No. 304 Maandag 28 September 1931 45e Jaargang Dagblad voor de Provincie Zeeland Hendrikse Go's Bank N.V. Goes EERSTE BLAD. |e kool 1 Con tou ts 0,53, oeaen ill J Bramen 25, |21, Rijnsche 119, Snijboo- uiten 3-12, land Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Buitenland. Belangrijkste Nieuws. ALLE per 1 OCTOBER vervallende COUPONS EN LOSSINGEN worden verzilverd door De booten zijn vol reizigers, die van ))TC1 4 Iran'me nas is p. bos. |3 ct., bei- —84, witte e 33-'12 7. asters 4 2.) -43 ct. Lassnijboo- idem uit- butegevers 82, dubb. jboonen 11 -12, idem |l.501.90, aardap- gld. alles lort 6IB, witte kool Inen 824, ;en 0.17— isla 0.10 100 stuks, yrtelen 1 bos. 25 Sept. ler 100 Kg, 2—10, d. [l3, Transp. bebel 28, lesse Noble Prince Al- [,and!sberger 28, Lin- -7, Bloem- Ï4, Cox Or. 137, Udo- -4, Court |Lje Reinette >od'e Ribbe- 34, Pre- lennyker 4, -3, Ganze- I, Bauman's |7, Annanas irtier 25, Gold Per- alles per B. Wilhel- de Merode- uet 12, Sou- nne du Go- Jmches; 8-20, leau Poiteau Tlaagdeperen fsperen 1-6, loosevelt 8, Ie Curé 3-7, Ijesperen 5 4, Tri- lintersuikerij lieren 6-14, Ippeperen 3, Vbonkelperen Vonder zaad van Scho- 18, alles per 1, beide per lla 0.30-0.60, l, beiden per Hermanus Kruiningen 3, 21 j. jd. |ndenberg, 27 21 j. jd. grijzer, 74 j., en kind van Johannes Ser- Krijn, z. v. Nieuwdorp; Louisa van v. Norbertus Maria Rijk; d. v. Dirk Lphina Maria 10 uur. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Bureau: Lange Vorststraat 70, Goe». Tel.: Redactie en Administratie No. 11. Postrekening No. <4455. Bijkantoor te Middelburg. Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. TeL No. 258. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, 13,—. Losse nummersi 0.05 Prijs der AdvertentiSn: 14 regels fl.20, elke regel meer 30 ct. Bi] abonnement belangrijke korting. 3 uur 775. Iserd' W-j Een zaak van algemeen belang. Toen in 1914 de groote wereldoorlog uitbrak, werd door Mr Troelstra het fiere woord gesproken, dat in dit gewichtige moment de nationale gedachte de natio nale geschillen moest overheerschen. En getrouw aan dit woord, heeft de S.D.A.P. toen ook zonder aarzelen de re geering gesteund en haar goedkeuring ge hecht aan de gevraagde mobilisatie-cre- dieten. Wij beleven nu wéér een critieken tijd. Het kraakt en barst overal. En indien ooit, daarvan zal toch ieder overtuigd zijn, is het thans noodig, dat het met onze Rijksfinanciën in orde blijft en dat we niet als in andere landen van groote tekorten worden geplaatst, Er was dan ook wel reden om te ver wachten, dat de Regeering bij haar po gen om tot een sluitende begrooting te komen een nationaal werk bij uit nemendheid door alle partijen zou worden gesteund. Natuurlijk niet in dien zin, dat alle voorgestelde maatregelen zonder meer zouden worden toegejuicht, maar toch wel zóó, dat het pogen om de begrooting sluitend te maken, warme instemming zou vinden. Maar zoo is het niet. Inplaats van de Regeering te 'steunen, tracht b.v. „Het Volk" hare bedoelingen verdacht te maken. Met instemming nemen wij hier over wat het liberale „Vaderland" over dit optreden van het socialistische hoofd orgaan schrijft; „Ergerlijk is het vet gedrukte opschrift (boven een artikel over de millioenen- nota)' Financiën heeft meer dan. ooit de leiding. Wie toch zou in den uiterst moei lijken tijd, dien wij beleven, dan wél de leiding toekomen, als het niet aan den Minister van Financiën is? Wij signaleeren nog: „Het zal weer aanslagen op de volksbelangen regenen," waarin een zeer ernstige verdachtmaking van de bedoelingen der Regeering ligt. Als wij er eindelijk op wijzen, dat het vetgedrukte; „Acht millioen minder voor het Invaliditeitsfonds" niet anders kan doen dan den indruk wekken bij de be langhebbenden, dat de Invaliditeitsrente zelve zal worden verminderd, hebben wij zeker genoeg aangehaald om onzen lezers een juist denkbeeld te geven van de wijze, waarop de S.D.A.P. den strijd tegen de Regeering heeft ingezet. Waarlijk, zoo vervolgt het blad, deze mieserige venijnigheid is erger dan de niets ontziende Bolsjewistische aanval van „De Tribune", die in hare bekende gekuischte taal afdrukt; „Millioenenroof van de arbeidersklasse! De Honger-regee- ring-Ruys neemt de leiding in den aanval op de werkers. 7 millioen van het Rijks personeel, 8 mUlioen van de invaliden, 11 millioen door verhooging der invoer rechten." Men versta ons wel. Wij hebben er niets tegen, dat „Het Volk" critiek oefent op de voorstellen van de Regeering! wij deden dat ook. Maar ons bezwaar is, dat „Het Volk" op het beroep van de Regee ring op de offervaardigheid en het gevoel van saamhoorigheid van het Nederland- sche volk geantwoord heeft met verdacht making van de bedoelingen van de Re geering en misleidende qualificaties van hare voorstellen. Men had van een partij, die een vierde van de Nederlandsche natie achter zich heeft, iets anders mogen verwachten. En wel in de eerste plaats de erkenning, dat het een landsbelang is, een belang van ons allen, van edelman tot bedel man, en van den laatste het meest, dat het deficit gedekt wordt, en daarnaast dan de aankondiging van eigen voor stellen,- om daartoe te geraken, die dan de grondslag hadden kunnen worden van een compromis, dat in moeilijke tijden altijd de voorkeur verdient boven eenzijdige meerderheidsuitspraak. Maar „Het Volk" is blijkbaar het feit te mach tig geweest, dat in dezen tijd, met zijn vele ontevredenen, het goud van de pro paganda om zoo te zeggen op straat ligt, zoo maar voor het grijpen, al moet het dan ook uit den modder geraapt." Met genoegen maken wij van deze uit spraken van „Het Vaderland" melding. Vooreerst omdat hier zoo juist het on verantwoordelijk optreden van de S.D.A.P. wordt geteekend. Maar dan ook, omdat deze uitspraken de verwachting wekken, dat de heer de Geer op meer steun uit het liberale kamp zal mogen rekenen dan Minister Colijn, die indertijd bij zijn bij uitstek natio naal werk, van de libealen weinig plei- zier beleefde. DR COLIJN OVER DE FINANCIEELE CRISIS. De Indruk te Genève. De gevolgen voor andere landen. De positie van den gulden. De redacteur van het N. G. B. heeft een onderhoud gehad met dr H. Colijn, die dezer dagen uit Genève is terugge keerd. De eerste vraag, welke den heer Go- lijn gesteld werd, was; Hoe was de stem ming in Genève, toen het bekende be sluit der Engelsche regeering tot ophef fing van den gouden standaard bekend werd? „De stemming in Genève," antwoordde dr Colijn, „was zeer gedrukt. Toen de En gelsche gedelegeerde opstond om zijn ver klaring af te leggen, was er een moment van groote stilte. Niet omdat het bericht voor allen een volslagen verrassing was. Er waren verschillende personen reeds van op de hoogte, ook voor mij kwam bet niet onverwacht. Nu deed zich in Genève het merkwaar dige feit voor, dat men aan den eenen kant de gevolgen van dat besluit veel te ernstig inzag, maar dat men aan den an deren kant ook weer geen oog had voor de werkelijke gevolgen welke uit de En gelsche crisis zullen voortvloeien. Een al- gemeene nervositeit had zich van de men- schen meester gemaakt; van een juist aan voelen der gevolgen was slechts in geringe mate sprake. Ik voor mij ben er zeker van, dat die nervositeit absoluut zonder grond is. Nu echter deze moeilijke toestand voor Engeland is ingetreden zijn de gevolgen voor verschillende landen zeer belangrijk. Het is niet de moeilijkheid, dat 'tpond negen of tien gulden waard is in plaats van twaalf gulden, maar het gevaar schuilt in het gemis aan stabiliteit. Daar komt nog bij, dat het buiten- landsch bezit van Engeland tengevolge van de Pondendaling sterk in waarde daalt. Op het oogenblik is dit bezit zeker al met 1.000.000.000 pond gedaald. De meeste leeningen op de Londensche markt toch zijn ponds.-leeningen geweest. Ook één der Nederlandsch Indische leeningen is een ponds-leening en het ongeluk is, dat deze voor een groot deel in Nederlandsche han den is. De Nederlandsch Indische staat profiteert er nu van, wanneer zij de schuld afbetaalt, maar de houders van stukken ontvangen een terug, dat aan zienlijk minder waard is dan het dat zij er voor gegeven hebben." „Maar zou het Pond zich niet binnen korten tijd eenigszins kunnen herstellen en stabiliseeren?" „Aanvankelijk had ik wel het geloof, dat het Engelsche Pond zich vrij snel zou kun nen herstellen, maar dit geloof is ernstig aan het wankelen gebracht door de be richten der laatste dagen, welke blijk ge ven van zonderlinge opvattingen, die omtrent deze quaestie in Engeland be staan. „Zoo moge ik o.m. wijzen op het hoofd artikel in de „Times" van gisterochtend, waar de merkwaardige stelling verkondigd werd, dat beschermende tarieven of in flatie geen verhooging van de prijzen te weeg brengen en dit is heusch niet het eenigel! Bij dusdanige economische op vattingen lijkt het mij, dat men in Enge land zelf het juiste inzicht in wat er op het oogenblik gebeurt, nog niet verwor ven heeft. Het is toch niet voor tegenspraak vat baar, dat een in te voeren tarief zoo wel als een verlaging van de waarde der munteenheid de neiging hebben een prijs- verhooging in het leven te roepen. „Wat zullen de gevolgen voor andere landen zijn?" „De mogelijkheid bestaat dat zwakkere landen genoodzaakt zullen worden het Engelsche voorbeeld te vol gen. Zullen wij daar ook toe behaoren? Daar behoeft absoluut geen vrees voor te bestaan. Be positie van den gulden is vol kamen safe, vooropgesteld altijd, dat de regeering er voor zorgt, een werkelijk goed sluitend budget te krijgen en dat bet publiek zich niet aan een onzinnige angst overgeeft, U legt den nadruk op een goed sluitend budget. Komt onze begrooting, gezien al thans de moeilijke omstandigheden, niet voor deze benaming in aanmerking? In 1932 zal de toestand voor ons land veel slechter zijn, dan de regeering volgens de ingediende begrooting voor dat jaar beeft voorzien. Daarom zal met de maat regelen, welke in overweging zijn, wel niet kunnen worden volstaan. Er moet o.a. op gerekend worden, dat de ontvangsten in 1932 de raming niet zullen halen, mede ten gevolge van betgeen thans in Enge land is geschied. Men zal wel zien, dat een groot aantal personen wel gerekend zijn bij de belastingbetalers maar in 1932 in werkelijkheid geen belasting zullen be talen. Vervolgens kwam bet gesprek op de samenwerking der groote Europeesche mogendheden, voornamelijk in economisch opzicht. „Wanneer er een stemming is in bet goederenverkeer, brengt dit vanzelf een stremming in bet geldverkeer met zich mede. In Genève heb ik dit de vorige week ook uitvoerig betoogd; vrij geldver keer is alleen mogelijk op een basis van vrij goederenverkeer. U sprak zoo juist over Ned.-Indië, mo gen wij daar nog even op terug komen? Indien Indië de Pondenleening dus zou converteeren, zou dit voor de schatkist een voordeel zijn? Dat zou het zeker, maar een andere vraag is of deze teleurstelling met een In dische leening ondervonden, het crediet van Indië zou bevorderen. Indië heeft nog veel te leenen en ook nog dure leeningen te converteeern. Daarom komt de daling van het boewei oogenschijnlijk voor de Indische schatkist voordeelig, m.i. zeer ongelegen. Het aantal geldmarkten is thans zeer beperkt; alleen zijn nog over gebleven Nederland, Frankrijk en Ame rika en het is moeilijk te zeggen, in hoe verre het publiek bereid is, om in het licht der ervaringen in den laatsten tijd met buitenlandsche leeningen opgedaan hierin deel te nemen. Dit zal te meer klemmen, waar de toestand in Indië niet bepaald gunstig is. Mogen wij thans nog vragen naar uwe meening over den toestand in ons eigen land? Ik heb deze crisis voorzien, natuurlijk niet in den omvang, waarmede zij zich vandaag doet gevoelen, maar dat zij komen moest, was logisch vast te stellen. Alle maatregelen in 1923 en 1924 genomen, hadden ten doel ons terug te voeren naar een belangrijk lager liggend stabilisatie- vlak. Dit was dringend noodig omdat de liquidatie van den oorlog, welke zich aan het eind van 1921 begon te openharen, in 1924 nóg niet beëindigd was. Wij heb ben toen weliswaar van 1925 tot 1928 een opleving gekregen, maar deze was slechts zeer tijdelijk. Deze opleving was voor een belangrijk deel het gevolg van groote leeningen welke niet alleen door Amerika, maar ook door Engeland aan de verarmde Europeesche staten gegeven zijn. De influx van dit kapitaal heeft natuur lijk een verlevendiging veroorzaakt, wel ke ook op Nederland terugsloeg. Men kon dus er zeker van zijn, dat de gunstige ja ren van 19251928 geen beeld van een blijvenden toestand gaven. De daling van 1922'24 moest zich voortzetten en is dan ook in 1929 ingetreden. Het is jammer, dat verschillende maat regelen, welke in 1923'24 genomen zijn, in de latere jaren weer ongedaan zijn ge maakt. Ik zou als voorbeeld hierbij willen wijzen op de netto-uitgaven van het on derwijs. In 1923 bedroegen deze voor Rijk, provincie en gemeenten tezamen f 204 millioen. In 1926 f 164 millioen, een daling dus van f40 millioen, waaxyan ten bate van het Rijk is gekomen f 31 millioen, van de provincie f 1 millioen en van de ge meenten f8 millioen. Indien men die be zuinigingen niet grootendeels ongedaan had gemaakt, zou de toestand op het oogenblik voor ons heel wat gemakkelijker zijn dan hij nu is. De voortgezette daling dwingt ons naar een lager stabilisatie- vlak. Het is toch ook eigenlijk dwaasheid, dat de wereld, die in den oorlog schuld ge maakt heeft voor destructieve doeleinden, nu nog durft te pretendeeren beter te kun nen leven dan vroeger, al houden wij er re kening mede, dat de productie is toegeno men. Dan zou men in het gunstigste ge val kunnen zeggen, dat men even goed kan leven. Maar het door den oorlog ont stane deficit moet eerst geheel zijn wegge werkt en vervangen door meerderen rijk dom, eer wij ruimer zullen kunnen leven dan voorheen. Fransch bezoek aan Berlijn. Zaterdagmiddag zijn de Fransche mi nisters Laval en Briand uit Parijs naar Berlijn vertrokken en daar gistermorgen aangekomen. Laval en Briann werden op het perron ontvangen door Briining, Curtius en den Franschen gezant. Toen de ministers het perron hadden verlaten en op straat ver schenen om naar bun botel te gaan, wer den zij door de menigte met geroep van „leve de vrede!" en „nooit meer oorlojl" ontvangen. Langs den weg stonden heel wat menschen en voor het botel zal bet zwart van publiek, dat net zoo lang Laval en Briand bleef roepen, tot beide minis ters voor bet raam verschenen. Telkens herbaalde zich bet geroep, zoodat de Franschen in het eerste uur viermaal voor de geopende vensters de ovaties in ontvangst moesten nemen. Ten slotte kwamen zij beiden op bet balcon, waar op de menigte, na een geweldige ovatie, een spreekkoor vormde, dat den ministers toeriep: „Geeft den wereldvrede; leve Frankrijk, leve Duitschland!" Briand vertrok even later per auto naar het kerkhof, Waar bet stoffelijk overschot van Stresemann ligt begraven. Hij bracht er een krans en bleef eenigen tijd aan 't graf staan. Minister-president Laval heeft voor zijn vertrek de vertegenwoordigers der Fran sche en buitenlandsche pers ontvangen en over zijn reis naar Berlijn de volgen de verklaring afgelegd: De reis, welke Briand en ijk naar Ber lijn ondernemen, moet niet beschouwd worden als enkel een beleefdheidsgebaar, De nieuwe ontmoeting, welke wij met de Duitscbe ministers zullen hebben, moet tot bandelen leiden. Ik heb de zeker heid, dat, als de betrekkingen tusschen Duitschland en Frankrijk verbeterd zul len worden, en als een actieve politiek van samenwerking tusschen onze beide groo te volken tot stand zal komen, 't dan ge makkelijker zal zijn, het vertrouwen te herstellen. De rijkskanselier Dr Briining, heeft ook een verklaring aan de pers verstrekt. In Parijs hadden wij de gelegenheid om in een openhartige, rechtstreeksche bespreking met de beide belangrijke Fran sche staatslieden, die ons thans de eer van hun bezoek zullen bewijzen, de grond slagen voor een oprechte overeenstem ming te zoeken. Wij zullen in deze dagen deze rechtstreeksche gedachtenwisseling voortzetten en voortbouwend op de reeds bestaande nieuwe wegen naar practische vormen zoeken van samenwerking. Duitschland en Frankrijk hebben el kaar op zoovele gebieden, zooals econo mie en techniek, kunst en wetenschap, steeds rijk aangevuld en begiftigd en toch hebben zij tot dusver slechts zoo zelden ge poogd den door hun positie, hun struc tuur en hun innerlijke verbondenheid aangewezen weg van volledige wederzijd- sche overeenstemming te betreden. Als de aanstaande besprekingen door wederzijds vertrouwen gedragen worden kunnen zij voor onze beide landen nieu we toekomstmogelijkheden openen. China en Japan. Berichten uit Peking ontkennen, dat de Japansche troepen hun militaire opera ties in Mantsjoerije hebben stopgezet. In tegendeel hebben de Japanners luchtaan vallen gedaan op Poepangtse en in Wes telijke richting op Toengliao. Generaal Tsjang Sjoe-liang beweert, bewijzen in handen te hebben, dat de Japansche en Koreaansche strijdkrachten in Mantsjoe rije op het oogenblik ongeveer 40.000 man sterk zijn. De financiëele crisis. Te Brussel daalde het pond sterling tot 130 franc, zoodat het sedert vorige week Binnenland. Een verklaring der Nederlandsche Bank. Dr H. Colijn over de crisis. Noodlottige brand in Indië. Belangrijke werkverschaffing op Walche ren. De adviseur van den landbouw I. G. J. Kakebeeke overleden. Buitenland. De financieele crisis. Treinoverval bij Moekden. De Fransche ministers te Berlijn. Maahdag 25 pet van zijn waarde heeft verloren. Het publiek meent, dat de inflatie niet zal kunnen worden tegengehouden en her innert zich de inflatiedagen van 1926 met den Belgischen franc. Te Parijs werd het pond sterling op de beurs tegen 90 franc genoteerd. Deze plot selinge en snelle koersdaling heeft een zeer zenuwachtige stemming veroorzaakt en er worden groote hoeveelheden geld van de banken gehaald. Een groote Pa- rijsche bank zou daardoor in moeilijkhe den zijn geraakt. De zijdefabrikanten van Lyon en de fabrikanten van luxe artike len, benevens de textielfabrikanten van Noord-Frankrijk hebben bij de regeering aangedrongen op maatregelen om den moeilijken toestand het hoofd te bieden. Aangezien de Spaansche regeering vreest, dat ten gevolge van de waardever mindering van bet pond sterling moeilijk heden zullen rijzen voor den Spaanschen export, beeft zij een nationale commissie van deskundigen bijeen geroepen, ten ein de te beraadslagen over eventueel te ne men beschermingsmaatregelen. - De banken te Belgrado waren Zaterdag niet meer in staat aan alle aanvragen van beleggers, die hun geld. kwamen op nemen, te voldoen. In een vertrouwelijke circulaire machtigde de regeering de ban ken, om slechts gedeeltelijk en in over eenstemming met de liquide middelen, waarover de bank beschikte, uit te beta len. De meeste banken betaalden bedra gen, varieerende tusschen de f 50 en f 100. Uit Rome wordt gemeld: Met het oog op het tekort op de staats- begrooting, hetgeen een snel ingrijpen eiseht, is besloten tot verhooging van in voerrechten. Bij Kon. besluit zullen de invoerrechten voor het meerendeel der goederen met 15 pet. en voor brandstof fen met 10 pet. verhoogd worden en wel voor alle staten, met welke geen bandels- verdrag met de bepaling inzake meest begunstiging gesloten is. De Zweedsche regeering heeft besloten den gouden standaard op te schorten. De Zweedsche Rijksbank heeft het dis conto met 2 pot verhoogd tot 8 pet. Ook In Noorwegen is de gouden stan daard tijdelijk opgeschort. De Noorscbe regeering heeft den uitvoer van goud ver boden. De Nationale Bank van Noorwegen heeft het disconto verhoogd tot 8 pet. Het Italiaansche disconto is verhoogd van 514 tot 7 pet. Uit Athene wordt gemeld, dat men aanvankelijk ernstige vrees heeft gekoes terd ten aanzien van de stabiliteit van de drachme. Thans wordt de stabiliteit echter vrij zeker geacht, dank zij; bet vrijwillig aanbod van de voornaamste Grieksche banken, om baar goudvoorraad ter beschikking van de Nationale Bank te stellen. Hierdoor is de drachme op een vaste basis gebracht. De Bank van Grie kenland heeft intusscben bet disconto verhoogd van 9 tot 12 pet. De waardevermindering van het pond komt aan de Engelsche badplaatsen zeer ten goede. Op groote schaal komen de Engelscben uit het buitenland terug, die thans de pensions in de Engelsche bad plaatsen bevolken, zoodat deze overvol zijn.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 1