DE ZEEUW
Het Seweten van RogerTrehem.
TWEEDE BLAD.
Uit de Provincie
Brieven uit de Residentie.
FEUILLETON.
Stukken voor den Gemeenteraad
van Middelburg
VAN
MAANDAG 11 MEI 1031, Nr 186.
Of sommige min of meer zwaartillige
naturen het 'nu gelooven willen of niet,
er is veel humor, veel echte humor in het
leven. Het gaat er mee als met de poëzie,
die immers overal schuilt.
Op gewone dagen spreekt de omroeper
van de Vara (de roode omroeper) ons aan
als: dames en heeren. Dat is netjes en ge
kleed, de „burgerlijke" omroepers doen
het net zoo.
Maar op 1 Mei 's morgens zei de Vara-
omroeper: dames en heeren, kamera
den! Niet „kammerajen", maar kamme-
raden, heel netjes. Alleen 's avonds zei hij
al weer heel gewoon: dames en heeren!
zonder kameraden.
'k Ben ook naar den 1 Mei-optocht wezen
kijken, 'twas vlak in m'n buurt en 'tis
m'n gewoonte nooit om weg te loopen.
Zoo'n optocht vertelt mij heel wat. Ook
over veranderingen, die de S.D.A.P. in 25
jaar heeft doorgemaakt.
Zeker, die optocht was lang, 'k heb er
alle respect voor. Veel, veel langer dan 25
jaar geleden. Toen was het meeloopen in
zoo'n optocht een daad, een belijdenis, nu
is het een verzetje, men gaat nu naar den
optocht en steekt een roode bloem op de
borst.
Voor 25 jaar zag men daar in dien klei
nen stoet de echte socialistische typen,
menschen geknipt voor de barricade en
de revolutie. Zoo'n aanblik was voor de
„bourgeoisie" om van te rillen en te be
ven. Nu zijn 't allemaal nette menschen,
heeren en dames, behoorlijk geschoren en
gekapt. Ze zingen nog wel van de inter
nationale, die morgen heerschen zal op
aard', maar ze gelooven het zelf niet. Die
menschen denken aan geen booze aansla
gen, als ze aan iets denken, dan is het
hieraan, hoeveel zetels „de partij" in de
Kamer, in de Staten, of in den Raad ver
overen zal. Dat is de kracht-meter. Dat
noemen ze het wassen van den rooden
vloed; van de internationale, die morgen
op de aarde heerschen zal, zingen ze al
leen maar, meer niet.
Dat alles is heel begrijpelijk, want als
iets van utopie werkelijkheid gaat wor
den, kent men het dikwijls haast niet te
rug. Wanneer wij vroeger in onze poli
tieke actie wel eens jongens en meisjes
gebruikten, om z.g. hand- en spandien
sten te verrichten, dan wisten de soc.-de-
mocraten geen raad met hun verontwaar
diging, dan was het mooiste woord, dat
ons naar het hoofd geslingerd werd: kin
derexploitatie.
En nu?
Ik zag een lange roode Mei-optocht,
maar de helft er van waren nagenoeg jon
gens en meisjes, die nog niet droog zijn
achtere zekere lichaamsdeelen. Het getal
der vrouwen en der jeugdigen was saam
veel grooter dan dat der mannen.
Trouwens, het is opmerkelijk, hoe de
S.D.A.P. tegenwoordig aan de „opvoe
ding" der jeugd doet. De A.J.G. is één der
belangrijkste instituten in de partij.
En hoe wordt daar de jeugd politiek
opgevoed.
Iemand, die in zijn denkbeelden zeer
dicht bij het socialisme staat, ja lid der
partij is, heeft dat dezer dagen nog weer
eens duidelijk belicht.
De roode jeugd, d.w.z. kinderen van 12
tot 16 jaar, hield te Amsterdam een de
monstratie voor haar werk en het soc.-
demoeratisch dagblad „Het Volk" was er
geheel door in de war. Bepaald confuus
van.
En de „kopjes-redacteur" sloofde zich
uit, 'teene moois volgde op het andere.
Tegen het eind van het feest nam de
leider het woord en deelde mede, dat er
bericht was ingekomen, dat in Spanje de
republiek was uitgeroepen.
Dat bericht verwierf onder die roode
kinderen van 12 tot 16 jaar een donde
rend applaus, dat zich herhaalde, toen de
door EVELYN EVERETT—GREEN.
103.)
(Vrij naar het Engelsch.)
leider opwekte tot een krachtige actie
voor de komende verkiezingen, al vleide
hij zich geenszins met de hoop, dat de uit
slag zou wezen overeenkomstig aan dien
van Spanje".
Wat de bedoelde sociaal-democraat
hierbij als commentaar voegde is te inte
ressant om het hier niet over te nemen.
Hij schreef dan o.m.:
„De situatie is zeer geestig. Men denke
zich die even goed in. In de 16e eeuw
breekt een Oranje de dictatuur van een
geestelijk en wereldlijk absolutisme, dat
in den vorm van een Spaansch koning
schap tot ons komt. Onze moderne gees
ten staan te hoog, om die kleinigheid te
appreciëeren en laten de geschiedenis bij
zichzelf beginnen.
Driehonderdvijftig jaar later is Spanje
nog een land van economische en geeste
lijke achterlijkheid. Zestig procent anal-
phabeten. Een niet al te degelijk koning
en een niet al te degelijk vriend vestigen
samen de dictatuur. Dat lukt best. Ein
delijk gelukt bet per gemeenteraadsver
kiezingen het juk van de tirannen af
te werpen. Pas als de stemmen geteld
zijn, ontdekt de oppositie haar kracht. In
Nederland, waar reeds lang de democra
tie gevestigd is en een koningschap be
staat, dat die democratie met pijnlijke
nauwgezetheid naleeft, zucht de nazaat:
„Konden ook wij zulke groote dingen
doen per gemeenteraadsverkiezing en de
Oranjes verjagen."
Dappere, romantische nazaat het is
niet meer noodig het absolutisme te ver
drijven, vermoei u daarom niet noodeloos,
dat heeft Oranje voor u en voor Engeland
reeds eeuwen geleden gedaan, al kon hij
in zijn tijd dan ook geen formeele demo
cratie vestigen.
Deze „politieke hansworsterij" is veel
minder onschuldig dan men denkt. Er is
geen sociaal-democraat in Nederland, voor
wiea de onttroning van onze Koningin
een punt van ernstige overweging is. Als
er een referendum zou worden gehouden
zouden, daarvan houd ik me overtuigd
duizenden sociaal-democraten voor het
behoud van het koningschap stemmen."
Een sociaal-democraat, die zulke dingen
durft schrijven, wordt natuurlijk uit de
roode synagoge geworpen.
Maar daarom is wat hij zegt nog niet
onjuist.
Hij spreekt van politieke hansworsterij
bjj de sociaal-democraten in ons land en
dat woord is niets te kras, eer te mooi.
Maar ja, er zijn wel eens meer men
schen, die meenen verplicht te zijn voor
het publiek iets te doen, om hun standje
op te houden, dat ze nu zelf feitelijk
ook geen 18 karaats vinden. En dan zijn
er ook nog de kwesties van „reclame" en
Ze kwam naar hem toe en sloeg haar
armen oin zijn hals.
„Dat zal het ook doen dat doet het
al, Roger", zei ze, „Maar er zijn wolken
gekomen, die er zich op het oogenblik
voor hebben geschoven. God begrijpt -het.
Hij weende over de rcuwklagenden. Jezus
weende bij het graf van een vriend en leed
om d© smart van de wereld. Je weet, dat
het licht er nog is, Roger. Maar door de
wolk, die er zich heeft voorgeschoven, zie
ie het niet."
Hij verborg het gelaat in de handen
m gaf geen antwoord. Toen bij weer op-
ieefc, zei hij: „Laten wo over mij niet
preken. Alles schijnt omver gegooid en
•ernietigd in mijn leven. Ik kan er nog
iet aan denken. Alles is als een woestenij
m me heen. Vertel me meer van jezelf
- van je plannen van de andere men-
chen thuis van wie dan ook. Maar
let liefste van jezelf."
„Ik moet nog zooveel uitdenken voor
veel kaa vertellen. Ik zou het heer
van „concurrentie".
J. H.
DE VERBETERING VAN HET
HELLEGAT.
Hei rapport-Van Konijnenburg.
Het door ir. E. van Konijnenburg sa
mengestelde rapport betreffende het uit
voeren van verbeteringswerken aan het
Hellegat en de schade, die daardoor aan
de. oester- en mosselcultuur op de Greve-
lingen zou ontstaan, is thans verschenen.
Dit rapport, dat op initiatief van de Schip-
persvereeniging Algemeen Schippers- en
Visschersbelang, in opdracht van het ge
meentebestuur van Bruinisse is uitge
bracht, bevat interessante gegevens. O.m.
wordt daarin uitdrukkelijk geconstateerd,
dat het zoutgehalte van het water voor
Bruinisse afhankelijk is van den toevoer
van meer of minder zoet water van het
Hollandsch Diep af over Volkerak en
Krammer, en dat bij hoog opperwater
deze toevoer van zoet water den doorslag
geeft en niet die van het Brouwershaven-
sche Gat uit, zooals onlangs in een minis-
terieelen brief aan het gemeentebestuur
werd bericht.
De heer van Konijnenburg gaat verder
na, waarom verplaatsing van de mossel
en oestercultuur niet mogelijk is, en komt
tot de conclusie, dat deze cultuur op de
Grevelingon alleen dan zonder schade
mogelijk zal blijken, wanneer de water-
verdeeling tusschen Haringvliet en Vol
kerak hetzelfde blijft, en dat noch onder
normale omstandigheden (gewone afvoer
van de bovenrivier), noch bij abnormale
lijk vinden, Helen's werk voort te zet
ten. Ik heb haar tot het laatst toe ge
holpen. Zelf zou ik graag het 'groote huis
verhuren en de boerderij en de huisjes
houden. "We zouden dan op de boerderij
kunnen wonen, en een grooter bedrag
over houden voor het eigenlijke werk.
Maar de bisschop voelt daar niet veel
voor heeft 'liever, dat de bezitting ge
heel onder één bestuur blijft en daar
hij zelf niet hier 'kan komen wonen, had
hij graag, dat wij hier leefden om hom
te vervangen als het ware. Natuurlijk kan
ik me zijn gevoelens heel goed indenken.
En in zeker opzicht voel ik er ook wel
voor, Ik zou het verschrikkelijk vinden,
vreemden door haar tuin te zien wan
delen en haar huis te zien gebruiken. En
zoo zal het dan wel gaan zooals ik je daar
straks ai vertelde. Ik weet, dat 'Helen een
paar maal een kort onderhoud met den
bisschop kon hebben voor haar einde.
„En haar wenschen zullen natuurlijk
opgevolgd worden."
In zijn stem klonk iets al® een bevel-
Het meisje glimlachte nadenkend.
„Daar zal het naar alle waarschijnlijk
heid wel mee eindigen. Wat ik wil doen,
is wat recht it onder leiding."
Hij keek haar scherp aan.
„Is dat een steek op mij, Philippa?"
„O neen, Roger. Zoo voel ik in den
grond van mijn hart. Ik ben bang, om
omstandigheden (hooge afvoer van de bo
venrivier), in de dagelijkscha eb- en
vloedbeweging verandering mag worden
gebracht.
Daar nu de leidam, zooals die in het
voorstel 1931 is geprojecteerd, West- en
Oost-Hellegat zal afsluiten, zoodat dan de
geheele waterbewegingsstroom opwaarts
zal worden gericht in afwijking van het
geen de natuur aanwijst, is de vrees voor
het voorgestelde werk geenszins onge
rechtvaardigd, te meer, daar aan het eer
ste gedeelte, in 1931 te leggen, reeds een
kruinbreedte van 15 M. zal worden ge
geven, terwijl de leidam ook direct boven
de stormvloedshoogte zal kunnen worden
gemaakt. Het is dus niet een tijdelijk,
maar een blijvend werk, en schade, een
maal aangericht, zal onherstelbaar blij
ken.
Om dat nu te voorkomen, stelt de rap
porteur tegenover het plan 1931 een an
der plan, het z.g. consolidatieplan, waar
door alle bezwaren ondervangen kunnen
worden en waarbij rekening wordt ge
houden met de door de natuur aangege
ven richtingen voor de waterbeweging.
Het zou in zes verschillende phasen kun
nen worden uitgevoerd.
Zij luiden:
Phase 1. Het Ventjagersgaatje wordt
gesloten en tegelijkertijd het bestaande
vaarwater in overeenstemming hiermede
verruimd. Met den aanleg van den dam
over de platen wordt aan de landzijde een
begin gemaakt. Deze dam, die de platen
van de vlakte moet vastleggen, zou ook
tot halftij of iets hooger tot hoog water
kunnen reiken. Het is echter wenschelijk
de kruin van den dam boven stormvloeds
hoogte te leggen, teneinde een kalme in
vaart voor het Hellegat te verzekeren. Als
kruinsbreedte zou met \Y* M. kunnen
worden volstaan, tenzij deze dam als veer-
dam zou moeten dienst doen.
Phase H. De afsluiting van het Vent
jagersgaatje is voltooid, de dam wordt
voortgezet en afgewerkt en de verbinding
tusschen Oost-Hellegat en Ventjagers
gaatje gedicht. Een en ander met voort
zetting van het baggerwerk.
Phase III. Het streksche werk langs
den rechteroever van het vaarwater wordt
aan het zeeëinde bij den dam begonnen
en voortgezet in de richting van de geul.
Phase IV. Voortzetting en voltooiing
van het onder phase III bedoelde strek
sche werk. Aanvang wordt gemaakt met
den uitbouw van den linkeroever 'met
daarbij behoorend baggerwerk. Deze uit
bouw is in feite de regulator van het ge
heele werk en kan geleidelijk worden
voortgezet. Met de kribben heeft men dit
geheel in de hand. Op den oostelijken
oever doen zij bovendien meer nut dan op
den westelijken oever.
Phase V. Voortzetting van het werk en
van het baggerwerk.
Phase VI. Voltooiing door aanvulling
van de ruimte tusschen de kribben als de
juiste lengte is bereikt.
Is men tot phase HI gekomen, dan kan
men, indien men dat wenscbt, den invloed
der werken afwachten, alvorens met den
uitbouw van den linkeroever te beginnen.
Phase I en kan in 1931 worden be
gonnen, en voltooid tot een kruinsbreedte
van l&M. voor den leidam. Later kan
deze worden verbreed. In 1932 kan de
rest van het werk volgen.
Het werk kan op elk oogenblik stop
worden gezet, zonder dat het bestaande
vaarwater wordt geschaad. Het vaarwa
ter blijft waar het is; zijn richting strookt
met wat de natuur aangeeft. De verklei
ning van het profiel houdt gelijken tred
met de verruiming. Het hoogwaterprofiel
is gelijk of grooter dan dat van het Vol
kerak. In de watervèrdeeling bij de groo-
tere en kleinere afvoeren van de rivier
wordt geen verandering gebracht. Het
profiel van het Haringvliet blijf ten min
ste gelijk aan dat wat bestaat boven het
eiland Tien Gemeten.
Het consolidatieplan brengt noch tij
dens den uitvoer, noch na de voltooiing
wijziging in de waterbeweging door het
Volkerak en is de eenige natuurlijke op
lossing, die geen gevaar voor mossel- en
oestercultuur oplevert.
Intusschen is nu reeds het eerste ge
deelte van den dam aanbesteed, en na
tuurlijk hebben, nu de conclusies van het
groote dingen, zelf te beslissen. Ik voel me
zooals Salomo zei als een klein kind;
ik weet niet hoe naar buiten te gaan,
noch hoe binnen te komen. Ik wil dienen.
Ik wensch mijn leven te geven. Maar ik
wil het geven op Gods wijze, niet op inijn
eigen manier. Als dit het werk is, dat Hij
voor mij bestemd beeft, zal ik bet doen
naar mijn beste weten. Maar ik voel, dat
ik leiding en bulp behoef. In de eerste
plaats heb ik Noel, die zal zijn als een
berg van kracht. Maar ik moet me in vele
dingen door den bisschop laten raden. En
we hebben toch al zooveel te snel moeten
beslissen. We zoeken naar onzen weg van
dag tot dag. Er heersdht ziekte in 't dorp.
We moeten nog aan heel wat denken.
Maar in de eerste plaats mogen we He
len's werk niet verwaarloozen. Roger, zou
jij niet graag één dergenen zijn, die kun
nen trachten, het werk voort te zetten?"
Hij sprong plotseling op.
„Hoe kom je op dat idee, Philippa?
Heeft zij ooit zoo iets gezegd?"
„Niet tegen mij", antwoordde Philippa.
Maar het kwam zoo in mijn hoofd op,
terwijl wij zaten te praten. Je schijnt zoo
onzeker, wat te beginen."
„Hoe weet je dat?"
„Is het niet altijd zoo geweest, Roger?
En we zouden samen zoo gelukkig zijn
En met jon hulp zouden we meer tot stand
kunnen brengen,.,,"
rapport zoo volkomen overeenstemmen
met wat de visschera als mannen van de
praktijk altijd hebben beweerd, bijna alle
belanghebbenden het vertrouwen in de
verklaringen van regeeringswege, dat
vrees voor schade ongegrond wordt ge
acht, verloren. Bovendien weigert men
van regeeringszijde zekerheid te geven,
dat eventueele schade zal worden vergoed.
Evenwel is, naar aanleiding van dit
rapport, op een verleden week gehouden
!>espreking, de toezegging gedaan, dat de
dam 300 M. korter zal worden gemaakt,
dan oorspronkelijk de bedoeling was, ter
wijl nog meer concessies zouden volgen.
In de raadsvergadering van 17 Dec.
1930 werd besloten, tot het aangaan van
een geldleening groot f 2.000.000 (nomi
naal) tegen een rente van 4 procent, ten
einde ,o.a. te kunnen overgaan tot de
Rijkswoningvoorschotten, welke aflossing
inmiddels heeft plaats gev.onden,
Intusschen is gebleken, dat het, voor
het voeren van een juiste administratie
door de beide Woningbouwvereenigingen
en het waarborgen van de financiëele
belangen en rechten der gemeente in
verband met de op de eigendommen der
vereenigingen rustende hypotheek ten
bate der gemeente, welke het opmaken
van een nieuwe hvpotheekacte noodig
maken, noodzakelijk is, dat de vereenigin
gen op haar beurt in de gelegenheid
worden gesteld de restant-bedragen van
de voorschotten, aan de gemeente ver
schuldigd, af te lossen en de daarvoor
benoodigde, door de gemeente te ver
strekken, nieuwe leeningsbedragen vast
te stellen, henevens de voorwaarden te
regelen waaronder die verstrekking zal
geschieden. B. en W. doen een voorstel
in dien geest.
Naar aanleiding van de bedenkingen
van een lid der Commissie voor de Straf
verordeningen tegen de voorgestelde en
in de vergadering van 17 Dec. aangehou
den wijziging der bouwverordening, heb
ben B. en W. hun voorstel nog eenigs-
zins gewijzigd en stellen zij voor aan
artikel 8bis een 3e alinea toe te voegen,
volgens welke van besluit van B. en W.
beroep open staat op den gemeenteraad.
B. en W. stellen voor de overgelegde
jaarrekeningen van den reinigings- en ont
smettin gsdienst over 1930 vast te stellen
en de gemeentelijke bijdrage, geraamd op
f54.824.20, definitief te bepalen op de
som van f56.299.28V2-
'Do Directie van de Rijkspostspaar
bank heeft zich op verzoek van B. en W.
bereid verklaard de f 172.000, die op 1
Juni nog zullen resteeren van de 5 pet.
leening van f220.000 in 1925 met die
instelling aangegaan, opnieuw aan de ge
meente te leenen tegen den koers van
961/2 pet. bij 4 pet. rente dan wel het
nominaal-bedrag der leening zoodanig te
stellen, dat een reëel bedrag van onge
veer f 172.000 wordt verkregen. B. en
W. hebben voorloopig het laatste aan
bod aanvaard, en zal het nominaal be
drag dan f 178.000 zijn en moet f 230
uit den gewonen dienst worden bijgepast.
In werkelijkheid zal de transactie hierop
neerkomen, dat het rente-percentage
wordt verlaagd van 5 procent tot 4.145
procent, waartegenover staat, dat f6000
meer moet worden afgelost. De oude lee
ning van f172.000 pro resto had thans
nog een looptijd van 22 jaar, waarvan
gedurende 21 jaar f8000 per jaar zou
worden afgelost en na het 22e jaar f 4000.
Het meest doelmatig is de nieuwe leening
van f178.000 bij gelijk blijvenden looptijd,
in dier voege af te lossen, dat gedurende
20 jaar f8000 per jaar wordt afgelost en
daarna gedurende 2 jaar f9000 per jaar.
Van de vorengenoemde f 230, zal f 67.95
moeten komen ten laste van het Water
leiding-bedrijf; f8.22 ten laste van het
eleotrisch bedrijf en f 153.83 rechtstreeks
ten laste van de gemeente.
Voor de Woensdag te houden verga
dering liggen do volgende ingekomen
stukken ter visie:
Het reeds gepubliceerde jaarverslag
van de vereeniging „De Ambachtsschool".
Een schreven van den waarnemenden
hoofddirecteur der gemeentebedrijven,
waarin hij mededeelt, te samen met den
Maar ze brak plotseling af. Hij had
zoo'n vreemde uitdrukking op zijn gelaat.
„Je denkt, dat je voor me zou kunnen
zorgen dat je me gelukkig zou kun
nen maken hier in één huis roet jou
dat je me werk zou 'kunnen geven om
mijn rondzwerven te doen ophouden. Je
zou den rollenden steen willen tegenhou
den en trachten hem met mos te omklee-
den?"
„Neen neen, Roger, dat bedoel ik niet,
zooals jij denkt. Ik zou het heerlijk vin
den, dat allemaal te kunnen volbrengen,
maar ik dacht aan jou, aan Helen
en dat je het misschien prettig zoudt vin
den, voort te zetten, wat zij begonnen is."
Roger's gelaat duidde op een inwendi-
gen strijd. Toen hij weer sprak, klonk zijn
stem zacht maar beslist: „Neen, Philip
pa, dat is mijn werk niet."
Ze keefc hem aan, met liefdevollen, on
derzoekenden en vragenden blik. Ze wilde
zoo graag weten, wat er omging in zijn
ziel, en toch wilde ze niet te diép peilen.
Maar hij scheen het te begrijpen, want hi
ging voort op denzelfden ernstigon, zach-
ten toon.
„Ik zal het je binnenkort vertellen,
Philippa. Ik moet een poosje weg gaan;
ik zal terugkomen. Ik kan hier niet blij
ven. Het epreekt allemaal zoo van haar.
Het brengt haar beeld me voor de oogen
en dan wordt al het andere verdreven,
opzichter van het electrisch bedrijf een
onderzoek te hebben ingesteld naar' het
nuttig effect van de lantaarn op den hoek
van de St. Pieterstxaat en de Lange Gist-
straat Zoowel bij de avondbranding als
bij de nachtbranding voldeed de lantaarn
aan alle 'te stellen eischen.
Ten slotte een verzoek van het Bestuur
van den Bond van Mobilisatie-invalieden
en hun nabestaanden om het voorbeeld
van den gemeenteraad van Smallingerland
te volgen en er bij de regeering op aan
dringen spoedig een afdoende regeling
van steun voor bedoelde personen in het
leven te roepen.
Bij Kon. besluit is de bronzen eere
medaille, verbonden aan de Orde van
Oranje-Nassau, toegekend aan G. Grim-
minck, landarbeider op de hofstede van
dhr P. Boonman te Nieuwdorp.
Middelburg. Gisteravond is W. H., die
tot Zaterdag in het Oude mannen- en
vrouwenhuis alhier als verpleegde in
woonde, doch dien dag wegens herhaalde
dronkenschap was geweigerd en aan wien
de politie gisteravond nachtverblijf ver
leende en hem daar een bon voor een
logement verstrekte, toen hij die in
zijn bezit had, op de Kade, vermoede
lijk toen bij de BeJJinkbrug op wilde gaan,
misgeloopen en in het water terecht ge
komen. Zeer spoedig was hulp aanwezig
en door het inslaan van een ruit van het
hokje van de reddingsbrigade op den
hoek van de Nieuwstraat kon men hem
een reddingsgordel aan een touw toewer
pen, die H. wist te grijpen. Ook op ande
re wijze, o.a. met de reddingshaak, die
aan de Koningsbrug hangt, werd de
drenkeling boven water gehouden tot een
schipper hem met een roeiboot aan wal
kon brengen. Hier bracht men hem nog
goed bij kennis in de bakkerij hoek Kade-
Nieuwstraat, waar hij echter toch kort
daarna is overleden. Het lijk werd door
de politie naar het gasthuis overgebracht.
Zaterdag a.s. zal alhier een verga
dering gehouden worden van het district
Zeeland van de Mij. tot Nut van het Alge
meen. Na afloop van de vergadering zal
een bezoek worden gebracht aan het mu
seum van het Zeeuwsch Genootschap en
de Rechtbank ter bezichtiging van de go
belins.
Goes. De Oudheidkundige Vereen. „De
Bevelanden" hoopt D.V. Zaterdag 6 Juni
een excursie te ondernemen naar de stad
Gent, teneinde den historischen zin bij
de leden aan te wakkeren. De Vereen,
heeft zich in verbinding gesteld met Dr
Van der Wercke, Geschiedschrijver en
Archivaris van Gent, die zich evenals
zijn schoonvader dhr Daled uit Brugge
bereid heeft verklaard, de leden der Be
velanden als gids te dienen. De leiding
der excursie berust in handen van den
heer W. L. B. J. Dekker, die zich met
den voorzitter der Vereeniging, dhr. P. G.
de Gelleke, naar Gent zal begeven, om
vooraf eenige regelingen te treffen in het
belang van den tocht.
Een avond van te voren hoopt dhr Dek
ker een lezing met lichtbeelden te hou
den over: „De Stad der Artevelde's.
Zaterdagavond vergaderde in hef
lokaal der G. J. V. iu de Wijngaardstr. de
Ring Goes en Omstreken van het Ned.
Jong. Verbond.
Veertien afdeelingen waren tegenwoor
dig met ruim 60 leden.
Dhr Duvekot heette allen welkom in
zonderheid dhr Fallentin. De secr. las de
notulen. Het onderwerp voor bijbelbespre
king was 1 Joh. 5 114, wat werd inge
leid door dhr A. Oudkerk van de afd.
'sH. Hendrikskinderen, waarop nog een
bespreking volgde.
De secr. bracht vervolgens verslag uit
over het afgeloopen jaar.
De penningmeester deelde in zijn ver
slag mede dat er over het afgeloopen
jaar nog een saldo was van f 8.91.
Vervolgens deelde de voorz. mede, dat
er voldoende personen zich hebben opge
geven om op een goedkoop reisbiljet den
grooten bondsdag te Deventer te bezoeken
op 13 en 14 Mei. Ook werd aan dhr
M. Schipper Mz. van 's H. Hendrikskin
deren dank gebracht voor het werk dat
hij in den Ring heeft gedaan als Ring-
Ik mag het niet doen terwille van haar
dat weet ik. Maar hier hoe kan ik
het zeggen? Hoe kan ik mezelf vertrou
wen? Ik moet gaan. Maar ik zal terug
komen. Phil, wie is er op Transome Pe-
veril nu?"
„Nugent en Elinor en ik denk papa. Hij
was in Londen, toen dit gebeurde. Hij
heeft er veel van geiweten. Je weet, dat
Helen met de bruiloft bij ons was. Ze won
zijn hart. zooals ze de harten van ieder
een won. Hij zou met oom Ambrosiua
naar Parijs gaan; maar ze hebben het
uitgesteld. Ik geloof, dat papa een dag
of twee geleden naar Transome Peveril
is gegaan. Hij zal er niet lang blijven,
maar er zijn eenige zaken te behandelen.
Nugent en Elinor willen allebei verau-
deringen aanbrengen, en papa vind het
goed. Ik geloof, dat hij daarvoor er naar
toe is gegaan."
„Zou hij me nu willen ontvangn?"
vroeg Roger nederig.
„O, daar ben ik zeker van absoluut
zeker. Ja, dat moet je 'gaan doen je
moet er heen gaan! En Roger, er is nog
geen nieuwe predikant in Transomo Pe
veril benoemd. De plaats blijft nog een
poosje open."
(Wordt vervolgd.)