Wetenschap en Kunst
Gemengd Nieuws.
Voor huis en hof.
Het Vrouwenhoekje,
Dammen.
Volgens de officieele gegevens van het
jubileqra-Mc^d.
Bendien's kanker-proeven.
Charles Gordon Watson, voorzitter van
de onderzoekingscommissie voor het Brit-
sche rijk inzake kanker, heeft verklaard,
dat de methode van Bendien de aanvan
kelijk gewekte verwachtingen niet heeft
kunnen rechtvaardigen.
De commissie is derhalve tot de con
clusie gekomen, dat de methode-Bendien
op het oogenblik niet als betrouwbaar is
te aanvaarden.
Trommel men f7500 gevon
den. Woensdag j.l. heeft men in Die-
merbrug een vreemdsoortige vondst ge
daan. Langs den weg vond men een blik
ken biskwietrommel, in papier verpakt,
die bij opening f7500 aan bankpapier
bleek te bevatten. Hoewel de politie van
Diemerbrug onmiddellijk maatregelen in
het werk stelde om den eigenaar van de
trommel op te sporen, mocht dit tot nu
toe niet gelukken. Men heeft reden om aan
te nemen, dat de trommel door een Ghi-
neeschen venter, die op dien dag door
Diemerbrug getrokken is, is verloren.
De burgemeester van Diemen heeft de
marechaussee en de gemeentepolitie ter
hulp geroepen. Verdere inlichtingen wor
den gaarne bij den burgemeester van Die-
men ingewacht.
Twee jongens uit den
coupé gevallen. Donderdag
middag werd bij aankomst van den trein
uit Boxtel te Tilburg een portier van een
der coupé's waarin zich leerlingen van
de ambachtsschool bevonden, vóór het
stilstaan van den trein geopend. Doordat
de jongens in den trein aan het stoeien
waren, viel een hunner uit den wagen
maar wist zich nog juist bij tijds vast
te grijpen aan een stang.
Een andere jongen, de 15-jarige B. v.
H., wonende te Boxtel, was minder geluk
kig en viel tusschen perron en trein,
met het gevolg, dat hij ernstig aan zijn
been werd gewond.
Per G.G.D. is de knaap naar het zie
kenhuis overgebracht.
Schil der ijen van Neder-
landsche meesters ge
stolen. Uit de schilderijen-verzameling
van het slot te Mannheim hebben gister
nacht inbrekers zes kostbare schilderijen,
voor het meerendeel van 17e eeuwsche
Hollandsche meesters, gestolen.
De daders zijn van de binnenplaats met
een ladder door een van de vensters ge
klommen, waarvan het glas met behulp
van een diamant was uitgesneden en in
gedrukt.
De schilderijen zijn vakkundig uit de
lijst genomen, in een afgescheurd gedeel
te van de wandbekleeding gewikkeld en
met een gordijnkoord ingepakt.
Door een ander, en gunstiger gelegen
venster zijn de dieven verdwenen. De po
litie stelt een onderzoek in.
i—i Een misplaatste g r a p? De
spoorwegdirectie te Altona had door een
anoniemen brief er kennis van gekregen,
dat in den nacht van 6 op 7 October op de
lijn tusschen Winsen a. d. Luhe en Bie-
nenbüttel een aanslag zou worden ge
pleegd. De ongeveer 25 K.M. lange lijn
werd daarop in dien nacht door wachten
en gendarmes bewaakt.
Daar er niets verdachts werd opge
merkt, neemt men aan, dat de spoorweg
directie misleid is. Zij wijst er echter op,
dat sedert den aanslag bij Jüterbog de
spoorlijnen overal sterker worden be
waakt en er derhalve geen reden tot ver
ontrusting is.
Bijen naar Indië. Twee zwer
men Engelsche bijen, elk van 20,000 stuks,
worden per vliegtuig naar Indië gezonden
door den ymker Boroen uit Cheltenham.
Het is de eerste maal dat bijen een zoo
lange reis zullen maken. Er zijn bijzon
dere maatregelen getroffen om te verhoe
den, dat de bestuurders der vliegtuigen
gestoken zouden worden door eventueel
uit de korven ontsnapte bijen.
AUTOMOBILISME.
Het automobielverkeer In de Vereenlgde
Staten.
Geen enkel land heeft een zoo inten
sief automobiel-verkeer als de Vereenig-
de Staten. Ook zonder den Oceaan over
te steken kan men zich van de afmetin
gen, die dat verkeer heeft aangenomen,
reeds een denkbeeld vormen, als men
weet, dat 31 December 1930 in de navol
gende steden het aantal automobielen
(personenwagens, vrachtauto's en buk
sen) respectievelijk bedroeg:
New York 751.711
Los Angeles 516.010
Chicago 469.478
Detroit 423.102
Men zal zich van do beteekenis dezer
cijfers beter rekenschap kunnen geven,
wanneer men bedenkt, dat te Parijs met
zijn volgens onze begrippen enorm druk
automobiel-verkeer, het aantal motorvoer
tuigen op denzelfden datum, slechts
172.450 bedroeg.
Wanneer men in aanmerking neemt,
dat ook hier te lande de Amerikaansche
automobiel van jaar tot jaar terrein wint,
mag een kort overzicht van wat de laat
ste maanden op de markt in Amerika
zelf gebeurt, ongetwijfeld van belang ge
acht worden.
statistieken-bureau Polk, werden in de
gezamenlijke staten van Noord-Amerika
(met uitzondering van Illinois en New-
Jersey, waarvan de opgaven nog niet in
gekomen waren) in den loop der eerste
zes maanden van 1931 geregistreerd
1.177.130 nieuw in gebruik genomen auto
mobielen. In dit totaal bedrag zijn de
voornaamste merken als volgt vertegen
woordigd:
Chevrolet met
368.907
wagens
Ford
350.801
99
Buick
54.621
99
Pontiac
47.237
99
Dodge
34.761
99
Chrysler
32.153
99
Oldsmobile
31.067
99
Essex
29.598
99
Studebaker
27.429
99
Willys-Whippet
27.177
99
Nash
22.571
99
Plymouth
19.772
99
Auburn
19.494
99
De Soto
15.835
fl
Hudson
13.083
99
Hupmobile
11.132
99
Graham
10.742
99
Men ziet uit het bovenstaande over
zicht, dat Chevrolet en Ford, wat aan
tal verkochte nieuwe wagens betreft, ver
bovenaan staan, en bijgevolg ook op de
geheele wereldmarkt de voorste plaatsen
innemen. Met 368.907 geregistreerde wa
gens vertegenwoordigt Chevrolet alleen
reeds 31.34 pet van den totalen omzet in
nieuwe auto's op de Amerikaansche
markt over het eerste halfjaar 1931, en
Ford met 350.801 registraties 29.8 pet.
Over het eerste halfjaar van 1930 bedroe
gen deze percentages: Chevrolet 23 pet,
Ford 41 pet.
Tot slot laten wij hier nog eenige wel
sprekende cijfers volgen, waaruit blijkt,
hoe de Amerikaansche automobiel-indu
strie staat tegenover het vraagstuk van
het aantal cylinders, dat reeds zooveel
pennen heeft in beweging gebracht. Onder
de 88 typen Amerikaansche wagens vin
den wij:
2 typen met een 16-cylinder motor.
1 type met een 12-cylinder motor.
56 typen met een 8-cylinder motor.
26 typen met een 6-cylinder motor.
3 typen met een 4-cylinder motor.
Bovenstaand overzicht toont, dat van
de 88 typen er 85 een motor hebben van
meer dan 4 cylinders.
Men behoeft geen profeet te zijn om te
kunnen voorspellen, dat het 4-cylinder-
type, dat een tijd lang bij de meerderheid
der constructeurs aanhang vond en voor
hen 't groote voordeel van lagere fabri-
cage-kosten biedt, spoedig geheel zal
verdwijnen. Dat zijn positie op de markt
door de 6- en 8-cylinders van overeen-
komstigen cylinder-inhoud ernstig wordt
bedreigd, is alleszins verklaarbaar, als
men in aanmerking neemt, dat de laatste
op den viercylinder het belangrijke voor
deel hebben, dat zij hem, uit den aard
hunner constructie, ver overtreffen in
soepelheid, trillingvrijen, geruischloozen
gang en snel optrekken, eigenschappen,
waaraan de moderne automobilist terecht
veel waarde hecht.
Op weg naar Sion. Bijbelsch Dag
en Gedenkboek, door Dr J. H. Gun
ning J. Hz. Derde druk. Uitgave
Koning'» Uitgeverij te Baam.
Dr Gunning behoort in vele opzichten
tot de gelukkige menschen. Hij heeft van
God een groote werkkracht ontvangen, hij
geniet het voorrecht, dat hij tot in den
ouderdom frisch en groen blijft en dat
bij het klimmen der jaren zijn werklust
niet verdwijnt. Hij ontving genade van
God. En daarbij komt en dat i9 toch
ook een reden tot dankbaarheid dat
hem ook de waardeering van menschen
niet wordt onthouden.
Dat blijkt ook weer uit de verschijning
van het hier aangekondigde boek. Er zijn
heel wat dagboekschrijvers. Maar vele
dagboeken vertoonen overeenkomst met
dagvlinders. Dr Gunning mag het echter
beleven, dat, ondanks den overvloed van
dagboeken, naar het door hem geschre
vene nog telkens vraag is, zoodat een
nieuwe derde druk noodig bleek.
Het is, naar de uitgever meldt, een
jubileum-uitgave. Zulks in ver
band met het feit, dat de auteur straks
hoopt te herdenken, dat hij 50 jaar ge
leden de Evangelie-bediening aanvaard
de. Er wordt bij jubileums vaak veel ge
sproken. Misschien wel eens meer dan
goed is. In elk geval van meer beteeke
nis dan schoone woorden, die man wel
eens met een korreltje zout moet nemen,
is voor een jubilaris de bestendige be
langstelling en de beproefde trouw, die
uit de vraag naar een nieuwen druk van
een werk als dit blijkt.
Over het dagboek zelf kunnen we kort
zijn. De titel: „Op weg naar Sion" zegt
hier alles.
Voorin vindt men een door Rotgans
geteekend portret van den schrijver. Dan
volgen de gewone dagboekbladen van 1
Januari tot 31 December. Verder een aan
tal stukjes voor de lijdensweken, Paschen
enz. en eindelijk nog een zestigtal over
denkingen voor bijzondere omstandighe
den in het huiselijk en kerkelijk leven.
Moge, naar den wensch van den schrij
ver (Voorbericht) dit dagboek voortgaan
te blijven getuigen van den Naam, die
bóven alle namen is.
De uitgeefster, Koning's Uitgeverij,
stak deze jubileum-uitgave in een stijlvol
TImotheüs. Het geïllustreerd tijdschrift
„Timotheüs" is een nieuwen jaargang
begonnen. Van den 37sten jaargang ver
scheen het eerste nummer. En 'tis een
numer, dat er zijn mag, zooals uit de
hier volgende inhoudsopgave blijkt:
Spring opl (Hoofdartikel). Indrukken
Hoofdredacteur „Het jagen in onzen tijd".
Vervolgverhaal „De Opgaande Lijn" door
J. Smelik (Geeft een blik achter de scher
men van het Kerkelijk Gemeenteleven
op een dorpje in de provincie Gronin
gen). Aan boord van een onderzeeboot
(J. Claus). Prijsvraag met 36 prijzen.
Het Christelijk Tijdschrift (Prof. Dr F.
W. Grosheide). Zoo gij iemands zonden
vergeeft (A. J. Drewes). Zilverrijger (il
lustratie). Prof. Dr J. Severijn (portret).
Contact met de jongeren „Volharding".
Kantteekeningen op dingen, die gebeuren
(Mevr. A. van HoogstratenSchoch).
Het Geluk (A. L. van Hulzen). Teekenen
der tijden „Godsvertrouwen" (J. Tiese-
ma). Referendum (Antwoord op zestien
vragen uit den lezerskring van „Timo
theüs"). Elke week door de lucht naar
Batavia (H. J. v. d. Munnik). Kiekjes
in het werk der Evangelisatie (D. Hoek).
Geschiedenis van den Dag. De Goudweeg
schaal met illustratie. Briefwisseling
Hoofdredacteur. Heerenkleeding. De
overstrooming in China.
Uit een artikel met foto in een vorig
nummer bleek, dat er tusschen de redac
tie en de medewerkers van dit tijdschrift
een uitnemende verstandhouding bestaat.
Uit den in d i t nummer besproken uit
slag van een referendum blijkt, dat er
ook een nauwe band is tusschen redac
tie en lezers.
Wij behoeven dit tijdschrift, dat zich
kenmerkt door zijn echt Christelijken toon,
niet aan te bevelen, 't Beveelt zichzelf
aan. Laten zij, die 'tnog niet kennen,
maar eens de proef nemen en enkele
afleveringen ter inzage vragen.
Tegelijk met dit nummer werd ook ver-
J zonden register en inhoud van den afge-
loopen jaargang.
Uitgeefster is de Fa La Rivière en Voor
hoeve, Zwolle.
Verdedigingsmiddelen van planten.
Reeds in 1890 heeft wijlen Prof. Ernst
Stahl te Jena een uitvoerige verhande
ling geschreven, waarin hij aantoonde,
dat verschillende planten zich door aller
lei middelen min of meer weten te be
schermen tegen de vraatzucht der slakken
In het algemeen beschikt iedere planten
soort over verdedigingsmiddelen om zich
tegen diervraat te beschermen en waar
deze middelen geheel of gedeeltelijk ont
breken, kunnen dergelijke plantensoorten
zich alleen door menschelijke hulp staan
de houden tegen de hen omringende vij
anden.
Planten als Brandnetels en verschil
lende distels, waar ook wij zelf niet graag
mede in directe aanraking komen, noemt
men „mechanisch gewapend", terwijl ver
reweg het grootste aantal planten een
min of meer voldoende bescherming vin
den in chemische of scheikundige be-
standdeelen, welke in deze planten voor
komen en die men daarom „chemisch of
scheikundig weerbaar" noemt. De smaak
of reuk dezer planten, veroorzaakt door
looistoffen, zuren, aetherische olieën en
dergelijke, zijn oorzaak, dat ze door de
dieren worden gemeden. Prof. Stahl heeft
zulks door proeven met slakken aange
toond. Hij sloot hongerige slakken in een
grooten glazen schaal, afgedekt door een
glazen plaat.
Bij deze proeven bleek steeds weer, dat
de uitgehongerde slakken met grooten te
genzin aten van planten, welke scherpe
zuren, aetherische olieën en dergelijke
stoffen bevatten, tenzij deze stoffen er
langs kunstmatigen weg door middel van
alcohol aan waren onttrokken. Op de met
alcohol uitgeloogde planten vielen ze met
graagte aan en de versche lieten ze on
aangeroerd. De tegenzin der slakken voor
deze scherpsmakende en bijtende bestand-
deelen is zelfs zoo groot, dat, wanneer
hij met zoo'n plantendeel een streep over
de glasruit maakte, alle slakken voor de
streep rechtsomkeert maakten en zich
niet door lekkernijen lieten verlokken om
de streep te passeeren. Ook de vochten
door klierdragende haren van verschil
lende planten afgescheiden worden door
de slakken angstvallig gemeden.
Ook in weilanden kan men steeds plan
ten aantreffen welke door hun scheikun
dige bestanddeelen beschermd, door het
grazend vee niet worden gegeten. Deze
merkwaardige bescherming strekt zich in
verschillende gevallen ook uit tot de
vruchten en wel bij de soorten welke in
rijpen toestand graag door mensch of
dier worden gegeten. Wanneer de vruch
ten nog onrijp zijn verhinderen wrang-
smakende stoffen dat ze worden gegeten,
doch zoodra de vruchten rijp zijn en de
zaden dus kiembaar, maken deze wrang-
smakende stoffen plaats voor beter sma
kende stoffen.
Tegenover dit alles staat, dat verschil
lende lager staande diersoorten zich wei
nig of niets door de zwaarste vergiften
laten afschrikken en daarvan ook niet
den minsten hinder ondervinden. Geheel
afdoende zijn de beschermingsmiddelen
der planten dan ook niet, doch wel spelen
ze een belangrijke rol in den strijd tus
schen plant en dier en werken ze er toe
mede tot het scheppen van een soort
evenwichtstoestand, waardoor de in
standhouding van plant en dier wordt
verzekerd. Plaatselijk kan een dergelijke
evenwichtstoestand door verschillende
oorzaken worden verbroken, hetgeen den
ondergang van een bepaalde soort tot ge
volg kan hebben.
Niet bij toeval.
We lezen in het Ned. Weekblad:
We bedoelen waarlijk niets geringschat
tends, als we beweren, dat de taak der
vrouw bij voorkeur ligt binnen de wan
den van haar eigen woning. Heerlijk als
ze een eigen kring, een eigen gezin hééft
en zij daarin de spil mag zijn, waarom
alle gebeuren zich wentelt.
Enkele dagen geleden werd in Den Haag
een vergadering belegd om te protesteeren
tegen een mogelijk gemeenteraadsbesluit,
de huwende vrouw te weren van de pu
blieke, hier gemeentelijke arbeidsmarkt.
Daar werd gezegd:
„Onder het valsche voorwendsel, tege
moet te komen aan de heerschende werk
loosheid, dringt men de vrouw terug in
het gezin, moet zij haar plaats afstaan
aan den eersten den besten mannelijken
sollicitant."
De vrouw terugdringen in 't gezin
dat moet iets vreeselijks zijn! Vreemde
opvatting van de bestemming der vrouwl
Alsof er ooit liefelijker taak voor haar
kon zijn weggelegd! Wanneer zij deze
slechts opvat, zooals de Schepper het be
doelde: niet als mopperende, zich aftob
bende slavin, maar als zorgende gade en
moeder, tot wie allen opzien om hulp en
raad en troost.
Tracht de huwende vrouw naar een
arbeidssfeer met ruimen horizon, zij zal
deze ongetwijfeld vinden in het gezin,
waar God haar zeker niet bij toeval een
eereplaats aanwees. Niet bij1 toeval ar
beidt, onder haar opzicht en leiding een
onhandig dagmeisje, 'n afgesloofde werk
vrouw, een volwassen dienstbode, die 't al
sedert de kinderjaren ontbreekt aan een
vriendelijk tehuis!
Is b.v. 't geslacht der gewillige, weinig-
eischende en ijverig-werkende verstelnaai-
sters uitgestorven? Wij gelooven het niet
en de vrouw des huizes kan van haar ijver
en goeden wil een nuttig gebruik maken
tegen redelijk loon en 'n vriendelijke
bejegening. Verstelnaaisters zijn in den
regel, fatsoenlijke, niet meer jonge meis
jes, voor wie de kans op een eigen gezin
vrijwel verkeken is en die, zich nu nuttig
maken in de gezinnen van anderen. Geef
ze, behalve goed voedsel en een smakelijk
kopje koffie, een klein beetje zonneschijn
in haar soms vreugdeloos bestaan.
Laten wij, vrouwelijke gezinshoofden,
toch nooit denken, dat we er „zijn" wan
neer we haar, 'die voor ons arbeiden, vol
doend loon betalen, zonder ons in het
minst te bekommeren om haar leed en
vreugde, haar zorgen, moeilijkheden, haar
geestes- en zieleleven.
Misschien is de werkvrouw niet precies
in hetgeen ze doet en bovendien wat bab
belachtig, misschien houdt het dagmeisje
van snoepen en staat ze veel te lang aan
de deur met den slagersknecht geef uw
ongenoegen over één en ander zóó te ken
nen dat ge verbetert en niet verbittert.
Persoonlijk is het mij een raadsel, hoe
het meerendeel der vrouwen tijd en be
langstelling kunnen vinden voor arbeid
buitenshuis, terwijl het i n huis zóó hoog
ligt opgestapeld.
Enkele recepten.
Chineesche kool. De Chineesche
kool schijnt verkregen te zijn door de
kruising van bepaalde koolsoorten (spits-,
suikerbroodkool) met de andijvie, van wel
ke laatste zij de struikvorm heeft behou
den. Een eigenaardigheid is, dat de krop
pen niet opgebonden behoeven te worden,
omdat de geelachtig groene blaren naar
echten koolaard de neiging hebben zich
naar elkaar toe te buigen.
Ge kunt deze groente in stukken van
eenige c.M. lang snijden, ze opzetten zon
der toevoeging van water, gaar stoven en
verder klaar maken als andijvie.
Ge kunt ze echter ook beschouwen als
een fijne soort kool, die niet afgekookt
behoeft te worden, haar na het gaarsto
ven fijnhakken en verder bereiden als
kool.
Vervolgens kunt ge het groen van de
bladribben stroopen en als kool berei
den; de overblijvende bladribben dun
schillen of schrappen (als rabaxberstelen),
in stukken van plm. 10 c.M. lengte snij
den, deze gaar koken in water met zout,
daarna op een schotel schikken als as
perges en opdienen met harde eieren, bo
ter, zout, en nootmuscaat.
Gebakken lever. Overgiet de
rauwe lever eerst met kokend, dan met
koud water, snijd hem in plakken, wrijf
deze in met zout en desgewenscht ook
met peper, haal ze door bloem of door
eiwit en paneermeel en bak ze in de
koekepan in heet vet of heete boter bruin.
Doe een scheutje warm water bij de jus en
laat daarin de lever nog een kwartier
zachtjes nastoven.
Sardine-broodjes. 1 blikje sar
dines, 2 eieren, fijngehakte ui, wat mos
terd, zout, cayenne-peper, iets kruiden-
azijn, olie van de sardines.
Bereiding: De sardines van de graten
ontdoen en fijn wrijven met de hard ge
kookte eierdooiers, de ui, de kruiderijen,
azijn en zooveel van de olie tot men een
goed smeerbaar mengsel heeft gekregen.
Met dit mengsel nette stukjes geroosterd
brood bestrijken en ze schikken op een
schaaltje, met een vingerdoekje belegd
en versierd met takjes krulp_eterselie.
Eenige wenken.
Gekreukte kleedingstuk-
k e n. Is een dunne jurk of mantel erg
gekreukt, hang het kleedingstuk dan bo
ven een teiltje met dampend heet water.
De damp zal de kreukels spoedig uit de
stof trekken.
Om winterhanden te v o o in
komen is het noodig, ze nu al gere
geld in te smeren. Dus niet wachten tot
uw handen reeds beginnen te springen.
Als smeermiddel komen in aanmerking:
glycerine, wasoline, lanolin of een paar
druppels slaolie.
Gaat men nieuwe borstels of
bezems gebruiken, dan is het goed, deze
eerst vier en twintig uur in water met
veel zout te laten weeken. Hierdoor zal
men ze veel langer kunnen goed houden.
Inktvlekken kan men het best ver
wijderen door ze direct in zoete melk te
dompelen en dan te wrijven, totdat de
inkt er geheel uit verdwenen is. Wanneer
de inktvlek in een katoenen stof zit, kan
men deze uitwasschen in melk met groene
zeep.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem No. 218.
Autqur: H. A. Luyt, Halfweg.
1 2 3 4 6
47 48 49 60
Zwart 10 sch. op: 8, 9, 10, 12, 16, 20,
21, 24, 25 en 36.
Wit 11 sch. op: 23, 27, 28, 29, 31, 33, 35,
40, 42, 44 en 47.
Wit speelt en wint
Oplossingen binnen 8 dagen na laatste
plaatsing in elke maand.
Om het kampioenschap van Nederland.
J. H. F. v. Mill (wit) J. H. Vos (zwart.)
Stand na den 20en zet van zwart.
47 48
49 60
21, 42—38
7—11
22. 37—32
11—17
23. 3631
17—21
24. 31—36
22—27
25. 26X17
12X21
Aan dezen stand zou
wit meer hebben,
indien wit een stuk op ruit 36 had, zoo
dat hij niet meer 3228 kon spelen.
26. 40—34
1— 7
27. 32—28
8—12
28. 28—22
19—23
Wel het beste, als volgt zou zwart een
stuk gaan verliezen.
Wit: 38X27
34—29 29—23 en
33X31.
Zwart: 27—32 21X32 18X27
29. 22X31
23—28
30. 33X22
18X36
31. 34—29
12—18
32. 35-30
7—12
33. 41—37
12—17
34. 39—33
21—26
35. 38—32
18—22
36. 32—28
2— 8
37. 30—24
17—21
Zwart tracht het aantal stukken te doen
minderen, om daarna door een ver opge
drongen stelling aan wit's linkervleugel
beslissend voordeel te
behalen. Het zal
echter blijken, dat wit zich hier met en
kele stukken zeer goed kan verdedigen.
54. 18X27
31X22
39. 37—32
13—18
40. 32-28
18—22
41. 28X17
12X21
42. 33—28
21—17
43. 43—38
16—21
44. 49—43
8—13
45. 24—20
Op wit 4842 zou
zwart 1420 spe-
len, gevolgd door 410 enz.
45.
13—18
46. 28—23
18—22
47. 43—39
26—31
48. 39—34
31—27
Wit dreigde met 38—32, 2319 en
29X16.
49. 34—30
21—26
50. 30—24
3—8
51. 38—33
8—13
52. 20—15
27—31
53. 23—18
14—19
Op zwart 2217 zou wit 2923 en
2319 spelen.
54. 18—27
31X22
55. 25—20
19X30
56. 20—14
9X20
57. 25X35
13—18
58. 35—30
4—9
59. 2924
Remise.