DE ZEEDW tweede blad. Vervolgd en bevrijd het adres a. wilking Wat er deze week voorviel Uit de Provincie. Onderwijs. Gemengd Nieuws. Ingezonden stukken Brieven uit Middelburg. FEUILLETON. VAN ZATERDAG 18 JULI 1931, Nr 243. Het vraagstuk dat in de afgeloopen week voortdurend de aandacht gespan nen hield, is de financieele crisis in Duitschland. Reeds lang bestond do vrees, dat het bij onze Oostelijke buren vandaag of mor gen zou vastloopen, maar toen enkele we ken geleden het aanbod van president Hoover kwam, scheen het, dat de bui zou overdrijven. Maar het is anders gegaan. En het is niet onmogelijk dat het voorstel van Hoo ver, hoezeer ook te waardeeren, daarop van invloed is geweest. Uit het feit dat een dergelijk voorstel gedaan werd en gedaan moest worden bleek toch naar buiten duidelijk hoe zwak de positie van Duitschland was. En toen daarbij kwam dat Frankrijk door inner lijke haat of vrees bewogen, weinig mede werking toonde en het geheele plan in ge vaar scheen te brengen, behoefde het niet al te sterk te verwonderen dat allerlei credieten werden opgezegd en dat als ge volg daarvan de financieele wereld totaal ontredderd werd. Dank zij de krachtige maatregelen die onmiddellijk genomen werden is het be trekkelijk rustig gebleven in Duitschland en konden scherpe koersdalingen aan vankelijk worden voorkomen. En ondertusschen volgt de eene confe rentie op de andere om middelen te bera men voor het verleenen van krachtdadige hulp. De laatste berichten klonken een wei nig moedgevend. Naar het schijnt zijn thans alle mogendheden, Frankrijk in cluis, tot de overtuiging gekomen, dat in grijpende maatregelen noodzakelijk zijn. Daarover zal nu eerst te Parijs en dan in 't begin van de volgende week te Londen worden onderhandeld. 't Was trouwens te voorzien, dat het daartoe moest komen. Hier staan toch niet alleen de belangen van Duitschland, maar de belangen van geheel Europa en van meer dan Europa op het spel. Een land als Duitschland kan niet alleen financieel ten onder gaan. Als Duitschland wegzinkt, dan zinkt er meer. Als Duitschland op de wereldmarkt zoo goed als wordt uitgeschakeld, dan moet dat voor tal van landen noodlottige ge volgen hebben. En daarbij komen dan nog gevaren van anderen aard. De Communisten in Rusland snakken naar 'n tijdperk van verwarring. Niet min der dan door anderen wordt door hen met spanning het verloop der gebeurtenissen gevolgd, in de hoop, dat er voor hen ge legenheid komt*om temidden van de alge- meene verwarring hun slag te slaan. De donkere wolken die in 't begin van deze week dreigden, beginnen een weinig op te trekken. Maar dat neemt niet weg, dat het er nog ver van hoopvol uitziet. Voor een op timistische stemming is er nog allerminst reden. Geve God, dat we de volgende week mogen zien, dat de dreigende wolken weg trekken en dat er weer de lang ge- wenschte verademing mag komen. LXV. Aan oude, welbeproefde „costuijmen" houdt men in Middelburg altijd nog en terecht vast. In de Abdij, af deeling Venduhuis, was verleden week tijdens een verkooping van meubilair, de drie kleur ontplooid, omdat een nieuwe no taris voor het eerst mede over dien ver koop stond. En aan de andere zijde der Abdijgebouwen was het de „Gouverneur", Historisch verhaal uit den Napoleon- tischen tijd. 45) o—- Zij keek links noch rechts en groette ternauwernood de weinige bekenden, die haar ontmoetten en verwonderd nastaar den, zich afvragend waar de anders zoo kalme jonge dame heendraafde. Nog voor zij de poort had bereikt, hoorde zij achter zich de hoefslagen van haar paard; Hans had zichzelf overtroffen in vlugheid. Hij reed haar voorbij en bleef buiten de stad wachten. ,,'tls goed zoo," zei ze en drukte hem een zilverstuk in de hand, „zeg thuis nu maar dat ik een ritje doe in de omstreken en ze mij niet spoedig terug moeten ver wachten. AdieU." Zij gaf haar vos een karwatsslag dat het dier steigerend opsprong, en voort ging het den Zijlweg op. De straatweg was druk bezocht. Boeren uit den omtrek die de markt kwamen be zoeken, liepen naast de groenteventers, welke de laatste overblijfselen uit hun kassen en tuinen in de stad tot ongehoor de prijzen hoopten te slijten. Op de voet paden langs den weg wandelde hier en die in zijn deftig en rijk ambtsgewaad de zomervergadering der Staten van Zee land opende. Dien avond waren er op de publieke tribune vele belangstellenden, die konden waarnemen hoe behalve de sociaal-democraten, slechts zeer weinige Statenleden de belofte boven den eed ver kozen af te leggen. De kiezers hebben altijd nog grooten invloed. Den volgenden morgen waren de ver kiezingen aan de orde voor zes leden van Gsd. Staten en een buitengewoon lid. Voor de niet-ingawijden en dit waren er blijkbaar zeer velen was het zee;* tnte» ressant waar te nemen, hoe de verkiezing zou afloopen voor den door het aftreden van den heer van der Weijde vrijgekomen zetel in Ged. Staten. De couranten had den er van te voren al het een en ander van gezegd, doch zij wisten blijkbaar toch niet het naadje van de kous. Beweerd werd, dat de Chr.-Historischen dien zes den zetel voor zich opeischten, anderzijds dat voor den Vrijheidsbond de zetel was gereserveerd, van nog andere zijde, dat de S.D.A.P. met den buit zou gaan strij ken. Nadat de aftredende vijf Gedeputeerden waren herkozen met 29 30 stemmen, waarbij de Socialisten en Vrijz-democra- ten blanco en de Staatk. Gereformeerden op elkaar stemden, kwam de heer v. Bommel van Vloten met 23 van de 30 geldige stemmen uit de bus. De Socialisten stemden weer blanco en de Vrijzinnig democraten en Staatk. Gereformeerden op elkander. Verwondering baarde eenigs- zins het feit, dat de zeven Chr.-Histori schen allen op den heer van der Wart hun stem uitbrachten en zich hierdoor van de combinatie van Roomsch-Katholie- ken, Anti-Revolutionairen en Vrijheids- bonders afscheidden. Echter kon zulks de verkiezing van den heer Van Bommel van Vloten niet verhinderen. De combinatie, waarbij zich ook de heer van Dalsum voegde, was sterk genoeg om zijn verkiezing reeds bij eerste stem ming te verzekeren. Daarop volgde de verkiezing voor het buitengewone lid van Gedeputeerden. Daarbij geschiedde iets zeer buitenge woons. Evenals de Socialisten, op wie geen enkele stem was uitgebracht, nóch door de eigen mannen, nóch door de 36 niet-socialisten een teekenend feit ook voor de a.s. wethoudersverkiezingen hadden de Staatk. Gereformeerden, bui ten hun eigene, nog geen enkele stem verkregen. Thans werd een der hunner, burge meester Kodde van Zoutelande, tot bui tengewoon lid der Zeeuwsche Gedeputeer den gekozen. Vanwaar dit eclatante feit? We noemen dit een verbluffend feit, omdat iets dergelijks in geen enkele der elf provinciën van ons dierbaar vader land zal zijn voorgevallen en de voor mannen der Staatk. Gereformeerden, met name Ds Kersten, zich daarover wel zul len hebben verbaasd. Wat de Chr.-His torischen bewoog om den door hun par tijgenoot, dhr v. d. Wart bezetten zetel los te laten, valt niet licht te verklaren, tenzij zij wellicht, nu zij den vasten zetel in Ged. Staten niet konden bemachtigen, weigerden zich met het mindere tevreden te stellen. Een afspraak omtrent dezen zetel was bij Rechts zeker niet gemaakt; zoodat een ieder deed wat goed was in zijn oogen. Intusschen is het merkwaardig, dat de Chr.-Historischen, inplaats dat hun in vloed in Ged. Staten steeg, thans zelf oor zaak zijn, dat zij, op zijn Walchersch uit gedrukt, „achteruut avanceerden". Zoo gaat het Provinciaal Bestuur van Zeeland de vier volgende jaren weer in. En deze eerste Zomerzitting telt, wat de agenda betreft, mee. Wie van de Staten leden naar de zomervacantie hijgt, zal nog wat moeten wachten. Aan de nieuwsgierigheid naar de wijze van samenstelling der Ged. Staten is weer voldaan. Nu komt de samenstelling van het Dag. Bestuur der gemeenten, voor- zoover het de Wethouders betreft. In sommige gemeenten, in Middelburg, in Serooskerke, in Vlissingen e.a. vraagt men zich af: hoe zal dit weer gaan? Ieder „hunkert naar hetgeen hij eens zien zal". Op zijn tijd zal ook die nieuwsgierigheid wel weer bevredigd worden. Op onze voorouders wordt, op het stuk van het maken van stedelijke verorde ningen wel eens wat uit de hoogte neer gezien, doch vaak ten onrechte. daar een grijze rentenier of een rustend zeekapitein of een vlugge knaap uit de stad, allen zich verlustigend in de onge woon zachte temperatuur. Margo rende tusschen alles en allen door, zich zoo min storende aan de verbazing der wande laars over de wilde amazone, welke niet eens in een rijkleed gekleed was als aan de toornige uitroepen der venters en boeren, die genoodzaakt waren zich over haast aan de wegkanten in veiligheid te stellen. Juist bereikte zij Overveen, toen de dorpsklok twaalf uur sloeg. Wat was het al las,tl Nog sneller voortgejaagd de merrie kreeg opnieuw een tik met de kar wats, en rende door de dorpsstraat, waar de schooljeugd stoeide en het werkvolk zich begon te vertoonen. De kleinen sto ven naar alle kanten heen, in gezelschap van een aantal kippen; enkele moeders vlogen dwars over de straat ten einde een kind te redden dat volstrekt niet in gevaar verkeerde, om dan, als de driftige berijdster verdwenen was, bijeen te scho len en uit te varen tegen dat rijkeluisvolk, dat alleen maar om hun plezier dacht en zoo maar de kinderen zou overrijden met dat gevlieg tusschen de huizen doorl" Voort maar, den straatweg af, het duin pad op en nu moest Margo de teugels wel een weinig inkorten, want het pad Ten bewijze hiervan halen wij iets aan uit de Verordening op het besteeden van dienstboden binnen deze st&ï Middelburg in Zeeland, mitsgaders tegen de groote in solentie en ongeregeldheden derzelver Bo den van 12 Maart 1791, bij ampliatie der vorige ordonnanties van 25 Januari 1670, vernieuwd den lOen December 1689, te Middelburg gedrukt bij Hermanu3 Snel, Stadsdrukker, wonende in de Lange Gort- straat. „Alzoo eenigen tijd herwaards veele en diversche klagten zijn ontstaan over de ongeregeldheden, ongeschiktheden en be driegerijen van de Dienstboden, die haar voor zekeren tijd verhuurd hebbende, bui ten tijds uit haar Huure scheiden, ook in de Huure blijvende haar zoo niet en ge dragen als de zeden, eerbaarheid en goe de orde wel zijn vereischende," werd op straffe van hooge boeten aan de besteed- sters, voorloopers of Behulpers het mono polie van het verhuren van dienstboden verleend en haar de volgende'ambts-eed opgelegd: „Dat zweer ik geen dienstboden, hoe ook genaamd, aan iemand binnen deze stad te huur te zullen presenteeren, voor aleer ik bij haar laatste Meester of Vrou we neerstelijk (zoo die binnen deze stad woonachtig zijn) zal hebben onderzocht of zij aan dezelve niet langer in dienst zijn verbonden, maar haar tijd behoorlijk heb ben uitgediend, nog ook eenige dienst boden ergens besteed zijnde, uit haar dienst, met belofte van meerder huur bij een ander te zullen verdienen, of ander zins uit te lokken, of met raad en daad daartoe aan te zetten, veel min degene, die uit hare Huure geloopen zijn tc herber gen, maar mij getrouwelijk na den in- houde van dezen ordonnantie lo zullen gedragen, als een opregt en getrouw Be steedster betaamt." We zouden vragen: Is de tegenwoordige vereenvoudigde wetgeving in deze materie zooveel beter? Vriendschappelijk groetend, t.t. METELLUS. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST Oeververdediging. Op de al- gemeene vergadering van den Zeeuw- schen Bond! van oud-leeirlingen van land- bouwwintercursussen, te St. Maartensdijk gehouden, hield mr P. Dialeman, voorz. der Z. L. M. een referaat over „oever- verdediging en grondbelasting". In de eerste plaats stelde spreker de vraag: wie mioat de belasting betalen 'voor de verdediging van den oever? Hjj ging in den breede na, dat door de bewegelijkheid' van den zeebodem van de Schelde in onze provincie de velden en landen moeten worden beschermd en verdedigd tegen de oever-afschuivingen en vallen, die men speciaal in onze pro vincie kent. Men doet dat door imiddel van zinkstukken en rijs-, kram- en steenglooi- ingwerken, doch vroeger beschermde men zich niet daartegen en men keerde de gevolgen eenigszins door het leggen van inlaagdijken. Toch heeft men ook dit systeem moeten verlaten omdat anders de geheele pro vincie te loor zou gegaan rijn, want die vallen en oeverafschuivingen vonden ge regeld' plaats, zelfs binnen een bepaal den tijd gedurende deze eeuw, zijn nieit minder dan 280 vallen en afschuivingen 'geconstateerd. 1 Maar die verdediging, die naderhand Werd! ter hand genomen, kostte schatten gelds, welke aanvankelijk werd verdeeld, over de eigenaars en beheerders, zoodat men voorheen sprak van kaveldijken. I^ater is dat gemeenschappelijk gewor den, maar ook dat stelsel, slechts om- Vattende de polders, die onmiddellijik aan was vol gaten en bulten. Toch reed zij zoo snel mogelijk en lette nauwelijks zooveel op, dat de merrie niet struikelde en een poot brak. Voort, door de kale bosehjes en grillige duinheuvels, welke op dien wintermorgen er doodscher en on vruchtbaarder uitzagen dan ooit te vo ren. Voort de seconden waren kost baar, als de bloeddruppels van een ster vende. Hoevele had zij er misschien nog misschien veertig twintig wie wist het? Margo kon er niet aan denken elke aarzeling was verraad, aan hem gepleegd, die zij ze voelde het nu zoo onuitsprekelijk liefhad. Daarom, voort maar, haar liefste paard er aan ge waagd; stond er niet veel meer op het spel? Voort, eer het te laat was!" Helaas, 't was te laat. Nog slechts een kleine duizend passen was zij van de vreeselijke plek af, toen een droge, knet terende slag door de duinen weerkaatst werd. Margo kon zich niet vergissen 't waren de geweerschoten, die een eind aan Johans leven maakte. Zij hield met een ruk haar paard in, en als hadden de kogels haar getroffen, zoo stiet zij een gil uit, en gleed zonder bewustzijn uit het zadel op de harde struiken. Nog een ander had het salvo gehoord. Het was een luitenant, die, achter een plek dwergbeuken verscholen, de terecht stelling bespiedde. Hij had zijn mededin- öïe oevers grenzen, eïebt zware offer. Zoo b.v. wordt in Borssele f 65 per H. A. dijkgeschot geheven. Dit exhorbitant be drag is met de andere belastingen, vooral in dezen tijd van malaise ondragelijk. Ala bcofdlgnea tak verbetering gaf spr. in vluchtige trekken aan, om de heffing van het dijkgeschot tot verdediging van de oevers uit te breiden tot grootere complexen van polders, anderzijds om 9le tal van kleine poldertjes te doen sa mensmelten in grootere waterschappen. En ook is verlichting aan te brengen door aanslag van het gebouwd eigendom 'dlat ook belang heeft bij de oever-verde diging. De voorz. bracht hartelijk dank aan den referent voor rijn zakelijk en actueel be toog. I Driewegen. De Raad vergaderde 16 de zer. Present alle leden. Aan de PZEM wordt ontheffing ver leend van het bepaalde in art. 44 sub d van het Motor- en Rijwielreglement voor het rijden met vrachtwagens bij het ver voer van palen. De geloofsbrieven der nieuw gekozen leden worden onderzocht en tot hun toe lating besloten. In de begrooting voor 1930 had nog een af- en overschrijving plaats. Besloten wordt tot den aanleg eener electrische straatverlichting aan de Flatte- weg. De rekening over 1930 werd voorloopig vastgesteld in ontvang op f 22970.13 en in uitgaaf op f 19881.113^Alzoo met een goed slot van f 3089.01 H. Ovezand. De Raad vergaderde Vrijdag. Aanwezig de voorzitter, alle leden en de secretaris. Voor eenige ambtenaren werden nadere pensioengrondslagen vastgesteld. Een door B. en W. in concbept opgemaakt ambte narenreglement werd in zijn geheel over genomen en ongewijzigd vastgesteld. De gemeenterekening over 1930 werd voorloopig vastgesteld wat den gewonen dienst betreft in ontvang op f31320.06, en in uitgaaf op f28902.14. Alzoo met een batig slot van f 2417.92. De ontvangsten van den kapitaaldienst werden vastgesteld op f f 9161.75 en de uitgaven op f 9127.64, alzoo met een batig slot van f 34.11. Goes. Geslaagd voor het eindexamen der Rijks Hoogere Burgerschool, afd. B.: J. S. Bedet, Goes; J. A. van Bei®, Kloe- tinge; A. W. Bom, Ierseke; N. A. Buthfer, Goes; J. J. Dagevos, Kloetinge; M. J. Haasdonk, Wiihelminadorp; J. P. Hooge- steger, Goes; P. A. de Hullu, 'Goes; G. J. van Liere, Kloetinge; A. G. Meeuse, Wil- heh^nadorp; P. Oom, Ierseke; J. G. Pfeiffer, Kapelle; J. Pouwer, Goes; L D. Fransen van de Putte, Goes; F. G. v. Riet, 'Goes; G. Slahhekoorn, Wolf aartsdijk: G. Verschuure, 's-Heer Hendrikskinderen; E. H. Wiebenga, Goes; J. Zuring, Goes; Chr. Dronkers, Veere. Afgewezen 4 leerlingen; teruggetrokken 1 leerling. M.U.L.O.-examen 17 Juli 1931. Ge slaagd voor diploma A: M. W. Schuil- werve, Kortgene, L. P. Tazelaar, Colijns- plaat; J. Boot, Axel; A. J. Geensen, Ter Neuzen; W. J. K. Ddeleman, Axel; J. v. d. Bent, Ter Neuzen; V. P. Dieleman, Ter Neuzen; M. P. de Pau, Hoek; N. Gast, Duivendijke; J. J. Bierens, Dinteloord; C. Breas, St. Philipsland; H. J. Steenpoorte, M. N. Lammerée, G. W. Verkouter, allen te Steenbergen; A. v. Nieuwenhufjzen, Dinteloord. Geslaagd voor diploma B: A. J. Heijli- ger, Middelburg; Z. C. Salomé, Kortgene; J. J. de Regt, Kats; J. J. Bak, Wissen- kerke; A. A. Markusse, Kortgene. Voor de Internationale jury te Brus sel slaagde voor het diploma „Elemen taire" voor piano, mej. Lenie Brons te Middelburg, leerlinge van den heer W. L. Harthoom. Vereen, van Chr. Onder wijzers. Voor de verkiezing van een lid van het Hoofdbestuur in de vacature-R. v. d. Welle te Middelburg, voortdurend door het bedanken van het nieuwgekozen lid A. Janse te Riggekerke, is door het Hoofdbestuur het volgende drietal gesteld: Th. Brouwer te Gorinchem, W. 't Hooft te Goes en W. A. v. Wijk te Wolphaartsdijk. ger zien vallen, en daarbij was hem de gedachte door het hoofd gevlogen: „De prijs is groot al te groot; zou de winst voldoende zijn om dien goed te maken?" Het denkbeeld, dat de winst hem ondanks al zijn moeite nog kon ontgaan, kwam niet bij hem op. Hij verbeeldde zich een ontzaglijk groot offer te hebben gebracht, en meende daarvoor een lichte belooning te kunnen verwachten. Hij had ook de kreet van Margo verno men, en er bij gedacht: „Zeker de eene of andere jonge juffer uit den omtrek, die uit nieuwsgierigheid is gaan kijken en nu flauw valt. Hm we kunnen wel eens gaan zien of ze de moeite van 't bijbren gen waard is." Hij wandelde langzaam in de richting vanwaar hij het geluid meende verno men te hebben. Doch hoe verbaasd was hij, nu hij, op korten afstand gekomen, bemerkte wie zijn hulp noodig hadl „Wat dat is zij zelfl Wat moet zij in vredesnaam hier doen?" Snel trad hij naar het bewustelooze meisje toe. De merrie stond bij haar, over dekt met zweet en bevend van den snel len loop, terwijl zij treurig den kop naar haar meesteres keerde. Wat zou er geschied zijn? Het paard gestruikeld en zij gevallen? Maar 't bleek niet dat zij ergens gekwetst was. De lui tenant snelde haastig weg naar een dum- De moord op Ameland, Omtrent bat gebeurde op Ameland kan nog worden gomeld, dat de verdachte haar het huis van bewaring te Leeuwar den is overgebracht. Bij het verhoor van Dond'erdagnamiddag door de justitie heeft hij bekend den mown op zijn vrouw met voorhsdachtsa rads hebben ge pleegd. Hij was met rijn «fchg-tnoote Ameland gegaan om haar te vermoorden. Toen het parket daarna van Buitenpost haar Boelenslaan ging, was er een groote menigte op de been; er was een sterke 'politiemacht ter plaatse. Op de begraafplaats werd. de schouwing 'van het lijk gehouden. Dr Mieren?et con stateerde, dat de vrouw door verdrin king om het leven was gebracht. In een vorig bericht is gemeld, da', bei den zich zouden hebben ontkleed, "W zij een bad namen. Thans vernemen wij 'dat de vrouw gekleed op het strand it aangetroffen. Een woesteling. Voor d'e arr. rechtbank te Tiel stond gisteren terecht H. van D. te Tiel, terzake van mishan deling. Dit feit is op zichzelf niet zoo belangrijk, om .hiervan melding te ma ken. Toen echter d'e substituut-officier van justitie, mr J. J. G. van Everdingen, 'jn zijn requisitoir betoogde, dat verd.'s schuld bewezen was, ontstak deze daar over zoo in drift, dat hij1 zijn mes open vouwde en hiermede een dreigende be weging maakte ïn d'e richting van den officier, onderwijl uitroepende: „Al krijg ik maar een dag dan steek ik oe kapot". Eenige in de zaal aanwezige politieman nen wisten den woesteling het mes af handig te maken. Terzake van bedreiging 'is hiji later in het huis van bewaring aldaar ingesloten. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Geachte Redactie, Uw medewerker, de heer Metellus, heeft in „De Zeeuw" van 27 Juni 1931, no. 225, enkele beschouwingen gegeven over de publieke financiën. Daarin concludeert bij, dat de op brengst van de Rijksmiddelen, vergele ken bij die van het vorig jaar, over de eerste 5 maanden „maar eventjes 22 mil- lioen minder opbrachten en dat, waar de teruggang steeds crescendo gaat, bere kend mag worden, dat de achterstand over het geheele jaar 1931 de 50 a 60 millioen zal overschrijden". Deze voorstelling van zaken is onjuist. Wanneer de heer Metellus den offici- eelen staat vanwege het Departement van financiën in do „Staatscourant" geplaatst had geraadpleegd, dan had hij kunnen zien, dat de totaal-r a m n g van alle middelen voor '31 bedraagt f 496.896.250. Dat is f 34.656.499 minder dan in 1930 de opbrengst dier middelen bedroeg. Voor die lagere raming is natuurlijk een oorzaak aanwezig. Bij noot b. van dien staat is die oorzaak aangewezen. Tenge volge van de wet op de financiëele ver houding tusschen Rijk en gemeenten is n.l. drie vierde van de opbrengsten der Grondbelasting en de geheele opbrengst der Personeele belasting afgestaan aan de gemeenten. De opbrengst dier beide belastingen bedroeg in 1930 resp. f 21.921.155,75 en f 29.571.694,44, samen f 51.492.850,19. Voor 1931 is voor het aan hot Rijk ver blijvende een vierde deel der Grondbe lasting als opbrengst geraamd f 5.800.000. Omdat na 1 Januari 1931 nog vele oude aanslagen (over 1930 en vroeger) in de Personeele belasting worden betaald en nog ten bate van het Rijk komen, is als opbrengst daarvan voor 1931 geraamd f 4.200.000, samen dus f 10.000.000. De Minister moest derhalve voor 1931 uit dien hoofde rekenen op een mindere opbrengst van f 41.492.850. De mindere opbrengst nu in 1931 <22 millioen over de eerste vijf maanden) is van die 41 millioen een deel. Strikt genomen is er dus geen minde re ontvangst dan in 1930 zoolang die 41 millioen nog niet minder zijn ontvangen. Dat dit feit nu „oorzaak kan zijn, dat kom in de nabijheid, maakte zijn zakdoek nat en keerde terug om haar gelaat te verfrisschen. 't Hielp niets. „Wat zal ik doen?" bromde hij. „Hulp halen? Liever niet. Had ik maar een op wekkend goedje bij me, een slok brande wijn of zoo iets maar neen, niemen dal. Wacht haar reukdoosje!., 't Is wel niet beleefd haar zakken door te snuffe len, maar nood breekt wet." Hij had spoedig het gewenschte voor werp gevonden. De scherpe geur deed zijn uitwerking, Margo sloeg de oogen op. „Wat is er?" fluisterde zij, en trachtte op te staan. „Goddank, dat ge weer leeft!" riep Van Stralen in zijn blijdschap uit. Een zon derling woord voor een ongeloovige, maar zoo diep zit de kennis van Gods bestaan allen menschen in 't hart. „Ge schijnt van het paard te zijn ge stort; hebt ge u niet bezeerd?" Margo scheen een oogenblik te willen vragen, wat ter wereld zij en hij in 't duin moesten doen, doch voor haar de woorden op de lippen kwamen, herinner de zij zich alles. Een uitdrukking van on uitsprekelijke droefheid veranderde haar gelaat zoozeer dat Van Stralen er van schrikte. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 5