No. 239
Dinsdag 14 Juli 1931
45e Jaargang
Dagblad voor de Provincie Zeeland
Financieele crisis in Duitschland
Hendrikse Go's Bank N.V. Boes
EERST E BLAD. \ÈËl22ESH±
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
HEVEA
I FIETSBANDEN
yzersterk
DE VERKIEZING VAN
GEDEPUTEERDE STATEN.
Buitenland.
Belangrijkste Nieuws.
ALLE
per t JULI vervallende
COUPONS EN LOSSINGEN
v/orden verzilverd door
;«den: leer, ja-
ora, zeep, gaven,
h gepleegd. Er
r de sp c ov w eg-
taan.
n verdron-
5000 kg, grint,
|ren gezeten, die
in medertyden is
slipt en in den
den chauffeur
ic'h de. drie an-
JEN IN 1930.
|de werkstakin-
federland over
samenstelling
il Bureau voor
methode van
hoor deze sta-
jgelijk is aan-
Idoor de derde
[e van arbeids-
jk overzicht ge
worden de ar-
I beschouwd als
productproces";
gehandhaafd ge-
>r het Centraal
gevolgde me-
;n in hoofdzaak
3".
ig van de vroe-
k dat thans alle
jende gegevens,
jaren, betrek-
Dinnen de gren-
op het gebied
loorgevallen; te-
lens opgenomen
in het verslag-
jok al viel hun
fdgend jaar.
|n in 1930 212
m geweest
567 onderne-
waren betrok-
[et gemiddelde
plaatsen, dat
|ge van de go-
niet bezet was
9760; het aan-
>ren arbeidsdu
ur de onderne-
j was 229.300, dat
[e werknemers
het hoogste
Ibij de geschil-
bokken workno-
pedroeg; recht-
10.200, en niet
;elcs 710.
ie vergelijking
cijfers van de
jorafgaande jn-
|vt duidelijk, dat
iet bedrijfsleven
irbeidsconflicten
verhouding
stoornis heeft
fnden. Belang-
vbeidsgeschilien
in het verslag-
goed als niet
let grootste was
|ng aan de Ver.
ttefabrielcen te
lalsen, dat in
onderneming op
lies van f 31.000,
jrknemers van
arbeidsdagen
je staan. Hierop
in belangrijk-
staking en uit-
hn in de metaal
lid te Blerick
;elen, waarbij
|3.755 en 20.855
lagen verloren
bl in mindere
fan in vooraf-
jaren, gaven
1920 loonkwes-
|er het veelvul-
aanleiding tot
|ing van het
ïij 47 pet. der
en tegen 56 pet.
was verhooging
loon geëischt:
vas 51 pet. van
Lie aantal werlc-
1 rechtstreeks be-
(in 1929 73 pet.)
I het standpunt
Werknemers be-
i, werd in 1930
joter percentage
geschillen ge-
Iwonnen dan in
esp. 33 en 27);
enover staat, da;
centage, dat met
likking eindigde
lijk daalde, n.l.
|tot 37 pet. Ster-
was deze be-
bij de percen-
br bij die geschil-
jrokken werkne-
lerwijl dit bij ge-
I, die geheel ten
lvan de werkne
eindigden, steeg
Ipct. in 1929 tot
lin 1930, daalde
ercontage werk
betrokken bij
en, die door een
ïg eindigdon,
pet. in 1929 tot
lin 1930.
Directeur-Hoofdredaoteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vorststraat 70, Gtoee.
Tel.: Redactie en Administrate No. 11.
Postrekening No. 44455.
Bijkantoor te Middelburg.
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. No. 259.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
A b e n n e P r ij ss
Per 3 maanden- franco f 8,-—
LOS?B aïKWffl -
Prtje dor Ad verten t tem
1—4 regels 11.20, elke regel meer 30 cL
Bij abonnement belangrijke korting.
Een „scheur" In de samenwerking van
de rechtsche groepen.
Onder het opschrift „De scheur is er"
schrijft het „Prot. Zuiden";
Waarvoor wij gevreesd hebben, is ge
schied. In de jarenlange samenwerking
tusschen de rechtsche groepen in de
Prov. Staten, is een scheur gekomen,
die wellicht zal doorwerken, tot de breuk
volkomen is.
Het is nu wel bekend, dat de G.-H.
Statenfractie niet meer medeging, met de
bestaande verdeeling der zetels in het
college van Ged. Staten. Toen de tegen
woordige leden der Unie in de Staten
kwamen, hebben zij laten zitten wat zit,
daarbij stemmende op den heer van der
Weijde, wegens zijn groote kennis van
Polders en Waterschappen, welk lid als
„onmisbaar" voor het college werd be
schouwd. Geen oogenblik hebben zij ge
meend, dezen zetel voor den Vrijheids
bond te moeten reserveeren, wat hen ook
nooit gezegd is.
Thans, nu de heer v. d. Weijde zelf
besloot heen te gaan,- zag de G.-H. fractie
het vraagstuk van de zetelverdeeling in
het licht der evenredige vertegenwoordi
ging en meende 2 zetels voor links te
moeten bestemmen, of zoo hiertegen
overwegende bezwaren bestonden het
geheele college tot een rechts college te
maken. Hierdoor zou elk der rechtsche
partijen 2 zetels bekomen.
De A.R. had hiertegen groot bezwaar,
wijl dan aan de G.-H. een te groote macht
werd gegeven, in verhouding tot hun aan
tal Statenzetels. Dus besloot deze fractie
de verdeeling te houden, zooals ze be
stond.
Ook de R.K. nam een besluit van de
zelfde strekking.
Hierdoor had de G.-H. fractie geen
andere keuze, dan haar eigen weg te
gaan. Zij heeft dan ook voor de open
gevallen plaats, een eigen candidaat ge
steld.
Ziehier de feiten.
Toch meenen wij hieraan enkele op
merkingen te moeten toevoegen. De ver
houding in de Prov. Staten is 14 links
en 28 rechts. Het college van Ged. Sta
ten bestaat uit 6 leden, waarvan, bij
evenredige vertegenwoordiging, 2 tot de
linker partijen behoorden te zijn. Dat
slechts één zetel aan links gegeven wordt,
is een aardig gebaar als er niets an
ders achter zit maar is in wezen niets
anders dan machtsursurpatie. Als links
dan ook niet zoo uiteen lag, zou zij deze
„genade" zetel afwijzen, en 2 zetels
eischen.
Dat voor die eens zetel een Vrijheids-
bonder gekozen werd, is al even onver
klaarbaar. Bij een zeer merkbare voor
uitgang van de S.D.A.P., de uiterste link-
sche groep alzoo, en de belangrijke ach
teruitgang van den Vrijheidsbond, zou
eerder een S.D.A.P.er in aanmerking heb
ben moeten komen. Dat dit niet geschied
de, stempelt het college nog meer dan
vroeger tot een conservatief college, wat
ons, juist uit Christelijk oogpunt, ten
zeerste spijt.
Dat de A.-R. geen 2e zetel aan de
G.-H. wilden geven, wijl hierdoor hun
macht te groot werd, is al evenmin ver
klaarbaar. Zij zelve, als ook de R.-K.
leven bijna 100 pet. boven hun stand.
Zij hebben elk_2 leden hunner partij in
het Ged. College, waarop zij recht zou
den hebben zoo zij in de Prov. Staten
door 14 leden vertegenwoordigd waren.
Eohter zijn er maar 8 A.-R. en 8 R.-K.,
welke laatste den achtsten zetel verkre
gen heeft, door een meerderheid van 10
stemmen boven de C.-H.
Waar de keuze voor den vrijen zetel
dus berust op willekeur, daar treft het
ons dat de steeds naar voren gebrachte
eenheid der rechtsche partijen plaats
heeft gemaakt voor de angst dat één dier
partijen een te groote macht zou verkrij
gen. En dit treft nog meer, als men be
seft, dat de verschilpunten die er tus
schen de A.-R. en G.-H. inderdaad be
staan (de R.-K, kan hier buiten beschou
wing worden gelaten), nooit in de Prov.
staten of in het Ged. College naar voren
treden.
Nogmaals, wij zouden gezwegen heb
ben, zoo bij de bezetting van de vrije
zetel, een rechts beginsel leiding had
gegeven. Nu dit bij de verdeeling der
zetels geheel ontbreekt, zien wij in de
genomen beslissing een gewilde achter
uitzetting van de G.-H., wat wel scherp
uitkwam door de uitdrukking, dat de
G.-H. dan te veel macht zouden ver
krijgen.
En ten slotte hebben de G.-H. bedankt,
voor het „buitengewoon" lidmaatschap
van G. S. Zij hebben tot heden nimm.T
geweigerd om als paradepaard dienst te
doen. Maar sinds de beroemde Metellus,
die als jurist dit beter weet, dit parade
paardje als een levende knol aan de A.-R.
kiezers heeft voorgesteld, wenschen z;j
van deze vertooning ontlast te zijn.
Zoo zijn herkozen de heeren Rompu,
Dieleman, v. Dusseldorp, v. d. Putte en
Stieger. Als nieuw lid werd gekozen: do
heer van Bommel van Vloten, terwijl
voor „buitengewoon" lid van G. S. be
noemd werd, de heer Kodde, lid van de
Staatk. Ger. Staatspartij, die de benoe
ming wel heeft aanvaard, hoewel deze
verkregen werd door de stemmen der
Roomsche Statenleden.
Merkwaardig is ook, dat de A.-R., die
zoo bang is voor de machtsvermeerde-
'ring van de G.-H. zelfs voor het „buiten
gewoon" lidmaatschap van G. S. nog een
eigen candidaat stelde, alzoo de kleine
partijen rustig voorbijgaand.
Dit is dus zeker wel machtsursuspatie
Zoo heeft „De Zeeuw" getriomfeerd.
Moge het blad nooit spijt hebben van
deze overwinning. Vooralsnog heeft zij
nog niets anders dan moeilijkheden ge
bracht.
Naar aanleiding hiervan schrijft ons
de heer J. W. van 't Hof, lid van d'e Prov.
Staten:
Hoewel het niet in mijn voornemen
ligt om in te gaan op elk schrijven in
het „Prot. Zuiden", waarbij aan- of op
merkingen worden gemaakt aan het adres
der Anti-Revolutionairen, meen ik niet te
mogen zwijgen over het artikel „De scheur
is er", voorkomende in het nummer van
dit blad van 1 Juli j.l. hetwelk hierboven
is opgenomen.
Hier mag niet worden gezwegen, al
was het alleen hierom, dat niet den in
druk zal worden gevestigd, dat hetgeen
in dat stukje is neergeschreven de mee
ning vertolkt van de Chr. Historische Sta-
tenclub. "Wie van nabij de onderhande
lingen heeft meegemaakt gevoelt, dat de
schrijver hier zijn persoonlijke meening
uitspreekt.
Is er inderdaad een scheur gekomen in
de samenwerking der rechtsche groepen
in de Prov. Staten en zal die doorwerken
tot de breuk volkomen is? Als het ooit zoo
ver mocht komen, dan zal men de schuld
ervan niet behoeven te zoeken bij de A.R.
of R.K. Statenclubs, maar dan zal die te
vinden zijn bij de Chr. Hist, en voorname
lijk bij den heer Van der Wart.
Het is wel gemakkelijk zal men zeggen
om zoo maar ineens den schuldige aan te
wijzen en zichzelf van schuld te vrijwa
ren. Neen, geachte lezer, dat is niet ge
makkelijk, integendeel, ieder die weet,
hoezeer wij een nauwe samenwerking met
de Ghr. Hist, op prijs stellen, zal gevoelen
wat het kost om er toe te besluiten zoo
iets in ronde woorden, onomwonden, neer
te schrijven. Maar het moetI Wie kaatst
moet den bal verwachten. Hier wordt een
gevaarlijk spel gespeeld, dat schadelijk kan
worden voor een samenwerking, die in
onze dagen inplaats van losser, steeds
hechter moet worden. Als bij den schrijver
die waarachtige drang tot nauwere aan
eensluiting zooals die gelukkig door zijn
voormannen al meer wordt gezocht, aan
wezig was, zou hij niet hebben kunnen
schrijven zooals hij thans gedaan heeft.
Bovendien zijn de feiten ook anders dan
ze door hem worden openbaar gemaakt.
Zonder in allerlei finesses te treden,
want het is nu eenmaal niet de gewoonte
om wat „vertrouwelijk" is behandeld en
besproken aan de groote klok te hangen,
moeten we toch op een paar onjuistheden
wijzen.
Uit een bespreking tusschen gedelegeer
den van verschillende rechtsche fracties
bleek, dat de C.H. buiten den Commis
saris der Koningin twee zetels in Ged.
Staten voor zich wenschten en wanneer
daartegen bezwaar bestond, zij meer voor
een S.D.A.P.er dan voor een Vrijheids-
bonder gevoelden. Het is aan de C.H. be
kend, dat de A.R. nimmer zullen mede
werken om in een Provincie als de onze,
waar een zevental politieke partijen in de
Staten zijn vertegenwoordigd, aan één
partij drie zetels in' Ged. Staten toe te ken
nen. Het ging dan ook hier niet voor of
tegen de G.H.; het was het volgen van een
algemeene gedragslijn.
Waar geen accoord kon worden getrof
fen, schenen de C.H. (zonder dat daar
van ooit officieel mededeeling is gedaan)
te hebben besloten voor den 6en zetel op
den heer Van der Wart te zullen stemmen.
Was het gaan van eigen weg in deze niet
iets zuiver persoonlijks met het oog op den
heer Van der Wart alleen? Immers het
vertolkt gelukkig niet de Chr. Hist, ge
dachte, maar is veeleer' een persoonlijk
feit, waarbij niet is ingedacht welke
groote nadeelen hieruit kunnen ontstaan.
En vreemd doet het zeker aan wat thans
over het niet kiezen van een S. D. A. P.er
tot lid van Ged. Staten wordt geschreven
en waardoor dit college tot nog meer con
servatief wordt gestempeld. Nog in De
cember van het vorige jaar schreef de
heer Van der Wart in het „Prot. Zuiden",
bij een bespreking van de verkiezing van
leden van Ged. Staten, dat het af te keuren
zou zijn een S. D. A. P.er op het regee-
ringskussen te helpen.
Op wat geschreven wordt over het door
de A.R. en R.K. 100 pet. boven hun stand
leven zullen we maar niet ingaan, wat
hierover wordt opgemerkt is al te naïef.
Van een „gewilde achteruitzetting van
de C.H." zooals de schrijver het noemt,
is geen sprake, wel dat men niet wilde
meewerken aan een persoonlijk verlangen
te voldoen om daardoor een verkeerde
situatie in het leven te roepen.
Dat de G. H. fractie bedankte voor het
buitengewoon lidmaatschap! van de G.
S. is haar zaak. Dat zij dit echter doet
op een schrijven van iemand, die buiten
de A. R. Statenclub staat, geeft een
vreemden indruk van politiek inzicht.
Wat van de A. R. geschreven wordt
over het stellen van een eigen candidaat
voor het buitengewoon lidmaatschap van
G. S. is ten eenenmale onjuist. De A. R.
beeft afgewezen bet denkbeeld van de
C. H. om voor deze plaats een A. R. aan
te wijzen en zij heeft woord gehouden.
Niet één der A. R. heeft voor deze plaats
op één zijner mannen gestemd. Het ia
ook onjuist, dat de heer Kodde gekozen
is door stemmen van de R. K., want geen
enkel lid der R. K. Staatspartij heeft zijn
stem op den heer Kodde uitgebracht.
Waar de G. H. immers verklaard had,
dat zij voor buitengewoon lid zouden
overnemen den candidaat der A. R., den
heer Kodde, zouden we denken, dat op
den heer Kodde werden uitgebracht de
stemmen van 8 A. R., 7 G. H. en 3 S.
G. P. (omdat hij niet op zichzelf stem
de). Zou dit niet meer juist zijn dan wat
de heer Van der Wart den volke wil kond
doen, hoewel hij toch ais lid van de G. H.
fractie moest weten, dat deze fractie voor
gesteld en besloten had de door de A. R.
aangewezen candidaat te zullen overne
men. Deze candidaat was de voorzitter
van een der kleine fracties, de heer Kod
de. De A. R. hielden dus wel degelijk re
kening met de kleine partijen.
Van een triomfeeren van „De Zeeuw"
is geen sprake. De A. R. Statenclub heeft
nauwgezet hare houding bepaald. Uit
drukkelijk is daarbij meer dan voorheen
naar voren gekomen de wensch tot meer
dere samenwerking der rechtsche par
tijen. Van het begin af wist zij echter, dat
persoonlijkheden bij de G. H. moeilijk
heden zouden opleveren, al bleef zij hoop
koesteren, dat deze door de C. H. fractie
in zijn geheel zouden worden overwon
nen. Van eenige schuld bij de A. R. is dus
geen sprake en we mogen vertrouwen, dat
de G. H., die tot heden als regel met de
andere rechtsche partijen in het belang
der provincie hebben samengewerkt, dit
ook in de toekomst zullen doen.
Het is zeer, zeer jammer, dat dit alles
hier moest worden neergeschreven, maar
het moest! Want in het Prot. Zuiden was
iemand aan het woord, die behoort tot
de G. H. voormannen in onze Provincie,
en dit feit zou misschien aanleiding kun
nen geven, tot de veronderstelling, dat,
wat hij neerschreef, de C. H. meening of
gedachte vertolkten. Gelukkig hebben wij
bewijzen van het tegendeel. Wat in het
Prot. Zuiden werd geschreven is niet op
feiten gegrond; de schrijver heeft zich
uitermate zeer vergist. De C. H. kunnen
immers, ernstig nadenkend, niet anders
staan dan op denzelfden grondslag als
de A. R., dewijl beide behaoren tot d»
Anti Revolutionaire of Christelijk His
torische richting, waarvan Groen van
Prinsterer de grondlegger is.
ALLE BANKEN VOORLOOPIG
GESLOTEN.
Te middernacht werd te Berlijn bekend:
Een zooeven gepubliceerde verordening
dor rijksregeering zegt, dat alle banken,
spaarbanken, en andere credietinstituten,
met uitzondering van de Rijksbank, Dins
dag en Woensdag gesloten zullen blijven.
Gedurende deze beide dagen zal de
Rijksregeering samen met de bevoegde
vertegenwoordigers der voornoemde in
stituten onderzoeken, welke maatregelen
dienen te worden getroffen om va.n Don
derdag af een normale ontwikkeling van
het bedrijfsleven, en voorts de uitbetaling
van loonen en salarissen te waarborgen.
De effectenbeurzen zullen vermoedelijk
de heele week gesloten blijven.
Waarom de Danat-bank hare
loketten sloot.
J. Goldschmidt, de leider der Darm
stadter und National Bank, heeft gisteren
in een onderhoud met een aantal verte
genwoordigers van de Duitsche pers ver
zekerd, dat het sluiten der loketten van
zijn instituut in de eerste plaats het ge
volg is van het opzeggen van buitenland-
sche credieten. Sinds 1 Mei zijn voor niet
minder dan 650 millioen mark aan derge
lijke credieten opgezegd.
Men kan niet verwachten, dat gelden
die sinds 56 jaren in het Duitscne be
drijfsleven waren geïnvesteerd, binnen een
tijdperk van 56 weken weder uit het be
drijfsleven kunnen worden gehaald, zon
der zijn liquiditeit aan te tasten. Door de
déconfiture van de Nordwolle, en de daar
op volgende run van den kant van bin-
nenlandsehe klanten is de toestand nog
verscherpt.
Over de verdere ontwikkeling en dit
in het bijzonder van de met de Danat-
bank samenwerkende buitenlandsche on
dernemingen kan nog niets worden ge
zegd. Men zal trachten door het incassee-
ren van vorderingen de liquiditeit te her
stellen en de crisis te overwinnen, in de
hoop dat ook de garantie van het rijk tot
herstel van het vertrouwen bij de binnen-
en buitenlandsche klanten zal bijdragen.
De rijksregeering zal een commissaris
benoemen, die in samenwerking met de
tegenwoordige leiders voor de liquidatie
zal zorgen.
Wat de bladen ervan zeggen.
De Duitsche pers bevatte gisteren zeer
uitvoerige beschouwingen over de finan
cieele moeilijkheden.
Enkele uitspraken laten wij hier vol
gen:
Dr. Felix Pinner zegt in het Berli
ner Tageblatt, dat deze crisis naast
haar vele verschrikkelijke gevolgen, voor
het Duitsche bedrijfsleven ook een voor
deel heeft. Zij heeft n.l. de oogen geopend
van het buitenland, dat den toestand thans
in zijn vollen tragischen ernst ziet. Tot nu
toe was men in tal van buitenlandsche
kringen nog wel van meening dat Duitsch
land overdreef. Daarom heeft men zich
met onderhandelingen de laatste tijden
niet zeer gehaast. Wat thans echter in
Duitschland geschiedt, is de meest
bloedige ernst. Wellicht zijn be
paalde Duitsche kringen, zoowel op po
litiek als op oeconomisch gebied, mede
verantwoordelijk voor het gebeurde. In het
algemeen heeft men hier te doen met de
tragedie van een volk, van hetwelk de we
reld dertien jaar lang het onmogelijke
heeft gevergd.
De Vossische Zeitung zegt a.m.:
De sluiting van de Duitsche beurzen, de
staking der betalingen bij de Danat Bank
en de overige moeilijkheden van het
oogenblik bewijzen, dat wij en de gan-
sche wereld met ons op het punt van de
oeconomische crisis zijn aangeland, waar
op de toekomst afhangt van beslissende
maatregelen, die volkomen beantwoorden
moeten aan de onvermijdelijke eischen
van den dag.
De Börsenkurier schrijft, dat
sinds weken sprake was van moeilijkhe
den, waarin de Danat-Bank zich bevond.
Tot op 't laatste oogenblik hoopte men, dat
het gevaar zou kunnen worden bezworen.
Het middel hiertoe was de politiek, maar
de politiek is hier, en dit is het ergrio, in
Binnenland.
De economische voorlichtingsdienst.
Een Koningin-Emma jubileumfonds.
Buitenland.
De financiëele crisis in Duitschland).
De brand te Vincennes.
gebreke gebleven, omdat Frankrijk zich,
zelfs niet door nog zoo duidelijke waar
schuwingen, laat bewegen zijn lijnen van
geweld te verlaten.
Het buitenland heeft met vuur ge
speeld. Kalmeerende woorden helpen hier
niet meer. Thans staat het huis in brand.
Lüther zal heden te Bazel vernemen
of de manschappen uit het buitenland,
die moeten helpen bluaschen, zich vrijwil
lig ter beschikking stellen, of dat zij eerst
in actie zullen treden als de vlammen
reeds uit hun eigen balken slaan. Het
knettert ook reeds bij hen. De banken
van elk land zullen dit gaarne tegenover
haar regeering bevestigen.
De Germania, het orgaan van den
rijkskanselier, waarschuwt tegen een
overdreven paniekstemming met de
woorden: „niet elk schip, dat S.O.S.-sig-
nalen geeft, is verloren.
De bedenkelijke zijden van de
tegenwoordige maatregelen.
Uit Berlijn wordt gemeld: De kritieke
dagen die achter ons liggen worden ten
slotte nog meer gekenschetst door het
geen niet, dan door hetgeen w 1 ge
beurd is. Er is een groote woordenvloed
op de bevolking neergedaald, het meest
echter uiterst scherpe maatregelen, wel
ke de regeering zal treffen teneinde een
financieele crisis te voorkomen. Deze
woordenvloed stroomt op het oogenblik
nog door.
Maar over geen enkele van deze maat
regelen, di9 overwogen werden, bleek
eensgezindheid bereikbaar en het voor-
loopig slot van de rekening is, dat al
leen datgene gebeurd is, wat men onder
alle omstandigheden had willen vermij
den: het sluiten van de Darmstadter und
National Bank en het sluiten van de
beurs.
Dat de regeering borg staat voor de in-
leggelden, en door middel van een uit
zonderingswet, opzettelijk voor dit goval
ontworpen en voor deze bank gemaakt
om een formeel bankroet te voorkomen,
kan van een bepaald gezichtspunt wor
den toegejuicht, maar ook zij die deze
maatregelen in de omstandigheden, zoo
als ze nu eenmaal geworden waren, goed
keuren, zullen zich nauwelijks ontvein
zen, dat dergelijk ingrijpen van de re
geering in de moeilijkheden van een ten
slotte toch nog particuliere bankzaak,
ook nog zijn bedenkelijke zijden heeft.
De zorgen van het oogenblik zijn zóó
dringend, dat men voor de consequenties
in de toekomst geen oog heeft, maar dat
de communisten, die niet geheel zonder
grond hopen dat hun beurt nog komen
zal, alles precies registreeren en uit deze
gebeurtenis argumenteeren voor de socia
lisatie van de groote banken, spreekt
vanzelf. Vandaag reeds spraken hun
emissario's in dezen geest tot 't voor de
banken en spaarkassen verzamelde pu
bliek.
Inflailestemming ie Berlijn.
Gisteravond werd uit Berlijn geseind:
De toestand in Duitschland heeft zich
vandaag niet verbeterd, doch is eerder
slechter geworden. Ook vandaag zijn weer
buitenlandsche credieten opgezegd en het
ergste hiervan is, dat de Fransche Credit
Lyonnais de zekerste credieten heeft op
gezegd, credieten, waarvan de opzegging
uit financiëele overwegingen nimmer
volgt, doch die alleen bij oorlogsgevaar
worden ingetrokken.
De toestand in de stad bleef heden zeer
onrustig. Er heerscht een ware inflatie
stemming. Voor de spaarbanken stonden
rijen »ar> .1.00 tot gflQ menschep dia el-