/W Gratis! Uit de Provincie Voor huis en hof. Het Vrouwenhoekje. Dammen. M 1H W, Atloop, Aanbestedingen, Verkoopingen enz. mmm* «onen uit de omliggende gemeenten aan nemen omdat dezen, volgens hun oor deel, beter en ijveriger werken en minder veeleischend zijn. Dat deze toestand be staat, valt in hooge mate te betreuren, om dat bekendheid met dit feit van het aller grootste belang moet worden geacht voor een juiste beoordeeiing van het vraagstuk- Dat de Goesche arbeiders dezen ougunsti- gen roep hebben, wordt voldoende bewe zen door het feit, dat er thans bij de ver schillende- werken in Goes en naaste om geving ('a-Keer Hendrikskinderendijk, delfwerk in de Poel, kweekerij der firma Wed. P. de Jongh, ja zelfs op de bouw werken) meer arbeiders, afkomstig van het platteland werkzaam zijn dan 't aan tal Goesche werkloo?en bedraagt. Het ware deen coik zeer te wenschen, dat de genen, die B. en W. hier op het oog heb ben en zij herhalen dat zij, niets wen schen te zeggen ten nadeele van de vele goede werkkrachten wilden inzien, dat het niet alle au hun belang, doch zeer zeker dat van hun gezinnen is, indien ze al hun krachten inspannen om te trach ten, zoo spoedig mogelijk een 'beteren roep te verkrijgen. Uit het oog moet voorts niet worden verloren, dat gedurende do latere jaren 'n niet onbeduidend aantal werkkrachten vanuit de dorpen naar hier is gelokt, on getwijfeld mede door de werkloozenzorg gedurende de wintermaanden. Het is B. en W. bekend dat enkele arbeidersleiders de meaning zijn toegedaan, dat hoogere 'loonen te Goes er toe kunnen bijdragen om de werkgevers ten plattelande tot het betalen van hoogere belooningen te bewe gen, doch bij eenig nadenken zal men toch tot het besef moeten komen, dat men het gestelde doel op deze wijze onmoge lijk kan bereiken. Niet gaarne zouden B. en W. beweren, dat de loonstandaard ten plattelande als volmaaikt beschouwd moet worden, maar tevens begrijpt een ieder, die eenig begrip heeft van economische verhoudingen, dat een betrekkelijk klein centrum onmogelijk 'oonregelend voor een geheels streek kan optreden. Door adressanten wordt gepleit voor invoering van een steunregeling. B. ea W. erkennen, dat hie. toe zou dienen te wor den overgegaan, wanneer het geval zich onverhoopt zou voordoen, dat er met geen mogelijkheid voor allo tot arbeiden in staat zijn a werkloozen werk zou zijn te vinden, maar dan o»>k aileen, wanneer er van dit uiterste geval sprake zou zijn. Werkloozensu un toch is, wanneer men de zaak met keel var stand beziet, niet anders dan 'n speciale vorm van bedeeling. Men voert hier tegen weliswaar aan, dat aan dezen vorm van bedeel ing elke onaange name zijde wordt ontnomen, wanneer men de uitkeeringen laat doen via de vakver- eenigingen, doch dit achten B. en W. juist het gevaarlijke van de zaak. De werkloo- ze toch, die via een vakvereeniging zijn steun ontvangt, wordt daardoor in dijn waan gebracht, dat hij dien steun van ziju vakvereeniging ontvangt, terwijl deze in werkelijkheid komt uii de publieke kas en dus is geen enkel opzicht verschilt van wat een ondersteunde van het B ergerlijk Armbestuur geniet. Het verleenen van steun in geld kan, volgens B. en W. op den duur slechts lei den tot verslapping en demoralisatie en dit is iets, waarvoor de overheid den werkman dient te behoeden. Daarom is het o.i. in de eerste plaats de plicht der gemeenschap om in tijden van werkloos heid onverschillig welke daarvan de oorzaak is den arbeider indien eenig3- zins mogelijk, in de gelegenheid te stellen om door middel van werk m zijn onder houd te voorzien. Hierin is de Gemeente Goes tot nu toe niet te kort geschoten en zij zal daarin, naar B. en W. vertrouwen ook in de toe komst nimmer te kort tornen. Om op den huidigen toestand terug te komen: het laat zich aanzien, dat gedu rende den komenden winter het aantal werkloozen niet geringer zal zijn dan vorig jaar. Ook is het niet onmogelijk, dat de werkloosheid wst vroeger intreedt tenge volge van de inkrimping der suikerbieten- cultuur. Het zal dus waarschijnlijk wel noodig zijn om to zorgen dat er gedurende het komende winterseizoen, voldoende werkgelegenheid is- B, en W. stellen zich voor om bij de samenstelling der gemeen te-begrooting voor het jaar 1932 met deze omstandigheid rekening te houden en voor te stellen bij die begrooting verschillende werken aan te wijzen, die als object voor werkverschaffing kunnen dienen m. a. w. af te wijken van de tot nu toe bestaan hebbende gewoonte om eerst wanneer de werkverschaffing voor de deur stond, den Raad een plan van werkverschaffing voor te leggen. Verder hebben B. en W. geïnformeerd naar de mogelijkheid van plaatsing van Goesche werkloozen bij de Rijkswerkver schaffing in Drenthe en in antwoord daarop van Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw be richt ontvangen, dat aldaar voorloopig geen ruimte beschikbaar is, doch dat zulks over eenigen tijd wellicht wèl het geval zal zijn en B. en W. daarvan als dan bericht zullen krijgen. Of de werkverschaffing gedurende het komende seizoen zal worden uitgevoerd rechtstreeks door de Gemeente, dan wel gelijk in den afgeioopen winter, via het Burgerlijk Armbestuur, zal afhangen van de omstandigheden, n.l. van de vraag, of de te werk te stellen arbeiders seizoen-, dan wel crisiswerkloozen zullen zijn. Op grond van het vorenstaande geven B. en W. den Raad in overweging om de beide stukken voor kennisgeving aan te nemen. Bjj zonnebrand, 'doorzitten, stukloopen enz. is Purol zeer verzachtend en ge nezend. Allen die dezer dagen in Apo theek of Drogisterij een doos of tube Purol koopen, ontvangen daarbij zoolang de voorraad strekt, gratis een boekje over huidverzorging en huidgenezing. West-Kraaijertsche weg. De B.B.N., Bond vein Bedrijfsautohouders in Nederlarc!. richtte zich tot Gedeputeerde Staten van Zeeland met een adres, be treffende den West-Kraaijertdijk en den West-Kraaijertschen weg. Tengevolge van den slechten toestand, waarin de West-Kraaijertdijk zich be vindt, begon het autoverkeer meer en meer gebruik te maken van den West- Kraaijertschen weg, die midden door den polder loopt en de kortste verbinding met 's-Heerenhoek geeft komende van den Rijksweg (den Postweg). De staat van onderhoud van den West-Kraaijert schen weg laat thans zeer veel te wen schen over en in verband met daarom trent ingeklomen klachten wendde de B.B.N. zich om verbetering, speciaal van den West-Kraaijertschen weg, tot het Pol derbestuur. Algemeen is men de mee ning toegedaan, dat deze weg door lig ging en gesteldheid zich het meest eigent voor het doorgaand snelverkeer. In antwoord op de klachten deelde het Bestuur van den West-Kraaijertpolder mede, dat de voorgebrachte klachten niet onjuist waren. Het Bestuur voegde daar aan toe, dat voor de behoeften van den afvoer der landbouwproducten de weg steeds in voldoenden staat van onder houd kon worden gehouden, doch het doorgaand autoverkeer, waarbij veel hoogere eischen aan de wegen gesteld worden, oorzaak is, dat de financiëele middelen daartoe thans niet meer toe reikend zijn. In hoofdzaak is dit juist, aldus de B.B.N., echter dient daarbij te worden opgemerkt, dat a priori de hooge onder houdskosten het gevolg zijn van de om standigheid, dat de constructie van den weg niet berekend is op een intensief ver keer met motorrijtuigen. Als de weg gereconstrueerd en van een passend dek is voorzien, dan zullen de onderhoudskosten zelfs belangrijk min der zijn, dan thans het geval is. De mid delen, benoodigd voor de reconstructie van den weg echter, ontbreken en zon der hulp van de Provincie zal het Polder bestuur wel nimmer in staat zijn een re constructie van den weg te beginnen. Onder deze omstandigheden is het te verwachten, dat de weg steeds meer in bruikbaarheid achteruit gaat, waardoor de klachten dienaangaande in aantal en omvang zullen toenemen. Aangezien in de practijk blijkt, dat het doorgaand verkeer dezen weg noodig heeft en verwacht mag worden, dat deze korte verbinding in de toekomst onmis baar zal zijn, is er alle aanleiding de opname van dezen weg in het Provin ciaal wegenplan te overwegen. Het Polderbestuur zal het beheer en onderhoud van dezen weg op redelijke voorwaarden aan de Provincie wel wil len afstaan. Het gaf reeds te kennen, dat het tot algeheele medewerking be reid is en in de jaarlijksche onderhouds kosten een bijdrage wil verleenen overeen komende met het gemiddelde van de kos ten, die over de laatste jaren aan den weg werden besteed. De B.B.N. zou het in hooge mate waardeeren, indien Gede puteerde Staten de opname van den West-Kraaijertschen weg in het Provin ciaal wegenplan in nadere overweging zouden willen nemen. Weg in St.- Philipsland. Vele klachten komen geregeld in over den zeer slechten staat van onderhoud van den weg gaande van het veer Anna Ja- cobaZijpe naar de Noord-Brabantsche grens. De B.B.N., Bond van Bedrijfsauto houders in Nederland, heeft zich naar aanleiding daarvan gewend tot het ge meentebestuur van St-Philipsland om te verzoeken maatregelen te treffen, die een spoedig herstel van den weg kunnen bevorderen. Een gelijk verzoek is gericht tot het Bestuur van het Waterschap Rumoirt, die mede onderhoudsplichtige van dezen weg is. Chr. Boeren- en Tuinde r s- b o n d. Blijkens een annonce in dit num mer zal de aid. Zeeland van dezen Bond a.s. Woensdag te Middelburg haar jaar vergadering houden. Nadat de huishou delijke werkzaamheden zullen zijn afge handeld, zal de heer J. Bakker (niet de heer Weitkamp, zooals eerst was aan gekondigd), lid der Tweede Kamer, spre ken over den toestand van den landbouw. Ds Scheele te Middelburg zal een slot woord spreken. Gaarne wekken wij tot druk. bezoek op. Goes. Komenengaan. Het pand in de Lange Kerkstraat, thans eigendom van en bewoond door dhr F. X. Mannhardt, is aangekocht door de Amsterdamsche Bank, die er een filiaal zal vestigen. Het bestaande pand zal geheel worden afge broken. Voorloopig houdt deze Bank dus nog zitting in hotel de Korenbeurs. Bij de restauratiewerken aan het stadhuis, alhier, zouden de schilders de geverfde trapleuning uit de hal schrap pen, enz., om daarna opnieuw te schilde ren, toen openbaar kwam, dat deze leu ning geheel van koper is. De leuning zal in den oorspronkelijken toestand terug gebraehtw orden. 's Heer Arendskerke. Vrijdag werd alhier door Notaris Jonkers publiek ver kocht een dubbel woonhuis groot 1 A. 14 c.A. en een woonhuis groot 91 c.A. aan 'tEindewege aan dhr U. Hazewin- dus voor resp. f 1400 en f 700. Vingerhoedskruid. Het kruisen der verschillende soorten. Het Vingerhoedskruid behoort tot de oude garde der tuinplanten, welke zich nimmer hebben laten verdringen. Vooral in kleine tuintjes op het platteland wor den ze nog altijd veelvuldig aangetrof fen. Het Vingerhoedskruid is een twee jarige plant, vormt het eerste jaar een dicht rozet van bladeren, waaruit het volgend jaar een forsch bebladerden stengel opschiet, eindigend in een lan gen bloemtros. Goed gekweekte exempla ren kunnen zelfs stengels ontwikkelen met een lengte van 2 Meter. Na den bloei geeft de plant een groote hoeveelheid zaad en sterft daarna af. Een enkele maal ontwikkelen zich aan den voet van een uitgebloeide plant wel eens een paar rozetjes, doch deze zijn doorgaans zoo zwak dat ze de moeite van het opkwee- ken niet waard zijn. Veelal ziet men het Vingerhoedskruid als perkplanten aangewend en hoewel ze ook als zoodanig een heel aardig effekt maken, komt hun schoonheid dan niet tot haar volle recht. Half verscholen tus- schen een heestergroep komen de bloem trossen veel mooier uit. De standplaats moet evenwel zoodanig worden gekozen, dat ze in het volle licht staan. De cultuur levert geen moeilijkheden. Men kan in den voorzomer zaaien in zaadpannen of buiten. De nu nog buiten gezaaiden kunnen het volgend jaar nog volop bloeien. Na 't opkomen worden van de jonge plantjes ven paar verspeend en in den herfst of in het voorjaar met een flinke aardkluit opgenomen en op de voor hen uitgezochte plaatsen overge bracht. Wanneer men van de zelf gekweekte planten zaad wenscht te winnen, zoekt men daarvoor de mooiste en best ontwik kelde planten uit en merkt deze. Een heel aardig werkje voor den amateur is ook het kruisen der verschillende soorten met elkander. Wanneer men verschillende soorten Vingerhoedskruis heeft, kunnen we die met heel eenvoudige hulpmid deltjes met elkander kruisen. Voor het kruisen is noodig dat het stuifmeel van de eene soort op de andere wordt overgebracht. In normale gevallen zorgen de bijen en insecten voor het overbrengen van stuifmeel van de eene bloem op de andere, doch bij het kruisen doen we dat werkje zelf en dragen daar bij zorg, dat de bijen en dergelijke ons werk niet bederven. Daarom kiezen we ongeopende bloemen. De gesloten bloem kroon wordt voorzichtig open geknipt. Stempel en meeldraden van ongeopende bloemen zijn nog in onrijpen toestand. Met een schaartje nemen we de onrijpe meel draden weg en daarna wordt een aldus behandelde bloemtros met een papieren zakje overtrokken en zoodanig van onde ren afgesloten, dat de bijen en insecten er niet bij kunnen komen. Wanneer de stem pels der afgesloten bloemen rijp zijn, dit rijp zijn merken we aan het kleverig vocht, dat de stempels dan afscheiden, ne men we van de vaderplant eenige rijpe meeldraden, verwijderen het papieren zakje om de moederplanten en bestrijken de rijpe stempels met de helmknopjes der meeldraden. Daarna gaan de papieren zakjes nogmaals over de aldus behandelde trossen en wachten we geduldig af, totdat de vruchtbeginsels gaan opzwellen, waar na de papieren zakjes worden verwijderd. Het gewonnen zaad der gekruiste plan ten wordt dan het volgend jaar uitgezaaid en met eenige spanning het resultaat tege moet gezien. Nu moet men van dergelijke kruisingen geen al te hooge verwachtin gen koesteren, het is een leerzaam lief- hebberijwerk en als er van de vijftig krui singen ook maar één werkelijk goed ge lukt, moet men reeds tevreden zijn. Het vingerhoedskruid heeft een groot nadeel: de plant is vergiftig. Doch wan neer men dit de kinderen behoorlijk in prent, behoeft dit geen reden te zijn om het Vingerhoedskruid uit den tuin te we ren. Lastige dingen. Er zijn altijd van die dingen, waar men in gezelschap nooit graag over spreekt, maar waarover intusschen betrokken per sonen graag eens raad zouden inwinnen. Zooiets is het ook met het lastige euvel van zweetvoeten. In „Voeding en Hygiëne" lezen we: Onvoldoende reiniging, evenals te wei nig verwisselen van kousen, maakt het kwaad erger, maar ook de meest hygiëni sche voetverzorging is hier niet in staat, de kwaal te beheerschen. Wordt de zweetvoet echter niet bijzonder goed schoon gehouden, dan wordt bet begelei dende verschijnsel, de zeer onaangename lucht, sterk bevorderd. De eigenaar van zulke voeten is een on gelukkig wezen. In zijn nabijheid is het niet uit te houden, hetgeen hem natuur lijk niet onbekend is; hij is onmogelijk in den dagelijkschen omgang. Die afwijking komt meestal voor bij menschen, die ook nerveuse eigenschap pen hebben, welke zenuwtoestand door het bestaande euvel er niet beter op wordt. Er behoeft zeker niet veel over tuigingstalent toe om duidelijk te maken, dat de aandoening behandeling noodig heeft, en een flinke ook. Het volksgeloof, dat men zweetvoeten niet „weg" mag maken, is nonsens. Wanneer het verschijnsel niet al te he vig is, dan kan men probeeren, wat da- gelijksche voetbaden kunnen uitrichten, waarna men de voeten onderdompelt in een verdund aftreksel van eikenbast. Daartoe wordt 3 K.G. eikenbast flink ge kookt in 2 L. water. Het afgietsel voegt men bij het voetbad en laat dat 10 minu ten inwerken. Daarna schoone kousen, waarin talkpoeder met wat salicyl ge strooid wordt. Verder doet ook formaline goede dien sten in een oplossing van 2 tot 8 pet. Hiermede worden 's avonds de voeten met een watje goed ingewreven. Het vocht laat men opdrogen. 's Morgens wordt de huid ingewreven met 'n mengsel van zeepspiritus en glyce rine, waarvan men een dun laagje op-de huid laat zitten en zoo de kousen aandoet. De genoemde behandelingen, voorna melijk de formaline-behandeling, zijn in den regel voldoende. Enkele ernstige ge vallen blijven over, die hardnekkig weer stand bieden. Dan moet onder medische leiding een behandeling plaats vinden, waarbij de voeten hun zieke huid enz. totaal afstoo- ten, waarna een gezonde, schoone opper huid té voorschijn komt. Enkele recepten. Haring- en huzarensla. Voor beide heeft men zoo ongeveer de zelfde ingrediënten noodig, behalve dan dat in de huzarensla vleeschresten, in de baringsla haring verwerkt wordt. Wie een haringsalade wil toebereiden voor vier personen, heeft daarvoor noodig een half pond a 3 ons vleeschrestjes, 10 12 groote koude aardappelen, een biet, 23 harde eieren, een paar kroppen sla, 23 zure appelen, eenige ingemaakte au gurkjes en een paar uitjes uit het zuur. De vleeschresten worden heel fijn ge sneden of, als men dat prefereert, gema len; de aardappelen snijdt men in heel kleine stukjes, zoo ook de biet, de appe len en de schoongemaakte kropsla, Dit alles mengt men goed door elkaar, maar lioudt er wat aardappelen, sla en biet uit om het schoteltje mee te garneeren. Aan de mélange voegt men slaolie, azijn en een snuifje peper (alles naar eigen smaak) toe en legt het bontgekleurde slaatje op het midden v%n een platten schotel. Nu aan het garneeren. Hiertoe leenen zich de bieten-en aardappelschijfjes uit stekend, vooral als zij zijn uitgetand of een kartelrandje hebben gekregen. Even- zoo de augurken en uitjes. De hardge kookte eieren kunnen op twee manieren worden aangewend, óf men snijdt ze met een mes, dat eerst even onder de kraan is gehouden, aan schijven, die óók ter op luistering van de gemêleerde salade die nen óf men verdeelt ze in vierdepartjes en schikt die om en om met een goud geel slablaadje langs den rand van den schotel. Eenvoudige aardbeienpud ding. Een half pond geurige aard beien, een half ons suiker, L. melk, 1 Y> ons rijst, 60 gram suiker, vanille. Bereiding: Wasch de aardbeien, be strooi ze met suiker, zet ze zoo eenige uren weg en laat ze vervolgens op een ver giet uitlekken. Breng de melk aan de kook, strooi hierin de gewasschen rijst en laat de rijstebrij in 1,5 uur gaar en dik worden. Voeg dan de suiker toe en de vanille (hij gebruik van een vanillestok je moet dit met de melk meetrekken). Giet wat van de rijst in een puddingvorm, die met koud water is omgespoeld, leg hierop een laagje aardbeien (zorg dat deze den vorm nergens raken), bedek ze met rijstebrij, leg hierop weer een laagje aardbeien en ga zoo voort tot de geheele vorm gevuld is, waarbij de laatste laag uit rijst moet bestaan. Stort de pudding, als ze volkomen koud is, garneer ze desver- kiezend met wat achtergehouden aard beien en geef er als saus bij het aardbeien- nat, waaraan wat citroensap is toege voegd en gebonden is met wat aardappel meel. Inplaats van rijstebrij-pudding, kunnen ook maizena-, griesmeel-puddin- gen enz. gebruikt worden. Eenige wenken. Indien men het in gebruik zijnde ta felzilver niet gaarne vaak poetst, dan legge met het b.v. eens per week 15 minu ten in kokend water, dat van aardappelen wordt afgegoten, spoelt het na in heet wa ter en wrijft het daarna met een flanellen doek na. Is de schoencrême hard geworden, uitgedroogde doordat iemand het deksel niet op de doos deed? Maak ze weer zacht met wat terpetijn. Tin is zeer gevoelig voor tempe- ratuurs-verschillen; bij 'n zeer lage tem peratuur ontstaat de z.g. tinpest, dit zijn vlekken en bobbels, waardoor 't tin op den duur als poeder uit elkaar valt. Tin wordt slechts bij uitzondering ge poetst: na het schuren komt de kleur van niet te sterk gepolijst tin mooier te voor schijn. Zelfs gegraveerde tinnen voorwer pen kunnen af en toe geschuurd worden. Weinig gepolijst tin wordt na 'n sodahad geschuurd met Brusselsche aarde of zeer fijn zand; daarna afspoelen en drogen. Doorgaans is het voldoende tinnen sie raden, zooals antieke kannen en schotels enkele keeren per jaar te schuren; het b.v. eens per jaar afwasschen in heet zeep- sop is genoeg; het veelvuldig schuren zou het tin te veel afslijten. Vertinde voorwerpen worden in zeer heet water afgewasschen en met zachte doeken droog gewreven. Indien ze vet tig zijn, worden ze in heet zeepsop gewas schen, gedroogd en gepoetst met fijn wit krijt; zijn de voorwerpen sterk aangesla gen dan poetse men het als zilver. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstr. 221, Amsterdam. Probleem No. 203. Auteur J. A. v. Dixhoora, Zaamslag. 1 2 3 4 5 Zwart 8 sch. op: 11 tot 14, 17, 20, 21, 31. Wit 8 sch. op 23, 28, 29, 30, 39, 40, 41 en 48. Wit speelt en wint. Oplossingen binnen 8 dagen na laatste plaatsing in elke maand. Wedstrijd-partij. (Vervolg rubriek 30 Mei.) Stand na den 37sten zet van wit: Zwart: M. Fabre. 1 2 3 4 6 47 48 49 50 Wi't: I. Weiss. Wit waagt nog een kans. Indien zwart nu n.l. zou voortzetten met 2024 een zet die overigens voor de hand ligt dan herstelt wit zich geheel. B.v. 37. 20—24; 38. 26—21!!, 11—17 (a, b, c); 39. 22X11, 6X26; 40. 27—22, 18X36; 41. 42—38, 23X34; 42. 40X 4 remise. a.) 38. 11—16; 39. 21—17, 12X21; 40. 22—17, 21X12; 41. 27—22, 18X36; 42. 3228 enz. Remise. b). 38 12—17?; 39. 21X12, 18X7; 40. 2217 enz. Wint. c.) Op iederen anderen zet volgt wit 21—171 Fabre doorzag deze plannen echter en speelde daarom de kroonschijf 9. Nu weer de partij. (Zie diagram.) 37. 3—9! 38. 40—35 20—24 39. 45—40 24—30 40. 35X24 19X30 Zwart's tactiek is duidelijk. Hij valt wit's korten vleugel aan en houdt den lan gen vast. Wit zal ten slotte een stuk moeten offe ren 41. 39—33 1419 42. 50—44 30—34! 43. 40X29 23X34 44. 32—28 1217- 45. 26—21 17X26 46. 22—17 11X22 47. 28X17 25—30 48. 27—21 18—22 49. 17X28 26X17 50. 38—32 30—35! en zwart won na eenige zetten. Een door Fabre fraai gespeelde partij. Uit de partij: 1 2 3 4 5 47 48 49 50 Bovenstaande stand is voorgekomen in een partij, gespeeld in bet A. D. B.- tour- nooi om den „Handelsbladbeker". Wit speelde hier 4842, om zwart te verlokken tot het volgende: Zwart 16—21 18—22 24—29 19X48. Wit 27X7 28X17 34X23a) 7—1 en de zwarte dam is opgesloten. Speelt zwart nu 4842, 2530, 20X49, dan wit 3127 zwart 49X12 wit 1X5 wint. a.) Wit 33X 24 (20X 29) 34X23 (19X 48) 71 dreigt met 2621, 2116 en 1X5.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 6