Land- en Tuinbouw Leestafel. Voor huis en hof. Het Vrouwenhoekje. Dammen. dllösV^iFi Logisch en verstandig. ff s S 1 I E co co 2 '3 a w a s ,'5 a a Stand der landbouwgewassen. De oogst In 1931 belangrijk minder dan In 1930. Aan het overzicht betreffende den stand der landbouwgewassen op 21 Sep tember is, onder medewerking der rijks- landbouwconsulenten, samengesteld naar gegevens, verstrekt door de correspon denten der directie van den landbouw, en door het koninklijk Nederlandsch Mete orologisch instituut, ontleenen we het volgende: De langdurige voortzetting van het koele, regenachtige weer sedert het oogst- bericht van 19 Augustus heeft op de ver dere ontwikkeling van de meeste gewas sen, alsook op het oogsten, een ongun- stigen invloed uitgeoefend. Van nagenoeg alle gewassen wordt de oogst dan ook aanmerkelijk slechter beoordeeld dan een maand geleden, hetgeen geldt zoowel van de opbrengst per H.A. als van de kwaliteit der producten. De oogst 1931 is dan ook aanmerkelijk minder dan de voorafgaande jaren. De tarweoogst is in de verschil lende gebieden nogal uiteenloopend, doch over het geheel slechts matig tot vrij goed. Het ongunstigst wordt de oogst beoor deeld in Noord-Holland en Groningen. In de Veenkoloniën heeft deze voor de meeste verbouwers nieuwe cultuur nogal teleurstelling gebaard. Niet alleen was 't weer ongunstig, ook tijdens het oogsten terwijl de tarwehalmdooder aanmerkelij ke schade aanrichtte, doch ook had men veelal meer last van onkruid dan ver moed werd. Men verwacht daar, dat de gemiddelde opbrengst niet meer dan 32 H.L. per H.A. zal bedragen. In Zeeland kenmerkt de zomertarwe zich in het al gemeen door een slecht gevulden korrel en een laag beschot. De haver is veelal beter dan de tar we, hoewel ook hiervan de opbrengst te genvalt. Zeer onbevredigend is de oogst van de erwten. Vrijwel algemeen is de op brengst laag, terwijl ook de kwaliteit veel te wenschen overlaat, doordat zij wormstekig zijn aangetast en het weer tijdens den oogst ongunstig was. Ook de stand, van de witte boonen is slecht. Van de meeste handelsgewas sen is de oogst aanmerkelijk minder goed geworden dan zich aanvankelijk liet aanzien. De stand van de consumptie aardappelen loopt aanmerkelijk uit een. De besproeide velden geven over het geheel een goed beschot, wat van de on besnoeide niet gezegd kan worden. Voor al op de laaggelegen perceelen worden veel rotte knollen aangetroffen, terwijl daar de knollen ook veelal klein van stuk zijn. In de Veenkoloniën is de opbrengst matig. Aangezien voorts de teelt aanmer kelijk beperkt is en or vrij veel vraag is voor consumptie, zal zulks tengevolge hebben, dat de aardappelmeelfabrikanten een kleine campagne zullen maken. Waar schijnlijk zal nog niet half zooveel aard appelmeel geproduceerd worden als het vorige jaar en minder dan een derde van '28 en '29. Het gewicht der suikerbieten is aanmerkelijk lager dan normaal, terwijl het suikergehalte slechts weinig geringer schijnt te zijn. De ontwikkeling van de k n o 1- en stoppelgewassen is algemeen ach terlijk gebleven, waarop ook verminde ring van het gebruik van stikstofbemes ting van invloed is geweest. Voor den grasgroei is het in den laatsten tijd te koud geweest. De gevol gen daarvan komen vooral tot uiting op de zandgronden. Op de klei, althans waar de ontwatering voldoende is, is de stand van het weiland goed tot zeer goed. Op het zand is de stand veelal vrij goed tot goed. De zware regenval heeft ten gevol ge gehad, dat op de laag gelegen wei landen het gras sterk vertrapt is. De gronden langs de rivieren hebben veel van het hooge water te lijden gehad. De kans is groot, dat het vee vroegtijdig naar stal zal moeten. Van grashooi twee de snede is weinig gewonnen; de vele re gens noopt enveelal tot het maken van persvoer, waarvan de bereiding zich nog veel uitbreidt. HOOG WATER. Stand, van Zondag 27 Sept. 1931. v.m. n.m. Terneuzen 3.14 3.21 Borsselen 2.54 3.01 Breskens en Vlissingen 2.39 2.46 Hoedekenskerke 3.34 3.41 Hansweert 3.54 4.01 Veere 3.04 3.11 Golijnsplaat 3.29 3.36 Goesche Sas 4.24 4.31 Wemeldinge 4.29 4.36 Ierseke 4.34 4.41 Tholen 4.49 4.56 Zierikzee 3.44 3.51 Stand van Maandag 28 Sept. 1931. v.m. n.m. Terneuzen 3.39 3.48 Borsselen 3.19 3.28 Breskens en Vlissingen 3.04 3.13 Hoedekenskerke 3.59 4.08 Hansweert 4.19 4.23 Veere 3.29 3.38 Golijnsplaat 3.54 4.03 Goesche Sas 4.49 4.58 Wemeldinge 4.54 5.03 Ierseke 4.59 5.08 Tholen 5.14 5.23 Zierikzee 4.09 4.18 Naderlandsche Volkskunde. Een serie leesboeken voor de lagere school, bijeengebracht door Prof. Dr J. Waterink, Drs P. J. Meer- tens, Diet Kramer, Daan Deken, Paul v. Ipenburg, Anne de Vries en D. Wouters. Uitgave P. Noord- hoff N.V., Groningen. Een serie leesboeken van zeer bijzonder karakter wordt hier aangeboden. In het begeleidend prospectus zegt de uitgeefster o.m.: „De eenheid van een volk komt ner gens beter door uit, dan door zijn taal en zijn volkskundig bezit, die krachtige, levende herinnering aan een nog steeds levend verleden. In deze drukke tijd is het zich tijd gun nen, om eens rustig achterom te zien naar wat geboren werd in de sfeer van zoo veel stiller volksbestaan, nuttig en noo- dig. Nuttig, omdat in die oude waarden schatten van humor en geest, bronnen van karakter-schoonheid aanwezig zijn, die ook het heden niet verwaarloozen kan, dan tot eigen nadeel. Noodig, waar het leven van de mensch van ziel en zinnen in het heden wel veel voor het laatste geeft, maar de eerste vaak te kort komt. Kennis van wat ons folkloristisch be zit is, is tevens een middel om liefde tot egen grond en eigen stam te doen groei en". Door deze overwegingen geleid, hebben een aantal deskundigen op het gebied van onderwijs en volkskunde onder lei ding van den heer D. Wouters samenge werkt aan de samenstelling van een reeks leesboekjes, die er toe kunnen meewer ken om geheel ongezocht, bij de jeugd belangstelling voor de volkskunde op te wekken. Deze geheele serie bestaat uit negen deeltjes, waarvan één een algemeen Ne derlandsch karakter draagt. Verder zijn er zeven boekjes; waarin de verschillen de provincies worden behandeld Zuid- Holland en Zeeland vormen één deeltje terwijl ook een deel aan Vlaanderen is gewijd. Wanneer deze boekjes gelezen worden onder leiding van een onderwijzer, die zelf in de volkskunde belang stelt, dan zullen ze ter afwisseling van de gewone leesstof zeker goede diensten bewijzen, terwijl tevens de liefde voor het levend verleden van ons volk wordt aangewak kerd. Het is niet noodig, dat in iedere school de geheele serie aanwezig is. Men zal zich kunnen bepalen tot de aanschaffing van het deeltje „Nederland" en van het deel tje waarin de eigen provincie behandeld wordt. Mede uit overweging, dat volkskunde en houtsnede vanouds bij elkaar behoor den, zijn deze boekjes verlucht met een groot aantal houtsneden. Het deeltje voor Zuid-HollandZeeland werd geïllu streerd door den heer J. Melse te Goes, die ook als illustrator wij denken aan „De Vriend des Huizes" en „Timotheus" reeds een uitstekenden naam heeft en die zich ook hier als een houtsnijkun st e n a a r doet kennen. Het behoeft geen betoog, dat de firma Noordhoff voor een keurige uitvoering zorg droeg. Antirevolutie n a i r e Staat kunde. Het Septembernummer van dit orgaan der Dr A. Kuyperstichting be vat een bijdrage van Dr E. J. Beumer over „Revolutionaire dreiging en noodzakelijk verweer". Verder een In memoriam Dr Nolens, door Mr Heemskerk. In de advie- zenrubriek worden de volgende onderwer pen behandeld: Overheidszorg t. b. v. schouwburgbouw en tooneel. Subsidie- verleening aan kerkelijke instellingen van armenzorg. Gemeentelijk fonds voor ar menzorg; Wethouderspensioen. Als steeds: gaarne aanbevolen. Uitgave J. H. Kok te Kampen, DeDokterinHuis. Wij ontvingen de September-aflevering van „De Dokter in Huis", populair tijdschrift voor de volksgezondheid. Uitg. La Rivière Voorhoeve, Zwolle. Deze afl. opent met een artikel over het jubileum van Dr Noordtzij te Zwolle en geeft verder artikelen over Dr Bendien en de officieele wetenschap; De blinde vlek en de gele vlek, enz. Verder Korte Mede- deelingen en de Medische Brievenbus. Een van de tijdschriften die geen aanbeveling behoeven. De Opgravingen in het Oosten. Het bekende standaardwerk van Prof. Dr A. Noordtzij over de opgravingen in het oosten, n.l. „Gods Woord en der eeuwen getuigenis" is nu ongeveer vier jaar uitverkocht. Naar wij vernemen, zal binnenkort bij den uitgever J. H. Kok te Kampen van dit zeer gezochte boek een geheel omge werkte en zeer vermeerderde druk' ver schijnen. De auteur heeft het werk gron dig herzien, en bijgewerkt tot den aller jongsten tijd. Het boek is aanzienlijk uitgebreider dan de eerste druk. Deze tweede druk zal namelijk 120 bladzijden druks meer be vatten, terwijl talrijke geheel nieuwe en zeldzame illustraties zullen worden opge nomen. Ook zijn aan deze nieuwe uitgave enkele registers toegevoegd, die de waar de van het boek zeer verhoogen. Ondanks deze uitbreiding wordt de prijs niet verb aogd, Wie over dit interes sante en voor alle Bijbellezers zoo betee- kenisvolle werk meer wil weten, vrage het prospectus bij zijn boekhandelaar of bij den uitgever. Bromeiiaceeën voor de Huiskamer. De familie der Bromeiiaceeën telt ruim 40 geslachten met meer dan 1000 soorten, waarvan verschillende als kas-, serre- en kamerplanten zeer gezocht zijn. De Bro meiiaceeën behooren thuis in de warme en gematigde streken van Zuid-Amerika. De meeste soorten leven oorspronkelijk als epiphyten, d.w.z. zijn planten die op andere gewassen leven, doch die met de wortels daarin doordringen om er voed sel aan te onttrekken. Verschillende soorten leven in Zuid- Amerika in de schaduw der dichte tropi sche oerwouden, anderen daarentegen worden gevonden op hooge rotsen of groeien in de toppen der boomen De wind of de vogels zorgen er voor, dat de zaadjes zich een hooge plaats weten te verzekeren en hieruit ontwikkelen zich dan de planten. Over het algemeen zijn de wortels heel weinig ontwikkeld, vooral bij de op de boomen groeiende variëteiten, waar ze alleen een vasthechtende taak hebben, om dat hier de bladeren zorgen voor het voedsel en het water. De rozetten van de bladeren vormen als het ware een beker, waarin alles, wat uit de lucht valt, wordt verzameld, zoowel water als fijne stof deeltjes. De meeste Bromeiiaceeën hebben riem- of lijnvormige en ongesteelde bladeren, welke aan den voet veelal verbreed zijn. De Bromeiiaceeën verdienen reeds door kleur en vorm der bladeren een plaats in de huiskamer. De soorten, welke voor kamercultuur in aanmerking komen kun nen nagenoeg allen op dezelfde wijze worden behandeld, doch vereischen eenige zorg, speciaal wat de temperatuur be treft. In de wintermaanden moet de tem peratuur ongeveer 60 h 65 gr. Fahr. zijn en moeten groote schommelingen in de temperatuur vermeden worden. Ook voor tocht zijn ze gevoelig, hoewel dit ook geldt voor andere kamerplanten. Ze groeien graag in een vochtige lucht, verlangen een goed gedraineerden pot met humusrijken grond en moeten van tijd tot tijd worden bespoten of afgesponsd met op tempera tuur gebracht water. Gedurende de zo mermaanden verlangen ze veel water. Dit water kan gerust in het hart der planten worden gegoten. Het in den beker overblijvende water zal de planten niet doen rotten. Een der meest bekende voor serre- of kamercultuur is de Billbergia rhodocyana de rood-blauwe kokerbromelia. De blade ren hiervan zijn gezaagd en groen met wit gemarmerd. Deze bloeit met lichtrose en blauwe bloempjes. Na den bloei sterft de plant af, doch dit afstervingsproces duurt zeer lang. Aan den voet of tusschen de bladeren ontstaan een of meer jonge plantjes, welke zoolang aan de moeder plant blijven tot ze behoorlijk beworteld zijn en daarna afzonderlijk opgepot en voortgekweekt kunnen worden. Ook door zaden kunnen de Bromeiiaceeën voortge kweekt worden, doch zulks is voor den plantenliefhebber met beperkte hulpmid delen te moeilijk en loopt dan steeds op mislukking uit Na den zomer. Practisch is de zomer voorbij', al hopen we nog wel eens enkele mooie dagen te hebben. Straks wordt de klok weer een uur teruggezet en gaan we het winter seizoen weer in. De buitenlucht, die we naar hartelust hebben ingeademd, de lichaamsbeweging die voor velen zoo gunstig afstak tegen het zittende leven van alle dagen, ze heb ben ons geholpen aan flinken eetlust. Frissche roode wangen, heldere oogen, kracht voor den arbeid, dat zijn de licha melijke gevolgen van de zomervacantie; en die gunstige resultaten zoo lang moge lijk te bewaren, zal wel ieders streven zijn. Aan het jaargetijde kunnen we nu een maal niets veranderen; wèl echter kunnen we probeeren om den eetlust op peil te houden. Eenvoudig, degelijk voedsel, smakelijk klaargemaakt, dat moet de leuze zijn, die ons de opgespaarde vacantiekracht zoo lang mogelijk doet behouden. Laten we daarbij bedenken, dat de zon nekracht, die ons tijdens de vacantie zoo veel goed heeft gedaan, ook tot onze be schikking staat in de versche vruchten en groenten, die er hun rijpheid aan te dan ken hebben; laten we die producten dus als „dagelijksche vrienden" beschouwen en hun invloed niet verslappen door on- noodig koken. Voor de vruchten spreekt het wel bijna vanzelf; voor de groenten is misschien een kleine aanwijzing in den vorm van een paar recepten niet overbodig. Stevige groentensoep (4 personen). 2 L. kokend water, 1lk ons vermicelli of rijst, 1015 G. (11 afge streken eetlepel) zout, 4 d.L. (4 kleine theekopjes vol) fijngehakte groenten (bloemkool, wortelen, prei, selderie, ker vel, peterselie), 40 G. (2 afgestreken eetle pels) boter of margarine, desverkiezend 4 Maggi's bouillonblokjes. Laat in het kokende water met het zout de vermicelli of de rijst gaar koken, zóó, dat de soep goed gebonden wordt. Maak intusschen de verschillende soep groenten schoon en hak ze zoo fijn moge lijk; of wel: meal ze in den „openklap baren" molen, waarin dan het allerfijnste van de 4 plaatjes wordt gebruikt. Roer dit rauwe groentenmengsel door de soep, laat alles nog even flink warm worden (niet koken), roer er de boter door en laat er (desverkiezende) de Maggi's bouillonblokjes in oplossen. Het zou ons niet verwonderen als men zich over dit recept eenigszins verbaasde. Laat dit echter geen reden zijn om het niet te probeeren: ieder, die het soepje proeft, zal moeten toestemmen, dat de geurigheid grooter is dan bij de soep met gekookte groentenstukjes en van de waarde, die de groente voor ons heeft, is niets verloren gegaan. Maalt ij d van andijviesla met biet, gekookte aard appelen en zure'saus (4 per sonen). Voor de sla: 2 flinke struiken mooie gele andijvie, 1 ui of 2 preitjes, 1 groote gekookte biet (of 2 kleinere), 4 le pels slaolie, 4 lepels azijn, Y> lepel mos terd, 1 theelepel zout, 4 theelepels Maggi's Aroma. Voor de zure saus: 1 L. kokend water (het aardappelwater b.v. mits dit niet te zout is), 80 gr. (8 afgestreken eetlepels) bloem, 80 gr. (4 afgestreken eetlepels) bo ter of margarine, 45 eetlepels azijn (naar smaak), 2 eieren. Voor de aardappelen: 2 k.g. aardappe len, ruim 1 L. water met 5 G. {Yt eetlepel) zout. Maak de bieten schoon en snijd ze in plakjes of in kleine blokjes. Maak de andijvie schoon, snipper ze zoo fijn mogelijk en wasch ze her haaldelijk, tot ze volkomen zandvrij is; zet ze dan op een vergiet, om uit te lek ken en knijp ze vervolgens goed droog (of sla ze uit in een doek). Hak of snijd de ui (of de prei) zeer fijn, roer er den mosterd en het zout door, daarna de olie en tenslotte den azijn en de Maggi's Aroma; meng dit sausje door de sla met de bieten. Zet de geschilde aardappelen op met het water en het zout (vooral niet meer water dan noodig is voor de saus, dus ruim 1 L.: wat méér zou worden opgezet, zou later toch ongebruikt worden afge goten en daarmee zouden stoffen verloren gaan, die we voor onze gezondheid noodig hebben). Kook de aardappelen op de ge wone wijze gaar, maar giet ze af in een kom in plaats van boven den gootsteen. Verwarm roerende, terwijl de aardap pelen opdrogen, de boter met de bloem tot een gelijk mengsel, giet daarbij langza merhand het aardappelwater, laat de saus nog een oogenblik doorkoken, roer er den azijn door en giet de saus voorzichtig bij de goed geklopte eieren. Wie het voor de voedzaamheid noodig vindt, kan bij den maaltijd nog hardge kookte eieren voegen of ook wel er een schaaltje gekookte witte boonen bij ge ven. Eenige wenken. Roestvlekken in linnen. Hebt ge roestvlekken in wit linnen, behandel ze d'an met citroensap, waarin wat zout is opgelost. Dit mengsel wordt op de vlekken gedruppeld, waarna ze aan de inwerking van d'e zon worden blootge steld. Zoo noodig moeten de vlekken nog eens met het mengsel van citroensap en zout bevochtigd' worden. Witte rieten brood!- en groen te-manden, die vuil geworden zijn, kan men weor schoonmaken met een mengsel van water, bleekpoeder en azijn. Natuurlijk dient eerst het stof goed droog te worden weggeborsteld. Zijn de manden schoon geboend' met het driedeelige meng sel, dan worden ze, liefst in stroomenid water, goed' afgespoeld. Lekkende vazen kan men soms heel gemakkelijk weer repareeren zonder eenige schade voor de bloemen, wanneer men zoo'n vaas vult met vloeibare wa terglas .(bij drogist te koopen) en daar mee 48 uur laat staan. Ze zijn d'an abso luut waterdicht en het houdt het jaren lang uit Meubelpluche kan men schoon maken door wrijven met schoone zachte lapjes, gedrenkt, doch niet te nat in terpentijn of wel in brandewijn met half water. Pletvlekken uit moquette of pluche maakt men weg d'oor er een natten doek over te leggen, en daar zeer luchtig over heen te strijken met een niet te heeten bout. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstr 221, Amsterdam. Probleem No. 216. Auteur: J. Daane, Zoutelande. 1 2 3 4 5 47 48 49 50 Zwart 9 sch. op: 7, 8, 9, 11, 13, 14, 18, 19, 36 en dam op 12. Wit 10 sch. op: 22, 25, 27, 28, 29, 32, 34, 45, 47 en 48. Wit speelt en wint. ZONDER PRIJSVERH00QING plaatsing van advertentlën In alle bladen. Administratie „De Zeeuw". Oplossingen. Sept.-problemen voor 5 Oct. in te zenden aan bovenstaand adres. Om het kampioenschap van Nederland. (Vervolg.) Stand na 17X26 van zwart: Zwart: L. de Haan. 1-2 3 4 5 47 48 49 50 Wit: P. J. v. Dartelen. 21. 28—23 10—14 22. 33—28 14—20 23. 46—41 9—14 24. 41—37 1419 25. 23X14 20X9 26. 28—23 Ook nu is deze zet niet sterk. Een zet als deze mag alleen geschieden, indien wit alle mogelijkheden in de partij op dit oogenblik kan overzien en dat is hier niet het geval. Zwart kan b.v. weer een stuk op 20 brengen, doch ook op 17 en 22 spelen, zooals in de partij zal gebeu ren, indien wit inplaats van den tekst zet 3933 had gespeeld. Ruilt zwart hier op uit met 1822 en 12X21 dan wit 2923 en nu komen meer stukken van den rechtervleugel in het spel dan na den tekstzet. 26. 7—11 27. 38—33 11—16 28. 43—38 6—11 29. 40—35 11—17 30. 48—43 Soms is het spelen met de kroonschijf in dergelijke partijen goed, doch in dit geval slecht, omdat wit nu te weinig ma teriaal op den linker vleugel houdt. Spoe dig komt een en ander beter uit. 30. 17—22 31. 3430 25X34 32. 39X30 16—21 33. 45—40 21—27 34. 23—19 Nu blijkt het zwakke van het spelen met de kroonschijf. Had wit in plaats van dien zet 4943 gespeeld, dan zou nu 4034 kunnen volgen en daarna 3025 en 34 30 en beiden hebben een aanval, waar van het resultaat niet aanstonds overzich telijk is. Nu de kroonschijf eenmaal is gespeeld kan wit niet met 4034 voort zetten, omdat zwart zou winnen door 27 —31, 36X27, 22X42, 38X47, 13—19, 24 X22, 1218 en 13X48. Op dit oogen blik moet wit dus wel als beste zet 43 39 spelen, waarop zwart 2731, 22X 42, en 1822 met een kraebtigen aanval volgt. Met den tekstzet speelt wit waarschijn lijk op het zetje, dat zou volgen, indien zwart nu met 410 antwoordt, n.l. wit 29—23, 18X20, 30—25, 25X5. Hij vliegt nu echter zelf in een slagje. 34. 22—28 35. 33X31 15—20 36. 24X15 13X42 37. 37X48 26X37 38. 40—34 Ofschoon het aantal stukken gelijk is, moet wit verliezen, omdat zwart met schijf 37 de stukken op 36 en 48 vast houdt. 38. 18—22 39. 34—29 12—18 Het beste is dadelijk naar dam door te breken door 2227-31 en 3741. 40. 30—24 9—14 41. 43—39 8—13 Wit gaat nu op een aardig zetje spe len, waarbij zwart slagkeuze behoudt en nog wint zelfs als hij er in loopt, doch op dit oogenblik heeft wit een heel wat betere voortzetting, waarmede hij op hetzelfde zetje speelt. Wit had dat moeten wagen, want het is de eenige kans. Als zwart er niet in loopt is wit toch verloren. Wit moet nu dus spelen 3530 met de volgen de kans: zwart 27, 3025, 711? 25 —20, 14X25, 2420, 25X14, 48—42, 37 X48, 15—10, 48X23 en 10X6 winti 42. 49—43? 2—7 43. 43—38 7—11 44. 48—42 37 X48 45. 15—10 48X19 46. 10—5 4—10 47. 29—24 19X30 48. 35X24 13—19 Wit geeft op. Wie iets wil verkoopen adverteert. Dat is logisch. Wie adverteeren wil gebruikt daarvoor „DE ZEEUW". Dat is verstandig. Een kleine advertentie in de rubriek „Vraag en Aanbod" kost slechts 75 cent bi] vooruitbetaling. CO crj o» CU OL CU CM S3 CU 03 CU INI d a> d O) o "O 03 A •O 1| 3 CO m O „C O N a> A N X X p o O u CD O -•-a O xj Q< O i- a o E ■o CO s3 IS **~i S N "5> T3 a> CD 1ste re, ander i 2de mo O O O n 1 S CS H X fn t" O) S 8 4 a s -S-P Sfl 1 ■3 60. O O V- CD fl rl T2 <D O bfl a'p O rt) o o a St.®? S-SS-sg a-s a s a p a E-a Z S 'c -M 2^ CO p <D X* O) ai T3 - - fcP' -p se

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 6