Voor huis en hof. Het Vrouwenhoekje. Dammen. Minister de Geer het niet alleen van de hooge temperatuur warm krijgt" en een soliede grordslag kan zijn voor de door Metellus gepubliceerde geruchten, dat voor het volgend jaar (1932) een te kort zou moeten worden geraamd van 50 a 60 millioen, betwijfel ik. Vooral alsi men er mee rekent, dat over de eerste vijf maanden f 2.281.914 meer is ontvangen dan is geraamd. De heer Motellus argumenteert wat lichtvaardig. „Hoewel nog weinig valt te zeggen van den uitslag der aangiften voor vermo gens- en inkomstenbelasting", zoo schrijft hij letterlijk, „zullen deze, vergeleken met die van 1930—'31 bitter tegenvallen". Over de logische constructie van deze stelling is het m. i. het best maar weinig te zeggen. Nog een staal van lichtvaardig betoog? „In Middelburg betaalt 98 pet. der be lastingbetalers dit jaar minder dan het vorige. Echter laat het zich aanzien, dat zulks het volgend jaar omgekeerd zal zijn en 98 pet dier betalers, althans een zeer hoog percentage van hen, in 1932 meer zal betalen". Eenige becijfering ter ondersteuning van deze bewering geeft de heer Metel lus niet. Wanneer hij zich daarcoe gezet had, dan ware hij wellicht tot de conclu sie gekomen dat zulks zeer onwaarschijn lijk is. Immers in 1930'31 bracht de oude gemeentelijke inkomstenbelasting rond f 484.000 op. Blijkens de gemeentebegrocting is de opbrengst van 65 gemeente opcenten op de nieuwe gemeentefonds-belasting ge raamd op plm. f 138.000. Dat is op basis van f 212.300 aan hoofdsom of in totaal f 350.300. Stel, dat de opbrengst hoofdsom in 1932'33 gelijk blijft aan de raming van 1931'32, wat niet onmogelijk ia, om dat die raming door de geheel nieuwe wetsbepalingen op zeer enzekere gege vens geschiedde en dus zeer voorzichtig zijn gedaan, dan zou, om te stijgen bóven het totaal gemeentelijke inkomstenbelas ting van 1930'31 aan opcenten gemeen tefonds-belasting moeten worden geheven f 271.700 of 128 opcenten op dien hoofd som. Het maximum-aantal opcenten, dat ge heven mag worden is 80, in bijzondere gevallen 100. Dat achter de onbewezen bewering van den heer Metellus enkele vraag- en uit- roepteekens behaoren te worden geplaatst hoop ik te hebben aangetoond. De tijden zijn ernstig, maar daarbij moet het hoofd koel blijven. Het financi eel beleid van burger en overheid eischt ook naar mijn meening groote voorzich tigheid, doch óók waarheid. Die waarheid kan ook dè middelen- staat aan een ernstig beschouwer daarvan doen zien, mits de geheel verschillende beginselen, die ten grondslag liggen aan middelenwet, maandstaat en Rijksreke ning daarbij worden in aanmerking ge nomen en ook dan nog bij 't publiceeren van conclusies groote voorzichtigheid worde betracht. Hoogachtend, Uw dw. Middelburg, Juli 1931. H. Naschrift van de Redactie. Daar onze medewerker „Metellus" op reis is, onzerzijds een enkele opmerking. Onze Middeilburgscbe briefschrijver ziet de toekomst vrij' donker in, terwijl de heer H. vrij optimistisch gestemd is. Het is echter jammer dat dit optimisme in strijd is met de feiten. Blijkens de laatste Middelenstaat is, als we de grondbelas ting en de personeele belasting buiten be schouwing laten, het eerste halfjaar van 1931 maar even een kleine 14 millioen gul den ten achter bij. 't eerste halfjaar 1930, terwijl we ook al een stuk beneden 6/12 der raming zijn, en dat, terwijl de altijd Wisselvallige successie-rechten het dit jaar zeer goed deden. Een feit schijnt ook te zijn het werd ons althans van zéér bevoegde zijde be vestigd dat de ontwerp-begxootinig voor 193 met 'n tekort van 50 a 60 mil lioen sluit. Onze medewerker heeft zich in één op zicht vergist, door geen rekening te hou den met de andere bestemming van grond en personeele belasting. Maar overigens vreezen we, dat de toekomst hem gelijk zal geven. In September als de xnillioenennota be kend is, kan hierop met meer vrucht van gedachten worden gewisseld. Redactie. BRIEVEN UIT HET LAND VAN CADZAND. LXXIX. De Eerste Zeeuwsch-Vlaamsche Jaarbeurs. Flink aangepakt. Wat er aan hapert. Deze dagen, van 213 Juli, is te Brea- kens de „Eerste Zeeuwsch-Vlaamsche Jaarbeurs" gehouden. Laat ik beginnen met een woord van hulde aan de mannen, die het aangedurfd hebben in dezen tijd van malaise, die zich ook in ons land van Cadzand terdege doet gevoefen, een jaarbeurs te organi- seeren. Ze hebben de zaak met „Bressi- aansche durf" aangepakt; hebben getoond dat ze niet, zooala de laatste jaren ons wel eens verweten is, alia van Den Haag verwachten voor den wederopbloei van het land van Cadzand, maar hebben zelf de handen flink uit den mouw gestoken. De Jaarbeurs met zijn bijna 100 stands mag er zijn. Ongetwijfeld kan dit van groot nut zijn voor deze streek. Wanneer we de ver schillende stands uit Zeeuwsch-Vlaande- ren bezien, dan moeten wij tot de erken ning komen, dat er industrieën in ons landje zijn, die de vergelijking met die in overig Nederland best kunnen doorstaan. Wanneer we van een zoetigbeidje hou den, moeten we heusch niet naar „Hol land" om een fabriek te vinden, die on ze smaak bevredigt; wanneer we ons huis willen inrichten, zijn er meubelfa brieken, die dit smaakvol kunnen doen, wanneer wemaar genoeg, wie de „Beurs" bezocht, kan er zelf over oor- deelen. Maar toch, bij alle lof mag een woord van ernstige kritiek niet ontbreken. Ik hoop, dat 'liet opbouwende kritiek moge zijn. U weet: „Een vriend, die mij mijn feilen toont", enz. In de eerste plaats is de naam: „Eer ste Zeeuwsch-Vlaamsche Jaarbeurs" mis leidend. Bij bet woord Jaarbeurs denken we onwillekeurig aan de Utrecbtsche jaarbeurs, het instituut, dat vooral in het begin ook veel dagjesmenschen trok, die eens uit wilden zijn, maar dat toch langzaam aan geworden is een echte Beurs, een plaats, waar men zaken doet. Dit is met de Zeeuwsch-Vlaamscho jaar beurs niet het geval. Wie als handelaar zaken wil doen, ga nu niet bij voorkeur naar een jaarbeurs, ingericht als deze. Daardoor ontbreekt er door zijn tentoon stellingachtige inrichting de betrekkelijke rust, die daarvoor noodig is. Een frap pant staaltje. Er is aanwezig een suiker- werkfabriek, die een toffee-machine laat werken en pakjes toffees als op de Ant- werpsche tentoonstelling verkoopt. Ik heb verschillende malen enkele hande laars zoen probeeren de atand te naderen maar dat was door de massa menschen, die het verbazend leuk vonden eens te zien, hoe dat toch in zijn werk ging om van het bruine, kleverige goedje, die lek kere toffees te maken, onmogelijk. Een rustig gesprek met de fabrikant of zijn vertegenwoordiger het kwam er niet van. Dit eene, type-voorbeeld, toont al dade lijk duidelijk, dat het geen jaarbeurs is, maar een tentoonstelling. En als zoodanig mag ze goed geslaagd heeten. En dan vooral voor Breskens, daar ze veel volk trekt. Dat is mijn tweede bezwaar. Het is geen Zeeuwsch'-Vlaamsche tentoonstelling, maar een Breskenschet. De opzet toont dit al dadelijk. De zaak is uitgegaan van de Breskensche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, de vereeniging, di9 zich den laatsten tijd geducht roert, en aanvankelijk met eenig succes. Onder het motto: Breskens vooruit, werkt ze hard, om van het visschersdorpje een flinke badplaats te maken. Goed. En dat met Bressiaanschen durf. Best. Een der redenaars heeft bij de opening gezegd, dat bescheidenheid nu juist niet de deugd der Bressianers is. Maar laat men het dan ook Bresken sche jaarbeurs noemen. Wanneer het een Zeeuwsch-Vlaamsche zal zijn, moet de zaak ook georganiseerd worden door Z. Vlamingen, zoowel uit het Westen als uit het Oosten, en uit alie takken van handel en industrie. De Commissaris der Koningin heeft in zijn openingswoord er ook al op gewezen, dat er overleg tusschen de verschillende gemeenten moet komen opdat versnip pering uitgesloten worde, dat alle handel en industrie ook in de organisatie moet medewerken en heeft de vraag geopperd, of niet de Kamer van Koophandel en In dustrie te Terneuzen, het lichaam in deze streek, daartoe aangewezen is. Hij heeft het zachtkens uitgedrukt, bij f eestlij ke gelegenheden, draagt men immers een bloem in het knoopsgat, maar hij heeft toch zeer duidelijk den vinger gelegd op de wondeplek. Ik wil in alle bescheidenheid den vin ger op nog een wondeplek leggen. En dat is helaas een wondeplek bij alle tentoonstellingen in ons land van Cad zand. Enkele weken geleden was er te Oostburg ook een jaarbeurs, beter winkel week genoemd, maar één der drie dagen was een Zondag, en zoo werden allen, die den Zondag als den Dag des Heeren beschouwen, uitgesloten. Over enkele we ken is te Aardenburg de groote tentoon stelling van de Maatschappij voor Ooft- en Tuinbouw, en het is dezelfde geschie denis. En nu ook hetzelfde te Breskens. Ik heb hier voor me liggen een Feest programma van de Jaarbeurs voor 9— 13 Juli. En daar lees ik voor den Zon dag: Groot turnfeest, 300 turners uit Vlis- singen en Brugge. Optreden van de be roemde danseres Mej. Janet, van het Theatre de la Monnaie te Brussel, die o.a. zal dansen: De stervende Zwaan, enz. Ik behoef er zeker niet meer aan toe te voegen, om duidelijk te maken, dat het voor onze menschen moeilijk is, om het woord onmogelijk nog maar niet te gebruiken, om mede te werken. Dat js de kwaal van ons land van Cad zand. Wanneer er iets wordt georgani seerd, klopt men ook altijd aan bij onze menschen, maar door de manier, waarop het men het zaakje in elkaar steekt, maakt men het meestal onmogelijk hun medewerking te verleenen. Men zegt, dat men den Zondag niet kan missen, omdat dan juist het grootste aan tal betalende bezoekers komt. Heeft men het al eens geprobeerd? Wanneer men dan de debet- en credit zijde eens in evenwicht bracht door van de oreditzijde te schrappen een paar hon derd betalende Zondagbezoekers en van de debetzijde de kosten van een diner, dan zou er misschien net weer evenwicht zijn. Maar m den grond van de zaak is het niet de kwestie, dat men zoo bang is voor zijn inkomsten; maar men wil met de bezwaren van hen, die den Zon dag als rustdag willen, geen rekening houden. Het is misschien ook moeilijk voor hen, die er geen rekening mede houden, zich in onze geestesgesteldheid in te denken. Gewoonlijk krijgt men dan te hooren, dat er toch ook één of twee werkdagen zijn, waarop w ij dan kunnen komen, maar men schijnt niet te begrij pen, dat daarmede de moeilijkheid voor ons niet is opgelost. Aan onze mannen de taak om in hun verschillende organisaties er steeds weer opnieuw op aan te dringen de verschil lende tentoonstellingen en jaarbeurzen, of hoe men ze dan ook m het vervolg wil noemen, zoo in te richten, dat er in ieder opzicht volle medewerking van per sonen van alle gezindten kan zijn. En gaat dat niet, dan ook flink partij' geko zen en niet medegewerkt. En in de toekomst gewerkt aan de ver heffing op allerlei gebied va.n ons land van Cadzand, maar laat ons het niet moe ten uioen met de hulp van beroemde bal letdanseressen, die stervende zwanen dan sen. We hebben toch zeker, als Zeeuwsch- Vlamingen nog fut en energie genoeg, dat we het wel zonder zulke hulp afkunnen. Geen stervende zwanen hebben we noo dig, maar levende, flinke mannen en vrou wen, die hun kracht willen geven, om, onder Gods zegen, in deze moelijke tij den mede te helpen hun landje van Cad zand vooruit te brengen op allerlei gebied. Breskens vooruit, ons land van Cadzand vooruit, goed, best, maar dan in de goede richting. HOOG WATER. Stand van Zondag 19 Juli 1931. v.m. n.m. Terneuzen 5.27 5.48 Borsselen 5.07 5.28 Breskens en Vlissingen 4.52 5.13 Hoedekenskerke 5.47 6.08 Hansweert 6.07 6.28 Veere 5.17 5.38 Colijnsplaat 5.42 6.03 Goesche Sas 6.37 6.58 Wemeldinge 6.42 7.03 Tholen 7.02 7.23 Zierikzee 5.57 6.18 Stand van Maandag 20 Juli 1931. Terneuzen 6.17 6.36 Borsselen 5.57 6.16 Breskens en Vlissingen 5.42 6.01 Hoedekenskerke 6.37 6.56 Hansweert 6.57 7.16 Veere 6.07 6.26 Colijnsplaat 6.32 6.51 Goesche Sas 7.27 7.46 Wemeldinge 7.32 7.51 Tholen 7.52 8.11 Zierikzee 6.47 7.06 laten we de planten goed uitlekken, opdat geen water op den schotel 'blijft staan. Naast voldoende licht en water bestaat een goede verzorging uit het verstrekken van voldoende voedsel. Een zich krachtig ontwikkelende palm heeft een voedzame bodem noodig. Eens per veertien geven we een slap giertje. Eventueele doode punten aan de blade ren worden voorzichtig bijgeknipt, doch steeds zoo, dat er een 'klein bruin randje aan het blad blijft zitten. Toch 'kunnen we het bruin worden der bladpunten niet geheel en al voorkomen, evenmin als het afsterven der onderste bladeren. Wanneer een nieuw palmblad zich ontplooit blijven de saanengesteide bladeren 't langst aan een en scheuren dan uiteen. Hierdoor ont staan kleine wonden en dit is reeds 'het begin der bruine punten. Een goede ver zorging is het .eenigste en meest doeltref fende voorbehoedmiddel om dit euvel zoo veel mogelijk te stuiten. Het afsterven der onderste bladeren is een 'heel natuurlijk verschijnsel en wanneer de plant maar steeds nieuwe bladeren vormt hindert het 'heelemaal niet. Palmen in den zomer. Palmen zijn de fraaiste bladplanten voor de kamer en hoewel afkomstig uit tropische gewesten, 'kunnen zij het hij een oordeelkundige verzorging in de huis kamer heel goed bolwerken en kan man er veel plezier van hebben. Maar palmen zijn net als troetelkinderen, ze eischen wat extra zorgen en moeiten, anders loopt bet verkeerd af. Om te beginnen zijn kleine woonkamers voor palmen ongeschikt. Ze nemen in zoo'n beperkte ruimte te veel plaats in, zooda.t er voortdurend langs de punten der bladeren wordt geloopen. Ze verlan gen een ruime standplaats en tevens veel licht. Nu is het begrip „veel Jicht" een vaag begrip, vooral voor wat de licht sterkte in huiskamers betreft. De licht sterkte is veel geringer dan de lichtsterkte der buitenlucht, welke vaak 30 a 40 keer zoo sterk is. Plaats nimmer palmen ach ter in een kamer of in een donkere hoek. Ze zullen het op dergelijke plaatsen wel eenige maanden uithouden, doch voeren dan. een kwijnend bestaan, vaak uitloopend op een totale mislukking. Tegen felle zon nestralen zijn palmen evenmin bestand. Kamers op het Zuiden zijn in de zomer maanden voor palmen geen geschikte plaats, trouwens evenmin voor de andere kamerplanten. Als regel laat men in de kamers op het zuiden vaak ijren achter een de gordijnen neer en dat maakt ze zoo donker, dat vrijwel geen enkele plant deze krachtproef kan doorstaan. Gedurende de zomermaanden moeten de palmen vaak gespoten worden, zoowel de onder- als de bovenzijde der bladeren. Ge regeld inspecteeren op luis is eveneens noodzakelijk. Bij warme dagen spuiten we per week minstens 2 a 3 keer; het be kende, sierlijke eocospalmpje, de Gocos Weddeliana moet zelfs eens per dag ge spoten worden, bij heete dagen zelfs twee keer. Deze sierlijke Gocos Weddeliana is zoo ongelukkig dat ze fraai uitkomt in een bloemenmand tusschen andere plan ten en dat wordt haar vaak noodlottig. Ook in een klein potje midden op tafel maakt ze eon fraai effect en tevens vaak een ontijdig einde. Dit palmpje heeft namelijk midden op tafel geen voldoende licht en kwijnt na verloop van tijd geheel weg. Een juiste verzorging tusschen an dere planten in een bloemenmand is ook niet mogelijk. Wanneer we geregeld en veel spuiten vervalt het gieten. Eventueel kunnen we de palmen eens per veertien dagen een doopbad geven door ze in een emmer te plaatsen dat van te voren op kamertem peratuur is gebracht. Een kwartiertje is meer dan voldoende. Na zoo'n doopbad Zilver poetsen. Men kan zilver poetsen met een papje van Parijscb rood en water. Met spiritus aangemengd, geeft Parijscb rood te veel slijtage en het mengen met water heeft tevens dit voordeel, dat hst niet vervlieg! en het papje dus niet te veel opdroogt. Als achter elkander verscheidene stuks zijn ingewreven, begint het uitpoetsen. Parelrandjes, (keuren enz.) worden even uitgeschuierd en tot slot wordt alles nog nagewreven met een schoonen, zachten doek. Om zilver ep ook imitatie-zilver goed te bewaren, ie een speciaal soort vloei papier in den handel. Men behoeft de dingen er niet stuk voor stuk in te wik kelen. Als alles in de étui ligt, legt men er velletjes van dat vloeipapier over. Gele vlekjes komen dan niet voor. Men kan niet alleen tijd, maar ook het zilver sparen: lo. door het goed af te wasschen, zoo heet mogelijk af te drogen en goed na te wrijven; 2o. door het zoo min mogelijk in aan raking telaten komen met zuur, eieren, visch, mosterd en uien; 3o. door bet van de lucht afgesloten te bewaren; 4o. door het tegen krassen te behoeden; 5o. door bet met beet zeepsop te be handelen; 6o. door het uit te koken met ammo nia of soda. Het deksel moet gedurende deze bewerking goed op de pan sluiten, daar anders de ammonia te gauw ver dampt. (Brandgevaar bestaat er niet. Ammonia werkt juist blussckend). Na dat het gekoekt heeft, overgiet men het zilver1 nog eens met kokend water en droogt bet stsvig af met zachte doeken. Krenten In de huishouding. De Fransche geleerde Dr Balzli te Pa rijs verklaart in een artikel over de waar- de van krenten het volgende: „Ieder ar beidend mensch beeft koolhydraten noo dig. In het licht van deze feiten schijnt gedroogd fruit, zooals de krent, van bij zondere waarde, niet alleen voor de vege tarische, maar voor elke keuken. Het ge bruik van krenten is niet alleen een voor deel voor de gezondheid, maar ook een voor de portemonnaie. Het ware te wen- schen, dat de krent haar blijde weder komst in de volksvoeding hield.' Nadeelen bezitten de krenten bijna niet. Daarbij komt neg, dat zij goedkoop zijn en dus voor elke beurs bereikbaar. Enkele recepten. Vanillevla met rabarber: Voor de vla K L. melk, X stokje vanille, 1 ei, 20 gr. maizena, 30 gram suiker. Bereiding: Trek de vanille af in de melk, klop het ei met de suiker, roer hierdoor de maizena tot er geen klontjes meer in zijn en voeg zooveel koude achter gehouden melk toe, tot het papje dun vloeibaar is; giet dit al roerende in de in middels kokende melk, laat de vla even doorkoken en laat ze afkoelen, onder af en toe roeren, zoodat zich geen vel vormt. Leg onder in een vlaschaaltje een laag (bijv. overgehouden) rabarbermoes, bedek dit voorzichtig met de koude vla en gar neer het 'desverkiezend met stijfgeklopt eiwit, waardoor wat suiker is geroerd (door de vla gaat dan alleen de dooier). Rabarberjam: 1 kg. rabarber, 1 X pond suiker, sap van 1 citroen. Bereiding: Laat de gewasschen stukjes rabarber 10 minuten koken, voeg dan de suiker toe en laat het zonder deksel tot jamdikte inkoken. Voeg het citroensap toe en doe de jam over in de goed schoon gemaakte jampotten. Sluit ze af met para- fine en een schroefdeksel en plak er een etiket met naam en datum op. Vanillenootjes. Neem 1 X ons bloem, IK ons poedersuiker, 1 ons boter, 2 eiwitten en uitgeschrapte vanille. De boter wordt tot room geroerd, de eiwitten stijf geklopt en erbij gevoegd met de vanille, dan roert men er, om de beurt 'n beetje gezeefde bloem door en gezeefde poedersuiker, tot alles op is. Men spuit van dit beslag zéér kleine hoopjes op een met boter bestreken bakblik en zet ze dan in een matig warmen oven, waar ze in ongeveer 10 minuten lichtbruin en gaar worden. Voor kattetongen wordt hetzelfde deeg m lange reepjes op het bakblik ge spoten, op een behoorlijken afstand van elkaar. Ze zijn gaar in ongeveer 8 min. Enkele wenken. De zomer kan ons warme nachten bren gen. Als we op het bed, onder het bene- denlaken, een gladde Japansche mat leg gen of een strook dicht in elkaar geweven raffia, zullen we het heel wat minder „broeierig" hebben dan wanneer we op een warmen moltondeken of een kapok matras liggen. Het schoonmaken van vergulde lijs ten (en andere vergulde voorwerpen) gaat zeer gemakkelijk met citroensap, 't zij met een lapje of watje, daarin gedrenkt, 'tzij met 'n nagelborstel of met de citroen zelf. Men wrijft de voorwerpen ermee af en spoelt ze goed na met schoon water. Dan droogt men ze zorgvuldig en let goed op, dat er geen citroenvezels op achterblijven. Om inktvlekken op afdoende wijze uit eikenhout te verwijderen, dient men de vlekken af te schrappen en vervolgens eventueel opnieuw bij te kleuren en in de de was te zetten. Dit is de eenige goede manier; verwijderen met zuring zout laat steeds blauwe vlekken achter. Om vuïl geworden wollen tafelklee- den als nieuw te maken, dompelt men ze verscheidene malen in koud water met azijn en spoelt ze daarna in gewoon schoon water na. De uitwerking is ver rassend. Tegen mieren. Ie. Maak een papje van een paar eet lepels stroop en een beetje gist. Doe dit op schoteltjes en zet het neer op de plaat sen, waar de mieren komen. 2e. Strooi naphtaline schubben (bij den drogist te krijgen) op stukjes papier en leg die in de kast of op het buffet, langs de plinten en bij het stoepje of den drem pel. 3e. Zet hier en daar schoteltjes neer met koolteer of citroenolie. 4e. Leg tomatenbladeren op de plekken, waar mieren komen. 5e. Zet hier en daar een mengsel van 3 deelen bloem van zwavel en 2 deelen ge droogde, fijn gestampte lavendel. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Oplossing probleem No. 201. Auteur: P. Groterik, Amsterdam. Stand. Zwart 14 sch. op: 6 tot 9, 12, 14, 16 tot 19, 24, 29, 30 en 34. Wit 13 sch. op: 26, 27, 28, 35, 36, 38, 39, 41 tot 44, 49 en 50. Oplossing. Wit: 38—33 36—31 28—22 39—33 26—21 44—39 49X20 35X4. Zwart: 29X47 47X36 17X28 28X48 48X17 36X44 14X25. Oplossing probleem No. 202. Auteur: A. Knol, Amsterdam. Stand. Zw. 11 sch. op: 2, 7, 9, 12 tot 15, 21, 22, 27 en 35. Wit 11 sch. op: 24, 30, 32, 33, 34, 36, 38, 39, 45, 47 en 48. Oplossing. Wit: 36—31 47—41 32—27 45—iO 30—25 48X10 25X3. Zwart: 27X36 36X47 21X43 47X20 35X33 15X 4. Oplossing probleem No. 203. Auteur: J. A. v. Dixhoorn, Zaamslag. Stand. Zw. 8 sch. op: 11 tot 14, 17, 20, 21, 31. Wit 8 sch. op: 23, 28, 29, 30, 39, 40, 41 en 48. Oplossing. Wit: 28—22 29—24 39—33 48-43 41—36 36X29. Zwart: 17X19 20X29 29X38 38X49 49 X 24. Goede oplossingen. Ontvangen van: S. Blaas, P. de Visser, A. de Visser Lzn, A. Willemse, A. Verhage en S. Bosselaar, allen te Aagtekerke; J. Scheele te Zaamslag; D. de, Hullu te Oost burg; J. Huissoon te Nieuwdorp; J. Daane, te Zoutelande; J. A. v. Dixhoorn te Zaam slag. Onze prijzen. De prijs over het 2e kwartaal 1931 werd gewonnen door den heer S. Blaas te Aagte kerke. Aan den winnaar wordt verzocht zijn verlangen kenbaar te maken teneinde den prijs te kunnen toezenden. Probleem Na 206. Auteur: A. Knol, Amsterdam. 3 4 5 47 48 49 50 Zwart 9 sch. op: 8, 9, 10, 15, 16, 20, 25, 28 en 36. Wit 10 sch. op: 22, 27, 33, 34, 37, 38, 40, 45, 48 en 49. Wit speelt en wint. Oplossingen binnen acht dagen na laat ste plaatsing in elke maand.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 6