DE ZEEUW Het Seweten van RogerTrehem. TWEEDE BLAD. Uit de Provincie Brieven uit de Residentie. FEUILLETON. Stukken voor den Gemeenteraad van Middelburg VAN MAANDAG 11 MEI 1031, Nr 186. Of sommige min of meer zwaartillige naturen het 'nu gelooven willen of niet, er is veel humor, veel echte humor in het leven. Het gaat er mee als met de poëzie, die immers overal schuilt. Op gewone dagen spreekt de omroeper van de Vara (de roode omroeper) ons aan als: dames en heeren. Dat is netjes en ge kleed, de „burgerlijke" omroepers doen het net zoo. Maar op 1 Mei 's morgens zei de Vara- omroeper: dames en heeren, kamera den! Niet „kammerajen", maar kamme- raden, heel netjes. Alleen 's avonds zei hij al weer heel gewoon: dames en heeren! zonder kameraden. 'k Ben ook naar den 1 Mei-optocht wezen kijken, 'twas vlak in m'n buurt en 'tis m'n gewoonte nooit om weg te loopen. Zoo'n optocht vertelt mij heel wat. Ook over veranderingen, die de S.D.A.P. in 25 jaar heeft doorgemaakt. Zeker, die optocht was lang, 'k heb er alle respect voor. Veel, veel langer dan 25 jaar geleden. Toen was het meeloopen in zoo'n optocht een daad, een belijdenis, nu is het een verzetje, men gaat nu naar den optocht en steekt een roode bloem op de borst. Voor 25 jaar zag men daar in dien klei nen stoet de echte socialistische typen, menschen geknipt voor de barricade en de revolutie. Zoo'n aanblik was voor de „bourgeoisie" om van te rillen en te be ven. Nu zijn 't allemaal nette menschen, heeren en dames, behoorlijk geschoren en gekapt. Ze zingen nog wel van de inter nationale, die morgen heerschen zal op aard', maar ze gelooven het zelf niet. Die menschen denken aan geen booze aansla gen, als ze aan iets denken, dan is het hieraan, hoeveel zetels „de partij" in de Kamer, in de Staten, of in den Raad ver overen zal. Dat is de kracht-meter. Dat noemen ze het wassen van den rooden vloed; van de internationale, die morgen op de aarde heerschen zal, zingen ze al leen maar, meer niet. Dat alles is heel begrijpelijk, want als iets van utopie werkelijkheid gaat wor den, kent men het dikwijls haast niet te rug. Wanneer wij vroeger in onze poli tieke actie wel eens jongens en meisjes gebruikten, om z.g. hand- en spandien sten te verrichten, dan wisten de soc.-de- mocraten geen raad met hun verontwaar diging, dan was het mooiste woord, dat ons naar het hoofd geslingerd werd: kin derexploitatie. En nu? Ik zag een lange roode Mei-optocht, maar de helft er van waren nagenoeg jon gens en meisjes, die nog niet droog zijn achtere zekere lichaamsdeelen. Het getal der vrouwen en der jeugdigen was saam veel grooter dan dat der mannen. Trouwens, het is opmerkelijk, hoe de S.D.A.P. tegenwoordig aan de „opvoe ding" der jeugd doet. De A.J.G. is één der belangrijkste instituten in de partij. En hoe wordt daar de jeugd politiek opgevoed. Iemand, die in zijn denkbeelden zeer dicht bij het socialisme staat, ja lid der partij is, heeft dat dezer dagen nog weer eens duidelijk belicht. De roode jeugd, d.w.z. kinderen van 12 tot 16 jaar, hield te Amsterdam een de monstratie voor haar werk en het soc.- demoeratisch dagblad „Het Volk" was er geheel door in de war. Bepaald confuus van. En de „kopjes-redacteur" sloofde zich uit, 'teene moois volgde op het andere. Tegen het eind van het feest nam de leider het woord en deelde mede, dat er bericht was ingekomen, dat in Spanje de republiek was uitgeroepen. Dat bericht verwierf onder die roode kinderen van 12 tot 16 jaar een donde rend applaus, dat zich herhaalde, toen de door EVELYN EVERETT—GREEN. 103.) (Vrij naar het Engelsch.) leider opwekte tot een krachtige actie voor de komende verkiezingen, al vleide hij zich geenszins met de hoop, dat de uit slag zou wezen overeenkomstig aan dien van Spanje". Wat de bedoelde sociaal-democraat hierbij als commentaar voegde is te inte ressant om het hier niet over te nemen. Hij schreef dan o.m.: „De situatie is zeer geestig. Men denke zich die even goed in. In de 16e eeuw breekt een Oranje de dictatuur van een geestelijk en wereldlijk absolutisme, dat in den vorm van een Spaansch koning schap tot ons komt. Onze moderne gees ten staan te hoog, om die kleinigheid te appreciëeren en laten de geschiedenis bij zichzelf beginnen. Driehonderdvijftig jaar later is Spanje nog een land van economische en geeste lijke achterlijkheid. Zestig procent anal- phabeten. Een niet al te degelijk koning en een niet al te degelijk vriend vestigen samen de dictatuur. Dat lukt best. Ein delijk gelukt bet per gemeenteraadsver kiezingen het juk van de tirannen af te werpen. Pas als de stemmen geteld zijn, ontdekt de oppositie haar kracht. In Nederland, waar reeds lang de democra tie gevestigd is en een koningschap be staat, dat die democratie met pijnlijke nauwgezetheid naleeft, zucht de nazaat: „Konden ook wij zulke groote dingen doen per gemeenteraadsverkiezing en de Oranjes verjagen." Dappere, romantische nazaat het is niet meer noodig het absolutisme te ver drijven, vermoei u daarom niet noodeloos, dat heeft Oranje voor u en voor Engeland reeds eeuwen geleden gedaan, al kon hij in zijn tijd dan ook geen formeele demo cratie vestigen. Deze „politieke hansworsterij" is veel minder onschuldig dan men denkt. Er is geen sociaal-democraat in Nederland, voor wiea de onttroning van onze Koningin een punt van ernstige overweging is. Als er een referendum zou worden gehouden zouden, daarvan houd ik me overtuigd duizenden sociaal-democraten voor het behoud van het koningschap stemmen." Een sociaal-democraat, die zulke dingen durft schrijven, wordt natuurlijk uit de roode synagoge geworpen. Maar daarom is wat hij zegt nog niet onjuist. Hij spreekt van politieke hansworsterij bjj de sociaal-democraten in ons land en dat woord is niets te kras, eer te mooi. Maar ja, er zijn wel eens meer men schen, die meenen verplicht te zijn voor het publiek iets te doen, om hun standje op te houden, dat ze nu zelf feitelijk ook geen 18 karaats vinden. En dan zijn er ook nog de kwesties van „reclame" en Ze kwam naar hem toe en sloeg haar armen oin zijn hals. „Dat zal het ook doen dat doet het al, Roger", zei ze, „Maar er zijn wolken gekomen, die er zich op het oogenblik voor hebben geschoven. God begrijpt -het. Hij weende over de rcuwklagenden. Jezus weende bij het graf van een vriend en leed om d© smart van de wereld. Je weet, dat het licht er nog is, Roger. Maar door de wolk, die er zich heeft voorgeschoven, zie ie het niet." Hij verborg het gelaat in de handen m gaf geen antwoord. Toen bij weer op- ieefc, zei hij: „Laten wo over mij niet preken. Alles schijnt omver gegooid en •ernietigd in mijn leven. Ik kan er nog iet aan denken. Alles is als een woestenij m me heen. Vertel me meer van jezelf - van je plannen van de andere men- chen thuis van wie dan ook. Maar let liefste van jezelf." „Ik moet nog zooveel uitdenken voor veel kaa vertellen. Ik zou het heer van „concurrentie". J. H. DE VERBETERING VAN HET HELLEGAT. Hei rapport-Van Konijnenburg. Het door ir. E. van Konijnenburg sa mengestelde rapport betreffende het uit voeren van verbeteringswerken aan het Hellegat en de schade, die daardoor aan de. oester- en mosselcultuur op de Greve- lingen zou ontstaan, is thans verschenen. Dit rapport, dat op initiatief van de Schip- persvereeniging Algemeen Schippers- en Visschersbelang, in opdracht van het ge meentebestuur van Bruinisse is uitge bracht, bevat interessante gegevens. O.m. wordt daarin uitdrukkelijk geconstateerd, dat het zoutgehalte van het water voor Bruinisse afhankelijk is van den toevoer van meer of minder zoet water van het Hollandsch Diep af over Volkerak en Krammer, en dat bij hoog opperwater deze toevoer van zoet water den doorslag geeft en niet die van het Brouwershaven- sche Gat uit, zooals onlangs in een minis- terieelen brief aan het gemeentebestuur werd bericht. De heer van Konijnenburg gaat verder na, waarom verplaatsing van de mossel en oestercultuur niet mogelijk is, en komt tot de conclusie, dat deze cultuur op de Grevelingon alleen dan zonder schade mogelijk zal blijken, wanneer de water- verdeeling tusschen Haringvliet en Vol kerak hetzelfde blijft, en dat noch onder normale omstandigheden (gewone afvoer van de bovenrivier), noch bij abnormale lijk vinden, Helen's werk voort te zet ten. Ik heb haar tot het laatst toe ge holpen. Zelf zou ik graag het 'groote huis verhuren en de boerderij en de huisjes houden. "We zouden dan op de boerderij kunnen wonen, en een grooter bedrag over houden voor het eigenlijke werk. Maar de bisschop voelt daar niet veel voor heeft 'liever, dat de bezitting ge heel onder één bestuur blijft en daar hij zelf niet hier 'kan komen wonen, had hij graag, dat wij hier leefden om hom te vervangen als het ware. Natuurlijk kan ik me zijn gevoelens heel goed indenken. En in zeker opzicht voel ik er ook wel voor, Ik zou het verschrikkelijk vinden, vreemden door haar tuin te zien wan delen en haar huis te zien gebruiken. En zoo zal het dan wel gaan zooals ik je daar straks ai vertelde. Ik weet, dat 'Helen een paar maal een kort onderhoud met den bisschop kon hebben voor haar einde. „En haar wenschen zullen natuurlijk opgevolgd worden." In zijn stem klonk iets al® een bevel- Het meisje glimlachte nadenkend. „Daar zal het naar alle waarschijnlijk heid wel mee eindigen. Wat ik wil doen, is wat recht it onder leiding." Hij keek haar scherp aan. „Is dat een steek op mij, Philippa?" „O neen, Roger. Zoo voel ik in den grond van mijn hart. Ik ben bang, om omstandigheden (hooge afvoer van de bo venrivier), in de dagelijkscha eb- en vloedbeweging verandering mag worden gebracht. Daar nu de leidam, zooals die in het voorstel 1931 is geprojecteerd, West- en Oost-Hellegat zal afsluiten, zoodat dan de geheele waterbewegingsstroom opwaarts zal worden gericht in afwijking van het geen de natuur aanwijst, is de vrees voor het voorgestelde werk geenszins onge rechtvaardigd, te meer, daar aan het eer ste gedeelte, in 1931 te leggen, reeds een kruinbreedte van 15 M. zal worden ge geven, terwijl de leidam ook direct boven de stormvloedshoogte zal kunnen worden gemaakt. Het is dus niet een tijdelijk, maar een blijvend werk, en schade, een maal aangericht, zal onherstelbaar blij ken. Om dat nu te voorkomen, stelt de rap porteur tegenover het plan 1931 een an der plan, het z.g. consolidatieplan, waar door alle bezwaren ondervangen kunnen worden en waarbij rekening wordt ge houden met de door de natuur aangege ven richtingen voor de waterbeweging. Het zou in zes verschillende phasen kun nen worden uitgevoerd. Zij luiden: Phase 1. Het Ventjagersgaatje wordt gesloten en tegelijkertijd het bestaande vaarwater in overeenstemming hiermede verruimd. Met den aanleg van den dam over de platen wordt aan de landzijde een begin gemaakt. Deze dam, die de platen van de vlakte moet vastleggen, zou ook tot halftij of iets hooger tot hoog water kunnen reiken. Het is echter wenschelijk de kruin van den dam boven stormvloeds hoogte te leggen, teneinde een kalme in vaart voor het Hellegat te verzekeren. Als kruinsbreedte zou met \Y* M. kunnen worden volstaan, tenzij deze dam als veer- dam zou moeten dienst doen. Phase H. De afsluiting van het Vent jagersgaatje is voltooid, de dam wordt voortgezet en afgewerkt en de verbinding tusschen Oost-Hellegat en Ventjagers gaatje gedicht. Een en ander met voort zetting van het baggerwerk. Phase III. Het streksche werk langs den rechteroever van het vaarwater wordt aan het zeeëinde bij den dam begonnen en voortgezet in de richting van de geul. Phase IV. Voortzetting en voltooiing van het onder phase III bedoelde strek sche werk. Aanvang wordt gemaakt met den uitbouw van den linkeroever 'met daarbij behoorend baggerwerk. Deze uit bouw is in feite de regulator van het ge heele werk en kan geleidelijk worden voortgezet. Met de kribben heeft men dit geheel in de hand. Op den oostelijken oever doen zij bovendien meer nut dan op den westelijken oever. Phase V. Voortzetting van het werk en van het baggerwerk. Phase VI. Voltooiing door aanvulling van de ruimte tusschen de kribben als de juiste lengte is bereikt. Is men tot phase HI gekomen, dan kan men, indien men dat wenscbt, den invloed der werken afwachten, alvorens met den uitbouw van den linkeroever te beginnen. Phase I en kan in 1931 worden be gonnen, en voltooid tot een kruinsbreedte van l&M. voor den leidam. Later kan deze worden verbreed. In 1932 kan de rest van het werk volgen. Het werk kan op elk oogenblik stop worden gezet, zonder dat het bestaande vaarwater wordt geschaad. Het vaarwa ter blijft waar het is; zijn richting strookt met wat de natuur aangeeft. De verklei ning van het profiel houdt gelijken tred met de verruiming. Het hoogwaterprofiel is gelijk of grooter dan dat van het Vol kerak. In de watervèrdeeling bij de groo- tere en kleinere afvoeren van de rivier wordt geen verandering gebracht. Het profiel van het Haringvliet blijf ten min ste gelijk aan dat wat bestaat boven het eiland Tien Gemeten. Het consolidatieplan brengt noch tij dens den uitvoer, noch na de voltooiing wijziging in de waterbeweging door het Volkerak en is de eenige natuurlijke op lossing, die geen gevaar voor mossel- en oestercultuur oplevert. Intusschen is nu reeds het eerste ge deelte van den dam aanbesteed, en na tuurlijk hebben, nu de conclusies van het groote dingen, zelf te beslissen. Ik voel me zooals Salomo zei als een klein kind; ik weet niet hoe naar buiten te gaan, noch hoe binnen te komen. Ik wil dienen. Ik wensch mijn leven te geven. Maar ik wil het geven op Gods wijze, niet op inijn eigen manier. Als dit het werk is, dat Hij voor mij bestemd beeft, zal ik bet doen naar mijn beste weten. Maar ik voel, dat ik leiding en bulp behoef. In de eerste plaats heb ik Noel, die zal zijn als een berg van kracht. Maar ik moet me in vele dingen door den bisschop laten raden. En we hebben toch al zooveel te snel moeten beslissen. We zoeken naar onzen weg van dag tot dag. Er heersdht ziekte in 't dorp. We moeten nog aan heel wat denken. Maar in de eerste plaats mogen we He len's werk niet verwaarloozen. Roger, zou jij niet graag één dergenen zijn, die kun nen trachten, het werk voort te zetten?" Hij sprong plotseling op. „Hoe kom je op dat idee, Philippa? Heeft zij ooit zoo iets gezegd?" „Niet tegen mij", antwoordde Philippa. Maar het kwam zoo in mijn hoofd op, terwijl wij zaten te praten. Je schijnt zoo onzeker, wat te beginen." „Hoe weet je dat?" „Is het niet altijd zoo geweest, Roger? En we zouden samen zoo gelukkig zijn En met jon hulp zouden we meer tot stand kunnen brengen,.,," rapport zoo volkomen overeenstemmen met wat de visschera als mannen van de praktijk altijd hebben beweerd, bijna alle belanghebbenden het vertrouwen in de verklaringen van regeeringswege, dat vrees voor schade ongegrond wordt ge acht, verloren. Bovendien weigert men van regeeringszijde zekerheid te geven, dat eventueele schade zal worden vergoed. Evenwel is, naar aanleiding van dit rapport, op een verleden week gehouden !>espreking, de toezegging gedaan, dat de dam 300 M. korter zal worden gemaakt, dan oorspronkelijk de bedoeling was, ter wijl nog meer concessies zouden volgen. In de raadsvergadering van 17 Dec. 1930 werd besloten, tot het aangaan van een geldleening groot f 2.000.000 (nomi naal) tegen een rente van 4 procent, ten einde ,o.a. te kunnen overgaan tot de Rijkswoningvoorschotten, welke aflossing inmiddels heeft plaats gev.onden, Intusschen is gebleken, dat het, voor het voeren van een juiste administratie door de beide Woningbouwvereenigingen en het waarborgen van de financiëele belangen en rechten der gemeente in verband met de op de eigendommen der vereenigingen rustende hypotheek ten bate der gemeente, welke het opmaken van een nieuwe hvpotheekacte noodig maken, noodzakelijk is, dat de vereenigin gen op haar beurt in de gelegenheid worden gesteld de restant-bedragen van de voorschotten, aan de gemeente ver schuldigd, af te lossen en de daarvoor benoodigde, door de gemeente te ver strekken, nieuwe leeningsbedragen vast te stellen, henevens de voorwaarden te regelen waaronder die verstrekking zal geschieden. B. en W. doen een voorstel in dien geest. Naar aanleiding van de bedenkingen van een lid der Commissie voor de Straf verordeningen tegen de voorgestelde en in de vergadering van 17 Dec. aangehou den wijziging der bouwverordening, heb ben B. en W. hun voorstel nog eenigs- zins gewijzigd en stellen zij voor aan artikel 8bis een 3e alinea toe te voegen, volgens welke van besluit van B. en W. beroep open staat op den gemeenteraad. B. en W. stellen voor de overgelegde jaarrekeningen van den reinigings- en ont smettin gsdienst over 1930 vast te stellen en de gemeentelijke bijdrage, geraamd op f54.824.20, definitief te bepalen op de som van f56.299.28V2- 'Do Directie van de Rijkspostspaar bank heeft zich op verzoek van B. en W. bereid verklaard de f 172.000, die op 1 Juni nog zullen resteeren van de 5 pet. leening van f220.000 in 1925 met die instelling aangegaan, opnieuw aan de ge meente te leenen tegen den koers van 961/2 pet. bij 4 pet. rente dan wel het nominaal-bedrag der leening zoodanig te stellen, dat een reëel bedrag van onge veer f 172.000 wordt verkregen. B. en W. hebben voorloopig het laatste aan bod aanvaard, en zal het nominaal be drag dan f 178.000 zijn en moet f 230 uit den gewonen dienst worden bijgepast. In werkelijkheid zal de transactie hierop neerkomen, dat het rente-percentage wordt verlaagd van 5 procent tot 4.145 procent, waartegenover staat, dat f6000 meer moet worden afgelost. De oude lee ning van f172.000 pro resto had thans nog een looptijd van 22 jaar, waarvan gedurende 21 jaar f8000 per jaar zou worden afgelost en na het 22e jaar f 4000. Het meest doelmatig is de nieuwe leening van f178.000 bij gelijk blijvenden looptijd, in dier voege af te lossen, dat gedurende 20 jaar f8000 per jaar wordt afgelost en daarna gedurende 2 jaar f9000 per jaar. Van de vorengenoemde f 230, zal f 67.95 moeten komen ten laste van het Water leiding-bedrijf; f8.22 ten laste van het eleotrisch bedrijf en f 153.83 rechtstreeks ten laste van de gemeente. Voor de Woensdag te houden verga dering liggen do volgende ingekomen stukken ter visie: Het reeds gepubliceerde jaarverslag van de vereeniging „De Ambachtsschool". Een schreven van den waarnemenden hoofddirecteur der gemeentebedrijven, waarin hij mededeelt, te samen met den Maar ze brak plotseling af. Hij had zoo'n vreemde uitdrukking op zijn gelaat. „Je denkt, dat je voor me zou kunnen zorgen dat je me gelukkig zou kun nen maken hier in één huis roet jou dat je me werk zou 'kunnen geven om mijn rondzwerven te doen ophouden. Je zou den rollenden steen willen tegenhou den en trachten hem met mos te omklee- den?" „Neen neen, Roger, dat bedoel ik niet, zooals jij denkt. Ik zou het heerlijk vin den, dat allemaal te kunnen volbrengen, maar ik dacht aan jou, aan Helen en dat je het misschien prettig zoudt vin den, voort te zetten, wat zij begonnen is." Roger's gelaat duidde op een inwendi- gen strijd. Toen hij weer sprak, klonk zijn stem zacht maar beslist: „Neen, Philip pa, dat is mijn werk niet." Ze keefc hem aan, met liefdevollen, on derzoekenden en vragenden blik. Ze wilde zoo graag weten, wat er omging in zijn ziel, en toch wilde ze niet te diép peilen. Maar hij scheen het te begrijpen, want hi ging voort op denzelfden ernstigon, zach- ten toon. „Ik zal het je binnenkort vertellen, Philippa. Ik moet een poosje weg gaan; ik zal terugkomen. Ik kan hier niet blij ven. Het epreekt allemaal zoo van haar. Het brengt haar beeld me voor de oogen en dan wordt al het andere verdreven, opzichter van het electrisch bedrijf een onderzoek te hebben ingesteld naar' het nuttig effect van de lantaarn op den hoek van de St. Pieterstxaat en de Lange Gist- straat Zoowel bij de avondbranding als bij de nachtbranding voldeed de lantaarn aan alle 'te stellen eischen. Ten slotte een verzoek van het Bestuur van den Bond van Mobilisatie-invalieden en hun nabestaanden om het voorbeeld van den gemeenteraad van Smallingerland te volgen en er bij de regeering op aan dringen spoedig een afdoende regeling van steun voor bedoelde personen in het leven te roepen. Bij Kon. besluit is de bronzen eere medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, toegekend aan G. Grim- minck, landarbeider op de hofstede van dhr P. Boonman te Nieuwdorp. Middelburg. Gisteravond is W. H., die tot Zaterdag in het Oude mannen- en vrouwenhuis alhier als verpleegde in woonde, doch dien dag wegens herhaalde dronkenschap was geweigerd en aan wien de politie gisteravond nachtverblijf ver leende en hem daar een bon voor een logement verstrekte, toen hij die in zijn bezit had, op de Kade, vermoede lijk toen bij de BeJJinkbrug op wilde gaan, misgeloopen en in het water terecht ge komen. Zeer spoedig was hulp aanwezig en door het inslaan van een ruit van het hokje van de reddingsbrigade op den hoek van de Nieuwstraat kon men hem een reddingsgordel aan een touw toewer pen, die H. wist te grijpen. Ook op ande re wijze, o.a. met de reddingshaak, die aan de Koningsbrug hangt, werd de drenkeling boven water gehouden tot een schipper hem met een roeiboot aan wal kon brengen. Hier bracht men hem nog goed bij kennis in de bakkerij hoek Kade- Nieuwstraat, waar hij echter toch kort daarna is overleden. Het lijk werd door de politie naar het gasthuis overgebracht. Zaterdag a.s. zal alhier een verga dering gehouden worden van het district Zeeland van de Mij. tot Nut van het Alge meen. Na afloop van de vergadering zal een bezoek worden gebracht aan het mu seum van het Zeeuwsch Genootschap en de Rechtbank ter bezichtiging van de go belins. Goes. De Oudheidkundige Vereen. „De Bevelanden" hoopt D.V. Zaterdag 6 Juni een excursie te ondernemen naar de stad Gent, teneinde den historischen zin bij de leden aan te wakkeren. De Vereen, heeft zich in verbinding gesteld met Dr Van der Wercke, Geschiedschrijver en Archivaris van Gent, die zich evenals zijn schoonvader dhr Daled uit Brugge bereid heeft verklaard, de leden der Be velanden als gids te dienen. De leiding der excursie berust in handen van den heer W. L. B. J. Dekker, die zich met den voorzitter der Vereeniging, dhr. P. G. de Gelleke, naar Gent zal begeven, om vooraf eenige regelingen te treffen in het belang van den tocht. Een avond van te voren hoopt dhr Dek ker een lezing met lichtbeelden te hou den over: „De Stad der Artevelde's. Zaterdagavond vergaderde in hef lokaal der G. J. V. iu de Wijngaardstr. de Ring Goes en Omstreken van het Ned. Jong. Verbond. Veertien afdeelingen waren tegenwoor dig met ruim 60 leden. Dhr Duvekot heette allen welkom in zonderheid dhr Fallentin. De secr. las de notulen. Het onderwerp voor bijbelbespre king was 1 Joh. 5 114, wat werd inge leid door dhr A. Oudkerk van de afd. 'sH. Hendrikskinderen, waarop nog een bespreking volgde. De secr. bracht vervolgens verslag uit over het afgeloopen jaar. De penningmeester deelde in zijn ver slag mede dat er over het afgeloopen jaar nog een saldo was van f 8.91. Vervolgens deelde de voorz. mede, dat er voldoende personen zich hebben opge geven om op een goedkoop reisbiljet den grooten bondsdag te Deventer te bezoeken op 13 en 14 Mei. Ook werd aan dhr M. Schipper Mz. van 's H. Hendrikskin deren dank gebracht voor het werk dat hij in den Ring heeft gedaan als Ring- Ik mag het niet doen terwille van haar dat weet ik. Maar hier hoe kan ik het zeggen? Hoe kan ik mezelf vertrou wen? Ik moet gaan. Maar ik zal terug komen. Phil, wie is er op Transome Pe- veril nu?" „Nugent en Elinor en ik denk papa. Hij was in Londen, toen dit gebeurde. Hij heeft er veel van geiweten. Je weet, dat Helen met de bruiloft bij ons was. Ze won zijn hart. zooals ze de harten van ieder een won. Hij zou met oom Ambrosiua naar Parijs gaan; maar ze hebben het uitgesteld. Ik geloof, dat papa een dag of twee geleden naar Transome Peveril is gegaan. Hij zal er niet lang blijven, maar er zijn eenige zaken te behandelen. Nugent en Elinor willen allebei verau- deringen aanbrengen, en papa vind het goed. Ik geloof, dat hij daarvoor er naar toe is gegaan." „Zou hij me nu willen ontvangn?" vroeg Roger nederig. „O, daar ben ik zeker van absoluut zeker. Ja, dat moet je 'gaan doen je moet er heen gaan! En Roger, er is nog geen nieuwe predikant in Transomo Pe veril benoemd. De plaats blijft nog een poosje open." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 5