DE ZEEDW Staatsraad A. W. F. Idenburg. Vervolgd en bevrijd TWEEDE BLAD. Staten-Generaal Uit de Provincie. Kerknieuws. Gemengd Nieuws. feuill e to n. VAN VRIJDAG 24 JULI 1931, Nr 247. Uit een artikel van Dr H. Golijn in „De Standaard": 't Is nu bijna 50 jaren geleden, dat hij naar Indië toog. Dit jaar herdacht hij, hoe hij vóór een halve eeuw tot officier van het Ned.-Ind. leger werd benoemd, en het volgend jaar zal het 50 jaar ge leden zijn, dat hij zijn loopbaan in de overzeesche gewesten aanving. Van den eersten dag af, dat hij daar voet aan wal zette, is hij er ook geweest de Ghristusbelijder. Niet een meelooper, maar een vaandeldrager. En zoo is het gebleven tot aan den dag, dat hij als Antirevolutionair Kamerlid voor Gouda optrad. Niet dat h ij toen anders werd. Hij bleef ook daarna de diep-ernstige Evan geliebelijder. Maar de omstandighe den waaronder hij leefde waren toen an ders geworden. In het Indië van de jaren 18801900 was een belijdend Christen een witte raaf. Onder de half-Europea- nen van geringeren stand vond men een kleinenkring van geloovige Christenen en tusschen die groep en de z.g. „vol bloeds" was een vrij groote afstand in maatschappelijken zin. En het was bij die kleine groep van onaanzienlijken naar de wereld dat Idenburg aanslui ting zocht en vond, en door welke hij spoedig eJs leidsman werd erkend. Zoo als een Elout van Soeterwoude zich een maal bij de niet-meegetelde Afgeschei denen aansloot, zoo voegde Idenburg zich in Indië bij de in het maatschappe lijke half-donker levende eenvoudigen naar de wereld. Dat was bij de eeuwwenteling van voor 30 jaar in Nederland anders. Wel aan gevochten, wel heftig bestreden soms, maar toch, een plaats van beteekenis in ons volksleven had het Christelijk volks deel hier te lande toen reeds veroverd. De warme liefde, de groote waardeering, die Idenburg van de zijde der Christe lijke volksgroep ten deel valt, is voor een deel natuurlijk ook uitvloeisel van het geen hij hier gesproken en gedaan heeft. Doch wij vergissen ons niet als we zeggen, dat de diepste grond, de onder toon, van die waardeering toch gezocht moet worden in zijne associatie met de geringen naar de wereld in Indië. Het antirevolutionaire, in breederen zin het eenvoudige Christenvolk in Neder land, heeft op dit punt gevoelige vinger toppen. Het voelt fijn aan. Zelf, zooals de Engelschen plegen te zeg gen, lang de under-dog geweest, tot een groep behoorend, die zich verdrukt wist, keert hun sympathie zich altijd naar den man, die zich de associatie met een achteruitgezetten kring niet schaam de. En hoewel men onder „onze men- schen" destijds van Indië niet zoo heel veel afwist, dit wist men toch wel, dat er in Batavia en Soerabaja een kleine kring van eenvoudige menschen bestond, die de Gereformeerde waarheid lief hadden, en dat Idenburg van dien kring óók deel uitmaakte. Dat is de basis geweest, waarop het gebouw van waardeering en liefde van den kant van onze groep werd opge trokken. Het latere werk van Idenburg leverde de muren en het dak. We spraken nu nog slechts van de waardeering die bij ons aanwezig is. Maar daaraan valt nog iets toe te voegen. Dit n.l., da,t de waardeering voor zijn arbeid en zijn persoon ook bij anderen, ook bij n i e t-geestverwanten, in zeld zaam ruime mate te constateeren valt. Voor wat zijn arbeid betreft ,ligt de ver klaring van die waardeering in het g e- h a 11 e van zijn werk. Zóó partijzuchtig zijn we in Nederland niet, dat we waarlijk goed werk, bekwaamheid, integriteit, toe wijding ook bij den politieken tegenstan der niet erkennen. Vooral wanneer hij het terrein van den eigenlijken strijd reeds heeft verlaten. Historisch verhaal uit den Napoleon- tischen tijd. 49) „Och", zei hij weemoedig, „de zonden meneeren, zit ons zoo diep in 't harte, en wanneer dan me kinders schreien en me lieve vrouwtje speelt tegen me op en gooit me met stoeltjes en zulke dingen naar t hoofd dan... Ik heb daar straks wel gehoord wat jelui van de kroeg zei den, maar is 't dan wonder dat zoo'n desporaat man eens heen loopt waar geen kinderen schreien en geen stoelen door de lucht vliegen? Och", ging hij snikkend voort, „ik weet wel, dat het niet goed is om een andermans konijnen naar huis te sleepen; ik ben voorzanger geweest in de groote kerk, dus je hoeft me daar niemendal van te vertellen. Geen mensch kon zoo goed als ik de tien geboden voorlezen, en wanneer ik ,kwam aan het achtste gebod: Gij zult niet stelen! dan zaten alle zondaars van mijn stem te rillen op hun bankje. Maar toch, wan neer je dan in verzoeking komt en de duivel pakt je beet, dan zondigt het zwak ke vleesch weer en je sleept weer een Voor wat zijn persoon aangaat, heb ben zijn vriendelijke geaardheid, zijn voorkomendheid, zijn hulpvaardigheid er zeker toe bijgedragen hem de alge meens waardeering te doen geworden, die hem ten deel viel. Johannes was niet minder of niet meer dan Petrus of Paulus, maar hij was a n- ders. En wij kunnen ons zoo voorstellen, dat de eerste in den persoonlijken om gang met menschen iets bezat, dat de twee laatsten misten. Het bezit van die bijzondere geaardheid is een gave, die ook wij dankbaar te waardeeren hebben, omdat ze onder be paalde omstandigheden ook voor ons partijleven zich als zeer waardevol open baren kan. En dat de schrijver vsin dit artikel op dezen dag ten slotte persoonlijk dank wil brengen aan den 70-jarigen mede strijder, zal wel niemand verbazen. Raad werd, wanneer gevraagd, immer gegeven. Hulp, wanneer noodig, steeds verleend. Steun, ook ongevraagd, harte lijk geboden. Zelf, in allerlei levensom standigheden, genoopt verantwoor- delijkheid te dragen, is er nauwe lijks iemand te denken, die zoo gaarne als hij dit doet, anderen ondersteunt, wanneer verantwoordelijkheidsgevoel tot het nemen van moeilijke beslissingen noopt. EERSTE KAMER. Landarbeiderswet. De Eerste Kamer heeft gisteren haar goedkeuring gehecht aan de voorgestel de wijziging van de Landarbeiderswet, waarbij verlaging van den rentevoet met 1 pet. mogelijk wordt, ten behoeve van hen, wien voorschotten ingevolge dezei wet, worden verleend. Leerplichtwet. Eveneens werd goedgekeurd het wets ontwerp tot aanvulling der Leerplichtwet waardoor kinderen, die nog onder den leerplichtigen leeftijd vallen, doch het ze vende leerjaar reeds doorloopen hebben, niet behoeven te doubleeren als zij naar een door het rijk gesubsidieerde lagere land- en tuinbouwschool gaan. Spoorwegovereenkomsten. Verder kwam aan de orde het wetsont werp bekrachtiging van overeenkomsten met de Ned. Spoorwegen inzake de ver laging van de dividend-garantie. De heer van Citters (A. R.) wees er op, dat na een tijdperk van depressie welke aanleiding gaf tot de vrees, dat de aandeelhouders gebruik zouden kunnen maken van het recht om als zij meer dan twee jaar achter elkaar geen 3% pet. dividend zouden hebben ontvangen naasting door den Staat te vorderen de overeenkomsten van 1920 tot stand kwamen, waarbij o.m. aan de aandeel houders, die zoo goed als alle zeggen schap hadden verloren, een rente gega randeerd werd van 5 pet. Is de Staat nu moreel gerechtigd daar in wijziging aan te brengen? Wat beteekent overigens de goedkeu ring van de wetgevende macht, nu de wijzigingen feitelijk al eenigen tijd in wer king zijn getreden? De Minister vanWater- staat hield vol, dat hier niets is ge beurd, dat moreel onbehoorlijk was. Ook is er niets gebeurd, voordat de vergade ring van houders van aandeelen aan toonder zonder eenige pressie van de regeering de voorgestelde wijzigingen heeft goedgekeurd. Voorts wijst spr. erop, dat het initia tief voor deze wijziging niet is uitgegaan van de regeering, maar van de direc ties der spoorwegen. Overigens meent spr., dat het onjuist zou zijn, de goedkeuring te onthouden aan de wijzigingen, welke door de verga deringen van aandeelhouders, (waarin de Staat altijd de meer derheid heeft), zijn goedge keurd. Het wetsontwerp wordt daarna z.h.s. goedgekeurd. mager konijntje weg om den honger van je dierbaren te stillen. En later heb je er berouw van. Ja, zoo is de mensch, helaas!" Na dit laatste woord jammerend uitge snikt te hebben, goot hij het volle glas van zijn buurman nog eens in zijn keel leeg, zijn oogen waren te zeer door tranen beneveld om nog te kunnen zien welk glas 't zijne was en strompelde, om de kracht zijner redevoering niet te verzwakken, zonder een enkel woord de deur uit. De soldaten oogden hem na; en keken vervolgens elkander aan; enkelen begon nen te lachen. „Lacht niet, jongelui", zeide de Passer met een uitdrukking op 't aangezicht, die men bijna „eerwaardig" zou noemen, „we moeten geen zondaren die .berouw heb ben, bespotten; je weet nooit waar je zelf toe komen kunt." „Een mooie berouwvolle zondaarl" pruttelde Evert terwijl hij zijn pijpje uit klopte en opnieuw stopte, „begrijp-je dan niet, dat die kerel ons koel zat te ver- koopen?" „Dat heb-je mis", zei Taco, „niet alleen kinderen en gekken, maar ook dronken lui zeggen de waarheid. Hij heeft stukjes van zichzelf verteld, die je, als hij nuchter was, met geen stok er uitgekregen had." „Hij toont zich in elk geval een rechte Kosten Krankzinnigenverpleging. Voor rekening van gemeente- en arm besturen in Zeeland werden op 1 Janu ari 1930 in gestichten of inrichtingen voor krankzinnigen verpleegd 211 man nen en 208 vrouwen, totaal 419 personen, op 31 December 1930 was dit gestegen tot 224 mannen en 220 vrouwen, totaal 444 personen, er waren opgenomen 35 mannen en 41 vrouwen, ontslagen 13 mannen en 18 vrouwen en overleden 9 mannen en 11 vrouwen. De kosten der verpleging waren totaal f 295.528,21, waarvan, f 75.246,11 voor rekening der provincie kwam. Schore. Door het Bestuur van het wa terschap de Breede Watering Bewesten Ierseke wordt de steenen brug over den watergang in den Eeweg vervangen door een brug van gewapend beton. Voor de uitvoering van bedoelde werkzaamheden zal de Eeweg voor het verkeer met rij- en voertuigen en vee gesloten zijn. Ierseke. Het wachtschip „Ramses" (een oude kanoneerboot) dat altoos wacht houdt op de oesterperceelen Ierseksche Bank is voor jaarlijksche schoonmaak naar Zierikzee gesleept. 's-Heer Arendskerke. Tengevolge van het niet aannemen der benoeming door dhr Joh. Sandee te Nieuwdorp is tot lid van den Raad dezer gemeente benoemd verklaard dhr J. Snoodijk te 's-Heer Hen drikskinderen. St.-Laurens. Voor de Geref. Jongel. Vereeniging alhier zal in het kerkgebouw der Geref. Kerk Zondagavond a.s. Ds W. F. M. Lindeboom van Serooskerke een en ander mededeelen over zijn ervaringen, opgedaan bij; zijn reis naar en door het Heilige Land. Een opwekking om deze vergadering bij te wonen zal wel overbodig zijn. Arnemuiden. De fabrieksarbeider J. K. alhier, had dezer dagen op de fabriek bij het aansteken van een gloeioven, met welks bediening hij was belast, het on geluk, dat hem de vlam in zijn gezicht sloeg. De brandwonden, hierdoor veroorzaakt waren van zoodanigen aard, dat hij zich onder geneeskundige behandeling moest stellen, en hij voorloopig zijn werk niet kan verrichten. Woensdagmorgen is nabij het station Lewedorp (Noord-Kraaijert) een naar schatting d'rie-jarig kind aanges- reden door een snelgoederentrein, die diaar ter plaatse ongeveer 11.30 u. pas seert. Nadat de trein tot stilstand was ge bracht, bleek het een kind te zijn van een zekere A. L., aldaar woonachtig. Het kind', dat zeer ernstig gewond was, aan bet hoofd en voetjes, is met denzelf den trein in 't bijzijn van de moeder ver voerd naar den dokter alhier, waarna het na verbonden te zijn is overgebracht naar het gasthuis te Middelburg. De trein, die anders aan beide stations niet stopt, kon met eenige vertraging die reis voortzetten. Donderdagmorgen omstreeks 11 uur is bij het viaduct in da bocht bij Sloa- dlam een zekere heer W., die met vrouw en kinderen per fiets op weg was naar Midde'burg, aangereden door een auto die hun achterop reed. Dhr W., afkomstig uit Harderwijk, doch met vacantia te Bor- sala, werd van zijn rijwiel geworpen, en bekwam eenige uitwendige kwetsuren, ter- Wijl zijn jas aan stukken was. Het num mer van d'e auto is bekend. Aangifte is gedaan bij Rijks- en Gemeente-politie, die die zaak in onderzoek hebben en des wege proces-verbaal zullen opmaken. Dhr. W. is er vrij goed' afgekomen en kon later de reis voortzetten. Souburg. Loop der bevolking over de eerste helft der maand Juli 1931. Ingekomen: Mej. P. Simpelaar, Oranje plein A 28, van Vlissingen. J. Lous en gezin, v. Turhoutstraat E 41, van Oude- lande. J. Bolier, Buteuxstr. B 256, van Rithem. L. van Camp, Groote Abeele A 245, van Middelburg. A. J. Krijger, N. Vliss. weg G 216, Grijpskerke. A. Boeke- laar, geb. Nomen, Groote Abeele A 245, van Middelburg. C. Keiler en gezin, Mid- fielt", hervatte Evert kregelig. „Mijn goeie man, er loopen honderden van die soort over de straat, maar je treft ze niet altijd zoo dronken en zoo mededeelzaam aan als hem", verklaarde Taco wijsgeerig. „Och, bet is zoo'n kwade vent niet", meende de Passer. „Hij kan goed tegen plagen." „Geen wonder", zei Evert, „bad hij geen vrij bier van avond? Daar zou bij een pak ransel voor over hebben, ja." „Hij beeft tenminste tweemaal mijn glas leeggedronken" zei Klaas. „Van bet mijne bleef bij wel af, toen ik hem een tik op de vingers gaf", grinnikte Jan de--Weerd. „Jongens, dat wordt een heel sommetje van avond" zei Taco. „Moeten we zijn vertering ook betalen?" „Warempel niet", riep Evert, „we heb ben hem niet vrij geboudenl" Hierover ontstond een vrij hevige twist van welke verwarring de vreemdeling ge bruik maakte om, na zijn bier te hebben betaald, ongemerkt de herberg te ver laten. Hij sloeg den weg naar Haarlem in. Het was omstreeks negen uur, en zóó donker, dat men ternauwernood een hand voor de oogen kon zien. Een frissche zuid westenwind dreef de dikke wolken door de lucht, die van waterdamp verzadigd delburgsche weg A 197c, van Breda. G. Bakker en gezin, v. Turnhoutstr. E 41, van Den Helder. C. H. Worrel, Nieuwe Abeele G 260, van Ned. Indië. J. J. Heij- stek, van Turnhoutstr. E 47, van Ned. Indië. Vertrokken: D. Commelin, Vliss. str. B 260, naar Vlissingen. Ja. Kasse, Braam straat B 117, Den Helder. J. Dingeman- se, Kanaalstraat A 69, Ritthem. Mej. Haccou-Tellier, Nieuwstraat B 88, naar Vlissingen. J. D'Hont en gezin, Oranje plein A 168, naar Rotterdam. Zuidzande. Alhier is gisteren brand ontstaan bij den bakker Jansen. Een schuur met een gedeelte der bakkerij brandde af. De oorzaak is onbekend. De schade wordt door verzekering gedekt. Generale Synode Ghr. Geref. Kerk. In de voortgezette verga dering der Synode, werd besloten aan net verzoek van het bestuur van de Ned. Af- deeling van den Wereldbond der kerken, om instemming te betuigen met de resolu ties, die gezonden zullen worden aan de ontwapeningsconferentie van den Volken bond, welke in 1932 te Genève zal worden gehouden, niet te voldoen. De Synode be sloot, de resoluties niet te onderteekenen. Ook op het verzoek van den raad van kerken voor prEictisch Christendom be sluit de Synode niet in te gaan. In betrekking tot de Inwendige Zending dringt de Synode er op aan, dat aan den arbeid der Evangelisatie meer aan dacht zal worden geschonken. Voorts werd besloten, ook den arbeid van dezendingonderde J o d e n ter hand te nemen. Inzake de zending werd besloten, dat de begrooting niet hooger mag worden op gevoerd dan tot f 25.000. Bezwaarschrift tegen D s A .M. Berkhoff. In behandeling kwam een bezwaarschrift van den heer P. Buter te Amsterdam, tegen Ds A. M. Berkhoff, predikant te Sneek, betreffende de in druk verschenen opvattingen van ds Berkhoff inzake de leer over het „1000- jarige Rijk". Voor deze zaak heeft de Sy node een commissie benoemd, die hierover een rapport ter tafel had gebracht Ds B. was persoonlijk op de Synodale vergade ring aanwezig; die na aanvaarding door de synode van de conclusies der commis sie dezer zaak, het woord verkreeg. Ds B. had bezwaar tegen de 3e conclusie van bet rapport; daar hij zich verklaart geheel met de Belijdenis in te stemmen, maar wel duidelijkheid wenscht over wat de Synode bedoelt met „gewaagde uitspra ken"; hiji wenscht, dat die uitdrukking werd geschrapt. De Synode verklaarde zich met bet rapport accoord, zonder wij ziging. De conclusies van bet rapport luiden: le. dat de Synode, waardeerend de be doeling van br. Buter, om voor bet goed recht van Schrift en Belijdenis op te ko men, toch appellant er aan herinnert, dat bij geen overtuigende bewijzen beeft bij gebracht als zou Ds Berkhoff censurabel zijn; 2e. dat onze Kerk nog altijd bet grof- chiliasme veroordeelt als in strijd met Gods Woord en de Geref. Belijdenis; 3e. dat Ds Berkhoff soms gewaagde uit spraken heeft gebezigd en de Synode hem ernstig adviseert, zich in dezen te matigen; 4e. dat ds Berkhoff van vele Schriftuur lijke uitspraken een verklaring geeft, die naar bet oordeel uwer commissie zeer sterk aanvechtbaar is; 5e. dat de Synode de toekomstverwach tingen van ds Berkhoff voor zijn privé gevoelen laat, en wanneer hij èn het Ko ningschap van Christus over Zijn Kerk, èn het verbond der genade- in zijn wezen lijke eenheid onder Oud- en Nieuw-Tes- tament aanvaardt, de Synode ds Berkhoff in dit zijn privé-gevoelen inzake letterlijke verklaring der Profetieën kan dragen; 6e. en stelt der Synode voor om te blij ven bij de uitspraak der Synode van 1863 1872 dat het gevoelen van de leer van de wederkomst des Zaligmakers om 1000 jaren zichtbaar en lichamelijk op aarde te regeeren, geen leer der Geref. Kerk is, maar daartegen zoowel als tegen Gods Woord strijdt, waarom het niemand toege laten wordt, dat gevoelen te leeren of te verbreiden. was. Aanhoudend viel een fijne motregen neer die alles doornat en de wegen zoo glibberig maakte, alsof ze met ijzel be dekt waren, zoodat niemand louter voor zijn plezier hedenavond een wandeling zou doen. Onze nieuwe kennis, of beter onze oude vriend want het was Leo Cuilenburg liep echter stevig door, en lette zoo weinig op, dat hij twee malen in onzachte aanraking kwam met de hek ken en boomstammen langs den weg. Daarna keek hij wat beter uit, maar het was zoo duister dat hij telkens van hel middelpad afdwaalde en hem telkens de takken in het gezicht sloegen. Omstreeks halfweg Beverwijk en Vel- sen gekomen, hoorde hij tot zijn niet ge ringe verbazing iemand zingen. Nieuws gierig te weten wie in dit fraaie weder nog neiging had tot het aanheffen van liede ren, liep hij verder, en zijn verbazing be reikte het toppunt, toen hij de woorden en de wijze van een der psalmen herkende „Uit diepten van ellenden" klonk het hem langzaam en statig tegemoet. Het vers was ontegenzeggelijk zeer toepasselijk; de weg werd aan de eene zijde begrensd door de hooge duinen, terwijl de andere zijde tamelijk steil en diep afdaalde; het gezang nu kwam van beneden. „Wie zingt daar beneden?" riep Leo, toen een hoestbui den zanger noodzaakte Ongeluk bij een snelheid van 105 K. M. Gisteravond was de heer Thiebout Jr. uit Zwolle met zijn nieuwe auto aan het proefrijden op den straat weg Zwolle—Deventer. In de flauwe bocht bij het dorpje Windesheim raakte hij blijkbaar de macht over het stuur kwijt, terwijl hij reed met een snelheid van 105 K.M. De auto vloog van den rech terkant van den weg tegen een boom aan de linkerzij da Den heer T. werd de borstkas ingedrukt, terwijl hij tevens zwa re verwondingen kreeg. De heer Van Dijk Jr uit Santpoort, die naast hem zat, kreeg zoodanige uit- en inwendige verwondin gen, dat hij zoo goed als zeker den nacht niet zal doorkomen, evenmin trouwens als de heer T. Het, voorstuk van de auto was geheel ingedrukt. Met revolvers opstap. Te Zeist zijn vier jongens aangehouden, die uit een magazijn revolvers en buksen hadden weggenomen. Het bewuste magazijn te Zeist stond des nachts onbeheerd; men kon door een kel derdeur gemakkelijk binnenkomen en van die gunstige omstandigheid hebben de vier Zeister jongens geprofiteerd. Zij zijn bij herhaling des avonds laat of op Zondag door den kelder dit magazijn binnenge slopen en hebben daar weggehaald, wat van hun gading leek. Ze hebben zich o.m. aan wijn te goed gedaan, maar revolvers en buksen met de daarbij behoorende patronen hebben bun bijzondere waardee ring gehad. De vier knapen twee ervan zijn nog onder de achttien jaar! waren in het bezit van 7 revolvers en 1 flobert buks. Zij hebben die wapens ten deele zelf gehouden, ten deele weggegeven. Met de revolvers schoten de jongelui op hoo rnen. Een hunner ging met een revolver naar Utrecht, en met dit wapen manoeu vreerde bij nabij de Museumbrug, waar bij hij een kameraad in de band verwond de. De Utrechtsche politie nam die revol ver toen in beslag, maar bevroedde aller minst, dat dit wapen een gestolen voor werp was, waar de Zeister jongelingen mee op zak liepen, als met een knipmes. Totdat bet in Zeist de aandacht trok, dat verschillende jongens in bet bezit waren van schietwapenen met patronen. De Zeister politie deed onderzoek, hield de revolver-dragers aan, en zoo kwam de diefstal aan bet licht. Toen de jongens zich op Eersten Paascbdag te Zeist lie pen te vervelen, kregen zij in de gaten, dat de kelderdeur van bet bewuste magazijn makkelijk open was te duwen en zonder een poging tot braak behoeven te doen, stonden zij binnen. Dit gemakkelijke be zoek hebben zij. daarna eenige malen her haald. Merkwaardig, dat de magazijinhou- der er niets van merkte, hoewel er toch nog al wat uit zijn voorraad verdween: zeven revolvers, een buks, patronen, zeven flesschen wijn en nog andere artikelen. De flesschen wijn werden netjes leeggedron ken door de knapen. Haarwassc'hen met ben zine. Te Hengelo beging mej. B. de onvoorzichtigheid heit haar met benzine te wasschen terwijl een brandend thee lichtje in haar nabijheid' stond. Op een gegeven moment vloog heit haar in brand1. Op haar hulpgeroep schoten buren toe die dooir middel van dekens de vlam men wisten te d'ooven. Met ernstige brand wonden werd het slachtoffer naar het ziekenhuis overgebracht waar het gisteren is overleden. De relletjes'te Rotterdam. Weer twee gewonden. Nog tot diep in den nacht van Woensdag op Don derdag hebben groote groepen het ge beurde in de Mauritsstraat staan bespre ken. Eerst om tegen vieren lag de omge ving van de Aert van Nesstraat vrijiwel verlaten. 'Gistermorgen heeft de politie zich aan vankelijk wat op den achtergrond gehou den. De communistische elementen ble ken al dadelijk munt te willen slaan uit het gebeurde van den afgeloopen nacht. In luide redevoeringen werd betoogd, dat het proletariaat moest zorgen voor een fatsoenlijke begrafenis van den gevallen kameraad, hoewel geenszins vaststaat, dat het slachtoffer een geestverwant van deze communisten was. Er werd voor deze begrafenis drulk gecolporteerd. eenige maten rust te nemen. „Wie roept daarboven?" was de leuke wedervraag. „Dat doet er niet toe. Ben je naar be neden gevallen?" „Wel neen ik maar de weg is sinds gisteren hier verbazend steil en glad ge worden, zie-je, en toen glipte ik zoo zoet jes aan naar onderen." „Wil ik je naar boven helpen?" „Dank je wel, zeide de zanger. „Hier kan ik niet lager vallen, begrijp-je, en wanneer ik daar weer boven was, dan kon ik weer duikelen, zie-je. Je moet niet denken, dat ik dronken ben, vooral niet, hoor! Maar het is zoo donker, en ik ben een beetje duizelig in de beenen." Leo schoot in een lach. „Je kunt daar toch niet blijven liggen! Zie, dat je naar huis komt, en ga naar bed." „Nog eens meneer, dank u voor uw be leefdheid", klonk het deftig van beneden. „Ik lig hier heel gemakkelijk en zacht, en veel rustiger dan thuis, want bij me thuis vliegen de stoeltjes door de lucht. Maar als UEd. me soms spreken moet, kunt U Ed. wel hier komen; geneer je niet. 't Is alleen maar een beetje vochtig. Veel moei te heb je er niet voor te doen; je gaat maar naar deii kant, en dan glij-je van zelf wel hier heen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 5