Wetenschap en Kunst Gemengd Nieuws. Voor huis en hof. Het Vrouwenhoekje, Dammen. Volgens de officieele gegevens van het jubileqra-Mc^d. Bendien's kanker-proeven. Charles Gordon Watson, voorzitter van de onderzoekingscommissie voor het Brit- sche rijk inzake kanker, heeft verklaard, dat de methode van Bendien de aanvan kelijk gewekte verwachtingen niet heeft kunnen rechtvaardigen. De commissie is derhalve tot de con clusie gekomen, dat de methode-Bendien op het oogenblik niet als betrouwbaar is te aanvaarden. Trommel men f7500 gevon den. Woensdag j.l. heeft men in Die- merbrug een vreemdsoortige vondst ge daan. Langs den weg vond men een blik ken biskwietrommel, in papier verpakt, die bij opening f7500 aan bankpapier bleek te bevatten. Hoewel de politie van Diemerbrug onmiddellijk maatregelen in het werk stelde om den eigenaar van de trommel op te sporen, mocht dit tot nu toe niet gelukken. Men heeft reden om aan te nemen, dat de trommel door een Ghi- neeschen venter, die op dien dag door Diemerbrug getrokken is, is verloren. De burgemeester van Diemen heeft de marechaussee en de gemeentepolitie ter hulp geroepen. Verdere inlichtingen wor den gaarne bij den burgemeester van Die- men ingewacht. Twee jongens uit den coupé gevallen. Donderdag middag werd bij aankomst van den trein uit Boxtel te Tilburg een portier van een der coupé's waarin zich leerlingen van de ambachtsschool bevonden, vóór het stilstaan van den trein geopend. Doordat de jongens in den trein aan het stoeien waren, viel een hunner uit den wagen maar wist zich nog juist bij tijds vast te grijpen aan een stang. Een andere jongen, de 15-jarige B. v. H., wonende te Boxtel, was minder geluk kig en viel tusschen perron en trein, met het gevolg, dat hij ernstig aan zijn been werd gewond. Per G.G.D. is de knaap naar het zie kenhuis overgebracht. Schil der ijen van Neder- landsche meesters ge stolen. Uit de schilderijen-verzameling van het slot te Mannheim hebben gister nacht inbrekers zes kostbare schilderijen, voor het meerendeel van 17e eeuwsche Hollandsche meesters, gestolen. De daders zijn van de binnenplaats met een ladder door een van de vensters ge klommen, waarvan het glas met behulp van een diamant was uitgesneden en in gedrukt. De schilderijen zijn vakkundig uit de lijst genomen, in een afgescheurd gedeel te van de wandbekleeding gewikkeld en met een gordijnkoord ingepakt. Door een ander, en gunstiger gelegen venster zijn de dieven verdwenen. De po litie stelt een onderzoek in. i—i Een misplaatste g r a p? De spoorwegdirectie te Altona had door een anoniemen brief er kennis van gekregen, dat in den nacht van 6 op 7 October op de lijn tusschen Winsen a. d. Luhe en Bie- nenbüttel een aanslag zou worden ge pleegd. De ongeveer 25 K.M. lange lijn werd daarop in dien nacht door wachten en gendarmes bewaakt. Daar er niets verdachts werd opge merkt, neemt men aan, dat de spoorweg directie misleid is. Zij wijst er echter op, dat sedert den aanslag bij Jüterbog de spoorlijnen overal sterker worden be waakt en er derhalve geen reden tot ver ontrusting is. Bijen naar Indië. Twee zwer men Engelsche bijen, elk van 20,000 stuks, worden per vliegtuig naar Indië gezonden door den ymker Boroen uit Cheltenham. Het is de eerste maal dat bijen een zoo lange reis zullen maken. Er zijn bijzon dere maatregelen getroffen om te verhoe den, dat de bestuurders der vliegtuigen gestoken zouden worden door eventueel uit de korven ontsnapte bijen. AUTOMOBILISME. Het automobielverkeer In de Vereenlgde Staten. Geen enkel land heeft een zoo inten sief automobiel-verkeer als de Vereenig- de Staten. Ook zonder den Oceaan over te steken kan men zich van de afmetin gen, die dat verkeer heeft aangenomen, reeds een denkbeeld vormen, als men weet, dat 31 December 1930 in de navol gende steden het aantal automobielen (personenwagens, vrachtauto's en buk sen) respectievelijk bedroeg: New York 751.711 Los Angeles 516.010 Chicago 469.478 Detroit 423.102 Men zal zich van do beteekenis dezer cijfers beter rekenschap kunnen geven, wanneer men bedenkt, dat te Parijs met zijn volgens onze begrippen enorm druk automobiel-verkeer, het aantal motorvoer tuigen op denzelfden datum, slechts 172.450 bedroeg. Wanneer men in aanmerking neemt, dat ook hier te lande de Amerikaansche automobiel van jaar tot jaar terrein wint, mag een kort overzicht van wat de laat ste maanden op de markt in Amerika zelf gebeurt, ongetwijfeld van belang ge acht worden. statistieken-bureau Polk, werden in de gezamenlijke staten van Noord-Amerika (met uitzondering van Illinois en New- Jersey, waarvan de opgaven nog niet in gekomen waren) in den loop der eerste zes maanden van 1931 geregistreerd 1.177.130 nieuw in gebruik genomen auto mobielen. In dit totaal bedrag zijn de voornaamste merken als volgt vertegen woordigd: Chevrolet met 368.907 wagens Ford 350.801 99 Buick 54.621 99 Pontiac 47.237 99 Dodge 34.761 99 Chrysler 32.153 99 Oldsmobile 31.067 99 Essex 29.598 99 Studebaker 27.429 99 Willys-Whippet 27.177 99 Nash 22.571 99 Plymouth 19.772 99 Auburn 19.494 99 De Soto 15.835 fl Hudson 13.083 99 Hupmobile 11.132 99 Graham 10.742 99 Men ziet uit het bovenstaande over zicht, dat Chevrolet en Ford, wat aan tal verkochte nieuwe wagens betreft, ver bovenaan staan, en bijgevolg ook op de geheele wereldmarkt de voorste plaatsen innemen. Met 368.907 geregistreerde wa gens vertegenwoordigt Chevrolet alleen reeds 31.34 pet van den totalen omzet in nieuwe auto's op de Amerikaansche markt over het eerste halfjaar 1931, en Ford met 350.801 registraties 29.8 pet. Over het eerste halfjaar van 1930 bedroe gen deze percentages: Chevrolet 23 pet, Ford 41 pet. Tot slot laten wij hier nog eenige wel sprekende cijfers volgen, waaruit blijkt, hoe de Amerikaansche automobiel-indu strie staat tegenover het vraagstuk van het aantal cylinders, dat reeds zooveel pennen heeft in beweging gebracht. Onder de 88 typen Amerikaansche wagens vin den wij: 2 typen met een 16-cylinder motor. 1 type met een 12-cylinder motor. 56 typen met een 8-cylinder motor. 26 typen met een 6-cylinder motor. 3 typen met een 4-cylinder motor. Bovenstaand overzicht toont, dat van de 88 typen er 85 een motor hebben van meer dan 4 cylinders. Men behoeft geen profeet te zijn om te kunnen voorspellen, dat het 4-cylinder- type, dat een tijd lang bij de meerderheid der constructeurs aanhang vond en voor hen 't groote voordeel van lagere fabri- cage-kosten biedt, spoedig geheel zal verdwijnen. Dat zijn positie op de markt door de 6- en 8-cylinders van overeen- komstigen cylinder-inhoud ernstig wordt bedreigd, is alleszins verklaarbaar, als men in aanmerking neemt, dat de laatste op den viercylinder het belangrijke voor deel hebben, dat zij hem, uit den aard hunner constructie, ver overtreffen in soepelheid, trillingvrijen, geruischloozen gang en snel optrekken, eigenschappen, waaraan de moderne automobilist terecht veel waarde hecht. Op weg naar Sion. Bijbelsch Dag en Gedenkboek, door Dr J. H. Gun ning J. Hz. Derde druk. Uitgave Koning'» Uitgeverij te Baam. Dr Gunning behoort in vele opzichten tot de gelukkige menschen. Hij heeft van God een groote werkkracht ontvangen, hij geniet het voorrecht, dat hij tot in den ouderdom frisch en groen blijft en dat bij het klimmen der jaren zijn werklust niet verdwijnt. Hij ontving genade van God. En daarbij komt en dat i9 toch ook een reden tot dankbaarheid dat hem ook de waardeering van menschen niet wordt onthouden. Dat blijkt ook weer uit de verschijning van het hier aangekondigde boek. Er zijn heel wat dagboekschrijvers. Maar vele dagboeken vertoonen overeenkomst met dagvlinders. Dr Gunning mag het echter beleven, dat, ondanks den overvloed van dagboeken, naar het door hem geschre vene nog telkens vraag is, zoodat een nieuwe derde druk noodig bleek. Het is, naar de uitgever meldt, een jubileum-uitgave. Zulks in ver band met het feit, dat de auteur straks hoopt te herdenken, dat hij 50 jaar ge leden de Evangelie-bediening aanvaard de. Er wordt bij jubileums vaak veel ge sproken. Misschien wel eens meer dan goed is. In elk geval van meer beteeke nis dan schoone woorden, die man wel eens met een korreltje zout moet nemen, is voor een jubilaris de bestendige be langstelling en de beproefde trouw, die uit de vraag naar een nieuwen druk van een werk als dit blijkt. Over het dagboek zelf kunnen we kort zijn. De titel: „Op weg naar Sion" zegt hier alles. Voorin vindt men een door Rotgans geteekend portret van den schrijver. Dan volgen de gewone dagboekbladen van 1 Januari tot 31 December. Verder een aan tal stukjes voor de lijdensweken, Paschen enz. en eindelijk nog een zestigtal over denkingen voor bijzondere omstandighe den in het huiselijk en kerkelijk leven. Moge, naar den wensch van den schrij ver (Voorbericht) dit dagboek voortgaan te blijven getuigen van den Naam, die bóven alle namen is. De uitgeefster, Koning's Uitgeverij, stak deze jubileum-uitgave in een stijlvol TImotheüs. Het geïllustreerd tijdschrift „Timotheüs" is een nieuwen jaargang begonnen. Van den 37sten jaargang ver scheen het eerste nummer. En 'tis een numer, dat er zijn mag, zooals uit de hier volgende inhoudsopgave blijkt: Spring opl (Hoofdartikel). Indrukken Hoofdredacteur „Het jagen in onzen tijd". Vervolgverhaal „De Opgaande Lijn" door J. Smelik (Geeft een blik achter de scher men van het Kerkelijk Gemeenteleven op een dorpje in de provincie Gronin gen). Aan boord van een onderzeeboot (J. Claus). Prijsvraag met 36 prijzen. Het Christelijk Tijdschrift (Prof. Dr F. W. Grosheide). Zoo gij iemands zonden vergeeft (A. J. Drewes). Zilverrijger (il lustratie). Prof. Dr J. Severijn (portret). Contact met de jongeren „Volharding". Kantteekeningen op dingen, die gebeuren (Mevr. A. van HoogstratenSchoch). Het Geluk (A. L. van Hulzen). Teekenen der tijden „Godsvertrouwen" (J. Tiese- ma). Referendum (Antwoord op zestien vragen uit den lezerskring van „Timo theüs"). Elke week door de lucht naar Batavia (H. J. v. d. Munnik). Kiekjes in het werk der Evangelisatie (D. Hoek). Geschiedenis van den Dag. De Goudweeg schaal met illustratie. Briefwisseling Hoofdredacteur. Heerenkleeding. De overstrooming in China. Uit een artikel met foto in een vorig nummer bleek, dat er tusschen de redac tie en de medewerkers van dit tijdschrift een uitnemende verstandhouding bestaat. Uit den in d i t nummer besproken uit slag van een referendum blijkt, dat er ook een nauwe band is tusschen redac tie en lezers. Wij behoeven dit tijdschrift, dat zich kenmerkt door zijn echt Christelijken toon, niet aan te bevelen, 't Beveelt zichzelf aan. Laten zij, die 'tnog niet kennen, maar eens de proef nemen en enkele afleveringen ter inzage vragen. Tegelijk met dit nummer werd ook ver- J zonden register en inhoud van den afge- loopen jaargang. Uitgeefster is de Fa La Rivière en Voor hoeve, Zwolle. Verdedigingsmiddelen van planten. Reeds in 1890 heeft wijlen Prof. Ernst Stahl te Jena een uitvoerige verhande ling geschreven, waarin hij aantoonde, dat verschillende planten zich door aller lei middelen min of meer weten te be schermen tegen de vraatzucht der slakken In het algemeen beschikt iedere planten soort over verdedigingsmiddelen om zich tegen diervraat te beschermen en waar deze middelen geheel of gedeeltelijk ont breken, kunnen dergelijke plantensoorten zich alleen door menschelijke hulp staan de houden tegen de hen omringende vij anden. Planten als Brandnetels en verschil lende distels, waar ook wij zelf niet graag mede in directe aanraking komen, noemt men „mechanisch gewapend", terwijl ver reweg het grootste aantal planten een min of meer voldoende bescherming vin den in chemische of scheikundige be- standdeelen, welke in deze planten voor komen en die men daarom „chemisch of scheikundig weerbaar" noemt. De smaak of reuk dezer planten, veroorzaakt door looistoffen, zuren, aetherische olieën en dergelijke, zijn oorzaak, dat ze door de dieren worden gemeden. Prof. Stahl heeft zulks door proeven met slakken aange toond. Hij sloot hongerige slakken in een grooten glazen schaal, afgedekt door een glazen plaat. Bij deze proeven bleek steeds weer, dat de uitgehongerde slakken met grooten te genzin aten van planten, welke scherpe zuren, aetherische olieën en dergelijke stoffen bevatten, tenzij deze stoffen er langs kunstmatigen weg door middel van alcohol aan waren onttrokken. Op de met alcohol uitgeloogde planten vielen ze met graagte aan en de versche lieten ze on aangeroerd. De tegenzin der slakken voor deze scherpsmakende en bijtende bestand- deelen is zelfs zoo groot, dat, wanneer hij met zoo'n plantendeel een streep over de glasruit maakte, alle slakken voor de streep rechtsomkeert maakten en zich niet door lekkernijen lieten verlokken om de streep te passeeren. Ook de vochten door klierdragende haren van verschil lende planten afgescheiden worden door de slakken angstvallig gemeden. Ook in weilanden kan men steeds plan ten aantreffen welke door hun scheikun dige bestanddeelen beschermd, door het grazend vee niet worden gegeten. Deze merkwaardige bescherming strekt zich in verschillende gevallen ook uit tot de vruchten en wel bij de soorten welke in rijpen toestand graag door mensch of dier worden gegeten. Wanneer de vruch ten nog onrijp zijn verhinderen wrang- smakende stoffen dat ze worden gegeten, doch zoodra de vruchten rijp zijn en de zaden dus kiembaar, maken deze wrang- smakende stoffen plaats voor beter sma kende stoffen. Tegenover dit alles staat, dat verschil lende lager staande diersoorten zich wei nig of niets door de zwaarste vergiften laten afschrikken en daarvan ook niet den minsten hinder ondervinden. Geheel afdoende zijn de beschermingsmiddelen der planten dan ook niet, doch wel spelen ze een belangrijke rol in den strijd tus schen plant en dier en werken ze er toe mede tot het scheppen van een soort evenwichtstoestand, waardoor de in standhouding van plant en dier wordt verzekerd. Plaatselijk kan een dergelijke evenwichtstoestand door verschillende oorzaken worden verbroken, hetgeen den ondergang van een bepaalde soort tot ge volg kan hebben. Niet bij toeval. We lezen in het Ned. Weekblad: We bedoelen waarlijk niets geringschat tends, als we beweren, dat de taak der vrouw bij voorkeur ligt binnen de wan den van haar eigen woning. Heerlijk als ze een eigen kring, een eigen gezin hééft en zij daarin de spil mag zijn, waarom alle gebeuren zich wentelt. Enkele dagen geleden werd in Den Haag een vergadering belegd om te protesteeren tegen een mogelijk gemeenteraadsbesluit, de huwende vrouw te weren van de pu blieke, hier gemeentelijke arbeidsmarkt. Daar werd gezegd: „Onder het valsche voorwendsel, tege moet te komen aan de heerschende werk loosheid, dringt men de vrouw terug in het gezin, moet zij haar plaats afstaan aan den eersten den besten mannelijken sollicitant." De vrouw terugdringen in 't gezin dat moet iets vreeselijks zijn! Vreemde opvatting van de bestemming der vrouwl Alsof er ooit liefelijker taak voor haar kon zijn weggelegd! Wanneer zij deze slechts opvat, zooals de Schepper het be doelde: niet als mopperende, zich aftob bende slavin, maar als zorgende gade en moeder, tot wie allen opzien om hulp en raad en troost. Tracht de huwende vrouw naar een arbeidssfeer met ruimen horizon, zij zal deze ongetwijfeld vinden in het gezin, waar God haar zeker niet bij toeval een eereplaats aanwees. Niet bij1 toeval ar beidt, onder haar opzicht en leiding een onhandig dagmeisje, 'n afgesloofde werk vrouw, een volwassen dienstbode, die 't al sedert de kinderjaren ontbreekt aan een vriendelijk tehuis! Is b.v. 't geslacht der gewillige, weinig- eischende en ijverig-werkende verstelnaai- sters uitgestorven? Wij gelooven het niet en de vrouw des huizes kan van haar ijver en goeden wil een nuttig gebruik maken tegen redelijk loon en 'n vriendelijke bejegening. Verstelnaaisters zijn in den regel, fatsoenlijke, niet meer jonge meis jes, voor wie de kans op een eigen gezin vrijwel verkeken is en die, zich nu nuttig maken in de gezinnen van anderen. Geef ze, behalve goed voedsel en een smakelijk kopje koffie, een klein beetje zonneschijn in haar soms vreugdeloos bestaan. Laten wij, vrouwelijke gezinshoofden, toch nooit denken, dat we er „zijn" wan neer we haar, 'die voor ons arbeiden, vol doend loon betalen, zonder ons in het minst te bekommeren om haar leed en vreugde, haar zorgen, moeilijkheden, haar geestes- en zieleleven. Misschien is de werkvrouw niet precies in hetgeen ze doet en bovendien wat bab belachtig, misschien houdt het dagmeisje van snoepen en staat ze veel te lang aan de deur met den slagersknecht geef uw ongenoegen over één en ander zóó te ken nen dat ge verbetert en niet verbittert. Persoonlijk is het mij een raadsel, hoe het meerendeel der vrouwen tijd en be langstelling kunnen vinden voor arbeid buitenshuis, terwijl het i n huis zóó hoog ligt opgestapeld. Enkele recepten. Chineesche kool. De Chineesche kool schijnt verkregen te zijn door de kruising van bepaalde koolsoorten (spits-, suikerbroodkool) met de andijvie, van wel ke laatste zij de struikvorm heeft behou den. Een eigenaardigheid is, dat de krop pen niet opgebonden behoeven te worden, omdat de geelachtig groene blaren naar echten koolaard de neiging hebben zich naar elkaar toe te buigen. Ge kunt deze groente in stukken van eenige c.M. lang snijden, ze opzetten zon der toevoeging van water, gaar stoven en verder klaar maken als andijvie. Ge kunt ze echter ook beschouwen als een fijne soort kool, die niet afgekookt behoeft te worden, haar na het gaarsto ven fijnhakken en verder bereiden als kool. Vervolgens kunt ge het groen van de bladribben stroopen en als kool berei den; de overblijvende bladribben dun schillen of schrappen (als rabaxberstelen), in stukken van plm. 10 c.M. lengte snij den, deze gaar koken in water met zout, daarna op een schotel schikken als as perges en opdienen met harde eieren, bo ter, zout, en nootmuscaat. Gebakken lever. Overgiet de rauwe lever eerst met kokend, dan met koud water, snijd hem in plakken, wrijf deze in met zout en desgewenscht ook met peper, haal ze door bloem of door eiwit en paneermeel en bak ze in de koekepan in heet vet of heete boter bruin. Doe een scheutje warm water bij de jus en laat daarin de lever nog een kwartier zachtjes nastoven. Sardine-broodjes. 1 blikje sar dines, 2 eieren, fijngehakte ui, wat mos terd, zout, cayenne-peper, iets kruiden- azijn, olie van de sardines. Bereiding: De sardines van de graten ontdoen en fijn wrijven met de hard ge kookte eierdooiers, de ui, de kruiderijen, azijn en zooveel van de olie tot men een goed smeerbaar mengsel heeft gekregen. Met dit mengsel nette stukjes geroosterd brood bestrijken en ze schikken op een schaaltje, met een vingerdoekje belegd en versierd met takjes krulp_eterselie. Eenige wenken. Gekreukte kleedingstuk- k e n. Is een dunne jurk of mantel erg gekreukt, hang het kleedingstuk dan bo ven een teiltje met dampend heet water. De damp zal de kreukels spoedig uit de stof trekken. Om winterhanden te v o o in komen is het noodig, ze nu al gere geld in te smeren. Dus niet wachten tot uw handen reeds beginnen te springen. Als smeermiddel komen in aanmerking: glycerine, wasoline, lanolin of een paar druppels slaolie. Gaat men nieuwe borstels of bezems gebruiken, dan is het goed, deze eerst vier en twintig uur in water met veel zout te laten weeken. Hierdoor zal men ze veel langer kunnen goed houden. Inktvlekken kan men het best ver wijderen door ze direct in zoete melk te dompelen en dan te wrijven, totdat de inkt er geheel uit verdwenen is. Wanneer de inktvlek in een katoenen stof zit, kan men deze uitwasschen in melk met groene zeep. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Probleem No. 218. Autqur: H. A. Luyt, Halfweg. 1 2 3 4 6 47 48 49 60 Zwart 10 sch. op: 8, 9, 10, 12, 16, 20, 21, 24, 25 en 36. Wit 11 sch. op: 23, 27, 28, 29, 31, 33, 35, 40, 42, 44 en 47. Wit speelt en wint Oplossingen binnen 8 dagen na laatste plaatsing in elke maand. Om het kampioenschap van Nederland. J. H. F. v. Mill (wit) J. H. Vos (zwart.) Stand na den 20en zet van zwart. 47 48 49 60 21, 42—38 7—11 22. 37—32 11—17 23. 3631 17—21 24. 31—36 22—27 25. 26X17 12X21 Aan dezen stand zou wit meer hebben, indien wit een stuk op ruit 36 had, zoo dat hij niet meer 3228 kon spelen. 26. 40—34 1— 7 27. 32—28 8—12 28. 28—22 19—23 Wel het beste, als volgt zou zwart een stuk gaan verliezen. Wit: 38X27 34—29 29—23 en 33X31. Zwart: 27—32 21X32 18X27 29. 22X31 23—28 30. 33X22 18X36 31. 34—29 12—18 32. 35-30 7—12 33. 41—37 12—17 34. 39—33 21—26 35. 38—32 18—22 36. 32—28 2— 8 37. 30—24 17—21 Zwart tracht het aantal stukken te doen minderen, om daarna door een ver opge drongen stelling aan wit's linkervleugel beslissend voordeel te behalen. Het zal echter blijken, dat wit zich hier met en kele stukken zeer goed kan verdedigen. 54. 18X27 31X22 39. 37—32 13—18 40. 32-28 18—22 41. 28X17 12X21 42. 33—28 21—17 43. 43—38 16—21 44. 49—43 8—13 45. 24—20 Op wit 4842 zou zwart 1420 spe- len, gevolgd door 410 enz. 45. 13—18 46. 28—23 18—22 47. 43—39 26—31 48. 39—34 31—27 Wit dreigde met 38—32, 2319 en 29X16. 49. 34—30 21—26 50. 30—24 3—8 51. 38—33 8—13 52. 20—15 27—31 53. 23—18 14—19 Op zwart 2217 zou wit 2923 en 2319 spelen. 54. 18—27 31X22 55. 25—20 19X30 56. 20—14 9X20 57. 25X35 13—18 58. 35—30 4—9 59. 2924 Remise.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 6