No. 239 Dinsdag 14 Juli 1931 45e Jaargang Dagblad voor de Provincie Zeeland Financieele crisis in Duitschland Hendrikse Go's Bank N.V. Boes EERST E BLAD. \ÈËl22ESH± Dit nummer bestaat uit 2 bladen. HEVEA I FIETSBANDEN yzersterk DE VERKIEZING VAN GEDEPUTEERDE STATEN. Buitenland. Belangrijkste Nieuws. ALLE per t JULI vervallende COUPONS EN LOSSINGEN v/orden verzilverd door ;«den: leer, ja- ora, zeep, gaven, h gepleegd. Er r de sp c ov w eg- taan. n verdron- 5000 kg, grint, |ren gezeten, die in medertyden is slipt en in den den chauffeur ic'h de. drie an- JEN IN 1930. |de werkstakin- federland over samenstelling il Bureau voor methode van hoor deze sta- jgelijk is aan- Idoor de derde [e van arbeids- jk overzicht ge worden de ar- I beschouwd als productproces"; gehandhaafd ge- >r het Centraal gevolgde me- ;n in hoofdzaak 3". ig van de vroe- k dat thans alle jende gegevens, jaren, betrek- Dinnen de gren- op het gebied loorgevallen; te- lens opgenomen in het verslag- jok al viel hun fdgend jaar. |n in 1930 212 m geweest 567 onderne- waren betrok- [et gemiddelde plaatsen, dat |ge van de go- niet bezet was 9760; het aan- >ren arbeidsdu ur de onderne- j was 229.300, dat [e werknemers het hoogste Ibij de geschil- bokken workno- pedroeg; recht- 10.200, en niet ;elcs 710. ie vergelijking cijfers van de jorafgaande jn- |vt duidelijk, dat iet bedrijfsleven irbeidsconflicten verhouding stoornis heeft fnden. Belang- vbeidsgeschilien in het verslag- goed als niet let grootste was |ng aan de Ver. ttefabrielcen te lalsen, dat in onderneming op lies van f 31.000, jrknemers van arbeidsdagen je staan. Hierop in belangrijk- staking en uit- hn in de metaal lid te Blerick ;elen, waarbij |3.755 en 20.855 lagen verloren bl in mindere fan in vooraf- jaren, gaven 1920 loonkwes- |er het veelvul- aanleiding tot |ing van het ïij 47 pet. der en tegen 56 pet. was verhooging loon geëischt: vas 51 pet. van Lie aantal werlc- 1 rechtstreeks be- (in 1929 73 pet.) I het standpunt Werknemers be- i, werd in 1930 joter percentage geschillen ge- Iwonnen dan in esp. 33 en 27); enover staat, da; centage, dat met likking eindigde lijk daalde, n.l. |tot 37 pet. Ster- was deze be- bij de percen- br bij die geschil- jrokken werkne- lerwijl dit bij ge- I, die geheel ten lvan de werkne eindigden, steeg Ipct. in 1929 tot lin 1930, daalde ercontage werk betrokken bij en, die door een ïg eindigdon, pet. in 1929 tot lin 1930. Directeur-Hoofdredaoteur: R. ZUIDEMA. Bureau: Lange Vorststraat 70, Gtoee. Tel.: Redactie en Administrate No. 11. Postrekening No. 44455. Bijkantoor te Middelburg. Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. No. 259. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. A b e n n e P r ij ss Per 3 maanden- franco f 8,-— LOS?B aïKWffl - Prtje dor Ad verten t tem 1—4 regels 11.20, elke regel meer 30 cL Bij abonnement belangrijke korting. Een „scheur" In de samenwerking van de rechtsche groepen. Onder het opschrift „De scheur is er" schrijft het „Prot. Zuiden"; Waarvoor wij gevreesd hebben, is ge schied. In de jarenlange samenwerking tusschen de rechtsche groepen in de Prov. Staten, is een scheur gekomen, die wellicht zal doorwerken, tot de breuk volkomen is. Het is nu wel bekend, dat de G.-H. Statenfractie niet meer medeging, met de bestaande verdeeling der zetels in het college van Ged. Staten. Toen de tegen woordige leden der Unie in de Staten kwamen, hebben zij laten zitten wat zit, daarbij stemmende op den heer van der Weijde, wegens zijn groote kennis van Polders en Waterschappen, welk lid als „onmisbaar" voor het college werd be schouwd. Geen oogenblik hebben zij ge meend, dezen zetel voor den Vrijheids bond te moeten reserveeren, wat hen ook nooit gezegd is. Thans, nu de heer v. d. Weijde zelf besloot heen te gaan,- zag de G.-H. fractie het vraagstuk van de zetelverdeeling in het licht der evenredige vertegenwoordi ging en meende 2 zetels voor links te moeten bestemmen, of zoo hiertegen overwegende bezwaren bestonden het geheele college tot een rechts college te maken. Hierdoor zou elk der rechtsche partijen 2 zetels bekomen. De A.R. had hiertegen groot bezwaar, wijl dan aan de G.-H. een te groote macht werd gegeven, in verhouding tot hun aan tal Statenzetels. Dus besloot deze fractie de verdeeling te houden, zooals ze be stond. Ook de R.K. nam een besluit van de zelfde strekking. Hierdoor had de G.-H. fractie geen andere keuze, dan haar eigen weg te gaan. Zij heeft dan ook voor de open gevallen plaats, een eigen candidaat ge steld. Ziehier de feiten. Toch meenen wij hieraan enkele op merkingen te moeten toevoegen. De ver houding in de Prov. Staten is 14 links en 28 rechts. Het college van Ged. Sta ten bestaat uit 6 leden, waarvan, bij evenredige vertegenwoordiging, 2 tot de linker partijen behoorden te zijn. Dat slechts één zetel aan links gegeven wordt, is een aardig gebaar als er niets an ders achter zit maar is in wezen niets anders dan machtsursurpatie. Als links dan ook niet zoo uiteen lag, zou zij deze „genade" zetel afwijzen, en 2 zetels eischen. Dat voor die eens zetel een Vrijheids- bonder gekozen werd, is al even onver klaarbaar. Bij een zeer merkbare voor uitgang van de S.D.A.P., de uiterste link- sche groep alzoo, en de belangrijke ach teruitgang van den Vrijheidsbond, zou eerder een S.D.A.P.er in aanmerking heb ben moeten komen. Dat dit niet geschied de, stempelt het college nog meer dan vroeger tot een conservatief college, wat ons, juist uit Christelijk oogpunt, ten zeerste spijt. Dat de A.-R. geen 2e zetel aan de G.-H. wilden geven, wijl hierdoor hun macht te groot werd, is al evenmin ver klaarbaar. Zij zelve, als ook de R.-K. leven bijna 100 pet. boven hun stand. Zij hebben elk_2 leden hunner partij in het Ged. College, waarop zij recht zou den hebben zoo zij in de Prov. Staten door 14 leden vertegenwoordigd waren. Eohter zijn er maar 8 A.-R. en 8 R.-K., welke laatste den achtsten zetel verkre gen heeft, door een meerderheid van 10 stemmen boven de C.-H. Waar de keuze voor den vrijen zetel dus berust op willekeur, daar treft het ons dat de steeds naar voren gebrachte eenheid der rechtsche partijen plaats heeft gemaakt voor de angst dat één dier partijen een te groote macht zou verkrij gen. En dit treft nog meer, als men be seft, dat de verschilpunten die er tus schen de A.-R. en G.-H. inderdaad be staan (de R.-K, kan hier buiten beschou wing worden gelaten), nooit in de Prov. staten of in het Ged. College naar voren treden. Nogmaals, wij zouden gezwegen heb ben, zoo bij de bezetting van de vrije zetel, een rechts beginsel leiding had gegeven. Nu dit bij de verdeeling der zetels geheel ontbreekt, zien wij in de genomen beslissing een gewilde achter uitzetting van de G.-H., wat wel scherp uitkwam door de uitdrukking, dat de G.-H. dan te veel macht zouden ver krijgen. En ten slotte hebben de G.-H. bedankt, voor het „buitengewoon" lidmaatschap van G. S. Zij hebben tot heden nimm.T geweigerd om als paradepaard dienst te doen. Maar sinds de beroemde Metellus, die als jurist dit beter weet, dit parade paardje als een levende knol aan de A.-R. kiezers heeft voorgesteld, wenschen z;j van deze vertooning ontlast te zijn. Zoo zijn herkozen de heeren Rompu, Dieleman, v. Dusseldorp, v. d. Putte en Stieger. Als nieuw lid werd gekozen: do heer van Bommel van Vloten, terwijl voor „buitengewoon" lid van G. S. be noemd werd, de heer Kodde, lid van de Staatk. Ger. Staatspartij, die de benoe ming wel heeft aanvaard, hoewel deze verkregen werd door de stemmen der Roomsche Statenleden. Merkwaardig is ook, dat de A.-R., die zoo bang is voor de machtsvermeerde- 'ring van de G.-H. zelfs voor het „buiten gewoon" lidmaatschap van G. S. nog een eigen candidaat stelde, alzoo de kleine partijen rustig voorbijgaand. Dit is dus zeker wel machtsursuspatie Zoo heeft „De Zeeuw" getriomfeerd. Moge het blad nooit spijt hebben van deze overwinning. Vooralsnog heeft zij nog niets anders dan moeilijkheden ge bracht. Naar aanleiding hiervan schrijft ons de heer J. W. van 't Hof, lid van d'e Prov. Staten: Hoewel het niet in mijn voornemen ligt om in te gaan op elk schrijven in het „Prot. Zuiden", waarbij aan- of op merkingen worden gemaakt aan het adres der Anti-Revolutionairen, meen ik niet te mogen zwijgen over het artikel „De scheur is er", voorkomende in het nummer van dit blad van 1 Juli j.l. hetwelk hierboven is opgenomen. Hier mag niet worden gezwegen, al was het alleen hierom, dat niet den in druk zal worden gevestigd, dat hetgeen in dat stukje is neergeschreven de mee ning vertolkt van de Chr. Historische Sta- tenclub. "Wie van nabij de onderhande lingen heeft meegemaakt gevoelt, dat de schrijver hier zijn persoonlijke meening uitspreekt. Is er inderdaad een scheur gekomen in de samenwerking der rechtsche groepen in de Prov. Staten en zal die doorwerken tot de breuk volkomen is? Als het ooit zoo ver mocht komen, dan zal men de schuld ervan niet behoeven te zoeken bij de A.R. of R.K. Statenclubs, maar dan zal die te vinden zijn bij de Chr. Hist, en voorname lijk bij den heer Van der Wart. Het is wel gemakkelijk zal men zeggen om zoo maar ineens den schuldige aan te wijzen en zichzelf van schuld te vrijwa ren. Neen, geachte lezer, dat is niet ge makkelijk, integendeel, ieder die weet, hoezeer wij een nauwe samenwerking met de Ghr. Hist, op prijs stellen, zal gevoelen wat het kost om er toe te besluiten zoo iets in ronde woorden, onomwonden, neer te schrijven. Maar het moetI Wie kaatst moet den bal verwachten. Hier wordt een gevaarlijk spel gespeeld, dat schadelijk kan worden voor een samenwerking, die in onze dagen inplaats van losser, steeds hechter moet worden. Als bij den schrijver die waarachtige drang tot nauwere aan eensluiting zooals die gelukkig door zijn voormannen al meer wordt gezocht, aan wezig was, zou hij niet hebben kunnen schrijven zooals hij thans gedaan heeft. Bovendien zijn de feiten ook anders dan ze door hem worden openbaar gemaakt. Zonder in allerlei finesses te treden, want het is nu eenmaal niet de gewoonte om wat „vertrouwelijk" is behandeld en besproken aan de groote klok te hangen, moeten we toch op een paar onjuistheden wijzen. Uit een bespreking tusschen gedelegeer den van verschillende rechtsche fracties bleek, dat de C.H. buiten den Commis saris der Koningin twee zetels in Ged. Staten voor zich wenschten en wanneer daartegen bezwaar bestond, zij meer voor een S.D.A.P.er dan voor een Vrijheids- bonder gevoelden. Het is aan de C.H. be kend, dat de A.R. nimmer zullen mede werken om in een Provincie als de onze, waar een zevental politieke partijen in de Staten zijn vertegenwoordigd, aan één partij drie zetels in' Ged. Staten toe te ken nen. Het ging dan ook hier niet voor of tegen de G.H.; het was het volgen van een algemeene gedragslijn. Waar geen accoord kon worden getrof fen, schenen de C.H. (zonder dat daar van ooit officieel mededeeling is gedaan) te hebben besloten voor den 6en zetel op den heer Van der Wart te zullen stemmen. Was het gaan van eigen weg in deze niet iets zuiver persoonlijks met het oog op den heer Van der Wart alleen? Immers het vertolkt gelukkig niet de Chr. Hist, ge dachte, maar is veeleer' een persoonlijk feit, waarbij niet is ingedacht welke groote nadeelen hieruit kunnen ontstaan. En vreemd doet het zeker aan wat thans over het niet kiezen van een S. D. A. P.er tot lid van Ged. Staten wordt geschreven en waardoor dit college tot nog meer con servatief wordt gestempeld. Nog in De cember van het vorige jaar schreef de heer Van der Wart in het „Prot. Zuiden", bij een bespreking van de verkiezing van leden van Ged. Staten, dat het af te keuren zou zijn een S. D. A. P.er op het regee- ringskussen te helpen. Op wat geschreven wordt over het door de A.R. en R.K. 100 pet. boven hun stand leven zullen we maar niet ingaan, wat hierover wordt opgemerkt is al te naïef. Van een „gewilde achteruitzetting van de C.H." zooals de schrijver het noemt, is geen sprake, wel dat men niet wilde meewerken aan een persoonlijk verlangen te voldoen om daardoor een verkeerde situatie in het leven te roepen. Dat de G. H. fractie bedankte voor het buitengewoon lidmaatschap! van de G. S. is haar zaak. Dat zij dit echter doet op een schrijven van iemand, die buiten de A. R. Statenclub staat, geeft een vreemden indruk van politiek inzicht. Wat van de A. R. geschreven wordt over het stellen van een eigen candidaat voor het buitengewoon lidmaatschap van G. S. is ten eenenmale onjuist. De A. R. beeft afgewezen bet denkbeeld van de C. H. om voor deze plaats een A. R. aan te wijzen en zij heeft woord gehouden. Niet één der A. R. heeft voor deze plaats op één zijner mannen gestemd. Het ia ook onjuist, dat de heer Kodde gekozen is door stemmen van de R. K., want geen enkel lid der R. K. Staatspartij heeft zijn stem op den heer Kodde uitgebracht. Waar de G. H. immers verklaard had, dat zij voor buitengewoon lid zouden overnemen den candidaat der A. R., den heer Kodde, zouden we denken, dat op den heer Kodde werden uitgebracht de stemmen van 8 A. R., 7 G. H. en 3 S. G. P. (omdat hij niet op zichzelf stem de). Zou dit niet meer juist zijn dan wat de heer Van der Wart den volke wil kond doen, hoewel hij toch ais lid van de G. H. fractie moest weten, dat deze fractie voor gesteld en besloten had de door de A. R. aangewezen candidaat te zullen overne men. Deze candidaat was de voorzitter van een der kleine fracties, de heer Kod de. De A. R. hielden dus wel degelijk re kening met de kleine partijen. Van een triomfeeren van „De Zeeuw" is geen sprake. De A. R. Statenclub heeft nauwgezet hare houding bepaald. Uit drukkelijk is daarbij meer dan voorheen naar voren gekomen de wensch tot meer dere samenwerking der rechtsche par tijen. Van het begin af wist zij echter, dat persoonlijkheden bij de G. H. moeilijk heden zouden opleveren, al bleef zij hoop koesteren, dat deze door de C. H. fractie in zijn geheel zouden worden overwon nen. Van eenige schuld bij de A. R. is dus geen sprake en we mogen vertrouwen, dat de G. H., die tot heden als regel met de andere rechtsche partijen in het belang der provincie hebben samengewerkt, dit ook in de toekomst zullen doen. Het is zeer, zeer jammer, dat dit alles hier moest worden neergeschreven, maar het moest! Want in het Prot. Zuiden was iemand aan het woord, die behoort tot de G. H. voormannen in onze Provincie, en dit feit zou misschien aanleiding kun nen geven, tot de veronderstelling, dat, wat hij neerschreef, de C. H. meening of gedachte vertolkten. Gelukkig hebben wij bewijzen van het tegendeel. Wat in het Prot. Zuiden werd geschreven is niet op feiten gegrond; de schrijver heeft zich uitermate zeer vergist. De C. H. kunnen immers, ernstig nadenkend, niet anders staan dan op denzelfden grondslag als de A. R., dewijl beide behaoren tot d» Anti Revolutionaire of Christelijk His torische richting, waarvan Groen van Prinsterer de grondlegger is. ALLE BANKEN VOORLOOPIG GESLOTEN. Te middernacht werd te Berlijn bekend: Een zooeven gepubliceerde verordening dor rijksregeering zegt, dat alle banken, spaarbanken, en andere credietinstituten, met uitzondering van de Rijksbank, Dins dag en Woensdag gesloten zullen blijven. Gedurende deze beide dagen zal de Rijksregeering samen met de bevoegde vertegenwoordigers der voornoemde in stituten onderzoeken, welke maatregelen dienen te worden getroffen om va.n Don derdag af een normale ontwikkeling van het bedrijfsleven, en voorts de uitbetaling van loonen en salarissen te waarborgen. De effectenbeurzen zullen vermoedelijk de heele week gesloten blijven. Waarom de Danat-bank hare loketten sloot. J. Goldschmidt, de leider der Darm stadter und National Bank, heeft gisteren in een onderhoud met een aantal verte genwoordigers van de Duitsche pers ver zekerd, dat het sluiten der loketten van zijn instituut in de eerste plaats het ge volg is van het opzeggen van buitenland- sche credieten. Sinds 1 Mei zijn voor niet minder dan 650 millioen mark aan derge lijke credieten opgezegd. Men kan niet verwachten, dat gelden die sinds 56 jaren in het Duitscne be drijfsleven waren geïnvesteerd, binnen een tijdperk van 56 weken weder uit het be drijfsleven kunnen worden gehaald, zon der zijn liquiditeit aan te tasten. Door de déconfiture van de Nordwolle, en de daar op volgende run van den kant van bin- nenlandsehe klanten is de toestand nog verscherpt. Over de verdere ontwikkeling en dit in het bijzonder van de met de Danat- bank samenwerkende buitenlandsche on dernemingen kan nog niets worden ge zegd. Men zal trachten door het incassee- ren van vorderingen de liquiditeit te her stellen en de crisis te overwinnen, in de hoop dat ook de garantie van het rijk tot herstel van het vertrouwen bij de binnen- en buitenlandsche klanten zal bijdragen. De rijksregeering zal een commissaris benoemen, die in samenwerking met de tegenwoordige leiders voor de liquidatie zal zorgen. Wat de bladen ervan zeggen. De Duitsche pers bevatte gisteren zeer uitvoerige beschouwingen over de finan cieele moeilijkheden. Enkele uitspraken laten wij hier vol gen: Dr. Felix Pinner zegt in het Berli ner Tageblatt, dat deze crisis naast haar vele verschrikkelijke gevolgen, voor het Duitsche bedrijfsleven ook een voor deel heeft. Zij heeft n.l. de oogen geopend van het buitenland, dat den toestand thans in zijn vollen tragischen ernst ziet. Tot nu toe was men in tal van buitenlandsche kringen nog wel van meening dat Duitsch land overdreef. Daarom heeft men zich met onderhandelingen de laatste tijden niet zeer gehaast. Wat thans echter in Duitschland geschiedt, is de meest bloedige ernst. Wellicht zijn be paalde Duitsche kringen, zoowel op po litiek als op oeconomisch gebied, mede verantwoordelijk voor het gebeurde. In het algemeen heeft men hier te doen met de tragedie van een volk, van hetwelk de we reld dertien jaar lang het onmogelijke heeft gevergd. De Vossische Zeitung zegt a.m.: De sluiting van de Duitsche beurzen, de staking der betalingen bij de Danat Bank en de overige moeilijkheden van het oogenblik bewijzen, dat wij en de gan- sche wereld met ons op het punt van de oeconomische crisis zijn aangeland, waar op de toekomst afhangt van beslissende maatregelen, die volkomen beantwoorden moeten aan de onvermijdelijke eischen van den dag. De Börsenkurier schrijft, dat sinds weken sprake was van moeilijkhe den, waarin de Danat-Bank zich bevond. Tot op 't laatste oogenblik hoopte men, dat het gevaar zou kunnen worden bezworen. Het middel hiertoe was de politiek, maar de politiek is hier, en dit is het ergrio, in Binnenland. De economische voorlichtingsdienst. Een Koningin-Emma jubileumfonds. Buitenland. De financiëele crisis in Duitschland). De brand te Vincennes. gebreke gebleven, omdat Frankrijk zich, zelfs niet door nog zoo duidelijke waar schuwingen, laat bewegen zijn lijnen van geweld te verlaten. Het buitenland heeft met vuur ge speeld. Kalmeerende woorden helpen hier niet meer. Thans staat het huis in brand. Lüther zal heden te Bazel vernemen of de manschappen uit het buitenland, die moeten helpen bluaschen, zich vrijwil lig ter beschikking stellen, of dat zij eerst in actie zullen treden als de vlammen reeds uit hun eigen balken slaan. Het knettert ook reeds bij hen. De banken van elk land zullen dit gaarne tegenover haar regeering bevestigen. De Germania, het orgaan van den rijkskanselier, waarschuwt tegen een overdreven paniekstemming met de woorden: „niet elk schip, dat S.O.S.-sig- nalen geeft, is verloren. De bedenkelijke zijden van de tegenwoordige maatregelen. Uit Berlijn wordt gemeld: De kritieke dagen die achter ons liggen worden ten slotte nog meer gekenschetst door het geen niet, dan door hetgeen w 1 ge beurd is. Er is een groote woordenvloed op de bevolking neergedaald, het meest echter uiterst scherpe maatregelen, wel ke de regeering zal treffen teneinde een financieele crisis te voorkomen. Deze woordenvloed stroomt op het oogenblik nog door. Maar over geen enkele van deze maat regelen, di9 overwogen werden, bleek eensgezindheid bereikbaar en het voor- loopig slot van de rekening is, dat al leen datgene gebeurd is, wat men onder alle omstandigheden had willen vermij den: het sluiten van de Darmstadter und National Bank en het sluiten van de beurs. Dat de regeering borg staat voor de in- leggelden, en door middel van een uit zonderingswet, opzettelijk voor dit goval ontworpen en voor deze bank gemaakt om een formeel bankroet te voorkomen, kan van een bepaald gezichtspunt wor den toegejuicht, maar ook zij die deze maatregelen in de omstandigheden, zoo als ze nu eenmaal geworden waren, goed keuren, zullen zich nauwelijks ontvein zen, dat dergelijk ingrijpen van de re geering in de moeilijkheden van een ten slotte toch nog particuliere bankzaak, ook nog zijn bedenkelijke zijden heeft. De zorgen van het oogenblik zijn zóó dringend, dat men voor de consequenties in de toekomst geen oog heeft, maar dat de communisten, die niet geheel zonder grond hopen dat hun beurt nog komen zal, alles precies registreeren en uit deze gebeurtenis argumenteeren voor de socia lisatie van de groote banken, spreekt vanzelf. Vandaag reeds spraken hun emissario's in dezen geest tot 't voor de banken en spaarkassen verzamelde pu bliek. Inflailestemming ie Berlijn. Gisteravond werd uit Berlijn geseind: De toestand in Duitschland heeft zich vandaag niet verbeterd, doch is eerder slechter geworden. Ook vandaag zijn weer buitenlandsche credieten opgezegd en het ergste hiervan is, dat de Fransche Credit Lyonnais de zekerste credieten heeft op gezegd, credieten, waarvan de opzegging uit financiëele overwegingen nimmer volgt, doch die alleen bij oorlogsgevaar worden ingetrokken. De toestand in de stad bleef heden zeer onrustig. Er heerscht een ware inflatie stemming. Voor de spaarbanken stonden rijen »ar> .1.00 tot gflQ menschep dia el-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 1