/W
Gratis!
Uit de Provincie
Voor huis en hof.
Het Vrouwenhoekje.
Dammen.
M 1H W,
Atloop, Aanbestedingen, Verkoopingen enz.
mmm*
«onen uit de omliggende gemeenten aan
nemen omdat dezen, volgens hun oor
deel, beter en ijveriger werken en minder
veeleischend zijn. Dat deze toestand be
staat, valt in hooge mate te betreuren, om
dat bekendheid met dit feit van het aller
grootste belang moet worden geacht voor
een juiste beoordeeiing van het vraagstuk-
Dat de Goesche arbeiders dezen ougunsti-
gen roep hebben, wordt voldoende bewe
zen door het feit, dat er thans bij de ver
schillende- werken in Goes en naaste om
geving ('a-Keer Hendrikskinderendijk,
delfwerk in de Poel, kweekerij der firma
Wed. P. de Jongh, ja zelfs op de bouw
werken) meer arbeiders, afkomstig van
het platteland werkzaam zijn dan 't aan
tal Goesche werkloo?en bedraagt. Het
ware deen coik zeer te wenschen, dat de
genen, die B. en W. hier op het oog heb
ben en zij herhalen dat zij, niets wen
schen te zeggen ten nadeele van de vele
goede werkkrachten wilden inzien,
dat het niet alle au hun belang, doch zeer
zeker dat van hun gezinnen is, indien ze
al hun krachten inspannen om te trach
ten, zoo spoedig mogelijk een 'beteren roep
te verkrijgen.
Uit het oog moet voorts niet worden
verloren, dat gedurende do latere jaren
'n niet onbeduidend aantal werkkrachten
vanuit de dorpen naar hier is gelokt, on
getwijfeld mede door de werkloozenzorg
gedurende de wintermaanden. Het is B.
en W. bekend dat enkele arbeidersleiders
de meaning zijn toegedaan, dat hoogere
'loonen te Goes er toe kunnen bijdragen
om de werkgevers ten plattelande tot het
betalen van hoogere belooningen te bewe
gen, doch bij eenig nadenken zal men
toch tot het besef moeten komen, dat men
het gestelde doel op deze wijze onmoge
lijk kan bereiken. Niet gaarne zouden B.
en W. beweren, dat de loonstandaard ten
plattelande als volmaaikt beschouwd moet
worden, maar tevens begrijpt een ieder,
die eenig begrip heeft van economische
verhoudingen, dat een betrekkelijk klein
centrum onmogelijk 'oonregelend voor een
geheels streek kan optreden.
Door adressanten wordt gepleit voor
invoering van een steunregeling. B. ea W.
erkennen, dat hie. toe zou dienen te wor
den overgegaan, wanneer het geval zich
onverhoopt zou voordoen, dat er met geen
mogelijkheid voor allo tot arbeiden in
staat zijn a werkloozen werk zou zijn te
vinden, maar dan o»>k aileen, wanneer er
van dit uiterste geval sprake zou zijn.
Werkloozensu un toch is, wanneer men de
zaak met keel var stand beziet, niet anders
dan 'n speciale vorm van bedeeling. Men
voert hier tegen weliswaar aan, dat aan
dezen vorm van bedeel ing elke onaange
name zijde wordt ontnomen, wanneer men
de uitkeeringen laat doen via de vakver-
eenigingen, doch dit achten B. en W. juist
het gevaarlijke van de zaak. De werkloo-
ze toch, die via een vakvereeniging zijn
steun ontvangt, wordt daardoor in dijn
waan gebracht, dat hij dien steun van ziju
vakvereeniging ontvangt, terwijl deze in
werkelijkheid komt uii de publieke kas en
dus is geen enkel opzicht verschilt van
wat een ondersteunde van het B ergerlijk
Armbestuur geniet.
Het verleenen van steun in geld kan,
volgens B. en W. op den duur slechts lei
den tot verslapping en demoralisatie en
dit is iets, waarvoor de overheid den
werkman dient te behoeden. Daarom is
het o.i. in de eerste plaats de plicht der
gemeenschap om in tijden van werkloos
heid onverschillig welke daarvan de
oorzaak is den arbeider indien eenig3-
zins mogelijk, in de gelegenheid te stellen
om door middel van werk m zijn onder
houd te voorzien.
Hierin is de Gemeente Goes tot nu toe
niet te kort geschoten en zij zal daarin,
naar B. en W. vertrouwen ook in de toe
komst nimmer te kort tornen.
Om op den huidigen toestand terug te
komen: het laat zich aanzien, dat gedu
rende den komenden winter het aantal
werkloozen niet geringer zal zijn dan vorig
jaar. Ook is het niet onmogelijk, dat de
werkloosheid wst vroeger intreedt tenge
volge van de inkrimping der suikerbieten-
cultuur. Het zal dus waarschijnlijk wel
noodig zijn om to zorgen dat er gedurende
het komende winterseizoen, voldoende
werkgelegenheid is- B, en W. stellen zich
voor om bij de samenstelling der gemeen
te-begrooting voor het jaar 1932 met deze
omstandigheid rekening te houden en voor
te stellen bij die begrooting verschillende
werken aan te wijzen, die als object voor
werkverschaffing kunnen dienen m. a. w.
af te wijken van de tot nu toe bestaan
hebbende gewoonte om eerst wanneer de
werkverschaffing voor de deur stond, den
Raad een plan van werkverschaffing voor
te leggen.
Verder hebben B. en W. geïnformeerd
naar de mogelijkheid van plaatsing van
Goesche werkloozen bij de Rijkswerkver
schaffing in Drenthe en in antwoord
daarop van Z. Exc. den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw be
richt ontvangen, dat aldaar voorloopig
geen ruimte beschikbaar is, doch dat
zulks over eenigen tijd wellicht wèl het
geval zal zijn en B. en W. daarvan als
dan bericht zullen krijgen.
Of de werkverschaffing gedurende het
komende seizoen zal worden uitgevoerd
rechtstreeks door de Gemeente, dan wel
gelijk in den afgeioopen winter, via het
Burgerlijk Armbestuur, zal afhangen van
de omstandigheden, n.l. van de vraag, of
de te werk te stellen arbeiders seizoen-,
dan wel crisiswerkloozen zullen zijn.
Op grond van het vorenstaande geven
B. en W. den Raad in overweging om de
beide stukken voor kennisgeving aan te
nemen.
Bjj zonnebrand, 'doorzitten, stukloopen
enz. is Purol zeer verzachtend en ge
nezend. Allen die dezer dagen in Apo
theek of Drogisterij een doos of tube
Purol koopen, ontvangen daarbij zoolang
de voorraad strekt, gratis een boekje over
huidverzorging en huidgenezing.
West-Kraaijertsche weg. De
B.B.N., Bond vein Bedrijfsautohouders in
Nederlarc!. richtte zich tot Gedeputeerde
Staten van Zeeland met een adres, be
treffende den West-Kraaijertdijk en den
West-Kraaijertschen weg.
Tengevolge van den slechten toestand,
waarin de West-Kraaijertdijk zich be
vindt, begon het autoverkeer meer en
meer gebruik te maken van den West-
Kraaijertschen weg, die midden door den
polder loopt en de kortste verbinding
met 's-Heerenhoek geeft komende van
den Rijksweg (den Postweg). De staat
van onderhoud van den West-Kraaijert
schen weg laat thans zeer veel te wen
schen over en in verband met daarom
trent ingeklomen klachten wendde de
B.B.N. zich om verbetering, speciaal van
den West-Kraaijertschen weg, tot het Pol
derbestuur. Algemeen is men de mee
ning toegedaan, dat deze weg door lig
ging en gesteldheid zich het meest eigent
voor het doorgaand snelverkeer.
In antwoord op de klachten deelde het
Bestuur van den West-Kraaijertpolder
mede, dat de voorgebrachte klachten niet
onjuist waren. Het Bestuur voegde daar
aan toe, dat voor de behoeften van den
afvoer der landbouwproducten de weg
steeds in voldoenden staat van onder
houd kon worden gehouden, doch het
doorgaand autoverkeer, waarbij veel
hoogere eischen aan de wegen gesteld
worden, oorzaak is, dat de financiëele
middelen daartoe thans niet meer toe
reikend zijn.
In hoofdzaak is dit juist, aldus de
B.B.N., echter dient daarbij te worden
opgemerkt, dat a priori de hooge onder
houdskosten het gevolg zijn van de om
standigheid, dat de constructie van den
weg niet berekend is op een intensief ver
keer met motorrijtuigen.
Als de weg gereconstrueerd en van een
passend dek is voorzien, dan zullen de
onderhoudskosten zelfs belangrijk min
der zijn, dan thans het geval is. De mid
delen, benoodigd voor de reconstructie
van den weg echter, ontbreken en zon
der hulp van de Provincie zal het Polder
bestuur wel nimmer in staat zijn een re
constructie van den weg te beginnen.
Onder deze omstandigheden is het te
verwachten, dat de weg steeds meer in
bruikbaarheid achteruit gaat, waardoor
de klachten dienaangaande in aantal en
omvang zullen toenemen.
Aangezien in de practijk blijkt, dat het
doorgaand verkeer dezen weg noodig
heeft en verwacht mag worden, dat deze
korte verbinding in de toekomst onmis
baar zal zijn, is er alle aanleiding de
opname van dezen weg in het Provin
ciaal wegenplan te overwegen.
Het Polderbestuur zal het beheer en
onderhoud van dezen weg op redelijke
voorwaarden aan de Provincie wel wil
len afstaan. Het gaf reeds te kennen,
dat het tot algeheele medewerking be
reid is en in de jaarlijksche onderhouds
kosten een bijdrage wil verleenen overeen
komende met het gemiddelde van de kos
ten, die over de laatste jaren aan den
weg werden besteed. De B.B.N. zou het
in hooge mate waardeeren, indien Gede
puteerde Staten de opname van den
West-Kraaijertschen weg in het Provin
ciaal wegenplan in nadere overweging
zouden willen nemen.
Weg in St.- Philipsland. Vele
klachten komen geregeld in over den
zeer slechten staat van onderhoud van
den weg gaande van het veer Anna Ja-
cobaZijpe naar de Noord-Brabantsche
grens. De B.B.N., Bond van Bedrijfsauto
houders in Nederland, heeft zich naar
aanleiding daarvan gewend tot het ge
meentebestuur van St-Philipsland om te
verzoeken maatregelen te treffen, die een
spoedig herstel van den weg kunnen
bevorderen. Een gelijk verzoek is gericht
tot het Bestuur van het Waterschap
Rumoirt, die mede onderhoudsplichtige
van dezen weg is.
Chr. Boeren- en Tuinde r s-
b o n d. Blijkens een annonce in dit num
mer zal de aid. Zeeland van dezen Bond
a.s. Woensdag te Middelburg haar jaar
vergadering houden. Nadat de huishou
delijke werkzaamheden zullen zijn afge
handeld, zal de heer J. Bakker (niet de
heer Weitkamp, zooals eerst was aan
gekondigd), lid der Tweede Kamer, spre
ken over den toestand van den landbouw.
Ds Scheele te Middelburg zal een slot
woord spreken.
Gaarne wekken wij tot druk. bezoek op.
Goes. Komenengaan. Het pand in
de Lange Kerkstraat, thans eigendom van
en bewoond door dhr F. X. Mannhardt,
is aangekocht door de Amsterdamsche
Bank, die er een filiaal zal vestigen. Het
bestaande pand zal geheel worden afge
broken. Voorloopig houdt deze Bank dus
nog zitting in hotel de Korenbeurs.
Bij de restauratiewerken aan het
stadhuis, alhier, zouden de schilders de
geverfde trapleuning uit de hal schrap
pen, enz., om daarna opnieuw te schilde
ren, toen openbaar kwam, dat deze leu
ning geheel van koper is.
De leuning zal in den oorspronkelijken
toestand terug gebraehtw orden.
's Heer Arendskerke. Vrijdag werd
alhier door Notaris Jonkers publiek ver
kocht een dubbel woonhuis groot 1 A.
14 c.A. en een woonhuis groot 91 c.A.
aan 'tEindewege aan dhr U. Hazewin-
dus voor resp. f 1400 en f 700.
Vingerhoedskruid.
Het kruisen der verschillende soorten.
Het Vingerhoedskruid behoort tot de
oude garde der tuinplanten, welke zich
nimmer hebben laten verdringen. Vooral
in kleine tuintjes op het platteland wor
den ze nog altijd veelvuldig aangetrof
fen. Het Vingerhoedskruid is een twee
jarige plant, vormt het eerste jaar een
dicht rozet van bladeren, waaruit het
volgend jaar een forsch bebladerden
stengel opschiet, eindigend in een lan
gen bloemtros. Goed gekweekte exempla
ren kunnen zelfs stengels ontwikkelen
met een lengte van 2 Meter. Na den bloei
geeft de plant een groote hoeveelheid
zaad en sterft daarna af. Een enkele
maal ontwikkelen zich aan den voet van
een uitgebloeide plant wel eens een paar
rozetjes, doch deze zijn doorgaans zoo
zwak dat ze de moeite van het opkwee-
ken niet waard zijn.
Veelal ziet men het Vingerhoedskruid
als perkplanten aangewend en hoewel ze
ook als zoodanig een heel aardig effekt
maken, komt hun schoonheid dan niet tot
haar volle recht. Half verscholen tus-
schen een heestergroep komen de bloem
trossen veel mooier uit. De standplaats
moet evenwel zoodanig worden gekozen,
dat ze in het volle licht staan.
De cultuur levert geen moeilijkheden.
Men kan in den voorzomer zaaien in
zaadpannen of buiten. De nu nog buiten
gezaaiden kunnen het volgend jaar nog
volop bloeien. Na 't opkomen worden van
de jonge plantjes ven paar verspeend en
in den herfst of in het voorjaar met een
flinke aardkluit opgenomen en op de
voor hen uitgezochte plaatsen overge
bracht.
Wanneer men van de zelf gekweekte
planten zaad wenscht te winnen, zoekt
men daarvoor de mooiste en best ontwik
kelde planten uit en merkt deze. Een heel
aardig werkje voor den amateur is ook
het kruisen der verschillende soorten met
elkander. Wanneer men verschillende
soorten Vingerhoedskruis heeft, kunnen
we die met heel eenvoudige hulpmid
deltjes met elkander kruisen.
Voor het kruisen is noodig dat het
stuifmeel van de eene soort op de andere
wordt overgebracht. In normale gevallen
zorgen de bijen en insecten voor het
overbrengen van stuifmeel van de eene
bloem op de andere, doch bij het kruisen
doen we dat werkje zelf en dragen daar
bij zorg, dat de bijen en dergelijke ons
werk niet bederven. Daarom kiezen we
ongeopende bloemen. De gesloten bloem
kroon wordt voorzichtig open geknipt.
Stempel en meeldraden van ongeopende
bloemen zijn nog in onrijpen toestand. Met
een schaartje nemen we de onrijpe meel
draden weg en daarna wordt een aldus
behandelde bloemtros met een papieren
zakje overtrokken en zoodanig van onde
ren afgesloten, dat de bijen en insecten er
niet bij kunnen komen. Wanneer de stem
pels der afgesloten bloemen rijp zijn, dit
rijp zijn merken we aan het kleverig
vocht, dat de stempels dan afscheiden, ne
men we van de vaderplant eenige rijpe
meeldraden, verwijderen het papieren
zakje om de moederplanten en bestrijken
de rijpe stempels met de helmknopjes der
meeldraden. Daarna gaan de papieren
zakjes nogmaals over de aldus behandelde
trossen en wachten we geduldig af, totdat
de vruchtbeginsels gaan opzwellen, waar
na de papieren zakjes worden verwijderd.
Het gewonnen zaad der gekruiste plan
ten wordt dan het volgend jaar uitgezaaid
en met eenige spanning het resultaat tege
moet gezien. Nu moet men van dergelijke
kruisingen geen al te hooge verwachtin
gen koesteren, het is een leerzaam lief-
hebberijwerk en als er van de vijftig krui
singen ook maar één werkelijk goed ge
lukt, moet men reeds tevreden zijn.
Het vingerhoedskruid heeft een groot
nadeel: de plant is vergiftig. Doch wan
neer men dit de kinderen behoorlijk in
prent, behoeft dit geen reden te zijn om
het Vingerhoedskruid uit den tuin te we
ren.
Lastige dingen.
Er zijn altijd van die dingen, waar men
in gezelschap nooit graag over spreekt,
maar waarover intusschen betrokken per
sonen graag eens raad zouden inwinnen.
Zooiets is het ook met het lastige euvel
van zweetvoeten.
In „Voeding en Hygiëne" lezen we:
Onvoldoende reiniging, evenals te wei
nig verwisselen van kousen, maakt het
kwaad erger, maar ook de meest hygiëni
sche voetverzorging is hier niet in staat,
de kwaal te beheerschen. Wordt de
zweetvoet echter niet bijzonder goed
schoon gehouden, dan wordt bet begelei
dende verschijnsel, de zeer onaangename
lucht, sterk bevorderd.
De eigenaar van zulke voeten is een on
gelukkig wezen. In zijn nabijheid is het
niet uit te houden, hetgeen hem natuur
lijk niet onbekend is; hij is onmogelijk in
den dagelijkschen omgang.
Die afwijking komt meestal voor bij
menschen, die ook nerveuse eigenschap
pen hebben, welke zenuwtoestand door
het bestaande euvel er niet beter op
wordt. Er behoeft zeker niet veel over
tuigingstalent toe om duidelijk te maken,
dat de aandoening behandeling noodig
heeft, en een flinke ook.
Het volksgeloof, dat men zweetvoeten
niet „weg" mag maken, is nonsens.
Wanneer het verschijnsel niet al te he
vig is, dan kan men probeeren, wat da-
gelijksche voetbaden kunnen uitrichten,
waarna men de voeten onderdompelt in
een verdund aftreksel van eikenbast.
Daartoe wordt 3 K.G. eikenbast flink ge
kookt in 2 L. water. Het afgietsel voegt
men bij het voetbad en laat dat 10 minu
ten inwerken. Daarna schoone kousen,
waarin talkpoeder met wat salicyl ge
strooid wordt.
Verder doet ook formaline goede dien
sten in een oplossing van 2 tot 8 pet.
Hiermede worden 's avonds de voeten
met een watje goed ingewreven. Het
vocht laat men opdrogen.
's Morgens wordt de huid ingewreven
met 'n mengsel van zeepspiritus en glyce
rine, waarvan men een dun laagje op-de
huid laat zitten en zoo de kousen aandoet.
De genoemde behandelingen, voorna
melijk de formaline-behandeling, zijn in
den regel voldoende. Enkele ernstige ge
vallen blijven over, die hardnekkig weer
stand bieden.
Dan moet onder medische leiding een
behandeling plaats vinden, waarbij de
voeten hun zieke huid enz. totaal afstoo-
ten, waarna een gezonde, schoone opper
huid té voorschijn komt.
Enkele recepten.
Haring- en huzarensla.
Voor beide heeft men zoo ongeveer de
zelfde ingrediënten noodig, behalve dan
dat in de huzarensla vleeschresten, in de
baringsla haring verwerkt wordt.
Wie een haringsalade wil toebereiden
voor vier personen, heeft daarvoor noodig
een half pond a 3 ons vleeschrestjes, 10
12 groote koude aardappelen, een biet,
23 harde eieren, een paar kroppen sla,
23 zure appelen, eenige ingemaakte au
gurkjes en een paar uitjes uit het zuur.
De vleeschresten worden heel fijn ge
sneden of, als men dat prefereert, gema
len; de aardappelen snijdt men in heel
kleine stukjes, zoo ook de biet, de appe
len en de schoongemaakte kropsla, Dit
alles mengt men goed door elkaar, maar
lioudt er wat aardappelen, sla en biet uit
om het schoteltje mee te garneeren. Aan
de mélange voegt men slaolie, azijn en
een snuifje peper (alles naar eigen smaak)
toe en legt het bontgekleurde slaatje op
het midden v%n een platten schotel.
Nu aan het garneeren. Hiertoe leenen
zich de bieten-en aardappelschijfjes uit
stekend, vooral als zij zijn uitgetand of
een kartelrandje hebben gekregen. Even-
zoo de augurken en uitjes. De hardge
kookte eieren kunnen op twee manieren
worden aangewend, óf men snijdt ze met
een mes, dat eerst even onder de kraan
is gehouden, aan schijven, die óók ter op
luistering van de gemêleerde salade die
nen óf men verdeelt ze in vierdepartjes
en schikt die om en om met een goud
geel slablaadje langs den rand van den
schotel.
Eenvoudige aardbeienpud
ding. Een half pond geurige aard
beien, een half ons suiker, L. melk, 1 Y>
ons rijst, 60 gram suiker, vanille.
Bereiding: Wasch de aardbeien, be
strooi ze met suiker, zet ze zoo eenige
uren weg en laat ze vervolgens op een ver
giet uitlekken. Breng de melk aan de
kook, strooi hierin de gewasschen rijst
en laat de rijstebrij in 1,5 uur gaar en
dik worden. Voeg dan de suiker toe en de
vanille (hij gebruik van een vanillestok
je moet dit met de melk meetrekken). Giet
wat van de rijst in een puddingvorm,
die met koud water is omgespoeld, leg
hierop een laagje aardbeien (zorg dat
deze den vorm nergens raken), bedek ze
met rijstebrij, leg hierop weer een laagje
aardbeien en ga zoo voort tot de geheele
vorm gevuld is, waarbij de laatste laag uit
rijst moet bestaan. Stort de pudding, als
ze volkomen koud is, garneer ze desver-
kiezend met wat achtergehouden aard
beien en geef er als saus bij het aardbeien-
nat, waaraan wat citroensap is toege
voegd en gebonden is met wat aardappel
meel. Inplaats van rijstebrij-pudding,
kunnen ook maizena-, griesmeel-puddin-
gen enz. gebruikt worden.
Eenige wenken.
Indien men het in gebruik zijnde ta
felzilver niet gaarne vaak poetst, dan
legge met het b.v. eens per week 15 minu
ten in kokend water, dat van aardappelen
wordt afgegoten, spoelt het na in heet wa
ter en wrijft het daarna met een flanellen
doek na.
Is de schoencrême hard geworden,
uitgedroogde doordat iemand het deksel
niet op de doos deed? Maak ze weer zacht
met wat terpetijn.
Tin is zeer gevoelig voor tempe-
ratuurs-verschillen; bij 'n zeer lage tem
peratuur ontstaat de z.g. tinpest, dit zijn
vlekken en bobbels, waardoor 't tin op den
duur als poeder uit elkaar valt.
Tin wordt slechts bij uitzondering ge
poetst: na het schuren komt de kleur van
niet te sterk gepolijst tin mooier te voor
schijn. Zelfs gegraveerde tinnen voorwer
pen kunnen af en toe geschuurd worden.
Weinig gepolijst tin wordt na 'n sodahad
geschuurd met Brusselsche aarde of zeer
fijn zand; daarna afspoelen en drogen.
Doorgaans is het voldoende tinnen sie
raden, zooals antieke kannen en schotels
enkele keeren per jaar te schuren; het b.v.
eens per jaar afwasschen in heet zeep-
sop is genoeg; het veelvuldig schuren zou
het tin te veel afslijten.
Vertinde voorwerpen worden in zeer
heet water afgewasschen en met zachte
doeken droog gewreven. Indien ze vet
tig zijn, worden ze in heet zeepsop gewas
schen, gedroogd en gepoetst met fijn wit
krijt; zijn de voorwerpen sterk aangesla
gen dan poetse men het als zilver.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstr.
221, Amsterdam.
Probleem No. 203.
Auteur J. A. v. Dixhoora, Zaamslag.
1 2 3 4 5
Zwart 8 sch. op: 11 tot 14, 17, 20,
21, 31.
Wit 8 sch. op 23, 28, 29, 30, 39, 40,
41 en 48.
Wit speelt en wint.
Oplossingen binnen 8 dagen na laatste
plaatsing in elke maand.
Wedstrijd-partij.
(Vervolg rubriek 30 Mei.)
Stand na den 37sten zet van wit:
Zwart: M. Fabre.
1 2 3 4 6
47 48 49 50
Wi't: I. Weiss.
Wit waagt nog een kans. Indien zwart
nu n.l. zou voortzetten met 2024 een
zet die overigens voor de hand ligt
dan herstelt wit zich geheel. B.v. 37.
20—24; 38. 26—21!!, 11—17 (a, b, c);
39. 22X11, 6X26; 40. 27—22, 18X36; 41.
42—38, 23X34; 42. 40X 4 remise.
a.) 38. 11—16; 39. 21—17, 12X21;
40. 22—17, 21X12; 41. 27—22, 18X36;
42. 3228 enz. Remise.
b). 38 12—17?; 39. 21X12, 18X7;
40. 2217 enz. Wint.
c.) Op iederen anderen zet volgt wit
21—171
Fabre doorzag deze plannen echter en
speelde daarom de kroonschijf 9.
Nu weer de partij. (Zie diagram.)
37. 3—9!
38. 40—35 20—24
39. 45—40 24—30
40. 35X24 19X30
Zwart's tactiek is duidelijk. Hij valt
wit's korten vleugel aan en houdt den lan
gen vast.
Wit zal ten slotte een stuk moeten offe
ren
41. 39—33
1419
42. 50—44
30—34!
43. 40X29
23X34
44. 32—28
1217-
45. 26—21
17X26
46. 22—17
11X22
47. 28X17
25—30
48. 27—21
18—22
49. 17X28
26X17
50. 38—32
30—35!
en zwart won na eenige zetten.
Een door Fabre fraai gespeelde partij.
Uit de partij:
1 2 3 4 5
47 48 49 50
Bovenstaande stand is voorgekomen in
een partij, gespeeld in bet A. D. B.- tour-
nooi om den „Handelsbladbeker".
Wit speelde hier 4842, om zwart te
verlokken tot het volgende:
Zwart 16—21 18—22 24—29 19X48.
Wit 27X7 28X17 34X23a) 7—1 en de
zwarte dam is opgesloten.
Speelt zwart nu 4842, 2530, 20X49,
dan wit 3127 zwart 49X12 wit 1X5
wint.
a.) Wit 33X 24 (20X 29) 34X23 (19X
48) 71 dreigt met 2621, 2116 en
1X5.