen begraven worden. Toen vroeg Claudius naar Julia en werd naar een klein huisje in een hoek van den tuin gebracht. Plautius, had men hem ver teld, was al riek sinds de gevangenneming van Polycarpus en Sisidona en het ver baasde hem dus niets Julia in tranen te vinden, toen ze de deur opende. Dat hij juist van Sisidona kwam, zelfs boodschap pen van haar meebracht, verzekerde hem echter een hartelijk welkom en weldra stond hij voor het bed, waarop Plautius zijn laatste uren doorbracht. Hij was ster vende, maar geen lichaamskwaal of ouder dom was hiervan de oorsaak, doch de naar dividend en uitkeeringen vergeefs wachten. Komt de koopkracht tetug voor artike len, die goedkooper kunnen worden ge produceerd; wordt de vraag naar werk krachten grooter, nemen de winsten en diensten van den handel toe; gaat het in 't algemeen in allerlei bedrijf en nering weer naar wensch, dan draait het econo mische wiel weer langzamerhand in de goede richting. Dit is de meening van een vérziend man als Colijn, wien de buiten landsche ministens en diplomaten ons be nijden. Daarom geen geaarzel in onze ge lederen en geen geklaag, als de chirurg zijn mes in het vleesch moet zetten, omdat we weten dat door de operatie de kwade stoffen uit het lichaam kunnen ontwijken en de gezonde natuur gelegen heid krijgt zich te ontplooien. De Engelsche natie, de kooplui bij uit nemendheid, die ons wel eens verwijten dat in zaken van koophandel de fout der Hollanders is, dat ze te veel vragen en te weinig geven, hebben dit bij de laatste verkiezingen juist ingezien. Ze zijn het voorbeeld gevolgd van Ramsay Mac Do nald, die er zijn persoon, zijn invloed in de arbeiderspartij aan heeft gewaagd en nu als Eerste Minister van het Britsche Rijk rich de taak ziet aangewezen zijn va derland in betere banen te leiden. Moge het hem en zijn medestanders en bond- genooten gegeven zijn binnen niet al te langen tijd het goede voor bun land te aanschouwen. We keer en naar Middelburg terug. Het heeft ons veel genoegen gedaan, dat de „Middelburgsche Courant" de socialistische raadsleden, die, bij gebreke van argumenten, hun kracht zoeken in op onbehoorlijke wijze interrum- peeren, schreeuwen en lawaai maken, eens ongenadig heeft afgestraft. Wie zich niet behoorlijk kan gedragen, hoort niet in een fatsoenlijk gezelschap thuis. Het schijnt dat het voorbeeld van mr Duys, die intusschen den laatsten tijd zelf heel wat kalmer is geworden, nog aan den omtrek des lands, waar de verbetering nog niet zoo direct intreedt, nawerkt. Wordt er iets gezegd, dat den heeren niet aanstaat, direct komt het lawaai los. Tot zelfs de Romeinsche naam van onderge- teekende wordt tot een strijdkreet ver heven, zooals we dat in onze jeugd lazen van de Indianen van Maryat en Mayoe Reid. Gelukkig hij, wiens stemvolume van dien aard is, dat hij het roode gedruisch kan overheerschen. Dat men toch niet in ziet, dat niet leeg geklank of geschetter, doch de kracht der argumenten, het klem mende van het betoog, het overtuigende der cijfers het in de raadszaal en ook overal elders winnen en de schaal doen overslaan naar wat het werkelijk voordeel is der gemeente, welker belang ook de lawaaimakers plechtig hebben be loofd te behartigen. Vriendschappelijk groetend, t.t., METELLDS. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfecfle Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST HET DANSVRAAGSTUK. Verschrikkelijke bijzonderheden omtrent de gevaren die hier dreigen. Het rapport der commissie inzake het dansvraagstuk waarin verschillende mid delen aan de hand gedaan worden om de aan het dansen verbonden gevaren voor de goede zeden te beperken, is in som mige bladen ietwat bespottelijk gemaakt. Men zag in het rapport weer uitin gen van bekrompenheid, en de gevraagde lange gevangenschap, die hem in den bloei van zijn leven geknakt had. „Plautius, hier is een boodschap van de edele Sisidona, die nog steeds in gevan genschap verkeert," zei zijn vrouw, terwijl ze zich over hem heenboog. Langzaam opende hij de oogen en keek haar aan. „Zeg me, dat ze niet haar God verloochend heeft," fluisterde hij zwakjes „Kijk," zei Julia en hield hem een van de wastafeltjes voor en las de boodschap. „Ze zal sterven voor haar geloof," zei Claudius droevig. „De Heer zij geprezen! De liefde van Christus is duizend levens waard, als we die hadden te geven," zei Plautius met onverwachte kracht. Het was zijn laat ste inspanning hij had zijn laatste woorden gesproken. Eenige minuten la ter hoorde met een zwak kreunen en toen ging zijn bevrijde geest naar het land, waar geen dood meer is. HOOFDSTUK XXII. Besluit. Claudius Rufus liep het atrium op en neer van het huis van den eersten consul in Smyrna. Hij wachtte ongeduldig tot hij ontvangen zou worden en ondertusschen was zijn geest vervuld met verre van aangename gedachten, naar het scheen, want zijn wenkbrauwen waren gefronst en onwillekeurig balde hij de vuist, ter wijl hij Li?p te ijsbeerea. Eenige minuten later trok een slaaf een gordijn ter zijde, waardoor hij het peris- tilium binnen kon treden, waar de eerste consul hem wachtte, die hem onmiddellijk vroeg: „Ben je geslaagd, Claudius?" „Ik zal haar nooit kunnen overhalen haar geloof te verzaken," antwoordde hij'. De eerste consul scheen ontstemd. „Dan kan niets haar redden bij de eerstvolgende spelen. Heeft ze gehoord van den dood van haar geloofsgenooten?" vroeg hij. „Ja, en ik heb baar nu verteld, hoe die schurken den kleinen Cassius hebben doodgeranseld, want ze dreef me zoo in het nauw met haar vragen betreffende het kind, dat ik een reehtstreeksch ant woord niet meer ontwijken kon. Ik wilde, dat Flaminius maar terugkwam uit Ro me", voegde Claudius er met een zucht aan toe. „Dat wilde ik ook en dat hij het Chris tendom er achter had gelaten," zei de eer ste consul. „Waarom de menschen dat toch niet met rust kunnen laten, terwijl ze toch zien, 'dat het hun niets dan last en moeite brengt, snap ik niet. Als hij zich niet met die Christenen bemoeid bad, zou hij nu eerste consul van Azië zijn, want hij stond hoog in de gunst bij den keizer." „Dan heeft u toch zeker geen reden u over Flaminius te beklagen, waar u in zijn plaats is gekomen." ,Dat is zeer waar. Maar het maakt de dwaasheid van je vriend er niet minder om. Denk eens aan hij h&rit Sa gunst van vsïbpö^M., si .rijs vooruiutrichten zijn vernietigd, hij ver zinkt in het niet, terwijl bij de hoogste waardigheden in Azië had kunnen be- kleedon; bij bezoedelt den eerbaren naam van zijn voorouders door zich een Chris ten te noemen en waarvoor? Wat winst valt er te boeken?" Die vraag van den proconsul bleef Clau dius in de ooren weerklinken, tot bij aan niets anders meer denken kon. Wat was er te winnen bij het nieuwe geloof, dat de geheele wereld onderst boven scheen te keeren. Flaminius had zich nooit met dwaas, onberedeneerd enthousiasme aan iets gewijd, behalve misschien aan den keizer, tot bij dat Christendom leerde ken nen. En wat Sisidona betreft, er was een tijtd, dat niets den stroom van haar trots, eerzucht en verkwisting kon stremmen. Haar hoofdje schitterde toen van den over vloed stofgoud, dat in haar lokken ge strooid wa.3, rijkelijker dan bij eenig ander Romeinsch meisje in Faustina's gevolg; en nu scheen ze dit alles niet alleen opge geven te hebben, maar ze scheen zich tusschen de kale gevangenismuren ge lukkiger te voelen dan ze ooit gedaan had in het paleis, omgeven door alle weelde en pompeuze pracht die men zich maar den ken kon. En wat had ze gewonnen bij al die verliezen? Want ze moest toch iets ge wonnen hebben, of ze zou geen liederen gezongen hebben, zooals de laatste maal, dat hij bij haar kwam, toen haar gezichtje even gelukkig stond als het vroeger vaak rusteloos en ontevreden was geweest. 'ï&xvtègd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 5