VELDE
D£ ZEEUW
liden
m 63.
Vervolgd en bevrijd
ICK
TWEEDE BLAD.
:ers.
FIJNSTE.
shouding,
Staten-Generaal
Uit de Provincie.
IUR.
LNDERE.
SLAND.
amenten
jr
FEUILLETON
("Wordt vervolgd.)
ni 1931.
n.m.
11.55
11.35
11.20
L
11.45
±12.—
JICHT.
11 Juni:
lot Zuide
bewolkt,
^n, weinig
uur:
P60.
ini
ig13 Juni
ONNET.
lELBURO
VAD
ig. gal,
Imaag-
fetlust,
enz.,
|r het-
|0 cent
gisten.
bid.).
NBURG"
berstellen-
Hooge
van uit
Vergezicht.
|dag.
per dag.
DROST,
ïg:
ie in Am-
)oede be-
reisgeld
aan het
roes.
*0 I,
-*v rn
■m
VAN
WOENSDAG 10 JUNI1931, Nr 210.
TWEEDE KAMER.
De toestand bij de werkverschaffingen.
De heer De Visser (Comm.) heeft
gisteren geïnterpelleerd over de toestan
den bij de werkverschaffingen.
Hij betoogde dat het kapitalisme niet
in staat is, de werkloosheid op te heffen.
De werkloozen zijn bij honderdduizenden
te tellen, maar slechts een tienduizend
menschen worden aan werk geholpen.
De loonen zijn uitermate laag, en er
bestaan er zelfs van 8 tot 9 gulden.
Neemt spr. echter 'n loon van f 21.63, één
der hoogste loonen. Daarvan blijft over
na aftrek van onkosten f 14.93. Hier nu
moeten de menschen dan hun gezin mee
onderhouden. Niet veel heter is het met
betrekking tot de andere verhoudingen
die het lot dezer bannelingen bepalen,
o.m. de geneeskundige verzorging. Spr.
geeft daarvan verschillende voorbeelden.
Voorziening van drinkwater is in vele
gevallen niet aanwezig. Met de huisves
ting is het al even slecht.
Is het wonder, dat de arbeiders ten
scherpste in verzet komen? De stroozak-
ken zijn zoo vuil, dat men er een dier niet
op zou willen laten slapen. Met het eten
is het geen haar beter gesteld. De aller
beste maatregel zou zijn, als de Regeering
deze kost eens een paar weken zou moe
ten eten. De verloven zijn evenzeer zeer
slecht geregeld. In den Wieringermeer-
polder mogen de menschen slechts eens in
de acht weken naar huis. De behandeling
is zóó, dat de meest lastigen eenvoudig
ontslagen worden, waarna de steun wordt
ingetrokken. Indien men. op deze wijze
voortgaat, zullen er acties onder de werk
loozen komen, die hun weerga niet hebben
Spr. stelt ten slotte een aantal vragen.
De Minister vanBinnen-
landsche Zaken, de heer R u y s
de Beerenbrouck, zegt, dat sinds
de werkloosheidsinterpellaties van drie
maanden geleden de toestand niet verbe
terd is. Integendeel is tegen het najaar
een vergrooting derwerk
loosheid te wachten. De overheid moet
dus de grootste aandacht hebben voor dit
vraagstuk. Wat de werkverschaffing be
treft, bereiken de regeering betrekkelijk
weinig klachten.
Wie de zaak rustig beschouwt, moet er
kennen, dat in vele gevallen de overheid
slechts weinig kan doen. Het is niet mo
gelijk, aan alle verlangens te voldoen. De
moeilijkheden van financiëelen aard leg
gen bovendien een rem aan daar, waar
de regeering dien rem niet gaarne ziet.
Ook particuliere bedrijven hebben de
grootste moeite, het bedrijf gaande te
houden. In het Zuiden zijn ongeveer 100
gemeenten, die werkverschaffing met den
steun van het rijk hebben ingericht. Ook
in de noordelijke provincies toonen de
gemeentebesturen een prijzenswaardigen
ijver om aan de moeilijkheden het hoofd
te bieden. Er is daarbij voortdurend con
tact met de vakbeweging. Spr. waardeert
contact ten zeerste.
De regelingen, die zijn tot stand geko
men, worden loyaal toegepast. Wanneer
ernstige klachten zich voordoen worden
deze met groote zorg onderzocht. Spreker
eischt, dat niet licht over klachten wordt
heengeloopen. De toestanden dienen aan
behoorlijke eischen te voldoen, al zal er
altijd wél wat blijven ontbreken.
De minister is overtuigd, dat de wo
ning- en voedselvoorziening in het alge
meen geen aanleiding geven tot gegronde
klachten. De vergelijking met het vrije
bedrijf gaat in alle opzichten op en in de
Rijksinrichtingen is het op dit gebied
veelal beter.
Iedere arbeider, die tot spr. of tot de
inspectie rich gewend heeft, heeft volop
gelegenheid, zijn klachten te uiten, Deze
klachten moeten echter in behoorlijken
vorm gedaan worden. Voor stakingen en
acties is geen reden.
18.)
Historisch verhaal
uit den Napoleontischen tijd.
„Waar waart ge den vorigen avond ge
weest?" vroeg de luitenant, die aan een
andere oorzaak van een bloedplas dacht
dan Kees opgaf,
„Wel, vóór ik naar huis ging, ben ik
hier even aan geweest, want ik was zoo
schandelijk door de soldaten behan
deld. Ma^r baast niets gebruikt, me
neer, haast niets, op mijn woord van
eer, want ik ban maar een klein beetje
verdragen."
??.t luitenant peinsde over het betrek
kelijke van „kleine beetjes".
,,Maar dat kan zoo niet blijven," zeide
ny. „Schenk nog eens in; geneer je niet!
V. njpst gestraft worden, want wanneer
ie schelmen maar ongestoord verbinding
nouden met den vijand, en de soldaten
an t leger er ten slotte aan meehelpen,
uan moet er oproer komen, tot groote
schade van 't land; dat kan niet anders.
u ,ra<ien 6r werk van te maken; ge
c-nt anders kano hebben dat saea u. ver-
Voor ieder overleg met organisaties is
spreker te vinden. De enkele feiten, die de
interpellant noemde, zal spr, onderzoeken.
Van een verlof iedere week kan over het
algemeen geen sprake zijn. De inlichtin
gen, die de heer De Visser gaf over de
loonen, rijn onjuist. Deze loonen liggen ge
middeld tusschen 18 en 21 gulden. Er zijn
ook arbeiders, wier loon naar de 30 gld
loopt. De regeering zal echter nagaan, of
er veranderingen gewenscht zijn
De heer De Visser (Comm.) dient 2
moties in, de eerste, tot opheffing van ver
schillende misstanden, de tweede, tot het
geven van een uitkeering ineens van 100
gulden aan allen, die 3 maanden of langer
werkloos zijn.
Geen dezer moties wordt ondersteund.
De heer Drop (S.D.) zegt, dat de
bedoeling der communisten alleen is, par
tij te trekken van de slechte economische
toestanden.
De sociaal-democraten doen daar niet
aan mee. Spr. zou willen, dat meer nieu
we werken uitgevoerd werden. Verschil
lende werken kunnen dienstbaar gemaakt
worden aan de bestrijding der werkloos
heid. Daarbij dient te worden gebroken
met het systeem van loondruk, dat toch
zeker niet opgaat, nu in het particu
liere bedrijf geen werkgelegenheid is.
Nauw daarmee samen hangt de gebrek
kige huisvesting. Wat de loonen betreft,
zegt spr., dat hij weet dat er menschen
zijn, die met 7 en 8 gulden naar huis gaan.
Ook de aftrek der gezinsinkomsten bij
steun zet veel kwaad bloed.
Spr. dringt te dien aanzien op verbete
ringen aan.
De heer Bakker (C.H.) betoogt, dat
het heel gemakkelijk is, de regeering in
gebreke te stellen, maar dat de regeering
in Engeland, die een arbeidersregeering
is, toch ook geen raad weet met het werk
loosheidsvraagstuk.
De heer De Visser: En in het land
waar wij de macht hebben?
De heer Bakker: Daar worden sla
venzielen gekweekt in geestelijk en maat
schappelijk opzicht. Spr. erkent de miss
standen in de werkverschaffing, maar de
regeering is van goeden wil gebleken en
bij de werkverschaffingen zullen altijd
misstanden blijven bestaan. De loonen
zijn veelal zeer laag, maar dit ligt ook
wel eens aan de mindere arbeidsprestatie.
Ook de loonen der plattelandsarbeiders
zijn zeer laag en kunnen niet hooger
zijn door de crisis.
De heer E b e 1 s (V.D.) vraagt of niet
meer de aandacht moet worden besteed
aan plaatselijke bestriding der werkloos
heid. Daarbij moet er op worden gelet
dat de uitvoering van openbare werken
een betere bestrijding der werkloosheid is
dan welke indirecte bestrijding ook. Kan
het tempo in deze uitvoering niet ©eniger
mate versneld worden?
De heer Kuiper ,R.K., dringt er op
aan. dat de menschen, die van hun gezin
gescheiden zijn, beter het verhand met
hun gezin zullen kunnen behouden. De
vergelijking tusschen de loonen op het
platteland en die in de werkverschaffing
begrijpt spr. niet. De stadswerkloozen heb
ben hun gezin immers in de dure stad,
waar bot meer geld noodig heeft om te
leven dan op het platteland.
De heer v. d. H e id e, S.D., betoogt, dat
in het Noorden des lands men de werk
verschaffing moet gaan beschouwen als
een normaal verschijnsel. Er is niet
de.minste reden te denken, dat
de toestand binnenkort zal
veranderen. Daarom dringt spr. er
op. aan, dat de beperkende bepalingen
volgens welke bepaalde arbeiders niet
tot de Rijkswerkverschaffing kunnen wor
den toegelaten, worden opgeheven. Het
is een wantoestand, dat oude vaders naar
de werkverschaffing gaan, terwijl de
zoons, jonge kerels, thuis gedwongen zijn
niets te doen.
De heer W ij n k o o p, C.P., betoogt, dat
de S. D. A. P. de reclame wil uithangen.
Het N. V. V. heeft zelf de gedachte aan
een toeslag in eens aan de werkloozen
naar voren gebracht. Doch nu het er op
aankomt, wordt een motie-De Visser niet
gesteund. Spr. betoogt, dat het Sovjet
regime ,geen werkloosheid kent. De heer
Bakker zei wel, dat in Rusland slaven
zielen gekweekt worden, maar hier behoe
ven ze niet gekweekt te worden; de werk
loozen zijn allen slaven.
De heer De Visser: De eenige vrij
heid, die ze hebben is, om te verhonge
ren.
dacht van mee te heulen mot de verra
ders en, ten tweede, wanneor ge dat tot
een goed einde brengt, hebt ge kans dat
ge de vijftig gulden nog binnen krijgt, die
u rechtmatig toekomen."
Hoe famiïaarder Kees werd, des te
boloefder sprak de luitenant.
„Je hebt gelijk, schoon gelijk, meneer,"
zeide Kees, „ik ga er morgen op af, hoorl
Och!" zuchtte hij, zich bedenkende, „mor
gen kan ik niet; ik moet te werk, want
ik heb geen duit meer op zak, op mijn
eorewoordl Och meneer, als je wist, zoo
arm als ik ben!"
„Wel foei, zoo'n verdienstelijk burger
van 't Keizerrijk, en dan zoo arm!" zei
Van Stralen op verontwaardigden toon.
„De heeren moesten u levenslang vrij wo
nen on kost geven, op dat nieuwe gesticht
dat daar pas gezet is voor zulke arme
lieden als gij! Maar wie krijgt alles wat
hem rechtens toekomtl Doch wat ik zeg
gen wil, ga morgen gerust naar Haar
lem; ik ben door de heeren aangesteld
om die zaken te onderzoeken, en ze geven
getuigengeld aan degenen die iets heb
ben mee te deelen. Hier is tien gulden;
wanneer ge dat nu geheim houdt en 't
niet aan de groote klok hangt, dan hebt
ge kans dat ze u morgen nog zoo'n som
metje gevea."
Minister R u y s dupliceert. Sinds de
laatste werkloosheidsinterpellatie heeft de
regeering zich tot verschillende gemeen
ten gewend en pogingen aangewend om
werkverruiming te verkrijgen. Onder an
dere in Os en Boxmeer is in dit op
zicht iets bereikt. Spr. zal zoo mogelijk
een inventarisatie houden van werkverrui
mingsobjecten. Tegen toeslag ojp Ide loo
nen bestaan overwegende bezwaren. De
kwestie der beperkende bepalingen zal
spr. aan de contactcommissie voorleggen,
In moeilijke omstandigheden dienen de
werkloozen opgebeurd te worden en niet
opgezweept. De regeering doet alles van
baar kant om de moeilijkheden, waarin
het geheele volk verkeert, te verzachten.
De interpellatie wordt gesloten.
AARDBEVINGEN IN NEDERLAND.
De weerkundige medewerker van het
„Vaderl." schrijft:
De aardbeving is wel een heel zeld
zaam verschijnsel in ons land. Met tus-
schenpoozen van soms een groot aantal
jaren worden wij plotseling opgeschrikt
door verschijnselen van een lichte beving
van den bodem, die zich mededeelt aan
onze huizen en tengevolge heeft, dat
kleine voorwerpen worden omgeworpen
of van den muur vallen. Maar zoo erg en
zoo wijd verbreid als de verschijnselen in
den nacht van Zaterdag op Zondag zijn
geweest, zoowel in Den Haag als op an
dere plaatsen, kan ik mij niet berinneren
óóit beleefd te hebben.
Het was zop op bet eerste oogenblik en
vooral op Maandagmorgen, als de meeste
kranten nog niet verschenen zijn, moei
lijk uit de voorloopige berichten conclu
sies te trekken en uit den aard der zaak
nog onvolledige tijdingen te overzien.
Eerst wanneer alle berichten verzameld
en vergeleken zijn, zal men zich een eind
oordeel kunnen vormen, maar reeds nu
geven de eerste berichten den indruk, dat
wij te doen hebben met een beving van
bijzondere sterkte en uitgebreidheid in
verhouding tot de bevingen die in N W.
Europa wel eens voorkomen.
Gaan we de tot nu toe bekend gewor
den berichten na, dan blijkt, dat zich
meer of minder sterke bevingsverscbijn-
selen hebben voorgedaan van het zuiden
van Engeland tot het noorden van Schot
land (met uitzondering van Wales en Ier
land), dat is dus ten Westen en N.W., in
Z.-Noorwegen en in Denemarken, dus ten
Noorden en N.O. en in België en in ons
land, dat is ten Zuiden van den vermoe-
delijken haard. Terecht wordt dan ook
door het Engelsche seismografische sta
tion van West-Wormwich ondersteld,
dat het epicentrum van de beving gelegen
moet zijn midden in de Noordzee, maar
natuurlijk zal deze Onderstelling moeten
worden bevestigd door vergelijking van
de waarnemingen, die in de bovenge
noemde landen zijn gedaan. En dan zal
men er wel in slagen de juiste plaats van
het epi-centrum te bepalen, daar in al
deze landen seismografische observatoria
bestaan.
Van welken aard de oorzaak der beving
is, kan nog niet met groote zekerheid
worden gezegd, al schijnt bet wel vrij ze
ker, in verband met de uitgebreidheid
van het terrein, waarop zij is waargeno
men, dat wij te maken hebben met een
aardbeving, die het gevolg is van belang
rijke en waarschijnlijk diep gelegen bo
demverplaatsingen, die een gevolg zijn
van vereffening van spanningen, zooals
het geval is bij de groote aardbevingen
in andere streken der aarde, welke in den
laatst en tijd nog al dikwijls zijn voorge
komen.
Minder waarschijnlijk is, dat de beving
moet worden toegeschreven aan het in
storten van groote onderaardsche holen,
zooals bijv. wel het geval is bij de kleine
en lang niet zoo wijd verbreide bodem-
trillingen, die nu en dan worden waar
genomen, bijv. in den Eifel, bodembewe
gingen, die zich in een kleinere omge
ving uitbreiden en aan de oppervlakte
kunnen worden gevoeld of door verplaat
sing van kleine voorwerpen kunnen wor
den waargenomen.
Hiertoe behooren o.a. do bevingen, die
nu en dan in Z.-Limburg worden opge
merkt. Weliswaar komen de nu waarge
nomen verschijnselen daarmede geheel
overeen, maar bet gebied waarover zij ge
voeld zijn, is veel grooter,
Bij de groote catastrophale aardbevin-
„0 meneer! Gunst wat is UEdele goed,
UEdele redt me van een zekeren dood, op
mijn woord van eer! Als UEdele me nu
maar zeggen wil waar ik morgen moet
wezen en hoe laat.
„Wat is dat?" zeide Van Stralen, ter
wijl hij Kees met de hand tot stilzwijgen
wenkte.
Luide voetstappen en luidruchtige
stemmen deden zich voor de herberg hoo-
ren. De deur werd geopend on bet troepje
stormde naar binnen. Verscheidene zware
voorwerpen van metaal werden met veel
gedruisch in den hoek gezet en nu ving
een druk gesprek aan.
„Hé kastelein, geef dadelijk een goed
glas bier; ik heb dorst als een paard,"
riep er een.
„Is dat een weer veur soldaoten, 'k Mn
tot op 't lief toe nat; kiek maor, 't water
leüp de piepen van mien broek unt",
klaagde een ander.
„Kastelein, een kop thee voor mijn",
zei een derde met een jongensachtige
stem.
„Nu, ik kan je verzekeren", verklaarde
een vierde, „wanneer de militairen de
Hollanders meen ik telkens met zulk
weer de deur uit worden gestuurd om een
wissewasje, dan is er gauw oproer in de
Nederlanden. Als voor den Prins.,..K
gen, zooals bijv. in Japan, Nicaragua,
Mexico, N.-Zeeland en andere landen,
gaat het om geweldige en meestal zeer
diep liggende verschuivingen en verticale
verplaatsingen van aardlagen, welke een
zoodanigen schok veroorzaken, dat over
de geheele aarde de grond in trilling ge
raakt. Dergelijke groote aardbevingen
worden dan ook door alle seismografi
sche observatoria der geheele aarde
waargenomen, zij het, dat op grooten af
stand de trilling niet meer gevoeld, doch
slechts door de uiterst gevoelige instru
menten, seismografen, kunnen worden
geregistreerd. Hoe verder men dan van
den haard der beving, het epi-centrum is
verwijderd, hoe zwakker de trillingen
zijn.
Op verren afstand is de trilling altijd
in heen en weergaande beweging van de
aardkost in een richting, die bepaald
wordt door de ligging van het waarne-
mingspunt ten opzichte van het epi-cen
trum. Men kan uit de door de seismo
grafen geregistreerde bodembeweging de
richting, waarin, en den afstand, waarop
het epi-centrum ligt, bepalen, vandaar,
dat men reeds dadelijk na het optreden
der beving ongeveer de plaats weet.
Wanneer dus nu reeds de vermoede
lijke plaats van bet epi-centrum van de
Zondagnacht waargenomen beving kon
worden aangegeven, steunt deze bepaling
grootendeels op de seismografische regis
treeringen, behalve op bet feit, dat op tal
van plaatsen om dit vermoedelijke epi
centrum de beving ongeveer even sterk
is waargenomen.
In Europa hebben over het algemeen
hoogst zelden catastrophale aardbevin
gen plaats. De aardbeving van Messina,
die reeds een groot aantal jaren geleden
is, behoort tot de grootste uit onzen tijd.
Enkele streken der aarde, meest die waar
hooge bergketens en diepe zeeën aan el
kaar grenzen, zijn ware aardbêvingshaar-
den.
Maar in ons werelddeel blijven de aard
bevingen beperkt tot vrij onschuldige bo
demtrillingen, die op zijn hoogst leiden
tot heel geringe beschadigingen aan ge
bouwen. Zelfs dan duiden zij op een on
stabiliteit van den bodem en op een ze
kere onrust, die aantoont, dat onze aarde
geen doode bol, maar een nog levend en
stuiptrekkend lichaam is. De aardbeving
van Zondagnacht brengt ons dit feit weer
in herinnering en dit is altijd min of
meer alarmeerend, omdat onder het wei
nige, waarvan wij in bet leven vrij zeker
zijn, de vastheid van den bodem een voor
name plaats inneemt.
Vereeniging voor Ziekenverpleging
te Vlissingen.
Gisteravond hield bovengenoemde ver
eeniging haar jaarvergadering, onder
voorzitterschap van ds S. J. Hartjes, die
de niet-talrijke aanwezigen welkom 'heette
en mededeelde, dat de voorzitter, dr Sta-
verman, plotseling verhinderd was de ver
gadering bij te wonen.-
'Zooals reeds uit 't jaarverslag is ge
bleken, hebben wij een 'klein overschot
over het afgeloopen jaar. In het begin
van het jaar waren de financiën zorgelijk,
maar nu in de laatste weken gaat het
beter. De oorzaak hiervan is, dat een zeer
ruim gebruik gemaakt wordt van de rie-
ken'huisverpleging. Spr. hoopt, dat alleen
wanneer dit werkelijk noodig is, men bij
de vereeniging zal aankloppen, en wijst
op de gift van f 50, welke ontvangen is
van een gezin, dat van de ziekenhuisver-
pleging heeft gebruik gemaakt. Spreker
hoopt, dat dit voorbeeld navolging moge
vinden.
'De controle-commissie rapporteerde bij
monde van den heer P. Machgeeis, dat
alles in de beste orde is bevonden.
Het jaarverslag gaf geen aanleiding tot
besprekingen en werd goedgekeurd. De
voorzitter wijst er nog op, dat het opmer
kelijk is, dat onze vereeniging veel meer
verpleegdagen heeft gehad, dan te Mid
delburg. 'Dit groote aantal heeft onze ver
eeniging wel eonis zorg 'gehaard, doch ge
lukkig is er een keer ten goede gekomen.
Het blijkt echter ook, dat door de zie-
kenhuisverpleging de financieele zorgen
zeer veel worden verlicht, zoodat de in de
ziekenhuizen verpleegd wordende leden
der vereeniging niet zoo spoedig naar
huis verlangen, maar zooveel mogelijk
wachten tot zij geheel hersteld zijn, Dit is
op zichzelf wel goed maar de hoog mag
niet te strak gespannen worden.
Het bestuur stelde vervolgens voor de
vereeniging te doen aansluiten bij de Fe
deratie van Vereenigingen v. Ziekenhuis-
verpleging in Nederland. Een der voor-
deelen hiervan is dat naar een andere
plaats vertrekkend gezin of persoon direct
in volle rechten kan worden overgeschre
ven bij een aldaar eventueel gevestigde
vereeniging. Tijdelijk elders vertoevende
blijven aangesloten bij onze vereeniging.
Met algemeen© stammen wordt tot toe
treding besloten.
Het aan de beurt van aftreding zijnde
'bestuurslid, de heer L. P. van Oorschot,
werd herkozen.
Tot lid der controle-commissie werden
benoemd dezelfde heeren als het vorige
jaar, n.l. de heeren P. L. Abra'hamse, B.
Huhregtse en P. C. Machgeeis.
Naar aanleiding van een gedane vraag
deelt de voorzitter mede, dat binnenkort
aan de leden een reglement en statuten
zal worden verstrekt. Hierna sluiting.
Heirikenszand. Maandagavond hield de
Tuinbouwvereen, „Heinkenszand en Om
streken" een algem. ledenvergadering ter
bespreking vervoer der kruisbessen en
aardbeien. Waar de prijs der kruisbessen
wederom van dien aard is, dat onmogelijk
geplukt kan worden, zal van een gemeen
schappelijk vervoer der kruisbessen wor
den afgezien daar dan elk lid kan doen
wat hem het beste ljjkt. By het vervoer
der aardbeien is dit iets anders. Met ver
schillende in de gemeente gevestigde
vrachtrijders zal een bespreking worden
gehouden betreffende den prijs die zjj
berekenen om daarna zoo mogelijk met
hen een overeenkomst aan te gaan voor
gemeenschappelijk vervoer. Door den
voorzitter wordt den leden in overweging
gegeven zich meer dan tot nog toe te or-
ganiseeren.
De Commissaris der Koningin brengt een officieel bezoek aan Ierseke. In het mid
den de Commissaris der Koningin. Geheel rechts burgemeester Gunning.
„Hold oe mond toch dicht, Passer. ïe
haald ook altied de polletiek over den
vloer hen, waor 'tin ens (niet eens) te
pas kump", zeide weer een soldaat.
„Heb-je 'daan met praten?" klonk een
andere stem. „Kom dan hier; 'k heb hier
een kruikje bier, man, zoo iets heb je je
'leven nog niet 'had."
Een verleidelijk geklok deed zich hoo-
ren. Kees smakte met de lippen en keerde
zijn kruikje boven het glas om; helaas,
slechts weinige druppels lekten er uit!
„Zet die kruik neer, vent!" fluisterde
Van Stralen driftig. „Wil je ons dan met
alle geweld verklappen?"
„Hoe komen we er uit, meneer? Door de
deur heen? Ik zie er geen gat in; op mijn
woord van eer", zeide de dronkaard, die
begon te begrijpen dat hij zich met een
zaak had ingelaten welke het daglicht
niet verdragen kon.
„Een naar gezeur toch!" riep een sol
daat weer. „De majoor kon toch wel op
z'n vingers natellen dat de lui hier hem
nooit zullen uitleveren. Klaas, geef me
een pijp tabak van je; de mijne is natl"
„Ze moeten den deserteur opsnorren",
fluisterde Velders den luitenant toe, „en
ik geloof zoo waar dat het 't zelfde troep
je is van toen."
„Is Van Hooxnebeke er bij?" vroeg
deze, terwijl hij de stoelleuning zoo ste
vig met de handen kneep, dat ze kraakte.
„Denk je dat ik door de deur heen kan
zien?" zeide Kees korzelig. „Maar", voeg
de hij er bij: „jij hebt me hier gebracht,
jij zorgt maar dat ik bier weer vandaan
kom!"
„Kerel, wat scheelt je?" Daar is 'tgat
van de deur; pak je biezen, en gauw een
beetje als 't je blieft! Ik zal wel met den
waard afrekenen."
„Maar alB ze mij dan herkennen?" her
vatte Velders, die, zooal tot de verdienste
lijkste, niet tot de heldhaftigste burgers
behoorde.
„Wat raakt mij dat?" was het vrien
delijke bescheid. „Je zegt eenvoudig:
„Goeden avond burgers en buitenlui", en
je snijdt stilletjes uit. 'tls maar, dat ze
ons niet bij elkaar hebben te zien. Straks
ga ik heen. Bonjour!"
De luitenant hield do deur open, waar
bij hij zorg droeg voor het gezelschap in
de gelagkamer onzichtbaar te blijven.
Kees stapte met looden schoenen het op-
trapje af. Zoodra het mogelijk was, sloot
Van Stralen de opening achter hem. In-
tusscben kon hij elk woord verstaan, want
de kamers waren slechts door een dun
houten beschot gescheiden,