DE ZEEUW
Om bet Eeuwige Rjjk.
TWEEDE BLAD.
Staten-Generaal.
Uit de Provincie
VAN
DONDERDAG 22 OCTOBER 1931, Nr 19.
TWEEDE KAMER.
Interpellatie ever den economischen
toestand.
Bij de voortgezette behandeling van de
interpellatie van den heer v. d. Tempel,
betreffende den economischen toestand,
betoogde de heer vanPoll (rad. R. K.)
dat de oorzaak van de crisis moet wor
den gezocht in de ongebreidelde mensche-
lijke concurrentiezucht. Spr. bepleitte de
bevordering van nieuwe vormen van be
drijfsorganisatie.
De heer A1 b a r d a (S. D.) kwalificeer
de het kapitalistische stelsel als een stel
selloosheid. Terugkeer tot het liberalis
tische stelsel acht spr. onmogelijk. De ar
beidersbeweging heeft de koopkracht ver
hoogd; loonsverlaging zou deze dus weer
verminderen en de crisis verergeren, ter-
.,wijl de strijd zou worden verscherpt.
Ook het voorbeeld van Rusland kan
geen redding brengen. (Heftige interrup
ties van de communisten). Spr. beschouwt
dit procédé als een kwakzalversmiddel.
Hij hoopt, dat de arbeiders zullen zorgen,
dat het socialisme wordt verwezenlijkt.
De heer Loerakker (R. K.) besprak
de crisis in tuinbouw- en suikerbieten
teelt en bepleitte behoorlijken steun zon
der aantasting van de arbeidersloonen.
Het Russische stelsel keurde spreker
scherp af, in elk geval acht hij het kapi
talistische stelsel honderdmaal beter dan
het Russische.
De heer Guit (R. K.) is met den heer
v. d. Tempel van oordeel, dat het kapi
taal de schuld van deze crisis draagt. In
dien er kwesties over de loonen zijn, dan
behooren deze in georganiseerd overleg
te worden besproken. Spr. bepleitte ver
der de tot stand koming van een alge-
meene steunregeling voor de werkloozen
in overleg met de gemeentebesturen.
De heer Slotemaker de Bruine
(G. H.) wees op het onverantwoordelijk
optreden van de Soc. Democraten. Spr.
durft niet vragen om grootere bedragen
voor steun verleening aan werkloozen,
maar wel om een zoo weinig mogelijk
stuitende verleening. Hij juicht toe, dat
overleg gepleegd wordt met organisaties
van werkgevers en werknemers, evenals
de stichting van een Nat. Steuncomité.
De heer Boon (Lib.) wees op het lou
ter negatief optreden van de Soc. Demo
craten. Hij wil niet zeggen, dat loonsver
laging de oplossing van de crisis kan
brengen, maar toch zal loonsverlaging
niet onder alle omstandigheden zijn tegen
te houden.
De heer S m e e n k (A. R.) zegt, dat de
bewogenheid met de crisis-slachtoffers
niet het monopolie is van de S. D. A. P.
Deze stelt wel groote eischen, zonder ech
ter, noch in, noch buiten de Kamer, de
middelen aan te geven hoe aan die
eischen te voldoen.
Verkorting van de arbeidsweek tot 40
uur kan men moeilijk aannemen als mid
del tot verbetering van den toestand.
Dat de regeering overleg pleegt met de
organisaties van werkgevers en werkne
mers heeft spr. met genoegen gezien. In
de exportindustrie en in den landbouw
stellen de loonen in de best betalende be
drijven nog nauwelijks in staat tot een
matig levenspeil. Het zal dus zeer moei
lijk zijn, die loonen nog meer te verlagen,
en van een algemeens verlaging mag dus
geen sprake zijn.
Er moet verandering komen in de
loonen in de beschutte bedrijven en in de
Overheidsbedrijven. Wat de werkloozen-
kassen aangaat, durft spr. verhooging
van de steunverleening niet aan. Zoowel
bij den Staat als bij de gemeenten ontbre
ken daarvoor de middelen. Een crisis
fonds daarvoor acht spr. niet mogelijk.
Er is een grens aan de leeningsmogelijk-
heid.
Spr. wil speciaal de aandacht vestigen
op de werkloozenkassen voor de landar
beiders.
Met den heer Oud is spr. het eens,
dat de sociaal-democraten hoe langer hoe
meer afwijken van het wetenschappelijk
Marxisme en men meer overhelt tot het
utopisme, wat volkomen begrijpelijk is.
Men moet in dezen tijd van ellende,
doen wat de hand vindt te doen, er reke
ning mee houdende, dat menschelijk
trachten de crisis niet alleen kan over
winnen; men onthoude zich dan echter
van het wekken van illusies.
Dhr D e V i s s e r, Comm., dient een mo
tie in, beoogende o.m.: aan boeren en tuin
ders, wier inkomen daalt beneden f 1000
per jaar, een zoodanige crisistoelage te
verschaffen, dat dit minimum inkomen is
gewaarborgd.
Dhr Braat, Plattel.,: Is f1000 dan vol
doende?
Dhr De Visser: Tal van kleine boer
tjes moeten het nu doen met de helft.
Voorts zou spr. een heffing ineens ver
langen van de vermogens boven tien
mille, een heffing van het Nederlandsche
kapitaal, dat buitenlands wordt geplaatst
en afschaffing van de bewapening.
In een tweede motie vraagt hij uit-
keering van een extra-steun van f2.50
per week aan alle werkloozen alsmede
uitkeering van benoodigde voeding, klee
ding en dekking voor gezinnen van werk
loozen en een extra-week uitkeering met
Kerstmis.
De moties worden alleen door den heer
Wijnkoop ondersteund en komen derhalve
niet in behandeling.
Dhr Kersten, St. Ger., zegt, dat de
interpellant geheel over het hoofd heeft
gezien, dat God regeert, zoodat hij geen
oplossing kon aangeven. Geen grooter
ramp zou ons volk kunnen treffen dan
als het viel in den greep der revolutie;
dit ware erger dan een oorlog.
De toestand is donker, maar er blijft de
lichtende hoop, dat God zal kunnen
helpen.
Ons leven moet versoberd en tot een
voudiger peil teruggebracht worden. De
sociale wetten moeten worden ingetrok
ken.
Spr. wijst op de verdwazing van het
volk, die uit de opbrengst der vermake
lijkheidsbelastingen blijkt. De regeering
neme maatregelen tegen een al te weel
derige levenswijze.
Tegenover den eisch van de 40-urige ar
beidsweek stelt spr. de vraag, dat de re
geering groote soepelheid zal betoonen
ten aanzien van de thans geldende ar
beidsweek. Stakingen moeten met kracht
worden tegengegaan en strafbaar gesteld.
Ook in de bescherming van onze pro
ducten ziet spr. een remedie.
De minister aan het woord.
De Minister van Binnen 1. Za
ken enLandbouw heeft aan hetgeen
hij in eersten termijn heeft gezegd, niet
veel toe te voegen.
Door tal van sprekers is het internatio
naal karakter der crisis in een hel licht
geplaatst. Ook bleek helder, dat maat
regelen, die elders reeds moesten worden
genomen, als in Duitschland en Enge
land, veel krasser waren dan hier noodig
zijn.
Alles, dat de regeering doet, en dat zij
meent te moeten doen, worde beschouwd
als het eenig mogelijke om den toestand
draaglijk te houden. Hooge salarissen te
handhaven, zou oorzaak worden, dat het
snoeimes straks veel scherper zal moe
ten worden gehanteerd.
Spr. herhaalt, dat algemeene loonsver
laging niet in de bedoeling der regeering
ligt; alleen waar dit mogelijk is moet die
plaats hebben. Dit was dan ook niet het
hoofdpunt van het overleg tusschen werk
gevers en werknemers. Spr. geeft de hoop
niet op, dat dit overleg vruchtdragend
zal zijn, al zijn verschillende antwoorden
teleurstellend.
Ten aanzien van de werkloozenverzeke-
ring in de beschutte bedrijven zegt spr.,
dat daarin de arbeiders zelf voor de extra-
premie voor de verlengde uitkeering moe
ten opkomen Daarvoor zijn geen over
heidsgelden beschikbaar. Het denkbeeld
van den heer Loerakker zal worden over
wogen.
Een extra-crisisuitkeering aan de werk
loozenkassen zal worden overwogen, doch
't belang der financiën moet hierbij in 't
oog worden gehouden
Spr. moet daarom de moties van den
heer Van den Tempel afwijzen, ook op
de gronden in eersten termijn medege
deeld.
Op de beschouwingen over de verschil-
FEUILLETON.
39) —Q—
Flaminius deelde hem mede, dat de
slaap in het heilig verblijf geen genezing
had gebracht en dat hij diep teleurgesteld
was, dat hem ook geen geneesmiddel was
geworden Een medelijdende glimlach
krulde een oogenblik de smalle lippen
van den priester.
„Dat verbaast me niets", zei hij, „het
gaat meestal zoo. Doch stel u gerust De
tempel van Aesculapius is een school voor
heelkunde rijk ik ben een van zijn
geneesheeren."
Flaminius keek naar den man met zijn
lang, wit gewaad. „Zijt gij geneesheer en
dus geen priester? vroeg hij langzaam.
„Ik ben beide en ik heb het druk ge
noeg", antwoordde de ander.
„Maar ik ben niet van zoover gekomen
om een geneesheer te raadplegen, maar
om bij de godheid zelve heling van mijn
kwalen te zoeken", zei Flaminius.
„En zijt ge dan zoo verdwaasd en ver
blind om het geloof van de onwetende
massa te deelen, dat
„Aesculapius en geen ander kan me
genezen", onderbrak Flaminius toornig.
„Laat hem zijn gang dan maar gaan",
antwoordde de priester, waarna hij zich
op zijn hielen omdraaide en heenwan-
delde.
Flaminius keek hem een oogenblik na,
een gevoel van bitterheid kwam in hem
op. Dus die heelmeesters bezoedelden
de heiligheid der goden, door te beweren,
dat zij de patiënten genazen met hun obs
cure geneesmiddeltjes. Geen wonder, dat
de Christenen niet meer in hen geloofden,
als de eigen dienaren zoo verraderlijk
handelden. Flaminius ging huiswaarts,
hoogst verbitterd over den priester.
Flavia keek hem angstig bezorgd aan,
maar haar kon Flaminius wel allerminst
de geheime oorzaak van zijn ergernis
meedeelen.
„Ik heb te vast geslapen vannacht,
Flavia", zei hij in antwoord op haar
vragenden blik. „Ik zal morgen nog een
offer brengen en den priesters vragen
voor mij te bidden", en nadat hij wat
gerust had en een bad had genomen,
liet hij twee witte duiven halen en met
deze dieren plus een groote som in Ro-
meinsch goud zocht Flaminius nogmaals
het alom beroemde altaar van Aescula
pius op.
lende maatschappelijke stelsels zal spr.
niet ingaan. Alleen wil hij den heer Kor-
tenhorst antwoorden, dat diens advies: be
perking van den invoer ten bate van het
evewicht in onze handelsbalans, wel
eens erger zou kunnen zijn dan de kwaal.
Meer voelt spr. voor het tweede middel:
bevordering van den export.
Verschillende detailpunten zullen
gaarne door de regeering worden overwo
gen.
Voor de noodlijdende kleine zelfstandi
gen zal de commissie-Van Citters, inge
steld op initiatief van prinses Juliana, de
regeering waardevolle hulp kunnen bie
den.
De v 1 a s-c u 11 u u r wordt reeds op be
scheiden wijze gesteund. De uitvoering
van groote waterstaatswerken wordt ver
traagd door gebrek aan middelen. Ontwa-
tering zal voorgaan boven ontginning.
Of exportpremies mogelijk of wensche-
lijk zijn zal worden onderzocht.
Goede controle bij de werkverschaffing
is noodig. Aan de jeugdige werkloozen zal
bijzondere aandacht worden gewijd.
De heer Van den Tempel vroeg een
toezicht! op de banken, in zoover als dit
beoogt een goede verdeeling van de be
schikbare kapitalen. Spr. wil aannemen,
dat in de toekomst toezicht op de ban
ken noodig kan zijn, maar dit mag niet
zoover gaan dat het medebeheer zou wor
den.
Dat de arbeidersklasse door de voorge
nomen regeeringsmaatregelen in diepere
ellende zal worden gedompeld, moet spr.
beslist ontkennen.
De regeering heeft nooit anders bedoeld
dan het goede en als zij tegenover bepaal
de eischen een positief „neen" moet laten
hooren, is dit om diepere ellende te ont
gaan.
Duplieken.
De heer Van den Tempel (s.d.)
constateert, dat in elk opzicht de vooruit
zichten der werkloozen zeer slecht zijn.
Samenwerking tusschen de arbeiders, de
ondernemers en de overheid schijnt men
niet te willen, omdat men de consequen
ties niet aandurft: de medezeggenschap
der arbeiders in de bedrijven.
Spr. verwacht van de regeering geen
opleving van het bedrijfsleven. De regee
ring wijst alles af wat spr. heeft gevraagd,
ook de motie inzake de 40-urige arbeids
week.
Ook de werkloosheidsverzekering blijft
onvoldoende geregeld. De politiek der re
geering kan geen andere strekking hebben
dan de arbeiders door honger murw te
maken. Namens de georganiseerde arbei
ders komt spr. daartegen op.
De Minister van Binnen-
landsche Zaken en Land
bouw wil gaarne nog een enkele opmer
king maken. De heer Van den Tempel
heeft verzuimd, aan te ge
ven waar de gelden van
daan moeten komen voor
hetgeen hij wil.
De beraadslagingen worden gesloten.
Over de moties zal Donderdagmiddag
worden gestemd.
De Rijn-Scheldeverbindln0 en de
oestercultuur.
Bij Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage
is verschenen: „De Zeeuwsche oestercul
tuur in gevaar", door Ir J. G. Ramaer.
Schr. behandelt daarin het plan-Schön-
feld (waaronder hij het plan naar de ge
dachten van de regeering verstaat) en
het plan-van Konijnenburg, tegen welke
plannen hij bezwaren aanvoert. Ook de
andere plannen worden door hem be
sproken. Daarvan kan het Scheldearm-
kanaal volgens het ontwerp-van de Lande
zijn instemming verwerven. Dit kanaal
is, evenals het Moerdijk-kanaal geworden
zou zijn, een vastelandskanaal met een
tracé, dat gelegen is tusschen dat van
het Moerdijkkanaal en dat van den nieu
wen waterweg Kreekrak-Eendracht.
De dijk aan de westzijde van het kanaal
van Konijnenburg zou midden door de
van rijkswege verpachte terreinen voor
oesterteelt heen gaan, die van het „pro
ject officiel" (plan-Segers), en naar het
schijnt ook het kanaal-Schönfeld, gaat
eenigszins meer oostwaarts.
„Door eerstgenoemd plan vervolgt
schr. zou de toestand volkomen, door
In een draagstoel, gevolgd door zooveel
slaven als met zijn stand overeenkwam,
ging hij weer het heilig bosch door en
stapte voor den tempel uit Daar bood
hij zijn offers aan den dienstdoenden tem
peldienaar aan. Een lange rij priesters in
witte gewaden met een staf, waar om
heen zich een slang slingerde, in de hand,
stonden rond het altaar geschaard en
aan een van hen maakte Flaminius zijn
verlangen kenbaar om onverwijld het ora
kel van de godheid te raadplegen.
„We zullen de ingewanden van uw
vogels zorgvuldig bestudeeren en u den
uitslag bekend maken", kreeg hij op hol
len fluistertoon ten antwoord. De offer
priester ontving de duiven uit de handen
van zijn helper. Een werd er met een
koord vastgemaakt aan twee ringen aan
den zijkant van het altaar, zoodat het dier
op zijn rug lag en ofschoon het hevig
spartelde, kon het niet ontsnappen. Met
een snee werd de borst geopend en de
priester haalde er, haast nog voor de dood
strijd geëindigd was, lever en ingewan
den uit. Deze werden in de vlammen
geworpen tegelijk met myrrhe en wierook
en terwijl ze verteerden bestudeerde de
priester ze aandachtig. Van den tweeden
vogel werden de hersenen inplaats van
de lever genomen, waarna de priester een
het tweede grootendeels gewijzigd wor
den. Hetgeen het grootste gevaar voor de
oesterteelt uitmaakt, is het feit, dat de
heerschende wind, en in het bijzonder de
Wester- en Noordwesterstorm zand aan
brengen, dat bij stil water (en dit komt
tweemaal in de 12.5 uren voor) neer
valt.
Het is het zand, dat zich hier bij elke
kentering, vooral na storm, neerzet en dat
nimmermeer wordt opgenomen, waardoor
de meest oostelijke perceelen, juist die
waar het broed zich gaarne neerzet, van
een voor die jeugdige dieren geschikten
bodem tot een daarvoor eerst minder ge-
schikten, later ongeschikten bodem wor
den gemaakt. De oesters sluiten hunne
schelpen bij stil en tamelijk stil weder en
ook bij zwaren storm. Zoodra er stroom
van eenige beteekenis, maar niet te sterk,
gaat, openen zij die en laten het slibhou-
dend water door hun huis loopen, zij
weten daaraan de bacteriën, die zij voor
hun leven, hun groei en den groei hun
ner schelpen noodig hebben, te ontleenen.
Waar de bodem uit zand bestaat, en ook
waar de bodem een zekere hoogte boven
het vergelijkingsvlak te boven gaat, zijn
er in het door hun huis stroomende wa
ter niet zooveel voedende bestanddeelen,
dat zij in het leven kunnen blijven.
Maar ook de (meer westelijk in de Oos-
ter-Schelde gelegen) vette oesterbanken
bij Ierseke, die eenig in Europa, mis
schien op de geheele aarde, zijn, zullen
er den terugslag van ondervinden, eens
deels, omdat men niet meer zooveel broed
kan winnen van de, toch reeds vrij be
perkte, terreinen waar dit gevonden
wordt, om die naar de Ierseksche banken
over te brengen (voor 1870 werd het broed
uit Engeland en Schotland naar de ban
ken gebracht), anderdeels, omdat de sa
menstelling van het zeewater der Ooster-
Schelde een geringe wijziging zal onder
gaan.
Van zeer groot belang acht schr. ook
de mosselcultuur, vooral die op de Een
dracht. Deze laatste gaat door de afslui
ting dier rivier te gronde.
Ook het grootste deel der ansjovisvis-
scherij zal door het plan-van Konijnen
burg vrijwel vernietigd worden.
DE P. Z. E. M. kan U niet aanslui
ten? Maak zelf Uw electrisch licht. Kos
ten f 550. J. M. Polderman, Goes. Tel. 129.
(Adv.)
De „Van Nes". Hr. Ms. torpedo
jager „Van Nes", die gisteren te Vlissin-
gen was binnengeloopen voor het verrich
ten van eenige voorzieningen, is weder
naar zee vertrokken, ter voortzetting van
de reis naar Guraqao.
Diefstal van fietslan
taarn®. Tijdens een schietwedstrijd,
die dezer dagen onder de gemeente
Graauw werd gehouden, werden door tot
nog toe onbekende dader(s) van fietsen die
in een café aldaar waren ondergebracht,
enkele fietslantaarns gestolen. De politie
stelt naar de(n) dader (s) een onder
zoeik in.
Kippen dief stal. Een deaer
dagen werden ten nadeele van den land
bouwer B. te Clinge een 40-tal jonge kip
pen van het erf gestolen, Waardoor de
•man schade lijdt van ongeveer f 100. Om
dat zijn hond zoo te keer ging, was hij er
des nachts nog uit geweest, doch kon niets
verdachts ontdekken. Den volgenden dag
werd door hem de diefstal ontdekt en
vond hij op het erf een klomp van Bel
gisch maaksel. De politie doet onderzoek.
Middelburg. Gisteravond werd in het
Schuttershof een propaganda-avond van
den iB ij zonder Vrijwilligen
Landstorm, afdeeling Middelburg,
gehouden. De beer Graafhuis opende deze
vergadering en heette hartelijk: welkom
de vrijwilligers van Middelburg en om
streken, den Garnizoens-Commandant van
Middelburg, Overste Bierman, en verdere
genoodigden, in het bizonder de dames,
die naar spreker hoopte niet alleen kwa
men om de gezelliigen avond, maar in het
besef dat zij hun mannen en verloofden
zullen steunen als deze worden geroepen
't wettig gezag te steunen „ale't moe t".
Spr. zegt dat men ons wel eens verwijt
een politiek en militair doel na te streven.
Dit is niet zoo. De landstormers, van
allerlei politieke schakeering streven naar
één doel, n.l. het wettig 'gezag te steunen
tegen ordeverstoorders.
De heer P. G. Laernoes spreekt
gunstig antwoord van de godheid voor
spelde. Toen werd door alle priesters
een zacht gezang aangeheven, dat lang
zamerhand luider en sneller werd, tot
het haast in geschreeuw overging. Plot
seling rende er een voorwaarts naar het
beeld van den God, schreeuwend, dan
send en springend, of hij uitzinnig was
geworden.
Eindelijk vernam men een hol geluid,
het gezang verging tot een zacht gefluis
ter, de hoogepriester staakte zijn dansen
en springen en wierp zich op den grond
in een houding, of hij eerbiedig luisterde
naar de stem van de godheid. Hij ver
telde de woorden, die gesproken werden,
want slechts hij kon de stem hooren.
Een ambtgenoot van lager rang deelde
ze weer aan den angstig wachtenden
Flaminius mee.
„Rust vannacht in den tempel" was de
boodschap, die hij ontving en ofschoon
dit hem allesbehalve aanstond, besloot
hij echter het bevel nogmaals op te vol
gen. Om niet weer door den slaap be
vangen te worden, rustte hij de overige
uren van den dag en nadat hij Flavia had
medegedeeld, dat hij nog een nacht in
den tempel wilde doorbrengen, liet hij
zijn draagstoel voorkomen en bereikte
het heilig gebouw kort na zonsondergang.
daarna en wijst op de groote opkomst,
wat tot grooten dank stemt voor di plaat
selijke commissie, die dezen avond orga
niseerde. Het is van beteekenis in dezen
tijd van wanorde en onrust, dat er in
Nederland 76.000 vrijwilligers gereed
staan, w.o. ook veel officieren, om de wet
tige Regeering te steunen als 't moet en
de mannen, die ruim 12 jaar geleden bij
eenkwamen om te komen tot een organi
satie als deze, verdienen onzen dank en
steun. In Zeeland zijn 't er ongeveer 3000
die bet vaandel van den B. V. L. volgen
en vandaag werden weer 10 nienwe leden
ingeschreven. Geen instituut of vereeni-
ging in Nederland die zoo werkt voor den
vrede als de B. V. L. Wij staan klaar
als 'tmoet. Dat men bij het laatste be
zoek van H. M. de Koningin te Amster
dam trachtte te betoogen tegen de Ko
ningin en de Communistische huursta-
kingen in Rotterdam zijn symptomen van
smeulend vuur, waarop wij: hebben te let
ten. Wij hebben als Nederlanders zoo
heel veel te verliezen, juist omdat we zoo
veel hebben gekregen. Daarom is een
propaganda-avond als deze zoo uitstekend,
vooral nu we aan den vooravond van
ons 12^-jarig bestaan staan.
Spr. dankt de mannen die zich voor de
B. V. L. geven, 'zooals Overste Bierman,
wien hij toewenscht nog lang zijn krach
ten te zullen kunnen geven voor dit werk
en hij denkt ook aan den Generaal Duy-
maer van Twist, die nu 12 Yi jaar de zaak
op zoo'n onverbeterlijke wijze diende.
Besloten wordt een telegram te zenden
aan H. M. de Koningin en aan Generaal
Duymaer van Twist.
De heer Graafhuis dankt de heer
Laernoes voor het gesprokene en geeft nu
het woord aan Overste Bierman
voor het uitreiken der prijzen. Deze
spreekt vooraf over het instituut van den
B. V. L., dat evenals b.v. de brandweer
preventief werkt en daarom steeds paraat
moet zijn. Als anderen grijpen willen naar
het Staatsgezag, moeten we spontaan ge
reed staan om dat te verijdelen. Wij heb
ben beloofd, we hebben gekozen: geen
revolutie.
Hij wijst er op dat avonden als deze
de onderlinge band versterken, wat ook
het geval is met de schietwedstrijden, die
steeds worden gehouden.
Hij besluit met de woorden van den
Minister-President na de revolutionaire
rede van dhr Albarda in de Kamer, dat
hij de wetten zal eerbiedigen wat ook de
overgroote meerderheid van het volk wil,
en wat ook wij willen, waarop een krach
tig applaus volgde.
Daarna volgde de prijsuitdeeling, waar
voor hij den dank oogste van alle aan
wezigen, daar hij volgens den voorzitter
dit op de hem eigen geestige manier deed.
Nadat nog eenige Indië-fikns, het be
zoek van H. M. de Koningin aan de Pa-
rijsche tentoonstelling en de Juliana-film
vertoond waren, werd deze druk bezochte
vergadering gesloten, nadat staande 2
coupletten van 't Wilhelmus waren ge
zongen.
Vlissingen. Donderdag 29 October houdt
de gemeenteraad alhier zijn gewone maan-
delijiksche vergadering en Vrijdagmiddag
en zoo noodig Vrijdagavond zal de be
groeting worden behandeld, waarmede
men zoo mogelijk ook Donderdag reeds
zal beginnen.
Hansweert. lp het kanaal had een aan
varing plaats tusschen de schepen „Pene
lope" en „Alice", waarbij eerstgenoemd
schip averij bekwam. Er zal een noodre-
paratie worden aangebracht, waarna het
schip de reis naar Straatsburg zal kun
nen voortzetten. De „Alice" bekwam geen
noemenswaardige schade.
Axel. Door ihet lid van den gemeente
raad, den heer G. Hamelink, is schrifte
lijk het volgende voorstel ingediend, ter
behandeling dn de eerstvolgende raadszit
ting:
De Raad der gemeente Axel besluit:
le. vast te stellen, dat een besluit tot
het in werking stellen of stop zetten van
de steunregeling voor de werkloozen uit
sluitend tot de bevoegdheid van den Ge
meenteraad behoort, evenals het al of niet
uitvoeren van eenig werk als werkver
schaffing door de Gemeente;
2e. tot het onverwijld in werking stel
len der tot nu toe geldende steunregeling
voor werkloozen; en
3e. de steunregeling voor werkloozen
gelijk te ma'ken aan die, welke in de ge
meente Ter Neuzen geldig is.
Hij behoefde geen vrees te koesteren,
dat hij weer in slaap zou vallen. Hij wa3
niet alleen verlangend genezen te worden
van de ziekte, die hem, naar hij wist,
langzaam maar zeker ten grave sleepte,
maar hij haakte er naar, dat de Godheid
zich aan hem zou openbaren om de be
weringen van den priester, die hem om
zijn geloof had uitgelachen, weerlegd te
zien.
En daarom strekte bij zich niet uit op
de voor hem neergelegde matras, maar
bij ging aan den ingang van den tempel
zitten en keek naar de duizenden glin
sterende sterren, die langzaam aan het
purperen uitspansel begonnen te flonke
ren. Langzaam verzonk bij in gepeins, en
hij vroeg zich af, wat die oneindige ruim
te met zijn duizenden lichamen toch in
hield. Wanneer was ze ontstaan, wan
neer zou ze een einde nemen? En wat zou
er dan komen? Wat beteekende eigenlijk
„eeuwigheid?" Het begon hem te duize
len, terwijl hij aan al deze dingen dacht.
„Wat zijn wij, menschen, in al ons nietig
gedoe, toch klein", peinsde hij verder.
„Hoe beperkt zijn we in ons kunnen,
wanneer men de groote dingen des Schep
pers aanschouwt".
(Wordt vervolgd.)