Gemengd Nieuws.
Land- en Tuinbouw
2. Van de verschillende aanwezige wa
terbronnen uit moet met behulp van de
aanwezige slangen op alle punten van
de gemeente water gegeven kunnen wor
den.
3. Het personeel moet geoefend zijn in
het blusschen op al die plaatsen, hetgeen
geschiedt door branden te veronderstel
len.
4. De goede functionneering van de
brandspuit moet verzekerd zijn.
5. De opberging moet zoodanig zijn,
dat een vlugge wijze van uitrukken ge
waarborgd is.
6. De taken der brandweerlieden moe
ten nauwkeurig verdeeld zijn, voor zoo
ver betreft het uitleggen en aankoppelen
der slangen, het voeren der straalpijpen,
de zorg voor de verlichting, de redding
van menschen en dieren en goederen, het
gebruik van ladders en haken.
7. De onder 6 bedoelde brandweerlie
den moeten een kern vormen, die: a. veel
vuldig, althans in den beginne, oefenen;
b. dicht bij de werkplaats wonen en wer
ken; c. uit vaklieden bestaan van de ver
schillende vakken en d. zich vrijwillig
aanmelden voor brandweerman. De pom-
pers behoeven niet geoefend te worden,
daar iedereen, die een paar stevige armen
heeft, dit werk kan doen na zeer weinig
aanwijzingen.
8. De leiding moet zijn bij iemand, die
behalve de noodige kennis van het brand-
bluschvak, ook het noodige gezag heeft.
Bij voorkeur niet bij den burgemeester,
die wel het oppertoezicht heeft, maar uit
den aard der zaak geen technicus is en
niet de meest geschikte persoon om al die
oefeningen te leiden.
9. De brandmeesters of commandanten
en ondercommandanten of hoe men hen
ook wil noemen, worden in gewone tijden
belast met de schouwingen, ter voorko
ming van brand en aan dezen maatregel
worde steeds streng de hand gehouden.
10. De alarmeering worde door de juis
te keuze van personen zoo practisch mo
gelijk geregeld.
11. Indien snelblusschers in de gemeen
te zijn, worden ze geplaatst bij personen,
die tot den straks aanbevolen kern be-
hooren, die tot taak krijgt bij elk gerucht
van brand, steeds voorzien van den snel-
blusscher, onmiddellijk naar den brand
te snellen. De gemeente moet altijd en
overal over alle apparaten kunnen be
schikken en ze niet voor een bepaalde
buurt bestemmen.
12. De verlichtingsmiddelen moeten steeds
in goeden staaii zijn.
13. De brandladders moeten vertrouwd
zijn.
Door het nauwkeurig opvolgen van deze
wenken wordt dus elke dorpsbrandweer
reeds verbeterd zonder dat het de ge
meente een cent kost. Wat betreft de ver
meerdering van materiaal raadt de heer
Bierman aan het type, waarbij het water
nog met behulp van emmers moet worden
aangedragen, een behoorlijk plaatsje in
een brandweermuseum te geven, en bij
het aanschaffen van een nieuwe wijst hij
op de z.g. baby-spuiten, kleine draag
bare motorspuiten, die voor betrekkelijk
geringen prijs in den handel worden ge
bracht.
Bij modern materiaal moet worden re
kening gehouden met aanwezigheid van
voldoende water.
Als eerste verbetering van het materieel
noemt rapporteur:
1. Aanschaffing van een motorspuit; 2.
vermeerdering van het aantal meters
slang en wel tot een zoodanig getal, dat
van de verschillende waterbronnen uit,
elk punt der gemeente bestreken kan wor
den en men dan nog 25 pet. overhoudt
als reserve; 3. vervanging van schroef-
sluitingen door Storz-koppelingen; 4. aan
schaffing van fakkels, die 1J4 tot 2 uur
branden, in den wind niet uitgaan en zeer
goedkoop zijn (40 tot 50 cent p. stuk);
5e in verband hiermede afschaffing van
alle kaars-, olie- en carbidlampen; 6. aan
schaffing van een electrische lantaarn
met ingebouwde batterij; 7. aanschaffing
van een of meer rookmaskers voor het
redden van menschen en vee. Hiermee
moeten bepaalde personen geoefend wor
den; 8. aanmaken van hulpmiddelen tot
het beschermen van slangen over pun
tige randen, alsmede om het verkeer niet
te stremmen; 9. vermeerdering van het
aantal snelblusschers voor den eersten
aanval; 10 voorziening in de tractie van
de spuit door overeenkomsten te slui
ten met houders van paarden en vracht
auto's.
Het vraagstuk der watervoorziening is
in sommige gemeenten zeer moeilijk
en vaak niet op te lossen met bestaande
middelen. Hierbij vestigt de rapporteur
nogmaals de aandacht op motorspuiten,
omdat deze minder aan afstand gebon
den zijn en het water dus op grooter af
stand kan gepompt worden. Door aanleg
van watterleiding zou het vraagstuk zeer
zijn oplossing naderen.
Intusschen beveelt de heer Bierman de
bestudeering van de watervoorziening bij
brand den gemeentebesturen zeer ernstig
aan.
Naar voren komt de vraag van onder
linge hulp der gemeenten, maar daarbij
doen zich verschillende vragen voor.
Het feit, dat er weinig overeenkomsten
ten deze zijn gesloten, bewijst dat de ge
meentebesturen voelen, dat geen afdoende
hulp op deze wijze verkregen kan worden.
Nu echter Ylissingen en Middelburg mo
dern en zeer behoorlijk geoutilleerd wor
den, komt het vraagstuk in een heel ander
stadium en kan er zeer ernstig over ge
dacht worden, hoe de overige gemeenten
zich kunnen verzekeren van den steun der
twee genoemde steden en ware in dien
gedachtenkring wellicht ook de motor
spuit van Westkapelle te betrekken.
Slechts één gemeente heeft tot nu toe
ontkennend geantwoord op de vraag of
zij op nader overeen te komen voorwaar
den een regeling tot onderlinge hulp met
de grootere plaatsen zou toejuichen. In
tusschen zal deze zaak minutieus moeten
worden bekeken, maar rapporteur ver
trouwt, dat menschenliefde er toe zal lei
den om elkander op de eerste noodkreet
bij te staan, al is er dan ook geen geschre
ven belofte.
Na het voorlezen van de conclusies, zei-
de de voorz., dat het Bestuur steeds bereid
is met raad en adviezen van dienst te
zijn, maar zij moeten gevraagd worden,
want het mag niet het idee van bemoei
zucht krijgen.
De heer Kodde, burgemeester van
Zoutelande, wees o.a. op de moeilijkheid,
dat men de brandweerlieden niet kan
verplichten buiten de gemeente te
gaan; wel kan men vrijwilligers vragen
om dit op een bepaald oogenblik te doen.
Spr. zou dan ook gaarne zien dat er nu
plannen voor samenwerking werden ont
worpen en zulks met berekening ook der
kosten Spr. waardeert zeer de gegeven
wenken, maar dat de opvolging der wen
ken de gemeenten geen cent zou kosten,
kan spr. echter nog niet onderschrijven.
Dhr Louwerse, burgemeester van
Vrouwepolder, wijst er op, dat zijn ge
meente reeds een overeenkomst heeft met
Veere, Serooskerke en St. Laurens voor
onderlinge hulp.
Dhr Van 't H o f f, burgemeester van
St. Laurens, meent dat het gaat om de
financiën, het materiaal en de menschen.
Wat dit laatste betreft voelt spr. veel voor
opleidingscursussen.
Dhr v. Voorthuijzen zegt, dat
Domburg een vrijwillige brandweer heeft
en gaarne met andere gemeenten over
hulpverleening wil onderhandelen, maar
dit stuitte af op hooge tarieven.
De heer v. Teijlingen, burgemees
ter van Oostkapelle, meent, dat al heeft
men maar één spuit men toch steeds be
reid zal zijn elders hulp te verleenen, te
gen de kosten van manschappen en ma
teriaal. Alleen voor onweer maakt spr.
een uitzondering. Spr. vraagt of met de
wenschelijkheid overal te kunnen komen
toch zeker alleen de bebouwde kom is
bedoeld. Spr. meent, dat ook de pompers
geoefend moeten worden. Spr. wil wel
eens hier meer hooren over de snelblusch-
apparaten en vraagt of het ook gewenscht
is, dat er een schuimbluschapparaat in
eene gemeente is.
De heer Bierman zegt, dat dit al
leen voor benzinebranden noodig is.
De heer v. Teijlingen komt dan tot
de in het rapport besproken babyspuit.
De heer Bierman antwoordt, dat er
een bij de na de vergadering te houden
demonstratie aanwezig zal zijn.
Spr. brengt verder dank voor den lof
hem door den voorzitter en verschillen
de der sprekers toegezwaaid. Wat het
oefenen betreft, bedoelde spr. het oefenen
met een kern om daardoor te komen tot
een groep vrijwillige brandweerlieden.
Spr. acht het jammer, dat juist Vrouwe
polder het belang van samenwerking met
groote gemeenten niet zou inzien, en wijst
daarbij op den brand in die gemeente
aan den Veerschen weg, waar Middelburg
belangrijk eerder had kunnen optreden
dan de gemeente zelve.
De heer Louwerse zegt, dat hij niet
tegen samenwerking met de groote ge
meenten is. Hij heeft de overeenkomst
van zijn gemeente met de omliggenden al
leen genoemd als bewijs, dat de behoefte
aan samenwerking reeds lang is gevoeld.
De heer Bierman zegt o.a. nog, dat
hij wel degelijk bedoeld heeft, dat op alle
punten der gemeente putten moeten zijn,
waar men met het aanwezig materiaal
een bepaalden cirkel kan bestrijken, welke
cirkels dan elkaar moeten raken of krui
sen. Spr. kwam op een gemeente waar
de spuit dateert uit 1849, men moest 600
M. buiten de .kom water zoeken en had
maar 50 M. slang.
De vergadering vereenigde zich ten
slotte met het rapport.
Het tweede voorstel, dat inzake het
houden van cursussen, had volgens den
voorzitter alleen ten doel voorloopig
toezegging te krijgen en dan later met
uitvoeriger voorstellen te komen.
Het voorstel werd zonder discussie
aangenomen.
Hierna sloot de voorzitter de vergade
ring.
Demonstratie.
Bijna allen, die op de vergadering aan
wezig waren, begaven zich nu naar de
brandweerkazerne in de St. Jansstraat,
waar de commandant en verdere supe
rieuren van het brandweercorps alle mo
gelijke inlichtingen gaven over het mate
riaal en de inrichting van de kazerne, tot
dat op een gegeven oogenblik de comman
dant groepsgewijze de alarminrichting in
werking stelde en van alle kanten van de
de stad brandweermannen zich naar de
kazerne spoedden, waar reeds spoedig
een der spuiten, maar na ruim 10 minu
ten al de wagens met autotractie waren
bemand. Het ging nu naar de Loskade,
waar een demonstratie zou plaats heb
ben. Met de groote Magyrusspuit stonden
hier spoedig opgesteld de autobrandlad
der, de burgerijspuit en het voor deze
demonstratie toegezonden Magyrus ba
byspuitje.
Dit spuitje wordt vervoerd op een
kleine wagen met vrij ver van elkander
staande wielen, welke wagen makkelijk
achter of op een vrachtauto kan worden
vervoerd. Het kleine motorspuitje is ech
ter zoo licht, dat het ook van den wa
gen kan worden afgenomen en door vier
man kan worden gebracht waar men het
hebben wil, dus tot vlak bij het water.
Het werkte uitstekend met twee flinke
stralen.
Over het overige materieel valt n& de
vorige demonstratie niet veel meer op te
merken. Jammer dat de groote spuit eerst
weigerde en het niet wilde gelukken bet
water op te zuigen. Spoedig bleek, dat dit
aan de vacuumpomp lag, die warm was
geloopen. Daardoor kon men de pomp
niet luchtledig krijgen. De inspecteur gaf
last een standpijp op de waterleiding te
plaatsen en door den druk van het lei
dingwater kwam de pomp in werking en
deed zijn plicht. Na de demonstratie is
direct in het bijzijn van den heer Geesink
en zijn assistent een nader onderzoek in
gesteld en bleek er een constructiefout
aan de vacuumpomp te zijn, die echter
reeds heden weer verholpen zou zijn.
Humor van het Achter-
hoeksche platteland De
eenige nog ongehuwde zoon van den land
bouwer E. te Noordijk bij Neede was de
zer dagen 's avonds nog niet thuis toen
de ouders zich ter ruste begaven, wat,
als men op zekeren leeftijd is gekomen,
wel eens meer voorkomt. De ouders zet
ten daarom het avondeten voor den jon
geling op tafel klaar, waarbij: ook eeni
ge eitjes behoorden, die kracht zouden
geven om 's anderdaags met energie weer
aan het werk te gaan.
Toen dan ook na eenigen tijd gestommel
aankondigde, dat er leven in de keuken
was, klonk vanuit het bed de belangstel
lende vraag: „Jan, bun iej daor wier?"
waarop „Jan" kortweg antwoordde met
„Jao". Dat sloot den weg naar verdere
informaties af, zelfs de gewone vraag hoe
laat het toch al wel was, enz. bleef ach
terwege.
Hoe groot was echter de ontsteltenis
toen weer wat latier de „echte Jan" thuis
kwam en z'n boterhammen en eitjes reeds
opgepeuzeld vond. Hij informeerde eens
hoe men er toe kwam hem leege doppen
klaar te leggen, waarop uitkwam, dat er
een ander moest zijn geweest, die op de
vraag had geantwoord en die, na z'n hon
ger gestild te hebben, met stille trom
en zonder verder iets onbehoorlijks te
doen, weer was vertrokken.
Vermoedelijk hebben een paar jongens
een grap uitgehaald.
Centen zijn beter dan
guldens. In een gemeente in het mid
den van Noord-Holland gebeurde het de
zer dagen, dat een ingezetene bij ver
schillende zijner medeburgers de ronde
deed om. guldens in te wisselen tegen cen
ten. Op de vraag, wat de bedoeling van
deze handelwijze was, kreeg men ten ant
woord, dat hij zich wilde dekken tegen de
waardedaling v£tn den gulden, waarom
trent hij verschillende geruchten had ge
hoord. Op die wijze heeft hij een belang
rijk gewicht aan centen bijeen gekregen.
Jeugdige dievenbende
gearresteerd. Door de gemeentepo
litie te Gemert is na uitgebreide naspo
ringen een jeugdige dievenbende gear
resteerd, bestaande uit een vijftal jongens
van 12 tot 15 jaar, allen te Gemert woon
achtig. Een groot aantal kleine diefstal
len, in de laatste drie jaren te Gemert en
omgeving gepleegd, zijn door de bekente
nissen dezer boefjes thans opgehelderd.
Ze schroomden er zelfs niet voor de offer
blokken in de Genadekapel en in de Capu-
cijnenkerk te Handel te vernielen en den
inhoud mede te nemen.
Vergeetachtig machinist.
De passagiers voor Weesp, die zich vol
vertrouwen een plaatsje hadden gezocht
in den trein die om tien minuten voor
zes Zaterdagavond uit Amsterdam ver
trok, werden danig teleurgesteld. Volgens
de dienstregeling stopt deze trein te
Weesp op Zaterdag, op andere dagen rijdt
hij door. Doch ditmaal óf de machinist
had vergeten op den kalender te kijken, óf
hij had groote haast reed de trein met
sneltrein-allures het station Weesp voor
bij. Begrijpelijk was de consternatie bij
aankomst in Bussum onder de Weespena-
ren groot. De hQofdconducteur was in een
zeer onvriendelijk debat gewikkeld met
den machinist, toen de dienstdoende sta
tionschef ten tooneele verscheen om den
ongeveer zestig gedupeerden mede te dee-
len, dat hij: te hunnen gerieve den snel
trein, die na een paar minuten in de rich
ting Amsterdam zou vertrekken, in
Weesp zou laten stoppen.
Hiermede nam het gezelschap genoe
gen en zoo werd ten slotte toch nog de
plaats van bestemming bereiktt.
Brievenbesteller overval
len en neergeschoten. Een
brievenbesteller, die in het 15de stads
district te Weenen aangeteekende brieven
moest bezorgen, werd, toen hij het kantoor
verliet, door twee jonge mannen aange
vallen. waarna er één verscheidene scho
ten uit een revolver op hem loste, waar
door de brievenbesteller getroffen werd,
zoodat hij neerzonk.
De daders namen de vlucht, doch wer
den door burgers en politie nagezet,
Een hunner werd gegrepen.
De tweede joeg zich, toen hij gearres
teerd zou worden, een kogel door het
hoofd en werd levensgevaarlijk gewond.
K o 1 e n-d iefstallen. De
diefstallen van kolen aan de mijnen, zoo
wordt uit Essen gemeld, nemon den laat-
sten tijd een buitengewoon grooten om
vang aan. Dezer dagen waren bij de mijn
„Hansa" te Huckarde des middernachts
niet minder dan 100 personen bezig kolen
weg te sjouwen.
Een agent, die dit bemerkte, werd met
steenen en flesschen bekogeld en kon te
gen de overmacht' niets uitrichten. Hij
slaagde er echter in, eer overvalcomman-
do te waarschuwen, doch toen dit ter
plaatse kwam, was de bende verdwenen.
Drank-ellende. Sedert vorigen
Zondag j.l. is uit de echtelijke woning ie
Stompwijk spoorloos verdwenen de echt-
genoote van den los-werkman D. N. te
Leidschendam.
D. N. was, zooals den laatsten tijd meer
malen gebeurde, dien Zondag in kenne-
lijken staat thuis gekomen en heeft toen
één zijner kinderen geslagen.
Toen hij des avonds laat thuis kwam,
heeft hij den boel kort en klein geslagen,
waarop de vrouw uit angst de woning
verlaten heeft.
Tot heden is nog geen spoor van haar
ontdekt. Men vermoedt, dat zij verdron
ken is.
Dak ingestort. Vermoedelijk
door het schudden van de tram, is gis
termorgen het dak van het café op den
hoek van de Korevaarstraat en het Le
vendaal te Leiden, bewoond door den
heer F. H. Friezema, ingestort en gedeel
telijk op straat neergekomen. De 66-jarige
beer v. Ft. geraakte onder het puin en
is ernstig, aan het hoofd gewond. Hij
is naar het academisch ziekenhuis over-
gf bracht.
Inbraak bij de vlasfabriek
te Steenbergen. Reeds is gemeld,
dat voor enkele dagen te Rotterdam de
vermoedelijke daders van den inbraak
met diefstal in de Coöp. Vlasfabriek te
Steenbergen werden gearresteerd. In aan
sluiting hierop vernam men thans, dat
de opperwachtmeester A, Verhagen en de
marechaussee v. d. Wedden, beiden van
Steenbergen, nog een tweetal leden van
deze bende te Rotterdam hebben gearres
teerd, zoodat thans geheel het edele kwar
tet in voorarrest te Breda zit opgesloten.
Het zijn zekere J. A. S. uit Poortvliet
en A. de M., A. de V. en T. van B., allen
uit Rotterdam.
Kon. Nederlandsch Landbouwcomité.
In de Zaterdag voortgezette algemeens
vergadering van het Kon. Nederi. Land-
bouwcomité heeft Dr J. Oortwijn
Botjes, uit O o s t w o i d, gesproken
over de voorgestelde verhooging van de
invoertarieven en de landbouw.
Spr. wees op het onderzoek, dat in 192'S
door het Internationaal Arbeidsbureau te
Genève is ingesteld omtrent de ioonen in
de Europeesohe hoofdsteden. Dit onder
zoek diende om de loonstandaarden van
de volken in Europa te kunnen verge
lijken.
Uit het onderzoek bleek, dat als men
voor het loon te Londen het cijfer 100
koos, het loon te Kopenhagen 108 be
droeg, te Stockholm 88, Amsterdam 85,
Berlijn 71, Parijs 56, Madrid 54, Milaan
49, Brussel 49, Praag 47, Weenen 45,
Revai 44, Rome 42 en Warschau 40.
Sedert heeft Engeland den gouden stan
daard verlaten en hebben de Scandinavi
sche landen dit voorbeeld gevolgd. De
goudwaarde van de loonen is daardoor
aanzienlijk gedaald.
Op het oogenblik wordt het loon in ons
land door dat van geen ander land in
Europa overtroffen.
Dit hooge loon is niet een gevolg van
gunstige economische omstandigheden,
maar berust enkel op het feit, dat wij een
van de weinige landen in Europa zijn, die
de goudwaarde van hun munteenheid heb
ben kunnen bewaren.
Voor de meeste producten, die met het
buitenland hebben te concurreeren, is de
prijs in ons land uit den aard der zaak
lager dan in protectionistische landen. En
daar bijna alle landen protectionistisch
zijn, is de prijs van de producten van de
onbeschutte bedrijven in ons land lager
dan bijna overal elders.
De verhouding tusschen loon en pro-
ductenprijs is van oeconomisch standpunt
gezien, nergens slechter dan in ons land.
Ons heele oeconomische beleid moet daar
om gericht zijn op verbetering van die
verhouding.
Men kan in Nederland naar sprekers
meening de ineenstorting van ons econo
misch leven niet verhinderen door loons
verlaging alleen. Men zal ook moeten uit
zien naar middelen om de geldswaarde
van den productieprijs, waar dit mogelijk
is, te verhoogen. Dezen kant wil men ech
ter niet op. Zonder deze middelen zal ons
land echter in snel tempo verarmen.
Waar de loonstandaard abnormaal
hoog is, lijkt een verbruiksbelasting het
aangewezen middel om geld binnen te'
krijgen. De consument heeft geprofiteerd
van de prijsdaling van de producten van
de onbeschutte bedrijven. Hij heeft crisis-
winst gemaakt ten koste van de bedrijven,
en een belasting op die crisiswinst in den
vorm van een verhoogde verbruiksbelas
ting is stellig niet de slechtste weg om de
schatkist te vullen.
De Tariefwet werkt als een verbruiks
belasting en is ook als zoodanig bedoeld.
Maar zij heeft ook een protectionistischen
kant, welke hierin bestaat, dat de verbrui
kers ook meer moeten betalen voor de in
ons land gemaakte artikelen, indien deze
artikelen 'bij invoer zijn belast. De textiel
fabrikanten in Twente en Tilburg, de
Maastrichtsche aardewerkindustrieelen, de
schoenenfabrikanten, gloeilampenfabri
kanten en talrijke andere industrieelen
worden doo-r de Tariefwet aardig be
schermd.
'Onder de thans bestaande omstandig
heden acht spr. deze bescherming bevor
derlijk voor onze welvaart. Ons land, is
echter bij een heffingspercentage van 10
pet. tot een protectionistisch land gewor
den; maar. de landbouw is van deze p
teotie uitgesloten.
Waar de industrie, welke artikelen
voortbrengt voor menscbelijk gebruik,
door de Tariefwet wordt, beschermd, heb
ben de landbouwers recht op dezelfde be
scherming.
Deze bescherming moet worden ge
vraagd voor;
1. Vleesch. Ze kan worden ver
leend door afschaffing van den vleescb-
accijns of door verdubbeling van het be
staande invoerrecht op rund- en paarde-
vleesch. Voor ander vleesch is 10 pet
voldoende.
2. Boter. Nederland is een boter-
exporteerend land, maar als in de toe
komst de boterverkoop gecentraliceerd
mocht worden, zal van het invoerrecht
kunnen worden geprofiteerd.
Ook beschermt een invoerrecht tegen
Siberische boter, die anders in komende
jaren op onze markt geworpen zou kun
nen worden.
3. Peulvruchten. Op onze markten
komen vrij geregeld 'boonen uit de Oost-
zeestaten en ook wel erwten uit Oost-
Azië. Er is geen enkele reden, deze onbe
last te laten.
4. Tarwe en tarwemeel. Zoolang de
Tarwewet duurt, kan opneming hiervan
achterwege blijven, maar de tijdsduur van
de Tarwewet bedraagt slechts drie jaar
5. Suiker. Het compenseerende invoer
recht mist volgens den minister het be
schermende karakter. Daarom behoort
boven dit invoerrecht 10 pet. te worden
geheven als blijvende maatregel. Geduren
de de crisis moet als tijdelijke maatregel
dit percentage worden verhoogd.
6. Groenten.
7. Mais en maismeel, dienende voor
de bereiding van glucose, dextrine en
stroop. De belasting zou hier geheven
moeten worden in den vorm van een ac
cijns op dextrine, glucose en stroop, van
welken accijns deze producten moeten
worden vrijgesteld, indien ze worden ge
maakt uit inlandscb aardappelmeel.
Bij de discussie geeft Prof. W. G. Mees
als zijn oordeel te kennen, dat allereerst
tegen dumping maatregelen dienen t.e
worden genomen.
De heer Stroink zegt, dat de handels
politiek in Europa den laatsten tijd wel
radicaal is gewijzigd. Het is nu zoo-vei'
gekomen, dat wij vrijwel alleen als vrij
handelsland zijn overgebleven en op die
manier wordt Nederland de vergaarbak
van het 'buitenland.
De heer Valstar vraagt, of dr. Oortwijn
Botjes met opzet het fruit heeft weggela
ten uit de opsomming van artikelen, waar
voor hij bescherming verlangt. Spr. wijst
er in dit verband op, -dat de invoer van
bananen, sinaasappelen en Amerikaan-
sche appelen in ons land zeer belang
rijk is.
De heer Braat verwacht weinig suc
ces van adressen van landbouworganisa
ties aan de Regeering. Spreker dringt er
op aan, dat de vertegenwoordiging van
den landbouw in het parlement wordt uit
gebreid.
Dr Oortwijn Botjes, de sprekers beant
woordend, zeide, van oordeel te zijn, dat
ook boter moet worden opgenomen in de
artiïelen, waarvoor beschermende maat
regelen dienen te worden getroffen. Wij
hebben naast de belangen van den consu
ment vooral ook rekening te houden met
die van den producent. Een invoerrecht op
fruit is er reeds, zoodat dit niet afzonder
lijk behoefde te worden genoemd.
Met algemeene stemmen werd aange
nomen de motie van den heer H. D. Lou-
wes, inzake den door de Regeering voor
gestelden steun van de suikerbietenteelt
voor 1932 en volgende jaren, waarin het
Kon. Ned. Landbouwcomité de Regeering
met den meesten aandrang verzoekt het
wetsontwerp zoodanig te wijzigen, dat het
onze akkerbouwbedrijven daadwerkelijk
gaat steunen, waardoor het automatisch
de werkgelegenheid zal verruimen en
waarin te kennen wordt gegeven, dat de
noodige middelen daartoe kunnen worden
gevonden door een verhooging van het
invoerrecht of van -den accijns op suiker.
Vervolgens hiield de heer J. Smid, oud-
referendaris bij de Directie van den Land
bouw, te Voorburg, een lezing over het
onderwerp: „Waardoor zal de landbouw
crisis een nationale ramp worden?"
De crisis dreigt een nationale ramp te
worden volgens spr. door de onveTeenig-
baarheid van onze sociale opvattingen, die
uit zijn op het terzijde stellen van de
vrije concurrentie bij de loonbepaling en
de vrijhandelsgedachte, die de vrije con
currentie bij de loonbepaling niet kan her
stellen, doch niettemin haar bij de prijs
bepaling wil handhaven.
Men heeft daardoor in een paar jaren
reeds bereikt, dat een groot deel van onzen
boerenstand is geruïneerd en onze land
bouw sterk in extensieve richting wordt
gedreven. Onmiddellijk krachtig ingrijpen
is noodig.
Tenslotte werd de volgende motie voor
gesteld door het bestuur, met algemeene
stemmen aangenomen.
„Het Kon. Ned. Landbouwcomité enz.
spreekt als zijn meening uit dat voort
gaande ontreddering en het loslaten van
intensieve cultuur in den Ned. Landbouw
zal leiden tot een nationale ramp;
dringt er bij de Regeering met klem op
aan haar standpunt inzake het verleenen
van steun ten behoeve van het landbouw
bedrijf te herzien door meer stelselmatig
en meer afdoende maatregelen tot stand
te brengen met het uitgesproken doel
voortgaande extensiveering tegen te gaan
en met name zoo spoedig mogelijk af
doende steunmaatregelen, vooral ten be
hoeve van den veenkolonialen akkerbouw
bekend te maken."
De voorzitter sloot daarna de bijeen
komst.