PUROL er op
Land- en Tuinbouw
Berlijnsche Brieven
Burgerlijke Stand.
Het Vrouwenhoekje.
Dammen.
Het verzacht en geneest
Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij
Brand- en Snljwonden, Ontvellingen
en allerlei Huidverwondingen
heeft zien staan. In het kantoor brandde
licht en er klonken luide stemmen. Voor
de rest ontbreken momenteel alle nadere
inlichtingen.
De heer Courrech Staal was eerst vier
jaar in Gorinchem gevestigd.
De notaris bewoonde het pand. geheel
alleen. Hij is getrouwd en heeft twee kin
deren. Zijn vrouw met de twee kinderen
had echter haar intrek genomen bij ken
nissen in Den Haag, omdat zij in Go
rinchem niet kon wennen.
Kinderverlamming. Naar
wordt medegedeeld, zijn te Hagen en tal
van plaatsen in den omtrek een vrij groot
aantal gevallen van kinderverlamming
voorgekomen. In het stadsgebied van Ha
gen zijn tot dusver 15 gevallen aange
geven, waarvan 4 een doodelijken afloop
hadden.
Smokkelhandel in tarwe.
Langs de oostgrens van Limburg wordt
een uitgebreide smokkelhandel in tarwe
gevoerd. Op iedere 100 pond tarwe wordt
5 mark verdiend. De benden bestaan in
den regel uit 30 A 50 personen. Bijna een
geheel grensdorp verleent soms medewer
king door het uitzenden van posten. Zoo
dra een beambte gesignaleerd is, wordt
door allerlei teekens een smokkeltroep ge
waarschuwd. Enorme kwanta tarwe wor
den dagelijks met allerlei vehikels over
de jpens gebracht. De tarwe wordt van
Duitschland naar Limburg gebracht, om
de hooge uitvoerpremie en invoerbewijzen
te bemachtigen. Op Limhuxgisch gebied
wordt de tarwe wederom naar de smokkel-
lokalen gebracht, en den volgenden nacht
gaat de tarwe weer over de grens. Dit
spelletje wordt telkens herhaald. Arresta
ties van de smokkelaars hebben zelden
plaats; door de actieve medewerking van
grensdorpen zijn de douane-beambten als
het ware tot machteloosheid gedoemd.
Een Burgemeester, die het
met s'n Wethouders niet eens
is. In Heesch bij Oss, is de verhouding
tusschen burgemeester en wethouders zeer
gespannen. Het is zelfs zóó ver gekomen
dat er handtastelijkheden hebben plaats
gehad.
Ook heeft het armbestuur (burgerlijk)
en bloc bedankt en kunnen gegadigden
niet worden gevonden, ondanks het aan
dringen om geen krasser, boewei juis
ter term te gebruiken van den burge
meester. Men heeft uit de raadsverslagen
kunnen lezen, dat het oud-burgemees
tershuis, aanvankelijk 'bestemd voor raad
huis, nu zou worden aangewend voor
ambtswoning van den tegenwoordigen
burgervader, die nu uit gebrek aan wo
ning is blijven wonen in zijn oude woon
stede Vught Er moesten echter verande
ringen en herstellingen gebeuren aan en
ia dit huis. Een bouwkundige, die de
situatie opnam, daartoe gerechtigd door
den raad, werd door den burgemeester uit
het huis verwijderd.
Vorige week was de burgemeester, zijn
echtgenoote en een 'bouwkundige in dit
bewuste huis; de wethouders dit ziende
betraden ook dit huis, om zoo mogelijk te
vernemen, wat de burgemeester en me
vrouw aan het huis veranderd wilden zien,
om dan in overleg met den raad te beslis
sen of men dit huis al dan niet zou be
stemmen als ambtswoning, want de be
stemming werd reeds tevoren afhankelijk
gesteld van de te maken kosten. De burge
meester echter beschouwde de wethou
ders, die het gemeente eigendom mede be
traden als indringers en gooide ze buiten.
Dit heeft ten gevolge gehad, dat de Raad
met 9 leden (er is één vacature en een lid
bleek ziek te zijn) naar Den Bosch zijn
gestapt en een onderhoud hebben ge
vraagd en gekregen met den Commissaris
der Koningin in Noord-Brabant.
Daags na dit gebeurde werden de wet
houders bijeen geroepen om een ver
gadering te beleggen van het gemeente
bestuur. De wethouders hebben hieraan
geen gevolg gegeven, alhoewel zij nog eens
door den ambtenaar ter secretarie werden
uitgenoodigd te komen op last van den
burgemeester.
Echter werd het oud-burgemeesters
huis, zonder goedvinden, medeweten of
voorkennis van raad of dagel. bestuur
aanbesteed en werd de aanbesteding be
staande uit eenige veranderingen, verbete
ringen en herstellingen, gegund aan den
heer Muller, aannemer te Heesch, die
blijkbaar de laagste inschrijver is geweest,
want hij het indienen der biljetten, noch
bij de opening ran deze ia een der raads
leden tegenwoordig geweest.
Een ieder is benieuwd naar de eerst
komende raadsvergadering, waar allicht
een hartig woordje zal worden gewisseld.
Winsten van abattoirs.
De Iandbouwmedewerker van de Ned.
scshrijft:
Juist een jaar geleden schreven we over
de groote winsten, door verscheidene abat
toirs gemaakt. „Dat niet alleen de sla
gers, maar ook de boeren die winstmarges
niet zonder critiek kunnen aanzien, voelt
ieder", zoo merkten we desttijds op.
Thans kregen we het winstcijfer onder
de oogen van het abattoir te Rotterdam,
dat wel iets minder hoog is dan 't vorig
jaar, maar och nog de kapitale soon van
f 216.500.68(1) bedraagt.
Htt abattoir te Arnhem, met een veel
kleineren „omzet", maakte een winst van
f 43.779.451
D0MPREDIKER D0EHRING.
Aan d'e algemeene crisis, die sedert
d'en door niemand gewonnen oorlog de
gansche wereld beheerscht, kon ook de
kerk niet ontkomen. Sedert de omwente
ling nam d'e verhouding tusschen kerk en
staat een gansch andere gedaante aan.
Het duurde meerdere jaren, voordat men
ongeveer jvist, welke van zijn vroegere
verplichtingen d'e staat ten opzichte van
de kerk blijft erkennen. Eerst kwam een
concordaat met de katholieke kerk tot
standi en pas kort geleden konden wij
uitvoerig nagaan, welken vorm het con
cordaat tusschen den Pruisischen staat en
d'e Evangelische kerk heeft aangenomen.
Het heengaan van keizer Wilhelm II
bracht een scheiding tusschen troon en
altaar teweeg, waaronder vooral de evan
gelische kerk in Pruisen zwaar te lijden
heeft Door d'e revolutie werd het sum-
episcopaat opgeheven en de kerk bleef
aan haar lot overgelaten. Het fund'ament
van het protestantisme werd' door twijfel
en ongeloof aangetast. In tegenstelling tot
d'e katholieke kerk stond men hier vrij
wel weerloos tegenover. De cijfers spre
ken in dezen boekdeelen. Volgens de
statistiek over 1930 zijn alleen in Berlijn
ruim 69000 protestanten hun kerk on
trouw geworden; dat beteekent bijna
twee procent van d'e Berlijnsche bevol
king. Legt men d'eze statistiek naast die
van d'e katholieken en Israëlieten, dan
ziet men, dat de afvalligheid bij de pro-
testanten veel grooter was. Onwillekeu
rig vraagt men naar d'e oorzaak van
zulk een beangstigende toename der on-
geloovigen? Ik vermoed', dat de alge
meene economische nood' hier een voor
name rol speelt. Vele .protestanten, die
het met de kerk allang niet meer eens
waren, lieten zich als lidmaat schrappen,
daar ze de kerkelijke belastingen niet
langer konden of wilden betalen. Dit ia
ongetwijfeld een begrijpelijk, maar geen
erg nobel motief. Daarnaast moet de
activiteit d'er goddeloozen genoemd wor
den als een der grootste gevaren voor
d'e kerk. De socialistische vrijdenkers ge-
dragen zich in dezen vooralsnog neu
traal, maar de communistische agitatie
is met succes tot da proletarische krin
gen d'er bevolking doorgedrongen. Een
vooraanstaand man in het kerkelijk leven
noemde het een kankerachtig verschijn
sel, wanneer het protestantisme steed's
meer de „kerk der bourgeoisie" gaat
worden,
Toch geloof ik niet, dat de groote
afvalligheid alleen aan de economischen
nood en de politieke agitatie der commu
nisten te wijten is. De kerk zelve heeft
hier schuld, daar zij dan geest van onzen
harden tijd niet voldoende begrijpt en
benadert De grootere meerderheid der
theologen is blijven hangen aan het ver
leden, gaat mee met bewegingen, welke
den teganwoordigen staat bevechten en
bevordert hierdoor de verhouding tot
d'ezen nieuwen staat allerminst In Mann
heim moest de predikant Eckert zijn
geestelijke waardigheid afleggen, daar hjj
zich had1 aangesloten bij de communisten I
Het is begrijpelijk, dat een geestelijke,
die voor de K. P. D. ageert, niet langer
op d'en kansel geduld kam worden. Maar
doet het ons niet even zonderling aan,
wanneer w'ij vernemen, hoe in Hessen-
Nassau d'e Generalsuperintendent Zöllner
op een evangelische volkssamenkomst
van een nieuwe groote beweging repte,
welke den menschen een nieuw vader
land' zal bezorgen? Volgens dezen Gene
ralsuperintendent begroet de kerk deze
beweging als een der hoopvolste feiten
van onzen tijd'I Kan de nationaal-sociai-
listische en anti-semitische beweging nog
duidelijker geprezen worden door een
hoog ambtenaar in d'ian3t van den repu-
blikeinschen staat?
Zulke geestelijken noemen zien „teut
sche Theologen" en ze zijn veel grooter
in aantal dan wij vermoeden. Het is
in geestelijke kringen gebruikelijk, lid van
de Duitsch-nationale partij te zÜn en de
symphalie voor Hitler gaat hiermee sa
men. Dat werd men nog dezer dagen ge
waar, toen de veelgenoemde hofpredi
ker Doehring in Bad Harzburg den veld-
god'sdienst leidde voor duizenden ver
eerders van het hakenkruis en den staal-
helm. Qp d'ezen veelbesproken partijdag
der Hitlerianen waren alle tegenstanders
van den tegen woordigen staat bijeen,
zaten Hitler en Hugenberg aan één tafel,
marcheerden twee Hohenzollern-prinsen
mee en zag het er sterk naar uit, dat
men ons van het komende „derde rijk"
een voorproefje wou geven.
Doet het daar den buitenstaander niet
hoogst zonderling aan, wanneer hij ver
neemt, d'at een door de republiek geho
noreerd geestelijke bier de kerkelijke lei
ding voor zijn rekening neemt?
Hoe groot de aanhang van mannen als
hofprediker Doehring is, werd ik gewaar
bij diens zilveren ambtsjubileum. Velen
waren gekomen, om hem een bewijs van
hun persoonlijke waardeering te geven-
Uit kerkelijke en politieke kringen ver
schenen vertegenwoordigers, om den ge-
vierden jubilaris geluk te wenschen, en
ook de toonaangevende pers vooral die
van Hugeberg, houdt zich met den „Wer-
d'egang" van den hofprediker bezig. Men
viert hem als rechts-staand man, als lid
van den rijksdag, als voorvechter der
oude traditie, als vriend en bewonderaar
van d'en voormaligen keizer.
Doehring stamt van een Oost-Pruisi
sche boerenfamilie. Hij studeerde in
Halle, Berlijn en Koningsbergen en was
als jong leeraar geruimen tijd1 in Oost
Pruisische gemeenten werkzaam. Pas in
1912 kwam hij als directeur van het Oost
Pruisische seminaria naar de Lutherstad
Wittenberg. Twee jaar later werd bij door
den keizer als domprediker naar Berlijn
beroepen.
Tot de kandidaten voor deze hooge
positie behoorde toen ook de tegenwoor
dige Generalsuperintendent van Pruisen
D. Dibelius, maar toen da keizer Doeh
ring gehoord had, kwamen anderen niet
meer in aanmerking.
In Berlijn verzamelde zich om den per
soon van Doehring een groote gemeente
en deze is hem trouw gebleven tot op
den huidigen dag. Men moet des Zondags
bijtijds in den dom verschijnen, wanneer
men voor een zitplaats in aanmerking
komen wil. Honderden luisteren staande
naar Doehring's predicatie, welke veelal
met politieke toespelingen gepaard gaat
Onvergetelijk is voor velen de toespraak,
welke door hem bij het uitbreken van den
oorlog op de trap van het rijksdaggebouw
(voor duizenden menschen gehouden werd.
Hofprediker dr Vogel uit Potsdam en
hofprediker Doehring behooren tot de
weinigen, die zoo nu en dan door het
„Hofmarschallamt" van Huis Doom wor
den uitgenoodigd, om een spreekbeurt
in het huis van den voormaligen keizer
te vervullen.
Naar aanleiding van zijn ambtelijk jubi
leum verzocht ik ds Doehring, ons een
en ander uit zijn persoonlijke ervaringen
te vertellen. Hij voldeed gaarne aan dit
verzoek, sprak met groote waardeering
over Nederland en prees de correcte
wijze, waarop onze regeering den voor
maligen keizer sedert dien3 afdanking als
keizer van Duitschland en koning van
Pruisen heeft behandeld.
„Sed'ert ik in de Slotkerk te Konings
bergen in mijn ambt bevestigd' werd, is
er inderdaad heel wat gebeurd. Ik moet
met mijn ord'inator beginnen. De toen
malige Oost-Pruisische Generalsuperinten
dent Dr Braun had mij als provinciaal
vicaris uitgezocht. Ik moest hem ter be
schikking staan en overal toegrijpen, waar
de nood aan den man kwam. Met vader
lijken ernst zeide hij, dat ik naar een
landelijke gemeente moest gaan, waar
alles in 't honderd geloopen was. Wegens
tragische omstandigheden was de kansel
er geruimen tijd onbezet gebleven en
het gemeenteleven was totaal verwaar
loosd'. Ik moest nu op informatie uitgaan
en hem een paar dagen later verslag uit
brengen. De door mij toen opgedane in
drukken waren vernietigend. Ik was over
tuigd, dat Dr Braun mij als beginneling
voor zulk werk niet zou aanwijzen. Hij
luisterde naar mijn verslag en antwoordde
in vaderleken ernst: „Beste vriend, uw
bezwaren zijn ernstig en worden door
mij ook als zoodanig aanvaard. Maar
hoe zoud't ge er over denken, wanneer
ge d'eze zware taak niet uit ambtelijke
overwegingen doch uit de kracht van uw
geloof aanvaarden moest?" Ik was ont
wapend. Hij vroeg nog: „Wanneer zijt
ge ter plaatse?" Ik noemde den trein en
kreeg ten antwoord: Wanneer ge in uw
gemeente aankomt, kunt ge er verzekerd'
van zijn, d'at terzelfder tijd iemand in
Koningsbergen voor u bidt!" Ik heb vaak
aan d'it onderhoud moeten denken in
later tijd.
Toen ik na mijn proefpred'ikatie bij den
keizer ontboden werd en door hem tot
hofprediker benoemd werd, ontving de
keizer mij op beminnelijke wijze. Door
de vele excellenties van zijn omgeving
werd' ik onwillekeurig zoo sterk beïn
vloed', dat ik den keizer voortdurend bij
vergissing met excellentie toesprak.
Wijlen de keizerin heeft mij later ver
teld, dat de keizer dit aan tafel met
bpgetogenheid' vertelde en aan dit amu
sant verhaal toevoegde: „Wanneer mijn
nieuwe hofprediker mij ook slechts den
rang van een minister toekent, zoo moet
ik toch toegeven d'at zijn preek geen
suikerwerk was en daar komt het ten
slotte toch op aanl"
Sedert 1 Januari 1916 heb ik de grond
gedachten mijner predicates op den dom-
kansel onmiddellijk na de godsdienst
oefening in gedrukten vorm toegankelijk
gemaakt Ik keek niet weinig verbaasd',
toen ik bij het naar huis gaan, een exem
plaar van mijn preek in de hand gedrukt
kreeg door een ouden heer, die ernstig
manend tot mij zeide: „Bitte sehr, das
will ich Ihnen schenken, veilleicht lesen
Sie das zu Hause einmal durchl" Toen
ik vriendelijk lachend afweerde, werd mij
nog nageroepen: „Weim Sie wüssten, was
in d'em Heft steht, dann würde Ihnen das
Lacheln schon vergëhenl"
Berlijn, eind October 1931.
Van 29 Oct.—5 Nov. 1931.
VLISSINGEN. Bevallen: H. A. van den
Berg, geb. Miggelbrink, z.; J. G. Louwerse,
geb. de Ruijter, d.; D. Meertens, geb.
Herrehout, z.; M. Meerman, geb. Bronke,
d.; M. de Nooijer, geb. Meulmeester, z.;
J. M. Ventevogel, geb. van der Wart, d.;
C. J. Baars, geb. Kopmels, z.; R. de
Waart, geb. van der Sluis, z.; M. W.
Abeln, geb. Vrolijk, z.; G. P. J. Henning,
geb. Vernieuwe, d.; J. W. Goor, geb.
Mudde, d.; D. den Outer, geb. Malipaard,
d.; J. Boot, geb. Huijsman, d.
Overleden: L. van Bel, 83 j., wedn. van
S. M. Cambier; A. Puijpe, 44 j., man van
M. Montezaan; J. G. van der Poel, 68 j.,
vrouw van J. Ovaa; M. C. A. E. van
Steijn, 71 j., wedn. van B. van der Wilt.
(Vliss. Crt.)
AXEL. Huw.-Aangifte: Aurelia Leoando
Umberto Santucci, 31 j. jm. en Giusep-
pina Spagnol, 26 j. jd.
Gehuwd: Edumondus de Kerf 22 j.
jm en Margaretha Jacoba Heerspink 14 j.
jd.; X Jan Kiel 41 j. jm. en Tanneke
Levina Kiel 35 j. jd.; Jacobus Jan van
Langevelde 29 j. jm. en Wilhelmina Bak
ker 25 j. jd'.; 15, Kryn Cornelis van
Broekhoven 23 j. jm. en Janneke Kotvis
20 j. jd'.
Overleden: 4, Maria de Visser, 1 mnd.
d. v. Abraham de Visser en Adriana
Dees; 29, Michiel Hermanus van Duijn,
28 j., echtg. v. Maaitje van Ingen; 31,
Maatje Jongejan, 70 j., echtg. v. Marinus
de Fouw.
Geboren: 4, Petrus z. v. Edumondus
de Kerf en Margaretha Jacoba Heer
spink; 4, Willem Adrianus, z. v. Dinge-
nus van d'en Berg en Paulina Lamberta
Aand'eweg; 7, Christina Jacoba, d. v.
Dominicus de Feijter en Tanneke Catha-
rina Comelissen; 8, Maria Elizabeth, d.
v. Pieter Jan van Fraeijnhove en Geer-
truida .Kaijser; 11, Geertruida Pieternel-
;la, d'. V. Nicolaas Scheele en Leintje
Anna Harms; 13, Anthonij Willem, z. v.
Jacob Goossens en Geertrui Riemens;
12, Albertus Josephus Augustinus, z. v.
Honoré Duijm en Gabrielle Juliana Maria
van Mosseveld'e; 19, Gijsberta Maria De-
bora, d. v. Jan van Hoorn en Jacoba
Hamelink; 21, Elisabeth, d'. v. Marinus de
Koeijer en Francina Scheele; Maatje Jan
neke, d. v. Pieter van Hoorn en Catha-
rina Johanna Deij.
Enkele recepten.
Gestoofde prei. Neem 16 dikke
preien; 40 gram boter of margarine; 25
gram bloem; 2 eetlepels azijn; zout; noot-
muscaat.
Snijd vlak boven de gele of witte
schacht het groen, van onderen de wor
teltjes eraf en snijd de preien in stuk
ken van goed een vingerlid lang; wasch
deze zorgvuldig en herhaaldelijk om al
het zand eruit te verwijderen, zet de
prei vervolgens op met een weinig water
en een theelepel zout en laat haar, onder
af en toe omschudden, of -roeren, gaar
stoven Smelt de boter, roer de bloem
erdoor, laat deze goudgeel (niet bruin 1)
fruiten en kook met 3 d.L. van het kook
vocht van de prei saus ervan; voeg hier
bij de azijn een weinig nootmuscaat, zoo-
noodig zout en stoof de prei eenige mi
nuten erin.
Preischotel Snijd hiervoor de prei
en, als het groen en de worteltjes ver
wijderd zijn, niet in stukken, maar geef
in de lengte van de schacht een snede
tot in het hart en tot een paar c.M.
boven het dikke ondereind en spoel en
wasch daarna de preien herhaaldelijk in
ruim water, om het zand tusschen de
blaren weg te krijgen. Kook vervolgens
de preien plm. 5 min. in ruim water,
giet dit af, laat de preien uitlekken en
schik ze in een schoofschotel met zoo
veel water, dat ze voor de helft erin lig
gen, met bruin van jus en een tikje
zout, strooi paneermeel erover, verdeel
in kleine kluitjes boter, margarine of vet
van jus erop, leg een deksel op de scho
tel en laat de prei, onder af en toe be
druipen, in de oven (of boven op) gaar
stoven (2 A 2y2 uur).
(„De Huishouding".)
Boterhamkoek. 1 pond tarwe- of
roggebloem, y2 pond stroop, 1 ons bruine
suiker of basterdsuiker, L. melk, 2
theelepels anijszaad (niet bepaald noo-
dig), 1 theelepel kaneel, y2 theelepel ge
malen kruidnagelen, 3 theelepels bakpoe
der, desverkiezende 1 theelepel gember
poeder.
Meng alle droge bestanddeelen door
elkaar. Roer de melk door de stroop en
werk met deze vloeistof het droge meng
sel tot een stevig deeg dooreen, liefst
vlug, omdat anders het bakpoeder een
deel van zijn kracht zou verliezen.
Leg het deeg, dat goed soepel moet
zijn, in een met boter ingesmeerden vorm
(een biscuitblikje is heel geschikt); bak
den koek in een matig warmen oven
gaar (1 A 2 uur).
Laat den koek uitdampen en berg hem
niet in den trommel vóór hij geheel koud
is geworden; laat hem, als hij misschien
in 't begin wat hard mocht zijn, een
paar dagen in den broodtrommel (bij
het brood) liggen.
Boter inmaken.
De meeste menschen nemen geen groote
hoevelheden boter in huis. Maar soms
kunnen zich omstandigheden voordoen,
zooals nu, waar de prijs zoo laag is, die
het wenschelijk maken, wat ruimer voor
raad op te doen. In dat geval drukt men
de boter stevig in elkaar in groote, Keul-
sche potten en bedekt ze met pekel van
4 ons zout op één liter water.
De gekookte pekel wordt, als hij koud
geworden is, over de boter gegoten.
Bouillon trekken.
De voorschriften van Martine Wittop
Koning luiden:
1. Bestel voor sterken bouillon (die op
zichzelf in kopjes gepresenteerd wordt)
1 pond mager soepvleesch op 1 1. water;
voor bouillon, die als grondstof voor soep
moet dienen en die dus door andere bij
gevoegde stoffen vanzelf meer smaak
krijgt, gewoonlijk slechts y2 pond vleesch
op 1 1. water.
2. Wasch het vleesch en maak er met
een mes in alle richtingen prikken en
inkervingen in, zoodat hét water overal
naar binnen kan dringen om oplosbare
stoffen uit te trekken.
3. Doe het vleesch met de vereischte
hoeveelheid koud water in een pan en
reken op eiken liter water 5 A 10 gr. zout.
4. Kies een goed sluitende, liefst hooge,
nauwe pan (b.v. een marmite of soep
ketel): de kleinere oppervlakte gaat de
verdamping tegen, zoodat de geur beter
bewaard blijft
5. Breng het water met het vleesch aan
de kook; houd de pan goed gesloten en
schep het schuim, dat zich vormt, niet af.
6. Laat den bouillon 3 A 4 uur zachtjes
koken (z.g. „trekken") en giet hem dan
door een zeef, waarin liefst nog een
lapje neteldoek of flanel wordt gelegd.
7. Doe het vleesch niet weg, maar maak
er den volgenden dag het een of ander
gerecht van.
Eenige wenken.
Waar kleutertjes in huis zijn, komen de
meubels nogal eens in aanraking met
vette vingertjes. Wilt ge de meubels
wrijven, neem ze dan eerst af met warm
water en een schepje azijn. Het vet wordt
dan dadelijk weggenomen, de meubels
nemen beter was aan en het wrijven
gaat gemakkelijker en vlugger. Natuurlijk
mogen de meubels niet te nat worden
gemaakt, daar er anders vocht in de
naden trekt en het hout doet rotten.
Vernikkelde voorwerpen, die dof
zijn geworden, kunnen weer blinkend
worden gemaakt met 30 pCt. zwavelzuur
houdenden alcohol Men laat het vocht
op de voorwerpen even inwerken door ze
goed in te wrijven, spoelt ze met lauw
water af en polijst ze met droge, zachte
doeken.
Om de petroleumlucht van de han
den af te krijgen is het zeer makkelijk,
altijd een halven citroen bij de hand te
hebben. Hiermede de handen na 'twas-
schen even inwrijven en de lucht is weg.
Gelieve alles deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem No. 222.
Auteur; A. Knol, A'dam.
1 2 3 4 5
Zwart 8 sch. op: 7, 10, 13, 14, 17, 21,
27, 29 en dam op 26.
Wit 11 sch. op: 23, 25, 28, 34, 35,37, 39,
40, 42, 43 en 47.
Wit speelt en wint.
Oplossingen binnen acht dagen na laat
ste plaatsing in elke maand.
Prijs 3e kwartaal 1931.
Door den prijswinnaar werd een woor
denboek gekozen.
Om het kampioenschap van Nederland.
B. Ris (Wit) W. G. J. Polman (Zwart)
1. 33—28 18—22
2. 38—33 12—18
3. 42—38 7—12
4. 47—42 1—7
5. 31—26 19—23
6. 28X19 14X23
7. 33—28
Op deze wijze behoudt wit wel een
randschijf, doch ook aan andere zetten
zijn bezwaren verbonden. Op 3429 en 40
X29 zou zwart b.v. 2227 en 16X27
spelen, met zeer goed spel, terwijl op wit
3228 en 37X28 zwart 1621 speelt, om
later met 2127 voort te zetten.
7. 22X33
8. 39X19 13X24
9. 32—27 10—14
10. 37—31 9—13
11. 44—39 17—21
Wel het beste. Het is niet gemakkelijk
voor zwart om in dezen stand voordeel
op de witte randschijf te behalen. Op
zwart 1823 zou wit ook van stelling ver
anderen met 2722, 2621 en 31X33
met gelijk spel.
12. 26X17
12X32
13. 38X27
7—12
14. 41—37
4—9
15. 4641
11—17
16. 43—38
17—21
17. 49—43
21X32
18. 37X28
5—10
19. 41—37
14—19
20. 37—32
10—14
21. 39—33
20—25
22. 34—29
1420
23. 50—44
6—11
24. 4439
11—17
25. 39—34
Deze zet is zwak en bij goed tegenspel
moet wit nu ook in het nadeel komen.
Het beste was 4237 geweest. Na den
tekstzet moet zwart spelen.
Wit: 28X17 32—28 (a.b.) 31X
22 43—39 (c).
Zw. 17—22 12X21 21—27 18X27 16—
21 28—23 33X31 40X 49 19X 28 24X44
2126 met ongeveer gelijk spel. Zwart
heeft echter verschillende kansen als wit
niet het beste antwoord geeft en dat is na
den tekstzet niet het geval.
a) 43—39 31—26 32X21 48—43 35X24
19—23 21—27 16X27 (dreigt 25—30 en 23
X32) 24—30 27—32 en zwart 18—22 met
dam.
b. 31—26 26X17 35X24
27, 2430 19X37 met schijfwinst.
c.) 29—23 23X14 38X16 35X24 40
—35
24—30 20—49 9X20 49—44 44X17.
(Wordt vervolgd.)