PUROL er op Land- en Tuinbouw Berlijnsche Brieven Burgerlijke Stand. Het Vrouwenhoekje. Dammen. Het verzacht en geneest Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij Brand- en Snljwonden, Ontvellingen en allerlei Huidverwondingen heeft zien staan. In het kantoor brandde licht en er klonken luide stemmen. Voor de rest ontbreken momenteel alle nadere inlichtingen. De heer Courrech Staal was eerst vier jaar in Gorinchem gevestigd. De notaris bewoonde het pand. geheel alleen. Hij is getrouwd en heeft twee kin deren. Zijn vrouw met de twee kinderen had echter haar intrek genomen bij ken nissen in Den Haag, omdat zij in Go rinchem niet kon wennen. Kinderverlamming. Naar wordt medegedeeld, zijn te Hagen en tal van plaatsen in den omtrek een vrij groot aantal gevallen van kinderverlamming voorgekomen. In het stadsgebied van Ha gen zijn tot dusver 15 gevallen aange geven, waarvan 4 een doodelijken afloop hadden. Smokkelhandel in tarwe. Langs de oostgrens van Limburg wordt een uitgebreide smokkelhandel in tarwe gevoerd. Op iedere 100 pond tarwe wordt 5 mark verdiend. De benden bestaan in den regel uit 30 A 50 personen. Bijna een geheel grensdorp verleent soms medewer king door het uitzenden van posten. Zoo dra een beambte gesignaleerd is, wordt door allerlei teekens een smokkeltroep ge waarschuwd. Enorme kwanta tarwe wor den dagelijks met allerlei vehikels over de jpens gebracht. De tarwe wordt van Duitschland naar Limburg gebracht, om de hooge uitvoerpremie en invoerbewijzen te bemachtigen. Op Limhuxgisch gebied wordt de tarwe wederom naar de smokkel- lokalen gebracht, en den volgenden nacht gaat de tarwe weer over de grens. Dit spelletje wordt telkens herhaald. Arresta ties van de smokkelaars hebben zelden plaats; door de actieve medewerking van grensdorpen zijn de douane-beambten als het ware tot machteloosheid gedoemd. Een Burgemeester, die het met s'n Wethouders niet eens is. In Heesch bij Oss, is de verhouding tusschen burgemeester en wethouders zeer gespannen. Het is zelfs zóó ver gekomen dat er handtastelijkheden hebben plaats gehad. Ook heeft het armbestuur (burgerlijk) en bloc bedankt en kunnen gegadigden niet worden gevonden, ondanks het aan dringen om geen krasser, boewei juis ter term te gebruiken van den burge meester. Men heeft uit de raadsverslagen kunnen lezen, dat het oud-burgemees tershuis, aanvankelijk 'bestemd voor raad huis, nu zou worden aangewend voor ambtswoning van den tegenwoordigen burgervader, die nu uit gebrek aan wo ning is blijven wonen in zijn oude woon stede Vught Er moesten echter verande ringen en herstellingen gebeuren aan en ia dit huis. Een bouwkundige, die de situatie opnam, daartoe gerechtigd door den raad, werd door den burgemeester uit het huis verwijderd. Vorige week was de burgemeester, zijn echtgenoote en een 'bouwkundige in dit bewuste huis; de wethouders dit ziende betraden ook dit huis, om zoo mogelijk te vernemen, wat de burgemeester en me vrouw aan het huis veranderd wilden zien, om dan in overleg met den raad te beslis sen of men dit huis al dan niet zou be stemmen als ambtswoning, want de be stemming werd reeds tevoren afhankelijk gesteld van de te maken kosten. De burge meester echter beschouwde de wethou ders, die het gemeente eigendom mede be traden als indringers en gooide ze buiten. Dit heeft ten gevolge gehad, dat de Raad met 9 leden (er is één vacature en een lid bleek ziek te zijn) naar Den Bosch zijn gestapt en een onderhoud hebben ge vraagd en gekregen met den Commissaris der Koningin in Noord-Brabant. Daags na dit gebeurde werden de wet houders bijeen geroepen om een ver gadering te beleggen van het gemeente bestuur. De wethouders hebben hieraan geen gevolg gegeven, alhoewel zij nog eens door den ambtenaar ter secretarie werden uitgenoodigd te komen op last van den burgemeester. Echter werd het oud-burgemeesters huis, zonder goedvinden, medeweten of voorkennis van raad of dagel. bestuur aanbesteed en werd de aanbesteding be staande uit eenige veranderingen, verbete ringen en herstellingen, gegund aan den heer Muller, aannemer te Heesch, die blijkbaar de laagste inschrijver is geweest, want hij het indienen der biljetten, noch bij de opening ran deze ia een der raads leden tegenwoordig geweest. Een ieder is benieuwd naar de eerst komende raadsvergadering, waar allicht een hartig woordje zal worden gewisseld. Winsten van abattoirs. De Iandbouwmedewerker van de Ned. scshrijft: Juist een jaar geleden schreven we over de groote winsten, door verscheidene abat toirs gemaakt. „Dat niet alleen de sla gers, maar ook de boeren die winstmarges niet zonder critiek kunnen aanzien, voelt ieder", zoo merkten we desttijds op. Thans kregen we het winstcijfer onder de oogen van het abattoir te Rotterdam, dat wel iets minder hoog is dan 't vorig jaar, maar och nog de kapitale soon van f 216.500.68(1) bedraagt. Htt abattoir te Arnhem, met een veel kleineren „omzet", maakte een winst van f 43.779.451 D0MPREDIKER D0EHRING. Aan d'e algemeene crisis, die sedert d'en door niemand gewonnen oorlog de gansche wereld beheerscht, kon ook de kerk niet ontkomen. Sedert de omwente ling nam d'e verhouding tusschen kerk en staat een gansch andere gedaante aan. Het duurde meerdere jaren, voordat men ongeveer jvist, welke van zijn vroegere verplichtingen d'e staat ten opzichte van de kerk blijft erkennen. Eerst kwam een concordaat met de katholieke kerk tot standi en pas kort geleden konden wij uitvoerig nagaan, welken vorm het con cordaat tusschen den Pruisischen staat en d'e Evangelische kerk heeft aangenomen. Het heengaan van keizer Wilhelm II bracht een scheiding tusschen troon en altaar teweeg, waaronder vooral de evan gelische kerk in Pruisen zwaar te lijden heeft Door d'e revolutie werd het sum- episcopaat opgeheven en de kerk bleef aan haar lot overgelaten. Het fund'ament van het protestantisme werd' door twijfel en ongeloof aangetast. In tegenstelling tot d'e katholieke kerk stond men hier vrij wel weerloos tegenover. De cijfers spre ken in dezen boekdeelen. Volgens de statistiek over 1930 zijn alleen in Berlijn ruim 69000 protestanten hun kerk on trouw geworden; dat beteekent bijna twee procent van d'e Berlijnsche bevol king. Legt men d'eze statistiek naast die van d'e katholieken en Israëlieten, dan ziet men, dat de afvalligheid bij de pro- testanten veel grooter was. Onwillekeu rig vraagt men naar d'e oorzaak van zulk een beangstigende toename der on- geloovigen? Ik vermoed', dat de alge meene economische nood' hier een voor name rol speelt. Vele .protestanten, die het met de kerk allang niet meer eens waren, lieten zich als lidmaat schrappen, daar ze de kerkelijke belastingen niet langer konden of wilden betalen. Dit ia ongetwijfeld een begrijpelijk, maar geen erg nobel motief. Daarnaast moet de activiteit d'er goddeloozen genoemd wor den als een der grootste gevaren voor d'e kerk. De socialistische vrijdenkers ge- dragen zich in dezen vooralsnog neu traal, maar de communistische agitatie is met succes tot da proletarische krin gen d'er bevolking doorgedrongen. Een vooraanstaand man in het kerkelijk leven noemde het een kankerachtig verschijn sel, wanneer het protestantisme steed's meer de „kerk der bourgeoisie" gaat worden, Toch geloof ik niet, dat de groote afvalligheid alleen aan de economischen nood en de politieke agitatie der commu nisten te wijten is. De kerk zelve heeft hier schuld, daar zij dan geest van onzen harden tijd niet voldoende begrijpt en benadert De grootere meerderheid der theologen is blijven hangen aan het ver leden, gaat mee met bewegingen, welke den teganwoordigen staat bevechten en bevordert hierdoor de verhouding tot d'ezen nieuwen staat allerminst In Mann heim moest de predikant Eckert zijn geestelijke waardigheid afleggen, daar hjj zich had1 aangesloten bij de communisten I Het is begrijpelijk, dat een geestelijke, die voor de K. P. D. ageert, niet langer op d'en kansel geduld kam worden. Maar doet het ons niet even zonderling aan, wanneer w'ij vernemen, hoe in Hessen- Nassau d'e Generalsuperintendent Zöllner op een evangelische volkssamenkomst van een nieuwe groote beweging repte, welke den menschen een nieuw vader land' zal bezorgen? Volgens dezen Gene ralsuperintendent begroet de kerk deze beweging als een der hoopvolste feiten van onzen tijd'I Kan de nationaal-sociai- listische en anti-semitische beweging nog duidelijker geprezen worden door een hoog ambtenaar in d'ian3t van den repu- blikeinschen staat? Zulke geestelijken noemen zien „teut sche Theologen" en ze zijn veel grooter in aantal dan wij vermoeden. Het is in geestelijke kringen gebruikelijk, lid van de Duitsch-nationale partij te zÜn en de symphalie voor Hitler gaat hiermee sa men. Dat werd men nog dezer dagen ge waar, toen de veelgenoemde hofpredi ker Doehring in Bad Harzburg den veld- god'sdienst leidde voor duizenden ver eerders van het hakenkruis en den staal- helm. Qp d'ezen veelbesproken partijdag der Hitlerianen waren alle tegenstanders van den tegen woordigen staat bijeen, zaten Hitler en Hugenberg aan één tafel, marcheerden twee Hohenzollern-prinsen mee en zag het er sterk naar uit, dat men ons van het komende „derde rijk" een voorproefje wou geven. Doet het daar den buitenstaander niet hoogst zonderling aan, wanneer hij ver neemt, d'at een door de republiek geho noreerd geestelijke bier de kerkelijke lei ding voor zijn rekening neemt? Hoe groot de aanhang van mannen als hofprediker Doehring is, werd ik gewaar bij diens zilveren ambtsjubileum. Velen waren gekomen, om hem een bewijs van hun persoonlijke waardeering te geven- Uit kerkelijke en politieke kringen ver schenen vertegenwoordigers, om den ge- vierden jubilaris geluk te wenschen, en ook de toonaangevende pers vooral die van Hugeberg, houdt zich met den „Wer- d'egang" van den hofprediker bezig. Men viert hem als rechts-staand man, als lid van den rijksdag, als voorvechter der oude traditie, als vriend en bewonderaar van d'en voormaligen keizer. Doehring stamt van een Oost-Pruisi sche boerenfamilie. Hij studeerde in Halle, Berlijn en Koningsbergen en was als jong leeraar geruimen tijd1 in Oost Pruisische gemeenten werkzaam. Pas in 1912 kwam hij als directeur van het Oost Pruisische seminaria naar de Lutherstad Wittenberg. Twee jaar later werd bij door den keizer als domprediker naar Berlijn beroepen. Tot de kandidaten voor deze hooge positie behoorde toen ook de tegenwoor dige Generalsuperintendent van Pruisen D. Dibelius, maar toen da keizer Doeh ring gehoord had, kwamen anderen niet meer in aanmerking. In Berlijn verzamelde zich om den per soon van Doehring een groote gemeente en deze is hem trouw gebleven tot op den huidigen dag. Men moet des Zondags bijtijds in den dom verschijnen, wanneer men voor een zitplaats in aanmerking komen wil. Honderden luisteren staande naar Doehring's predicatie, welke veelal met politieke toespelingen gepaard gaat Onvergetelijk is voor velen de toespraak, welke door hem bij het uitbreken van den oorlog op de trap van het rijksdaggebouw (voor duizenden menschen gehouden werd. Hofprediker dr Vogel uit Potsdam en hofprediker Doehring behooren tot de weinigen, die zoo nu en dan door het „Hofmarschallamt" van Huis Doom wor den uitgenoodigd, om een spreekbeurt in het huis van den voormaligen keizer te vervullen. Naar aanleiding van zijn ambtelijk jubi leum verzocht ik ds Doehring, ons een en ander uit zijn persoonlijke ervaringen te vertellen. Hij voldeed gaarne aan dit verzoek, sprak met groote waardeering over Nederland en prees de correcte wijze, waarop onze regeering den voor maligen keizer sedert dien3 afdanking als keizer van Duitschland en koning van Pruisen heeft behandeld. „Sed'ert ik in de Slotkerk te Konings bergen in mijn ambt bevestigd' werd, is er inderdaad heel wat gebeurd. Ik moet met mijn ord'inator beginnen. De toen malige Oost-Pruisische Generalsuperinten dent Dr Braun had mij als provinciaal vicaris uitgezocht. Ik moest hem ter be schikking staan en overal toegrijpen, waar de nood aan den man kwam. Met vader lijken ernst zeide hij, dat ik naar een landelijke gemeente moest gaan, waar alles in 't honderd geloopen was. Wegens tragische omstandigheden was de kansel er geruimen tijd onbezet gebleven en het gemeenteleven was totaal verwaar loosd'. Ik moest nu op informatie uitgaan en hem een paar dagen later verslag uit brengen. De door mij toen opgedane in drukken waren vernietigend. Ik was over tuigd, dat Dr Braun mij als beginneling voor zulk werk niet zou aanwijzen. Hij luisterde naar mijn verslag en antwoordde in vaderleken ernst: „Beste vriend, uw bezwaren zijn ernstig en worden door mij ook als zoodanig aanvaard. Maar hoe zoud't ge er over denken, wanneer ge d'eze zware taak niet uit ambtelijke overwegingen doch uit de kracht van uw geloof aanvaarden moest?" Ik was ont wapend. Hij vroeg nog: „Wanneer zijt ge ter plaatse?" Ik noemde den trein en kreeg ten antwoord: Wanneer ge in uw gemeente aankomt, kunt ge er verzekerd' van zijn, d'at terzelfder tijd iemand in Koningsbergen voor u bidt!" Ik heb vaak aan d'it onderhoud moeten denken in later tijd. Toen ik na mijn proefpred'ikatie bij den keizer ontboden werd en door hem tot hofprediker benoemd werd, ontving de keizer mij op beminnelijke wijze. Door de vele excellenties van zijn omgeving werd' ik onwillekeurig zoo sterk beïn vloed', dat ik den keizer voortdurend bij vergissing met excellentie toesprak. Wijlen de keizerin heeft mij later ver teld, dat de keizer dit aan tafel met bpgetogenheid' vertelde en aan dit amu sant verhaal toevoegde: „Wanneer mijn nieuwe hofprediker mij ook slechts den rang van een minister toekent, zoo moet ik toch toegeven d'at zijn preek geen suikerwerk was en daar komt het ten slotte toch op aanl" Sedert 1 Januari 1916 heb ik de grond gedachten mijner predicates op den dom- kansel onmiddellijk na de godsdienst oefening in gedrukten vorm toegankelijk gemaakt Ik keek niet weinig verbaasd', toen ik bij het naar huis gaan, een exem plaar van mijn preek in de hand gedrukt kreeg door een ouden heer, die ernstig manend tot mij zeide: „Bitte sehr, das will ich Ihnen schenken, veilleicht lesen Sie das zu Hause einmal durchl" Toen ik vriendelijk lachend afweerde, werd mij nog nageroepen: „Weim Sie wüssten, was in d'em Heft steht, dann würde Ihnen das Lacheln schon vergëhenl" Berlijn, eind October 1931. Van 29 Oct.—5 Nov. 1931. VLISSINGEN. Bevallen: H. A. van den Berg, geb. Miggelbrink, z.; J. G. Louwerse, geb. de Ruijter, d.; D. Meertens, geb. Herrehout, z.; M. Meerman, geb. Bronke, d.; M. de Nooijer, geb. Meulmeester, z.; J. M. Ventevogel, geb. van der Wart, d.; C. J. Baars, geb. Kopmels, z.; R. de Waart, geb. van der Sluis, z.; M. W. Abeln, geb. Vrolijk, z.; G. P. J. Henning, geb. Vernieuwe, d.; J. W. Goor, geb. Mudde, d.; D. den Outer, geb. Malipaard, d.; J. Boot, geb. Huijsman, d. Overleden: L. van Bel, 83 j., wedn. van S. M. Cambier; A. Puijpe, 44 j., man van M. Montezaan; J. G. van der Poel, 68 j., vrouw van J. Ovaa; M. C. A. E. van Steijn, 71 j., wedn. van B. van der Wilt. (Vliss. Crt.) AXEL. Huw.-Aangifte: Aurelia Leoando Umberto Santucci, 31 j. jm. en Giusep- pina Spagnol, 26 j. jd. Gehuwd: Edumondus de Kerf 22 j. jm en Margaretha Jacoba Heerspink 14 j. jd.; X Jan Kiel 41 j. jm. en Tanneke Levina Kiel 35 j. jd.; Jacobus Jan van Langevelde 29 j. jm. en Wilhelmina Bak ker 25 j. jd'.; 15, Kryn Cornelis van Broekhoven 23 j. jm. en Janneke Kotvis 20 j. jd'. Overleden: 4, Maria de Visser, 1 mnd. d. v. Abraham de Visser en Adriana Dees; 29, Michiel Hermanus van Duijn, 28 j., echtg. v. Maaitje van Ingen; 31, Maatje Jongejan, 70 j., echtg. v. Marinus de Fouw. Geboren: 4, Petrus z. v. Edumondus de Kerf en Margaretha Jacoba Heer spink; 4, Willem Adrianus, z. v. Dinge- nus van d'en Berg en Paulina Lamberta Aand'eweg; 7, Christina Jacoba, d. v. Dominicus de Feijter en Tanneke Catha- rina Comelissen; 8, Maria Elizabeth, d. v. Pieter Jan van Fraeijnhove en Geer- truida .Kaijser; 11, Geertruida Pieternel- ;la, d'. V. Nicolaas Scheele en Leintje Anna Harms; 13, Anthonij Willem, z. v. Jacob Goossens en Geertrui Riemens; 12, Albertus Josephus Augustinus, z. v. Honoré Duijm en Gabrielle Juliana Maria van Mosseveld'e; 19, Gijsberta Maria De- bora, d. v. Jan van Hoorn en Jacoba Hamelink; 21, Elisabeth, d'. v. Marinus de Koeijer en Francina Scheele; Maatje Jan neke, d. v. Pieter van Hoorn en Catha- rina Johanna Deij. Enkele recepten. Gestoofde prei. Neem 16 dikke preien; 40 gram boter of margarine; 25 gram bloem; 2 eetlepels azijn; zout; noot- muscaat. Snijd vlak boven de gele of witte schacht het groen, van onderen de wor teltjes eraf en snijd de preien in stuk ken van goed een vingerlid lang; wasch deze zorgvuldig en herhaaldelijk om al het zand eruit te verwijderen, zet de prei vervolgens op met een weinig water en een theelepel zout en laat haar, onder af en toe omschudden, of -roeren, gaar stoven Smelt de boter, roer de bloem erdoor, laat deze goudgeel (niet bruin 1) fruiten en kook met 3 d.L. van het kook vocht van de prei saus ervan; voeg hier bij de azijn een weinig nootmuscaat, zoo- noodig zout en stoof de prei eenige mi nuten erin. Preischotel Snijd hiervoor de prei en, als het groen en de worteltjes ver wijderd zijn, niet in stukken, maar geef in de lengte van de schacht een snede tot in het hart en tot een paar c.M. boven het dikke ondereind en spoel en wasch daarna de preien herhaaldelijk in ruim water, om het zand tusschen de blaren weg te krijgen. Kook vervolgens de preien plm. 5 min. in ruim water, giet dit af, laat de preien uitlekken en schik ze in een schoofschotel met zoo veel water, dat ze voor de helft erin lig gen, met bruin van jus en een tikje zout, strooi paneermeel erover, verdeel in kleine kluitjes boter, margarine of vet van jus erop, leg een deksel op de scho tel en laat de prei, onder af en toe be druipen, in de oven (of boven op) gaar stoven (2 A 2y2 uur). („De Huishouding".) Boterhamkoek. 1 pond tarwe- of roggebloem, y2 pond stroop, 1 ons bruine suiker of basterdsuiker, L. melk, 2 theelepels anijszaad (niet bepaald noo- dig), 1 theelepel kaneel, y2 theelepel ge malen kruidnagelen, 3 theelepels bakpoe der, desverkiezende 1 theelepel gember poeder. Meng alle droge bestanddeelen door elkaar. Roer de melk door de stroop en werk met deze vloeistof het droge meng sel tot een stevig deeg dooreen, liefst vlug, omdat anders het bakpoeder een deel van zijn kracht zou verliezen. Leg het deeg, dat goed soepel moet zijn, in een met boter ingesmeerden vorm (een biscuitblikje is heel geschikt); bak den koek in een matig warmen oven gaar (1 A 2 uur). Laat den koek uitdampen en berg hem niet in den trommel vóór hij geheel koud is geworden; laat hem, als hij misschien in 't begin wat hard mocht zijn, een paar dagen in den broodtrommel (bij het brood) liggen. Boter inmaken. De meeste menschen nemen geen groote hoevelheden boter in huis. Maar soms kunnen zich omstandigheden voordoen, zooals nu, waar de prijs zoo laag is, die het wenschelijk maken, wat ruimer voor raad op te doen. In dat geval drukt men de boter stevig in elkaar in groote, Keul- sche potten en bedekt ze met pekel van 4 ons zout op één liter water. De gekookte pekel wordt, als hij koud geworden is, over de boter gegoten. Bouillon trekken. De voorschriften van Martine Wittop Koning luiden: 1. Bestel voor sterken bouillon (die op zichzelf in kopjes gepresenteerd wordt) 1 pond mager soepvleesch op 1 1. water; voor bouillon, die als grondstof voor soep moet dienen en die dus door andere bij gevoegde stoffen vanzelf meer smaak krijgt, gewoonlijk slechts y2 pond vleesch op 1 1. water. 2. Wasch het vleesch en maak er met een mes in alle richtingen prikken en inkervingen in, zoodat hét water overal naar binnen kan dringen om oplosbare stoffen uit te trekken. 3. Doe het vleesch met de vereischte hoeveelheid koud water in een pan en reken op eiken liter water 5 A 10 gr. zout. 4. Kies een goed sluitende, liefst hooge, nauwe pan (b.v. een marmite of soep ketel): de kleinere oppervlakte gaat de verdamping tegen, zoodat de geur beter bewaard blijft 5. Breng het water met het vleesch aan de kook; houd de pan goed gesloten en schep het schuim, dat zich vormt, niet af. 6. Laat den bouillon 3 A 4 uur zachtjes koken (z.g. „trekken") en giet hem dan door een zeef, waarin liefst nog een lapje neteldoek of flanel wordt gelegd. 7. Doe het vleesch niet weg, maar maak er den volgenden dag het een of ander gerecht van. Eenige wenken. Waar kleutertjes in huis zijn, komen de meubels nogal eens in aanraking met vette vingertjes. Wilt ge de meubels wrijven, neem ze dan eerst af met warm water en een schepje azijn. Het vet wordt dan dadelijk weggenomen, de meubels nemen beter was aan en het wrijven gaat gemakkelijker en vlugger. Natuurlijk mogen de meubels niet te nat worden gemaakt, daar er anders vocht in de naden trekt en het hout doet rotten. Vernikkelde voorwerpen, die dof zijn geworden, kunnen weer blinkend worden gemaakt met 30 pCt. zwavelzuur houdenden alcohol Men laat het vocht op de voorwerpen even inwerken door ze goed in te wrijven, spoelt ze met lauw water af en polijst ze met droge, zachte doeken. Om de petroleumlucht van de han den af te krijgen is het zeer makkelijk, altijd een halven citroen bij de hand te hebben. Hiermede de handen na 'twas- schen even inwrijven en de lucht is weg. Gelieve alles deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Probleem No. 222. Auteur; A. Knol, A'dam. 1 2 3 4 5 Zwart 8 sch. op: 7, 10, 13, 14, 17, 21, 27, 29 en dam op 26. Wit 11 sch. op: 23, 25, 28, 34, 35,37, 39, 40, 42, 43 en 47. Wit speelt en wint. Oplossingen binnen acht dagen na laat ste plaatsing in elke maand. Prijs 3e kwartaal 1931. Door den prijswinnaar werd een woor denboek gekozen. Om het kampioenschap van Nederland. B. Ris (Wit) W. G. J. Polman (Zwart) 1. 33—28 18—22 2. 38—33 12—18 3. 42—38 7—12 4. 47—42 1—7 5. 31—26 19—23 6. 28X19 14X23 7. 33—28 Op deze wijze behoudt wit wel een randschijf, doch ook aan andere zetten zijn bezwaren verbonden. Op 3429 en 40 X29 zou zwart b.v. 2227 en 16X27 spelen, met zeer goed spel, terwijl op wit 3228 en 37X28 zwart 1621 speelt, om later met 2127 voort te zetten. 7. 22X33 8. 39X19 13X24 9. 32—27 10—14 10. 37—31 9—13 11. 44—39 17—21 Wel het beste. Het is niet gemakkelijk voor zwart om in dezen stand voordeel op de witte randschijf te behalen. Op zwart 1823 zou wit ook van stelling ver anderen met 2722, 2621 en 31X33 met gelijk spel. 12. 26X17 12X32 13. 38X27 7—12 14. 41—37 4—9 15. 4641 11—17 16. 43—38 17—21 17. 49—43 21X32 18. 37X28 5—10 19. 41—37 14—19 20. 37—32 10—14 21. 39—33 20—25 22. 34—29 1420 23. 50—44 6—11 24. 4439 11—17 25. 39—34 Deze zet is zwak en bij goed tegenspel moet wit nu ook in het nadeel komen. Het beste was 4237 geweest. Na den tekstzet moet zwart spelen. Wit: 28X17 32—28 (a.b.) 31X 22 43—39 (c). Zw. 17—22 12X21 21—27 18X27 16— 21 28—23 33X31 40X 49 19X 28 24X44 2126 met ongeveer gelijk spel. Zwart heeft echter verschillende kansen als wit niet het beste antwoord geeft en dat is na den tekstzet niet het geval. a) 43—39 31—26 32X21 48—43 35X24 19—23 21—27 16X27 (dreigt 25—30 en 23 X32) 24—30 27—32 en zwart 18—22 met dam. b. 31—26 26X17 35X24 27, 2430 19X37 met schijfwinst. c.) 29—23 23X14 38X16 35X24 40 —35 24—30 20—49 9X20 49—44 44X17. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 6