Gemengd Nieuws. Land- en Tuinbouw 2. Van de verschillende aanwezige wa terbronnen uit moet met behulp van de aanwezige slangen op alle punten van de gemeente water gegeven kunnen wor den. 3. Het personeel moet geoefend zijn in het blusschen op al die plaatsen, hetgeen geschiedt door branden te veronderstel len. 4. De goede functionneering van de brandspuit moet verzekerd zijn. 5. De opberging moet zoodanig zijn, dat een vlugge wijze van uitrukken ge waarborgd is. 6. De taken der brandweerlieden moe ten nauwkeurig verdeeld zijn, voor zoo ver betreft het uitleggen en aankoppelen der slangen, het voeren der straalpijpen, de zorg voor de verlichting, de redding van menschen en dieren en goederen, het gebruik van ladders en haken. 7. De onder 6 bedoelde brandweerlie den moeten een kern vormen, die: a. veel vuldig, althans in den beginne, oefenen; b. dicht bij de werkplaats wonen en wer ken; c. uit vaklieden bestaan van de ver schillende vakken en d. zich vrijwillig aanmelden voor brandweerman. De pom- pers behoeven niet geoefend te worden, daar iedereen, die een paar stevige armen heeft, dit werk kan doen na zeer weinig aanwijzingen. 8. De leiding moet zijn bij iemand, die behalve de noodige kennis van het brand- bluschvak, ook het noodige gezag heeft. Bij voorkeur niet bij den burgemeester, die wel het oppertoezicht heeft, maar uit den aard der zaak geen technicus is en niet de meest geschikte persoon om al die oefeningen te leiden. 9. De brandmeesters of commandanten en ondercommandanten of hoe men hen ook wil noemen, worden in gewone tijden belast met de schouwingen, ter voorko ming van brand en aan dezen maatregel worde steeds streng de hand gehouden. 10. De alarmeering worde door de juis te keuze van personen zoo practisch mo gelijk geregeld. 11. Indien snelblusschers in de gemeen te zijn, worden ze geplaatst bij personen, die tot den straks aanbevolen kern be- hooren, die tot taak krijgt bij elk gerucht van brand, steeds voorzien van den snel- blusscher, onmiddellijk naar den brand te snellen. De gemeente moet altijd en overal over alle apparaten kunnen be schikken en ze niet voor een bepaalde buurt bestemmen. 12. De verlichtingsmiddelen moeten steeds in goeden staaii zijn. 13. De brandladders moeten vertrouwd zijn. Door het nauwkeurig opvolgen van deze wenken wordt dus elke dorpsbrandweer reeds verbeterd zonder dat het de ge meente een cent kost. Wat betreft de ver meerdering van materiaal raadt de heer Bierman aan het type, waarbij het water nog met behulp van emmers moet worden aangedragen, een behoorlijk plaatsje in een brandweermuseum te geven, en bij het aanschaffen van een nieuwe wijst hij op de z.g. baby-spuiten, kleine draag bare motorspuiten, die voor betrekkelijk geringen prijs in den handel worden ge bracht. Bij modern materiaal moet worden re kening gehouden met aanwezigheid van voldoende water. Als eerste verbetering van het materieel noemt rapporteur: 1. Aanschaffing van een motorspuit; 2. vermeerdering van het aantal meters slang en wel tot een zoodanig getal, dat van de verschillende waterbronnen uit, elk punt der gemeente bestreken kan wor den en men dan nog 25 pet. overhoudt als reserve; 3. vervanging van schroef- sluitingen door Storz-koppelingen; 4. aan schaffing van fakkels, die 1J4 tot 2 uur branden, in den wind niet uitgaan en zeer goedkoop zijn (40 tot 50 cent p. stuk); 5e in verband hiermede afschaffing van alle kaars-, olie- en carbidlampen; 6. aan schaffing van een electrische lantaarn met ingebouwde batterij; 7. aanschaffing van een of meer rookmaskers voor het redden van menschen en vee. Hiermee moeten bepaalde personen geoefend wor den; 8. aanmaken van hulpmiddelen tot het beschermen van slangen over pun tige randen, alsmede om het verkeer niet te stremmen; 9. vermeerdering van het aantal snelblusschers voor den eersten aanval; 10 voorziening in de tractie van de spuit door overeenkomsten te slui ten met houders van paarden en vracht auto's. Het vraagstuk der watervoorziening is in sommige gemeenten zeer moeilijk en vaak niet op te lossen met bestaande middelen. Hierbij vestigt de rapporteur nogmaals de aandacht op motorspuiten, omdat deze minder aan afstand gebon den zijn en het water dus op grooter af stand kan gepompt worden. Door aanleg van watterleiding zou het vraagstuk zeer zijn oplossing naderen. Intusschen beveelt de heer Bierman de bestudeering van de watervoorziening bij brand den gemeentebesturen zeer ernstig aan. Naar voren komt de vraag van onder linge hulp der gemeenten, maar daarbij doen zich verschillende vragen voor. Het feit, dat er weinig overeenkomsten ten deze zijn gesloten, bewijst dat de ge meentebesturen voelen, dat geen afdoende hulp op deze wijze verkregen kan worden. Nu echter Ylissingen en Middelburg mo dern en zeer behoorlijk geoutilleerd wor den, komt het vraagstuk in een heel ander stadium en kan er zeer ernstig over ge dacht worden, hoe de overige gemeenten zich kunnen verzekeren van den steun der twee genoemde steden en ware in dien gedachtenkring wellicht ook de motor spuit van Westkapelle te betrekken. Slechts één gemeente heeft tot nu toe ontkennend geantwoord op de vraag of zij op nader overeen te komen voorwaar den een regeling tot onderlinge hulp met de grootere plaatsen zou toejuichen. In tusschen zal deze zaak minutieus moeten worden bekeken, maar rapporteur ver trouwt, dat menschenliefde er toe zal lei den om elkander op de eerste noodkreet bij te staan, al is er dan ook geen geschre ven belofte. Na het voorlezen van de conclusies, zei- de de voorz., dat het Bestuur steeds bereid is met raad en adviezen van dienst te zijn, maar zij moeten gevraagd worden, want het mag niet het idee van bemoei zucht krijgen. De heer Kodde, burgemeester van Zoutelande, wees o.a. op de moeilijkheid, dat men de brandweerlieden niet kan verplichten buiten de gemeente te gaan; wel kan men vrijwilligers vragen om dit op een bepaald oogenblik te doen. Spr. zou dan ook gaarne zien dat er nu plannen voor samenwerking werden ont worpen en zulks met berekening ook der kosten Spr. waardeert zeer de gegeven wenken, maar dat de opvolging der wen ken de gemeenten geen cent zou kosten, kan spr. echter nog niet onderschrijven. Dhr Louwerse, burgemeester van Vrouwepolder, wijst er op, dat zijn ge meente reeds een overeenkomst heeft met Veere, Serooskerke en St. Laurens voor onderlinge hulp. Dhr Van 't H o f f, burgemeester van St. Laurens, meent dat het gaat om de financiën, het materiaal en de menschen. Wat dit laatste betreft voelt spr. veel voor opleidingscursussen. Dhr v. Voorthuijzen zegt, dat Domburg een vrijwillige brandweer heeft en gaarne met andere gemeenten over hulpverleening wil onderhandelen, maar dit stuitte af op hooge tarieven. De heer v. Teijlingen, burgemees ter van Oostkapelle, meent, dat al heeft men maar één spuit men toch steeds be reid zal zijn elders hulp te verleenen, te gen de kosten van manschappen en ma teriaal. Alleen voor onweer maakt spr. een uitzondering. Spr. vraagt of met de wenschelijkheid overal te kunnen komen toch zeker alleen de bebouwde kom is bedoeld. Spr. meent, dat ook de pompers geoefend moeten worden. Spr. wil wel eens hier meer hooren over de snelblusch- apparaten en vraagt of het ook gewenscht is, dat er een schuimbluschapparaat in eene gemeente is. De heer Bierman zegt, dat dit al leen voor benzinebranden noodig is. De heer v. Teijlingen komt dan tot de in het rapport besproken babyspuit. De heer Bierman antwoordt, dat er een bij de na de vergadering te houden demonstratie aanwezig zal zijn. Spr. brengt verder dank voor den lof hem door den voorzitter en verschillen de der sprekers toegezwaaid. Wat het oefenen betreft, bedoelde spr. het oefenen met een kern om daardoor te komen tot een groep vrijwillige brandweerlieden. Spr. acht het jammer, dat juist Vrouwe polder het belang van samenwerking met groote gemeenten niet zou inzien, en wijst daarbij op den brand in die gemeente aan den Veerschen weg, waar Middelburg belangrijk eerder had kunnen optreden dan de gemeente zelve. De heer Louwerse zegt, dat hij niet tegen samenwerking met de groote ge meenten is. Hij heeft de overeenkomst van zijn gemeente met de omliggenden al leen genoemd als bewijs, dat de behoefte aan samenwerking reeds lang is gevoeld. De heer Bierman zegt o.a. nog, dat hij wel degelijk bedoeld heeft, dat op alle punten der gemeente putten moeten zijn, waar men met het aanwezig materiaal een bepaalden cirkel kan bestrijken, welke cirkels dan elkaar moeten raken of krui sen. Spr. kwam op een gemeente waar de spuit dateert uit 1849, men moest 600 M. buiten de .kom water zoeken en had maar 50 M. slang. De vergadering vereenigde zich ten slotte met het rapport. Het tweede voorstel, dat inzake het houden van cursussen, had volgens den voorzitter alleen ten doel voorloopig toezegging te krijgen en dan later met uitvoeriger voorstellen te komen. Het voorstel werd zonder discussie aangenomen. Hierna sloot de voorzitter de vergade ring. Demonstratie. Bijna allen, die op de vergadering aan wezig waren, begaven zich nu naar de brandweerkazerne in de St. Jansstraat, waar de commandant en verdere supe rieuren van het brandweercorps alle mo gelijke inlichtingen gaven over het mate riaal en de inrichting van de kazerne, tot dat op een gegeven oogenblik de comman dant groepsgewijze de alarminrichting in werking stelde en van alle kanten van de de stad brandweermannen zich naar de kazerne spoedden, waar reeds spoedig een der spuiten, maar na ruim 10 minu ten al de wagens met autotractie waren bemand. Het ging nu naar de Loskade, waar een demonstratie zou plaats heb ben. Met de groote Magyrusspuit stonden hier spoedig opgesteld de autobrandlad der, de burgerijspuit en het voor deze demonstratie toegezonden Magyrus ba byspuitje. Dit spuitje wordt vervoerd op een kleine wagen met vrij ver van elkander staande wielen, welke wagen makkelijk achter of op een vrachtauto kan worden vervoerd. Het kleine motorspuitje is ech ter zoo licht, dat het ook van den wa gen kan worden afgenomen en door vier man kan worden gebracht waar men het hebben wil, dus tot vlak bij het water. Het werkte uitstekend met twee flinke stralen. Over het overige materieel valt n& de vorige demonstratie niet veel meer op te merken. Jammer dat de groote spuit eerst weigerde en het niet wilde gelukken bet water op te zuigen. Spoedig bleek, dat dit aan de vacuumpomp lag, die warm was geloopen. Daardoor kon men de pomp niet luchtledig krijgen. De inspecteur gaf last een standpijp op de waterleiding te plaatsen en door den druk van het lei dingwater kwam de pomp in werking en deed zijn plicht. Na de demonstratie is direct in het bijzijn van den heer Geesink en zijn assistent een nader onderzoek in gesteld en bleek er een constructiefout aan de vacuumpomp te zijn, die echter reeds heden weer verholpen zou zijn. Humor van het Achter- hoeksche platteland De eenige nog ongehuwde zoon van den land bouwer E. te Noordijk bij Neede was de zer dagen 's avonds nog niet thuis toen de ouders zich ter ruste begaven, wat, als men op zekeren leeftijd is gekomen, wel eens meer voorkomt. De ouders zet ten daarom het avondeten voor den jon geling op tafel klaar, waarbij: ook eeni ge eitjes behoorden, die kracht zouden geven om 's anderdaags met energie weer aan het werk te gaan. Toen dan ook na eenigen tijd gestommel aankondigde, dat er leven in de keuken was, klonk vanuit het bed de belangstel lende vraag: „Jan, bun iej daor wier?" waarop „Jan" kortweg antwoordde met „Jao". Dat sloot den weg naar verdere informaties af, zelfs de gewone vraag hoe laat het toch al wel was, enz. bleef ach terwege. Hoe groot was echter de ontsteltenis toen weer wat latier de „echte Jan" thuis kwam en z'n boterhammen en eitjes reeds opgepeuzeld vond. Hij informeerde eens hoe men er toe kwam hem leege doppen klaar te leggen, waarop uitkwam, dat er een ander moest zijn geweest, die op de vraag had geantwoord en die, na z'n hon ger gestild te hebben, met stille trom en zonder verder iets onbehoorlijks te doen, weer was vertrokken. Vermoedelijk hebben een paar jongens een grap uitgehaald. Centen zijn beter dan guldens. In een gemeente in het mid den van Noord-Holland gebeurde het de zer dagen, dat een ingezetene bij ver schillende zijner medeburgers de ronde deed om. guldens in te wisselen tegen cen ten. Op de vraag, wat de bedoeling van deze handelwijze was, kreeg men ten ant woord, dat hij zich wilde dekken tegen de waardedaling v£tn den gulden, waarom trent hij verschillende geruchten had ge hoord. Op die wijze heeft hij een belang rijk gewicht aan centen bijeen gekregen. Jeugdige dievenbende gearresteerd. Door de gemeentepo litie te Gemert is na uitgebreide naspo ringen een jeugdige dievenbende gear resteerd, bestaande uit een vijftal jongens van 12 tot 15 jaar, allen te Gemert woon achtig. Een groot aantal kleine diefstal len, in de laatste drie jaren te Gemert en omgeving gepleegd, zijn door de bekente nissen dezer boefjes thans opgehelderd. Ze schroomden er zelfs niet voor de offer blokken in de Genadekapel en in de Capu- cijnenkerk te Handel te vernielen en den inhoud mede te nemen. Vergeetachtig machinist. De passagiers voor Weesp, die zich vol vertrouwen een plaatsje hadden gezocht in den trein die om tien minuten voor zes Zaterdagavond uit Amsterdam ver trok, werden danig teleurgesteld. Volgens de dienstregeling stopt deze trein te Weesp op Zaterdag, op andere dagen rijdt hij door. Doch ditmaal óf de machinist had vergeten op den kalender te kijken, óf hij had groote haast reed de trein met sneltrein-allures het station Weesp voor bij. Begrijpelijk was de consternatie bij aankomst in Bussum onder de Weespena- ren groot. De hQofdconducteur was in een zeer onvriendelijk debat gewikkeld met den machinist, toen de dienstdoende sta tionschef ten tooneele verscheen om den ongeveer zestig gedupeerden mede te dee- len, dat hij: te hunnen gerieve den snel trein, die na een paar minuten in de rich ting Amsterdam zou vertrekken, in Weesp zou laten stoppen. Hiermede nam het gezelschap genoe gen en zoo werd ten slotte toch nog de plaats van bestemming bereiktt. Brievenbesteller overval len en neergeschoten. Een brievenbesteller, die in het 15de stads district te Weenen aangeteekende brieven moest bezorgen, werd, toen hij het kantoor verliet, door twee jonge mannen aange vallen. waarna er één verscheidene scho ten uit een revolver op hem loste, waar door de brievenbesteller getroffen werd, zoodat hij neerzonk. De daders namen de vlucht, doch wer den door burgers en politie nagezet, Een hunner werd gegrepen. De tweede joeg zich, toen hij gearres teerd zou worden, een kogel door het hoofd en werd levensgevaarlijk gewond. K o 1 e n-d iefstallen. De diefstallen van kolen aan de mijnen, zoo wordt uit Essen gemeld, nemon den laat- sten tijd een buitengewoon grooten om vang aan. Dezer dagen waren bij de mijn „Hansa" te Huckarde des middernachts niet minder dan 100 personen bezig kolen weg te sjouwen. Een agent, die dit bemerkte, werd met steenen en flesschen bekogeld en kon te gen de overmacht' niets uitrichten. Hij slaagde er echter in, eer overvalcomman- do te waarschuwen, doch toen dit ter plaatse kwam, was de bende verdwenen. Drank-ellende. Sedert vorigen Zondag j.l. is uit de echtelijke woning ie Stompwijk spoorloos verdwenen de echt- genoote van den los-werkman D. N. te Leidschendam. D. N. was, zooals den laatsten tijd meer malen gebeurde, dien Zondag in kenne- lijken staat thuis gekomen en heeft toen één zijner kinderen geslagen. Toen hij des avonds laat thuis kwam, heeft hij den boel kort en klein geslagen, waarop de vrouw uit angst de woning verlaten heeft. Tot heden is nog geen spoor van haar ontdekt. Men vermoedt, dat zij verdron ken is. Dak ingestort. Vermoedelijk door het schudden van de tram, is gis termorgen het dak van het café op den hoek van de Korevaarstraat en het Le vendaal te Leiden, bewoond door den heer F. H. Friezema, ingestort en gedeel telijk op straat neergekomen. De 66-jarige beer v. Ft. geraakte onder het puin en is ernstig, aan het hoofd gewond. Hij is naar het academisch ziekenhuis over- gf bracht. Inbraak bij de vlasfabriek te Steenbergen. Reeds is gemeld, dat voor enkele dagen te Rotterdam de vermoedelijke daders van den inbraak met diefstal in de Coöp. Vlasfabriek te Steenbergen werden gearresteerd. In aan sluiting hierop vernam men thans, dat de opperwachtmeester A, Verhagen en de marechaussee v. d. Wedden, beiden van Steenbergen, nog een tweetal leden van deze bende te Rotterdam hebben gearres teerd, zoodat thans geheel het edele kwar tet in voorarrest te Breda zit opgesloten. Het zijn zekere J. A. S. uit Poortvliet en A. de M., A. de V. en T. van B., allen uit Rotterdam. Kon. Nederlandsch Landbouwcomité. In de Zaterdag voortgezette algemeens vergadering van het Kon. Nederi. Land- bouwcomité heeft Dr J. Oortwijn Botjes, uit O o s t w o i d, gesproken over de voorgestelde verhooging van de invoertarieven en de landbouw. Spr. wees op het onderzoek, dat in 192'S door het Internationaal Arbeidsbureau te Genève is ingesteld omtrent de ioonen in de Europeesohe hoofdsteden. Dit onder zoek diende om de loonstandaarden van de volken in Europa te kunnen verge lijken. Uit het onderzoek bleek, dat als men voor het loon te Londen het cijfer 100 koos, het loon te Kopenhagen 108 be droeg, te Stockholm 88, Amsterdam 85, Berlijn 71, Parijs 56, Madrid 54, Milaan 49, Brussel 49, Praag 47, Weenen 45, Revai 44, Rome 42 en Warschau 40. Sedert heeft Engeland den gouden stan daard verlaten en hebben de Scandinavi sche landen dit voorbeeld gevolgd. De goudwaarde van de loonen is daardoor aanzienlijk gedaald. Op het oogenblik wordt het loon in ons land door dat van geen ander land in Europa overtroffen. Dit hooge loon is niet een gevolg van gunstige economische omstandigheden, maar berust enkel op het feit, dat wij een van de weinige landen in Europa zijn, die de goudwaarde van hun munteenheid heb ben kunnen bewaren. Voor de meeste producten, die met het buitenland hebben te concurreeren, is de prijs in ons land uit den aard der zaak lager dan in protectionistische landen. En daar bijna alle landen protectionistisch zijn, is de prijs van de producten van de onbeschutte bedrijven in ons land lager dan bijna overal elders. De verhouding tusschen loon en pro- ductenprijs is van oeconomisch standpunt gezien, nergens slechter dan in ons land. Ons heele oeconomische beleid moet daar om gericht zijn op verbetering van die verhouding. Men kan in Nederland naar sprekers meening de ineenstorting van ons econo misch leven niet verhinderen door loons verlaging alleen. Men zal ook moeten uit zien naar middelen om de geldswaarde van den productieprijs, waar dit mogelijk is, te verhoogen. Dezen kant wil men ech ter niet op. Zonder deze middelen zal ons land echter in snel tempo verarmen. Waar de loonstandaard abnormaal hoog is, lijkt een verbruiksbelasting het aangewezen middel om geld binnen te' krijgen. De consument heeft geprofiteerd van de prijsdaling van de producten van de onbeschutte bedrijven. Hij heeft crisis- winst gemaakt ten koste van de bedrijven, en een belasting op die crisiswinst in den vorm van een verhoogde verbruiksbelas ting is stellig niet de slechtste weg om de schatkist te vullen. De Tariefwet werkt als een verbruiks belasting en is ook als zoodanig bedoeld. Maar zij heeft ook een protectionistischen kant, welke hierin bestaat, dat de verbrui kers ook meer moeten betalen voor de in ons land gemaakte artikelen, indien deze artikelen 'bij invoer zijn belast. De textiel fabrikanten in Twente en Tilburg, de Maastrichtsche aardewerkindustrieelen, de schoenenfabrikanten, gloeilampenfabri kanten en talrijke andere industrieelen worden doo-r de Tariefwet aardig be schermd. 'Onder de thans bestaande omstandig heden acht spr. deze bescherming bevor derlijk voor onze welvaart. Ons land, is echter bij een heffingspercentage van 10 pet. tot een protectionistisch land gewor den; maar. de landbouw is van deze p teotie uitgesloten. Waar de industrie, welke artikelen voortbrengt voor menscbelijk gebruik, door de Tariefwet wordt, beschermd, heb ben de landbouwers recht op dezelfde be scherming. Deze bescherming moet worden ge vraagd voor; 1. Vleesch. Ze kan worden ver leend door afschaffing van den vleescb- accijns of door verdubbeling van het be staande invoerrecht op rund- en paarde- vleesch. Voor ander vleesch is 10 pet voldoende. 2. Boter. Nederland is een boter- exporteerend land, maar als in de toe komst de boterverkoop gecentraliceerd mocht worden, zal van het invoerrecht kunnen worden geprofiteerd. Ook beschermt een invoerrecht tegen Siberische boter, die anders in komende jaren op onze markt geworpen zou kun nen worden. 3. Peulvruchten. Op onze markten komen vrij geregeld 'boonen uit de Oost- zeestaten en ook wel erwten uit Oost- Azië. Er is geen enkele reden, deze onbe last te laten. 4. Tarwe en tarwemeel. Zoolang de Tarwewet duurt, kan opneming hiervan achterwege blijven, maar de tijdsduur van de Tarwewet bedraagt slechts drie jaar 5. Suiker. Het compenseerende invoer recht mist volgens den minister het be schermende karakter. Daarom behoort boven dit invoerrecht 10 pet. te worden geheven als blijvende maatregel. Geduren de de crisis moet als tijdelijke maatregel dit percentage worden verhoogd. 6. Groenten. 7. Mais en maismeel, dienende voor de bereiding van glucose, dextrine en stroop. De belasting zou hier geheven moeten worden in den vorm van een ac cijns op dextrine, glucose en stroop, van welken accijns deze producten moeten worden vrijgesteld, indien ze worden ge maakt uit inlandscb aardappelmeel. Bij de discussie geeft Prof. W. G. Mees als zijn oordeel te kennen, dat allereerst tegen dumping maatregelen dienen t.e worden genomen. De heer Stroink zegt, dat de handels politiek in Europa den laatsten tijd wel radicaal is gewijzigd. Het is nu zoo-vei' gekomen, dat wij vrijwel alleen als vrij handelsland zijn overgebleven en op die manier wordt Nederland de vergaarbak van het 'buitenland. De heer Valstar vraagt, of dr. Oortwijn Botjes met opzet het fruit heeft weggela ten uit de opsomming van artikelen, waar voor hij bescherming verlangt. Spr. wijst er in dit verband op, -dat de invoer van bananen, sinaasappelen en Amerikaan- sche appelen in ons land zeer belang rijk is. De heer Braat verwacht weinig suc ces van adressen van landbouworganisa ties aan de Regeering. Spreker dringt er op aan, dat de vertegenwoordiging van den landbouw in het parlement wordt uit gebreid. Dr Oortwijn Botjes, de sprekers beant woordend, zeide, van oordeel te zijn, dat ook boter moet worden opgenomen in de artiïelen, waarvoor beschermende maat regelen dienen te worden getroffen. Wij hebben naast de belangen van den consu ment vooral ook rekening te houden met die van den producent. Een invoerrecht op fruit is er reeds, zoodat dit niet afzonder lijk behoefde te worden genoemd. Met algemeene stemmen werd aange nomen de motie van den heer H. D. Lou- wes, inzake den door de Regeering voor gestelden steun van de suikerbietenteelt voor 1932 en volgende jaren, waarin het Kon. Ned. Landbouwcomité de Regeering met den meesten aandrang verzoekt het wetsontwerp zoodanig te wijzigen, dat het onze akkerbouwbedrijven daadwerkelijk gaat steunen, waardoor het automatisch de werkgelegenheid zal verruimen en waarin te kennen wordt gegeven, dat de noodige middelen daartoe kunnen worden gevonden door een verhooging van het invoerrecht of van -den accijns op suiker. Vervolgens hiield de heer J. Smid, oud- referendaris bij de Directie van den Land bouw, te Voorburg, een lezing over het onderwerp: „Waardoor zal de landbouw crisis een nationale ramp worden?" De crisis dreigt een nationale ramp te worden volgens spr. door de onveTeenig- baarheid van onze sociale opvattingen, die uit zijn op het terzijde stellen van de vrije concurrentie bij de loonbepaling en de vrijhandelsgedachte, die de vrije con currentie bij de loonbepaling niet kan her stellen, doch niettemin haar bij de prijs bepaling wil handhaven. Men heeft daardoor in een paar jaren reeds bereikt, dat een groot deel van onzen boerenstand is geruïneerd en onze land bouw sterk in extensieve richting wordt gedreven. Onmiddellijk krachtig ingrijpen is noodig. Tenslotte werd de volgende motie voor gesteld door het bestuur, met algemeene stemmen aangenomen. „Het Kon. Ned. Landbouwcomité enz. spreekt als zijn meening uit dat voort gaande ontreddering en het loslaten van intensieve cultuur in den Ned. Landbouw zal leiden tot een nationale ramp; dringt er bij de Regeering met klem op aan haar standpunt inzake het verleenen van steun ten behoeve van het landbouw bedrijf te herzien door meer stelselmatig en meer afdoende maatregelen tot stand te brengen met het uitgesproken doel voortgaande extensiveering tegen te gaan en met name zoo spoedig mogelijk af doende steunmaatregelen, vooral ten be hoeve van den veenkolonialen akkerbouw bekend te maken." De voorzitter sloot daarna de bijeen komst.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 6