VELDE D£ ZEEUW liden m 63. Vervolgd en bevrijd ICK TWEEDE BLAD. :ers. FIJNSTE. shouding, Staten-Generaal Uit de Provincie. IUR. LNDERE. SLAND. amenten jr FEUILLETON ("Wordt vervolgd.) ni 1931. n.m. 11.55 11.35 11.20 L 11.45 ±12.— JICHT. 11 Juni: lot Zuide bewolkt, ^n, weinig uur: P60. ini ig13 Juni ONNET. lELBURO VAD ig. gal, Imaag- fetlust, enz., |r het- |0 cent gisten. bid.). NBURG" berstellen- Hooge van uit Vergezicht. |dag. per dag. DROST, ïg: ie in Am- )oede be- reisgeld aan het roes. *0 I, -*v rn ■m VAN WOENSDAG 10 JUNI1931, Nr 210. TWEEDE KAMER. De toestand bij de werkverschaffingen. De heer De Visser (Comm.) heeft gisteren geïnterpelleerd over de toestan den bij de werkverschaffingen. Hij betoogde dat het kapitalisme niet in staat is, de werkloosheid op te heffen. De werkloozen zijn bij honderdduizenden te tellen, maar slechts een tienduizend menschen worden aan werk geholpen. De loonen zijn uitermate laag, en er bestaan er zelfs van 8 tot 9 gulden. Neemt spr. echter 'n loon van f 21.63, één der hoogste loonen. Daarvan blijft over na aftrek van onkosten f 14.93. Hier nu moeten de menschen dan hun gezin mee onderhouden. Niet veel heter is het met betrekking tot de andere verhoudingen die het lot dezer bannelingen bepalen, o.m. de geneeskundige verzorging. Spr. geeft daarvan verschillende voorbeelden. Voorziening van drinkwater is in vele gevallen niet aanwezig. Met de huisves ting is het al even slecht. Is het wonder, dat de arbeiders ten scherpste in verzet komen? De stroozak- ken zijn zoo vuil, dat men er een dier niet op zou willen laten slapen. Met het eten is het geen haar beter gesteld. De aller beste maatregel zou zijn, als de Regeering deze kost eens een paar weken zou moe ten eten. De verloven zijn evenzeer zeer slecht geregeld. In den Wieringermeer- polder mogen de menschen slechts eens in de acht weken naar huis. De behandeling is zóó, dat de meest lastigen eenvoudig ontslagen worden, waarna de steun wordt ingetrokken. Indien men. op deze wijze voortgaat, zullen er acties onder de werk loozen komen, die hun weerga niet hebben Spr. stelt ten slotte een aantal vragen. De Minister vanBinnen- landsche Zaken, de heer R u y s de Beerenbrouck, zegt, dat sinds de werkloosheidsinterpellaties van drie maanden geleden de toestand niet verbe terd is. Integendeel is tegen het najaar een vergrooting derwerk loosheid te wachten. De overheid moet dus de grootste aandacht hebben voor dit vraagstuk. Wat de werkverschaffing be treft, bereiken de regeering betrekkelijk weinig klachten. Wie de zaak rustig beschouwt, moet er kennen, dat in vele gevallen de overheid slechts weinig kan doen. Het is niet mo gelijk, aan alle verlangens te voldoen. De moeilijkheden van financiëelen aard leg gen bovendien een rem aan daar, waar de regeering dien rem niet gaarne ziet. Ook particuliere bedrijven hebben de grootste moeite, het bedrijf gaande te houden. In het Zuiden zijn ongeveer 100 gemeenten, die werkverschaffing met den steun van het rijk hebben ingericht. Ook in de noordelijke provincies toonen de gemeentebesturen een prijzenswaardigen ijver om aan de moeilijkheden het hoofd te bieden. Er is daarbij voortdurend con tact met de vakbeweging. Spr. waardeert contact ten zeerste. De regelingen, die zijn tot stand geko men, worden loyaal toegepast. Wanneer ernstige klachten zich voordoen worden deze met groote zorg onderzocht. Spreker eischt, dat niet licht over klachten wordt heengeloopen. De toestanden dienen aan behoorlijke eischen te voldoen, al zal er altijd wél wat blijven ontbreken. De minister is overtuigd, dat de wo ning- en voedselvoorziening in het alge meen geen aanleiding geven tot gegronde klachten. De vergelijking met het vrije bedrijf gaat in alle opzichten op en in de Rijksinrichtingen is het op dit gebied veelal beter. Iedere arbeider, die tot spr. of tot de inspectie rich gewend heeft, heeft volop gelegenheid, zijn klachten te uiten, Deze klachten moeten echter in behoorlijken vorm gedaan worden. Voor stakingen en acties is geen reden. 18.) Historisch verhaal uit den Napoleontischen tijd. „Waar waart ge den vorigen avond ge weest?" vroeg de luitenant, die aan een andere oorzaak van een bloedplas dacht dan Kees opgaf, „Wel, vóór ik naar huis ging, ben ik hier even aan geweest, want ik was zoo schandelijk door de soldaten behan deld. Ma^r baast niets gebruikt, me neer, haast niets, op mijn woord van eer, want ik ban maar een klein beetje verdragen." ??.t luitenant peinsde over het betrek kelijke van „kleine beetjes". ,,Maar dat kan zoo niet blijven," zeide ny. „Schenk nog eens in; geneer je niet! V. njpst gestraft worden, want wanneer ie schelmen maar ongestoord verbinding nouden met den vijand, en de soldaten an t leger er ten slotte aan meehelpen, uan moet er oproer komen, tot groote schade van 't land; dat kan niet anders. u ,ra<ien 6r werk van te maken; ge c-nt anders kano hebben dat saea u. ver- Voor ieder overleg met organisaties is spreker te vinden. De enkele feiten, die de interpellant noemde, zal spr, onderzoeken. Van een verlof iedere week kan over het algemeen geen sprake zijn. De inlichtin gen, die de heer De Visser gaf over de loonen, rijn onjuist. Deze loonen liggen ge middeld tusschen 18 en 21 gulden. Er zijn ook arbeiders, wier loon naar de 30 gld loopt. De regeering zal echter nagaan, of er veranderingen gewenscht zijn De heer De Visser (Comm.) dient 2 moties in, de eerste, tot opheffing van ver schillende misstanden, de tweede, tot het geven van een uitkeering ineens van 100 gulden aan allen, die 3 maanden of langer werkloos zijn. Geen dezer moties wordt ondersteund. De heer Drop (S.D.) zegt, dat de bedoeling der communisten alleen is, par tij te trekken van de slechte economische toestanden. De sociaal-democraten doen daar niet aan mee. Spr. zou willen, dat meer nieu we werken uitgevoerd werden. Verschil lende werken kunnen dienstbaar gemaakt worden aan de bestrijding der werkloos heid. Daarbij dient te worden gebroken met het systeem van loondruk, dat toch zeker niet opgaat, nu in het particu liere bedrijf geen werkgelegenheid is. Nauw daarmee samen hangt de gebrek kige huisvesting. Wat de loonen betreft, zegt spr., dat hij weet dat er menschen zijn, die met 7 en 8 gulden naar huis gaan. Ook de aftrek der gezinsinkomsten bij steun zet veel kwaad bloed. Spr. dringt te dien aanzien op verbete ringen aan. De heer Bakker (C.H.) betoogt, dat het heel gemakkelijk is, de regeering in gebreke te stellen, maar dat de regeering in Engeland, die een arbeidersregeering is, toch ook geen raad weet met het werk loosheidsvraagstuk. De heer De Visser: En in het land waar wij de macht hebben? De heer Bakker: Daar worden sla venzielen gekweekt in geestelijk en maat schappelijk opzicht. Spr. erkent de miss standen in de werkverschaffing, maar de regeering is van goeden wil gebleken en bij de werkverschaffingen zullen altijd misstanden blijven bestaan. De loonen zijn veelal zeer laag, maar dit ligt ook wel eens aan de mindere arbeidsprestatie. Ook de loonen der plattelandsarbeiders zijn zeer laag en kunnen niet hooger zijn door de crisis. De heer E b e 1 s (V.D.) vraagt of niet meer de aandacht moet worden besteed aan plaatselijke bestriding der werkloos heid. Daarbij moet er op worden gelet dat de uitvoering van openbare werken een betere bestrijding der werkloosheid is dan welke indirecte bestrijding ook. Kan het tempo in deze uitvoering niet ©eniger mate versneld worden? De heer Kuiper ,R.K., dringt er op aan. dat de menschen, die van hun gezin gescheiden zijn, beter het verhand met hun gezin zullen kunnen behouden. De vergelijking tusschen de loonen op het platteland en die in de werkverschaffing begrijpt spr. niet. De stadswerkloozen heb ben hun gezin immers in de dure stad, waar bot meer geld noodig heeft om te leven dan op het platteland. De heer v. d. H e id e, S.D., betoogt, dat in het Noorden des lands men de werk verschaffing moet gaan beschouwen als een normaal verschijnsel. Er is niet de.minste reden te denken, dat de toestand binnenkort zal veranderen. Daarom dringt spr. er op. aan, dat de beperkende bepalingen volgens welke bepaalde arbeiders niet tot de Rijkswerkverschaffing kunnen wor den toegelaten, worden opgeheven. Het is een wantoestand, dat oude vaders naar de werkverschaffing gaan, terwijl de zoons, jonge kerels, thuis gedwongen zijn niets te doen. De heer W ij n k o o p, C.P., betoogt, dat de S. D. A. P. de reclame wil uithangen. Het N. V. V. heeft zelf de gedachte aan een toeslag in eens aan de werkloozen naar voren gebracht. Doch nu het er op aankomt, wordt een motie-De Visser niet gesteund. Spr. betoogt, dat het Sovjet regime ,geen werkloosheid kent. De heer Bakker zei wel, dat in Rusland slaven zielen gekweekt worden, maar hier behoe ven ze niet gekweekt te worden; de werk loozen zijn allen slaven. De heer De Visser: De eenige vrij heid, die ze hebben is, om te verhonge ren. dacht van mee te heulen mot de verra ders en, ten tweede, wanneor ge dat tot een goed einde brengt, hebt ge kans dat ge de vijftig gulden nog binnen krijgt, die u rechtmatig toekomen." Hoe famiïaarder Kees werd, des te boloefder sprak de luitenant. „Je hebt gelijk, schoon gelijk, meneer," zeide Kees, „ik ga er morgen op af, hoorl Och!" zuchtte hij, zich bedenkende, „mor gen kan ik niet; ik moet te werk, want ik heb geen duit meer op zak, op mijn eorewoordl Och meneer, als je wist, zoo arm als ik ben!" „Wel foei, zoo'n verdienstelijk burger van 't Keizerrijk, en dan zoo arm!" zei Van Stralen op verontwaardigden toon. „De heeren moesten u levenslang vrij wo nen on kost geven, op dat nieuwe gesticht dat daar pas gezet is voor zulke arme lieden als gij! Maar wie krijgt alles wat hem rechtens toekomtl Doch wat ik zeg gen wil, ga morgen gerust naar Haar lem; ik ben door de heeren aangesteld om die zaken te onderzoeken, en ze geven getuigengeld aan degenen die iets heb ben mee te deelen. Hier is tien gulden; wanneer ge dat nu geheim houdt en 't niet aan de groote klok hangt, dan hebt ge kans dat ze u morgen nog zoo'n som metje gevea." Minister R u y s dupliceert. Sinds de laatste werkloosheidsinterpellatie heeft de regeering zich tot verschillende gemeen ten gewend en pogingen aangewend om werkverruiming te verkrijgen. Onder an dere in Os en Boxmeer is in dit op zicht iets bereikt. Spr. zal zoo mogelijk een inventarisatie houden van werkverrui mingsobjecten. Tegen toeslag ojp Ide loo nen bestaan overwegende bezwaren. De kwestie der beperkende bepalingen zal spr. aan de contactcommissie voorleggen, In moeilijke omstandigheden dienen de werkloozen opgebeurd te worden en niet opgezweept. De regeering doet alles van baar kant om de moeilijkheden, waarin het geheele volk verkeert, te verzachten. De interpellatie wordt gesloten. AARDBEVINGEN IN NEDERLAND. De weerkundige medewerker van het „Vaderl." schrijft: De aardbeving is wel een heel zeld zaam verschijnsel in ons land. Met tus- schenpoozen van soms een groot aantal jaren worden wij plotseling opgeschrikt door verschijnselen van een lichte beving van den bodem, die zich mededeelt aan onze huizen en tengevolge heeft, dat kleine voorwerpen worden omgeworpen of van den muur vallen. Maar zoo erg en zoo wijd verbreid als de verschijnselen in den nacht van Zaterdag op Zondag zijn geweest, zoowel in Den Haag als op an dere plaatsen, kan ik mij niet berinneren óóit beleefd te hebben. Het was zop op bet eerste oogenblik en vooral op Maandagmorgen, als de meeste kranten nog niet verschenen zijn, moei lijk uit de voorloopige berichten conclu sies te trekken en uit den aard der zaak nog onvolledige tijdingen te overzien. Eerst wanneer alle berichten verzameld en vergeleken zijn, zal men zich een eind oordeel kunnen vormen, maar reeds nu geven de eerste berichten den indruk, dat wij te doen hebben met een beving van bijzondere sterkte en uitgebreidheid in verhouding tot de bevingen die in N W. Europa wel eens voorkomen. Gaan we de tot nu toe bekend gewor den berichten na, dan blijkt, dat zich meer of minder sterke bevingsverscbijn- selen hebben voorgedaan van het zuiden van Engeland tot het noorden van Schot land (met uitzondering van Wales en Ier land), dat is dus ten Westen en N.W., in Z.-Noorwegen en in Denemarken, dus ten Noorden en N.O. en in België en in ons land, dat is ten Zuiden van den vermoe- delijken haard. Terecht wordt dan ook door het Engelsche seismografische sta tion van West-Wormwich ondersteld, dat het epicentrum van de beving gelegen moet zijn midden in de Noordzee, maar natuurlijk zal deze Onderstelling moeten worden bevestigd door vergelijking van de waarnemingen, die in de bovenge noemde landen zijn gedaan. En dan zal men er wel in slagen de juiste plaats van het epi-centrum te bepalen, daar in al deze landen seismografische observatoria bestaan. Van welken aard de oorzaak der beving is, kan nog niet met groote zekerheid worden gezegd, al schijnt bet wel vrij ze ker, in verband met de uitgebreidheid van het terrein, waarop zij is waargeno men, dat wij te maken hebben met een aardbeving, die het gevolg is van belang rijke en waarschijnlijk diep gelegen bo demverplaatsingen, die een gevolg zijn van vereffening van spanningen, zooals het geval is bij de groote aardbevingen in andere streken der aarde, welke in den laatst en tijd nog al dikwijls zijn voorge komen. Minder waarschijnlijk is, dat de beving moet worden toegeschreven aan het in storten van groote onderaardsche holen, zooals bijv. wel het geval is bij de kleine en lang niet zoo wijd verbreide bodem- trillingen, die nu en dan worden waar genomen, bijv. in den Eifel, bodembewe gingen, die zich in een kleinere omge ving uitbreiden en aan de oppervlakte kunnen worden gevoeld of door verplaat sing van kleine voorwerpen kunnen wor den waargenomen. Hiertoe behooren o.a. do bevingen, die nu en dan in Z.-Limburg worden opge merkt. Weliswaar komen de nu waarge nomen verschijnselen daarmede geheel overeen, maar bet gebied waarover zij ge voeld zijn, is veel grooter, Bij de groote catastrophale aardbevin- „0 meneer! Gunst wat is UEdele goed, UEdele redt me van een zekeren dood, op mijn woord van eer! Als UEdele me nu maar zeggen wil waar ik morgen moet wezen en hoe laat. „Wat is dat?" zeide Van Stralen, ter wijl hij Kees met de hand tot stilzwijgen wenkte. Luide voetstappen en luidruchtige stemmen deden zich voor de herberg hoo- ren. De deur werd geopend on bet troepje stormde naar binnen. Verscheidene zware voorwerpen van metaal werden met veel gedruisch in den hoek gezet en nu ving een druk gesprek aan. „Hé kastelein, geef dadelijk een goed glas bier; ik heb dorst als een paard," riep er een. „Is dat een weer veur soldaoten, 'k Mn tot op 't lief toe nat; kiek maor, 't water leüp de piepen van mien broek unt", klaagde een ander. „Kastelein, een kop thee voor mijn", zei een derde met een jongensachtige stem. „Nu, ik kan je verzekeren", verklaarde een vierde, „wanneer de militairen de Hollanders meen ik telkens met zulk weer de deur uit worden gestuurd om een wissewasje, dan is er gauw oproer in de Nederlanden. Als voor den Prins.,..K gen, zooals bijv. in Japan, Nicaragua, Mexico, N.-Zeeland en andere landen, gaat het om geweldige en meestal zeer diep liggende verschuivingen en verticale verplaatsingen van aardlagen, welke een zoodanigen schok veroorzaken, dat over de geheele aarde de grond in trilling ge raakt. Dergelijke groote aardbevingen worden dan ook door alle seismografi sche observatoria der geheele aarde waargenomen, zij het, dat op grooten af stand de trilling niet meer gevoeld, doch slechts door de uiterst gevoelige instru menten, seismografen, kunnen worden geregistreerd. Hoe verder men dan van den haard der beving, het epi-centrum is verwijderd, hoe zwakker de trillingen zijn. Op verren afstand is de trilling altijd in heen en weergaande beweging van de aardkost in een richting, die bepaald wordt door de ligging van het waarne- mingspunt ten opzichte van het epi-cen trum. Men kan uit de door de seismo grafen geregistreerde bodembeweging de richting, waarin, en den afstand, waarop het epi-centrum ligt, bepalen, vandaar, dat men reeds dadelijk na het optreden der beving ongeveer de plaats weet. Wanneer dus nu reeds de vermoede lijke plaats van bet epi-centrum van de Zondagnacht waargenomen beving kon worden aangegeven, steunt deze bepaling grootendeels op de seismografische regis treeringen, behalve op bet feit, dat op tal van plaatsen om dit vermoedelijke epi centrum de beving ongeveer even sterk is waargenomen. In Europa hebben over het algemeen hoogst zelden catastrophale aardbevin gen plaats. De aardbeving van Messina, die reeds een groot aantal jaren geleden is, behoort tot de grootste uit onzen tijd. Enkele streken der aarde, meest die waar hooge bergketens en diepe zeeën aan el kaar grenzen, zijn ware aardbêvingshaar- den. Maar in ons werelddeel blijven de aard bevingen beperkt tot vrij onschuldige bo demtrillingen, die op zijn hoogst leiden tot heel geringe beschadigingen aan ge bouwen. Zelfs dan duiden zij op een on stabiliteit van den bodem en op een ze kere onrust, die aantoont, dat onze aarde geen doode bol, maar een nog levend en stuiptrekkend lichaam is. De aardbeving van Zondagnacht brengt ons dit feit weer in herinnering en dit is altijd min of meer alarmeerend, omdat onder het wei nige, waarvan wij in bet leven vrij zeker zijn, de vastheid van den bodem een voor name plaats inneemt. Vereeniging voor Ziekenverpleging te Vlissingen. Gisteravond hield bovengenoemde ver eeniging haar jaarvergadering, onder voorzitterschap van ds S. J. Hartjes, die de niet-talrijke aanwezigen welkom 'heette en mededeelde, dat de voorzitter, dr Sta- verman, plotseling verhinderd was de ver gadering bij te wonen.- 'Zooals reeds uit 't jaarverslag is ge bleken, hebben wij een 'klein overschot over het afgeloopen jaar. In het begin van het jaar waren de financiën zorgelijk, maar nu in de laatste weken gaat het beter. De oorzaak hiervan is, dat een zeer ruim gebruik gemaakt wordt van de rie- ken'huisverpleging. Spr. hoopt, dat alleen wanneer dit werkelijk noodig is, men bij de vereeniging zal aankloppen, en wijst op de gift van f 50, welke ontvangen is van een gezin, dat van de ziekenhuisver- pleging heeft gebruik gemaakt. Spreker hoopt, dat dit voorbeeld navolging moge vinden. 'De controle-commissie rapporteerde bij monde van den heer P. Machgeeis, dat alles in de beste orde is bevonden. Het jaarverslag gaf geen aanleiding tot besprekingen en werd goedgekeurd. De voorzitter wijst er nog op, dat het opmer kelijk is, dat onze vereeniging veel meer verpleegdagen heeft gehad, dan te Mid delburg. 'Dit groote aantal heeft onze ver eeniging wel eonis zorg 'gehaard, doch ge lukkig is er een keer ten goede gekomen. Het blijkt echter ook, dat door de zie- kenhuisverpleging de financieele zorgen zeer veel worden verlicht, zoodat de in de ziekenhuizen verpleegd wordende leden der vereeniging niet zoo spoedig naar huis verlangen, maar zooveel mogelijk wachten tot zij geheel hersteld zijn, Dit is op zichzelf wel goed maar de hoog mag niet te strak gespannen worden. Het bestuur stelde vervolgens voor de vereeniging te doen aansluiten bij de Fe deratie van Vereenigingen v. Ziekenhuis- verpleging in Nederland. Een der voor- deelen hiervan is dat naar een andere plaats vertrekkend gezin of persoon direct in volle rechten kan worden overgeschre ven bij een aldaar eventueel gevestigde vereeniging. Tijdelijk elders vertoevende blijven aangesloten bij onze vereeniging. Met algemeen© stammen wordt tot toe treding besloten. Het aan de beurt van aftreding zijnde 'bestuurslid, de heer L. P. van Oorschot, werd herkozen. Tot lid der controle-commissie werden benoemd dezelfde heeren als het vorige jaar, n.l. de heeren P. L. Abra'hamse, B. Huhregtse en P. C. Machgeeis. Naar aanleiding van een gedane vraag deelt de voorzitter mede, dat binnenkort aan de leden een reglement en statuten zal worden verstrekt. Hierna sluiting. Heirikenszand. Maandagavond hield de Tuinbouwvereen, „Heinkenszand en Om streken" een algem. ledenvergadering ter bespreking vervoer der kruisbessen en aardbeien. Waar de prijs der kruisbessen wederom van dien aard is, dat onmogelijk geplukt kan worden, zal van een gemeen schappelijk vervoer der kruisbessen wor den afgezien daar dan elk lid kan doen wat hem het beste ljjkt. By het vervoer der aardbeien is dit iets anders. Met ver schillende in de gemeente gevestigde vrachtrijders zal een bespreking worden gehouden betreffende den prijs die zjj berekenen om daarna zoo mogelijk met hen een overeenkomst aan te gaan voor gemeenschappelijk vervoer. Door den voorzitter wordt den leden in overweging gegeven zich meer dan tot nog toe te or- ganiseeren. De Commissaris der Koningin brengt een officieel bezoek aan Ierseke. In het mid den de Commissaris der Koningin. Geheel rechts burgemeester Gunning. „Hold oe mond toch dicht, Passer. ïe haald ook altied de polletiek over den vloer hen, waor 'tin ens (niet eens) te pas kump", zeide weer een soldaat. „Heb-je 'daan met praten?" klonk een andere stem. „Kom dan hier; 'k heb hier een kruikje bier, man, zoo iets heb je je 'leven nog niet 'had." Een verleidelijk geklok deed zich hoo- ren. Kees smakte met de lippen en keerde zijn kruikje boven het glas om; helaas, slechts weinige druppels lekten er uit! „Zet die kruik neer, vent!" fluisterde Van Stralen driftig. „Wil je ons dan met alle geweld verklappen?" „Hoe komen we er uit, meneer? Door de deur heen? Ik zie er geen gat in; op mijn woord van eer", zeide de dronkaard, die begon te begrijpen dat hij zich met een zaak had ingelaten welke het daglicht niet verdragen kon. „Een naar gezeur toch!" riep een sol daat weer. „De majoor kon toch wel op z'n vingers natellen dat de lui hier hem nooit zullen uitleveren. Klaas, geef me een pijp tabak van je; de mijne is natl" „Ze moeten den deserteur opsnorren", fluisterde Velders den luitenant toe, „en ik geloof zoo waar dat het 't zelfde troep je is van toen." „Is Van Hooxnebeke er bij?" vroeg deze, terwijl hij de stoelleuning zoo ste vig met de handen kneep, dat ze kraakte. „Denk je dat ik door de deur heen kan zien?" zeide Kees korzelig. „Maar", voeg de hij er bij: „jij hebt me hier gebracht, jij zorgt maar dat ik bier weer vandaan kom!" „Kerel, wat scheelt je?" Daar is 'tgat van de deur; pak je biezen, en gauw een beetje als 't je blieft! Ik zal wel met den waard afrekenen." „Maar alB ze mij dan herkennen?" her vatte Velders, die, zooal tot de verdienste lijkste, niet tot de heldhaftigste burgers behoorde. „Wat raakt mij dat?" was het vrien delijke bescheid. „Je zegt eenvoudig: „Goeden avond burgers en buitenlui", en je snijdt stilletjes uit. 'tls maar, dat ze ons niet bij elkaar hebben te zien. Straks ga ik heen. Bonjour!" De luitenant hield do deur open, waar bij hij zorg droeg voor het gezelschap in de gelagkamer onzichtbaar te blijven. Kees stapte met looden schoenen het op- trapje af. Zoodra het mogelijk was, sloot Van Stralen de opening achter hem. In- tusscben kon hij elk woord verstaan, want de kamers waren slechts door een dun houten beschot gescheiden,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 5